BIJLAGE NR. BEHOORT BIJ Overtreding Maatregel Last onder dwangsom Brand- en rookcompartimenten Inde parkeergarage zijnde opslagruimten 1.1c en l.ld (stramien 60/70-79/81 en 60/70-88/90) gelegen in de trappenhuizen. Deze opslagruimten zijn niet brandwerend afgescheiden van de trappenhuizen. De volgende gebreken zijn geconstateerd: 1. De deurconstructies beschikken niet over een WBDBO van 60 minuten. Het betreft houten deuren in houten kozijnen zonder opschuimende strips. Daarnaast beschikken de deurconstructies over een geringe sponning (foto's 1 en 2); 2. De deuren zijn niet zelfsluitend uitgevoerd (foto's 1 en 2); 3. Tussen de wanden en de betonnen trappen bevinden zich kieren, deze zijn niet brandwerend afgewerkt. In de parkeergarage zijn de opslagruimten 1.1c en l.ld (stramien 60/70-79/81 en 60/70-88/90) gelegen in de trappenhuizen. Deze opslagruimten zijn niet brandwerend afgescheiden van de trappenhuizen. De volgende maatregelen dienen te worden getroffen: 1. De deurconstructies dienen te worden vervangen door deurconstructies met een WBDBO van ten minste 60 minuten. 2. De deuren dienen zelfsluitend te worden uitgevoerd. 3. De kieren tussen de wanden en de betonnen trappen dienen brandwerend te worden afgewerkt. 2.000,- ineens per maatregel. U kunt een maximum van 6.000, verbeuren voor deze overtreding. In de parkeergarage beschikken de brandwerende deurconstructies van de trappenhuizen 1.18 en 1.19 (stramien 60/70-81 en 60/70-88) niet over een WBDBO van ten minste 60 minuten. Het betreft houten deuren in houten kozijnen zonder opschuimende strips. De sponningen van de deurconstructies zijn wel voldoende (foto 3). Nagaan of de brandwerende deurconstructies van de trappenhuizen 1.18 en 1.19 (parkeergarage, stramien 60/70-81 en 60/70-88) zodanig kunnen worden aangepast dat een WBDBO van ten minste 60 minuten wordt behaald. De deuren dienen rondom te worden voorzien van opschuimende strips. Indien de bestaande deurconstructies niet kunnen worden aangepast, dienen de deurconstructies te worden vervangen door deurconstructies met een WBDBO van ten minste 60 minuten.
In de parkeergarage zijn de doorvoeringen (kabelgoten en kabels) in de brandwerende wandconstructies tussen parkeergarage A en opslagruimten 1.1c en l.ld niet brandwerend afgewerkt. Hierdoor wordt een WBDBO van ten minste 60 minuten niet behaald (foto's 4 en 5). In de parkeergarage zijn de kanalen (2x groot kanaal) en doorvoeringen in de brandwerende scheidingsconstructie tussen ventilatieruimte 1.14 en schachtruimte 1.15 (stramien 60/70-84/85) niet brandwerend afgewerkt. Hierdoor wordt een WBDBO van ten minste 60 minuten niet behaald. De schacht is tevens niet gesprinklerd aangezien deze doorloopt in de ongesprinklerde achterbouw (foto's 6 en 7). In de parkeergarage is laagspanningsruimte 1.2a (stramien - 14/-1 5-36/39) niet brandwerend afgescheiden van parkeergarage B. De laagspanningsruimte is niet gesprinklerd en dient om deze reden met een WBDBO van ten minste 60 minuten te zijn afgescheiden van de gesprinklerde ruimten (zie PvE sprinklerinstallatie). Diverse kanalen, doorvoeringen en ventilatieroosters zijn niet brandwerend afgewerkt. Daarnaast is de laagspanningsruimte niet voorzien van een brandwerende deurconstructie. De deur is tevens niet zelfsluitend uitgevoerd (foto's 8 t/m 11). In de parkeergarage dienen de doorvoeringen (kabelgoten en kabels) in de brandwerende wandconstructies tussen parkeergarage A en opslagruimten 1.1c brandwerend te worden afgewerkt (brandwerende pasta). In de parkeergarage dienen de kanalen (2x groot kanaal) en doorvoeringen in de brandwerende scheidingsconstructie tussen ventilatieruimte 1.14 en schachtruimte 1.15 (stramien 60/70-84/85) brandwerend te worden afgewerkt. De kanalen dienen te worden voorzien van brandkleppen. Verder dienen PVC-buizen te worden voorzien van brandmanchetten en de leidingen, kabelgoten, kabels en elektrabuizen dienen te worden afgewerkt met brandwerende pasta. In de parkeergarage dient laagspanningsruimte 1.2a (stramien -14/-1 5-36/39) brandwerend te worden afgescheiden van parkeergarage B. De deurconstructie van de laagspanningsruimte dient te worden vervangen door een deurconstructie met een WBDBO van ten minste 60 minuten. De deur dient tevens zelfsluitend te worden uitgevoerd. De kanalen en doorvoeringen dienen brandwerend te worden afgewerkt. De kanalen dienen te worden voorzien van brandkleppen. Verder dienen de leidingen, kabelgoten, kabels en elektrabuizen te worden afgewerkt met brandwerende pasta. 2.000,- ineens voor het vervangen en zelfsluitend uitvoeren. 2.000,- ineens voor het brandwerend afwerken.
De lift(schacht) tussen de parkeergarage en begane grond (stramien -7/-8-9/10) is niet brandwerend afgescheiden van het trappenhuis. De lift(schacht) is niet gesprinklerd en dient om deze reden met een WBDBO van ten minste 60 minuten te zijn afgescheiden van de gesprinklerde ruimten (zie PvE sprinklerinstallatie). De glazen liftschacht is echter niet voorzien van brandwerende beglazing en het is twijfelachtig of de liftdeuren beschikken over een WBDBO van ten minste 60 minuten (foto's 12 en 13). In het souterrain zijn de traforuimte (ruimte 2.1.0) en de laagspanningsruimte (2.1.1) niet brandwerend afgescheiden van het overige deel van het souterrain. Deze ruimten zijn niet gesprinklerd en dienen om deze reden met een WBDBO van ten minste 60 minuten te zijn afgescheiden van de gesprinklerde ruimten (zie PvE sprinklerinstallatie). Diverse doorvoeringen zijn niet brandwerend afgewerkt. Daarnaast is de laagspanningsruimte niet voorzien van een brandwerende deurconstructie. De deur is tevens niet zelfsluitend uitgevoerd (foto 14). De lift(schacht) tussen de parkeergarage en begane grond (stramien -7/-8-9/10) dient brandwerend te worden afgescheiden van het trappenhuis. De wandconstructies van de liftschacht dienen te worden vervangen door wandconstructies met een WBDBO van ten minste 60 minuten. Daarnaast dient te worden nagegaan of de liftdeuren beschikken over een WBDBO van ten minste 60 minuten middels een certificaat en/of productinformatie. Indien dit niet kan worden aangetoond dienen de liftdeurconstructies te worden vervangen, zodanig dat een WBDBO van ten minste 60 minuten wordt behaald. In het souterrain dienen de traforuimte (ruimte 2.1.0) en de laagspanningsruimte (2.1.1) brandwerend te worden afgescheiden van het overige deel van het souterrain. De deurconstructie van de laagspanningsruimte dient te worden vervangen door een deurconstructie met een WBDBO van ten minste 60 minuten. De deur dient tevens zelfsluitend te worden uitgevoerd. Verder dienen de leidingen, kabelgoten, kabels en elektrabuizen te worden afgewerkt met brandwerende pasta. 30.000,- ineens voor het vervangen van de beglazing. 1 5.000,- voor de liftdeuren. 2.000,- ineens voor het vervangen en zelfsluitend uitvoeren. 2.000,- ineens voor het brandwerend afwerken. Het is visueel niet te beoordelen of de liftdeuren van de liftschacht tussen het souterrain en de 3e verdieping (stramien 48/49) beschikken over een WBDBO van ten minste 60 minuten (foto 1 5). Nagaan of de liftdeuren van de liftschacht tussen het souterrain en de 3e verdieping (stramien 48/49) beschikken over een WBDBO van ten minste 60 minuten middels een certificaat en/of productinformatie. Indien dit niet kan worden aangetoond dienen de liftdeurconstructies te worden vervangen, zodanig dat een WBDBO van ten minste 60 minuten wordt behaald. 1 5.000,- ineens.
In het souterrain beschikken de brandwerende deurconstructies (2x enkele deurconstructie en lx dubbele deurconstructie) van de archiefruimte (ruimte 2.3.1) niet over een WBDBO van ten minste 60 minuten. Het betreft houten deuren in houten kozijnen zonder opschuimende strips. De aluminium deurnaald van de dubbele deurconstructies is tevens niet voorzien van een opschuimende strip. De sponningen van de deurconstructies zijn wel voldoende. Verder zijn de deuren zelfsluitend uitgevoerd (foto 16). 10 In het souterrain is het kanaal (naast dubbele brandwerende deurconstructie) in de brandwerende scheidingsconstructie tussen de archiefruimte (ruimte 2.3.1) en gang 2.3.9 niet voorzien van een brandklep. Hierdoor wordt een WBDBO van ten minste 60 minuten niet behaald (foto's 17 en 18). 11 Op de begane grond beschikt de brandwerende deurconstructie (schuifdeur) tussen stramien 60-85/86 niet over een WBDBO van ten minste 60 minuten. Het betreft een stalen schuifdeur in stalen kozijn voorzien van 60 minuten brandwerende beglazing (pyrobelite 12). Een deel van het kozijn is tevens voorzien van een opschuimende strip. Aan de bovenzijde bevinden zich echter kieren tussen de schuifdeur en het kozijn (foto's 19 en 20). Nagaan of de brandwerende deurconstructies (2x enkele deurconstructie en lx dubbele deurconstructie) van de archiefruimte (souterrain, ruimte 2.3.1) zodanig kunnen worden aangepast dat een WBDBO van ten minste 60 minuten wordt behaald. De deuren dienen rondom te worden voorzien van opschuimende strips. Indien de bestaande deurconstructies niet kunnen worden aangepast, dienen de deurconstructies te worden vervangen door deurconstructies met een WBDBO van 60 minuten. In het souterrain dient het kanaal (naast dubbele brandwerende deurconstructie) in de brandwerende scheidingsconstructie tussen de archiefruimte (ruimte 2.3.1) en gang 2.3.9 te worden voorzien van een brandklep. Nagaan of de brandwerende deurconstructie (schuifdeur) op de begane grond tussen stramien 60-85/86 zodanig kan worden aangepast dat een WBDBO van ten minste 60 minuten wordt behaald. De kieren aan de bovenzijde tussen de schuifdeur en het kozijn dienen brandwerend te worden afgewerkt. Indien de bestaande deurconstructie niet kan worden aangepast, dient de deurconstructie te worden vervangen door een deurconstructie met een WBDBO van ten minste 60 minuten. 2.000,- ineens per deurconstructie. U kunt een maximum van 6.000,- verbeuren voor deze overterding. 12 Op de begane grond beschikt de brandwerende deurconstructie tussen stramien 60-82/83 niet over een WBDBO van ten minste 60 minuten. Het betreft een holle stalen deur in een holle stalen kozijn. De deur is voorzien van contraflam lite brandwerende beglazing. Het is visueel niet te beoordelen of de beglazing beschikt over een brandwerendheid van 30 dan wel 60 minuten. Op de begane grond dient de brandwerende deurconstructie tussen stramien 60-82/83 te worden vervangen door een deurconstructie met een WBDBO van tenminste 60 minuten.
Contraflam brandwerende beglazing is zowel met een brandwerendheid van 30 als 60 minuten leverbaar. Verder is de deur niet voorzien van een cilinderslot. Hierdoor is het sleutelgat open (foto's 21 en 22). 13 Op de begane grond en le verdieping beschikken de brandwerende raamconstructies tussen stramien 60-80/89 niet over een WBDBO van ten minste 60 minuten. Het betreft houten kozijnen die zijn voorzien van 60 minuten brandwerende beglazing (pyrobelite). De glaslatten zijn echter gespijkerd in plaats van geschroefd. Daarnaast is in diverse brandwerende beglazing vocht aangetroffen, veroorzaakt door lekkages. Door het vocht in de brandwerende beglazing is het twijfelachtig of deze nog steeds beschikt over een brandwerendheid van 60 minuten. De brandwerende folies/lagen in het glas kunnen mogelijk door het vocht nadelig worden beïnvloed (foto's 23 t/m 25). Op de begane grond en le verdieping dienen de brandwerende raamconstructies tussen stramien 60-80/89 zodanig te worden aangepast dat een WBDBO van tenminste 60 minuten. De glaslatten dienen te worden geschroefd in plaats van gespijkerd. Daarnaast dient er te worden nagegaan of het vocht in de brandwerende beglazing de brandwerendheid nadelig beïnvloed. Indien dit wel het geval is, dient de brandwerende beglazing te worden vervangen door 60 minuten brandwerende beglazing. 2.000,- ineens voor het schroeven van de glaslatten. 5.000,- ineens voor het aantonen, danwel vervangen van de ramen. 14 Op de begane grond t/m 3e verdieping beschikken de brandwerende deurconstructies van de schacht tussen stramien 60/70-84/85 niet over een WBDBO van ten minste 60 minuten. Het betreft houten deuren in houten kozijnen zonder opschuimende strips. De deurbladen zijn licht van samenstelling en de aluminium deurnaalden zijn niet voorzien van opschuimende strips. De sponningen van de deurconstructies zijn wel voldoende. Verder zijn de deuren zelfsluitend uitgevoerd, met uitzondering van de deuren op de begane grond (foto's 26 en 27). Op de begane grond t/m 3e verdieping dienen de brandwerende deurconstructies van de schacht tussen stramien 60/70-84/85 te worden vervangen door deurconstructies met een WBDBO van ten minste 60 minuten. Op de begane grond dienen de deuren tevens zelfsluitend te worden uitgevoerd. 2.000,- ineens per deur. U kunt een maximum van 16.000,- verbeuren voor deze overtreding. 15 Op de begane grond t/m 3e verdieping zijn diverse doorvoeringen in de brandwerende scheidingsconstructies van de schacht tussen stramien 60/70-84/85 na wijziging niet brandwerend afgewerkt (foto's 28 en 29). Op de begane grond t/m 3e verdieping dienen de doorvoeringen in de brandwerende scheidingsconstructies van de schacht tussen stramien 60/70-84/85 te worden nagelopen. Indien de doorvoeringen niet of onvoldoende brandwerend zijn afgewerkt, dienen deze alsnog brandwerend te
worden afgewerkt (brandwerende pasta). 16 Het is visueel niet te beoordelen of de liftdeuren van de liftschacht tussen de begane grond en de 3e verdieping in de achterbouw beschikken over een WBDBO van ten minste 60 minuten (foto 30). Nagaan of de liftdeuren van de liftschacht tussen de begane grond en de 3 e verdieping in de achterbouw beschikken over een WBDBO van ten minste 60 minuten middels een certificaat en/of productinformatie. Indien dit niet kan worden aangetoond dienen de liftdeurconstructies te worden vervangen, zodanig dat een WBDBO van ten minste 60 minuten wordt behaald. 1 5.000,- ineens. 17 Op de begane grond t/m 3e verdieping beschikken de brandwerende deurconstructies van de trappenhuizen in de achterbouw (stramien 60/70-80/81 en 60/70-88/89) niet over een WBDBO van ten minste 60 minuten. Het betreft houten deuren in houten kozijnen zonder opschuimende strips. De sponningen van de deurconstructies zijn wel voldoende (foto 31). Nagaan of de brandwerende deurconstructies van de trappenhuizen in dé achterbouw (begane grond t/m 3e verdieping, stramien 60/70-80/81 en 60/70-88/89)zodanig kunnen worden aangepast dat een WBDBO van ten minste 60 minuten wordt behaald. De deuren dienen rondom te worden voorzien van opschuimende strips. Indien de bestaande deurconstructies niet kunnen worden aangepast, dienen de deurconstructies te worden vervangen door deurconstructies met een WBDBO van ten minste 60 minuten. 2.000,- ineens per deurconstructie. U kunt een maximum van 24.000 ineens aan dwangsommen verbeuren voor deze overtreding. 18 Er wordt geen WBDBO van ten minste 60 minuten behaald tussen de lichtstraten van het gesprinklerde gedeelte (publieksplein stadhuis) en de raamconstructies op de 2 e verdieping van de achterbouw (stramien 60-80/89). Hierdoor bestaat het risico op brandoverslag tussen de brandcompartimenten. De lichtstraten en de raamconstructies zijn niet brandwerend uitgevoerd (foto's 32 en 33). De lichtstraten van het gesprinklerde gedeelte (publieksplein stadhuis) en de raamconstructies op de 2e verdieping van de achterbouw (stramien 60-80/89), dienen zodanig te worden aangepast/vervangen dat een WBDBO van ten minste 60 minuten wordt behaald tussen de lichtstraten en de raamconstructies. Dit kan worden gerealiseerd door de lichtstraten of de raamconstructies uit te voeren met een WBDBO van ten minste 30 minuten. 1 5.000,- ineens.
Bijlage 1 bij besluit 2012/1 2778 19 Het is visueel niet te beoordelen of de liftdeuren van de liftschacht tussen de 3e en 4 e verdieping (stramien 41 /42) beschikken over een WBDBO van ten minste 60 minuten (foto 34). Nagaan of de liftdeuren van de liftschacht tussen de 3e en 4e verdieping (stramien 41 /42) beschikken over een WBDBO van ten minste 60 minuten middels een certificaat en/of productinformatie. Indien dit niet kan worden aangetoond dienen de liftdeurconstructies te worden vervangen, zodanig dat een WBDBO van ten minste 60 minuten wordt behaald. 15.000,- ineens. 20 Op de 4e verdieping beschikt de brandwerende deurconstructie van de liftmachinekamer (ruimte 7.0.6) niet over een WBDBO van 60 minuten. Het betreft een houten deur in een houten kozijn zonder opschuimende strips. De sponning van de deurconstructie is wel voldoende (foto 35). Nagaan of de brandwerende deurconstructie van de liftmachinekamer (4e verdieping, ruimte 7.0.6) zodanig kan worden aangepast dat een WBDBO van ten minste 60 minuten wordt behaald. De deur dient rondom te worden voorzien van opschuimende strips. Indien de bestaande deurconstructie niet kan worden aangepast, dient de deurconstructie te worden vervangen door een deurconstructie met een WBDBO van ten minste 60 minuten. 21 Op de 4e verdieping zijn diverse doorvoeringen en openingen in de brandwerende scheidingsconstructies van de liftmachinekamer (ruimte 7.0.6) niet of onvoldoende brandwerend afgewerkt. Een aantal kabels is niet brandwerend afgewerkt en de brandwerende afwerking van de kabelgoot is beschadigd. Verder zijn de openingen rondom de (houten) draagbalken afgewerkt met PUR. Daarnaast overlappen delen van de stalen dakplaten in de liftmachinekamer elkaar maar zijn de cannelures onvoldoende brandwerend afgewerkt (alleen opgevuld met steenwol). Als laatste is het kanaal naast de deur niet voorzien van een brandklep (foto's 36 t/m 40). Op de 4e verdieping dienen de doorvoeringen en openingen (rondom de draagbalken) in de brandwerende scheidingsconstructies van de liftmachinekamer (ruimte 7.0.6) brandwerend te worden afgewerkt (brandwerende pasta). Daarnaast dienen ook de cannelures voldoende brandwerend te worden afgewerkt. Als laatste dient het kanaal naast de deur te worden voorzien van een brandklep.
Bijlage 1 bij besluit 2012/1 2778 22 In de parkeergarage zijn de kanalen (2x groot kanaal) en doorvoeringen in de rookwerende scheidingsconstructie tussen ventilatieruimte 1.2c en de schacht (stramien -13/-14-41 /42) niet rookwerend afgewerkt. Hierdoor wordt een WRD van ten minste 30 minuten niet behaald (foto's 41 en 42). 23 In de parkeergarage beschikt de rookwerende deurconstructie tussen stramien -7/-8-9/10 (trappenhuis nabij portiersruimte) niet over een WRD van ten minste 30 minuten. Het betreft een stalen deur in een stalen kozijn dat is voorzien van draadglas. De deurconstructie is echter niet voorzien van een dagschot. Hierdoor wordt de deur bij drukverschil opengeduwd (foto 43). In de parkeergarage dienen de kanalen (2x groot kanaal) en doorvoeringen in de rookwerende scheidingsconstructie tussen ventilatieruimte 1.2c en de schacht (stramien -1 3/-14-41 /42) rookwerend te worden afgewerkt. De kanalen dienen te worden voorzien van brandkleppen. Verder dienen de leidingen, kabelgoten, kabels en elektrabuizen te worden afgewerkt met brandwerende pasta. In de parkeergarage dient de rookwerende deurconstructie tussen stramien -7/-8-9/10 (trappenhuis nabij portiersruimte) zodanig te worden aangepast dat een WRD van ten minste 30 minuten wordt behaald. De deurconstructie dient te worden voorzien van een dagschot. Wanneer de maatregel van punt 4 wordt voldaan dan zal ook hieraan worden voldaan. Daarom volstaat de dwangsom van punt 4. 24 In de parkeergarage beschikt de rookwerende wand- /puiconstructie tussen stramien -7/-8-8/9 (trappenhuis nabij portiersruimte) niet over een WRD van ten minste 30 minuten. De rookwerende puiconstructie sluit niet aan op het betonnen plafond. De kier tussen de rookwerende puiconstructie en het betonnen plafond is niet rookwerend afgewerkt (foto 44). In de parkeergarage dient de rookwerende wand- /puiconstructie tussen stramien - 7/-8-8/9 (trappenhuis nabij portiersruimte) zodanig te worden aangepast dat een WRD van ten minste 30 minuten wordt behaald. De rookwerende puiconstructie sluit niet aan tot het betonnen plafond. De kier tussen de rookwerende puiconstructie en het betonnen plafond dient rookwerend te worden afgewerkt. 25 In de parkeergarage zijn diverse doorvoeringen en openingen in de rookwerende scheidingsconstructies rondom het trappenhuis nabij de portiersruimte (stramien -7/-8-8/11) niet rookwerend afgewerkt (foto's 45 en 46). In de parkeergarage dienen de doorvoeringen en openingen in de rookwerende scheidingsconstructies rondom het trappenhuis nabij de portiersruimte (stramien - 7/-8-8/11) te worden nagelopen. Indien de doorvoeringen en openingen niet of onvoldoende rookwerend zijn afgewerkt, dienen deze alsnog rookwerend te worden afgewerkt (brandwerende pasta).
26 In het souterrain beschikken de rookwerende scheidingsconstructies van de schacht tussen stramien -23/- 26-41 /42 niet over een WRD van ten minste 30 minuten. Boven de rookwerende deurconstructie is de gemetselde wand niet doorgetrokken tot aan het betonnen plafond. Daarnaast zijn de kanalen, doorvoeringen en openingen in de rookwerende scheidingsconstructies van de schacht niet rookwerend afgewerkt (foto's 47 en 48). Gezien de geconstateerde gebreken in de parkeergarage en het souterrain, is het aannemelijk dat de kanalen en doorvoeringen in de rookwerende scheidingsconstructies van de schacht op de begane grond t/m 3e verdieping (stramien -23/-26-41 /42) eveneens niet rookwerend zijn afgewerkt. Door de aanwezige systeemplafonds en/of roosterplafonds was het tijdens de inspectie niet mogelijk deze scheidingen daadwerkelijk te beoordelen. 27 In het souterrain t/m 3e verdieping zijn de kanalen, doorvoeringen en openingen in de rookwerende scheidingsconstructies van de schacht ter hoogte van het centrale trappenhuis/liftschacht (stramien 48/50) niet rookwerend afgewerkt (foto's 49 t/m 52). In het souterrain dient de rookwerende scheidingsconstructies van de schacht tussen stramien -23/-26-41 /42 te worden doorgetrokken tot aan het betonnen plafond. Daarnaast dienen de kanalen, doorvoeringen en openingen in de rookwerende scheidingsconstructies rookwerend te worden afgewerkt. De kanalen dienen te worden voorzien van brandkleppen. Verder dienen de leidingen, kabelgoten, kabels en elektrabuizen te worden afgewerkt met brandwerende pasta. Gezien de geconstateerde gebreken in de parkeergarage en het souterrain, is het aannemelijk dat de kanalen en doorvoeringen in de rookwerende scheidingsconstructies van de schacht op de begane grond t/m 3e verdieping (stramien -23/- 26-41 /42) eveneens niet rookwerend zijn afgewerkt. Deze rookwerende scheidingsconstructies dienen te worden nagelopen en indien noodzakelijk dienen de kanalen en doorvoeringen rookwerend te worden afgewerkt. In het souterrain t/m 3e verdieping dienen de kanalen, doorvoeringen en openingen in de rookwerende scheidingsconstructies van de schacht ter hoogte van het centrale trappenhuis/liftschacht (stramien 48/50) rookwerend te worden afgewerkt. De kanalen dienen te worden voorzien van brandkleppen. Verder dienen de leidingen, kabelgoten, kabels en elektrabuizen te worden afgewerkt met brandwerende pasta.
28 Op de begane grond beschikt de rookwerende wandconstructie tussen de schacht en de naastgelegen toiletgroep (stramien 7/9) niet over een WRD van ten minste 30 minuten. Het betreft een metal-stud wand die aan de schachtzijde is opgevuld met steenwol. De wand is echter niet afgewerkt met gipsplaten. Daarnaast zijn er in de wand openingen ten behoeve van de spoelbakken van de toiletten gemaakt. Deze spoelbakken zijn eveneens niet rookwerend. Verder zijn de doorvoeringen in de rookwerende scheidingsconstructies van de schacht niet rookwerend afgewerkt (foto 53). Op de begane grond dient de rookwerende wandconstructie tussen de schacht en de naastgelegen toiletgroep (stramien 7/9) zodanig te worden aangepast dat een WRD van ten minste 30 minuten wordt behaald. De metal-stud wand die aan de schachtzijde is opgevuld met steenwol dient te worden afgewerkt met gipsplaten. Daarnaast dienen de doorvoeringen in de rookwerende scheidingsconstructies rookwerend te worden afgewerkt. 29 Het is visueel niet te beoordelen of de rookwerende puiconstructies van het centrale trappenhuis (stramien 50/52) op de begane grond t/m 3e verdieping beschikken over een WRD van ten minste 30 minuten. De stalen puiconstructies zijn voorzien van Pyroswiss rookwerende beglazing (alleen getest op vlamdichtheid). Deze rookwerende beglazing voldoet aan een WRD van ten minste 30 minuten. Het is echter onduidelijk of de kitvoegen (zwart) in de kieren tussen de diverse ruiten beschikt over een WRD van ten minste 30 minuten (foto's 54 en 55). Nagaan of de kitvoegen (zwart) in de kieren tussen de rookwerende ruiten beschikken over een WRD van ten minste 30 minuten middels een certificaat en/of productinformatie. Indien dit niet kan worden aangetoond dienen de kitvoegen te worden vervangen door kitvoegen die hier wel aan voldoen. 5.000,- ineens per verdieping. U kunt dus een maximum van 20.000,- verbeuren voor deze overtreding. 30 Op de begane grond en 1 e verdieping is het visueel niet te beoordelen of toevoerkanalen (t.b.v. de overdrukinstallatie) in de rookwerende scheidingsconstructie van het trappenhuis (stramien 36/42) zijn voorzien van brandkleppen. De toevoerkanalen (roosters) zijn alleen vanuit het trappenhuis te beoordelen (foto 56). 31 Op de le verdieping ter hoogte van stramien 44 beschikt de rookwerende puiconstructie tussen de beide kantoorruimte grenzend aan het atrium niet over een WRD van ten minste 30 minuten. De puiconstructie is niet voorzien van rookwerende Nagaan of de toevoerkanalen (t.b.v. de overdrukinstallatie) in de rookwerende scheidingsconstructie van het trappenhuis (op de begane grond en le verdieping, stramien 36/42) zijn voorzien van brandkleppen. Indien dit niet het geval is, dienen de toevoerkanalen te worden voorzien van brandkleppen. Op de le verdieping ter hoogte van stramien 44 dient de rookwerende puiconstructie, tussen de beide kantoorruimte grenzend aan het atrium, te worden vervangen door een puiconstructie met een 10
beglazing. Daarnaast zijn de doorvoeringen in de rookwerende wandconstructie niet rookwerend afgewerkt (foto 57). Op basis van deze constateringen is het twijfelachtig of de doorvoeringen en kanalen in de gehele rookwerende scheiding op de le verdieping tussen stramien 44/50 rookwerend zijn afgewerkt. De rookwerende scheidingsconstructies (deur-, pui- en wandconstructies) voldoen wel aan een WRD van ten minste 30 minuten. 32 Op de 3e verdieping beschikken de rookwerende scheidingsconstructies van het centrale trappenhuis (stramien 50/52) niet over een WRD van ten minste 30minuten. Op diverse plaatsen bevinden zich kieren tussen de rookwerende scheidingsconstructies en de draagconstructies (houten en stalen draagbalken) van het dak. Daarnaast is het gezien de hoogte van het trappenhuis visueel niet waar te nemen of de cannelures van de stalen dakbeplating rookwerend zijn afgewerkt. De stalen dakbeplating is wel voorzien van een strook gipsplaten (ca. 20/30 cm) ter hoogte van de rookwerende scheidingsconstructies. Als laatste is ter hoogte van de naastgelegen schacht een doorvoering niet rookwerend afgewerkt (foto's 58 t/m 60). WRD van ten minste 30 minuten. Daarnaast dienen de doorvoeringen in de wandconstructie rookwerend te worden afgewerkt. Op basis van deze constateringen is het twijfelachtig of de doorvoeringen en kanalen in de gehele rookwerende scheiding op de le verdieping tussen stramien 44/50 rookwerend zijn afgewerkt. Deze rookwerende scheidingsconstructies dienen te worden nagelopen en indien noodzakelijk dienen de kanalen en doorvoeringen rookwerend te worden afgewerkt. Op de 3e verdieping dienen de kieren tussen de rookwerende scheidingsconstructies van het trappenhuis en de draagconstructies (houten en stalen draagbalken) van het dak rookwerend te worden afgewerkt. Daarnaast dient de doorvoering ter hoogte van de naastgelegen schacht rookwerend te worden afgewerkt. Ten slotte dient te worden nagegaan of de cannelures van de stalen dakbeplating rookwerend zijn afgewerkt. Indien dit niet het geval is, dienen de cannelures rookwerend te worden afgewerkt. 10.000,- ineens. 33 Op de 4e verdieping beschikt de rookwerende scheidingsconstructie tussen de stookruimte en de kantoorruimte 7.1.0 (stramien 28/29) niet over een WRD van ten minste 30 minuten. De cannelures van de stalen dakbeplating zijn onvoldoende rookwerend afgewerkt. De cannelures zijn enkel opgevuld met steenwol. Daarnaast zijn de beide kanalen voorzien van een brandklep. De kieren rondom de brandkleppen zijn echter afgewerkt met PUR. Hierdoor wordt geen WRD van ten minste 30 minuten behaald (foto's 61 en 62). Op de 4e verdieping ter hoogte van de rookwerende scheidingsconstructie tussen de stookruimte en de kantoorruimte 7.1.0 (stramien 28/29) dienen de cannelures van de stalen dakbeplating rookwerend te worden afgewerkt. Naast het opvullen met steenwol dienen de cannelures ook te worden afgewerkt met brandwerende pasta. De kieren rondom de brandkleppen dienen eveneens te worden afgewerkt met brandwerende pasta. 11
34 Op de 4e verdieping beschikt de rookwerende scheidingsconstructie tussen de technische ruimte (luchtbehandeling) en de kantoorruimte 7.1.0/ pantry 7.0.3 (stramien 41) niet over een WRD van ten minste 30 minuten. De cannelures van de stalen dakbeplating zijn onvoldoende rookwerend afgewerkt. De cannelures zijn enkel opgevuld met steenwol. Daarnaast zijn de kanalen en doorvoeringen door deze rookwerende scheidingsconstructie niet rookwerend afgewerkt. De kanalen zijn tevens niet voorzien van brandkleppen (foto's 63 en 64). Op de 4e verdieping ter hoogte van de rookwerende scheidingsconstructie tussen de technische ruimte (luchtbehandeling) en de kantoorruimte 7.1.0/ pantry 7.0.3 (stramien 41) dienen de cannelures van de stalen dakbeplating rookwerend te worden afgewerkt. Naast het opvullen met steenwol dienen de cannelures ook te worden afgewerkt met brandwerende pasta. De kanalen en doorvoeringen door deze rookwerende scheidingsconstructie dienen eveneens rookwerend te worden afgewerkt. De kanalen dienen te worden voorzien van brandkleppen. Verder dienen de leidingen, kabelgoten, kabels en elektrabuizen te worden afgewerkt met brandwerende pasta. Vluchtwegen 35 Het gebouw is voorzien van voldoende vluchtroutes. Alleen op de begane grond voldoet de vluchtroute vanuit het centrale trappenhuis (stramien 50/52) tot aan het aansluitende terrein (uitgang van het gebouw) niet aan de gestelde eisen. Het centrale trappenhuis heeft de status van "brand- en rookvrije" vluchtroute aangezien een hoogteverschil van meer dan 8 meter kan worden overbrugd in het trappenhuis. Op de begane grond wordt de status van de vluchtroute, vanaf de uitgang van het centrale trappenhuis tot aan het aansluitende terrein, verlaagd naar "rookvrije" vluchtroute. Op de begane grond wordt echter niet voldaan aan de eisen van een "rookvrije" vluchtroute. Het centrale trappenhuis komt uit in het midden van de begane grond. Aangezien alle verdiepingen met elkaar in verbinding staan via het atrium en samen één rookcompartiment vormen, wordt op de begane grond terug het (bedreigde) Op de begane grond voldoet de vluchtroute vanuit het centrale trappenhuis (stramien 50/52) tot aan het aansluitende terrein (uitgang van het gebouw) niet aan de eisen van een "rookvrije" vluchtroute. Op basis van de gelijkwaardigheidsbepaling is voor dit gebrek een gelijkwaardige oplossing voorgesteld, in de vorm van een rook- en warmteafvoerinstallatie voor het atrium en het SCO. Deze gelijkwaardige oplossing is goedgekeurd bij de beoordeling van de bouwaanvraag. De rook- en warmteafvoerinstallatie is echter niet in het gebouw geïnstalleerd. Het is gezien het ontwerp van het gebouw niet mogelijk om concrete maatregelen voor te stellen die geen afbreuk doen aan het ontwerp. Mogelijk 25.000,- ineens. 12
Bijlage 1 bij besluit 2012/1 2778 rookcompartiment in gevlucht van waaruit in eerste instantie de ontvluchting is gestart. Deze vluchtroute is hierdoor niet gevrijwaard van rook en voldoet niet aan de eisen van een "rookvrije" vluchtroute. Op basis van de gelijkwaardigheidsbepaling (Bouwbesluit 2003 artikel 1.5) is voor het bovengenoemde gebrek in het rapport van Peutz (rapportnummer GH 2827-1 d.d. 14 juni 2000) een gelijkwaardige oplossing voorgesteld, in de vorm van een rooken warmteafvoerinstallatie voor het atrium en het SCO. Deze gelijkwaardige oplossing is tevens goedgekeurd bij de beoordeling van de bouwaanvraag. De voorgestelde gelijkwaardige oplossing is echter niet in het gebouw geïnstalleerd. Het gebouw is enkel voorzien van mechanische ventilatie en niet van een rook- en warmteafvoerinstallatie. Door het ontbreken van deze gelijkwaardige oplossing wordt niet voldaan aan de eisen uit de bouwvergunning en aan niveau bestaande bouw. 36 De inrichting van de vluchtroutes in het gebouw voldoet op basis van de afgegeven bouwvergunning. In de huidige situatie wordt echter niet voldaan aan niveau bestaande bouw, het minimum brandveiligheidsniveau. In het souterrain beschikt de noodgang (2.0.5) tussen het trappenhuis (2.0.1) en het aansluitende terrein (hellingbaan, 2.0.7) niet over een WBDBO van 20 minuten (Bouwbesluit 2003 art. 2.1 77). Op basis van de aanwezige sprinklerinstallatie is het toegestaan om de WBDBOeis van 20 minuten te reduceren tot een WRD-eis van 20 minuten. Met inachtneming van het voorstaande zijn de volgende gebreken geconstateerd: 1. De deurconstructie van de aangrenzende laagspanningsruimte beschikt niet over een WRD van 20 kan installatietechnisch een gelijkwaardig veiligheidsniveau worden aangetoond/behaald. De volgende maatregelen kunnen mogelijk worden getroffen: De vluchtroute vanuit het centrale trappenhuis tot aan het aansluitende terrein (uitgang van het gebouw) dient met rookwerende scheidingsconstructies te worden afgescheiden van het overige deel van het gebouw. Deze scheidingsconstructies dienen te beschikken over een WRD van ten minste 30 minuten en de deuren in deze scheidingsconstructies dienen zelfsluitend te worden uitgevoerd. - Het atrium en SCO van het gebouw voorzien van een rook- en warmteafvoerinstallatie. Of er dient een andere gelijkwaardige oplossing te worden gevonden. In het souterrain beschikt de noodgang (2.0.5) tussen het trappenhuis (2.0.1) en het aansluitende terrein (hellingbaan, 2.0.7) niet over een WRD van ten minste 20 minuten (bestaande bouwniveau). De volgende maatregelen dienen te worden getroffen: 1. De deurconstructie van de aangrenzende laagspanningsruimte dient te worden vervangen door een deurconstructie met een WRD van ten minste 20 minuten. De deur dient tevens zelfsluitend te worden uitgevoerd. 2. De doorvoeringen door de rookwerende wand- en vloerconstructies dienen 2.000,- ineens per maatregel. U kunt een maximum van 4.000,- verbeuren voor deze overtreding. 13
minuten. De deur is tevens niet zelfsluitend uitgevoerd; 2. De doorvoeringen door de rookwerende wand- en vloerconstructies (plafond) van de noodgang zijn niet rookwerend afgewerkt. rookwerend te worden afgewerkt. De leidingen, kabelgoten, kabels en elektrabuizen dienen te worden afgewerkt met brandwerende pasta. Gebruiksbesluit 37 De aanwezigheid en bewakingsomvang van de brandmeldinstallatie wordt geregeld in artikel 2.2.1 van het Gebruiksbesluit. De vereiste bewakingsomvang is afhankelijk van de gebruiksfunctie, gebruiksoppervlakte, hoogte van de hoogste verblijfsvloer en het aantal bouwlagen. Grenswaardes ten aanzien van deze aspecten zijn opgenomen in Bijlage I van het Gebruiksbesluit. Hieronder is per gebruiksfunctie uiteengezet wat de bewakingsomvang moet zijn volgens Bijlage I van het Gebruiksbesluit. Kantoorfunctie (voornamelijk 2e t/m 4e verdieping) : nietautomatische bewaking Biieenkomstfunctie (vergaderzalen, restaurant): gedeeltelijke bewaking Winkelfunctie (publieksbalie. postkantoor. CWI): nietautomatische bewaking Overige gebruiksfunctie (parkeergarage): volledige bewaking In de bijeenkomstfuncties, gelegen op de le verdieping, en in de parkeergarage wordt dus niet voldaan aan de vereiste bewakingsomvang. Mogelijk kan de aanwezige sprinklerinstallatie als gelijkwaardig worden beschouwd aan een brandmeldinstallatie; ook een sprinklerinstallatie meld immers een brand. De eerste verdieping (bijeenkomstfunctie), inclusief vluchtroutes, dient voorzien te worden van gedeeltelijke bewaking conform NEN 2535. De parkeergarage dient voorzien te worden van volledige bewaking conform NEN 2535. Eventueel kan een beroep worden gedaan op gelijkwaardigheid, zoals verwoord in artikel 1.4 van het Gebruiksbesluit: "aan een in paragraaf voorschrift behoeft niet te worden voldaan indien het gebruik van een bouwwerk anders dan door toepassing van het desbetreffende voorschrift ten minste dezelfde mate van veiligheid biedt als is beoogd met het betrokken voorschrift". Het toepassen van een gelijkwaardige oplossing dient schriftelijk te worden gemeld bij burgemeester en wethouders. Daarbij dienen gegevens en bescheiden te worden ingediend waarmee de gelijkwaardigheid voldoende aannemelijk wordt gemaakt (paragraaf 2.12 van het Gebruiksbesluit). Ten aanzien van het beschouwen van de sprinklerkoppen als automatische brandmelders, zijn de volgende overwegingen relevant: Sprinklerkoppen treden in werking (en melden een brand) als een temperatuurvan 68 graden Celsius wordt bereikt. Ze detecteren dus geen rook, waardoor een beginnende brand over het 100.000,- ineens 14
Bijlage 1 bij besluit 2012/1 2778 algemeen later zal worden ontdekt dan door een rookmelder. In de parkeergarage is het thermisch melden van een brand juist wenselijk i.v.m.uitlaatgassen die loze meldingen kunnen veroorzaken. Bovendien zorgt de lage plafondhoogte al snel voor hoge temperaturen ter plaatse van de melders, en dus een relatief snelle melding. 38 Op basis van artikel 2.2.1 lid 4 is ruimtebewaking vereist op de 4e verdieping. Op deze verdieping is maar één vluchtweg beschikbaar, waardoor de loopafstand tussen de toegang van de verblijfsvloer en het punt van waaruit in meer dan één richting kan worden gevlucht meer dan 10 meter is. Bovendien is de gebruiksoppervlakte die is aangewezen op de vluchtweg groter dan 200 m2. Ruimtebewaking is niet aanwezig. De vluchtweg vanaf de 4e verdieping (trappenhuis) dient te worden voorzien van ruimtebewaking. Ook hiervoor kan een beroep worden gedaan op gelijkwaardigheid, zie bovenstaande maatregel. 1 5.000,- ineens. 39 Op basis van artikel 2.2.1 lid 6 dient de brandmeldinstallatie aangelegd te zijn volgens een door burgemeester en wethouders goedgekeurd programma van eisen (PvE) als bedoeld in de NEN 2535: 1996. Een PvE kan niet worden overgelegd. Het goedgekeurde programma van eisen (PvE) van de brandmeldinstallatie dient te worden achterhaald. Afhankelijk van de inhoud van dit PvE kan een nieuw PvE worden opgesteld, waarin de bovenstaande bevindingen met betrekking tot de bewakingsomvang worden meegenomen. 40 Er kan niet worden aangetoond dat het beheer, controle en het onderhoud van de brandmeldinstallatie wordt uitgevoerd en voldoet aan de NEN 2654-1: 2002 (artikel 2.2.1 lid 8). Er dient te worden aangetoond dat het beheer, controle en het onderhoud van de brandmeldinstallatie wordt uitgevoerd en voldoet aan de NEN 2654-1: 2002. 5.000,- ineens. 41 Er is geen certificaat als bedoeld in de Regeling brandmeldinstallaties 2002 aanwezig (artikel 2.2.1 lid 9). Deze is vereist omdat doormelding naar de regionale alarmcentrale van de brandweer is vereist. Er dient een geldig (niet verlopen) certificaat als bedoeld in de Regeling brandmeldinstallaties 2002 te worden overgelegd. 5.000,- ineens. 15
42 Omdat een brandmeldinstallatie is vereist, is ook een ontruimingsalarminstallatie vereist. De ontruimingsalarminstallatie moet volgens artikel 2.3.6 lid 1 voldoen aan NEN 2575: 2004 en aan een door burgemeester en wethouders goedgekeurd programma van eisen als bedoeld in deze norm. Een PvE kan niet worden overgelegd. Bovendien wordt niet voldaan aan de uitgangspunten in de norm NEN 2575. In bouwwerken met een gebruiksoppervlak groter dan 10.000 m2 is een luid alarm type A-installatie voorgeschreven, oftewel een ontruimingsalarminstallatie met gesproken woord. Dit is niet het geval, er is een type B- installatie (slow-whoops) aanwezig. De ontruimingsalarminstallatie dient te worden aangepast, zodat deze voldoet aan de NEN 2575. Een ontruimingsalarminstallatie type A dient te worden aangebracht. Daartoe dient eerst een nieuw programma van eisen te worden opgesteld en goedgekeurd door bevoegd gezag. 100.000,- ineens. 43 Er kan niet worden aangetoond dat het beheer, controle en het onderhoud van de ontruimingsalarminstallatie wordt uitgevoerd en voldoet aan de NEN 2654-2: 2004 (artikel 2.3.6 lid 4). Er dient te worden aangetoond dat het beheer, controle en het onderhoud van de ontruimingsalarminstallatie wordt uitgevoerd en voldoet aan de NEN 2654-2: 2004. 5.000,- ineens. 44 In artikel 2.5.1 van het Gebruiksbesluit is voorgeschreven dat een sprinklerinstallatie moet worden onderhouden en gecontroleerd. Een geldig (niet verlopen) document waaruit dit is op te maken, dient te allen tijde te kunnen worden overgelegd. Een dergelijk document kan ten tijde van de inspectie niet worden overgelegd. Inmiddels is door een medewerker van Bouwkundig beheer aangeven dat er onlangs een inspectierapport met een "Ja-conclusie" is afgegeven. Op basis hiervan wordt een certificaat toegestuurd. Deze documenten dienen te worden opgenomen in een (op een centrale locatie) ter inzage liggend logboek. 5.000,- ineens. Er wordt in de overtredingen en de maatregelen verwezen naar de tekeningen van de bouwvergunning en de gebruiksvergunning. Voor de foto's wordt verwezen naar bijlage 2. 16