Programmabegroting Versie:

Vergelijkbare documenten
Programmabegroting Versie:

PROGRAMMABEGROTING

PROGRAMMABEGROTING Gemeente Leiderdorp

Jaarstukken Versie:

Jaarstukken Versie:

PROGRAMMABEGROTING

PARAGRAAF 3 FINANCIERING

Paragraaf 4: Financiering

Jaarstukken Versie:

BEGROTING Paragraaf Financiering

PARAGRAAF 3 FINANCIERING

3.4 Paragraaf Financiering

Renteverloop 1 jul jun 2017

Schuldpositie gemeente Purmerend. Presentatie commissie AZ 15 mei 2017

Paragraaf 4 Financiering

Onderstaande tabel geeft het verloop weer van onze huidige langlopende geldleningen.

NOTA RENTEBELEID GEMEENTE BERGEN OP ZOOM

1. Inleiding en richtlijnen

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2014;

Paragraaf Financiering

FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS

Grip op Financiën. 13 januari 2015 Sector Control

PARAGRAAF 4 : FINANCIERING

HAVENSCHAP MOERDIJK. Concept Begroting 2018

Begroting 2018 Financiering Provincie Gelderland

Treasurystatuut VRU Vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 19 februari 2018

PARAGRAAF 3. Financiering. Begroting 2011 Paragraaf 3 Financiering

Treasurystatuut voor de Veiligheidsregio Utrecht

FINANCIELE BELEIDS- & BEHEERSVERORDENING BEDRIJFSVOERINGSORGANISATIE HAVENSCHAP MOERDIJK

Treasurystatuut 2018

Inleiding Treasurybeleid... 2 Doelstellingen, Uitgangspunten, limieten, begrippen, indeling

4.4 Financiering De financiering van de gemeente Spijkenisse

Presentatie Treasury FEO. 11 juli 2005

Memo. Leden van het algemeen bestuur. Treasuryberaad. Datum 30 mei Onderwerp Financieringsbehoefte 2016

2.4 Paragraaf 4 Financiering en beleggingen

Beleidsregels 1. Doelstelling treasuryfunctie 2

Commissie BBV NOTITIE RENTE 2017

Naam en telefoon. Coen van den Hout (9300) Afdeling. Portefeuillehouder

Hoogheemraadschap van Delfland NOTA TREASURYBELEID. Versie: 1.0 Datum: 25 november Nota Treasurybeleid 1

BESLUIT: vast te stellen het navolgende: TREASURYSTATUUT VOOR DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING STROOMOOPWAARTS MVS.

VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

Treasurystatuut gemeente Groningen Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2017;

Memo. Leden van het algemeen bestuur. Treasuryberaad. Datum 17 juni Onderwerp Financieringsbehoefte 2016

Voorstel aan dagelijks bestuur

Kadernota rentebeleid en rentetoerekening 2013 gemeente Heerhugowaard

Probleemstelling: Berekening benodigde bedrag voor de herfinanciering: Financieringsmemo juni 2015 nr.

Treasurystatuut 2010

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Investeringskasstroom: Investeringen maatschappelijk nut -25,5 Investeringen economisch nut -83,4 Investeringen grondexploitaties (netto) -0,6

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Uitvoeringsbeleid Treasury. Gemeente Emmen 2016

Machtiging voor het aangaan van geldleningen in 2009 en aanpassing mandaat voor kortlopende geldleningen.

Treasurystatuut Omgevingsdienst Midden- en West- Brabant

Jaarrekening. Stichting Nederlands Museum voor de Pluimveehouderij Barneveld

Jaarrekening. Stichting Nederlands Museum voor de Pluimveehouderij Barneveld

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Artikel 1. Definities

inventaris en machines overige vorderingen bank, rekening-courant overige banken

Jaarrekening. Stichting Nederlands Museum voor de Pluimveehouderij Barneveld

Visiedocument Financieel Beleid

Naam Financiële verordening Gemeenschappelijke Regeling Bijsterhuizen (2006)

In het Financieringsstatuut 2016 zijn 19 artikelen opgenomen die als volgt kunnen worden ingedeeld:

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG

Jaarrekening. Stichting Nederlands Museum voor de Pluimveehouderij Barneveld

Voorstel aan Algemeen Bestuur

1. DOEL. 1.1 Doelstellingen en randvoorwaarden van het treasury beleid

FINANCI~LE VERORDENING RECREATIESCHAP MIDDEN-DELFLAND

Sector: PF Nr.: De raad van de gemeente Hengelo; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van, nr ;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 november 2008;

Stichting Jazz Orchestra of the Concertgebouw gevestigd te Amsterdam. Jaarverslag 2014

Stichting Cleansing Stream Ministries Nederland, te Puttershoek. Rapport inzake jaarstukken mei 2015

Technische Vragen. Fractie: LO. Vragensteller: Simon Vogel. Onderwerp: Begroting Zaaknummer: Z

Notitie rente

In onderstaande tabel wordt de renteverwachting van een aantal grootbanken weergegeven. opstelling begroting 2016

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; Provinciale staten van Noord-Holland;

Balans per 31 maart 2016 (na resultaatbestemming)

AGP 9 ABVRBN Bijlage 1. Financiële verordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2014

Jaarstukken lezen en begrijpen (Opfris)cursus voor gemeenteraadsleden

Treasurystatuut RUD Zuid-Limburg

Nota van toelichting bij Treasurystatuut 2017 Gemeente Gennep

Treasurystatuut. Treasurystatuut

Overzicht materiële wijzigingen Financiële verordening Oud Nieuw Toelichting wijziging

Financiële verordening gemeente Nissewaard 2015

Financiële Verordening Utrechtse Heuvelrug 2017

MOERDIJK 2 5 JAN DIV STAN. Aan de Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant Postbus MC 's-hertogenbosch

Aan het bestuur van Stichting Cleansing Stream Ministries Nederland te Puttershoek. Rapport inzake jaarstukken juni 2017

Stichting Jazz Orchestra of the Concertgebouw gevestigd te Amsterdam. Jaarverslag 2016

Rafael gemeente De Rank T.a.v. het bestuur Ringvaartweg AC ROTTERDAM. Jaarrekening 2014

CVDR. Nr. CVDR608470_1. Financiële verordening gemeente Hengelo Hoofdstuk I Definities

Stichting Cleansing Stream Ministries Nederland, te Puttershoek. Rapport inzake jaarstukken maart 2016

Programmabegroting Versie:

Onder intrekking van de Financiële verordening artikel 212 gemeente Bergen (L)

Notitie Rentebeleid 2007

Treasurystatuut Aqualysis 2014

Bijlagen. Bijlage 1: Resultaat 2005

CVDR. Nr. CVDR402982_1. Artikel 1 Begrippenkader In dit statuut wordt verstaan onder:

Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017

3.4. Financiering Algemeen

Financiële verordening 2015 gemeente Zeewolde, evenals de regels voor de inrichting van de financiële organisatie

Transcriptie:

Programmabegroting 217 Versie: 5...

3.2.4 Financiering Inleiding In de paragraaf Financiering wordt de financieringsfunctie van de gemeente Leiden uiteengezet voor de jaren 217-22. Dit gebeurt in een onderdeel 'algemene ontwikkelingen' en een onderdeel 'ontwikkelingen gemeente Leiden'. Onder de algemene ontwikkelingen komen de renteontwikkelingen en ontwikkelingen in de wet- en regelgeving aan de orde. In de paragraaf Ontwikkelingen gemeente Leiden geven we een toelichting op de renterisiconorm, de kasgeldlimiet en de financiering van de gemeente. Algemene ontwikkelingen Renteontwikkelingen De rente op de geld- en kapitaalmarkt wordt voornamelijk bepaald door het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). De belangrijkste rentetarieven van de ECB zijn in 216 verlaagd naar %. Daarnaast is het de verwachting dat de ECB het in 214 gestarte opkoopprogramma van obligaties, met als doel het aanjagen van de inflatie, voorlopig tot begin 217 zal blijven uitvoeren. Uitvoering van het opkoopprogramma moet leiden tot meer geld in de economie, wat lage rentetarieven tot gevolg heeft. Dit moet leiden tot een toename van de inflatie. Als daarnaast het economische herstel binnen de eurozone doorzet, zullen de rentetarieven mogelijk weer gaan stijgen. De gemiddelde kapitaalmarktrente voor rentevaste en lineaire leningen met een looptijd van 1 jaar is in 215 uitgekomen op,88%. In 216 is de rente inmiddels gedaald tot onder het gemiddelde niveau van 215. Het is de verwachting dat de rente in 217 op een laag niveau zal blijven maar, als gevolg van de stijgende inflatie en het doorzetten van het economisch herstel, gedurende 217 zal gaan stijgen. Hieronder een overzicht van de verwachte renteontwikkeling op de geld- en kapitaalmarkt: Renteontwikkelingen 216 217 218 219 22 Rente kapitaalmarkt,5% 1,5% 2,25% 3,% 3,5% Rente geldmarkt,%,5%,5% 1,% 1,% Op basis van een lening met een looptijd van 1 jaar, rentevast en aflossing in gelijke delen. De rentepercentages komen voort uit een rentevisie, die mede tot stand is gekomen op basis van de rentevisies van een aantal financiële instellingen (BNG, ING en ABN-AMRO). Ontwikkelingen gemeente Leiden Beleidsvoornemen treasury In de financiële verordening (RV 11.32) zijn de kaders voor de treasuryfunctie door de raad bepaald. In de nota Treasury, besluitnr. 11.573, zijn die kaders verder geconcretiseerd en in overeenstemming gebracht met de wet FIDO. Het beleid van de gemeente Leiden is erop gericht om de financieringsbehoefte af te dekken met kortlopende schulden omdat de rente op de kortlopende middelen in het algemeen lager is dan de rente op langlopende middelen. Hierbij is de gemeente Leiden gehouden aan de kasgeldlimiet, die bepaalt dat de gemiddelde vlottende schuld, over drie maanden gezien, niet boven de 8,5% van het begrotingstotaal mag uitkomen. Gezien de rentevisie, waarbij er vanuit wordt gegaan dat de rente op de middellange termijn op een historisch laag niveau zal blijven, kan voorlopig aan deze strategie worden vastgehouden. Zodra de rentevisie wijzigt en uitgaat van een stijgende rente op korte termijn, kan de overweging gemaakt worden om een deel de financieringsbehoefte af te dekken met langlopende leningen. Risicobeheer Voor de beheersing van de renterisico s gelden twee concrete richtlijnen: de kasgeldlimiet en de renterisiconorm (beide benoemd in de wet FIDO). De kasgeldlimiet De gemiddelde vlottende schuld, over drie maanden gezien, is voor een gemeente gelimiteerd op 8,5% van het begrotingstotaal. De kasgeldlimiet heeft het volgende verloop (gehad): Kasgeldlimiet 215 45 miljoen Kasgeldlimiet 216 42 miljoen Kasgeldlimiet 217 43 miljoen In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de gemiddelde netto vlottende schuld over het afgelopen jaar weergegeven (kwartaal 3 en 4 van 215 en kwartaal 1 en 2 van 216): 2 Beleidsbegroting

Kasgeldlimiet Gemiddelde netto vlottende schuld Ruimte (=+) of Overschrijding Kasgeldlimiet derde kwartaal 215 18.81 44.898 26.97 vierde kwartaal 215 29.877 44.898 15.21 eerste kwartaal 216 76.15 42.355-33.795 1.883 42.355-58.528 tweede kwartaal 216 Bedragen x 1.,- In de eerste twee kwartalen van 216 is de kasgeldlimiet overschreden. De overschrijding is een keuze geweest. In juli 216 is een bedrag ontvangen van het BTW Compensatiefonds. Echter is dit niet voldoende de om gedurende het 3 kwartaal de vlottende schuld binnen de kasgeldlimiet te laten blijven. Hiervoor was het noodzakelijk om langlopende financiering aan te trekken van 5 miljoen voor 2 jaar. De wet FIDO schrijft voor dat de toezichthouder (provincie) geïnformeerd dient te worden indien de kasgeldlimiet drie opeenvolgende kwartalen wordt overschreden. Door het aantrekken van de langlopende lening zal de kasgeldlimiet het derde kwartaal van 216 niet overschreden worden, waardoor er geen sprake zal zijn van een overschrijding van drie opeenvolgende kwartalen en er wordt voldaan aan de kaders die de wet FIDO stelt. De renterisconorm Over de langlopende schuld mogen de jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen niet meer bedragen dan 2% van het begrotingstotaal. In onderstaande tabel is de verwachte ontwikkeling van de renterisiconorm voor de komende jaren weergegeven: Renterisiconorm Nr. 216 217 218 219 22 1 Begrotingstotaal 498.293 511.483 484.893 468.865 465.653 2 Wettelijk percentage 2% 2% 2% 2% 2% 3 Renterisiconorm (1x2) 99.659 12.297 96.979 93.773 93.131 4 Renteherzieningen 5 Aflossingen 17.744 41.947 53.941 66.62 8.384 6 Bedrag waarover renterisico gelopen wordt (4+5) 17.744 41.947 53.941 66.62 8.384 7 Ruimte onder renterisiconorm (3-6) 81.915 6.35 43.38 27.171 12.747 Bedragen x 1.,- De bedragen aan langlopende leningen waar de gemeente Leiden de komende jaren een renterisico over loopt, blijven ruimschoots binnen de wettelijke norm (wet FIDO). Opzet financiering Gemeente Leiden Voor de uitvoering van de gemeentelijke taken zijn financieringsmiddelen nodig. Investeringen in materiële vaste activa hebben een lange levensduur en de financieringsbehoefte die daaruit voortvloeit moet meerjarig worden afgedekt. Daarvoor worden langlopende geldleningen aangetrokken. Voor zover er eigen financieringsmiddelen, in de vorm van reserves en voorzieningen, beschikbaar zijn, worden deze eerst gebruikt voor de invulling van de gemeentelijke financieringsbehoefte. De situatie naar de stand van 1 januari 216 is als volgt: Beleidsbegroting 21

Opzet financiering 1-1-215 1-1-216 627 614-436 -425 191 189-189 -151 2 38 Totaal vaste activa af: reserves en voorzieningen Te financieren met vreemd vermogen Langlopende geldleningen Werkkapitaal Bedragen x 1..,- Uit bovenstaande tabel blijkt dat de gemeente haar investeringen voor 69% financiert met eigen middelen. Die verhouding is nagenoeg ongewijzigd ten opzichte van vorig jaar. Het werkkapitaal per 1-1-216 bevat onder andere de korte schuld voor bijna 59 miljoen (rekening courant). Het resterende bedrag bestaat uit het saldo van de voorraden (incl. grondexploitatie), crediteuren, debiteuren en overlopende activa en passiva per balansdatum. De leningenportefeuille Voor 217 verwachten we voor ca. 86 miljoen aan langlopende leningen aan te trekken. Met de exploitatielasten van de leningen hebben we in de exploitatiebegroting rekening gehouden. Ontwikkelingen leningenportefeuille 216 217 218 219 22 Stand 1 januari 15.924 379.626 463.482 536.1 62.36 Nieuwe leningen 246.446 125.83 126.559 15.538 81.79 Reguliere aflossingen -17.744-41.947-53.941-66.62-8.384 Stand per 31 december 379.626 463.482 536.1 62.36 621.361 4.531 8.331 9.111 11.374 13.319 Rentelasten Bedragen x 1.,- Als gevolg van de BBV wijziging, wat heeft geresulteerd in de introductie van de geprognostiseerde balans en een gewijzigde rentesystematiek, is de ontwikkeling van de leningenportefeuille aangesloten op het verwachte verloop van de activa, de voorraad grond, het eigen vermogen en de vlottende schuld. Als gevolg van de nieuwe systematiek wordt rekening gehouden met een sterker oplopende schuld dan als vermeld in de begroting 216. Bij de begroting 216 is, bij de bepaling van het verloop van de schuldpositie, naast de eerder genoemde balansposten ook rekening gehouden, met de ervaringscijfers uit de afgelopen jaren. Rentemethodiek en renteresultaat Voor de toerekening van de rentelasten maakt de gemeente Leiden gebruik van de rente-omslag-methode. Het totaal van de rentelasten wordt omgeslagen over het geheel van de investeringen. De rentelasten betreffen het totaal van de rentelasten op de langlopende geldleningen en de kortlopende financiering minus de renteopbrengsten van overtollige middelen. Door toepassing van de rente-omslag-methode worden de rentelasten aan de hand van de stand van de investeringen toegerekend aan de prestaties en/of producten in de programmabegroting. Daarnaast is, door een wijziging van de regelgeving, de omslagrente verlaagd van 3,5% naar 1%. De achterliggende gedachte is hierbij dat de gehanteerde omslagrente een reëel percentage is. Zodra de afwijking tussen de gehanteerde omslagrente en de werkelijk rentelast groter wordt dan,5% dient de gehanteerde omslagrente aangepast te worden. 22 Beleidsbegroting

Renteresultaat a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering b. De externe rentebaten (idem) 8.681-14 Saldo rentelasten en rentebaten c1. De rente die aan de grondexploitatie 8.577-525 -3 3 +/+ moet worden doorberekend c2. De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend c3 De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (= projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend Aan taakvelden toe te rekenen externe rente -525 d1. Rente over eigen vermogen +/+ d2. Rente over voorzieningen +/+ Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 8.52 De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) -7.256 Renteresultaat op het taakveld Treasury 796 (nadeel) Bij de nieuwe rentesystematiek wordt de betaalde rente omgeslagen over het totaal aan activa. Voor deze renteomslag wordt een vast percentage gehanteerd. Voor 217 bedraagt dit 1%. Dit percentage wordt de omslagrente genoemd. De omslagrente mag niet meer afwijken dan,5% van de werkelijke verhouding tussen de betaalde rente en het activavolume. Doordat er een verschil is tussen het gehanteerde omslagpercentage en het werkelijke percentage (toegestaan binnen een bandbreedte van -,5% en,5%) ontstaat er een renteresultaat. Het gepresenteerde nadeel van 796. betekent dat de gehanteerde omslagrente van 1% lager is dan het werkelijke percentage. Er wordt 796. minder rente doorberekend naar de activa, dan dat er daadwerkelijke aan rente wordt betaald aan de geldverstrekkers. Het verschil bevindt zich ruim binnen de gestelde bandbreedte, wat betekent dat een reëel rentepercentage wordt toegerekend aan de activa. Overig Complexe financiële producten De gemeente Leiden maakt geen gebruik van complexe financiële producten zoals derivaten. Beleidsbegroting 23

Geldstromenbeheer De betalingen van de gemeente worden zo veel mogelijk via de BNG geleid omdat door de BNG de kortlopende financieringsbehoefte voor de gemeente Leiden wordt afgedekt. Met de BNG is daartoe een ruime kredietfaciliteit van 75 miljoen overeengekomen. Via de ING worden een aantal bulkmutaties, zoals bijvoorbeeld parkeervergunningen en parkeergelden, afgehandeld. 24 Beleidsbegroting

3.2.5 Bedrijfsvoering Deze paragraaf is gewijd aan de bedrijfsvoering van de gemeente, dat wil zeggen de manier waarop de processen in ons bedrijf zijn georganiseerd en worden aangestuurd en de manier waarop de bedrijfsmiddelen worden ingezet. Doel van de bedrijfsvoering is om zo effectief en efficiënt mogelijk de afgesproken prestaties te leveren. In deze paragraaf formuleren wij doelen en activiteiten voor de verschillende bedrijfsvoeringsdisciplines. Onze missie voor de bedrijfsvoering luidt als volgt: 'De bedrijfsvoering van Leiden is efficiënt en transparant en draagt optimaal bij aan de doelen, prestaties en projecten van de gemeente. Op een aantal manieren meten we de kwaliteit van onze bedrijfsvoering. Ten eerste doen we mee aan de Vensters voor Bedrijfsvoering, een landelijke benchmark, om onze bedrijfsvoering ten opzichte van andere overheden jaarlijks te ijken en om daar van te leren. In deze paragraaf bedrijfsvoering vermelden we Leidse waarden voor een aantal indicatoren uit de vensters in 215 en ter vergelijking hun benchmarkwaarde. In het algemeen is ons streven om het beter te doen dan de benchmark, tenminste, als een zinvolle vergelijking mogelijk is. Ten tweede verrichten we zelf een aantal metingen: we monitoren periodiek de telefonische bereikbaarheid van medewerkers, we voeren een Medewerkers tevredenheids Onderzoek (MTO) uit en we doen tevredenheidsonderzoek naar de dienstverlening aan de balie. Hierna beschrijven we de ontwikkeling van de verschillende bedrijfsvoeringsdisciplines: planning en control, organisatie, Informatievoorziening, HRM, huisvesting, communicatie, facilitaire en juridische zaken. Planning en control Door Planning en control (P&C) sturen en beheersen we de uitvoering van de begroting. P&C maakt gebruik van instrumenten die onze kaders en doelstellingen vastleggen, waarmee we monitoren wat vande uitvoering terecht is gekomen en waardoor we verantwoording kunnen afleggen. Wat willen we bereiken, wat gaan we daartoe doen en wat gaat het kosten? Hebben we bereikt wat we beoogden? Op welke punten en hoe moet er worden bijgestuurd? Dit zijn de vragen die onder planning en control vallen en waarop achtereenvolgens de begroting, de bestuursrapportages en de jaarrekening antwoord geven. De P&C-cyclus biedt een instrumentarium dat college, raad en ambtelijke organisatie helpt om succesvol te opereren. Bij de behandeling van de Jaarstukken 215 heeft de raad motie M1664/2 Bep mag het weten aangenomen. In de motie roept de raad het college op om nog een plan van aanpak op te stellen voor het versterken van het vermogen om het financiële resultaat te voorspellen. Dat plan van aanpak wordt in 216 opgesteld en zal in 217 moeten worden uitgevoerd. We maken onderscheid tussen de beleidscyclus en de begrotingscyclus. Daardoor krijgen zij elk de aandacht die zij verdienen. Beleidsevaluatie en -verantwoording vindt slechts op hoofdlijnen plaats in de begrotingscyclus. In de beleidscyclus gebeurt dat afzonderlijk, per onderwerp (bijvoorbeeld als het gaat om de doeltreffendheid van het cultuurbeleid) in een diepgang en frequentie op maat van het onderwerp (bijvoorbeeld evalueren eens in de twee jaar). Beleidsterrein Doel Activiteiten A Planning en control: bestuur en management zijn in control A1 Er zijn duidelijke, eenvoudige, actuele en transparante afspraken over de P&C-cyclus A1.1 Elk jaar een Kaderbrief voor de Programmabegroting, een Programmabegroting, Jaarverslag en Jaarrekening, en twee of meer Bestuursrapportages A1.2 Verbetering van managementinformatie A1.3 Doorontwikkeling van ambtelijke maandrapportage gevolgd door budgetgesprekken tussen financieel adviseur en budgethouder A1.4 Algemeen Controleplan ter vaststelling door de gemeenteraad A2 Tijdige en relevante informatievoorziening A2.1. In control verklaring van rechtmatigheid en getrouwheid opnemen in de jaarrekening A2.2. In control verklaring van rechtmatigheid en getrouwheid opstellen per organisatie-onderdeel A2.3 De auditpool doet doelmatigheids-/ doeltreffendheids- onderzoeken en doet daarvan verslag Beleidsbegroting 25