Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad bij Paesens. Tussentijdse rapportage periode september 2003-december 2006

Vergelijkbare documenten
Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad bij Paesens. Tussentijdse rapportage periode september 2003-augustus 2005

Tussenverslag wadsedimentatiemetingen Ameland, Engelsmanplaat, Paesens en Schiermonnikoog. jaar Johan Krol

Tussenverslag wadsedimentatiemetingen Ameland, Engelsmanplaat, Paesens en Schiermonnikoog. jaar Johan Krol

Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad onder Ameland-Oost

Tussenverslag wadsedimentatiemetingen Ameland, Engelsmanplaat, Paesens en Schiermonnikoog. jaar Johan Krol

Evaluatierapport Wadsedimentatiemetingen Ameland, Engelsmanplaat, Paesens en Schiermonnikoog Johan Krol

Donderdag 28-jan 6:30 8:27 11:54 12:54 15:34 17:23 19:20

Tussenverslag wadsedimentatiemetingen Ameland, Engelsmanplaat, Paesens en Schiermonnikoog. jaar lohankrol

Wadsedimentatiemetingen Ameland, Engelsmanplaat, Paesens en Schiermonnikoog Johan Krol

Wadsedimentatie metingen Ameland, Engelsmanplaat, Paesens en Schiermonnikoog Johan Krol

Wadsedimentatie metingen op Ameland, Piet Scheveplaat, Engelsmanplaat, Paesens en Schiermonnikoog Johan Krol

Samenstelling Levensloop Platina Fonds in 2015

Morfologische effecten van bodemdaling door gaswinning op Ameland

Opvolging Effecten Flexibel Storten

Wadsedimentatiemetingen Ameland, Engelsmanplaat, Paesens en Schiermonnikoog Johan Krol

Arbeidsmarkt Onderwijs

Wadplaat sedimentatie bij Ameland

Bedrijfsleven & Natuur een goede LAT-relatie?

Kasstaat Contante verkopen feb-10

Arbeidsmarkt Onderwijs

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Februari 2012

Verzuimgegevens BVE 3e kwartaal 2014 t/m 2e kwartaal 2015

De Amsterdamse woningmarkt: voorzichtige stabilisatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Januari 2012

In tabel 1 zie je de eenmaandsrendementen van het aandeel LUXA over 2005, steeds afgerond op twee decimalen.

Wadvogels op Ameland-Oost

MEMO Analyse van de a.d.h.v. LiDAR gemeten verandering in wadplaathoogte in Pinkegat en Zoutkamperlaag

Niet Werkende Werkzoekenden en jeugdwerkloosheid in de arbeidsmarktregio FoodValley april 2012 april 2013

Arbeidsmarkt Onderwijs

Dienstregeling 2015 KBS Sluis Klein Willebroek

Maandbereiksindex Dagbladen mei Irena Petrič - NOM Alke Bassler - Intomart GfK

Aantal warmtekrachtcertificaten verkocht aan minimumsteun

Samenstelling Levensloop Platina Fonds in 2017 F_MNSALAFAE2A FONDS F_MNSALAFVE2A FONDS F_MNSALA /EUR

2015 Waddenzee. A) Algemene gegevens A1.1) Naam indiener. Formulier actualisenng meetplan ex a/t/jce/ 30 lid 6 Mijnbouwbesluit. Onderwerp.

De tor. Memo. Aan Jaap Starke (Rijkswaterstaat) Datum 5 februari Kenmerk ZKS Aantal pagina's 10. Van Reinier Schrijvershof

Jaap de Vlas Voorzitter Begeleidingscommissie Monitoring Bodemdaling Ameland. Monitoring effecten Bodemdaling

Kenmerkende waarden. Getijgebied Datum 22 juli 2013

Taak Splitsing Voortgang. Mijlpaal Samenvatting Projectsamenvatting. Externe taken Externe mijlpaal Deadline

Arbeidsmarkt Onderwijs

Analyse Lidar data voor Het Friesche Zeegat. Monitoring effect bodemdaling door gaswinning

Inhoud. Nota in het kader van de coördinatieopdracht monitoring asielinstroom van het Agentschap Integratie en Inburgering

Stabilisatie op de Amsterdamse koopwoningenmarkt

wiskunde A havo 2018-II

Monitoring bodemdaling Ameland. Grote rapportage 2011

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09

Verzuimgegevens BVE 1e kwartaal 2016 t/m 4e kwartaal 2016

Verzuimgegevens BVE 1e kwartaal 2015 t/m 4e kwartaal 2015

januari dec jan feb MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG VRIJDAG ZATERDAG ZONDAG 09:15 vrijzwemmen

Maandelijkse arbeidsmarktmonitor Overijssel

Arbeidsmarkt Onderwijs

Passanten in de Leidse binnenstad 2013

Opvolging Effecten Flexibel Storten

Amsterdam In de peilfilters zijn de grondwaterstanden waargenomen. Dit is met

VOZN training kalender 2014

Maandelijkse arbeidsmarktmonitor Overijssel

Arbeidsmarkt Onderwijs

Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling

Statistisch Bulletin. Jaargang

Persbericht. Werkloosheid hoger na jaar van daling. Centraal Bureau voor de Statistiek. Daling werkloosheid hapert

Maandelijkse arbeidsmarktmonitor Overijssel

Aantal groenestroomcertificaten verkocht aan minimumsteun

Meetregister bij het meetplan Waddenzee Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing Lauwersmeer 2011

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011

UITWERKING LODINGGEGEVENS RWS (3 CYCLI) TBV RAPPORTERING MONITORING GASWINNING 2008

BPV Urenstaten en evaluatieformulieren. Operationeel Sport- en Bewegings Manager (OSBM) 3 e en 4 e leerjaar

1. Algemeen klimatologisch overzicht, juli

1. Algemeen klimatologisch overzicht, maart

BPV. urenstaten en evaluatieformulieren. Naam student: Klas:... Naam BPV begeleider:

Marktpositie-informatie Notariaat Transportakten. Marktpositie-informatie Notariaat Hypotheekakten

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, november 2012

EFFECTEN PEILVERHOGING watergang langs het voormalige DEK terrein nabij Oostersingel en Vlietsingel te MEDEMBLIK

Aantal verhandelde groenestroomcertificaten en gemiddelde prijs

Bestuurlijke rapportage Toenemende druk op de acute zorg in Voorne-Putten

Elektrisch Rijden Personenauto s en laadpunten Analyse over 2018

4 jan. 5 feb. 9 mrt. 10 apr. 12 mei 13 jun. 15 jul. 16 aug. 17 sep. 19 okt. 20 nov. 22 dec. Kaartoverlay. Bezoekers

Assessment of Subsidence based on Production Scenario Basispad Kabinet

Persbericht. Geregistreerde werkloosheid verder gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek. Technische toelichting

Vastgoedbericht april 2009

Documentnummer AMMD ( )

Augustus 2018 Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag

Aantal groenestroomcertificaten verkocht aan minimumsteun

Maandelijkse arbeidsmarktmonitor Overijssel

Persbericht. Werkloosheid stabiel op laag niveau. Centraal Bureau voor de Statistiek

Woningmarktcijfers 1e kwartaal 2013

Inhoudsopgave hoofdstuk 15

3 maandag 14-jan 3 dinsdag 15-jan Verzending stukken DB & Regiodag 3 woensdag 16-jan DB RDOG HM 9:30-12:00 3 donderdag 17-jan 3 vrijdag 18-jan

InvestInTrends Beleg veilig via uw eigen bank of broker! Nieuwe Methode Alle Resultaten Alle Signalen sinds 2008

Pagina 1 van 10. Legenda voortgang. Resultaten Veilig Thuis NHN Datum 1 april 2019

V$bii. Morra park. Voorlopige resultaten grond- en oppervlaktewater meetnet. M.P.T. Arts en R. Dijksma. RAPPORT 65 November 1995

- Veilig. Noord-Holland Noord. Resultaten Veilig Thuis NHN Datum 1 mei 2019

Persbericht. Werkloosheid daalt niet meer. Centraal Bureau voor de Statistiek

KvK-Bedrijvendynamiek

Vastgoedbericht november 2008

Nieuwjaarsbijeenkomst 2017

KvK-Bedrijvendynamiek

De Dynamiek van Mosselbanken Invloed van stroming en golven

31-jan do. 26-jan za leszwemmen, zwemvaardigheid TC Viergang

Vastgoedbericht mei 2009

Analyse energieverbruik

Transcriptie:

Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad bij Paesens Tussentijdse rapportage periode september 2003-december 2006 Johan Krol Januari 2007

Inhoudsopgave. Voorlopige trends 3 Inleiding 4 Methode 5 Resultaten 5 Referenties 15 Bijlage 1. Bovenaanzicht en dwarsprofiel van meetopstelling sedimentatie/erosie metingen. Bijlage 2. Bovengrondse deel meetopstelling in het veld. Bijlage 3. Ligging van de zes meetpunten op het wad bij Paesens. Bijlage 4. Ligging van voorgestelde uitbreiding van het meetnet. 2

Voorlopige trends. 1) In de meetperiode september 2003 december 2006 is sprake van een aanzienlijke sedimentatie op vier (P10, P30, P50, P60) van de zes meetpunten. Deze sedimentatie bedraagt op de verschillende punten ruim 9 tot 25 mm per jaar. 2) In deze meetperiode is sprake van een snelle erosie bij P40. Na een daling (erosie) van 5 cm in één maand volgt gedurende ruim 2,5 jaar herstel tot de beginhoogte. 3) Er lijkt zich enige synchroniteit in hoogteverandering per seizoen af te tekenen. Overwegend sedimentatie in de zomer en overwegend erosie in de winter. Een langere meetreeks en uitbreiding van het aantal meetpunten is nodig voor een betere onderbouwing. 4) Er lijkt een correlatie te zijn tussen de absolute hoogte van de wadplaat en de sedimentatie. Hoe lager de NAP ligging hoe hoger de sedimentatie. Een langere meetreeks en uitbreiding van het aantal meetpunten is nodig voor een betere onderbouwing. 5) Het in een meer slikkig oppervlak geplaatste meetpunt P40 toont een grilliger verloop van de hoogteveranderingen dan de overige 5 meetpunten. 3

Inleiding. In het bodemdalinggebied op de wadplaten onder Oost-Ameland loopt reeds geruime tijd een meetprogramma om de erosie/sedimentatie van het wadoppervlak te volgen (Kersten 2003). Dit programma is opgezet door het Natuurcentrum Ameland met een eigen specifieke methode. Doel van deze nog steeds plaatsvindende metingen is het meten van erosie en sedimentatie aan het oppervlak terwijl de ondergrond daalt door bodemdaling. Bij Ameland liggen 16 meetpunten, verspreid binnen en buiten de dalingsschotel. De methode is gebaseerd op de verankering van een vast punt in de ondergrond en vervolgens het meten van de afstand van dit punt tot het wadoppervlak. Bij Anjum vindt sinds enige jaren gaswinning plaats. De dalingschotel zal zich in de nabije toekomst ook uitstrekken tot onder het wad ten noorden van de Paesumerlannen. Het huidige programma dient als nulmeting voor zowel de winning van Anjum als de toekomstige winning van de gasvelden onder de Waddenzee ten noorden van Paesumerlannen. Teneinde de dynamiek van het betroffen gebied nog voor de start van de bodemdaling in kaart te brengen voert het Natuurcentrum Ameland daarom sinds september 2003 daar op dezelfde wijze als bij Ameland een monitoring uit. Hierbij gaat het om 6 meetpunten in een raai die loodrecht op de dijk staat. Binnenkort wordt het aantal meetpunten uitgebreid over meerdere wadplaten binnen het dalingsgebied op een wijze die het mogelijk maakt modelmatige berekening aan de plaathoogte te doen. Het belangrijkste ecologische aspect dat gekoppeld is aan de hoogte van het wadoppervlak is de foerageermogelijkheid voor wadvogels. De voor vogels belangrijke droogligtijd wordt uitsluitend bepaald door de hoogte van het wadoppervlak (maaiveld) ten opzichte van de zeespiegel. De hoogteligging wordt mede bepaald door de balans tussen sedimentatie en erosie aan het oppervlak. Bodemdaling in de ondergrond kan de balans tussen sedimentatie en erosie verstoren en daardoor een onverwacht effect hebben op de voor wadvogels belangrijke droogligtijd. Dit kan positief zijn (versterkte sedimentatie) of negatief (versterkte erosie). Naast de droogligtijd is de sedimentsamenstelling een belangrijke abiotische factor die uiteindelijk de biologische rijkdom bepaalt. In de Ameland studie bleek er een kleine verschuiving in de soortsamenstelling van de fouragerende vogels te zijn. Dit hangt waarschijnlijk samen met het iets zandiger worden van het wadoppervlak. Deze kleine verschuiving viel grotendeels te verklaren door de veranderingen in de omvang van lokale mosselbanken en kokkelbanken. De verandering en de mosselbanken en kokkelbanken werd grotendeels veroorzaakt door menselijke invloed (visserij). Meting van de sedimentsamenstelling en biologische rijkdom (kwaliteit en kwantiteit) valt echter buiten dit onderzoek, maar evenals op Ameland kan monitoring van vogels hier een belangrijke aanwijzing opleveren voor verandering van voedselaanbod als trigger voor verder onderzoek. 4

Methode. De meetmethode bestaat uit 20 cm. lange schroeven die met een verlengde schroevendraaier 50-80 cm. in de wadbodem gedrukt en gedraaid worden tot ze in een stevige bodemlaag zitten en niet meer verder willen met handkracht. Aan de kop van de schroef zit een niet rekkend touw geknoopt dat zo n 40 cm. boven de wadbodem uitsteekt. Aan het touw zit een label bevestigd. Zes maal per jaar wordt de afstand tussen het label en wadoppervlak opgemeten met een liniaal met brede voet. De aflezing gebeurt op mm. niveau. In bijlage 1 staat een tekening met de lay-out van de meetopstelling. In bijlage 2 is de lay-out geprojecteerd op een foto van een van de meetpunten. Ieder meetpunt bestaat uit 4 ankers met bovengronds label waarbij de 4 meetcijfers gemiddeld worden. De ligging van de meetpunten is weergegeven in bijlage 3. De coördinaten en inrichtingsdatum van iedere meetpunt zijn in tabel 1 vermeld. Tevens is hierin de absolute hoogteligging ten opzichte van NAP gegeven. Deze is met behulp van waterpassing bepaald op 28-10-05. De NAP meting heeft een maximale meetfout van enkele mm in beide richtingen. Tabel 1. Geografische coördinaten en hoogteligging van de zes meetpunten bij Paesens. Opnamedatum XYZ 28-04-04. Inrichting Meetpunt X (RD) Y (RD) Z (NAP) 9-9-2003 p10 202334.85 602742.73 +0.662 9-9-2003 p20 202423.84 602898.10 +0.771 9-9-2003 p30 202592.19 603168.55 +0.372 9-9-2003 p40 202707.92 603400.92-0.116 9-9-2003 p50 202806.22 603619.44-0.139 9-9-2003 p60 202904.52 603824.67-0.272 Resultaten. De resultaten van de sedimentatie/erosiemetingen op deze zes locaties zijn weergegeven in de figuren 1 tm 8 en tabel 2. Per figuur en tabel volgt een korte analyse van de voorlopige resultaten. 5

Paesens P10 5 4 verschil tov beginmeting (cm) 3 2 1 0-1 -2-3 dec-06 nov-06 okt-06 sep-06 aug-06 jul-06 jun-06 mei-06 apr-06 mrt-06 feb-06 jan-06 dec-05 nov-05 okt-05 sep-05 aug-05 jul-05 jun-05 mei-05 apr-05 mrt-05 feb-05 jan-05 dec-04 nov-04 okt-04 sep-04 aug-04 jul-04 jun-04 mei-04 apr-04 mrt-04 feb-04 jan-04 dec-03 nov-03 okt-03 sep-03 datum gemiddelde Figuur 1. Sedimentatie en erosie aan het wadoppervlak op locatie P10. Resultaten zijn weergegeven als het gemiddelde van de hoogteverandering van 4 schroefankers met de standaarddeviatie. Bij dit meetpunt is in de meetperiode sprake van een balans tussen sedimentatie en erosie tot juni 2005. Daarna volgt een forse sedimentatie van ruim 3,5 cm. 6

Paesens P20 3 2,5 verschil tov beginmeting (cm) 2 1,5 1 0,5 0-0,5-1 -1,5-2 -2,5 dec-06 nov-06 okt-06 sep-06 aug-06 jul-06 jun-06 mei-06 apr-06 mrt-06 feb-06 jan-06 dec-05 nov-05 okt-05 sep-05 aug-05 jul-05 jun-05 mei-05 apr-05 mrt-05 feb-05 jan-05 dec-04 nov-04 okt-04 sep-04 aug-04 jul-04 jun-04 mei-04 apr-04 mrt-04 feb-04 jan-04 dec-03 nov-03 okt-03 sep-03 datum gemiddelde Figuur 2. Sedimentatie en erosie aan het wadoppervlak op locatie P20. Resultaten zijn weergegeven als het gemiddelde van de hoogteverandering van 4 schroefankers met de standaarddeviatie. Bij dit meetpunt is in de meetperiode sprake van een balans tussen sedimentatie en erosie. Periodes van sedimentatie tot 1 cm boven het beginniveau worden afgewisseld door dalingen tot 1,3 cm onder het beginniveau. 7

Paesens P30 verschil tov beginmeting (cm) 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0-1 dec-06 nov-06 okt-06 sep-06 aug-06 jul-06 jun-06 mei-06 apr-06 mrt-06 feb-06 jan-06 dec-05 nov-05 okt-05 sep-05 aug-05 jul-05 jun-05 mei-05 apr-05 mrt-05 feb-05 jan-05 dec-04 nov-04 okt-04 sep-04 aug-04 jul-04 jun-04 mei-04 apr-04 mrt-04 feb-04 jan-04 dec-03 nov-03 okt-03 sep-03 datum gemiddelde Figuur 3. Sedimentatie en erosie aan het wadoppervlak op locatie P30. Resultaten zijn weergegeven als het gemiddelde van de hoogteverandering van 4 schroefankers met de standaarddeviatie. Bij dit meetpunt is in de meetperiode sprake van een forse sedimentatie. Aanvankelijk is er balans tot maart 2004. Vanaf dat moment is er overwegend sedimentatie tot ruim 8 cm boven het beginniveau. Globaal genomen is hier sprake van 25 mm sedimentatie per jaar. 8

Paesens P40 verschil tov beginmeting (cm) 5 4 3 2 1 0-1 -2-3 -4-5 -6-7 dec-06 nov-06 okt-06 sep-06 aug-06 jul-06 jun-06 mei-06 apr-06 mrt-06 feb-06 jan-06 dec-05 nov-05 okt-05 sep-05 aug-05 jul-05 jun-05 mei-05 apr-05 mrt-05 feb-05 jan-05 dec-04 nov-04 okt-04 sep-04 aug-04 jul-04 jun-04 mei-04 apr-04 mrt-04 feb-04 jan-04 dec-03 nov-03 okt-03 sep-03 datum gemiddelde Figuur 4. Sedimentatie en erosie aan het wadoppervlak op locatie P40. Resultaten zijn weergegeven als het gemiddelde van de hoogteverandering van 4 schroefankers met de standaarddeviatie. Bij dit meetpunt is in de meetperiode sprake van een behoorlijke erosie. Tijdens het inrichten van het meetpunt bleek dit het meest slikkige deel van de raai te zijn. Aanvankelijke stabilisatie tot november 2003 werd gevolgd door forse daling tot 5 cm onder beginniveau in 1 maand tijd. Sinds december 2005 volgt herstel tot ruim 1 cm boven het beginniveau. Er is geen bijzondere (weers)omstandigheid aan te wijzen die de snelle daling aan het eind van 2003 kan verklaren. Kennelijk zijn dit soort dynamische bewegingen normaal bij dit meetpunt. 9

Paesens P50 9 8 verschil tov beginmeting (cm) 7 6 5 4 3 2 1 0 dec-06 nov-06 okt-06 sep-06 aug-06 jul-06 jun-06 mei-06 apr-06 mrt-06 feb-06 jan-06 dec-05 nov-05 okt-05 sep-05 aug-05 jul-05 jun-05 mei-05 apr-05 mrt-05 feb-05 jan-05 dec-04 nov-04 okt-04 sep-04 aug-04 jul-04 jun-04 mei-04 apr-04 mrt-04 feb-04 jan-04 dec-03 nov-03 okt-03 sep-03 datum gemiddelde Figuur 5. Sedimentatie en erosie aan het wadoppervlak op locatie P50. Resultaten zijn weergegeven als het gemiddelde van de hoogteverandering van 4 schroefankers met de standaarddeviatie. Bij dit meetpunt is in de meetperiode sprake van sedimentatie. Vanaf het begin van de metingen tot juni 2004 is er sprake van ophoging tot 5 cm boven beginniveau. Hierna volgt een daling gedurende 10 maanden tot 3 cm boven beginniveau wat gevolgd wordt door een verdere snelle stijging tot 5,8 cm in augustus 2005 en vervolgens weer een daling tot 3 cm boven beginniveau. Schommelingen van 2 cm per jaar zijn normaal op dit punt. 10

Paesens P60 16 14 verschil tov beginmeting (cm) 12 10 8 6 4 2 0-2 dec-06 nov-06 okt-06 sep-06 aug-06 jul-06 jun-06 mei-06 apr-06 mrt-06 feb-06 jan-06 dec-05 nov-05 okt-05 sep-05 aug-05 jul-05 jun-05 mei-05 apr-05 mrt-05 feb-05 jan-05 dec-04 nov-04 okt-04 sep-04 aug-04 jul-04 jun-04 mei-04 apr-04 mrt-04 feb-04 jan-04 dec-03 nov-03 okt-03 sep-03 datum gemiddelde Figuur 6. Sedimentatie en erosie aan het wadoppervlak op locatie P60. Resultaten zijn weergegeven als het gemiddelde van de hoogteverandering van 4 schroefankers met de standaarddeviatie. Bij dit meetpunt is in de meetperiode sprake van een forse sedimentatie. Vanaf oktober 2003 volgt een vrijwel voortdurende ophoging tot 11 cm boven het beginniveau. Maar in de herfst van 2006 volgt een sterke daling tot 6 cm boven beginniveau. Zowel de stijging gedurende het laatste meetjaar als de sterke daling aan het eind van de meetreeks wordt naast sedimentatieprocessen ook veroorzaakt door mosselgroei en het verdwijnen van de mosselen. 11

Paesens periode: sept 2003-dec 2006 tov beginhoogtes cm +NAP trendlijn = lineair cm verschil 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0-1 -2 66,2 77,1 37,2-11,6-13,9-27,2 P10 P20 P30 P40 P50 P60 Figuur 7. Verandering van hoogteligging van de zes meetpunten ten opzichte van de absolute hoogteligging van ieder punt. De lineaire trendlijn geeft aan dat de laagstgelegen meetpunten de hoogste sedimentatie laten zien. Anders gezegd, hoe verder vanaf de dijk hoe meer sedimentatie. Een uitzondering vormt P20 maar gezien het gedrag van dit punt rond om de beginwaarde (figuur 2) past deze erosie binnen de bandbreedte van schommeling in de meetwaarden. Gezien de grote veranderingen in ruim 3 jaar tijd mag verwacht worden dat er omslagpunten gaan komen in de toekomst, ook zonder bodemdaling, anders zou het waddensysteem zichzelf tekort gaan doen. De tot nu waargenomen dynamiek mag als normaal verondersteld worden voor deze plaatsen. Op Ameland waar dergelijke metingen een langere historie hebben lijkt er in de herfst van 2006 een voorlopig einde te zijn gekomen aan een langere periode van sedimentatie. Of de hier gemeten sedimentatie het gevolg is van een lokale herdistributie van sediment, of van een herdistributie binnen het kombergingsgebied, of van het aantrekken van extern sediment, is voorlopig niet bekend. 12

Paesens, gemiddeldes per meetpunt p60 is verst van dijk cm verschil 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0-1 -2-3 -4-5 -6-7 dec-06 nov-06 okt-06 sep-06 aug-06 jul-06 jun-06 mei-06 apr-06 mrt-06 feb-06 jan-06 dec-05 nov-05 okt-05 sep-05 aug-05 jul-05 jun-05 mei-05 apr-05 mrt-05 feb-05 jan-05 dec-04 nov-04 okt-04 sep-04 aug-04 jul-04 jun-04 mei-04 apr-04 mrt-04 feb-04 jan-04 dec-03 nov-03 okt-03 sep-03 p10 p20 p30 p40 p50 p60 Figuur 8. De gemiddeldes van alle meetpunten in één grafiek samengevoegd. 13

+=sedimentaie -=erosie Maand P10 P20 P30 P40 P50 P60 oktober-03 + + + - + - november-03 + - + + - + december-03 + - + - + + januari-04 + + - - + + februari-04 + + - - + + maart-04 + + - - + + april-04 - - + + + + mei-04 - - + + + - juni-04 - - + + + - juli-04 + + + - - + augustus-04 + + + - - + september-04 + + + - - + oktober-04 + + + - - + november-04 + - - - - + december-04 + - - - - + januari-05 - - - - - - februari-05 - - - - - - maart-05 + - + + - + april-05 + - + + - + mei-05 - - + - + + juni-05 - - + - + + juli-05 + + + + + - augustus-05 + + + + + - september-05 - - + + - + oktober-05 - - + + - + november-05 + - - - - - december-05 + - - - - - januari-06 + + + + - + februari-06 + + + + - + maart-06 + + + + - + april-06 + + + + + + mei-06 + + + + + + juni-06 + + + + + + juli-06 - - + - + + augustus-06 - - + - + + september-06 + + - + - + oktober-06 + + - + - + november-06 + - + - - - december-06 + - + - - - Tabel 2. Periodes (maanden) van sedimentatie of erosie per meetpunt. Er lijkt enige synchroniteit in de periodes van sedimentatie of erosie te zijn per seizoen gedurende de laatste twee jaren. Overwegend sedimentatie in de zomer en erosie in de winter. In deze meetperiode is geen extreme ijsgang geconstateerd en de winterstormen kunnen ook als normaal gekwalificeerd worden. 14

Referenties. Kersten M. (2003). Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad onder Oost-Ameland. Natuurcentrum Ameland, Nes Ameland. De Vlas J, e.a.. (2005). Monitoring effecten van bodemdaling op Ameland-Oost; evaluatie na 18 jaar gaswinning. Begeleidingscommissie Monitoring Bodemdaling Ameland. NAM, Assen. 15

Bijlage 1. Bovenaanzicht en dwarsprofiel van meetopstelling sedimenatie/erosie metingen Schroefanker met label Centraalbuisje 1 m Schroefanker Erosi e Wadbodem Schroefanker sedimentati e Wadbodem Beginsituatie Schroefanker Wadbodem 16

Bijlage 2. Bovengrondse deel meetopstelling in het veld. Schroefanker met label C entraalbuisje 1 m 17

Bijlage 3. Ligging van de zes meetpunten op het wad bij Paesens. 18

Bijlage 4. Ligging van de huidige 6 meetpunten (P10 tm P60) en voorgestelde uitbreiding over de wadplaten in het bodemdalinggebied. Deze verspreiding van meetpunten maakt het beter mogelijk om modelberekening aan de plaathoogte te doen. Foto: Internet Google Earth met eigen bewerking. 19

20