Speech Francine Giskes, collegelid Algemene Rekenkamer

Vergelijkbare documenten
Pilot. Michal van Eijk. 8 februari 2018

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 6 juli 2018 Betreft Operatie inzicht in kwaliteit

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Beleidsevaluatie op federaal niveau

Evaluatie en toekomstvisie Actal

Driedaagse Leergang. Kennisintensieve beleidsontwikkeling

Responsief Beleidsonderzoek

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Best practices regeldruk bij Buitenlandse Zaken

Artikel I. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz, enz, enz.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 september 2017 Betreft Pilot beleidsevaluaties VWS

Hoe je zorgt voor veranderbereidheid bij medewerkers

Systeemtoets. Wordt de (departementale) toetsing op regeldruk goed en consequent uitgevoerd?

Aan mevrouw drs. E.I. Schippers (informateur) p/a Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Geachte mevrouw Schippers,

2513 AA1XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Subsidiebeleid Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Evalueren van beleid. Research voor Beleid (Panteia Groep) Auteur: Christel Scholten

Samenvatting. Adviesaanvraag

Durf te meten: Hoe. bedrijvenbeleid? Henry van der Wiel DG Bedrijfsleven en Innovatie

STRATEGIE IMPLEMENTATIE SUCCESFACTOREN

Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG

Aanjagers 1 december 2015 Ctylab

Leren uit het buitenland Risicomanagement en interne audit bij de Nederlandse Rijksoverheid.

Beleidsdoorlichting Luchtvaart. Verslag onafhankelijke deskundige

De discrepantie tussen woonwetgeving en de werking ervan

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid

Eerste Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 februari 2015 Autoriteit woningcorporaties

Zelfevaluatie Wmo-raden 2014

33000 Nota over de toestand van s Rijks Financiën

Training Creatief denken

Witboek open en wendbare overheid

Verzilveren perspectief op groene groei Voortzetting, aanscherping en opschaling Green Deal aanpak

Kosteloos innovatie: Innoveren met subsidies.

Herijking van het gemeentefonds - sociaal domein Plan van aanpak voor het onderzoek naar een nieuwe verdeling

Onderzoek onder Raadsleden naar regionale samenwerking, gemeenschappelijke regelingen en herindeling

Nieuwe serie Workshops! met het Co-Creatie-Wiel. Succesvol innoveren. Drie workshops Najaar 2018

Ministerie van Economische Zaken Programmadirectie Juridische instrumentarium Natuur en Gebiedsinrichting

Samen werken aan goed openbaar bestuur

Aan de Gemeenteraad. 12 januari Betreft: Routeplanner Right to Challenge. Geachte leden van de Gemeenteraad,

Wendbaarheid binnen de Vlaamse overheid: het witboek open en wendbare overheid

Spreektekst Jaarverslag OCW

T rainingskalender 2015

2018D52325 LIJST VAN VRAGEN

Ministerie van Financiën

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING

INHOUD. Aanleiding nieuwe Omgevingswet Doelstelling Omgevingswet Inhoud van de nieuwe wet Planning wetgeving Hoe nu verder.

Resultaten verantwoordingsonderzoek

Vlaams Evaluatieplatform: seminarie ex ante beleidsevaluatie: inleiding. Dieter Vanhee - Departement Kanselarij en Bestuur

Lijst van vragen en antwoorden

Ontwikkeling gedragsexperimenten voor effectief beleid Voorzitter: Eva van den Broek Spreker: Annemieke Tuinstra Spreker: Jetske Bouma

Een beleidsevaluatie voorbereiden - ervaringen vanuit de OVAM

U zag een nudge uit de metro in stockholm. Misschien wat extreem, maar het kan ook goedkoper, met rode tape of voetjes op de grond die leiden naar de

We moeten wat vaker out of the box denken!

Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00

ECSD/U

Waarom een workshop evalueren van projecten?

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus Brussel

Verhoging assurantiebelastingtarief

2016D07727 LIJST VAN VRAGEN

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Onderzoeksprogramma Rekenkamercommissie Sittard-Geleen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 juni 2018 Onderwerp Wettelijke experimenteerruimte

VOORBLAD Strategieconferentie strategische agenda West-Brabant

Verandertypen en invoeringsstrategieën Omgevingswet. Raad op zaterdag Ernst Koperdraat 24 september 2016

Jelly Smink/Frits van Vugt. Namens de rekenkamercommissie doe ik u deze rekenkamerbrief toekomen over sturing op subsidie aan de bibliotheek.

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Deze brochure is een uitgave van het Programmabureau Onderwijs Bewijs in samenwerking met het Ministerie van OCW.

Ministerie van Financiën. Datum - 9 WEi 2W Betreft Staat van de rijksverantwoording 2016

Routeplanner Right to Challenge

Criteria effectieve structurele verankering van de aandacht voor administratieve lasten

De visitaties in het sociaal-cultureel werk. Dirk Verbist en Liesbeth De Winter Directeurs bij De Federatie

2014D33111 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De workshop Leiderschap wordt incompany gegeven en op maat aangeboden en is geschikt voor zowel beginnende- als doorgewinterde leidinggevenden.

Tips voor betere subsidie-evaluaties. Algemene Rekenkamer Postbus EA Den Haag

Figuur 1: Leerlingen in basisonderwijs ( )

Aan Provinciale Staten

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld

Speech bij nieuwjaarsbijeenkomst Vereniging Hogescholen (17 januari 2018)

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

4-2UÏ2PO'0 3 Ministerie van Binnenlaniise Zaken en Koninkrijksrelaties

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Contractmanagement in Nederland anno 2011

Ivo Opstelten Minister van Veiligheid en Justitie Postbus EH DEN HAAG

verantwoordingsonderzoek 2017 bij het Ministerie van Financiën en Nationale

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Strategische agenda pag. 3 Onze missie pag. 3 Onze koers pag. 5 Onze speerpunten pag. 6 Onze kerntaken

Rol van onderzoek en kennis in beleid. Annemarie Sipkes (Directeur Kennis, OCW)

Stand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek financiële ondersteuning sportverenigingen door de gemeente

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de gemeenteraad. Uw brief van: Uw kenmerk: Ons kenmerk: Datum: 26 november 2015

Samenvatting. Inleiding

Transcriptie:

Speech Francine Giskes, collegelid Algemene Rekenkamer Inmiddels zit ik een half jaar bij de Algemene Rekenkamer. Ik ben dus relatief nieuw, en als je ergens nieuw bent, merk je af en toe een soort verwondering over hoe de dingen gaan. Eén van mijn eerste verwonderpunten was het soort vragen dat wij stellen, en de antwoorden die wij krijgen. Een voorbeeld: Twee weken geleden kwamen wij met een rapport over de 30%-regeling. Dat is een belastingvrije onkostenvergoeding 30% van een jaarsalaris - om bedrijven te stimuleren buitenlandse experts met een schaarse deskundigheid naar Nederland te halen. Dus wij vroegen de minister: - Kunt u aangeven dat: o De gebruikers van deze regeling een schaarse expertise hebben; o Waarom 30% beter zou werken dan bijvoorbeeld 10% of 50%; o En of er dankzij de regeling ook echt meer experts naar Nederland zijn gekomen. Simpele vragen: hoe is het beleid onderbouwd en werkt het in de praktijk? Maar geen antwoord van de minister. Dat moeten wij wat mij betreft niet accepteren, want inzicht is de basis voor het vertrouwen dat wij als burgers in de overheid kunnen stellen.

En toch zien wij dit antwoord keer op keer terugkomen. Bij subsidieregelingen. Bij grote reorganisaties, denk aan het Uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst, en bij wet- en regelgeving. Ondanks alle procedures en tools en vereisten worden de overheidskeuzes nog te vaak vooraf onvoldoende onderbouwd, en achteraf niet of niet voldoende onderzocht. En dat brengt mij bij het thema van vandaag. Want als we kijken naar de toekomst van het regeldrukbeleid, gaat het om het verbreden van het idee dat de lasten van regelgeving in beeld moeten zijn, naar het stimuleren van betere regelgeving. En dat betekent werken aan transparante, onderbouwde keuzes over regelgeving, als noodzakelijke voorwaarde voor goede maatschappelijke uitkomsten en een lerende overheid. Voor Actal betekent dat enerzijds dat andere vragen belangrijk worden. Van alleen regeldruk naar het hele palet van economische, sociale en maatschappelijke effecten. Maar ook dat, als blijkt dat het Integraal Afwegingskader niet wordt nageleefd, of als impact assessments niet serieus worden genomen, je op zoek gaat naar de achterliggende oorzaken. Waarom heeft de minister geen antwoord? En wat kan een controlerende instelling doen, om daar iets aan te veranderen?

De Algemene Rekenkamer heeft de afgelopen jaren regelmatig onderzoek gedaan naar de ex-post evaluatie van beleid, wat in zekere zin het sluitstuk is van de beleidscyclus. Daar is een hoop over te zeggen, maar ik wil twee bevindingen uitlichten, die misschien kunnen helpen om na te denken over de weg naar betere regelgeving, en de vragen die Actal kan stellen. De eerste is kennis en bewustwording. In 2012 hebben wij rijksbreed onderzocht of en hoe departementen hun beleid evalueren. Voor een selectie van maatschappelijk relevant beleid, in totaal zo n 111 miljard euro waard, en aan de hand van zo n 1.600 evaluaties vonden we dat in 46% van de gevallen onderzoek was gedaan naar effectiviteit en in evenveel gevallen bleek dit niet onderzocht. Als we kijken naar waarom bijna de helft van het beleid niet werd onderzocht, was de meest voorkomende reden, dat de ministeries niet wisten hoe ze het beleid moesten evalueren. Het Ministerie van OCW was bijvoorbeeld van mening dat een effectevaluatie alleen mogelijk is via experimenten. En experimenten met stelsels van onderwijs stuiten volgens het ministerie op principiële en praktische bezwaren. Daardoor kunnen de uitgaven voor de bekostiging van scholen (destijds 9 miljard euro) volgens het ministerie niet worden geëvalueerd op effectiviteit. De consequentie is dat een groot deel van het budget voor het primaire onderwijs niet wordt gedekt door effectevaluaties.

Dat klinkt op zichzelf begrijpelijk. Maar als je dieper graaft betekent dit kan niet vaak ook wij weten niet hoe dit kan. Een voorbeeld is het innovatiebeleid. In 2011 schreven wij dat het Kabinet geen inzicht had in de vele regelingen om economische vernieuwing te stimuleren. In reactie heeft een commissie van deskundigen adviezen opgesteld voor betere evaluaties; en afgelopen jaar bleek uit een beleidsdoorlichting dat het aantal en de kwaliteit van de evaluaties drastisch zijn toegenomen. Wat is er dan veranderd? Niet de formele processen voor beleidsevaluatie, want die zijn grotendeels hetzelfde gebleven. Ook niet de kennis van de onderzoekers, want het onderzoek wordt meestal uitgevoerd door externe onderzoeksbureaus. De verbetering lijkt vooral te komen door meer bewustzijn van de mogelijkheden, en een betere verspreiding van kennis in het primaire proces. Als de beleidsmedewerker door training in staat wordt gesteld de goede vragen te stellen, de juiste opdracht uit te zetten, en bij voorkeur al bij de beleidsvoorbereiding na te denken over de mogelijkheden van evaluatie, dan maakt dat het mogelijk meer te halen uit de beschikbare tools. Het ontwikkelen van handleidingen en het organiseren van trainingen zijn daarbij van belang, maar zeker ook de rol van expertisecentra. Beleidsmedewerkers kunnen nou eenmaal

niet overal verstand van hebben, dus is het van belang om specifieke capaciteit voor begeleiding beschikbaar te stellen. Wij hebben bijvoorbeeld goede ervaringen met het wetenschappelijk onderzoek- en documentatiecentrum van het Ministerie van VenJ en de directie Kennis van het Ministerie van OCW. Een aandachtspunt voor de toekomst is dat juist dit soort expertisecentra een populair doelwit lijken te zijn voor bezuinigingen. Het is de vraag of dat op lange termijn rendabele keuzes zijn. Dat brengt mij bij het tweede punt, namelijk de rol van de organisatiecultuur. Het kost bij de departementen moeite om enthousiasme te creëren voor rijksbrede prioriteiten. Dat is de ervaring bij regeldrukvermindering, en ook onze ervaring bij ex-post beleidsevaluatie. Het gevaar van beleid zonder draagvlak is dat ex-ante en expost evaluaties een vorm van regeldruk voor ambtenaren worden. Een soort invuloefening nadat de beslissing al is genomen. Dat is beter dan niets, want ook een impact assessment ná de beleidskeuze kan zorgen voor inzicht in de maatschappelijke effecten. Maar het is geen evidence based beleid. Het gaat er met andere woorden niet alleen om dát de tools worden gebruikt, maar ook waaróm en hoe ze worden gebruikt. Een aantal jaren terug hebben wij de ex-post evaluaties van subsidie-instrumenten onder de loep genomen. Onze

conclusie is dat deze evaluaties primair worden gebruikt voor de verantwoording, en dan met name om te laten zien hoe goed het gaat. Resultaten worden niet altijd transparant samengevat in de beleidsreactie van ministers. En hoewel subsidies soms wel worden aangepast op basis van uitkomsten van evaluaties, zijn we geen voorbeelden tegengekomen van subsidies die zijn stopgezet, ook niet als uit de evaluatie blijkt dat er indicaties zijn voor ineffectiviteit. Het is uiteindelijk natuurlijk een politieke keuze of er iets gebeurt met een evaluatie of impact assessment, maar het gesprek tussen bestuurder en ambtenaar wordt niet beter door ambtelijke weerstand tegen beleidsonderzoek. Door het idee dat het gaat om een procedure naast de politieke besluitvorming, omdat de richting en de instrumenten van het beleid al vast staan in het regeerakkoord. Bovendien heeft onderzoek het imago dat er vooral negatieve bevindingen uit komen, dus staat het ook nog haaks op het idee dat de minister uit de wind moet worden gehouden. Dat zijn hardnekkige ideeën en prikkels die in de weg kunnen staan van een beweging naar betere regelgeving. De rol van een controlerende instelling moet daarom verder gaan dan alleen toezicht op het correct invullen van het IAK of de evaluatieopdracht, maar moet ook gericht zijn op het veranderen van de organisatiecultuur. Dat is voor controleurs een uitdaging, omdat we het probleem deels aan onszelf hebben te wijten. Psychologisch

onderzoek laat zien dat we meer leren van succes dan van falen. Vergelijk dat met de manier waarop wij meestal communiceren. Als Actal of de Rekenkamer problemen zien willen we dat ze worden opgelost, dus benadrukken we al snel het negatieve in onze persberichten. Dat heeft een functie, maar het is wel goed om in het achterhoofd te houden wat onze communicatie weer doet met de cultuur binnen de overheid. Eén van de goede voorbeelden die ik zelf meer aandacht zou willen geven, is de manier waarop het Ministerie van EZ probeert experimenteren en evalueren aantrekkelijk te maken. Zo is er in navolging van Amerika en Groot-Brittannië een behavioural insights team opgericht. Dit zijn beleidsmakers en onderzoekers die proberen gedragswetenschappelijke inzichten te betrekken bij het ontwikkelen van beleid. Dat kan gaan om hele kleine dingen, zoals de vraag hoe je een brief over orgaandonatie kan vormgeven om meer donaties te realiseren. Maar dit soort teams helpen wél om het imago van beleidsonderzoek te verbeteren. Het zijn vaak jonge mensen, die met veel energie en vrijheid aan de slag gaan. Dat geeft meteen een ander gevoel dan dat als het één van de twintig taken is op het lijstje van de beleidsambtenaar. Maar misschien nog belangrijker is dat het draait om mogelijkheden om meer te bereiken, regels beter te laten werken, in plaats van fouten op te zoeken. Dat maakt het ook

mogelijk om met de minister in gesprek te gaan, want in plaats van mogelijke problemen die moeten worden opgelost, gaat het om aanknopingspunten om beleid beter uit te leggen, en nóg meer te kunnen bereiken. De toekomst van regeldrukbeleid is betere regelgeving. Dat is een transitie die niet alleen vraagt om andere verantwoordelijkheden en procedures, maar ook om het stellen van andere vragen, het samenwerken om kennis te verspreiden en uiteindelijk om een andere manier van denken binnen de overheid. En dat is niet nieuw om het nieuw, maar omdat dat effectiever zal blijken en daarmee het vertrouwen in de overheid wordt vergroot.