Raad van de Europese Unie Brussel, 6 juli 2015 (OR. en) 10588/15 BEGELEIDENDE NOTA van: aan: Nr. Comdoc.: Betreft: MI 444 ENT 133 COMPET 333 DELACT 84 de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie C(2015) 4394 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 1.7.2015 betreffende de indeling van bouwproducten in klassen van materiaalgedrag bij brand overeenkomstig Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad Hierbij gaat voor de delegaties document C(2015) 4394 final. Bijlage: C(2015) 4394 final 10588/15 hh DGG 3A NL
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.7.2015 C(2015) 4394 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 1.7.2015 betreffende de indeling van bouwproducten in klassen van materiaalgedrag bij brand overeenkomstig Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst) NL NL
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING In Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad 1 worden twee belangrijke alternatieven geboden voor de vaststelling van prestatieklassen met betrekking tot de essentiële kenmerken van bouwproducten, namelijk door gedelegeerde handelingen van de Commissie overeenkomstig artikel 27, lid 1, en artikel 60, onder f) en door geharmoniseerde normen overeenkomstig artikel 27, lid 2. Bij Beschikking 2000/147/EG van de Commissie 2 is een Europees systeem op basis van Europese testmethoden vastgesteld voor de indeling van voor de bouw bestemde producten in klassen van materiaalgedrag bij brand. De latere wijzigingen van deze beschikking hebben het toepassingsgebied verder uitgebreid en verduidelijkt voor verscheidene families van bouwproducten. Een geconsolideerde versie van de beschikking is echter niet formeel vastgesteld. Volgens de definitie in artikel 2, lid 7, van Verordening (EU) nr. 305/2011 wordt verstaan onder "klasse": een reeks niveaus voor de prestaties van een bouwproduct, die wordt begrensd door een minimum- en een maximumprestatiewaarde. De klassen in Verordening (EU) nr. 305/2011 drukken dus altijd een gegeven bereik van een bepaalde prestatie van het product uit. Daarenboven worden in Verordening (EU) nr. 305/2011, in tegenstelling tot in de voorafgaande Richtlijn 89/106/EEG van de Raad, duidelijke bepalingen geïntroduceerd voor het gebruik van de letters NPD, "No Performance Determined geen prestatie bepaald", door fabrikanten bij het opstellen van de prestatieverklaringen voor hun producten. Volgens artikel 6, lid 3, onder f), moeten de letters NPD worden gebruikt voor de in de lijst vermelde essentiële kenmerken waarvoor geen prestaties zijn aangegeven. Deze kwestie is dus gedetailleerd vastgelegd in deze bepaling. De tabellen bij Beschikking 2000/147/EG van de Commissie bevatten respectievelijk de klassen F, F FL, F L en F ca waarvan de inhoud wordt gedefinieerd als "geen prestatie bepaald". Aangezien dit begrip echter niet kan worden beschouwd als een klasse zoals bedoeld in Verordening (EU) nr. 305/2011 en dus niet kan worden opgenomen in een geldige klassenindeling volgens die verordening, moeten de bepalingen ter definiëring van het systeem in Beschikking 2000/147/EG van de Commissie in die zin worden aangepast. In Beschikking 2000/147/EG van de Commissie worden de klassen E, E FL, E L en E ca voorgesteld als de laagste prestatieniveaus. Deze klassen zijn gebaseerd op de minimumniveaus van materiaalgedrag bij brand. Er bestaan bouwproducten met een lagere prestatie dan die minimumniveaus. De fabrikanten hebben voor het opstellen van de prestatieverklaringen voor hun producten een bijkomende klasse nodig met een lagere prestatie dan de klassen E, E FL, E L en E ca. De regels die de indeling vastleggen, moeten dus zo 1 2 PB L 88 van 4.4.2011, blz. 5. PB L 50 van 23.2.2000, blz. 14. Beschikking zoals gewijzigd bij Beschikking 2003/632/EG (PB L 220 van 3.9.2003, blz. 5) en bij Beschikking 2006/751/EG van 27 oktober 2006 (PB L 305 van 4.11.2006, blz. 8). NL 2 NL
worden gewijzigd dat de nieuwe klassen F, F FL, F L en F ca in het systeem worden opgenomen en de vorige bepalingen inzake de klassen F, F FL, F L en F ca worden vervangen. Uit de ervaring met de toepassing van Beschikking 2000/147/EG van de Commissie is gebleken dat de klassenindeling verder goed heeft gewerkt en haar doel heeft gediend. Daarom moeten geen andere belangrijke wijzigingen worden voorzien dan het aanpassen van de formulering aan de in Verordening (EU) nr. 305/2011 gebruikte terminologie en begrippen (met name in verband met het beoogde gebruik van de producten, ter vervanging van de vorige formulering " uiteindelijke toepassing" van artikel 1 van Beschikking 2000/147/EG van de Commissie) en het actualiseren van de referenties in tabel 4 van de bijlage bij deze ontwerpverordening. Om die redenen moet de ontwerpverordening de inhoud van Beschikking 2000/147/EG van de Commissie, zoals gewijzigd, niet alleen consolideren, actualiseren voor wat de behandeling van leidingen betreft en aanpassen aan Verordening (EU) nr. 305/2011; zij moet ook nieuwe definities bevatten voor de klassen F, F FL, F L en F ca en nieuwe klassen met een lagere prestatie dan de bestaande klassen E, E FL, E L en E ca vaststellen. Beschikking 2000/147/EG van de Commissie moet dus worden ingetrokken met de gebruikelijke verwijzingsclausule. De daaruit voortvloeiende situatie zal eenvoudiger en duidelijker zijn voor de gehele bouwsector. 2. RAADPLEGINGEN VOORAFGAAND AAN DE VASTSTELLING VAN DE HANDELING Op 3 oktober 2014 is de ontwerpverordening besproken in de vergadering van de adviesgroep voor bouwproducten en tussen 19 september en 31 oktober 2014 is erover een schriftelijke raadpleging van deskundigen geweest. Vóór deze raadplegingen is aan alle lidstaten de gelegenheid gegeven om deskundigen te benoemen die hieraan deel konden nemen. Naast deze deskundigen werden ook andere externe belanghebbenden geraadpleegd. De in de adviesgroep voor bouwproducten besproken en voor de schriftelijke raadpleging relevante documenten zijn overeenkomstig de gemeenschappelijke overeenstemming inzake gedelegeerde handelingen tegelijkertijd aan het Europees Parlement en de Raad toegezonden. Bij het opstellen van het uiteindelijke ontwerp van deze rechtshandeling voor de raadpleging tussen de diensten zijn de in die context gemaakte opmerkingen in aanmerking genomen. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING Volgens artikel 27 van Verordening (EU) nr. 305/2011 kunnen prestatieklassen worden vastgesteld met betrekking tot de essentiële kenmerken van bouwproducten. Overeenkomstig artikel 27, lid 1, en artikel 60, onder f), kan dit worden gedaan door gedelegeerde handelingen van de Commissie. Bij Beschikking 2000/147/EG van de Commissie is het Europese systeem voor de indeling van voor de bouw bestemde producten in klassen van materiaalgedrag bij brand vastgesteld. Die beschikking, zoals gewijzigd, bevat vier indelingstabellen voor verschillende families van bouwproducten. In al die tabellen zijn de klassen F, F FL, F L en F ca ingevoerd voor situaties waarin het materiaalgedrag bij brand van het product niet is bepaald. Volgens artikel 2, lid 7, drukken de klassen in Verordening (EU) nr. 305/2011 altijd een gegeven bereik van een bepaalde prestatie van het product uit. De klassen die zijn vastgesteld NL 3 NL
op grond van "geen prestatie bepaald" voldoen niet aan die definitie en kunnen daarom geen deel uitmaken van een klassenindeling volgens Verordening (EU) nr. 305/2011. Om deze redenen en om het bestaande regelgevingskader inzake de klassenindeling, die overigens wel als goed werkend wordt beschouwd, te consolideren, moet de ontwerpverordening nieuwe definities bevatten voor de klassen F, F FL, F L en F ca en nieuwe klassen met een lagere prestatie dan de bestaande klassen E, E FL, E L en E ca vaststellen. Tegelijkertijd moet de formulering worden aangepast aan Verordening (EU) nr. 305/2011, met name in verband met het beoogde gebruik van bouwproducten, en geactualiseerd wat tabel 4 van de bijlage betreft. De ontwerpverordening is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. Door de ontwerpverordening zullen bepaalde inconsistenties die worden veroorzaakt door de impact van Verordening (EU) nr. 305/2011 op de bestaande klassenindeling van Beschikking 2000/147/EG worden verminderd. NL 4 NL
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 1.7.2015 betreffende de indeling van bouwproducten in klassen van materiaalgedrag bij brand overeenkomstig Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst) DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad 3, en met name artikel 27, lid 1, Overwegende hetgeen volgt: (1) Bij Beschikking 2000/147/EG van de Commissie 4 is een systeem vastgesteld voor de indeling van bouwproducten in klassen van materiaalgedrag bij brand. Het systeem was gebaseerd op een geharmoniseerde oplossing om dit gedrag te beoordelen en de resultaten van die beoordelingen in te delen. (2) Beschikking 2000/147/EG voorziet verscheidene klassen van materiaalgedrag bij brand. Daarnaast bevat zij de klassen F, F FL, F L en F ca die worden gedefinieerd als "geen prestatie bepaald". (3) Overeenkomstig artikel 2, lid 7, van Verordening (EU) nr. 305/2011 wordt verstaan onder "klasse": een reeks niveaus voor de prestaties van een bouwproduct, die wordt begrensd door een minimum- en een maximumprestatiewaarde. De klassen die zijn vastgesteld op grond van "geen prestatie bepaald" komen niet overeen met die definitie en kunnen daarom geen deel uitmaken van een klassenindeling volgens Verordening (EU) nr. 305/2011. (4) Het gebruik van "geen prestatie bepaald" bij het opstellen van de prestatieverklaring is vastgesteld in artikel 6, lid 3, onder f), van Verordening (EU) nr. 305/2011. (5) Om het de fabrikanten mogelijk te maken een lagere prestatie aan te geven dan vermeld in de klassen E, E FL, E L en E ca is het noodzakelijk de indelingscriteria voor de klassen F, F FL, F L en F ca navenant te wijzigen. 3 4 PB L 88 van 4.4.2011, blz. 5. Beschikking 2000/147/EG van de Commissie van 8 februari 2000 ter uitvoering van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad wat de indeling van voor de bouw bestemde producten in klassen van materiaalgedrag bij brand betreft (PB L 50 van 23.2.2000, blz. 14). NL 5 NL
(6) Daarom is het noodzakelijk de klassen F, F FL, F L en F ca van Beschikking 2000/147/EG te vervangen door nieuwe klassen voor producten die het minimale prestatieniveau van materiaalgedrag bij brand in de klassen E, E FL, E L en E ca niet bereiken. (7) Beschikking 2000/147/EG is verscheidene malen gewijzigd en er zijn nog verdere wijzigingen van die beschikking nodig. Duidelijkheids- en redelijkheidshalve moet die beschikking daarom worden ingetrokken en vervangen, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Bouwproducten die bij het beoogde gebruik zouden kunnen bijdragen tot het ontstaan en de verspreiding van brand en rook in de ruimte waar de brand is ontstaan of daarbuiten moeten aan de hand van het materiaalgedrag bij brand worden ingedeeld volgens het in de bijlage opgenomen systeem. Beschikking 2000/147/EG wordt ingetrokken. Artikel 2 Verwijzingen naar de ingetrokken beschikking gelden als verwijzingen naar deze verordening. Artikel 3 Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, op 1.7.2015 Voor de Commissie De Voorzitter Jean-Claude JUNCKER NL 6 NL