Balk - Verbindingsweg
blz 2 101805 Inhoudsopgave REGELS 3 HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 4 Artikel 1: Begrippen 4 Artikel 2: Wijze van meten 6 HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS 7 Artikel 3: Agrarisch - Cultuurgrond 7 Artikel 4: Verkeer 9 Artikel 5: Leiding - Water 10 HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS 12 Artikel 6: Anti-dubbeltelregel 12 Artikel 7: Algemene gebruiksregels 13 Artikel 8: Algemene afwijkingsregels 14 HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS 15 Artikel 9: Overgangsrecht 15 Artikel 10: Slotregel 16 Buro Vijn B.V. Status: ontwerp / 03-08-11
101805 blz 3 REGELS Status: ontwerp / 03-08-11 Buro Vijn B.V.
blz 4 101805 HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS Artikel 1: Begrippen 1. plan: het van de gemeente Gaasterlân-Sleat; 2. bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0653.BPL2011100005-ON01 met de bijbehorende regels; 3. bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 4. bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak; 5. bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 6. bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;. 7. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 8. cultuurgrond: grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden; 9. kampeermiddel: een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen dat geheel of ten dele blijvend is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf; 10. landschappelijke waarden: de cultuurhistorische en visuele waarden van het landschap; 11. natuurlijke waarden: de abiotische en biotische waarden van een gebied; Buro Vijn B.V. Status: ontwerp / 03-08-11
101805 blz 5 12. normaal onderhoud: het onderhoud, dat gelet op de bestemming regelmatig onderhoud noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren; 13. nutsvoorzieningen: een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten; 14. peil: a. indien op de grond wordt gebouwd: 1. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; 2. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw; b. indien in of op het water wordt gebouwd: 1. het Normaal Amsterdams Peil; 15. prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen voor of met een ander tegen vergoeding; 16. prostitutiebedrijf: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie wordt verricht. Onder een prostitutiebedrijf wordt in elk geval verstaan: een erotische-massagesalon, een sekstheater of een bordeel, of een naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijf, al dan niet in combinatie met elkaar. Status: ontwerp / 03-08-11 Buro Vijn B.V.
blz 6 101805 Artikel 2: Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 1. de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. Buro Vijn B.V. Status: ontwerp / 03-08-11
101805 blz 7 HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS Artikel 3: Agrarisch - Cultuurgrond 3.1. Bestemmingsomschrijving De voor 'Agrarisch - Cultuurgrond' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. cultuurgrond; met daaraan ondergeschikt: b. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en natuurlijke waarden van de gronden; c. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder kaden en dijken; d. sloten, beken, en daarmee gelijk te stellen waterlopen; met de daarbijbehorende: e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 3.2. Bouwregels 3.2.1. Gebouwen Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 3.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen. 3.3. Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. de verkeersveiligheid; b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 3.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 3.4.1. Vergunningplichtige werken en werkzaamheden Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist: a. het aanleggen van verharde en halfverharde wegen en paden; b. het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden, zodanig dat er een verschil in hoogte c.q. diepte ten opzichte van het bestaande maaiveld ontstaat van meer dan 50 cm, waaronder het ophogen en/of maken van kaden en dijken; c. het graven of dempen van poelen en pingoruïnes en daarmee gelijk te stellen waterpartijen. Status: ontwerp / 03-08-11 Buro Vijn B.V.
blz 8 101805 3.4.2. Uitzonderingen Het bepaalde in lid 3.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die: a. het normale onderhoud betreffen; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. 3.4.3. Voorwaarden De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijk en natuurlijke waarden. Buro Vijn B.V. Status: ontwerp / 03-08-11
101805 blz 9 Artikel 4: Verkeer 4.1. Bestemmingsomschrijving De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wegen; b. fiets- en voetpaden; c. bruggen, dammen en/of duikers; d. sloten, bermen en beplanting; e. groenvoorzieningen; f. bebossing; met de daarbijbehorende: g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 4.2. Bouwregels 4.2.1. Gebouwen Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 4.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zal ten hoogste 10,00 m bedragen. 4.3. Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. de verkeersveiligheid; b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Status: ontwerp / 03-08-11 Buro Vijn B.V.
blz 10 101805 Artikel 5: Leiding - Water 5.1. Bestemmingsomschrijving De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor: a. een strook ten behoeve van een (hoofd)waterleiding; met de daarbijbehorende: b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 5.2. Bouwregels 5.2.1. Algemeen In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en) mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze dubbelbestemming. 5.2.2. Gebouwen Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 5.2.3. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen. 5.3. Afwijken van de bouwregels Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de leiding, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van: a. het bepaalde in lid 5.2.3 in die zin dat de in de andere daar voorkomende bestemming(en) genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits: 1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren van de hoofdwaterleiding; 2. vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder. 5.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 5.4.1. Vergunningplichtige werken en werkzaamheden Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist: a. het egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur; b. het uitvoeren van graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm; c. het in de grond brengen van voorwerpen dieper dan 30 cm; d. het aanleggen van oppervlakteverhardingen; e. het planten van bomen en het aanbrengen van andere beplantingen die dieper Buro Vijn B.V. Status: ontwerp / 03-08-11
101805 blz 11 wortelen of kunnen wortelen dan 30 cm. 5.4.2. Uitzonderingen Het bepaalde in lid 5.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die: a. het normale onderhoud betreffen; b. noodzakelijk zijn in verband met het op de betreffende bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond. 5.4.3. Voorwaarden De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien: a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren van de hoofdwaterleiding; b. vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder. Status: ontwerp / 03-08-11 Buro Vijn B.V.
blz 12 101805 HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS Artikel 6: Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. Buro Vijn B.V. Status: ontwerp / 03-08-11
101805 blz 13 Artikel 7: Algemene gebruiksregels Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden voor de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- en/of vliegtuigen; b. het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond bodemspecie en puin voor het storten van vuil, anders dan ten behoeve van de uitvoering krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden; c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een prostitutiebedrijf; d. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen. Status: ontwerp / 03-08-11 Buro Vijn B.V.
blz 14 101805 Artikel 8: Algemene afwijkingsregels Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van: a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages; b. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m; c. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot ten hoogste 40,00 m. Buro Vijn B.V. Status: ontwerp / 03-08-11
101805 blz 15 HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS Artikel 9: Overgangsrecht 9.1. Overgangsrecht bouwwerken a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10 %. c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 9.2. Overgangsrecht gebruik a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. d. Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. Status: ontwerp / 03-08-11 Buro Vijn B.V.
blz 16 101805 Artikel 10: Slotregel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het Bestemmingsplan Balk - Verbindingsweg van de gemeente Gaasterlân - Sleat. Behorend bij het besluit van...20... === Buro Vijn B.V. Status: ontwerp / 03-08-11