Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL doorlichtingssecretariaat@ond.vlaanderen.be www.onderwijsinspectie.be Verslag over de opvolgingsdoorlichting van Vrije Basisschool - De Klinker te ROTSELAAR Hoofdstructuur basisonderwijs Instellingsnummer 44801 Instelling Vrije Basisschool - De Klinker Directeur Sandra MAES Adres Torenstraat 62-3110 ROTSELAAR Telefoon 016-44.90.46 Fax 016-44.90.46 E-mail secretariaat@deklinker.be Website www.deklinker.be Bestuur van de instelling Adres Scholengemeenschap Adres CLB Adres Dagen van het opvolgingsbezoek 29-01-2016 Einddatum van het opvolgingsbezoek 29-01-2016 Datum bespreking verslag met de instelling 16-02-2016 Vrije Basisschool Rotselaar De Klinker Torenstraat 62-3110 ROTSELAAR De Driepas Baalsebaan 330-3128 BAAL Vrij CLB Haacht-Keerbergen Molenstraat 42-3140 KEERBERGEN Samenstelling inspectieteam Inspecteur-verslaggever Teamleden Frans DE BIE Stefan PASTURE OV 44801 bao Vrije Basisschool - De Klinker te ROTSELAAR (Schooljaar 2015-2016) 1/6
INHOUDSTAFEL INLEIDING... 3 1 HISTORIEK... 4 2 TE REMEDIEREN TEKORT(EN)... 4 3 ZIJN DE TEKORTEN GEREMEDIEERD?... 4 3.1 Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie... 4 4 ADVIES EN REGELING VOOR VERVOLG... 6 OV 44801 bao Vrije Basisschool - De Klinker te ROTSELAAR (Schooljaar 2015-2016) 2/6
INLEIDING Dit verslag is het resultaat van de opvolgingsdoorlichting van de school door de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap. Het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 geeft haar de opdracht hiertoe. Als de school bij een doorlichting een beperkt gunstig advies kreeg, volgt na de periode, vermeld in het advies, een opvolgingsdoorlichting. Tijdens een opvolgingsdoorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de bij de voorgaande doorlichting vastgestelde tekortkomingen voldoende werden geremedieerd. Het referentiekader dat de onderwijsinspectie gebruikt bij een (opvolgings)doorlichting is opgebouwd rond de componenten context, input, proces en output: context: de omgevingskenmerken en de kenmerken van administratieve, materiële, bestuurlijke en juridische aard die de school karakteriseren input: kenmerken van het personeel en van de leerlingen of cursisten van de school proces: initiatieven die de school neemt om output te realiseren, rekening houdend met haar context en input output: de resultaten die de school met haar leerlingen of cursisten bereikt. Meer info over het CIPO-referentiekader vindt u op www.onderwijsinspectie.be. Tijdens het opvolgingsbezoek verzamelt het inspectieteam bijkomende informatie via observaties, gesprekken en analyse van documenten. De opvolgingsdoorlichting resulteert in een opvolgingsverslag dat bestaat uit een concluderend gedeelte en een advies. Het concluderende gedeelte omvat de conclusies van de opvolging. Het opvolgingsverslag eindigt met een advies dat betrekking heeft op alle of op afzonderlijke structuuronderdelen van de school. De onderwijsinspectie kan twee adviezen uitbrengen: een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de school of van structuuronderdelen. een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de school of van structuuronderdelen op te starten. Bij een ongunstig advies beoordeelt de onderwijsinspectie bovendien of de school de vastgestelde tekorten zelfstandig kan wegwerken. Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve opvolgingsverslag informeert de directeur van de school de ouders en leerlingen over de mogelijkheid tot inzage. Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de school het verslag volledig bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de school of zijn gemandateerde tekent het verslag voor gezien. Het bestuur stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen. De school mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden. Meer informatie? www.onderwijsinspectie.be en www.doorlichtingsverslagen.be OV 44801 bao Vrije Basisschool - De Klinker te ROTSELAAR (Schooljaar 2015-2016) 3/6
1 HISTORIEK Het vorige doorlichtingsbezoek vond plaats van 26-11-2012 tot 29-11-2012 en werd afgesloten met een beperkt gunstig advies. Vanaf 29-11-2015 moet de school kunnen aantonen dat tekort(en) die aan de basis lagen van dit advies, in voldoende mate werden geremedieerd. Dit verslag beschrijft in welke mate de school daarin is geslaagd. 2 TE REMEDIEREN TEKORT(EN) de erkenningsvoorwaarde 'voldoen aan de onderwijsdoelstellingen' Kleuteronderwijs - Leergebieden wiskundige initiatie 3 ZIJN DE TEKORTEN GEREMEDIEERD? 3.1 Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie Voldoet De kleuteronderwijzers streven de ontwikkelingsdoelen voor wiskundige initiatie met hun kleuters in voldoende mate na. Zij zorgen voor een doelgericht, realistisch, volledig, samenhangend en evenwichtig onderwijsaanbod. Kleuters krijgen tal van kansen om spelend, denkend en pratend wiskundige inzichten te verwerven. De kleuteronderwijzers maken van hun klassen een krachtige onderwijs- en leeromgeving en bieden gevarieerde speelleermaterialen aan. Op basis van een zorgzame evaluatie bepalen de kleuteronderwijzers de leerbegeleiding voor kleuters die daar behoefte aan hebben. Curriculum Onderwijsaanbod Referentiekader Planning Evenwichtig en volledig Samenhang Brede harmonische vorming Actief leren De kleuteronderwijzers stemmen hun onderwijsaanbod voor wiskundige initiatie doelbewust af op de leerplandoelen. Zij bewaken de volledigheid en het evenwicht ervan. In de meeste klassen is de horizontale samenhang sterk. Daar komen alle domeinen van wiskundige initiatie binnen een realistische en aantrekkelijke context ruim aan bod. Ook leggen de kleuteronderwijzers vanuit een thematische en geïntegreerde aanpak sterke verbanden tussen wiskundige initiatie en de andere leergebieden. Goede schoolafspraken bevorderen de verticale samenhang. Onder meer de leerlijnen, de graduele opbouw van de speelleermaterialen, de afspraken over de wiskundige woordenschat, de kalenders en tijdlijnen en de aandacht voor getallen in het klasbeeld illustreren dit. De klasbeelden wijzen erop dat wiskundige initiatie een belangrijke plaats in het onderwijsaanbod heeft gekregen. De kleuteronderwijzers verrijken de hoeken met wiskundige impulsen op het niveau van de kleuters en in functie van de thema s. Goed doordachte hoekenfiches geven hen hierbij richting. Hierdoor krijgen de kleuters tal van uitdagingen om spelend, sprekend en denkend wiskundige inzichten op te doen. Ook stimuleren de kleuteronderwijzers het probleemoplossend denken met rijke dialogen. OV 44801 bao Vrije Basisschool - De Klinker te ROTSELAAR (Schooljaar 2015-2016) 4/6
Curriculum Onderwijsorganisatie Materieel beheer Uitrusting Ontwikkelingsmaterialen Leermiddelen Evaluatie Evaluatiepraktijk Evenwichtig en representatief Kindvolgsysteem Leerlingvolgsysteem Gericht op bijsturing Begeleiding Leerbegeleiding Beeldvorming Zorg De meeste kleuteronderwijzers benutten de onderwijstijd efficiënt. De meeste kleuteronderwijzers maken van hun klassen een krachtige onderwijs- en leeromgeving. Zij managen hun klassen voorbeeldig. Zij ontwikkelden hun gevoeligheid voor de wiskundige opportuniteiten, waardoor zij zowel vooraf geplande als spontane wiskundige speelleerkansen vakkundig benutten. Soms kan de interactie tussen de kleuteronderwijzer en de kleuters en tussen de kleuters onderling nog beter gestimuleerd worden door een minder sturend optreden van de kleuteronderwijzer en kunnen de hoeken efficiënter verrijkt worden met wiskundige speelleerkansen. De kleuteronderwijzers beschikken over gevarieerde speelleermaterialen voor dit leergebied. Zowel de aangekochte maar zeker ook de vele zelfgemaakte materialen getuigen van een doordachte aanpak. Heel wat materialen zetten de kleuters aan om zelfstandig te meten. De kleuteronderwijzers observeren de ontwikkeling van de kleuters, registreren hun bevindingen op observatielijsten en verwerken die nadien in een elektronisch kindvolgsysteem. De evaluatie van de mate waarin de klas de wiskundige begrippen beheersen krijgt ruim aandacht. De kleuterafdeling kan evenwel nog groeien door de evaluatie nog sterker af te stemmen op de wiskundige vaardigheden. Enkele kleuteronderwijzers selecteren een (te) uitgebreid leerplandoelenaanbod, wat een doelgerichte evaluatie nadien er niet gemakkelijker op maakt. De kleuteronderwijzers gebruiken de beschikbare evaluatiegegevens voor de uitbouw van een efficiënte leerbegeleiding. Zij krijgen bij de overgang naar een volgende klas een rijke terugkoppeling over de evolutie van de kleuters. Samen met de evaluatiegegevens vanuit observaties en screenings zorgen zij voor een accurate beeldvorming. De kleuteronderwijzers bouwen de leerbegeleiding planmatig uit en vertrekken hierbij vanuit de zorgvraag van de kleuter. In het kindvolgsysteem is duidelijk te traceren wat de kleuteronderwijzer al voor de kleuter heeft ondernomen, welke zorginterventies afgesproken zijn en wie welke rol binnen de leerbegeleiding speelt. Ook de spontane leerbegeleiding is doelgericht en effectief. Hierdoor spelen de kleuteronderwijzers kort op de bal. De kleuteronderwijzers werken nauw samen met elkaar, de zorgcoördinator en de leerkrachten van de lagere afdeling. Zo kunnen de kleuters van de derde kleuterklas bijvoorbeeld rekenen op de klasinterne zorg van onderwijzers uit het eerste leerjaar, waardoor zij de kleuters al goed leren kennen voor zij de overgang naar de lagere afdeling maken. OV 44801 bao Vrije Basisschool - De Klinker te ROTSELAAR (Schooljaar 2015-2016) 5/6
Professionalisering Deskundigheidsbevordering De klemtoon van de deskundigheidsbevordering in functie van wiskundige initiatie lag op pedagogische studiedagen, personeelsoverleg en zelfstudie. De pedagogische begeleidingsdienst bood het kleuterteam hierbij een klankbord. Voortrekkers binnen het team kregen de kans om de collega s mee op sleeptouw te nemen. De kleuteronderwijzers spanden zich in om en bloc te evolueren. Groeikansen zijn er nog om bijvoorbeeld met hospiteerbeurten kleuteronderwijzers die daar nog behoefte aan hebben zicht te geven op voorbeelden van goede praktijk. Leiderschap Visieontwikkeling Kwaliteitszorg De directeur volgde het implementatietraject voor dit leergebied nauwgezet op met klasbezoeken, controle van de planningsdocumenten en coachingsgesprekken. De kleuteronderwijzers hebben de visie die in de ontwikkelingsdoelen en het leerplan beschreven wordt vooraf niet diepgaand bestudeerd. De onderwijspraktijk bewijst evenwel dat zij de principes voor modern wiskundeonderwijs in de kleuterafdeling wel degelijk beheersen. De kleuteronderwijzers bouwden in hun implementatietraject op geregelde tijdstippen zelfevaluatie en zelfreflectie in, om zodoende de uitgestippelde koers te bewaken en waar nodig bij te sturen. De wekelijkse evaluatiebesprekingen op donderdag illustreren dit. 4 ADVIES EN REGELING VOOR VERVOLG In uitvoering van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor erkenning van tekort(en) zoals vermeld in punt 2 van dit verslag: GUNSTIG voor de erkenningsvoorwaarde 'voldoen aan de onderwijsdoelstellingen' voor het kleuteronderwijs. Namens het inspectieteam Voor kennisname namens het bestuur Frans DE BIE de inspecteur-verslaggever Datum van verzending aan de directie en het bestuur van de school Sandra MAES de directeur OV 44801 bao Vrije Basisschool - De Klinker te ROTSELAAR (Schooljaar 2015-2016) 6/6