Per 1 januari 2017 ging ook de nieuwe subsidieperiode van kracht.

Vergelijkbare documenten
Reserveregeling Kunstendecreet

Reserveregeling Kunstendecreet voor meerjarige werkingssubsidies vanaf

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 juli 2018;

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het voorstel van decreet. houdende wijziging van het Kunstendecreet van 13 december 2013

VR DOC.0728/1

VR DOC.0247/2

Veel gestelde vragen over het transitiereglement voor culturele projecten met bovenlokale uitstraling

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de algemene regels inzake subsidiëring DE VLAAMSE REGERING,

Graag had ik de concrete gegevens over de verdeling van de subsidies opgevraagd, alsook hoe deze verdeling tot stand kwam.

b) Welke projecten werden in het verleden door de VGC ingediend? Welke werden goedgekeurd? Voor welk bedrag?

DE VLAAMSE REGERING, Na beraadslaging, BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 september 2016;

Vlaamse regering DE VLAAMSE REGERING,

DE VLAAMSE REGERING, Gelet.op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 juli 2018;

VR DOC.0553/1

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen versie van kracht op DE VLAAMSE REGERING,

ondersteuningsstructuren en de vzw Algemene Dienst voor Jeugdtoerisme. DE VLAAMSE REGERING,

DE VLAAMSE REGERING, BESLUIT:

VR DOC.0439/2

Transitiereglement voor de subsidiëring van culturele projecten met een regionale uitstraling

Besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2019 (BS ) houdende de toekenning van een subsidie aan pools gezinsopvang

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen versie van kracht op

VR DOC.1268/2

ADVIES OVER HET ONTWERPBESLUIT TOT WIJZIGING VAN DE ERKENNINGS- EN SUBSIDIEVOORWAARDEN VAN SOCIALE VERHUURKANTOREN. Advies / 6.09.

Ontwerp van decreet houdende de subsidiëring van bovenlokaal jeugdwerk, jeugdhuizen en jeugdwerk voor bijzondere doelgroepen

Besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 tot uitvoering van het decreet van 5 mei 2006 houdende de erkenning van de Vlaamse Gebarentaal

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het voorstel van decreet

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de uitvoering van het Circusdecreet van 1 maart 2019 DE VLAAMSE REGERING,

VR DOC.0876/2BIS

VR DOC.0915/2BIS

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, Besluit:

VR DOC.0330/2

Beleidsregels Algemene subsidieverordening Gouda 2003 (zoals gewijzigd op 28 november 2006)

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Vlaamse Regering ~ ~

Helpdesk cliëntregistratie (vouchers) Helpdesk afrekeningen (reservevorming en omzetten personeelspunten)

Gecoördineerde tekst: Decreet houdende de organisatie en subsidiëring van een

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 november 2018; Pagina 1 van 7

DE VLAAMSE REGERING,

61080 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

VR DOC.0276/2BIS

c. Meerjarige subsidie: subsidie die voor twee kalenderjaren 5. Europees steunkader: een mededeling, richt-

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies nummer 06/04 van de Vlaamse Jeugdraad, gegeven op 1 februari 2006;

TRANSITIEREGLEMENT VOOR CULTURELE PROJECTEN MET EEN BOVENLOKALE UITSTRALING

Veel gestelde vragen naar aanleiding van de beleidskeuzes in het kader van de overdracht provinciale cultuur- en jeugdbevoegdheden

Titel I. Algemene bepalingen

BISNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

FAQ. Decreet bovenlokale cultuurwerking Subsidie voor bovenlokale cultuurprojecten

SUBSIDIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN VOOR EEN CULTUURPROJECT EN CULTUURWERKING: Intergemeentelijke culturele samenwerking

Dit advies wordt schriftelijk afgehandeld na een bespreking in de vergadering van de sectorraad Kunsten en Erfgoed van 6 juni 2008.

Participatieprojecten voor. kansengroepen: cultuur, jeugd & sport. Juni Yves De Backer Lynn Moerenhout

VERSLAG. van het Rekenhof. over de controle van de rekeningen van Gimvindus nv

VR DOC.0915/1BIS

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

OVERGANGSBEPALINGEN VOOR BEWEGINGEN VOORTGANGSRAPPORT 2018

FAQ. Geprofessionaliseerde jeugdhuizen /

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Participatieprojecten voor. kansengroepen: cultuur, jeugd & sport. Mei Yves De Backer Lynn Moerenhout

REGLEMENT SUBSIDIËRING PROJECTEN TER BEVORDERING VAN GELIJKE ONDERWIJSKANSEN

houdende wijziging van het Kunstendecreet van 13 december 2013

Expertisecentra kraamzorg

Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt:

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Renovatie van. kleinschalige sportinfrastructuur van lokale overheden. Subsidiereglement 2013

VR DOC.1265/2BIS

Vlaamse Regering ~~. =

SUBSIDIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN VOOR:

Beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschapscommissie en vzw Huis voor Gezondheid

OVERGANGSBEPALINGEN VOOR VERENIGINGEN VOORTGANGSRAPPORT 2018

Subsidieoproep voor groepsgericht aanbod opvoedingsondersteuning door vrijwilligers, gericht op gezinnen met kinderen of jongeren met specifieke

Voorstel van decreet. houdende de ondersteuning van de professionele kunsten Tekst aangenomen door de plenaire vergadering

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de organisatie van pleegzorg;

ontwerp decreet geadviseerd door de Raad voor Volksontwikkeling en Cultuurspreiding, voor te leggen aan de Vlaamse Regering

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 13 december 2013 houdende de ondersteuning van de professionele kunsten;

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen

VR DOC.1263/2BIS

Gelet op het Jachtdecreet van 24 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 7, 11 en 12;

Collegebesluit houdende de uitvoering van verordening nr. 03/01 houdende subsidiëring van kunsten

VR DOC.0001/1

Vlaamse Regering '~~' = '~ - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de algemene regels inzake subsidiëring DE VLAAMSE REGERING,

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Vereniging Algemeen Onderwijs Kockengen e.o /70033

Ontwerp van decreet ( ) Nr maart 2014 ( ) stuk ingediend op

Vlaamse Regering DE VLAAMSE REGERING,

de Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar regering, in de persoon van heer Sven Gatz, minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel

VR DOC.0161/1

Veel gestelde vragen naar aanleiding van de beleidskeuzes in het kader van de overdracht provinciale cultuur- en jeugdbevoegdheden

A. ALGEMENE BEPALINGEN.

GOED BESTUUR. DECREET UITVOERINGSBESLUIT MEMORIE VAN TOELICHTING Titel 1. Inleidende bepalingen Art. 2: In dit decreet wordt verstaan onder: Artikel 2

Subsidiereglement voor ondersteuning van een. opstartende G-sportclubwerking

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2016;

BESLISSINGSRAPPORT ERKENNINGSKALENDER CENTRA VOOR KORTVERBLIJF

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel; BESLUIT:

Wat ging er aan de beslissingen van minister Gatz over de vijfjarige werkingssubsidies in het kunstendecreet vooraf?

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Transcriptie:

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 231 van MARIUS MEREMANS datum: 26 april 2017 aan SVEN GATZ VLAAMS MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL Meerjarige werkingssubsidies Kunstendecreet - Reserveopbouw Kunstenorganisaties die een meerjarige subsidie ontvangen, kunnen een reserve aanleggen. Die reserve kan twee vormen aannemen (zoals omschreven in het decreet) zijnde bestemde fondsen en overgedragen resultaat. In een parlementair antwoord op schriftelijke vraag nr. 162 van collega Bajart gaf u aan dat per 31/12/2013 de meerjarig gesubsidieerde organisaties binnen het Kunstendecreet ca. 29,3 mio euro aan bestemde fondsen hadden. Verder antwoordde u dat alle organisaties samen een gecumuleerd resultaat van 4,65 mio euro hadden. Per 1 januari 2017 ging ook de nieuwe subsidieperiode 2017-2021 van kracht. 1. Welke reserves, enerzijds bestemde fondsen en anderzijds overgedragen resultaat, werden door de meerjarig gesubsidieerde kunstenorganisaties opgebouwd per 31/12/2014, 31/12/2015 en 31/12/2016? 2. In zijn antwoord nr. 162 gaf de minister aan dat het gecumuleerd resultaat op zich niks zegt omdat dit het samentellen is van allerlei grotere en kleinere positieve en negatieve gecumuleerde resultaten van organisaties. Kan de minister op basis van een aantal categorieën (bv. (1) groter, positief resultaat, (2) kleiner, positief resultaat, (3) noch positief, noch negatief, (4) kleiner, negatief resultaat, (5) groter, negatief resultaat) de meerjarig gesubsidieerde kunstenorganisaties indelen? Hoeveel organisaties hebben bijvoorbeeld een groter, positief resultaat? 3. Ook gaf de minister in zijn antwoord nr. 162 het volgende aan: Wat wel van belang is, is de vaststelling dat de overgrote meerderheid van de organisaties geen reserves heeft die de gemiddelde uitgaven van hooguit enkele maanden van hun normale werking kunnen dekken, noch dat de overgrote meerderheid gecumuleerde verliezen heeft die veel groter zijn de kost van enkele maanden van hun normale werking. Kan de minister dit verder verduidelijken met concreet cijfermateriaal? Hoeveel organisaties hebben bijvoorbeeld een reserve die de gemiddelde uitgaven van (meer dan) enkele maanden van hun normale werking kan dekken? Wat de toepassing van de reserveregeling betreft, heb ik volgende vragen voor mijnheer de minister: 4. 49 kunstenorganisaties die in 2016 gesubsidieerd werden o.b.v. het kunstendecreet, ontvangen in 2017 niet langer een werkingssubsidie. Als een dergelijke organisatie

aan het einde van de meerjarige subsidieperiode (lees: eind 2016) nog beschikt over een reserve moest de organisatie, als de organisatie die reserve wenste te behouden, een bestedingsplan indienen bij de administratie. Het bestedingsplan diende uiterlijk op 31 maart 2017 ingediend te worden. a. Zijn er, van de 49 organisatie waarvan de subsidiëring eind 2016 stopgezet werd, organisaties die nog beschikten over een reserve (bestemde fondsen of overgedragen resultaat)? Zo ja, om hoeveel organisaties gaat het, hoeveel daarvan zijn een privaatrechtelijk of publiekrechtelijke persoon dan wel een gemeente, provincie of Vlaamse Gemeenschapscommissie, en hoeveel bedroeg hun met subsidies opgebouwde reserve? b. Hoeveel van de organisaties uit deelvraag 4.a opteerden om een gemotiveerd bestedingsplan in te dienen en hoeveel organisaties dienden geen gemotiveerd bestedingsplan in? c. Werden er bestedingsplannen onontvankelijk verklaard? Zo ja, hoeveel werden onontvankelijk verklaard, om welke reden (laattijdigheid, onvolledigheid) werden de plannen onontvankelijk verklaard en welke gevolgen heeft dit? d. Hoeveel bestedingsplannen werden positief geadviseerd en uiteindelijk goedgekeurd? Hoeveel bestedingsplannen werden niet goedgekeurd? 5. 196 organisaties die in 2016 een subsidie ontvingen op basis van het kunstendecreet, ontvangen ook in 2017 t.e.m. 2021 een werkingssubsidie. Als een dergelijke organisatie aan het einde van de meerjarige subsidieperiode nog beschikt over een reserve, kan die reserve overgedragen worden naar een volgende beleidsperiode op voorwaarde dat de reservenorm niet is overschreden. De reservenorm is overschreden als, ten opzichte van de bestaande reserve in het begin van de subsidieperiode, de aangroei meer bedraagt dan twintig percent van de gemiddelde jaarlijkse personeels- en werkingskosten, berekend over de subsidieperiode. Wanneer de reservenorm overschreden is, kan de organisatie een bestedingsplan indienen voor 31/03/2017. e. Zijn er, van de 196 organisaties die ook in 2017 een werkingssubsidie ontvangen, organisaties die eind 2016 beschikten over een reserve (bestemde fondsen of overgedragen resultaat) die de reservenorm overschreed? Zo ja, om hoeveel organisaties gaat het, hoeveel daarvan zijn een privaatrechtelijk of publiekrechtelijke persoon dan wel een gemeente, provincie of Vlaamse Gemeenschapscommissie, en hoeveel bedroeg hun met subsidies opgebouwde reserve? f. Hoeveel van de organisaties uit deelvraag 5.a opteerden om een gemotiveerd bestedingsplan in te dienen en hoeveel organisaties dienden geen gemotiveerd bestedingsplan in? g. Werden er bestedingsplannen onontvankelijk verklaard? Zo ja, hoeveel werden onontvankelijk verklaard, om welke reden (laattijdigheid, onvolledigheid) werden de plannen onontvankelijk verklaard en welke gevolgen heeft dit? h. Hoeveel bestedingsplannen werden positief geadviseerd en uiteindelijk goedgekeurd? Hoeveel bestedingsplannen werden niet goedgekeurd en om welke reden?

SVEN GATZ VLAAMS MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL ANTWOORD op vraag nr. 231 van 26 april 2017 van MARIUS MEREMANS 1. Voor 2014 verwijs ik naar het antwoord op de volgende vraag. Voor 2015 is de administratie momenteel de rapportering over de verwerkte gegevens nog aan het afronden. Voor 2016 werden de gegevens zeer recent (in maart) door de gesubsidieerden aangeleverd, en kon de administratie nog maar pas starten met de verwerking. De administratie streeft ernaar deze gegevens tegen eind 2017 te actualiseren. 2. De administratie heeft de 253 organisaties die hun cijfers volledig en correct rapporteerden over 2014 ingedeeld in klassen per 250.000 euro op basis van de grootte van hun totale reserves (dat zijn fondsen, overgedragen resultaat en bestemde fondsen). De onderlinge verdeling van reserves tussen deze balansrubrieken is niet relevant voor de inschatting hoe groot het vermogen nu eigenlijk is, en voegt geen betekenisvolle informatie toe voor deze vraag. Voor 2014 ziet die indeling er zo uit: Verzamelbereik fondsen + overgedragen resultaat + bestemde fondsen 2014 met IVG, maar zonder Kunsthuis frequentie Cumulatief % <-2.000.000 1 0,40% -2.000.000 tot -1.750.000 0 0,00% -1.75.0000 tot -1.500.000 0 0,00% -1.500.000 tot -1.250.000 0 0,00% -1.250.000 tot -1.000.000 0 0,00% -1.000.000 tot -750.000 0 0,00% -750.000 tot -500.000 1 0,40% -500.000 tot -250.000 2 0,79% -250.000 tot 0 36 14,23% 0 tot 250.000 185 73,12% 250.000 tot 500.000 15 5,93% 500.000 tot 750.000 6 2,37% 750.000 tot 1.000.000 2 0,79% 1.000.000 tot 1.250.000 1 0,40% 1.250.000 tot 1.500.000 2 0,79% 1.500.000 tot 1.750.000 1 0,40% 1.750.000 tot 2.000.000 0 0,00% >2.000.000 1 0,40% totaal 253

(cumulatieve) frequentieverdeling fondsen + overgedragen resultaat + bestemde fondsen bij 253 meerjarig gesubsidieerde kunstenorganisaties kunstendecreet 2014 Frequentie 200 160 120 80 40 0 <-2.000.000-1.75.0000 tot -1.500.000-750.000 tot -500.000-1.250.000 tot -1.000.000-250.000 tot 0 250.000 tot 500.000 750.000 tot 1.000.000 1.250.000 tot 1.500.000 1.750.000 tot 2.000.000 totaal fondsen + overgedragen resultaat + bestemde fondsen 80.00% 70.00% 60.00% 50.00% 40.00% 30.00% 20.00% 10.00% 0.00% Frequentie Cumulatief % Omdat de bulk van de organisaties reserves heeft die tussen de - 250.000 en de + 250.000 euro liggen, zoomde de administratie ook even in op die groep, en deelde de klassen daar verder op per 50.000 euro. Dat geeft dit, ingezoomde overzicht: 2014 met IVG, maar zonder Kunsthuis Verzamelbereik meerjarige subsidie VG frequentie Cumulatief % < -2.000.000 1 0,40% -2.000.000 tot -1.950.000 0 0,40% -1.950.000 tot -1.900.000 0 0,40% -1.900.000 tot -1.850.000 0 0,40% -1.850.000 tot -1.800.000 0 0,40% -1.800.000 tot -1.750.000 0 0,40% -1.750.000 tot -1.700.000 0 0,40% -1.700.000 tot -1.650.000 0 0,40% -1.650.000 tot -1.600.000 0 0,40% -1.600.000 tot -1.550.000 0 0,40% -1.550.000 tot -1.500.000 0 0,40% -1.500.000 tot -1.450.000 0 0,40% -1.450.000 tot -1.400.000 0 0,40% -1.400.000 tot -1.350.000 0 0,40% -1.350.000 tot -1.300.000 0 0,40% -1.300.000 tot -1.250.000 0 0,40% -1.250.000 tot -1.200.000 0 0,40% -1.200.000 tot -1.150.000 0 0,40% -1.150.000 tot -1.100.000 0 0,40%

-1.100.000 tot -1.050.000 0 0,40% -1.050.000 tot -1000.000 0 0,40% -1.000.000 tot -950.000 0 0,40% -950.000 tot -900.000 0 0,40% -900.000 tot -850.000 0 0,40% -850.000 tot -800.000 0 0,40% -800.000 tot -750.000 0 0,40% -750.000 tot -700.000 0 0,40% -700.000 tot -650.000 0 0,40% -650.000 tot -600.000 0 0,40% -600.000 tot -550.000 1 0,79% -550.000 tot -500.000 0 0,79% -500.000 tot -450.000 0 0,79% -450.000 tot -400.000 0 0,79% -400.000 tot -350.000 0 0,79% -350.000 tot -300.000 0 0,79% -300.000 tot -250.000 2 1,58% -250.000 tot -200.000 1 1,98% -200.000 tot -150.000 1 2,37% -150.000 tot -100.000 4 3,95% -100.000 tot -50.000 8 7,11% -50.000 tot 0 22 15,81% 0 tot 50.000 93 52,57% 50.000 tot 100.000 45 70,36% 100.000 tot 150.000 20 78,26% 150.000 tot 200.000 17 84,98% 200.000 tot 250.000 10 88,93% 250.000 tot 300.000 5 90,91% 300.000 tot 350.000 5 92,89% 350.000 tot 400.000 2 93,68% 400.000 tot 450.000 2 94,47% 450.000 tot 500.000 1 94,86% 500.000 tot 550.000 1 95,26% 550.000 tot 600.000 2 96,05% 600.000 tot 650.000 0 96,05% 650.000 tot 700.000 1 96,44% 700.000 tot 750.000 2 97,23% 750.000 tot 800.000 0 97,23% 800.000 tot 850.000 0 97,23% 850.000 tot 900.000 0 97,23% 900.000 tot 950.000 2 98,02% 950.000 tot 1.000.000 0 98,02% 1.000.000 tot 1.050.000 0 98,02% 1.050.000 tot 1.100.000 1 98,42% 1.100.000 tot 1.150.000 0 98,42% 1.150.000 tot 1.200.000 0 98,42%

1.200.000 tot 1.250.000 0 98,42% 1.250.000 tot 1.300.000 0 98,42% 1.300.000 tot 1.350.000 1 98,81% 1.350.000 tot 1.400.000 0 98,81% 1.400.000 tot 1.450.000 1 99,21% 1.450.000 tot 1.500.000 0 99,21% 1.500.000 tot 1.550.000 0 99,21% 1.550.000 tot 1.600.000 0 99,21% 1.600.000 tot 1.650.000 0 99,21% 1.650.000 tot 1.700.000 1 99,60% 1.700.000 tot 1.750.000 0 99,60% 1.750.000 tot 1.800.000 0 99,60% 1.800.000 tot 1.850.000 0 99,60% 1.850.000 tot 1.900.000 0 99,60% 1.900.000 tot 1.950.000 0 99,60% 1.950.000 tot 2.000.000 0 99,60% > 2.000.000 1 100,00% totaal 253 frequentieverdeling fondsen + overgedragen resultaat + bestemde fondsen bij 221 meerjarig gesubsidieerde kunstenorganisaties kunstendecreet 2014, met eigen vermogen tussen -250.000 en + 250.000 euro Frequentie 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0-250.000 tot -200.000-200.000 tot -150.000-100.000 tot -50.000-150.000 tot -100.000-50.000 tot 0 0 tot 50.000 50.000 tot 100.000 100.000 tot 150.000 150.000 tot 200.000 200.000 tot 250.000 totaal fondsen + overgedragen resultaat + bestemde fondsen Frequency 3. Van 253 gesubsidieerde meerjarige werkingen die de cijfers over 2014 correct en volledig aanleverden, waren er 42 die de uitgaven van 3 maanden zouden kunnen dekken met hun totale reserve, gebaseerd op de totale kost in 2014 en de reserve per 31/12/2014. Daarvan hadden slechts 10 organisaties een reserve die meer dan 6 maand werking kan dekken. Belangrijke nuance: een balans is steeds een

momentopname. Die opname wordt bij gesubsidieerde organisaties steeds gekleurd door dit fenomeen: de niet-subsidie-inkomsten komen bij veel werkingen relatief regelmatig gespreid over het jaar binnen. De subsidie-inkomsten komen met 2 grote schijven van 45 % begin februari en begin juli (en een saldo van 10 % na toezicht het jaar daaropvolgend). Dat betekent dat op balansdatum eind december de 2 e grote subsidieschijf vaak bijna op is. 4. a. Voor 2016 werden de gegevens zeer recent (in maart) door de gesubsidieerden aangeleverd, en kon de administratie nog maar pas starten met het toezicht. De administratie streeft ernaar het toezicht tegen eind september 2017 af te ronden en de rapportering hierover tegen eind 2017 te kunnen afronden. Dit toezicht moet eerst gebeuren om te kunnen nagaan of de aangeleverde gegevens kloppen, om ze in rapportering te verwerken, om in te schatten of er bestedingsplannen nodig waren, na te gaan wat daarin staat en of dit aanvaardbare voorstellen zijn. b. Zie vorige vraag. c. Het kunstendecreet voorziet geen ontvankelijkheidsprocedure voor bestedingsplannen. De administratie vraagt, indien dit na toezicht nodig zou blijken en indien er nog geen bestedingsplan zou ingediend zijn alsnog zo n bestedingsplan op. Het decreet voorziet immers dat het saldo van niet verder gesubsidieerde organisaties pas kan betaald worden nadat zo n bestedingsplan werd ingediend. d. Het kunstendecreet voorziet geen goedkeuring van bestedingsplannen bij organisaties die niet verder gesubsidieerd worden. De administratie vraagt, indien dit na toezicht nodig zou blijken en indien er nog geen bestedingsplan zou ingediend zijn alsnog zo n bestedingsplan op. Het decreet voorziet immers dat het saldo van niet verder gesubsidieerde organisaties pas kan betaald worden nadat zo n bestedingsplan werd ingediend. 5. e. Voor 2016 werden de gegevens zeer recent (in maart) door de gesubsidieerden aangeleverd, en kon de administratie nog maar pas starten met het toezicht. De administratie streeft ernaar het toezicht tegen eind september 2017 af te ronden en de rapportering hierover tegen eind 2017 te kunnen afronden. Dit toezicht moet eerst gebeuren om te kunnen nagaan of de aangeleverde gegevens kloppen, om ze in rapportering te verwerken, om in te schatten of er bestedingsplannen nodig waren, na te gaan wat daarin staat en of dit aanvaardbare voorstellen zijn. f. Zie vorige vraag. g. Het kunstendecreet voorziet geen ontvankelijkheidsprocedure voor bestedingsplannen. De administratie vraagt, indien dit na toezicht nodig zou blijken en indien er nog geen bestedingsplan zou ingediend zijn alsnog zo n bestedingsplan op. Het decreet voorziet immers dat het saldo van verder gesubsidieerde organisaties pas kan betaald worden nadat zo n bestedingsplan werd ingediend, en nadat de Inspectie van Financiën en de minister hierover na advies van de administratie hun goedkeuring gaven. h. Zie vorige vraag. BIJLAGE Overzicht reservevorming 2014 meerjarige subsidies kunstendecreet