Burkholderia in gladiolen

Vergelijkbare documenten
Onderzoek naar een onbekende bladafwijking in gladiool

Erwinia chrysanthemi in Amaryllidaceae

Aantasting van Alliumbollen door Fusarium

Voortgezet diagnostisch onderzoek Peter Vink

Onderzoek naar de oorzaak van wortelbederf bij de teelt van Zantedeschia op potten

Kan het wortellesieaaltje Pratylenchus penetrans wortels van Zantedeschia aantasten?

Onderzoek naar de gebruikswaarde van door bollenmijten beschadigde gladiolenknollen in de bloementeelt

De invloed van het gebruik van Asulox tijdens de bollenteelt en het tijdstip van rooien op de beworteling van Muscaribollen in de broeierij

Spruitbeschadiging bij hyacinten door de schimmel Fusarium culmorum

Overdracht van geelziek in Eucomis via zaad

Is het invriezen van narcissen cv. Tête-à-Tête op potjes tijdens of na de koeling risicovol?

Alternaria bladvlekkenziekte in bolgewassen

Onderzoek naar de bestrijding van de bacterieziekte Burkholderia gladioli in gladiool. Hans Kok en Hans van Aanholt

Stengelrot bij lelie door de schimmel Rhizopus

Het effect van inundatie op sclerotiën van de schimmel Sclerotium rolfsii

Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje

Ontwikkelen van een praktische toets op Erwinia bij Dahlia (ploffers)

Warmwaterbehandeling lelie

Virusziekten bij het gewas Eucomis

Bossigheid in Zantedeschia

Onderzoek naar de mogelijke oorzaak van slechte kieming en schimmelrot bij de broei van Anemone blanda

Precisieplant tulp. Basis voor precisielandbouw. A.H.M.C. Baltissen, H. Gude, A. van der Lans, A. Haaster

Onderzoek naar risico van bollenmijt in Zantedeschia

De werking van Contans tegen sclerotievormende schimmels

Vroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown

Alternaria in Zantedeschia

Vaste planten waardplant voor PlAMV?

Primair diagnostisch onderzoek aan een onbekende wortelrot bij de bollenteelt van lelies op dekzandgronden

Het voorkomen van Pseudo-kurkstip in tulpen

Aanvullende bestrijding van stengelaaltjes door toevoeging van formaline aan het voorweekwater en kookbad

Californische trips in lelie

Vorstschade bij Zantedeschiaknollen

PROJECTVERSLAG 2005 NAAR EEN OPLOSSING VOOR ONBEKEND WORTELROT IN LELIE

Bruikbaarheid vacuümtoets bij hyacinten

Penicillium in lelie. Effect van terugdrogen na het spoelen op Penicilliumaantasting tijdens de bewaring van lelie. Hans Kok

Proefveld tulpenstengelaal (waardplanten) onderzoek. Robert Dees, Joop van Doorn

Droogrotbestrijding in gladiolen

Inventarisatie, voorkoming en bestrijding van fytoplasma en zijn vector in Muscari

Onderzoek naar de vroege bloemaanleg bij de tulpencultivar Strong Gold

Warmwaterbehandeling Crocus Grote Gele

Hygiëneprotocol Dahlia PSTVd. P.J. van Leeuwen

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Duurzame energietechniek

Grote variatie in agressiviteit van Fusarium isolaten uit tulp

De rol van Phytophthora bij scheut- en stengelrot in pioenroos

Effecten van Disappyr op bruinverkleuring en beworteling van stek van sierheesters. M.P.M. Derkx

Papierblad in lelie. Naoogst fase. Hans Kok en Hans van Aanholt. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen juni 2004 PPO nr.

Voorkomen wateroverlast Teelt de grond uit bloembollen. Casper Slootweg en Henk Gude

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Biologische bestrijding van echte meeldauw in zomerbloemen. biokennis

Bladval in Prunus - Consultancy

Consultancy: inventarisatie Diaphania perspectalis

Lokalisatie van tulpengalmijt op tulpenbollen

Verspreiding van zuur vanuit plantgoed en vanuit de grond

Curatieve en eradicatieve (stop) werking van fungiciden tegen Phytophthora 2009

Bestrijding van trips in aubergine met roofmijten

Behoud meerjarig proefveld organische bemesting

Rekenen Groep 7-2e helft schooljaar.

Inventarisatie van de ernst van de bloedingziekte in paardenkastanjebomen in Den Haag

Bemesting van tulp in de broeierij

Relatie zetmeelgehalte leliebol en takkwaliteit, onderzoek Casper Slootweg en Hans van Aanholt

Bestrijding bollenmijt in hol- en snijbollen hyacint

Toetsing van het Bokashi/EM concept tegen Pythium wortelrot van hyacint

Screening middelen tegen geelziek (Xanthomonas campestris pv. hyacinthi)

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar.

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar.

Droogrot in gladiolen

Teelt de grond uit Zomerbloemen

Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen

Bestrijding van Myrothecium in lisianthus

Bestrijding van zwartsnot in hyacint en droogrot in gladiool

Rekenen Groep 4-1e helft schooljaar.

Naar een oplossing voor onbekend wortelrot in lelie

Onderzoek naar bemesting als mogelijke oorzaak voor verfijning in Crocus

Voorkomen bloemmisvorming en bloemverdroging in Zantedeschia

Warmwaterbehandeling van Eremurus tegen aaltjes. P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert

Rekenen Groep 6-2e helft schooljaar.

Compostering reststromen van Vaste Planten- en Zomerbloementelers. Casper Slootweg

Bladvlekken bij belichte potplanten

Teelt van lelies in goten in de grond in Drenthe, 2012

Rekenen Groep 6-1e helft schooljaar.

Onderzoek naar de gevoeligheid van aardappelrassen voor kringerigheid, op percelen met Trichodorus primitivus besmet met tabaksratelvirus.

Koken en bolontsmetting narcis zonder formaline. Peter Vreeburg en André Korsuize

Effect methyljasmonaat op Botrytis bij roos en Lisianthus

Bestrijding van kwade grond (Rhizoctonia tuliparum) in tulp

Houdbaarheid Hydrangea

Antwoorden Rekenen Groep 5-1e helft schooljaar

Neveneffecten van chemische middelen op roofmijten in komkommer. Gerben Messelink, Sebastiaan van Steenpaal en Marc van Slooten

Bedrijfseconomische evaluatie van de toepassing van warmwaterbehandeling

Bestrijding van koolvlieg in radijs

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector glastuinbouw

Brunelleschi. De Dom van Florence

Warmwaterbehandeling Allium en Crocus

Herinplantziekte bij pioenrozen

Geen fabriekswerk. Roeien met de wind mee en de stroom tegen. Jac Willekens

Bloedingsziekte in paardenkastanje.

Slakken in Anthurium. A. Hazendonk PPO Glastuinbouw

Spirit en Mirage Plus tegen roest - Consultancy

Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven

Bestrijding trips in gladiool met warme lucht. Hans Kok

Transcriptie:

Burkholderia in gladiolen Voortgezet diagnostisch onderzoek 2007 Peter Vink en Trees Hollinger Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen maart 2008 PPO nr. 3234036700-2

2008 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. is niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen die kunnen ontstaan bij gebruik van gegevens uit deze uitgave. Projectnummer: 12721 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Cluster Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit Adres : Prof. van Slogterenweg 2, 2161 DW Lisse : Postbus 85, 2160 AB Lisse Tel. : 0252 46 21 21 Fax : 0252 46 21 00 E-mail : infobollen.ppo@wur.nl Internet : www.ppo.wur.nl Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 2

Inhoudsopgave pagina SAMENVATTING... 5 1 INLEIDING... 7 2 UITVOERING VAN DE PROEF... 9 3 RESULTATEN... 11 4 DISCUSSIE... 15 5 CONCLUSIES... 17 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 3

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 4

Samenvatting In 2006 is middels een infectieproef bekend geworden dat de bacterie Burkholderia gladioli in staat is een ziekte bij gladiolen te veroorzaken waardoor de sier- en handelswaarde zeer negatief worden beïnvloed. In 2007 is in het kader van het voortgezet diagnostisch onderzoek nagegaan of de bacterie Burkholderia gladioli met het plantgoed kan meekomen. Daartoe zijn gezonde gladiolenknollen al dan niet besmet met de bacterie Burkholderia gladioli en vervolgens vlak vóór het planten ontsmet in fungiciden al dan niet gecombineerd met een tweetal desinfectantia. Aansluitend zijn de gladiolenknollen geplant op potten met een standaard potgrondmengsel en opgekweekt onder voldoende vochtige omstandigheden om een bacterieaantasting in het bovengrondse gewas te stimuleren. Het bleek dat via een knolbesmetting met Burkholderia gladioli in het bovengrondse gewas een aantasting door deze bacterie kon ontstaan in de vorm van grijs, opengescheurd bladweefsel. Dit bleken dezelfde symptomen te zijn zoals in het voorgaande seizoen in de infectieproef was vastgesteld. Met een knolontsmetting in fungiciden gecombineerd met desinfectantia kon een aantasting door Burkholderia gladioli vanaf besmette knollen worden voorkomen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 5

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 6

1 Inleiding In 2006 is middels een infectieproef bekend geworden dat de bacterie Burkholderia gladioli in staat is een ziekte bij gladiolen te veroorzaken waardoor de sier- en handelswaarde zeer negatief worden beïnvloed. Aansluitend rees onmiddellijk de vraag of de bacterie met het knolmateriaal (plantgoed) meekomt om van daaruit in een volgende teelt weer een nieuwe aantasting te geven in het bovengrondse gewas. Ook leek het zinvol om te weten of middels een knolontsmetting met een bacteriedodend desinfectantia een aantasting in het bovengrondse gewas kan worden voorkomen. Daarom is in het kader van het voortgezet diagnostisch onderzoek in het teeltseizoen 2007 middels een besmettings- en ontsmettingsproef geprobeerd één en ander duidelijk te krijgen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 7

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 8

2 Uitvoering van de proef In een vloeibaar groeimedium is een reincultuur gemaakt van Burkholderia gladioli isolaat 38844. Na voldoende uitgroei van de bacterie is de bacteriesuspensie verdund met kraanwater tot een dichtheid van 3,5 x 10/9 cfu per ml. Gezonde gladiolenknollen van cultivar Amsterdam afgeteld in gazen zakjes en aansluitend volgens het behandelschema gedurende 30 minuten gedompeld in de bacteriesuspensie. De met Burkholderia besmette knollen zijn daarna bij kamertemperatuur aangedroogd en gedurende 14 dagen weggezet bij een bewaartemperatuur van 9 C. De niet-besmette knollen zijn ook tot aan het planten bewaard bij 9 C. Na 14 dagen zijn alle knollen volgens het behandelschema gedurende 30 minuten ontsmet en na uitdruipen aansluitend geplant in kunststof potten met een standaard potgrondmengsel. De geplante knollen zijn afgedekt met een laag potgrond en weggezet in een kasafdeling van PPO bij ongeveer 22 C (afhankelijk van de buitentemperatuur en zoninstraling ook hoger). Per behandeling zijn steeds vier potten (A,B,C en D) beplant met 9 knollen. Nadat het gewas bovengronds 10 cm was ontwikkeld zijn de potten met gladiolen op een vochtige mat onder een plastic tunnel gezet om de luchtvochtigheid voldoende hoog te kunnen houden en de bacteriën de gelegenheid te geven om eventueel een bladaantasting te veroorzaken. Bij het watergeven is steeds schoon kraanwater gebruikt en is dit voorzichtig per pot gegeven om contaminatie van pot naar pot te voorkomen. Nadat de gladiolen waren geplaatst onder de plastic tunnel is iedere week gecontroleerd of zich op het blad van de gladiolenplanten symptomen ontwikkelden van een aantasting door Burkholderia. Behandelingen: 1 = controle niet besmet en ontsmet 2 = controle niet besmet maar wel ontsmet in 0,5% captan + 0,4% prochloraz 3 = besmet met Burkholderia en niet ontsmet 4 = besmet met Burkholderia en ontsmet in 0,5% captan + 0,4% prochloraz 5 = besmet met Burkholderia en ontsmet in 0,5% captan + 0,4% prochloraz + 0,5% formaline 6 = besmet met Burkholderia en ontsmet in 0,5% captan + 0,4% prochloraz + 0,5% Jet 5 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 9

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 10

3 Resultaten Ongeveer 7 weken na het planten van de knollen is het gewas van de gladiolen visueel beoordeeld op symptomen van een aantasting door de bacterie Burkholderia gladioli. Daarbij is speciaal gelet op symptomen van grijsachtig bladweefsel wat gemakkelijk openscheurt, zoals ook vastgesteld in de infectieproef in 2006. Tabel 1: Aantallen planten met bladeren waarop symptomen zichtbaar waren van een aantasting door Burkholderia gladioli. n = 9 Object: Aantallen planten met bladeren die waren aangetast door Burkholderia: A B C D 1 0 0 0 0 2 0 0 0 0 3 8 9 9 7 4 6 4 3 4 5 0 0 0 0 6 2 2 3 4 Opmerkingen: In object 3 was sprake van korte slecht groeiende planten waarvan de stengelbasis op de grens van lucht en grond bruin en rot was. Tevens was in het blad volop grijs bladweefsel te vinden wat gemakkelijk open scheurde. In object 4 en 6 was sprake van beter groeiende planten dan in object 3 waarbij zichtbaar geen sprake was van een bruin rotte stengelbasis maar uitsluitend grijs bladweefsel wat gemakkelijk open scheurde. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 11

9 8 7 Aantallen / index 6 5 4 3 Aantallen planten aangetast Index van de aantasting 2 1 0 1 2 3 4 5 6 Behandelingen Figuur 1: Gemiddelde aantal planten met een bladaantasting door Burkholderia gladioli en de aantastingsindex van het gladiolenblad. Aantastingsindex: 0 = gezond 1 = licht aangetast (enkele bladeren van grijze bladvlekken) 2 = matig tot zwaar aangetast (verspreid bladeren met grijze bladvlekken) 3 = zwaar tot zeer zwaar aangetast (alle bladeren met grijze bladvlekken en bruin afgestorven bladweefsel) Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 12

Foto 1: Door Burkholderia aangetast gladiolenblad met grijs, open gescheurd bladweefsel. Foto 2: Aantasting door Burkholderia vanaf besmette knollen in behandeling 2. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 13

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 14

4 Discussie Uit de resultaten van de proef blijkt dat de controlebehandelingen (objecten 1 en 2), die niet zijn besmet met Burkholderia, volkomen gezond zijn gebleven zonder symptomen op het blad van grijsverkleuringen en loslatende epidermis. Ook in de behandeling waarbij de knollen zijn besmet met Burkholderia en vlak voor het planten ontsmet in fungiciden + 0,5% formaline (object 5) is het bovengrondse gewas volkomen gezond gebleven. De behandeling waarbij de knollen zijn besmet met Burkholderia en niet-ontsmet zijn geplant (object 3) hebben in het bovengrondse gewas volop zware symptomen gegeven van een aantasting door Burkholderia in de vorm van grijs, opengescheurd bladweefsel. De behandelingen waarbij de knollen zijn besmet met Burkholderia en vlak vóór het planten ontsmet in fungiciden (object 4) of fungiciden + 0,5% Jet 5 (object 6) hebben eveneens in het bovengrondse gewas ook volop symptomen gegeven van een aantasting door Burkholderia in de vorm van grijs, opengescheurd bladweefsel. De gebruikte Burkholderia-isolaat is in deze proef voldoende pathogeen gebleken gezien de zware aantasting van het bovengrondse gewas in object 3. Uit deze proef is tevens duidelijk geworden dat de bacterie Burkholderia gladioli vanaf besmet knolmateriaal een aantasting kan veroorzaken in het bovengrondse gewas ondanks een normale ontsmetting in fungiciden om schimmelaantastingen te voorkomen. Toevoeging van 0,5% formaline aan een ontsmettingbad met fungiciden bleek een aantasting in het bovengrondse gewas door Burkholderia te kunnen voorkomen. Een ontsmetting in fungiciden met een toevoeging van 0,5% Jet % bleek Burkholderia onvoldoende te doden waardoor in het bovengrondse gewas toch nog bladaantastingen konden ontstaan. Vervolgonderzoek op grotere praktijkschaal zal meer informatie kunnen geven over de mogelijkheden van een goede bestrijding van Burkholderia. Daarbij kunnen ook aspecten van verrijking van de grond met compost en warmtebehandelingen van het knolmateriaal mogelijk nog perspectieven bieden. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 15

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 16

Conclusies In een besmettings- en ontsmettingsproef met gladiolenknollen is aangetoond dat de bacterie Burkholderia gladioli in staat is om vanaf besmet knolmateriaal een bladaantasting in het bovengrondse gewas te veroorzaken. Een ontsmetting van de knollen in desinfectantia (formaline) vlak vóór het planten kan de bacterie voldoende afdoden zodat het bovengrondse gewas niet wordt aangetast tijdens een teelt. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 17