Als muziek in je oren

Vergelijkbare documenten
Als muziek in je oren

Wegwijs in de werkwoordspelling

In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat.

TAALVERZORGING KGT 2 SPORTIEF PERRON 1

TAALVERZORGING BK 2 SPORTIEF PERRON 2

Lesstof overzicht Station vanaf

Indien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed.

Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

1 Werkwoord. (wonen, werken, lopen,...) 8 Grammatica is niet moeilijk. wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden.

IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit

Luisteren: muziek (A1 nr. 7)

DE ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD

Luisteren: muziek (A1 nr. 10)

Kernwoord Uitleg Voorbeeld

Voor jongeren in het praktijkonderwijs

Spelling - Persoonsvorm HV12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.

Toelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Kun je dit nog? Spelling. Kaartjes met schrijfaanwijzingen. Kaartje bij woordpakket 1. Voorbeeld

Mediawijsheid. Werkblad Auteursrecht bij muziek. Muziek en auteursrecht

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

Werkwoorden: hele werkwoord, ik-vorm, jij-vorm en hij/zij-vorm. werkwoorden

instapkaarten taal verkennen

Zinnen. Zinsontleding VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote taalboek - oefenboek - Paragraaf 18 Zinsontleding.

Toets grammaticale termen met sleutel

(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 1 NEDERLANDS

instapkaarten taal verkennen

Opstartlessen. Lesbrief 9. Muziek. Wat leert u in deze les? Veel succes!

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling

Aantekening Nederlands Grammatica: bedrijvende en de lijdende vorm

als iets niet letterlijk is bedoeld.

Lesstof overzicht Station complete methode Nederlands vmbo

Luister naar het gedicht. Geef aan welke van de onderstaande woorden in het gedicht voorkomen.

Spiekkaart. Persoonsvorm - p.v.

Samenvatting Nederlands Grammatica en Spelling blok 2

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

Luister naar het lied en lees mee met de tekst. Kies telkens het juiste woord.

instapkaarten taal verkennen

D of T Bingo! Hoe heette dat meisje dat daar zo veel tijd aan besteedde? Wie heeft de tv uitgezet?

Spelling Werkwoorden. Doelgroep Spelling Werkwoorden. Omschrijving Spelling Werkwoorden

INHOUD. 3 Inleiding 4 Kiezen voor het leven DRIE GOUDEN TIPS OM VOLUIT TE LEVEN

werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd

Klankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016

Werkwoordspelling Leer- en oefenboek (3) Spellingsoefeningen gemengd Groep 6

Dit programma is gemaakt voor leerlingen vanaf groep 6 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

Ezel- en kikkerwoorden Groep 7 Week 1

Toets: Lees vaardig Blok 1+2 en Nieuwsbegrip

Mediawijsheid. Auteursrecht bij muziek. Voorbereiding. Inleiding 15 min

Grammatica - Tijden h3. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Zoals beloofd eerst nog een herhaling van de theorie van de lijdende en de bedrijvende vorm:

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

Werkwoordspelling. Tegenwoordige tijd persoonsvorm

Hoe spel ik een werkwoord?

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Voorwoord. Veel leesplezier! Liefs, Rhijja

Basis Werkwoordspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basisspelling en Basisgrammatica.

Visuele Leerlijn Spelling

Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p. 1 Samenleving De nieuwe vaders Niveau 3

Welkom Schooldienst de Zegge groot klein

Z I N S O N T L E D I N G

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 2: lezen, woordenschat en spelling

GROEP 55 EN 66. Vriendschap. Kom erbij!

Rick de Leeuw. Hou me stevig vast

Werkwoordspelling Leer- en oefenboek (2) Spellingsoefeningen verleden tijd en voltooid deelwoord Groep 6

Kikkerland country Interview Country Band Sundown

- De zin in een andere tijd zetten (tijdproef). - De zin vragend maken. - Van enkelvoud meervoud maken of andersom (getalproef).

Daar komt de boegieman!

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Luisteren: muziek (A2 nr. 1)

Collega s Uitdaging. Functioneren op mijn werk Frustraties

Nederlands. complete methode. Lesstof overzicht. vmbo. Mondelinge taalvaardigheid

Loopt vader met moeder in het park?

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

instapkaarten taal verkennen

Grammatica. Inhoud. 1. De en het. 2. Meervoud. 3. Werkwoord. 4. Vraagwoorden. 5. Zinnen maken Zinnen maken 2. 7.

Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein

Nooit meer fouten tegen -d, -t of -dt.

1 Werkwoorden. Voor deze aanbieding geld: op = op!!!

Thema 10. We ruilen van plek

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Op hun knieën blijven ze wachten op het antwoord van Maria. Maar het beeld zegt niets terug.

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Werkwoordspelling Leer- en oefenboek (2) Spellingsoefeningen verleden tijd en voltooid deelwoord Groep 7

Nederlands. complete methode. Lesstof overzicht. vmbo. Mondelinge taalvaardigheid

Werkstuk Muziek Marco Borsato

Wat heb je ooit gedaan waarvan je spijt hebt?

Hieronder volgt een gedeelte uit mijn boek voor een eerste indruk. Het leerboek telt 64 pagina s, het antwoordenboek 47 pagina s

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

Veenendaal Rhenen Wageningen

eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 6 Het leven kan een feest zijn

Voorspellen en tekst lezen

Weduwnaar Jochem Myjer

Transcriptie:

TAALVERZORGING KGT 3 ALS MUZIEK IN JE OREN PERRON 1 Als muziek in je oren Wanneer iets je als muziek in de oren klinkt, ben je blij iets te horen. Goed nieuws bijvoorbeeld. Muziek is ook fijn om te horen. Op de radio komen allemaal verschillende liedjes voorbij. Sommige liedjes hoor je vaker op een dag en dat kan weleens een beetje eentonig worden. Toch is het ook leuk om een liedje vaker te horen, want op een gegeven moment kun je het liedje meezingen. Bij taalverzorging is het net zoiets. Het is belangrijk dat je veel oefent en handelingen steeds op dezelfde manier uitvoert. Dan kun je na deze module de werkwoorden op de juiste manier vervoegen en moeiteloos goede zinnen schrijven. 1 Als muziek in je oren KGT - Taalverzorging - KGT3.indd 1 5-7-2017 13:22:00

TAALVERZORGING KGT 3 ALS MUZIEK IN JE OREN Wat ga je doen? Je gaat aan de slag met allerlei opdrachten die met taalverzorging te maken hebben. Je herhaalt de belangrijkste regels van leerjaar 2 en je leert nieuwe regels. Het thema in deze module is muziek en je zult dan ook veel over muziek en artiesten lezen. Wat heb je daarbij nodig? Om de opgaven goed te kunnen maken, heb je informatie over spelling en grammatica nodig. Wat leer je? Je herhaalt en leert: - hoe je werkwoorden vervoegt in verschillende tijden; - hoe je verschillende werkwoorden herkent; - hoe je hoofdletters en leestekens gebruikt; - hoe je ervoor kunt zorgen dat je foutloos schrijft; - hoe je zinnen kunt samenvoegen; - hoe je zinnen ontleedt in zinsdelen; - hoe je die zinsdelen benoemt; - hoe je kunt beoordelen wat je al kunt en waaraan je nog aandacht moet besteden. 2

1 Nederpop Muziek verandert steeds. Wat twintig jaar geleden een grote hit was, hoor je nu bijna niet meer op de radio. Over twintig jaar hoor je de liedjes die vandaag populair zijn, waarschijnlijk nog nauwelijks. Kortom: tijden veranderen. Daar gaan we het nu ook over hebben bij werkwoordspelling. Als de tijd verandert, moet je iets doen met een werkwoord. Op dit perron ga je aan de slag met de werkwoordstijden en de regels. Op tijd - 1 1 Lees de theorie Werkwoordstijden op bladzijde 4. Vul dan in onderstaande zinnen de juiste vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd in. Kijk naar het voorbeeld in zin 1. 1 Mijn zus speelt gitaar. (spelen) 2 Ze al anderhalf jaar gitaarles. (hebben) 3 Volgend jaar ze een optreden doen in het buurthuis. (willen) 4 Het vast een hele leuke avond. (worden) 5 Ze al erg goed en ze kan veel liedjes uit haar hoofd spelen. (zijn) 6 Dat optreden ze helemaal zelf. (organiseren) 7 Mijn zus dan ook een paar nieuwe liedjes. (bedenken) 8 Ik dat ze ook erg mooi kan zingen. (vinden) 9 Als ze, ik altijd zo trots op haar. (optreden, zijn) 10 Volgens mij ik haar grootste fan. (zijn) Radio 538 2 Lees de theorie Werkwoordstijden. Zet de werkwoorden in onderstaande zinnen in de onvoltooid verleden tijd. Kijk naar het voorbeeld in zin 1. 1 In 1992 begon Radio 538 met het uitzenden van radioprogramma s. (beginnen) 2 De zender zich tot jongeren en volwassenen tot ongeveer 50 jaar. (richten) 3 De luisteraars een voorkeur voor pop-, rock-, dance- en r&b-muziek. (hebben) 4 Het station veel actuele hits, meestal uit de Nederlandse Top 40. (draaien) 5 Radio 538 de opvolger van Sky Hitradio, een zusterstation van Sky Radio. (zijn) 6 Een aantal voormalige discjockeys van de Veronica Omroep Organisatie dit nieuwe radiostation. (organiseren) 7 Het getal 538 naar de golflengte waarop Veronica in de jaren zeventig uitzond vanaf zee. (538 meter op de middengolf) (verwijzen) 8 De uitzendingen van Radio 538 gemaakt in Studio Concordia. (worden) 9 Uiteindelijk Radio 538 van Bussum naar Hilversum. (verhuizen) 3

Werkwoordstijden De persoonsvorm is de enige werkwoordsvorm die aangeeft in welke tijd de zin staat: de tegenwoordige tijd (tt) of de verleden tijd (vt). Daarnaast kun je aan de persoonsvorm zien of de zin in het enkelvoud of het meervoud staat. Daarom kan de persoonsvorm dus telkens een andere vorm hebben. De meeste werkwoorden hebben vijf verschillende persoonsvormen: drie in de tegenwoordige tijd en twee in de verleden tijd. Bijvoorbeeld: de vijf persoonsvormen van het werkwoorden zingen zijn: zing, zingt, zingen, zong en zongen. Een zin kan ook nog in de voltooide (v) of onvoltooide (o) tijd staan. Een zin is voltooid als het hulpwerkwoord hebben of zijn in de zin staat én er een voltooid deelwoord in de zin staat. Bijvoorbeeld: Mijn zusje heeft jaren gezongen. Het woord heeft is het hulpwerkwoord, gezongen is het voltooid deelwoord. Deze zin staat dus in de voltooide tijd. De zin staat in de tegenwoordige tijd, omdat de persoonsvorm heeft in de tegenwoordige tijd staat. Leer de volgende afkortingen: ott = onvoltooid tegenwoordige tijd: ovt = onvoltooide verleden tijd: vtt = voltooid tegenwoordige tijd vvt = voltooid verleden tijd Ik zing. Ik zong. Ik heb gezongen. Ik had gezongen. Klank Sommige werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank. Zoals: Ik zing - Ik zong. Bij werkwoorden waarbij de klank hetzelfde blijft, gebruik je het ezelsbruggetje t ex-kofschip. Je let daarbij op de medeklinkers, dus op de t, x, k, f, s, ch en p. Regel T EX-KOFSCHIP Stap 1: neem het hele werkwoord: luisteren. Stap 2: haal -en eraf: luister. Stap 3: zit de medeklinker vóór -en in t ex-kofschip? Luister, de r zit niet in t ex-kofschip, dus Nee + de(n) Hij luisterde naar de muziek. (enkelvoud) De kinderen luisterden goed. (meervoud) Stap 1: neem het hele werkwoord: dansen. Stap 2: haal -en eraf: dans. Stap 3: zit de medeklinker vóór -en in t ex-kofschip? dans, de s zit wel in t ex-kofschip, dus Ja + te(n) Zij danste op de muziek. (enkelvoud) De meisjes dansten rond. (meervoud) Bij werkwoorden met een z en een v verander je de z in een s en de v in een f om weer een goed woord te krijgen. suizen verven suiz verv de z zit niet in t ex-kofschip, z wordt s, dus de v zit niet in t ex-kofschip, v wordt f, dus het suisde ik verfde ze suisden ze verfden Je hebt al eerder geleerd dat elk werkwoord één voltooid deelwoord heeft. Het voordeel van het voltooid deelwoord is dat je het altijd op dezelfde manier schrijft. Je hebt hier weer te maken met die drie groepen werkwoorden. 1 Het voltooid deelwoord van de werkwoorden in de groep spelen eindigt op -d: gespeeld 2 Het voltooid deelwoord van de werkwoorden in de groep stoppen eindigt op -t: gestopt 3 Het voltooid deelwoord van de werkwoorden in de groep slapen eindigt op -en: geslapen Als je niet zeker weet of een voltooid deelwoord op -t of -d moet eindigen, moet je het woord langer maken. Dan kun je het meestal horen. - Het meisje is erg verandert / veranderd. Als je het voltooid deelwoord langer maakt, hoor je dat het een -d moet zijn: veranderde. - De jongen heeft hard gefietst / gefietsd. Als je het voltooid deelwoord langer maakt, hoor je dat het een -t moet zijn: gefietste. 4

z en v 3 Hieronder staan zinnen met werkwoorden die een z of een v hebben. Vul steeds de juiste werkwoordsvorm in de aangegeven tijd in. Kijk naar het voorbeeld in zin 1. 1 Gisteren hoosde het tijdens het concert in het park. (hozen - ovt) 2 Hij voor zijn muziek. (leven - ott) 3 De koeien in het weiland naast het concertgebouw. (grazen - ovt) 4 Hij een geweldig optreden. (geven - ott) 5 Ze dat ze mijn lievelingsliedje zou spelen. (beloven - ovt) 6 Omdat ze zo druk met gitaarles was, ze haar vriendinnen een beetje. (verwaarlozen - ovt) 7 Mijn zus na het concert in een hotel. (verblijven - ovt) 8 Sükran helemaal alleen naar Rotterdam. (reizen - ovt) 9 In het weekend Britt haar hele kamer keurig wit. (verven - ovt) 10 Paskal de bladmuziek tijdens het optreden op een ipad. (lezen - ott) Op tijd - 2 4 Hieronder zie je tien zinnen. Vul steeds de juiste werkwoordsvorm in de aangegeven tijd in. 1 De regen het optreden, maar dat ik. (verpesten - ott, hebben, verwachten - vvt) 2 Ik tranen om de grapjes van Gers Pardoel. (hebben, lachen - vtt) 3 Ik hier prachtige mokken van Miss Montreal krijgen. (kunnen - ott) 4 Je dat je geen fan, maar jij dat je Gers geen leuke artiest. (zeggen, zijn, bedoelen, vinden - ott) 5 Ik het al, dit het allermooiste liedje! (weten - ovt, zijn - ott) 6 Je me dat album niet cadeau te, want ik het al. (hoeven, doen, hebben - ott) 7 Vanavond ik een uur tot Justin het podium opkwam. (hebben, wachten - vtt) 8 De storm over het festivalterrein, dus iedereen naar binnen. (razen, vluchten - ott) 9 Ik bij concerten van artiesten bij wie ik nog nooit. (komen - ott, zijn, zijn - vtt) 10 Ik en naar de kassa om mijn kaartje te. (uitstappen, wandelen, kopen - ott) 5

Hits van Trijntje 5 Hieronder zie je regels uit liedjes van Trijntje Oosterhuis. Vul steeds de juiste werkwoordsvorm in de gegeven tijd in. 1 je mij? Wie ken je dan? (kennen - ott) 2 je? Hier ben ik. (hebben, roepen - vtt) 3 Wie me mee? (nemen - ott) 4 Niets verborgen van mijn naaktheid. (zijn - ott) 5 De wind met waaien en bevroren de maan. (ophouden, zijn - ott) 6 Ik niet dat ik na een blik zo veel van je houden. (weten, zullen - ovt) 7 Voor zo veel wezenlijke dingen ik blind tot dit moment. (lijken - ovt) 8 We allemaal, net als baby s. (janken - ovt) 9 Ik m n hele eigen shit vanuit het niets. (hebben, bouwen - vtt) 10 Ik hoe alles in elkaar. (weten, steken - ott) In welke tijd 6 Hieronder staan regels uit bekende Nederlandstalige liedjes. Geef aan in welke tijd de zinnen staan. 1 De meeste dromen zijn bedrog, maar als ik wakker word naast jou, dan droom ik nog. 2 Mijn zoon was gisteren jarig, hij werd acht jaar oud, mijn schat. 3 Jij wist wel wie ik was. 4 Ik heb het geprobeerd. 5 Je kust me, je sust me, omhelst me, gerust me. 6 Morgen zal het vrede zijn. 7 Zelfs je naam is mooi. 8 Papa, ik lijk steeds meer op jou. 9 Nederland was koel en kil. 10 Waarom is alles zo gegaan? 6

F1rstman & DJ YOUSS-F Ft Boef 7 Lees de zinnen uit het liedje Overal van F1rstman & DJ YOUSS-F Ft Boef eerst goed door. Ze staan in de onvoltooid tegenwoordige tijd. Zet vervolgens alle zinnen in de onvoltooid verleden tijd. 1 Overal waar ik ga, zie ik alleen je naam. 2 Zeg, waar kom je vandaan? 3 Ik wil weten hoe ik je nu vragen moet. 4 En over land en over zee ga ik op zoek naar jou. 5 Habibi, zeg, waar hang je uit, want jij maakt mij zo lauw. 6 En als het gaat om leuke dingen, geef ik alles weg. Samengesteld? 8 Lees de theorie Samengestelde zinnen op bladzijde 8 en geef van de onderstaande zinnen aan of het een samengestelde zin is of niet. 1 Binnenkort gaan we naar het concert van Nick en Simon. 2 Omdat ik geen rijbewijs heb, mag ik met mijn oudere nicht mee. 3 Het concert is in Ahoy in Rotterdam en dat is een mooie zaal. 4 Mijn zus kan niet mee, omdat ze geen geld had voor een kaartje. 5 Ik heb het kaartje voor mijn verjaardag gekregen, dus dat is heel fijn. 6 Kaartjes voor Nick en Simon kosten ongeveer vijfenzestig euro. 7 Nick en Simon zullen vast alle grote hits gaan zingen. 8 Er zullen ook wel weer spulletjes verkocht worden en dan koop ik een T-shirt. 9 De titel van het concert is 10 jaar Nick en Simon. 10 Mijn ouders wilden er niet naartoe, want ze vinden Rotterdam te ver weg. 7

Samengestelde zinnen Een samengestelde zin is een zin die uit twee of meer zinnen bestaat. Deze zinnen noem je deelzinnen. Iedere deelzin heeft een eigen persoonsvorm. De deelzinnen worden samengevoegd door middel van een. Veel voorkomende en zijn: en, of, maar, want, dat, omdat, doordat, nadat, voordat, zodat, als, dus, sinds, toen, wanneer, zoals, terwijl. Voegwoorden geven tekstverbanden aan: tegenstelling, opsomming, voorbeeld, conclusie, reden, mening/argument en oorzaak/gevolg. Ik luister graag naar muziek, maar mijn moeder kijkt liever tv. Dit is een samengestelde zin. De twee zinnen zijn: Ik luister graag naar muziek. Mijn moeder kijkt liever tv. De persoonsvormen in deze zinnen zijn: luister en kijkt. Het is: maar (tekstverband: tegenstelling). Lina houdt van gitaarspelen, daarom heeft ze gitaarles genomen. Dit is een samengestelde zin. De twee zinnen zijn: Lina houdt van gitaarspelen. Ze heeft gitaarles genomen. De persoonsvormen in deze zinnen zijn: houdt en heeft. Het is: daarom (tekstverband: reden). Het is duidelijk te zien dat Elmer verliefd is, want hij bloost telkens als hij Sara ziet. Dit is een samengestelde zin. De zinnen zijn: Het is duidelijk te zien. Elmer is verliefd. Hij bloost telkens. Hij ziet Sara. De persoonsvormen in deze zinnen zijn: is, is, bloost en ziet. De en zijn: dat, want (tekstverband: reden) en als (tekstverband: voorwaarde). De en 9 Hieronder staan nogmaals de eerste zes zinnen van opdracht 8 Samengesteld? Noteer bij de zinnen die samengesteld zijn het. Bij zinnen die niet samengesteld zijn zet je een kruisje. 1 Binnenkort gaan we naar het concert van Nick en Simon. 2 Omdat ik geen rijbewijs heb, mag ik met mijn oudere nicht mee. 3 Het concert is in Ahoy in Rotterdam en dat is een mooie zaal. 4 Mijn zus kan niet mee, omdat ze geen geld had voor een kaartje. 5 Ik heb het kaartje voor mijn verjaardag gekregen, dus dat is heel fijn. 6 Kaartjes voor Nick en Simon kosten ongeveer vijfenzestig euro. 8

Aan de slag met Jonna Fraser 10 Hieronder staan zinnen die je gaat samenvoegen tot één zin. Schrijf de nieuwe zin op en gebruik een of meerdere en. 1 Jonna Fraser maakt toffe muziek. Mijn broer heeft zijn eerste album gekocht. 2 Jonna is een Nederlandse rapper. Hij heeft Surinaamse roots. 3 Hij heeft een hit gescoord met Ik kom bij je. Dat nummer stond lang in de top 40. 4 Het is een leuke samenwerking met Frenna. Je ziet dat. Ze komen als echte vrienden over. 5 In de clip heeft Jonna ruzie met zijn vriendin. Aan het einde vindt hij weer een ander meisje. 6 Het meisje zit achter in zijn auto. Zijn vriendin heeft het uitgemaakt. 9

Anouk 11 Lees de theorie Hoofdzinnen en bijzinnen. Schrijf eerst het op dat de samengestelde zinnen verbindt. Geef dan bij elke zin aan om welke combinatie het gaat. De eerste is alvast voorgedaan. 1 De zangeres Anouk brak door in 1997 en ze stond sindsdien met verschillende nummers in de hitlijsten. : en, hoofdzin: De zangeres Anouk brak door in 1997, hoofdzin: ze stond sindsdien met verschillende nummers in de hitlijsten. 2 Midden jaren negentig stapte Anouk uit de band en ze ging verder met een eigen begeleidingsband. 3 In 1995 bracht haar manager haar in aanraking met zanger Barry Hay, omdat hij haar talent zag. 4 Nadat Hay haar zag optreden op het Zeeheldenfestival in Den Haag, was hij enthousiast over haar zangkwaliteiten. 5 In 1997 kwam Anouks single Nobody s Wife uit en die stond wekenlang hoog in de Nederlandse hitlijsten. 6 Toen Anouks album drie keer platina had behaald, was Anouk de bestverkopende artiest van het jaar. 7 Doordat ze zo veel succes had, trad Anouk vaak op. 10