Vervolg Tot en met 6 juli 2012 Inspraak Voorlopig Ontwerp (VO) Augustus September 2012 Verwerken reacties en schriftelijke terugkoppeling naar betrokkenen (augustus/september 2012) September of november 2012 Behandeling VO in de commissie Ruimtelijke Zaken September of november 2012 Behandeling VO in de gemeenteraad waarbij de raad gevraagd wordt: het VO en de toelichting, inclusief de inspraakreacties, vast te stellen de (voorbereidingen voor) de bestemmingsplanprocedure op te starten Voorjaar 2013 Besluitvorming ontwerpbestemmingsplan en start zienswijzenprocedure Medio 2013 Vaststelling bestemmingsplan Eind 2013 - Begin 2014 Onherroepelijk bestemmingsplan Afhankelijk van besluitvorming 2014 Start aanbestedingsprocedure & Start realisatie
Intensiteiten Verbindingsweg Ladonk Kapelweg
Wegverkeerslawaai (1) Beleid met betrekking tot hogere geluidswaarden Situatie Wegverkeer Voorkeursgrenswaarde Bestaande weg, nieuwe woning Nieuwe weg, bestaande woning Reconstructie, heersende geluidsbelasting < 48dB Hoogst toelaatbare gevelbelasting met ontheffing 48 db Stedelijk 63 db Buitenstedelijk 53 db 48 db Stedelijk 63 db Buitenstedelijk 58 db Hoogst toelaatbaar binnenniveau 33 db 33 db 48 db - 33 db Stand van zaken TALK-VLK Voor de eerdere studies in 2009 2010 is grofmazig akoestisch onderzoek uitgevoerd. Deze berekening geeft een indicatie van de geluidsbelasting op woningen langs het VO-tracé. Mogelijke Maatregelen Bij de maatregelen ter beperking van de geluidsbelasting tot aan de voorkeursgrenswaarde dient de volgende volgorde te worden aangehouden: 1. Bronmaatregelen. Bestrijden van de geluidhinder bij de bron (de weg). Voorbeeld hiervan is geluidsreducerend asfalt. 2. Overdrachtsmaatregelen. Afschermende voorzieningen die bij voorkeur dichtbij de bron of dichtbij de woning wordt geplaatst. Voorbeelden zijn schermen of wallen. 3. Gevelmaatregelen. Met deze maatregelen wordt een reductie in de woning bereikt (buiten de woning niet). Voorbeelden zijn dikker/dubbel glas, kierdichting, ventilatievoorzieningen en voorzetwanden. Indien de maatregelen niet mogelijk zijn of de kosten niet in verhouding staan tot de baten, kan een verzoek tot vaststelling hogere waarde worden opgesteld.
Wegverkeerslawaai (2) Aantal woningen binnen diverse geluidscontouren Aantal woningen Contourklasse (db) < 43 43 48 48-53 53 58 58 63 > 63 Totaal 48 4 7 4 5 0 68 Conclusies op basis van eerder onderzoek Per saldo heeft de verbindingweg positieve gevolgen op de geluidsbelasting van de woningen in het gebied (buurtschap Kalksheuvel) Er zijn 16 woningen met een hogere geluidsbelasting dan de voorkeursgrenswaarde van 48 db. Vervolg Voor de 16 woningen wordt onderzocht of door middel van maatregelen de geluidsbelasting kan worden teruggebracht (bron, overdracht, gevel). Indien de bron of overdrachtsmaatregelen niet mogelijk of onvoldoende doeltreffend zijn, wordt een verzoek tot vaststelling hogere waarde gedaan. Bij de hogere waarde woningen wordt gecontroleerd of aan de maximale toegestane binnenwaarde van 33 db wordt voldaan, zo niet dan worden (aanvullende) geluidsisolerende maatregelen (gevelmaatregelen) getroffen. De procedure hogere waarden is volgens de Wet geluidhinder gekoppeld aan de procedure van het bestemmingsplan. Bestemmingsplan In het kader van het bestemmingsplan zal nader akoestisch onderzoek uitgevoerd moeten worden. Op basis daarvan kan de gevelbelasting op de woningen langs het tracé definitief worden bepaald. Dit is het uitgangspunt voor het samenstellen van een pakket aan maatregelen (bron, overdracht, gevel) om de geluidsbelasting te reduceren. Naar verwachting zal er voor sommige woningen eveneens een hogere waarde vastgesteld moeten worden (maximaal 58 db).
Natuur Ecologische hoofdstructuur (EHS) Smalwater Bij ingrepen is compensatiebeginsel van toepassing. In het VO is deze compensatie globaal aangegeven in de directe omgeving van het Smalwater. De mate van compensatie wordt nader in beeld gebracht in het bestemmingsplan. Kampina en Oisterwijkse vennen (Natura 2000) Geluidsbelasting op Natura 2000 voldoet ruimschoots aan de richtwaarde voor geluidsverstoring stiltegbieden en natuurgebieden. Effecten van een eventuele toename op de stikstofgevoelige habitats zijn naar verwachting klein maar niet uit te sluiten. Dit moet nader worden onderzocht in de fase van het bestemmingsplan.
Flora en fauna Wettelijk kader De Flora- en faunawet beschermt vrijwel alle gewervelde dieren en een groot aantal plantensoorten. Deze wet kent een algemene zorgplicht ten aanzien van alle soorten en een aantal verbodsbepalingen ten aanzien van beschermde soorten. Naast bescherming van de dieren zelf, beschermt de Flora- en faunawet ook functionele leefgebieden. Sinds de inwerkingtreding van het besluit vrijstelling in 2005 geldt een algemene vrijstelling voor een aantal algemeen voorkomende soorten bij ruimtelijke ingrepen en ruimtelijke inrichting. De initiatiefnemer van een project heeft de verantwoordelijkheid om aan te tonen dat werkzaamheden in overeenstemming met de Flora- en faunawet plaatsvinden. Beschermde soorten zijn ondergebracht in drie categorieën: Algemene soorten waarvoor een vrijstelling geldt bij ruimtelijke inrichting en ruimtelijke ingrepen. Minder algemene soorten waarvoor alleen een vrijstelling geldt, wanneer gewerkt wordt volgens een door het ministerie van LNV goedgekeurde gedragscode, in andere gevallen dient voor deze soorten ontheffing te worden aangevraagd, de ontheffingsaanvraag dient middels een lichte toetsing te worden onderbouwd. Zwaar beschermde soorten, voor deze soorten moet altijd ontheffing aangevraagd worden, de ontheffingsaanvraag moet met een uitgebreide toetsing worden onderbouwd. Voor vogels geldt een strikter beschermingsregime sinds augustus 2009. Voor een aantal soorten geldt een jaarronde nestbescherming en voor een aantal soorten een bescherming met een omgevingscheck als eis. Uit de omgevingscheck moet blijken of de betreffende soort in de directe nabijheid voldoende alternatieve broedlocaties voorhanden heeft (bijvoorbeeld spechten). Vervolg Er wordt een Quick Scan in het gebied uitgevoerd. Dit is een onderzoek naar habitatsgeschiktheid van het gebied voor zeldzame en beschermde soorten. Dit is de basis voor nader onderzoek in de fase van bestemmingsplan.
Archeologie(1) Het voorlopig ontwerp loopt door archeologische waardengebieden. Nader onderzoek is verplicht en zal in de fase van het bestemmingsplan plaatsvinden. Onder andere veldonderzoek (boringen en mogelijk proefsleuvenonderzoek). Arche Resultaten kunnen zijn: Ontwerp aanpassing ologie Vervolgonderzoek Behouden (conserveren)
Archeologie(2) Stappen Vervolgonderzoek
Cultuurhistorie (1) Het voorlopig ontwerp gaat niet ten koste van beschermde waarden. Het doorsnijdt wel cultuurhistorische wegen. In het VO is daarom aandacht voor: Herkenbaarheid lint Tongeren Aansluiten zandpaden Handhaven bestaande structuren Hoge waarde Redelijk hoge waarde Historische groenstructuur Waardevol object
Cultuurhistorie(2) Open akkercomplex Open akkers zijn oude aaneengesloten akkergebieden met een oppervlak van 50 tot meer dan 200 hectare. In het akkercomplex komen nauwelijks bomen of struiken voor. Bij ingrepen aandacht voor de zandwegenstructuur en de openheid van akkercomplex.