Topsportactieplan Vlaanderen IV ( )

Vergelijkbare documenten
TOPSPORTACTIEPLAN VLAANDEREN IV ( )

Topsporttakkenlijst

Topsportactieplan Vlaanderen III ( ) Positief advies door de Stuurgroep Topsport op 23 november 2012

RAPPORTERING TOPSPORTFEDERATIES

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

VR DOC.1276/1

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20 en 87;

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

Topsportactieplan Vlaanderen II ( )

Voorontwerp van decreet houdende de ondersteuning van bovenlokale sportinfrastructuur en topsportinfrastructuur

Subsidiereglement voor ondersteuning van. Wereldkampioenschappen, Europese kampioenschappen en kwalificatietornooien voor EK, WK of Olympische Spelen

Voorontwerp van decreet houdende de ondersteuning van bovenlokale sportinfrastructuur en topsportinfrastructuur

DECREET BOVENLOKALE SPORTINFRASTRUCTUUR EN TOPSPORTINFRASTRUCTUUR

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DOPINGBESTRIJDING IN VLAANDEREN: de plichten van de elitesporters binnen het nieuwe antidopingdecreet van 25 mei Brussel 30 november 2012

Positief na dopingcontrole door Vlaamse overheid: buiten verband buiten i jken i jken % Stimulantia Narcotica Cannabis Atletiek 64 Badminton 5

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Vlaamse Sportraad, gegeven op 23 november 2001;

Onderzoek naar het topsportklimaat in Vlaanderen

4-meting Topsportklimaat Factsheet Investeringen, prestaties & waardering

Boekhoudkundige registratie van de voorschotten en het saldo van de subsidies aan de Vlaamse sportfederaties (decreet van 13 juli 2001).

CRITERIALIJST VOOR SUBSIDIEAANVRAGEN VAN TOPSPORTEVENEMENTEN

nr. 597 van BERT MOYAERS datum: 24 mei 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Topsportinfrastructuur - Ondersteuning

CRITERIALIJST VOOR SUBSIDIEAANVRAGEN VAN TOPSPORTEVENEMENTEN

Subsidiereglement voor ondersteuning van. internationale topsportevenementen

Topsporter bij Defensie

Actieplan voorbereiding Vlaamse topsporters op de Olympische Spelen Persconferentie woensdag 21 april 2004 Hotel Errera Brussel

Kwalificatielijst Topsporters HG en RUG, studiejaar 2016/2017 (versie maart 2016)

Opleidingen Reanimeren en defibrilleren voor sportclubs. Vragenlijst

vergadering C18 zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

Bijlage 1.1 Evaluatie van werking en resultaten en doelstellingen

S t u u r g r o e p T o p s p o r t. Actieplan voorbereiding Vlaamse topsporters op O.S (Opdracht Keulen/Somers)

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

DECREET BOVENLOKALE SPORTINFRASTRUCTUUR EN TOPSPORTINFRASTRUCTUUR

TRENDS IN HET VLAAMS TOPSPORTKLIMAAT EVALUATIE VOLGENS TOPSPORTERS, TRAINERS EN TOPSPORTCOÖRDINATOREN: 2-METING ( )

TOFSPORT LEUVEN TOELAGEN TOPSPORT VOOR TOPSPORTERS EN SPORTVERENIGINGEN. Gelet op het decreet van 28 januari 1974 betreffende het Cultuurpact;

Topsportschool zwemmen. 14/03/2014 Koen Van Buggenhout topsportcoördinator VZF

Lijst Topsport- en Internationale wedstrijdsportdisciplines Vastgesteld door de Algemene Vergadering op 9 mei 2016

VVG. GolfVlaanderen.be. slagkrachtig & doelgericht. VVG Junior Golf. Topsportschool

Persbijeenkomst Toekenningen Topsportgelden december 2016

HOOFDSTUK I DEFINITIES

CRITERIALIJST VOOR SUBSIDIEAANVRAGEN TER PROMOTIE VAN EEN BREED SPORTAANBOD DOOR EVENEMENTEN MET EEN BOVENLOKAAL EN COMPETITIEF KARAKTER

over het Topsportactieplan III

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 19 juni 2001 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening;

CRITERIALIJST VOOR SUBSIDIEAANVRAGEN TER PROMOTIE VAN EEN BREED SPORTAANBOD DOOR EVENEMENTEN MET EEN FOCUS OP PARTICIPATIE EN RECREATIE

Voorontwerp van decreet houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal Sport voor Allen beleid DE VLAAMSE REGERING,

vergadering C48 zittingsjaar Woordelijk Verslag Commissievergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

STATUS QUESTIONIS VLAAMS SPORTBELEID ANNO 2010 :

SYMPOSIUM VVG TOPSPORTWERKING. Winge G&C.C. 11 maart 2017

1. ISF. Het programma-aanbod varieert tweejaarlijks. Meer info kan je terugvinden op de MOEV-website.

Sportraad secretariaat Sportraad : Marleen Decordier t/ )

Vlaamse Taekwondo Bond v.z.w. H. Van Veldekesingel 150/73 B-3500 Hasselt [M] +32 (0) [F] +32 (0)

G-sp rt. Sport voor personen met een handicap: gewoon doen!

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DEEL I ALGEMENE BEPALINGEN TITEL I DEFINITIES. Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

NAAM/ LOGO ORGANISATIE

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

61080 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

Infoavond Topsportondersteuning. Welkom

SAMENWERKING TUSSEN DE ACTOREN VOOR DE ORGANISATIE VAN TOPSPORT

het gewenst is om bij te dragen aan investeringen in topsportaccommodaties met een internationale of nationale uitstraling in Noord-Holland;

Bestemd voor de sportmedische keuring en begeleiding van topatleten, topsportbeloften en leerlingen van een topsportschool

DECREET BOVENLOKALE SPORTINFRASTRUCTUUR EN TOPSPORTINFRASTRUCTUUR

Transitiereglement voor de subsidiëring van culturele projecten met een regionale uitstraling

Vlaamse Taekwondo Bond v.z.w. H. Van Veldekesingel 150/73 B-3500 Hasselt [M] +32 (0) [F] +32 (0)

Selectiecriteria 03/02/2011

BOEKHOUDKUNDIGE SECTORALE REGELGEVING SPORT. Door Stefaan Tuytten Senior consultant social profit SBB Accountants & Adviseurs 14/06/07 DE SECTOR

BOEKHOUDKUNDIGE SECTORALE REGELGEVING SPORT

Topsport & studeren....aan de UGent te combineren. Jolien D Hoore

Ontwikkelingen in het topsportklimaat in Vlaanderen

Totaaloverzicht Indeling Topsportdisciplines (per (na besluit bestuur))

G-sp rt. Sport voor personen met een handicap: iedereen 100% sporter!

De sportverenigingen die aan de volgende criteria voldoen hebben recht op een subsidie:

Waarom is Nederland succesvol in topsport en Vlaanderen niet?

Beleidsplan

Totaaloverzicht Indeling Topsportdisciplines per Bond Discipline Indeling Olympisch

De rol van het Topsportplatform = klankbord voor KU Leuven en Stad Leuven op vlak van topsport:

Subsidiereglement voor ondersteuning van. internationale sportevenementen

Beleidsplan

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

VR DOC.0603/2BIS

JAARVERSLAG MEER INFO?

Totaaloverzicht Indeling Topsportdisciplines per Bond Discipline Indeling Olympisch Team of Individueel

Topsportcommissie (TSC) 16 juli 2018 (19u)

Dag van de VTS-medewerker - Workshop 3 12 december 2009

BLOSO Begrotingsaanpassing 2013

Subsidiereglement voor socio-culturele verenigingen en socio-culturele projecten

Gerbrand Van Uytvanck. Play Unified. Steun ons om de droom van atleten te realiseren

Onze prioriteiten voor een sterker (sportend) Vlaanderen

HOOFDSTUK 5 : IMPULSSUBSUDIE

Evaluatie van de. De perceptie van de topsporters. in Vlaanderen

Ronde Tafel Vlaamse sportfederaties Verslagen thematafels

PROVINCIAAL BLAD. Nr Nadere subsidieregels sport Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

BLOSO Begrotingscontrole 2011 ONTVANGSTEN

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

Bond Discipline Indeling

GEMEENTELIJK SUBSIDIEREGLEMENT Kwaliteit in de Kastelse sportclubs

Toelatingscriteria m.b.t niveau sport:

Overzicht van de prestatiecriteria per beoefende sporttak

Transcriptie:

Topsportactieplan Vlaanderen IV (2017-2020) Definitieve versie, goedgekeurd door minister Muyters Brussel, maandag 21 november 2016

Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Lijst met tabellen en figuren... 4 Voorwoord van Vlaamse minister van Sport, Philippe Muyters... 5 Hoofdstuk 1: Inleiding, algemeen kader en fasering... 6 1.1. Historiek Vlaams topsportbeleid... 6 1.1.1. Decreet op de sportfederatie (13 juli 2001)... 6 1.1.2. Uitvoeringsbesluit Topsport (31 mei 2002)... 7 1.1.3. Topsportactieplan Vlaanderen I (2005-2008)... 7 1.1.4. Uitvoeringsbesluit Topsport (20 mei en 31 mei 2005)... 8 1.1.5. Uitvoeringsbesluit Topsport (19 december 2008)... 8 1.1.6. Strategische nota Topsport 2009-2012... 9 1.1.7. Topsportactieplan Vlaanderen II (2009-2012)... 9 1.1.8. Strategische nota Topsport 2013-2016... 9 1.1.9. Uitvoeringsbesluit Topsport (30 november 2012)... 10 1.1.10. Topsportactieplan Vlaanderen III (2013-2016)... 10 1.2. Financiële ondersteuning van de Topsport door de Vlaamse overheid 2009-2016... 11 1.2.1. Topsportmiddelen... 11 1.2.2. Doelstellingen en resultaten 2009-2016... 12 1.2.3. Vlaamse Topsportindex... 14 1.2.3.1. Vlaamse Topsportindex in Olympische disciplines... 14 1.2.3.2. Vlaamse Topsportindex in Paralympische disciplines... 18 1.3. Voorbereiding Topsportactieplan Vlaanderen IV (2017-2020)... 20 1.3.1. Strategische nota Topsport 2017-2020... 20 1.3.2. Themawerkgroepen Topsportactieplan Vlaanderen IV (2017-2020)... 21 Hoofdstuk 2: Strategische krijtlijnen voor een performant Vlaams topsportbeleid... 22 2.1. Organisatie en structuur van het Vlaams topsportbeleid... 22 2.1.1. Vlaams Regeerakkoord 2014-2019... 22 2.1.2. Decreet op de sportfederatie 2016... 23 2.1.3. Uitvoeringsbesluit Topsport 2016... 24 2.2. Objectieven Topsportactieplan Vlaanderen IV (2017-2020)... 27 2.2.1. Visie en missie... 27 2.2.1.1. Topsport als doel... 27 2.2.1.2. Topsport als middel... 27 2.2.2. Strategische keuze van te ondersteunen topsporttakken... 27 2.2.2.1. Olympische disciplines (min. 90% van het Vlaams topsportbudget)... 28 2.2.2.2. Paralympische disciplines (max. 4% van het Vlaams topsportbudget)... 34 2.2.2.3. Niet-Olympische disciplines (max. 2% van het Vlaams topsportbudget)... 35 2.2.2.4. Sporttakoverschrijdende ondersteuning (max. 4% van het Vlaams topsportbudget).. 35 2.3. Centralisatie... 36 2.4. Communicatie... 36 2.5. Noodzaak van een overlegmodel en synergie tussen alle topsportactoren... 37 2.6. Topsportbeleid binnen de Vlaamse topsportfederaties... 38 Hoofdstuk 3: Specifieke beleidsmaatregelen voor Olympische disciplines... 41 3.1. Topsporter... 41 3.1.1. Historiek en stand van zaken... 41 3.1.2. Werking in de periode 2017-2020... 43 3.1.2.1. Actiepunt 1: Talentdetectie... 45 2

3.1.2.2. Actiepunt 2: Begeleiding en omkadering van Vlaamse topsporters doorheen de topsportloopbaan... 46 3.1.2.3. Actiepunt 3: Na-topsportcarrière... 56 3.1.3. Budget 2017-2020... 56 3.2. Topsportmanagement... 58 3.2.1. Historiek en stand van zaken... 58 3.2.2. Werking in de periode 2017-2020... 58 3.2.2.1. Actiepunt 4: Statuut en verloning topsportmanagement/kader... 58 3.2.3. Budget 2017-2020... 59 3.3. Topsporttrainer... 60 3.3.1. Historiek en stand van zaken... 60 3.3.2. Werking in de periode 2017-2020... 61 3.3.2.1. Actiepunt 5: Vorming van topsporttrainers... 61 3.3.2.2. Actiepunt 6: Topsporttrainers in Olympische prestatieprogramma s... 65 3.3.2.3. Actiepunt 7: Topsporttrainers in Olympische ontwikkelingsprogramma s... 66 3.3.3. Budget 2017-2020... 67 3.4. Sportwetenschappelijke omkadering... 68 3.4.1. Historiek en stand van zaken... 68 3.4.2. Werking in de periode 2017-2020... 69 3.4.2.1. Actiepunt 8: Topsport & Wetenschap... 69 3.4.3. Budget 2017-2020... 73 3.5. Programmakost in prestatie- en ontwikkelingsprogramma s... 75 3.5.1. Historiek en stand van zaken... 75 3.5.2. Werking in de periode 2017-2020... 75 3.5.2.1. Actiepunt 9: Programmakost in prestatie- en ontwikkelingsprogramma s... 75 3.5.3. Budget 2017-2020... 76 3.6. Dagelijkse trainingsomgeving... 76 3.6.1. Historiek en stand van zaken... 76 3.6.2. Werking in de periode 2017-2020... 77 3.6.2.1. Actiepunt 10: Trainingsinfrastructuur Topsport... 77 3.6.3. Budget 2017-2020... 78 3.7. Organisatie van topsportevenementen... 79 3.7.1. Historiek en stand van zaken... 79 3.7.2. Werking in de periode 2017-2020... 80 3.7.2.1. Actiepunt 11: Organisatie van internationale topsportevenementen... 80 3.7.3. Budget 2017-2020... 82 3.8. Specifieke doelgroep: Olympische ploegsporten... 83 3.8.1. Historiek en stand van zaken... 83 3.8.2. Werking in de periode 2017-2020... 83 3.8.2.1. Actiepunt 12: Olympische ploegsporten... 84 3.8.3. Budget 2017-2020... 85 Hoofdstuk 4: Specifieke beleidsmaatregelen voor Paralympische disciplines... 87 4.1. G-Topsport... 87 4.1.1. Historiek en stand van zaken... 87 4.1.2. Werking in de periode 2017-2020... 88 4.1.2.1. Actiepunt 13: G-Topsport... 88 4.1.3. Budget 2017-2020... 98 Hoofdstuk 5: Begroting Topsportactieplan Vlaanderen IV (2017-2020)... 99 5.1. Budgettering per actiepunt (omschrijving)... 99 5.2. Budgettering per actiepunt (cijfermatig)... 102 Bijlagen... 106 3

Lijst met tabellen en figuren Figuur 1 Belangrijkste mijlpalen in het Vlaams topsportbeleid 2000-2016 6 Figuur 2 Evolutie van het jaarlijks Vlaams topsportbudget in de periode 2009-2016 11 Figuur 3 Bestemming van Vlaamse topsportmiddelen in de periode 2009-2016 12 Tabel 1 Overzicht van de recente historiek inzake doelstellingen en resultaten op OS, PS, WS, WK en EK door en met Vlaamse topsporters van sporttakken die structureel werden ondersteund 13 Figuur 4 Voortschrijdende topsportindex in Olympische disciplines tijdens de afgelopen Olympiades 15 Figuur 5 Marktaandeel in Olympische disciplines tijdens de afgelopen Olympiades obv de topsportindex 16 Figuur 6 Voortschrijdende topsportindex in Olympische zomerdisciplines tijdens de afgelopen Olympiades 16 Figuur 7 Marktaandeel in Olympische zomerdisciplines tijdens de afgelopen Olympiades obv de topsportindex 17 Figuur 8 Voortschrijdende topsportindex in Olympische winterdisciplines tijdens de afgelopen Olympiades 18 Figuur 9 Marktaandeel in Olympische winterdisciplines tijdens de afgelopen Olympiades obv de topsportindex 18 Figuur 10 Voortschrijdende topsportindex in Paralympische disciplines tijdens de afgelopen Olympiades 19 Figuur 11 Marktaandeel in Paralympische disciplines tijdens de afgelopen Olympiades obv de topsportindex 20 Figuur 12 Vooropgestelde verdeling van de Vlaamse topsportmiddelen in de periode 2017-2020 28 Figuur 13 Overzicht van het aantal gesubsidieerde leerlingen in de topsportschool van 1998 tot 2016 41 Figuur 14 Overzicht van het aantal Vlaamse topsporters die genoten van een persoonlijk levensonderhoud via de respectieve tewerkstellingsprojecten in de periode 1994-2016 43 Figuur 15 Overzicht van de voorwaardenscheppende leeftijdsgebonden maatregelen in de topsportloopbaan 44 Tabel 2 Begroting 2017-2020 inzake de uitbouw van de topsportloopbaan in Olympische disciplines 57 Tabel 3 Begroting 2017-2020 inzake de verloning van het topsportkader in Olympische disciplines 60 Figuur 16 Overzicht van de omkaderingsnorm per sporttak (in VTE) in de Olympiade Rio (situatie 1/7/2016) 61 Tabel 4 Begroting 2017-2020 inzake de vorming en tewerkstelling van topsporttrainers in Olympische disciplines 67 Figuur 17 Organogram van de sportwetenschappelijke omkadering in de periode 2017-2020 70 Tabel 5 Begroting 2017-2020 inzake de sportwetenschappelijke omkadering in Olympische disciplines 74 Tabel 6 Begroting 2017-2020 inzake de programmakost van Olympische ontwikkelings- en prestatieprogramma s 76 Tabel 7 Overzicht van de (gerealiseerde) infrastructuurprojecten in het kader van het Topsportinfrastructuurplan Vlaanderen van 19 juli 2013 77 Tabel 8 Begroting 2017-2020 inzake investeringen in trainingsinfrastructuur Topsport in Olympische disciplines 79 Tabel 9 Begroting 2017-2020 inzake de organisatie van internationale topsportevenementen 82 Tabel 10 Belgische prestaties op EK-WK-OS in (toekomstige) Olympische ploegsporten in de periode 2013-2016 83 Tabel 11 Trainingstechnische omkadering bij Parantee in de periode 2017-2020 94 Tabel 12 Multidisciplinaire omkadering bij Parantee in de periode 2017-2020 94 Tabel 13 Overzicht van de huidige samenwerking van Parantee met de stakeholders in Topsport 96 Tabel 14 Overzicht van de noden en behoeften van de Vlaamse G-topsporters voor de Paralympiade 2017-2020 98 Tabel 15 Begroting Topsport per actiepunt voor de Olympiade Tokyo (2017-2020) 103 Tabel 16 Begrote en toegekende investeringen Topsport per actiepunt voor de Olympiade Rio (2013-2016) 104 4

Voorwoord van Vlaamse minister van Sport, Philippe Muyters 5

Hoofdstuk 1: Inleiding, algemeen kader en fasering 1.1. Historiek Vlaams topsportbeleid Het Vlaams topsportbeleid krijgt voor het eerst een structurele basis met het decreet op de sportfederatie van 13 juli 2001 en is sindsdien gestaag verder uitgebouwd. In figuur 1 worden de mijnpalen weergegeven en achtereenvolgens toegelicht. Figuur 1: Belangrijkste mijlpalen in het Vlaams topsportbeleid 2000-2016 1.1.1. Decreet op de sportfederatie (13 juli 2001) Met het decreet van 13 juli 2001 beoogde de Vlaamse overheid een verhoogde transparantie van het sportlandschap door een duidelijk onderscheid te maken tussen enerzijds de sportfederaties, onderverdeeld in unisportfederaties en recreatieve sportfederaties, en anderzijds de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding. De Vlaamse Sportfederatie vzw diende voortaan als aanspreekpunt (koepelfederatie) te fungeren voor de Vlaamse sportfederaties. Naast de verhoging van het sportbudget voerde het decreet een beleidskader in voor de splitsing van de bestaande unitaire (Belgische) sportfederaties, werd de integrale kwaliteitszorg bij de opmaak en de uitvoering van de beleidsplannen van de sportfederaties gestimuleerd en werden financiële incentives ingeschreven om fusies tussen recreatieve sportfederaties en unisportfederaties aan te moedigen en zo een rationalisatie van het sportlandschap te bekomen. Om in aanmerking te kunnen komen voor facultatieve subsidies, dienden de unisportfederaties naast de 5 basisopdrachten één of meerdere facultatieve opdrachten uit te voeren. De facultatieve opdracht topsport, waarbij de unisportfederatie aangeeft hoe ze een integraal topsportbeleid voert, hield voor de unisportfederatie in dat ze een topsportbeleid voert en activiteiten organiseert die passen in het Vlaams topsportbeleid. De Vlaamse regering legde hiervoor, op voorstel van de bevoegde dienst van de Vlaamse overheid na ontvangst van de vierjaarlijkse beleidsplannen, om de vier jaar sporttakken vast die voor subsidiëring van de topsporters in aanmerking kunnen komen, op basis van volgende criteria: (1) sportprestaties op internationaal vlak, (2) uitstraling van de sport in 6

het binnenland, (3) uitstraling van de sport in het buitenland en (4) topsportstructuur- en werking, de begeleiding en het topsportbeleid van de betrokken unisportfederaties. 1.1.2. Uitvoeringsbesluit Topsport (31 mei 2002) De sporttakken die opgenomen werden in het topsportbeleid, werden op voorstel van Bloso na advies van het toenmalige Vlaams Overlegplatform Topsport, door de Vlaamse regering vastgelegd in een Vlaamse topsporttakkenlijst voor de Olympiade Athene (2001-2004), overeenkomstig de beoordelingscriteria ingedeeld in vier subsidiëringcategorieën en een aparte categorie voor G- topsport. Het betreft financiële categorieën, met een maximum bedrag per categorie. In de eerste Vlaamse topsporttakkenlijst 2002-2004 werden 27 sporttakken met hun disciplines opgenomen (zie ook bijlage 1): 1 Categorie 1 (max. 175.000 euro): atletiek, gymnastiek, judo, tennis, wielrennen en zwemmen; 2 Categorie 2 (max. 100.000 euro): basketbal, handbal, paardrijden, triatlon-duatlon, volleybal en zeilen; 3 Categorie 3 (max. 37.500 euro): badminton, roeien en squash; 4 Categorie 4 (max. 18.600 euro): boogschieten, kajak, korfbal, reddend zwemmen, rolschaatsen, schermen, schieten, taekwondo, tafeltennis, waterski en windsurfen; 5 Aparte Categorie (max. 62.500 euro): gehandicaptensport; 6 Aparte categorie voor sporttakken die niet behoren tot punt 1 tot en met 5 maar die wel door topsporters worden beoefend die deelnemen aan Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Europese Jeugd Olympische Dagen (EYOD) en Wereldspelen; 7 Aparte categorie voor sporttakken die niet behoren tot punt 1 tot en met 5 maar die wel aangeboden worden door sportfederaties die een Europees kampioenschap, een Wereldkampioenschap of een Wereldbekerwedstrijd voor junioren en senioren in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad organiseren. Bijzondere voorwaarden werden opgelegd aan de sportfederaties die subsidies wensten te verkrijgen voor (1) de voorbereiding en deelname aan internationale wedstrijden van geregistreerde topsporters, (2) de participatie in een topsportschool, (3) de organisatie van Europese kampioenschappen, wereldkampioenschappen en wereldbekerwedstrijden voor junioren en senioren in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en (4) de voorbereiding en deelname aan Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Europese Jeugd Olympische dagen (EYOD) en Wereldspelen. 1.1.3. Topsportactieplan Vlaanderen I (2005-2008) Op 6 april 2004 werd het eerste Topsportactieplan Vlaanderen ooit opgesteld door de Stuurgroep Topsport. Het Topsportactieplan Vlaanderen I was gericht op de eerste fase (korte termijn) 2004 en de Olympiade 2005 2008 (Beijing) en werd integraal opgenomen in de beleidsnota Sport 2004-2009 van de toenmalige minister van Sport, Bert Anciaux. In deze periode werd het Topsportactieplan Vlaanderen I (2005-2008) nagenoeg volledig uitgevoerd, met ondermeer de nieuwe initiatieven Pool van Toptrainers, Pool van Jeugdtrainers Topsport (beperkte opstart) en vernieuwde aandacht voor de Olympische ploegsporten en Topsport voor gehandicapten (G-topsport). Bovendien werden bestaande initiatieven op vlak van de topsportscholen, projecten inzake tewerkstelling en de combinatie Topsport en hoger onderwijs, alsook de begeleiding en ondersteuning van de Vlaamse topsportfederaties verder uitgebouwd. 7

1.1.4. Uitvoeringsbesluit Topsport (20 mei en 31 mei 2005) Op voorstel van Bloso na advies van de Stuurgroep Topsport, werden de weerhouden sporttakken door de Vlaamse regering vastgelegd in een Vlaamse topsporttakkenlijst voor de Olympiade Beijing (2005-2008). De maximum subsidiebedragen voor de vier subsidiëringcategorieën en de aparte categorie voor gehandicaptentopsport werden verhoogd. Met het Uitvoeringsbesluit Topsport van 20 mei 2005 werden 25 subsidieerbare topsporttakken met hun disciplines opgenomen. Op 31 mei 2005 werd taekwondo via ministerieel besluit eveneens toegevoegd als 26 ste subsidieerbare sporttak aan de Vlaamse topsporttakkenlijst 2005-2008 (zie ook bijlage 1): 1 Categorie 1 (max. 225.000 euro): atletiek, basketbal, gymnastiek, judo, tennis en wielrennen; 2 Categorie 2 (max. 150.000 euro): kajak, paardrijden, roeien, triatlon-duatlon, volleybal, zeilen, windsurfen en zwemmen; 3 Categorie 3 (max. 75.000 euro): badminton, handbal, rolschaatsen, schermen, squash en tafeltennis; 4 Categorie 4 (max. 37.500 euro): boogschieten, ju-jitsu, korfbal, schieten, taekwondo en waterski; 5 Aparte Categorie (max. 125.000 euro): gehandicaptensport; 6 Aparte categorie voor sporttakken die niet behoren tot punt 1 tot en met 5 maar die wel door topsporters worden beoefend die deelnemen aan Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Europese Jeugd Olympische Dagen (EYOD) en Wereldspelen; 7 Aparte categorie voor sporttakken die niet behoren tot punt 1 tot en met 5 maar die wel aangeboden worden door sportfederaties die een Europees kampioenschap, een Wereldkampioenschap of een Wereldbekerwedstrijd voor junioren en senioren in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad organiseren. 1.1.5. Uitvoeringsbesluit Topsport (19 december 2008) Op voorstel van Bloso na advies van de Stuurgroep Topsport, werden de weerhouden sporttakken door de Vlaamse regering vastgelegd in een Vlaamse topsporttakkenlijst voor de Olympiade Londen (2009-2012). Opnieuw werden de maximum subsidiebedragen voor de vier subsidiëringcategorieën en de aparte categorie voor G-topsport verhoogd. Met het Uitvoeringsbesluit Topsport van 19 december 2008 werden 25 subsidieerbare topsporttakken met hun disciplines opgenomen op de derde Vlaamse topsporttakkenlijst 2009-2012. Later werden ook voetbal via het ministerieel besluit van 5 juni 2009 en golf via het ministerieel besluit van 30 april 2010 toegevoegd als subsidieerbare sporttak aan de Vlaamse topsporttakkenlijst 2009-2012 (zie ook bijlage 1): 1 Categorie 1 (max. 350.000 euro): atletiek, basketbal, gymnastiek, judo, tennis, volleybal, voetbal, wielrennen en zwemmen; 2 Categorie 2 (max. 225.000 euro): kajak, paardrijden, roeien, triatlon-duatlon en zeilenwindsurfen; 3 Categorie 3 (max. 120.000 euro): badminton, golf,handbal, snowboard en tafeltennis; 4 Categorie 4 (max. 65.000 euro): boogschieten, ju-jitsu, korfbal, rolschaatsen, schermen, squash en taekwondo; 5 Aparte Categorie (max. 350.000 euro): gehandicaptensport; 6 Aparte categorie voor sporttakken die niet behoren tot punt 1 tot en met 5 maar die wel door topsporters worden beoefend die deelnemen aan Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Europese Jeugd Olympische Dagen (EYOD) en Wereldspelen. Bijkomende voorwaarden werden opgelegd aan de sportfederaties die subsidies wensten te verkrijgen voor (1) de voorbereiding en deelname aan internationale wedstrijden, de structurele topsportwerking, de begeleiding en omkadering van geregistreerde elitesporters, beloftevolle 8

jongeren en jonge topsporttalenten en voor programma s van talentdetectie en talentontwikkeling aanvullend op de werking van de topsportschool, (2) de voorbereiding en deelname aan Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Europese Jeugd Olympische dagen (EYOD) en Wereldspelen van de pregeselecteerde en geselecteerde topsporters, (3) de participatie in een topsportschool en (4) de organisatie van Europese kampioenschappen, wereldkampioenschappen en wereldbekerwedstrijden voor junioren en senioren in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel- Hoofdstad organiseren. 1.1.6. Strategische nota Topsport 2009-2012 In de periode februari tot april 2009 heeft de Stuurgroep Topsport, bij gebrek aan een nieuw Topsportactieplan II (2009-2012), een strategische nota 2009-2012 opgesteld, waarin een consensus werd bereikt i.v.m. het Vlaams topsportbeleid 2009-2012: Missie: resultaten behalen op internationale kampioenschappen in de erkende Vlaamse topsporttakken en/of ondersteunde sportdisciplines, en het realiseren van een concurrentieel topsportklimaat in Vlaanderen; Visie: maximaal uitbouwen van de prestatiebepalende factoren waarop het beleid invloed kan uitoefenen; Strategische doelstellingen: (1) het maximaliseren van de topsportresultaten op Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Wereldspelen, wereldkampioenschappen en Europese kampioenschappen en (2) de verbetering van het topsportklimaat via de prestatiebepalende factoren, namelijk professionalisering van de topsportfederaties, de topsportloopbaan, de trainingsfaciliteiten en -infrastructuur, sportwetenschappelijk onderzoek en begeleiding en de organisatie van nationale en internationale competities; Prestatiebepalende factoren en de randvoorwaarden: financiële ondersteuning van het topsportbeleid door de Vlaamse overheid, alsook de organisatie en structuur van het topsportbeleid en de strategische keuze van de te ondersteunen sporttakken. 1.1.7. Topsportactieplan Vlaanderen II (2009-2012) Op 30 september 2009 werd het Topsportactieplan Vlaanderen II (2009-2012) gefinaliseerd, na het aantreden van de nieuwe Vlaamse Regering (2009-2014) en ruim een jaar na de Olympische Spelen van Beijing 2008. Het Topsportactieplan Vlaanderen II (2009-2012) werd integraal opgenomen in de beleidsnota Sport 2009-2014 van de minister van Sport, Philippe Muyters, en nagenoeg volledig uitgevoerd. De strategische krijtlijnen uit de strategische nota 2009-2012 werden integraal overgenomen. De noodzakelijke randvoorwaarden voor het uitbouwen van een integraal topsportbeleid, zoals beschreven in het Topsportactieplan Vlaanderen I (2005-2008), werden grotendeels behouden en verder uitgebreid. 1.1.8. Strategische nota Topsport 2013-2016 In de periode oktober 2011 tot juni 2012 heeft een strategische werkgroep samengesteld door de Stuurgroep Topsport een strategische nota 2013-2016 opgesteld, waarin de krijtlijnen voor het Topsportactieplan Vlaanderen III (2013-2016) werden uitgetekend: Doel: Medailles en finales (top-8) op OS, WK en EK in Olympische disciplines en medailles op WK en Paralympische Spelen in Paralympische disciplines; 9

Focus: Binnen de groep Olympische disciplines hoofdzakelijk investeren in een beperkt aantal (±10) focussporten (vast te leggen per Olympiade) + windows of opportunity (ad hoc ondersteuning van niet-structurele projecten met slaagkansen op korte termijn voor het behalen van top-8 plaatsen op Olympische Spelen); Centralisatie op het terrein: 3 topsportcentra in Vlaanderen en een één-campus-model per sporttak; Centralisatie inzake beleid: 1 Vlaams topsportloket met alle operationele bevoegdheden inzake uitvoering Vlaams topsportbeleid, inclusief communicatie en visibiliteit voor Vlaanderen via Topsport. 1.1.9. Uitvoeringsbesluit Topsport (30 november 2012) Op voorstel van Bloso na advies van de toenmalige Stuurgroep Topsport, werden de weerhouden sporttakken door de Vlaamse regering vastgelegd in een Vlaamse topsporttakkenlijst voor de Olympiade Rio (2013-2016). De weerhouden Olympische disciplines werden opgenomen in de categorie 1 tot en met categorie 3, de weerhouden niet-olympische disciplines werden opgenomen in categorie 4 en de Paralympische disciplines werden, in lijn met de voorgaande Olympiades, opgenomen in een aparte categorie. 24 subsidieerbare topsporttakken met hun disciplines werden opgenomen op de vierde Vlaamse topsporttakkenlijst 2013-2016 (zie ook bijlage 1): 1 Categorie 1 (max. 350.000 euro): atletiek, gymnastiek, hockey, judo, paardrijden, tennis, volleybal, wielrennen, zeilen-windsurfen en zwemmen; 2 Categorie 2 (max. 225.000 euro): basketbal, kajak, snowboard en voetbal; 3 Categorie 3 (max. 120.000 euro): badminton, golf, roeien, schermen, tafeltennis en triatlon; 4 Categorie 4 (max. 65.000 euro): ju-jitsu, korfbal en rolschaatsen; 5 Aparte Categorie (max. 350.000 euro): gehandicaptensport. 6 Aparte categorie voor sporttakken die niet behoren tot punt 1 tot en met 5 maar die wel door topsporters worden beoefend die deelnemen aan Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Europese Jeugd Olympische Dagen (EYOD) en Wereldspelen; 1.1.10. Topsportactieplan Vlaanderen III (2013-2016) Op 3 december 2012 werd het Topsportactieplan Vlaanderen III (2013-2016) goedgekeurd door de Vlaamse minister van Sport, Philippe Muyters. De strategische krijtlijnen uit de strategische nota 2013-2016 werden integraal overgenomen. De actiepunten uit het Topsportactieplan Vlaanderen II (2009-2013) werden geëvalueerd en aangepast/uitgebreid waar nodig. Voor het eerst werd sterk gefocust op een beperkt aantal topsporttakken en ad hoc windows of opportunity. Voorts werd een centralisatie gerealiseerd inzake beleid (één Vlaams topsportloket onder Sport Vlaanderen) en waar mogelijk inzake Vlaamse trainingsinfrastructuur (één-campusmodel per sporttak en/of sporttakoverschrijdend). 10

1.2. Financiële ondersteuning van de Topsport door de Vlaamse overheid 2009-2016 1.2.1. Topsportmiddelen De financiële ondersteuning van de Vlaamse topsportfederaties werd de voorbije Olympiades gestaag uitgebouwd, in lijn met de doelstellingen en de nieuwe strategische keuzes van de Vlaamse overheid, zoals vastgelegd in de respectieve Vlaamse topsporttakkenlijsten. In de Olympiade Londen (2009-2012) werd de nadruk reeds gelegd op het behalen van resultaten op internationale kampioenschappen in de erkende Vlaamse topsporttakken en/of ondersteunde sportdisciplines, en om een concurrentieel topsportklimaat in Vlaanderen te realiseren. In de Olympiade Rio (2013-2016) werd nog meer gefocust op de ondersteuning van Vlaamse geregistreerde topsporters met de concrete doelstelling en slaagkansen op het behalen van medailles en finales (top-8) op Olympische Spelen, wereldkampioenschappen en Europese kampioenschappen in Olympische disciplines, evenals medailles op Paralympische Spelen, wereldkampioenschappen en Europese kampioenschappen in Paralympische disciplines. In mindere mate werd eveneens geïnvesteerd in (niet-olympische) disciplines die op het programma staan van de Wereldspelen, met het oog op het behalen van medailles op mondiale competities (Wereldspelen en wereldkampioenschappen). Figuur 2 toont een overzicht van de jaarlijkse investeringen Topsport van de Vlaamse overheid in de Olympiade Londen (2009-2012) en Rio (2013-2016), via subsidies en werkingsmiddelen Topsport van Bloso/Sport Vlaanderen, werkingsmiddelen Topsport van het departement CJSM (dat tot 2015 enkele bevoegdheden inzake Topsport had) en de meerwaarde van toegekende investeringen ten behoeve van Vlaamse topsportfederaties via het project BeGold (waarin de Vlaamse overheid jaarlijks voorziet in bijdrage van 740.000 euro via werkingmiddelen Topsport). Vanaf 1 januari 2016 werden alle beleidsondersteunende en -uitvoerende opdrachten in verband met het Vlaams (top)sportbeleid samengebracht onder één-loket binnen Sport Vlaanderen, en werden de bevoegdheden en topsportkredieten van het departement CJSM overgeheveld. Het Vlaams topsportbudget schommelt jaarlijks rond 22 miljoen euro, en werd eenmalig verhoogd met de investeringssubsidies in trainingsinfrastructuur Topsport (10 miljoen euro over de Olympiade Rio). 30.000.000 25.000.000 20.000.000 15.000.000 10.000.000 1,4M 6,9M 1,6M 3,1M 4,6M 1,1M 1,0M 1,1M 1,0M 0,6M 1,1M 1,3M 6,1M 5,9M 5,9M 4,5M 3,4 3,4M 1,3M 1,2M 1,6M 1,9M 1,8M 1,7M 4,8M 5,4M 5,1M 6,5M 7,1M 6,7M 4,8M 1,3M 2,1M 10,2M SLA (topsportinfrastructuur) meerwaarde project BeGold Departement CJSM: Subsidie & financiering Bloso/Sport Vlaanderen: Tewerkstelling topsporters 5.000.000 0 8,3M 8,7M 8,7M 9,2M 8,6M 8,5M 8,6M 8,9M 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Bloso/Sport Vlaanderen: Financiering Bloso/Sport Vlaanderen: Subsidie Figuur 2: Evolutie van het jaarlijks Vlaams topsportbudget in de periode 2009-2016 11

Teneinde de doelstellingen te kunnen behalen met de schaarse beschikbare middelen voor Topsport, werd vanaf de Olympiade Rio (2013-2016) hoofdzakelijk geïnvesteerd in een beperkt aantal focussporten (Olympische disciplines, categorie 1 van de Vlaamse topsporttakkenlijst) en ad hoc in een aantal windows of opportunity (topsporters met slaagkansen, die evenwel geen deel uitmaken van een structureel ondersteunde Vlaamse topsportfederatie). Figuur 3 toont de bestemming van de Vlaamse topsportmiddelen in de voorbije Olympiades Londen (2009-2012) en Rio (2013-2016), inclusief de financieringen via het project BeGold. In bijlage 2 wordt in de fiche per sporttak een gedetailleerd overzicht weergegeven van de toegekende investeringen Topsport door de Vlaamse overheid in de periode 2009-2016, alsook van de topsportpopulatie, de trainersomkadering, de doelstellingen en de resultaten. Olympiade Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) 87.091.000 euro 97.562.000 euro 5,2% 2,4% 20,6% 13,2% 54,5% 2,4% 6,0% Olympische disciplines - Topsporttakkenlijst cat.1 3,4% Olympische disciplines - Windows of Opportunity Olympische disciplines - 15,5% Topsporttakkenlijst cat.2-3-4 Paralympische disciplines 4,6% 68,1% Niet-Olympische disciplines 4,1% Categorieoverschrijdende investeringen Figuur 3: Bestemming van Vlaamse topsportmiddelen in de periode 2009-2016 1.2.2. Doelstellingen en resultaten 2009-2016 Tabel 1 geeft een overzicht per sporttak van de recente historiek inzake doelstellingen en resultaten op Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Wereldspelen, wereldkampioenschappen en Europese kampioenschappen door en met Vlaamse topsporters van sporttakken die in de Olympiade 2013-2016 structureel werden ondersteund. Het betreft de door de topsportfederatie opgegeven doelstellingen, voor aanvang van de nieuwe Olympiade, en de uiteindelijk behaalde resultaten voor de Olympiade Londen (2009-2012) en de Olympiade Rio (2013-2016). (zie ook bijlage 2) Naast een overzicht van het aantal vooropgestelde/behaalde medailles en top-8 plaatsen, wordt ook de Vlaamse topsportindex weergegeven (zie verder), in functie van een vergelijking van de resultaten doorheen de jaren en als prestatiebarometer voor het integrale Vlaams topsportbeleid. In de voorlaatste kolom wordt de maximum haalbare index in de Olympiade 2013-2016 weergegeven voor disciplines waarin Vlaamse topsporters deelnamen aan Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Wereldspelen, wereldkampioenschappen en Europese kampioenschappen. In de laatste 3 (groene) kolommen worden achtereenvolgens weergegeven: (1) het maximum te behalen indexpunten voor alle disciplines in de betrokken sporttak per land, op basis van het aantal quotaplaatsen per land per competitie, (2) het maximum te behalen indexpunten voor disciplines in de betrokken sporttak met een Vlaamse deelname op EK-WK-OS in de lopende Olympiade en (3) het Vlaams marktaandeel per sporttak, op basis van de verhouding tussen het aantal door Vlaamse topsporters behaalde indexpunten en het maximum te behalen indexpunten voor alle disciplines in de betrokken sporttak per land in de lopende Olympiade. Het marktaandeel laat toe de resultaten per sporttak beter te interpreteren, aangezien het aantal disciplines en het maximum haalbare indexpuntenaantal sterk verschilt over alle sporttakken heen. 12

Type Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Index Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Index Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Index Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Index Max. te behalen indexpunten per land Max. indexpunten obv Vlaamse deelname Marktaandeel Vlaanderen tov totaal Tabel 1: Overzicht van de recente historiek inzake doelstellingen en resultaten op OS, PS, WS, WK en EK door en met Vlaamse topsporters (senioren) van sporttakken die structureel werden ondersteund Doelstellingen 2009-2012 Resultaten 2009-2012 Doelstellingen 2013-2016 Resultaten 2013-2016 EK WK OS EK WK OS EK WK OS EK WK OS Sporttak Atletiek OS 0 2 1 8 1 6 120 3 8 0 2 0 3 81 5 7 1 6 1 3 128 2 8 1 0 0 1 50 9.144 4.320 0,5% Badminton OS 2 2 0 0 0 0 20 1 0 0 0 0 0 9 1 2 0 1 0 1 22 0 1 0 0 0 0 2 1.092 1.092 0,2% Basketbal OS 0 1 0 0 0 1 30 0 0 0 0 0 0 0 0 2 0 1 0 0 36 0 0 0 0 0 0 0 360 180 0,0% Bobslee OS - - - - - - - 0 0 0 0 0 0 0 - - - - - - - 1 2 0 1 0 1 24 810 540 3,0% Boksen OS - - - - - - - 0 0 0 0 0 0 0 - - - - - - - 0 1 0 0 0 0 2 756 60 0,3% Boogschieten OS 0 4 0 0 0 1 16 0 0 0 0 0 0 0 1 2 0 1 0 1 22 1 0 0 0 0 0 9 576 270 1,6% Gewichtheffen OS 2 2 0 0 0 0 8 2 2 0 0 0 0 8 2 2 0 0 0 0 8 1 2 0 0 0 0 5 1.824 240 0,3% Golf OS - - - - - - - - - - - - - - - - 0 0 0 0 0 - - 0 0 0 1 8 288 232 2,8% Gymnastiek OS 3 0 0 0 0 0 9 0 10 0 1 0 0 16 4 11 3 4 1 1 91 0 6 0 0 0 1 16 3.476 3.386 0,5% Hockey OS - - - - - - - 0 3 0 0 0 1 42 1 1 0 1 1 1 72 1 3 0 1 1 0 66 360 360 18,3% Judo OS 5 4 4 2 1 1 88 4 2 1 2 0 2 43 5 5 0 4 1 1 63 1 3 1 1 1 0 41 1.464 924 2,8% Kajak OS 0 16 0 8 0 4 93 0 2 0 2 0 0 11 3 7 2 4 1 2 70 0 2 0 1 0 0 7 1.236 450 0,6% Kunstschaatsen OS - - - - - - - 1 2 0 1 0 0 7 - - - - - - - 0 0 0 1 0 0 2 1.008 360 0,2% Paardensport OS 1 5 1 2 0 4 95 1 3 1 2 0 0 43 3 2 1 2 1 3 126 0 3 0 1 0 0 16 870 870 1,8% Roeien OS 0 3 0 8 0 3 65 0 2 0 1 0 0 6 0 8 0 4 0 2 63 0 5 0 1 0 1 15 1.212 312 1,2% Schermen OS 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 2 0 2 0 1 18 0 0 0 0 0 0 0 1.464 736 0,0% Snelschaatsen OS - - - - - - - - - 1 0 0 0 12 - - - - - - - - - 0 7 0 2 36 1.372 888 2,6% Snowboard OS - - 2 1 0 0 28 - - 1 0 0 0 18 - - 0 3 1 0 36 - - 1 2 0 0 7 1.400 480 0,5% Taekwondo OS 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2 3 0 1 0 1 30 4 2 1 0 0 2 36 486 180 7,4% Tafeltennis OS 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 532 356 0,0% Tennis OS - - 2 8 0 0 11 - - 7 2 0 1 27 - - 0 4 1 0 26 - - 1 1 0 0 2 944 944 0,2% Triatlon OS 1 4 0 2 0 1 19 0 0 0 0 0 0 0 0 4 0 0 0 1 12 0 1 0 2 0 1 11 536 536 2,1% Voetbal OS - - - - - - - 0 0 0 0 0 0 0 0 2 0 2 0 2 60 0 1 0 1 0 0 18 360 180 5,0% Volleybal OS 0 0 0 0 0 0 0 0 3 0 0 0 0 5 0 5 0 0 0 1 39 1 2 0 0 0 0 30 864 612 3,5% Wielrennen OS 2 12 5 36 2 5 207 2 9 1 7 0 2 62 0 19 1 23 1 8 155 4 9 0 9 2 1 98 2.352 1.950 4,2% Zeilen OS 0 10 0 10 1 4 86 1 2 1 2 1 0 39 2 6 1 4 1 2 92 0 3 2 1 0 1 25 2.386 1.236 1,0% Zwemmen OS 2 6 0 0 0 3 57 0 9 0 2 0 1 40 3 16 1 3 0 3 105 3 10 0 4 1 3 121 4.098 2.790 3,0% Totaal ondersteunde OS 18 71 15 85 5 35 952 15 57 13 24 1 10 469 33 106 10 70 10 34 1.274 19 64 7 34 5 15 647 41.270 23.614 1,6% TOTAAL G-Sport 7-12 - 8-176 9-12 - 5-340 8-12 - 6-177 13-9 - 8-270 49.705 6.690 0,5% Ju-Jitsu NOS 3 0 2 0 1 0 33 3 9 2 5 1 0 47 11 24 9 18 1 2 110 10 26 10 6 0 2 93 1.590 1.200 5,8% Korfbal NOS 1 0 1 0 1 0 90 1 0 1 0 1 0 90 1 0 1 0 1 0 90 1 0 1 0 1 0 90 90 90 100% Rolschaatsen NOS 21 13 14 16 2 0 120 27 27 16 9 0 2 129 48 40 25 14 2 2 213 33 36 7 9 4 3 159 1.560 1.380 10,2%

1.2.3. Vlaamse Topsportindex Medailles op grote internationale wedstrijden vormen een graadmeter voor het succes van het topsportbeleid. Deze graadmeter blijft natuurlijk beperkt tot sporten waarvoor in die jaren mondiale en continentale kampioenschappen worden georganiseerd. Om een goede vergelijking te maken van de geleverde topsportprestaties door onze Vlaamse atleten, volstaat het niet om louter het aantal behaalde medailles op de Olympische Spelen te vergelijken met voorgaande beleidsperiodes. Sinds 2011 worden de mondiale en continentale topsportprestaties per sporttak ingeschaald in een Vlaamse Topsportindex, die maandelijks wordt berekend en gerapporteerd door Sport Vlaanderen. Een afzonderlijke Topsportindex wordt berekend voor Olympische en Paralympische disciplines. De topsportprestaties in niet-olympische disciplines worden niet systematisch berekend, maar kunnen wel op eenzelfde wijze worden ingeschaald. Bij de berekening van de Vlaamse Topsportindex werden volgende afspraken gemaakt om de topsportresultaten in te schalen: Medailles (factor=3) wegen zwaarder dan top-8 plaatsen (factor=1). Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen goud, zilver en brons, alsook niet tussen 4de tot 8ste plaatsen; Resultaten op mondiale competities (factor=2) wegen zwaarder dan resultaten op de continentale competities (factor= 1); Resultaten van ploegsporten (factor=3) en samengestelde teams (factor=1,5) wegen zwaarder dan individuele resultaten (factor=1); Kampioenschappen die vierjaarlijks (factor=4), tweejaarlijks (factor=2) of driemaal per Olympiade (factor=1,33) worden georganiseerd, wegen zwaarder dan resultaten op jaarlijkse kampioenschappen (factor = 1); Resultaten in Olympische disciplines (1) wegen zwaarder dan resultaten in Paralympische (en niet-olympische) disciplines (factor = 0,5). 1.2.3.1. Vlaamse Topsportindex in Olympische disciplines De Vlaamse Topsportindex in Olympische disciplines omvat alle behaalde medailles en finaleplaatsen (4 de tot 8 ste plaats) op Olympische Spelen, wereldkampioenschappen en Europese kampioenschappen in Olympische zomer- en winterdisciplines. De topsportkalender van de Olympische disciplines verloopt reeds meerdere Olympiades volgens een vast stramien. Dit maakt het mogelijk om topsportprestaties van representatieve periodes met elkaar te vergelijken op basis van een maandelijks voortschrijdende topsportindex. Het betreft een maandelijkse meting van de behaalde indexpunten per land over de voorbije periode van 48 maanden ( 1 Olympiade), waarbij de meetperiode steeds met één maand verschuift. In de Olympische zomerdisciplines waar geen open wereldkampioenschap wordt georganiseerd, worden equivalente mondiale competities in rekening gebracht, evenwel gecorrigeerd voor hun hogere frequentie (bvb. Grandslam tennis 16x/Olympiade, Major golf heren 16x/Olympiade, Major golf dames 20x/Olympiade en Triathlon Series ca. 28x/Olympiade). Met uitzondering van golf en tennis worden in alle Olympische zomerdisciplines (meer)jaarlijkse continentale kampioenschappen georganiseerd. In de Olympische winterdisciplines is dit het geval voor slechts 6 van de 15 sporttakken, waar voor biatlon bobslee, curling, kunstschaatsen, rodelen en skeleton afzonderlijke medaille-events worden georganiseerd volgens het format van de Olympische Winterspelen. De Europese allround-kampioenschappen in shorttrack en snelschaatsen worden om die reden niet opgenomen in de indexberekening.

jan-05 jul-05 jan-06 jul-06 jan-07 jul-07 jan-08 jul-08 jan-09 jul-09 jan-10 jul-10 jan-11 jul-11 jan-12 jul-12 jan-13 jul-13 jan-14 jul-14 jan-15 jul-15 jan-16 jul-16 Doorheen de afgelopen Olympiades zijn steeds meer landen gaan deelnemen (en investeren) in Olympische Spelen en mondiale competities, in de wedloop naar mondiale medailles. Het aantal medaille-events in zomerdisciplines bleef daarbij zo goed als constant in de afgelopen Olympiades, het aantal Olympische winterdisciplines steeg van 84 in de Olympiade Beijing (2005-2008) naar 98 in de Olympiade Rio (2013-2016). Belgische topsporters behaalden 670 punten in de Olympiade Athene, 590 punten in de Olympiade Beijing, 622 punten in de Olympiade Londen en 906 punten in de Olympiade Rio, respectievelijk de 28 ste, 28 ste, 30 ste en 26 ste plaats op de Europese landenrangschikking. Vlaamse topsporters behaalden 514 punten in de Olympiade Athene, 472 punten in de Olympiade Beijing, 397 punten in de Olympiade Londen en 650 punten in de Olympiade Rio. In de afgelopen Olympiade werden de meeste indexpunten behaald in de sporttakken zwemmen, wielrennen, atletiek, judo, taekwondo, zeilen, hockey en volleybal. Een gedetailleerd overzicht van de topsportindex per sporttak wordt in de fiche per sporttak in bijlage 2 weergegeven. Figuur 4 toont de voortschrijdende som van de Belgische topsportindex in Olympische zomerdisciplines tijdens de afgelopen Olympiades. Belgische indexpunten kunnen hierbij behaald worden door (1) teams die uitsluitend uit Vlaamse topsporters bestaan (=Vlaams), (2) teams die zowel uit Vlaamse als Waalse topsporters bestaan (=Bicommunautair) of (3) teams die uitsluitend uit Waalse topsporters bestaan(=waals). 1.000 Vlaams Bicommunautair Waals 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio Figuur 4: Voortschrijdende topsportindex in Olympische disciplines tijdens de afgelopen Olympiades Na de Olympische Spelen 2008 te Beijing daalde het marktaandeel van Vlaanderen ( 0,09% van de wereldbevolking) van 0,40% naar een historisch dieptepunt van 0,30% in juli 2013. Sindsdien is het marktaandeel in een remonte en werd bij het afsluiten van de Olympiade Rio (2013-2016) 0,50% van alle indexpunten behaald door Vlaamse topsporters, mede dankzij de goede prestaties op de Olympische Spelen 2016 te Rio. Ook het marktaandeel van België is hierdoor gestegen naar een historisch hoogtepunt van 0,69%. In vergelijking met concurrerende landen met enigszins vergelijkende populatie, inkomen en maatschappelijke context (o.a. Denemarken en Nederland) hinkt België echter nog steeds achterop (zie figuur 5). 15

sep-04 mrt-05 sep-05 mrt-06 sep-06 mrt-07 sep-07 mrt-08 sep-08 mrt-09 sep-09 mrt-10 sep-10 mrt-11 sep-11 mrt-12 sep-12 mrt-13 sep-13 mrt-14 sep-14 mrt-15 sep-15 mrt-16 jan-05 jul-05 jan-06 jul-06 jan-07 jul-07 jan-08 jul-08 jan-09 jul-09 jan-10 jul-10 jan-11 jul-11 jan-12 jul-12 jan-13 jul-13 jan-14 jul-14 jan-15 jul-15 jan-16 jul-16 4,00% 3,50% 3,00% 2,50% 2,00% 1,50% 1,00% 0,50% 0,00% Vlaanderen België Denemarken Nederland Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio Figuur 5: Marktaandeel in Olympische disciplines tijdens de afgelopen Olympiades obv de topsportindex Hoewel bovenstaande voortschrijdende Olympische topsportindex een goede prestatiebarometer blijkt voor het integrale Vlaams topsportbeleid, dringt een opdeling in Olympische zomer- en winterdisciplines zich op. De vierjaarlijkse evaluatie van het Vlaams topsportbeleid stemt volledig overeen met de Olympische zomercyclus, terwijl de Olympische wintercyclus dan halfweg is, met de aanvang van het kwalificatietraject voor de Olympische Winterspelen. Voorts verschilt het Europees marktaandeel in mondiale competities aanzienlijk tussen zomer- en winterdisciplines, respectievelijk 51% en 72% in de periode 2013-2016. Om die reden wordt in de berekening van de Vlaamse topsportindex hieronder een onderscheid gemaakt tussen zomer- en winterdisciplines. Vlaamse Topsportindex in Olympische zomerdisciplines België scoorde 624 punten in de Olympiade Athene, 570 punten in de Olympiade Beijing, 591 punten in de Olympiade Londen en 834 punten in de Olympiade Rio, respectievelijk de 26 ste, 27 ste, 25 ste en 22 ste plaats op de Europese landenrangschikking. Vlaanderen scoorde 472 punten in de Olympiade Athene, 452 punten in de Olympiade Beijing, 366 punten in de Olympiade Londen en 578 punten in de Olympiade Rio. Figuur 6 toont de voortschrijdende som van de Belgische topsportindex in Olympische zomerdisciplines tijdens de afgelopen Olympiades. 900 Vlaams Bicommunautair Waals 800 700 600 500 400 300 200 100 0 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio Figuur 6: Voortschrijdende topsportindex in Olympische zomerdisciplines tijdens de afgelopen Olympiades 16

sep-04 mrt-05 sep-05 mrt-06 sep-06 mrt-07 sep-07 mrt-08 sep-08 mrt-09 sep-09 mrt-10 sep-10 mrt-11 sep-11 mrt-12 sep-12 mrt-13 sep-13 mrt-14 sep-14 mrt-15 sep-15 mrt-16 Na de Olympische Spelen 2008 te Beijing daalde het marktaandeel van Vlaanderen ( 0,09% van de wereldbevolking) van 0,40% naar een historisch dieptepunt van 0,28% in juli 2013. Sindsdien is het marktaandeel in een remonte en wordt momenteel 0,44% van alle indexpunten behaald door Vlaamse topsporters, mede dankzij de goede prestaties op de Olympische Spelen 2016 te Rio. Ook het marktaandeel van België is hierdoor gestegen naar een historisch hoogtepunt van 0,63%. 3,00% 2,50% Vlaanderen België Denemarken Nederland Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 2,00% 1,50% 1,00% 0,50% 0,00% Figuur 7: Marktaandeel in Olympische zomerdisciplines tijdens de afgelopen Olympiades obv de topsportindex Vlaamse Topsportindex in Olympische winterdisciplines Net als bij de Olympische zomerdisciplines verloopt de topsportkalender van de Olympische winterdisciplines reeds meerdere Olympiades volgens een vast stramien, waardoor het mogelijk wordt om topsportprestaties van representatieve periodes met elkaar te vergelijken op basis van een maandelijks voortschrijdende topsportindex. Een winterseizoen loopt hierbij steeds van november tot mei. Het aantal medaille-events in Olympische winterdisciplines, en dus ook het aantal toe te kennen indexpunten, steeg de voorbije Olympiades aanzienlijk. In de Olympiade Turijn (2003-2006) werden 23.800 indexpunten verdeeld over 84 disciplines, in de Olympiade Vancouver (2007-2010) 24.000 indexpunten over 86 disciplines en in de Olympiade Sochi (2011-2014) 27.000 indexpunten over 98 Olympische disciplines. In de lopende Olympiade Pyeongchang (2015-2018) zullen er 29.200 indexpunten behaald kunnen worden in 104 Olympische winterdisciplines. Belgische topsporters behaalden 17 punten in de Olympiade Turijn, 11 punten in de Olympiade Vancouver, 63 punten in de Olympiade Sochi en voorlopig (september 2016) 37 punten in de Olympiade Pyeongchang, respectievelijk de 28 ste, 27 ste, 21 ste en 20 ste plaats op de Europese landenrangschikking. Alle indexpunten werden behaald door Vlaamse individuele sporters in 5 wintersporten: kunstschaatsen, shorttrack, snowboard (vanaf 2011), snelschaatsen (vanaf 2013) en bobslee (vanaf 2014). Figuur 8 toont de voortschrijdende som van de Belgische topsportindex in Olympische winterdisciplines tijdens de afgelopen Olympiades. 17

nov-03 mei-04 nov-04 mei-05 nov-05 mei-06 nov-06 mei-07 nov-07 mei-08 nov-08 mei-09 nov-09 mei-10 nov-10 mei-11 nov-11 mei-12 nov-12 mei-13 nov-13 mei-14 nov-14 mei-15 nov-15 mei-16 nov-03 mei-04 nov-04 mei-05 nov-05 mei-06 nov-06 mei-07 nov-07 mei-08 nov-08 mei-09 nov-09 mei-10 nov-10 mei-11 nov-11 mei-12 nov-12 mei-13 nov-13 mei-14 nov-14 mei-15 nov-15 mei-16 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Olympiade Turijn Vlaams Bicommunautair Waals Olympiade Vancouver Olympiade Sochi Olympiade Pyeongchang Figuur 8: Voortschrijdende topsportindex in Olympische winterdisciplines tijdens de afgelopen Olympiades Na de Olympische Spelen 2006 te Turijn (2006) daalde het marktaandeel van België/Vlaanderen naar een historisch dieptepunt van 0,05%. Vanaf de Olympische Spelen te Sochi (2014) is een opwaartse trend merkbaar, o.a. door de successen van bobslee, snelschaatsen en snowboard. Het marktaandeel van België/Vlaanderen bedraagt momenteel 0,26%. 6,00% Vlaanderen/België Denemarken Nederland 5,00% 4,00% 3,00% 2,00% 1,00% 0,00% Olympiade Turijn Olympiade Vancouver Olympiade Sochi Olympiade Pyeongchang Figuur 9: Marktaandeel in Olympische winterdisciplines tijdens de afgelopen Olympiades obv de topsportindex 1.2.3.2. Vlaamse Topsportindex in Paralympische disciplines De Vlaamse Topsportindex in Paralympische disciplines omvat alle behaalde medailles op Paralympische Spelen, wereldkampioenschappen en Europese kampioenschappen in Paralympische zomer- en winterdisciplines. Het aantal medaille-events in Paralympische disciplines, en dus ook het aantal toe te kennen indexpunten, schommelde de voorbije Paralympiades aanzienlijk. In de Paralympiade Beijing (2005-2008) 80.000 indexpunten over 472 zomerdisciplines en 58 winterdisciplines, in de Paralympiade Londen (2009-2012) 104.000 indexpunten over 503 zomerdisciplines en 64 winterdisciplines en in de Paralympiade Rio (2013-2016) 105.000 indexpunten over 528 zomerdisciplines en 72 winterdisciplines. 18

aug-08 dec-08 apr-09 aug-09 dec-09 apr-10 aug-10 dec-10 apr-11 aug-11 dec-11 apr-12 aug-12 dec-12 apr-13 aug-13 dec-13 apr-14 aug-14 dec-14 apr-15 aug-15 dec-15 apr-16 aug-16 Belgische Paralympische topsporters behaalden 384 punten in de Paralympiade Beijing, 573 punten in de Paralympiade Londen en 454 punten in de Paralympiade Rio, respectievelijk de 22 ste, 20 ste en 25 ste plaats op de Europese landenrangschikking. Vlaanderen scoorde 228 punten in de Paralympiade Beijing, 433 punten in de Paralympiade Londen en 294 punten in de Paralympiade Rio. Vlaanderen scoorde hierbij hoofdzakelijk in atletiek, tafeltennis, wielrennen, zwemmen, boccia, paardrijden, goalbal en rolstoelrugby. (zie ook bijlage 2) De jaarlijkse topsportkalender van de Paralympische disciplines was minder verankerd als deze van de Olympische disciplines, maar meer en meer verloopt deze volgens een vast stramien. Vanaf de Paralympiade Beijing (2005-2008) is het mogelijk om topsportprestaties in Paralympische disciplines van representatieve periodes met elkaar te vergelijken op basis van een maandelijks voortschrijdende topsportindex. Figuur 10 toont de voortschrijdende som van de Belgische topsportindex in Paralympische disciplines tijdens de afgelopen 3 Paralympiades. Vlaams Bicommunautair Waals 700 600 500 400 300 200 100 Paralympiade Londen Paralympiade Rio 0 Figuur 10: Voortschrijdende topsportindex in Paralympische disciplines tijdens de afgelopen Olympiades Sinds de Paralympische Spelen 2008 van Beijing steeg het marktaandeel van Vlaanderen naar een historisch hoogtepunt van 0,44% (september 2012). Doorheen de Paralympiade Rio zakte het marktaandeel van Vlaanderen evenwel gestaag naar 0,24% (september 2015), maar mede door de 8 medailles op de Paralympische Spelen 2016 te Rio steeg het marktaandeel van Vlaanderen opnieuw naar 0,29%, en ligt daarmee op het niveau van de Olympiade Beijing (2005-2008). Nederland behoort tot de beste 10 landen inzake het behalen van topsportprestaties in Paralympische disciplines. Het marktaandeel van Nederland steeg aanzienlijk van 1,60% in september 2008 naar 3,2% in april 2015. Nederland behaalde 62 medailles op de Paralympische Spelen 2016 te Rio, en handhaafde daarmee haar marktaandeel van 3,2%. Het marktaandeel van Denemarken in Paralympische disciplines in de Olympiade Rio (2013-2016) ligt in lijn met het marktaandeel van België (zie figuur 11). 19

aug-08 dec-08 apr-09 aug-09 dec-09 apr-10 aug-10 dec-10 apr-11 aug-11 dec-11 apr-12 aug-12 dec-12 apr-13 aug-13 dec-13 apr-14 aug-14 dec-14 apr-15 aug-15 dec-15 apr-16 aug-16 Vlaanderen België Denemarken Nederland 3,50% 3,00% 2,50% 2,00% 1,50% 1,00% 0,50% 0,00% Figuur 11: Marktaandeel in Paralympische disciplines tijdens de afgelopen Olympiades obv de topsportindex 1.3. Voorbereiding Topsportactieplan Vlaanderen IV (2017-2020) De Stuurgroep Topsport heeft op 7 mei 2015 de timing en werkwijze vastgelegd voor het voorbereiden van het Topsportactieplan Vlaanderen IV (2017-2020). Naast het oprichten van een strategische werkgroep (voorzitter Philippe Paquay) werden volgende themawerkgroepen opgericht om de verschillende actiepunten voor te bereiden: vorming trainers en topsportloopbaan (voorzitter Mart Buekers), Olympische ploegsporten (voorzitter Eddy De Smedt), topsport en wetenschap, topsportkader, topsportinfrastructuur, en communicatie (voorzitter Paul Rowe) topsportevenementen (voorzitter Astrid Vervaet) en G-Topsport (voorzitter Jessica De Smet). De samenstelling, de vergaderkalender en participatie in de verschillende werkgroepen worden opgenomen in bijlage 3 van het Topsportactieplan Vlaanderen IV (2017-2020). 1.3.1. Strategische nota Topsport 2017-2020 Op 17 september 2015 ging de strategische werkgroep van om de krijtlijnen van het Vlaams topsportbeleid 2017-2020 voor te bereiden. Op 14 januari 2016 werden een nota strategische pijlers Topsportactieplan Vlaanderen IV (2017-2020) voorgesteld en besproken op de Stuurgroep Topsport (voorzitter Mart Buekers, samenstelling volgens ministerieel besluit van 13 februari 2014). Elk van onderstaande strategische pijlers wordt in de komende hoofdstukken in detail toegelicht en uitgewerkt. Het betreft meerbepaald: Terug naar de essentie: Talent Omkadering Programma ( TOP ); Doel: mondiale medailles en finales (top-8) en Europese medailles in Olympische disciplines en mondiale medailles in Paralympische disciplines; Focus: korte termijn focus op ad hoc prioritaire prestatieprogramma s en lange termijn focus op structurele/duurzame ontwikkelingsprogramma s; Voorwaardelijke ondersteuning t.b.v. prestatieprogramma s: operationele autonomie en verantwoordelijkheid voor de program driver (als uniek aanspreekpunt) en/of Technisch directeur Topsport; Voorwaardelijke ondersteuning t.b.v. ontwikkelingsprogramma s: duurzaamheid, autonomie en verantwoordelijkheid voor de technisch directeur Topsport (vervangt de gesubsidieerde/ 20

gefinancierde functie van coördinator Topsport en/of High Performance Manager) en/of de program driver ; Synergie tussen alle ondersteunende organisaties; Maatschappelijke relevantie van investeringen in Topsport; Centralisatie van de topsportwerking als middel. 1.3.2. Themawerkgroepen Topsportactieplan Vlaanderen IV (2017-2020) In elk van de werkgroepen werd door Sport Vlaanderen een stand van zaken per actiepunt toegelicht aan de hand van de werking en begroting 2013-2016. Elk actiepunt werd vervolgens door de respectieve werkgroep grondig inhoudelijk geëvalueerd en herwerkt tot een concreet voorstel. In elk van de themawerkgroepen werd per actiepunt een consensus bereikt. De ontwerpteksten per themawerkgroep werden een eerste maal besproken in de Stuurgroep Topsport van 23 juni 2016. Op basis van de feedback van de Stuurgroep Topsport werd door Sport Vlaanderen in de periode augustus-september 2016 een eerste ontwerpversie van het Topsportactieplan Vlaanderen IV (2017-2020) opgesteld. Deze ontwerpversie werd op 27 september 2016 aangeleverd aan de Stuurgroep Topsport. Voor elk actiepunt wordt de historiek en de stand van zaken weergegeven van de werking en de budgettering inzake de uitvoering van het Topsportactieplan Vlaanderen III (2013-2016). Vervolgens wordt de toekomstige werking besproken aan de hand van de beoogde doelstelling en doelgroep(en) (sporttakken, leeftijdscategorieën, ), de inhoud (nieuw of vernieuwd) van het actiepunt, (desgevallend) de criteria om in aanmerking te komen, de bevoegdheid en procedure inzake beslissing/toekenning en de wijze van evalueren. Aansluitend wordt een budgetraming 2017-2020 weergegeven. Tot slot wordt nogmaals aangegeven welke nieuwe (vernieuwde) elementen werden opgenomen t.o.v. de voorbije Olympiade Rio 2013-2016 (Topsportactieplan Vlaanderen III). 21

Hoofdstuk 2: Strategische krijtlijnen voor een performant Vlaams topsportbeleid 2.1. Organisatie en structuur van het Vlaams topsportbeleid Topsport speelt zich af in een internationale context en wordt gekenmerkt door een intrinsiek streven naar steeds betere prestaties op internationale kampioenschappen in vergelijking met vroegere en huidige concurrenten. De zogenaamde mondiale medaillewedloop beïnvloedt zowel de structuur als de cultuur van het topsportlandschap. In vele (vooral Westerse) landen is sprake van een centralisatie van het topsportbeleid, een toenemende overheidsinterventie waarbij steeds meer hulpbronnen worden aangewend en prestatiebevorderende beleidsstrategieën worden geïmiteerd. De beoefening van Topsport geldt momenteel als een primaire tijdsbesteding, te vergelijken met een volledige loopbaan en een zaak van nationaal belang. De Vlaamse overheid wenst zich hoofdzakelijk voorwaardenscheppend, faciliterend en stimulerend op te stellen, maar speelt vaak een nadrukkelijke rol in het topsportbeleid van deelnemende topsportfederaties, o.a. bij het verstrekken van middelen en voorzieningen en het vooropstellen van resultaatsdoelstellingen. In de regeerperiode 2014-2019 werd de versnippering in het Vlaams topsportbeleid aangepakt via de inkanteling van het Departement CJSM binnen Sport Vlaanderen en de uitbouw van de één-loketfunctie inzake Topsport binnen Sport Vlaanderen. Het Topsportactieplan Vlaanderen III (2013-2016) werd nagenoeg integraal gerealiseerd binnen de budgettaire context (status quo t.o.v. de voorgaande beleidsperiode). De komende Olympiade dient het focus- en centralisatieprincipe nog meer te leiden naar duidelijke efficiëntiewinst, zowel inzake de omkadering van de respectieve topsportfederaties als inzake het behalen van topsportresultaten op OS/PS, WK en EK in Olympische en Paralympische disciplines. 2.1.1. Vlaams Regeerakkoord 2014-2019 Het Vlaams regeerakkoord 2014-2019 (lopende legislatuur) stelt dat: De topsportwerking per sporttak wordt verder gecentraliseerd en uitgebouwd in één van de drie topsportcentra in Vlaanderen (Gent-Antwerpen-Leuven) vanuit een integrale benadering. Zo werken we naar één campus per sporttak waarin de talentontwikkeling, trainingsinfrastructuur Topsport, topsportomkadering en sportwetenschappelijke en sportmedische begeleiding worden geclusterd. De topsporttakkenlijst fungeert als verdeelsleutel van de middelen en bepaalt op welke sporttakken dient gefocust te worden. Het focus- en centralisatieprincipe moet een duidelijke efficiëntiewinst creëren. Daarnaast zal ook nagegaan worden hoe we extra kansen kunnen creëren voor de aanvragers van Windows of Opportunity -projecten (niet-focussporten), zowel op administratief vlak als qua omkadering (medisch-paramedisch, sportwetenschappelijk, ). Na de Olympische Spelen 2016 in Rio wordt het topsportbeleid geëvalueerd in functie van een nieuw topsportactieplan. Ook BeGold en de rol van de partners zal in 2017 worden geëvalueerd, zoals opgenomen in het akkoord. De Vlaamse Regering blijft ook inzetten op de ploegsporten, met garanties voor de visibiliteit van de gemeenschappen. Het merk Topsport Vlaanderen zal in de geest van de nieuwe Vlaamse huisstijl gebruikt worden om Vlaanderen via het topsportbeleid zowel nationaal als internationaal te promoten. 22

In de lopende regeerperiode 2014-2019 werd het Topsportactieplan Vlaanderen III (2013-2016) uitgevoerd via een consolidering van de Vlaamse topsportmiddelen, en werd grotendeels tegemoet gekomen aan het Vlaams regeerakkoord, o.a. door: (1) De versnippering in het topsportbeleid aan te pakken via de uitbouw van de één-loket-functie bij Sport Vlaanderen, als uniek aanspreekpunt voor de belanghebbenden in Topsport. Sport Vlaanderen zit de Taskforce Topsport voor, die waakt over uniformiteit inzake criteria over diverse projecten en over het vermijden/afbouwen van parallelle projecten en financieringen; (2) 85% van het globale Vlaamse topsportbudget aan te wenden voor de focussporten (categorie 1 van de topsporttakkenlijst) en de Windows of Opportunity in functie van het behalen van topsportresultaten op korte termijn; (3) Vier Olympische ploegsporten (basketbal, hockey, voetbal en volleybal) structureel te ondersteunen; (4) Investeringssubsidies te verlenen voor de uitbouw van trainingsinfrastructuur Topsport in Vlaanderen (Gent-Antwerpen-Leuven); (5) De beoogde return en visibiliteit voor Vlaanderen op te nemen in de contracten van alle topsporters bij Sport Vlaanderen, alsook in het jaarlijks Topsportconvenant dat Sport Vlaanderen afsluit met elke Vlaamse topsportfederatie m.b.t. de topsportsubsidies; (6) De werking van de Vlaamse topsportscholen te evalueren, aanbevelingen te formuleren en deze te implementeren, uiterlijk bij de aanvang van het lopende schooljaar 2016-2017; (7) De voorbereiding van het Topsportactieplan Vlaanderen IV (2017-2020) door de Stuurgroep Topsport, via de inrichting van een strategische werkgroep (ter bepaling van de strategische krijtlijnen) en negen themawerkgroepen (ter bepaling van de inhoud per actiepunt). 2.1.2. Decreet op de sportfederatie 2016 Het decreet houdende de erkenning en subsidiëring van de georganiseerde sportsector werd op 10 juni 2016 goedgekeurd door de Vlaamse Regering. De unisportfederatie die een sporttak aanbiedt die opgenomen is in de topsporttakkenlijst, komt in aanmerking voor een subsidie voor de beleidsfocus Topsport voor de volgende activiteiten: 1) de organisatie en uitvoering van talentdetectie en -ontwikkeling, in combinatie met secundair onderwijs, in of buiten de topsportschool; 2) de voorbereiding van en deelname aan internationale wedstrijden van geregistreerde topsporters en topsporttalenten; 3) de voorbereiding via multidisciplinaire stages en de deelname aan de Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Europese Spelen, Jeugd Olympische Spelen, Europees Jeugd Olympisch Festival of Wereldspelen van geregistreerde topsporters of topsporttalenten; De Vlaamse Regering legt, op voorstel van Sport Vlaanderen, na advies van de stuurgroep Topsport, om de vier jaar de topsporttakkenlijst met de sporttakken die voor subsidiëring van de topsporters in aanmerking kunnen komen, en de indeling daarvan in categorieën, vast en kan die lijst tussentijds aanpassen, op basis van de volgende criteria: (1) het beschikken over een topsportvisie op basis van een sporttak- of disciplinespecifieke ontwikkelingslijn topsport van talentdetectie tot elitesport; (2) het voeren van een talentdetectiebeleid en het beschikken over jonge topsporttalenten; (3) het beschikken over kwalitatief hoogstaande trainingstechnische omkadering en het voeren van een sporttakspecifiek beleid met betrekking tot de basisvorming en de permanente vorming van topsporttrainers; (4) het beschikken over een kwalitatief hoogstaand talentontwikkelingsprogramma, afgestemd op de ontwikkelingslijn topsport; 23

(5) het inzetten van de topsportwerking en -resultaten als middel om de breedtesport te versterken inzake sportparticipatie, kwaliteit van het sportaanbod, sportkaderopleiding, en inzake de verhoging van de visibiliteit en uitstraling van Vlaanderen; (6) de behaalde topsportresultaten in de meest recente olympiade tot en met de Olympische en Paralympische Zomerspelen. 2.1.3. Uitvoeringsbesluit Topsport 2016 Om in aanmerking te komen voor subsidiëring voor de beleidsfocus Topsport, biedt de unisportfederatie van categorie A1, G-sport en A2 een sporttak aan als vermeld in de topsporttakkenlijst. De topsporttakkenlijst bestaat uit 4 categorieën: (1) de Olympische disciplines van de vermelde sporttakken, aangeboden door unisportfederaties van categorie A1; (2) de Paralympische disciplines van de vermelde sporttakken, aangeboden door de unisportfederatie G-sport; (3) de disciplines van de sporttakken, aangeboden door unisportfederaties van categorie A2, die voor het eerst of opnieuw op het programma van de Olympische Spelen worden opgenomen na de lopende Olympiade. (4) de sporttakken of disciplines die niet behoren tot de categorieën 1 tot en met 3, maar die wel beoefend worden door topsporters die deelnemen aan Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Youth Olympic Games, European Games, EYOF of Wereldspelen. De Taskforce Topsport zal de ontvankelijke projecten voor de uitvoering van de beleidsfocus Topsport inhoudelijk beoordelen. De topsportfederatie is een unisportfederatie die een sporttak aanbiedt, vermeld in categorie 1, 2 of 3 in de topsporttakkenlijst en die gesubsidieerd wordt in het kader van de uitvoering van de beleidsfocus topsport. De topsportfederatie komt in aanmerking voor een subsidie voor de beleidsfocus Topsport voor de volgende activiteiten: (1) de organisatie en uitvoering van talentdetectie en -ontwikkeling, in combinatie met secundair onderwijs, in of buiten de topsportschool; (2) de voorbereiding van en deelname aan internationale wedstrijden van geregistreerde topsporters en topsporttalenten; (3) de voorbereiding via multidisciplinaire stages en de deelname aan de Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Youth Olympic Games, European Games, EYOF en Wereldspelen. Een unisportfederatie van categorie A1, G-sport of A2 kan voor een sporttak of discipline, vermeld in categorie 4 in de topsporttakkenlijst, in aanmerking komen voor een subsidie voor de voorbereiding via multidisciplinaire stages en de deelname aan de Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Youth Olympic Games, European Games, EYOF en Wereldspelen. Om in aanmerking te komen voor de aanvullende subsidies voor de beleidsfocus Topsport, dient de beleidsfocus Topsport afzonderlijk aan bod te komen in het beleidsplan Topsport van de topsportfederatie. Hierin moet de topsportfederatie: (1) de evaluatie geven van de werking en de resultaten van de voorbije Olympiade; (2) aantonen hoe ze een integraal topsportbeleid voert; (3) het trainings-, stage- en wedstrijdprogramma per prestatie- en ontwikkelingsprogramma omschrijven; (4) voor de ontwikkelingsprogramma s: de jaarlijkse prestatiedoelstellingen in de olympiade waarvoor het beleidsplan van toepassing is, en de loopbaanfinaliteit, weergeven; (5) voor de prestatieprogramma s: de jaarlijkse prestatiedoelstellingen in de olympiade waarvoor het beleidsplan van toepassing is, weergeven; 24

(6) de topsportstructuur en de omkadering binnen de unisportfederatie weergeven die noodzakelijk is om de prestatiedoelstellingen te bereiken; (7) de criteria voorstellen om geregistreerd te kunnen worden als topsporter of topsporttalent, kaderend in een disciplinegebonden ontwikkelingslijn van gedetecteerd topsporttalent tot mondiale top bij de elitesporters; (8) een nominatieve lijst van kandidaten indienen die ze voordraagt om geregistreerd te worden als topsporter of topsporttalent, opgesplitst in de categorieën elitesporters, beloftevolle jongeren en geïdentificeerde topsporttalenten; (9) het project of de werking inzake talentdetectie weergeven, gericht op het identificeren, opsporen en selecteren van jonge topsporttalenten; (10) per prestatie- en ontwikkelingsprogramma een gedetailleerde begroting voor de olympiade indienen. Om in aanmerking te komen voor één van de hierboven activiteiten voor subsidiëring van de beleidsfocus Topsport, dient de topsportfederatie te voldoen aan volgende voorwaarden: oprichting van een topsportcommissie, die minimaal de volgende bevoegdheden heeft inzake Topsport: het opstellen en voorstellen van het beleidsplan Topsport bij de raad van bestuur van de unisportfederatie, en het uitvoeren, opvolgen en bijsturen van het beleidsplan met betrekking tot de beleidsfocus Topsport. De topsportcommissie wordt voorgezeten door de technisch directeur topsport en bestaat verder minstens uit een vertegenwoordiger van de raad van bestuur van de topsportfederatie, een vertegenwoordiger van het agentschap Sport Vlaanderen, een vertegenwoordiger van de topsporters, een vertegenwoordiger van de topsporttrainers en een vertegenwoordiger van de sportwetenschappelijke omkadering van de topsporters. Invullen van de functie van technisch directeur Topsport via een arbeidsovereenkomst of via een aannemingsovereenkomst. De technisch directeur Topsport is het unieke aanspreekpunt van de topsportfederatie inzake Topsport en is voorzitter van de topsportcommissie. De kosten verbonden aan de invulling van de functie van technisch directeur topsport, vermeld in het eerste lid, zijn jaarlijks subsidieerbaar, op voorwaarde dat de topsportfederatie voor de technisch directeur topsport voor de olympiade in kwestie beschikt over een positief advies van het agentschap Sport Vlaanderen. Daarbij zal het agentschap Sport Vlaanderen rekening houden met de topsportervaring, met de pedagogische ervaring, met elders verworven competenties en met de behaalde resultaten inzake topsport. Bijzondere voorwaarden worden opgelegd voor het verkrijgen van een subsidie voor de beleidsfocus Topsport voor de organisatie en uitvoering van talentdetectie en -ontwikkeling, in combinatie met secundair onderwijs, in of buiten de topsportschool. Hierin moet de topsportfederatie: (1) het project of de werking inzake talentdetectie beschrijven: de criteria aan de hand waarvan jonge topsporttalenten als talentvol worden geïdentificeerd; de wijze van opsporen in de bredere populatie van talenten die beantwoorden aan de in punt a) vermelde criteria; de wijze waarop ze de selectie maakt om voorgedragen te worden om in te stappen in een talentontwikkelingsprogramma; (2) haar programma en de omkadering van de talentontwikkeling beschrijven; (3) beschikken over geregistreerde topsporters of topsporttalenten: die vanaf de instap in het ontwikkelingsprogramma voldoen aan de criteria, om opgenomen te worden in de lijst van geregistreerde topsporters of topsporttalenten; in geval van een ontwikkelingsprogramma in de topsportschool: die leerlingtopsporters voor het volgende schooljaar zijn, die op voorstel van de topsportfederatie geselecteerd zijn door de selectiecommissie; 25

geschikt zijn bevonden voor Topsport na een sportmedisch geschiktheidonderzoek uitgevoerd onder de voorwaarden van het GES-decreet en het uitvoeringsbesluit; (4) ze waarborgt de pedagogische en sporttechnische kwaliteit van de omkadering door te beschikken over: minstens één halftijds equivalent lesgever-trainer per ontwikkelingsprogramma die in het bezit is van één van de volgende pedagogische kwalificaties: i. master in de Lichamelijke Opvoeding en de Bewegingswetenschappen/ licentiaat in de Lichamelijke Opvoeding met aggregatie voor het hoger secundair onderwijs; ii. bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs met onderwijsvak Lichamelijke Opvoeding/regent Lichamelijke Opvoeding; iii. een erkend pedagogisch diploma; minstens één halftijds equivalent lesgever-trainer per ontwikkelingsprogramma die in het bezit is van een sporttechnische kwalificatie: trainer A in de sporttak in kwestie, uitgereikt door de VTS of geassimileerd met het diploma trainer A, uitgereikt door de VTS. Als er nog geen VTS trainer A - opleiding in de sporttak in kwestie bestaat, moet de topsportfederatie in kwestie binnen de vier jaar die opleiding binnen de VTS uitwerken; (5) in geval het talentontwikkelingsprogramma wordt uitgevoerd in een topsportschool, sluit ze een bijzonder convenant af; (6) ze waarborgt de continuïteit van het ontwikkelingsprogramma voor de duur van de volledige olympiade. Bijzondere voorwaarden worden opgelegd voor het verkrijgen van een subsidie voor de voorbereiding van en deelname aan internationale wedstrijden van geregistreerde topsporters en topsporttalenten. De topsportfederaties die een sporttak aanbiedt vermeld in categorie 1 of 3 in de topsporttakkenlijst, moeten beschikken over geregistreerde topsporters of topsporttalenten die opgenomen zijn in een ontwikkelingsprogramma. De topsportfederatie die een sporttak aanbiedt vermeld in categorie 2 van de topsporttakkenlijst (G-topsport), moet beschikken over geregistreerde topsporters of topsporttalenten die opgenomen zijn in een ontwikkelingsprogramma of een prestatieprogramma. Bijzondere voorwaarden worden opgelegd voor het verkrijgen van een subsidie voor de voorbereiding via multidisciplinaire stages en de deelname aan de Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Youth Olympic Games, European Games, EYOF en Wereldspelen. De topsportfederatie of de unisportfederatie van categorie A1, G-sport of A2 die een sporttak of discipline aanbiedt, vermeld in categorie 4 in de topsporttakkenlijst, moet beschikken over gepreselecteerde of geselecteerde geregistreerde topsporters of topsporttalenten voor de desbetreffende wedstrijden. De subsidies worden jaarlijks toegekend naar rato van het beschikbare bedrag in de goedgekeurde begroting van het agentschap Sport Vlaanderen. De financiering van de effectieve kosten worden jaarlijks uitbetaald na voorlegging en controle van de afrekeningstukken van de door het agentschap Sport Vlaanderen aanvaarde uitgaven. 26

2.2. Objectieven Topsportactieplan Vlaanderen IV (2017-2020) 2.2.1. Visie en missie De missie van het Vlaams topsportbeleid is in eerste instantie gericht op het behalen van topsportresultaten op internationale kampioenschappen (Topsport als doel): mondiale medailles en finales (top-8) en continentale medailles in Olympische disciplines en mondiale medailles in Paralympische disciplines. In tweede instantie wenst het Vlaams topsportbeleid Topsport in te zetten om de sportparticipatie en -beleving in Vlaanderen te verhogen, evenals de uitstraling van Vlaanderen in de wereld via het uitbouwen van de link naar sportparticipatie en via een gerichte communicatie (Topsport als middel). 2.2.1.1. Topsport als doel Topsportresultaten kunnen uitsluitend bereikt worden door topsporters (gekenmerkt door een extreem hoge mate van talent, engagement en ambitie) te omringen met een topomkadering (extreem hoge mate van competentie, engagement en ambitie) en hen een topprogramma te laten uitvoeren, met focus op de resultaatsdoelstelling en met weinig of geen ruimte voor toegeving en/of compromis. Alle aandacht en middelen dienen resultaatgericht te kunnen worden ingezet. Daarom wordt a priori onderscheid gemaakt tussen wat wel/niet onder de topsportfocus dient te resulteren. Ad hoc oplossingen en structurele oplossingen zijn daarbij belangrijker dan structuren an sich. Synergie tussen alle relevante ondersteunende organisaties is een noodzakelijke voorwaarde, en dient per topsportprogramma gedefinieerd en gealigneerd te worden. 2.2.1.2. Topsport als middel De maatschappelijke verantwoording van het streven naar topsportsucces is, naast het behalen van topsportresultaten an sich, gelegen in de maatschappelijke output van de toegekende topsportinvesteringen, het gevoerde topsportbeleid en de gerealiseerde topsportsuccessen. De output kan bijvoorbeeld liggen in een toename van het sport- en beweeggedrag onder de bevolking (ontplooiingswaarde), een toegenomen gevoel van identificatie met de regio en groeiende waardering voor de regio Vlaanderen in het buitenland (inspiratie- en identificatiewaarde) en het stimuleren van de economie dankzij de verbinding van sport, media en bedrijfsleven (economische waarde). Tot slot kan de uitstraling van de Vlaamse overheid bij de Vlaamse bevolking, en van Vlaanderen als regio in de wereld eveneens via Topsport gerealiseerd worden. Hierop dient voortaan gericht ingezet te worden. 2.2.2. Strategische keuze van te ondersteunen topsporttakken De Stuurgroep Topsport heeft in juni 2016 in haar strategische krijtlijnen gesteld dat hoofdzakelijk dient geïnvesteerd te worden in Olympische en Paralympische disciplines, en in mindere mate in niet-olympische disciplines. Figuur 12 toont de vooropgestelde verdeling van het globale Vlaamse topsportbudget in de Olympiade Tokyo (2017-2020), waarbij minimaal 90% van de beschikbare middelen zal ingezet worden in Olympische disciplines, maximaal 4% van de beschikbare middelen in Paralympische disciplines, maximaal 2% van de beschikbare middelen in niet-olympische disciplines en maximaal 4% van de beschikbare middelen in sporttakoverschrijdende investeringen. 27

Figuur 12: Vooropgestelde verdeling van de Vlaamse topsportmiddelen in de periode 2017-2020 Het Vlaamse topsportbeleid concentreert zich in eerste instantie op het bereiken van topsportresultaten. Alle aandacht en middelen dienen resultaatgericht te kunnen worden ingezet. Daarom wordt a priori onderscheid gemaakt tussen wat wel/niet onder de topsportfocus dient te resulteren. Binnen de topsportfocus wordt onderscheid gemaakt tussen prestatieprogramma s (beogen van topsportresultaten op korte termijn) en ontwikkelingsprogramma s (beogen van topsportresultaten op lange termijn). Ad hoc wordt uitgemaakt of een middellange termijnwerking best aansluit bij een prestatie- of ontwikkelingsprogramma. Sporttakken/disciplines, programma s of projecten die niet als prestatie- of ontwikkelingsprogramma worden geïdentificeerd, vallen buiten het Vlaams topsportbeleid en dienen te resulteren onder afzonderlijke kredieten, procedures, adviesorganen, uitvoering, 2.2.2.1. Olympische disciplines (min. 90% van het Vlaams topsportbudget) De wereldwijd meest gehanteerde methode om topsportsuccessen te meten, is het rangschikken van alle deelnemende landen op grond van het aantal behaalde (gouden) medailles op de Olympische Zomer- en Winterspelen. Voor de meeste topsportlanden en -bonden gelden de vierjaarlijkse Olympische Spelen als de grootste internationale sportmanifestatie. Succesvolle topsportprestaties zorgen er voor een breed gedragen gevoel van fierheid en prestige. Ook het Vlaams topsportbeleid richt zich in hoofdzaak op het behalen van topsportprestaties in Olympische disciplines. De doelstellingen en resultaten van het Vlaams topsportbeleid zijn evenwel ruimer dan louter de Olympische Spelen; ook topsportprestaties (medailles en top-8 plaatsen) op wereldkampioenschappen en Europese kampioenschappen worden nagestreefd. De behaalde topsportprestaties worden door het Vlaams topsportbeleid ingeschaald via de Vlaamse topsportindex (zie hoger). In de Olympiade Tokyo (2017-2020) zal minimaal 90% van de Vlaamse topsportmiddelen ingezet worden ten behoeve van Olympische disciplines. Een strikt onderscheid wordt gemaakt tussen korte en lange termijnwerking. Voor de ondersteuning van de Olympische prestatieprogramma s (beogen van topsportresultaten op korte termijn, d.i. in de loop van de Olympiade Tokyo) bestemt het Vlaams topsportbeleid maximaal 55% van de Vlaamse topsportmiddelen. Voor de Olympische 28

ontwikkelingsprogramma s (lange termijnwerking, detectie- en ontwikkeling van toekomstige Olympiërs) worden minimaal 35% van de Vlaamse topsportmiddelen ingezet. Korte termijn focus op ad hoc prioritaire prestatieprogramma's Olympische prestatieprogramma s hebben betrekking op de Olympische zomer- en winterdisciplines, met als doelcompetities de eerstvolgende (binnen de 4 jaar) Olympische Spelen, wereldkampioenschappen en Europese kampioenschappen (of als equivalent beoordeelde competities op basis van het internationale prestatieniveau). Ad hoc kan worden uitgemaakt of een middellange termijnwerking (met doelcompetities binnen de acht jaren) aansluit bij een prestatieprogramma. Bij aanvang van de Zomerolympiade 2017-2020 worden de Olympische prestatieprogramma s bij de Vlaamse topsportfederaties opgevraagd via het Beleidsplan Topsport 2017-2020. In de loop van november 2016 maakt de betrokken dossierbeheerder Topsport van Sport Vlaanderen een advies op aan de Taskforce Topsport, waarbij de prestatieprogramma s beoordeeld worden aan de hand van geobjectiveerde kwalitatieve criteria, met name de realiteitszin van het sportief niveau en de maatschappelijke relevantie van het prestatieprogramma (zie verder). De Taskforce Topsport beslist in december 2016 over het prioriteitsniveau van ingediende prestatieprogramma s. Op basis van tussentijdse evaluaties (per doelcompetitie) en alleszins na elk sportjaar zal in overleg met de topsportfederatie bepaald worden waar er bijsturingen en correcties nodig zijn. Desgevallend kunnen deze tussentijdse evaluaties ertoe leiden dat het prioriteitsniveau wordt herzien. Nieuw voorgedragen prestatieprogramma s kunnen in de loop van de Olympiade op advies van de Taskforce Topsport worden ingedeeld en gefinancierd volgens prioriteitsniveau. Vastleggen van het prioriteitsniveau per Olympisch prestatieprogramma Het inschatten van het prioriteitsniveau van het Olympisch prestatieprogramma start bij het indienen van een dossier door de topsportfederatie bij de afdeling Topsport van Sport Vlaanderen via het Beleidsplan Topsport 2017-2020. Op basis van de vooropgestelde finaliteit, d.i. het beste sportieve resultaat dat in de loop van de Olympiade voor het betrokken individu of team beoogd wordt, wordt het sportief niveau van het prestatieprogramma a priori ingedeeld in één van de drie aanvankelijke prioriteitsniveau s (een hogere score wijst op een hogere prioriteit): Prioriteitsniveau 3: mondiale medaille op WK en/of OS; Prioriteitsniveau 2: mondiale finale (top 4-8) op WK en/of OS en/of Europese medaille op EK; Prioriteitsniveau 1: Europese finale (top 4-8) op EK; De dossierbeheerders Topsport van Sport Vlaanderen beoordelen in de loop van november 2016 alle ingediende prestatieprogramma s en maken een advies over aan de Taskforce Topsport. De evaluatie verloopt volgens geobjectiveerde kwalitatieve criteria, zonder daarbij te vervallen in een louter mathematische oefening: (1) Op basis van volgende criteria (kwalitatieve beoordeling) zal nagegaan worden in welke mate het aanvankelijk prioriteitsniveau positief of negatief gecorrigeerd dient te worden: Historiek inzake de werking en de topsportresultaten van het betrokken individu of team tijdens de voorgaande Olympiade(s); Haalbaarheid van de verhoopte vooruitgangscurve en de verwachte resultaten; Intrinsieke kwaliteiten van het individu of team: talent, engagement en ambitie; Kwaliteit van het prestatieprogramma (beleidskader, werking, omkadering, ); 29

De intrinsieke sportieve waarde van de doelcompetitie; De mate van synergie waarin de ondersteunende organisaties (clubs, federaties, lokale/regionale/federale overheden, BOIC, Nationale Loterij, ) efficiënt en doelgericht samenwerken in de ondersteuning van het prestatieprogramma. (2) Voor de prestatieprogramma s in de Olympische ploegsporten wordt het prioriteitsniveau a priori met één niveau verhoogd, o.a. ter compensatie van de intrinsiek hogere kostprijs. Ook voor samengestelde teams met meerdere prestatiedoelstellingen wordt het prioriteitsniveau a priori met één niveau verhoogd, op voorwaarde dat iedere prestatiedoelstelling overeenstemt met één van de sportieve prioriteitsniveau s. Het betreft multiple goal teams, waarvan één of meerdere teamleden eveneens individuele prestatiedoelstellingen nastreven (bvb. kwalificatie van een artistiek gymnastiekteam voor een EK-WK-OS levert eveneens startrecht op in de individuele toestelcompetities. Indien zowel voor een individuele als voor de teamcompetitie een resultaatsdoelstelling wordt nagestreefd, overeenkomend met één van de drie aanvankelijke sportieve prioriteitsniveau s, dan is er sprake van multiple goal teams ); (3) Op basis van volgende parameters (kwalitatieve beoordeling) zal nagegaan worden in welke mate het prestatieprogramma maatschappelijk relevant kan zijn: Versterking van de breedtesportwerking via verhoging van de actieve sportparticipatie; Versterking van de publieksinteresse via verhoging van de passieve sportparticipatie; Verhoging van de interne uitstraling/visibiliteit van de Vlaamse overheid binnen Vlaanderen of de externe uitstraling/visibiliteit van Vlaanderen in de wereld; Versterking van de kwaliteit van het sportaanbod, de sportkaderopleiding en/of de nationale competitie; Aanzet tot productgerelateerde innovatie (technologie voor prestatieverbetering), organisatorische innovatie (samenwerkingsverbanden en alternatieve financiering) of sociale innovatie (integratie G-topsport in reguliere sport, doelgroepenbeleid, ). Elk van de subcriteria wordt beoordeeld op een 5-punts Likertschaal: zeer goed (score 5), goed (score 4), voldoende (score 3), zwak (score 2) en zeer zwak (score 1). Het prioriteitsniveau van het prestatieprogramma wordt met één niveau verhoogd indien de som van de 5 subcriteria hoger is dan 17. Het prioriteitsniveau van het prestatieprogramma wordt met één niveau verlaagd indien de som van de 5 subcriteria lager is dan 10. De Taskforce Topsport bespreekt jaarlijks (in de loop van het najaar) het advies van de dossierbeheerders Topsport van Sport Vlaanderen, en beslist over het prioriteitsniveau (en daaraan gekoppeld de grootte van het ondersteuningsbedrag in verhouding tot het noodzakelijke budget) per ingediend prestatieprogramma voor het daaropvolgende werkingsjaar. Indien de finaliteit van het prestatieprogramma na de inschaling van het sportief niveau niet overeenstemt met één van de drie aanvankelijke (sportieve) prioriteitsniveau s, zal het programma niet weerhouden worden in het kortetermijn financieringsmechanisme van het Vlaams topsportbeleid 2017-2020. Ondersteuning van de Olympische prestatieprogramma s De Olympische prestatieprogramma s worden gefinancierd vanuit de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen, waarbij het bedrag van toekenning in verhouding staat tot de reële noden en tot het prioriteitsniveau, en de focus toeneemt naarmate een hoger prioriteitsniveau wordt bepaald. Voor de ondersteuning van alle Olympische prestatieprogramma s voorziet het Vlaams topsportbeleid in maximaal 55% van de Vlaamse topsportmiddelen. 30

Het toekennen en behouden van werkingsmiddelen Topsport voor de uitvoering van een Olympisch prestatieprogramma is gekoppeld aan volgende noodzakelijke voorwaarden: Een Olympisch prestatieprogramma wordt aangestuurd door een program driver (al dan niet de technisch directeur Topsport), aangesteld en/of erkend door de ondersteunende organisaties, waarvoor hij/zij de rol van uniek aanspreekpunt vervult; Een Olympisch prestatieprogramma kan uitgevoerd worden met voldoende operationele autonomie voor de program driver en trainingstechnische staf ten aanzien van de ondersteunende organisaties, binnen het vooropgestelde programma en budget; Voor alle actoren binnen het Olympisch prestatieprogramma geldt een hoge mate van verantwoordelijkheid inzake het uitvoeren van het programma en het bereiken van progressie/resultaten. Verantwoordelijkheid wordt vertaald naar doelstellingen en resultaatsobjectieven in hoofde van de program driver, de trainingstechnische staf en de topsporter(s) zelf; Een Olympisch prestatieprogramma wordt permanent extern opgevolgd en begeleid door de ondersteunende organisaties, die hun rollen en acties hieromtrent onderling afstemmen (synergie in plaats van parallelle werking). Olympische prestatieprogramma s kunnen in verhouding tot het prioriteitsniveau genieten van verschillende vormen van financiële ondersteuning: programmakost (trainingen, stages en wedstrijden), trainingstechnische omkadering, sportwetenschappelijke en medisch/paramedische omkadering, program driver, persoonlijke leefsituatie van de topsporter (contract of tussenkomst in persoonlijke topsportgerelateerde kosten, carrièrebegeleiding, ), O&O-initiatieven ten behoeve van Topsport (onderzoek- en ontwikkelingsprojecten), infrastructuurprojecten Topsport en organisatie van topsportevenementen. De specifieke beleidsmaatregelen voor Olympische prestatieprogramma s komen uitgebreid aan bod in hoofdstuk 2. Lange termijn focus op structurele/duurzame ontwikkelingsprogramma's Olympische ontwikkelingsprogramma s vormen de lange termijn structurele topsportwerking van de Vlaamse topsportfederaties (Vlaamse topsporttakkenlijst), en hebben uitsluitend betrekking op de Olympische zomer- en winterdisciplines, met als doelcompetities de Olympische Spelen, wereldkampioenschappen en Europese kampioenschappen (of als equivalent beoordeelde competities op basis van het internationale prestatieniveau), waarvan de finaliteit meer dan 4 jaar verder ligt. Ad hoc wordt uitgemaakt of een middellange termijnwerking (met doelcompetities binnen de 8 jaren) aansluit bij een prestatieprogramma (zie hoger) of een ontwikkelingsprogramma. Bij aanvang van de Zomerolympiade 2017-2020 worden de Olympische ontwikkelingsprogramma s bij de Vlaamse topsportfederaties opgevraagd via het Beleidsplan Topsport 2017-2020. De Vlaamse Regering bepaalt in het najaar 2016, op voorstel van Sport Vlaanderen, na advies van de stuurgroep Topsport, de topsporttakkenlijst voor de Olympiade Tokyo (2017-2020) met de sporttakken die voor subsidiëring van de topsporters in aanmerking kunnen komen, en de indeling daarvan in categorieën (zie hoger). Vastleggen van het prioriteitsniveau per Olympisch ontwikkelingsprogramma Het inschatten van het prioriteitsniveau van het Olympisch ontwikkelingsprogramma start bij het indienen van een Beleidsplan Topsport 2017-2020 door de topsportfederatie bij het agentschap Sport Vlaanderen. Iedere sporttak, met één of meerdere ontwikkelingsprogramma s, wordt ingedeeld in een topsporttakkenlijst aan de hand van een kwalitatieve beoordeling op vier gewogen 31

criteria, conform de criteria die opgenomen werden in het decreet houdende de erkenning en subsidiëring van de georganiseerde sportsector van 10 juni 2016 en het uitvoeringsbesluit Topsport: (1) Visie (weging 20%): Topsportstructuur en werking (weging 10%): autonomie van het topsportkader via een delegatie van bevoegdheden vanuit de Raad van Bestuur, gebalanceerd organogram topsport, rol van de topsportcommissie, aanwezigheid van faciliterende succesfactoren, beschikbare topsportinfrastructuur, mate van synergie,... Ontwikkelingslijn (weging 10%): Selectiecriteria o.b.v. een prestatieontwikkelingslijn en/of trainingstechnische ontwikkelingslijn, met een beschrijving van (1) de noodzakelijke stappen in functie van het behalen van topsportresultaten binnen 8 à 10 jaar en (2) de historiek van succesvolle doorstroom van beloftevolle jongeren naar elitesporters (beoordeling resultaten in de Olympiade 2013-2016); (2) Talent (weging 50%): Intrinsieke kwaliteiten (talent, engagement en ambitie) en extrinsieke kwaliteiten (persoonlijke leefsituatie, omgevingsfactoren,...) van de voorgedragen talentrijke jongeren in een individueel dossier, o.b.v. geïndividualiseerde ontwikkelingslijnen (weging 25%); Potentieel aan geregistreerde topsporttalenten die reeds topsportresultaten hebben behaald op wereldkampioenschappen en of Europese kampioenschappen bij de jeugd en/of zich op de ontwikkelingslijn topsport bevinden (weging 25%); (3) Programma en omkadering (weging 20%): Instroom (weging 5%): talentdetectie en -selectie van talentrijke jongeren (trainingstechnisch kader, sportwetenschappelijke kader, programmakost, ); Doorstroom (weging 5%): talentontwikkeling binnen/buiten de topsportschool, omkadering van geïdentificeerde topsporttalenten (trainingstechnisch kader, sportwetenschappelijke kader, programmakost, ), kwaliteitsvol topsportprogramma met voldoende internationale meetmomenten; Transitie naar prestatieprogramma (10%): talentvervolmaking, omkadering van beloftevolle jongeren (trainingstechnisch kader, sportwetenschappelijke kader, programmakost, ), kwaliteitsvol topsportprogramma met voldoende internationale meetmomenten. (4) Maatschappelijke relevantie (weging 10%): Versterking van de breedtesportwerking via verhoging van de actieve sportparticipatie; Versterking van de publieksinteresse via verhoging van de passieve sportparticipatie; Verhoging van de interne uitstraling/visibiliteit van de Vlaamse overheid binnen Vlaanderen of de externe uitstraling/visibiliteit van Vlaanderen in de wereld; Versterking van de kwaliteit van het sportaanbod, de sportkaderopleiding en/of de nationale competitie; Aanzet tot productgerelateerde innovatie (technologie voor prestatieverbetering), organisatorische innovatie (samenwerkingsverbanden en alternatieve financiering) of sociale innovatie (integratie G-topsport in reguliere sport, doelgroepenbeleid, ). De Vlaamse Regering bepaalt in het najaar 2016, op voorstel van Sport Vlaanderen, na advies van de stuurgroep Topsport, de topsporttakkenlijst voor de Olympiade Tokyo (2017-2020) met de sporttakken die voor subsidiëring van de topsporters in aanmerking kunnen komen, en de indeling daarvan in categorieën (zie hoger). Het subsidiebedrag per ontwikkelingsprogramma zal worden bepaald door de Taskforce Topsport, op basis van een beoordeling van de visie, talent, programma & omkadering, maatschappelijke relevantie en kostprijs van het ontwikkelingsprogramma. In overleg met de topsportfederatie zal Sport Vlaanderen jaarlijks nagaan waar er bijsturingen en correcties nodig zijn in de subsidiëring van de respectieve Olympische ontwikkelingsprogramma s. 32

Ondersteuning van de Olympische ontwikkelingsprogramma s De Olympische ontwikkelingsprogramma s worden uitsluitend ondersteund via de subsidies Topsport van Sport Vlaanderen, op basis van de weerhouden Olympische sporttakken in categorie 1 van de Vlaamse topsporttakkenlijst voor de Olympiade Tokyo (2017-2020), die door de Vlaamse Regering, wordt vastgelegd, op voorstel van Sport Vlaanderen en na advies van de stuurgroep Topsport (zie hoger). Het bedrag van toekenning staat in verhouding tot de reële noden en tot het prioriteitsniveau van de Olympische ontwikkelingsprogramma s, en de focus neemt toe naarmate een hoger prioriteitsniveau wordt bepaald. In het Uitvoeringsbesluit Topsport worden bijkomende voorwaarden gesteld voor de subsidie van de beleidsfocus Topsport (zie hoger). De ondersteuning is gericht op drie fasen in de talentontwikkeling: talentdetectie (instroom), talentontwikkeling binnen/buiten de topsportschool (doorstroom) en talentvervolmaking (transitie naar prestatieprogramma). Om in aanmerking te komen voor een ondersteuning dient, per ontwikkelingsprogramma en per ontwikkelingsfase afzonderlijk, een beoordeling van voldoende of beter (60% of meer) behaald te worden voor de subcriteria in het gewogen criterium programma en omkadering (zie hoger). Voor de ondersteuning van alle Olympische ontwikkelingsprogramma s bestemt het Vlaams topsportbeleid minimaal 35% van de Vlaamse topsportmiddelen. Olympische ontwikkelingsprogramma s kunnen, in verhouding tot het prioriteitsniveau genieten van volgende vormen van ondersteuning met een engagement (Vlaamse topsporttakkenlijst) per Olympiade en jaarlijkse evaluatie en toekenning: programmakost (trainingen, stages en wedstrijden), trainingstechnische omkadering, sportwetenschappelijke en medisch/paramedische omkadering, program driver (Technisch Directeur Topsport of ad hoc bijkomend aangesteld), persoonlijke leefsituatie van de topsporter (contract of tussenkomst in persoonlijke topsportgerelateerde kosten, carrièrebegeleiding, ), infrastructuurprojecten Topsport en secundaire genieter O&O-initiatieven ten behoeve van Topsport (onderzoek- en ontwikkelingsprojecten) en topsportevenementen. De specifieke beleidsmaatregelen voor Olympische ontwikkelingsprogramma s komen uitgebreid aan bod in hoofdstuk 2. Gemeenschappelijk project BeGold Sinds de oprichting in 2004 heeft het gemeenschappelijk project BeGold de omkadering van jonge topsporters sterk gefaciliteerd. Doorheen de jaren is het voor de meeste sportfederaties mede bepalend geworden voor hun werk op middellange termijn, in de transitie van beloftevolle jongeren naar elitesporter in één of meerdere Olympische disciplines, binnen één of meerdere gemeenschap. Het project BeGold heeft als doel om specifieke topsportprojecten op het vlak van talentontwikkeling, omkadering en begeleiding te financieren, met het oog op het behalen van top-8 plaatsen op de Olympische Spelen (zomer en winter) op middellange en/of lange termijn. De ondersteuning via het project BeGold in Olympische disciplines komt bovenop de middelen van de Gemeenschappen. Jaarlijks wordt een budget van ca. 2.750.000 euro besteed aan de door de sportfederaties ingediende projecten. Het budget voor het project wordt voorzien door een jaarlijkse bijdrage van de ondersteunende partners in het project BeGold: federale overheid via de Nationale Loterij (1.187.500 euro), de Vlaamse gemeenschap (740.000 euro), de Franse gemeenschap (500.000 euro), de Duitstalige gemeenschap (10.000 euro) en het BOIC (350.000 euro). In de loop van 2017 zal duidelijk worden of en in welke vorm het project al dan niet bestendigd wordt. In 2016-2017 wordt dit bedrag door Sport Vlaanderen ingezet, conform de lopende overeenkomst. 33

2.2.2.2. Paralympische disciplines (max. 4% van het Vlaams topsportbudget) In de Paralympiade Tokyo (2017-2020) zal maximaal 4% van de Vlaamse topsportmiddelen ingezet worden in Paralympische disciplines, bestaande uit een topsportsubsidie en sporttakoverschrijdende maatregelen en dienstverlening vanuit Sport Vlaanderen ten aanzien van Parantee. In tegenstelling tot het financieringsmechanisme bij de Olympische disciplines, wordt bij de toekenning van topsportmiddelen aan Parantee geen strikt onderscheid gemaakt tussen korte termijnwerking via prestatieprogramma s en (middel)lange termijnwerking via ontwikkelingsprogramma s. Parantee dient jaarlijks één of meerdere van volgende prioriteiten voorop te stellen inzake het maken van strategische keuzes in de realisatie van de vooropgestelde doelstellingen voor de Paralympiade 2017-2020. Deze strategische keuzes zullen in de lijn liggen van de Paralympiade 2013-2016 en vormen onder meer de basis voor het behalen van de resultaatsdoelstellingen. De focus in volgorde van prioriteit: Medaillekandidaten in paralympische disciplines; Sporttakken met een groot aantal medaille-events op de Paralympische Spelen: atletiek, tafeltennis, wielrennen en zwemmen; Handicapspecifieke sporttakken: boccia, goalbal en rolstoelrugby; Opportuniteiten: sporten met reeksen voor vrouwen, of voor G-topsporters met ernstige beperking (rolstoelsporters, sporters met hersenverlamming (CP), blinde topsporters, ), of teamsporten en/of individuele sporten die kans bieden op een talentswitch (zie verder); Sporttakken waar de samenwerking met de reguliere sportfederatie toeneemt of gemaximaliseerd is; Nieuwe sporttakken. Parantee zet niet structureel in op wintersporten gezien de grote investeringen die nodig zijn om succes te behalen. Indien er binnen een wintersport een potentiële medaillekandidaat opstaat, kan deze wel individueel omkaderd worden. Indien er zich in een bepaalde teamsport een aantal spelers zodanig ontwikkelen dat het team zich voor de eindronde van een WK of de Paralympische Spelen kan plaatsen, kan er verder geïnvesteerd worden in het team. Bijzondere aandacht zal besteed worden aan de mogelijke talentswitch van teamsporters (vooral uit de rolstoelsporten) naar individuele sporten. Zo is de transfer van Peter Genyn van rolstoelrugbyspeler naar sprinter in de atletiek een mooi voorbeeld. De toekenning van financiële ondersteuning gebeurt uitsluitend aan G-topsporters en G-teams die opgenomen werden in een prestatie- of ontwikkelingsprogramma, en daarmee voldoen aan de vooropgestelde prestatiecriteria en een positieve trajectevaluatie. Met elk van deze individuele G- (team)topsporters wordt een topsportcontract met prestatievoorwaarden afgesloten. Paralympische prestatie- en ontwikkelingsprogramma s kunnen, in verhouding tot het prioriteitsniveau genieten van volgende vormen van ondersteuning met een engagement (Vlaamse topsporttakkenlijst) per Paralympiade en jaarlijkse evaluatie en toekenning: programmakost (trainingen, stages en wedstrijden), trainingstechnische omkadering, sportwetenschappelijke en medisch/paramedische omkadering, Technisch Directeur Topsport, persoonlijke leefsituatie van de topsporter (arbeidsovereenkomst of tussenkomst in persoonlijke topsportgerelateerde kosten) en secundaire genieter O&O-initiatieven ten behoeve van Topsport (onderzoek- en ontwikkelingsprojecten). De specifieke beleidsmaatregelen voor Paralympische disciplines komen uitgebreid aan bod in hoofdstuk 3. 34

2.2.2.3. Niet-Olympische disciplines (max. 2% van het Vlaams topsportbudget) In de periode 2017-2020 zal maximaal 2% van de Vlaamse topsportmiddelen ingezet worden in niet- Olympische programma s, met het oog op het behalen van topsportresultaten. Om als niet- Olympische discipline weerhouden te worden voor ondersteuning gelden volgende voorwaarden: (1) de discipline is niet opgenomen op het programma van de Olympische of Paralympische Spelen in de loop van de Olympiade; (2) de discipline is opgenomen op de Vlaamse sporttakkenlijst. Komen evenwel niet in aanmerking: discipline(s) van een sporttak die disciplines heeft op het programma van de Olympische Zomer- of Winterspelen, tenzij deze laatste nieuw door het gastland (en dus mogelijk eenmalig) werden opgenomen op het programma van de eerstvolgende Olympische Zomer- of Winterspelen. In voorkomend geval heeft de unisportfederatie de keuze om een ondersteuning aan te vragen, hetzij voor de nieuwe Olympische discipline (Olympisch prestatieprogramma), hetzij voor de niet-olympische discipline (niet-olympisch programma); (3) de discipline richt zich op prestatieprogramma s met medaillekansen op mondiaal niveau (Wereldspelen of wereldkampioenschappen) in zoverre er geen professioneel circuit bestaat, of ontwikkelingsprogramma s die uitmonden in prestatieprogramma s met medaillekansen op mondiaal niveau (Wereldspelen of wereldkampioenschappen); (4) de discipline maakt deel uit van een sporttak waarvoor minimaal 60 landen zijn aangesloten bij de internationale sportfederatie, die zelf opgenomen is in de ledenlijst van de internationale unie van sportfederaties (SportAccord); (5) de discipline maakt deel uit van een sporttak, die behoort tot het Vlaams cultureel erfgoed, uitstraling bezorgt van de Vlaamse regio in het buitenland, mediabelangstelling in binnen- en buitenland genereert en bijdraagt tot een verhoogde sportparticipatie in Vlaanderen. Niet-Olympische prestatieprogramma s worden gefinancierd vanuit de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen, waarbij het bedrag van toekenning in verhouding staat tot de reële noden en beperkt wordt tot maximaal 65.000 euro per sporttak. Volgende kosten kunnen ter verantwoording worden ingediend: verplaatsingskosten van geregistreerde elitesporters, trainers, medici, paramedici, sportpsychologen en vaste begeleiders; verblijfskosten van geregistreerde elitesporters, trainers, medici, paramedici, sportpsychologen en vaste begeleiders; huurgelden van sportaccommodaties; Kosten voor materiaal en sportmateriaal, ten belope van maximaal 20% van de totaal toegekende financiering. Voor de sporttakken met uitzonderlijk hoge materiaalkosten eigen aan de sporttak kan een hoger percentage worden vastgelegd op basis van een gemotiveerde aanvraag en schriftelijk akkoord van het agentschap Sport Vlaanderen; Specifieke kosten eigen aan de sporttak waarvoor het agentschap Sport Vlaanderen voorafgaand haar schriftelijk akkoord heeft gegeven. Kosten die vergoed worden in het kader van het uitvoeringsbesluit Topsport voor deelname aan de Wereldspelen komen niet aanmerking voor terugbetaling. 2.2.2.4. Sporttakoverschrijdende ondersteuning (max. 4% van het Vlaams topsportbudget) Sporttakoverschrijdende ondersteuning omvat alle initiatieven die via werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen worden gefinancierd, en die niet rechtstreeks aan een groep van sporttakken (Olympisch, Paralympisch of niet-olympisch) kunnen worden toegewezen. In de Olympiade Tokyo (2017-2020) zal maximaal 4% van de Vlaamse topsportmiddelen ingezet worden in 35

sporttakoverschrijdende initiatieven, waaronder de werking van de afdeling Topsport (communicatie, vormingsinitiatieven, aankoop materiaal, begeleiding van de topsportfederaties, ) en de deelname van Vlaamse topsporters aan multidisciplinaire stages, Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Europese Jeugd Olympische dagen (EYOF) en Wereldspelen (jaarlijkse subsidie aan het BOIC). De daling van sporttakoverschrijdende ondersteuning tegenover de Olympiade Rio (5,8%) is in hoofdzaak het gevolg van de verdere focus in Olympische disciplines. Alle initiatieven inzake sportwetenschappelijke beleidings- en onderzoeksprojecten, vorming van in service topsporttrainers en carrièrebegeleiding Topsport zullen in de Olympiade Tokyo (2017-2020) uitsluitend worden ingezet ten behoeve van Olympische prestatie- en ontwikkelingsprogramma s. 2.3. Centralisatie Centralisatie van de topsportwerking is geen doel op zich, maar wel een middel om kostenefficiënt en resultaatgericht talent, expertise en werking te verenigen en een topsportcultuur te realiseren. Per sporttak blijft de topsportwerking (op Vlaams niveau) bij voorkeur aangestuurd en uitgevoerd door de Vlaamse topsportfederaties. De topsportfederatie houdt het ontwikkelingsprogramma bij voorkeur in eigen beheer, tenzij decentraal onder kwaliteitscontrole (instroom, programma, omkadering en output) van de topsportfederatie, uitgevoerd door lokale topsportpartners (clubs, lokale besturen, ). Prestatieprogramma s worden aangestuurd door een program driver die door de federatie is aangesteld of erkend. Bij nationale/bicommunautaire programma s, kan de program driver over de taalgrens heen erkend worden (in synergie tussen alle ondersteunende organisaties) en volledige operationele bevoegdheid genieten. Inzake trainingsinfrastructuur topsport dient centralisatie over de sporttakken heen naar drie centra in Vlaanderen (Gent, Antwerpen, Leuven) verder doorgevoerd te worden. Dit dient aanleiding te geven tot topsportexclusieve infrastructuur van hoge kwaliteit met een topsportklimaat, en aan te zetten tot ontmoeting en kruisbestuiving tussen experts van verschillende sportdisciplines en kennisdomeinen. Decentralisatie binnen een sporttak/discipline dient een verantwoordbare meerwaarde te bieden en/of de meerkost ervan dient ten laste te vallen van de vragende partij(en). 2.4. Communicatie In de voorgaande Topsportactieplannen ontbrak een communicatieplan voor Topsport, met daarin een duidelijke visie van wat de Vlaamse overheid wenst te bereiken met de uitvoering van het Vlaams topsportbeleid. Desalniettemin werden de topsporters en hun topsportfederaties aangespoord om return en maximale visibiliteit te verlenen ten aanzien van Vlaanderen via Topsport. De beoogde return en visibiliteit voor Vlaanderen werd opgenomen in de arbeidsovereenkomsten van alle topsporters bij Sport Vlaanderen, Atletiek Vlaanderen en de Vlaamse wielerploegen, alsook in het jaarlijks Topsportconvenant dat Sport Vlaanderen afsloot met elke Vlaamse topsportfederatie m.b.t. de toekenning van subsidies topsport. Alle ondersteunde topsportevenementen dien(d)en een maximale visibiliteit voor Vlaanderen te garanderen, via de opname van het logo Topsport Vlaanderen in de verschillende communicatieve en promotionele initiatieven van het topsportevenement. Ook in de Olympiade Tokyo (2017-2020) wordt van de ondersteunde Vlaamse topsporters, hun omkadering en de betrokken topsportfederaties verwacht dat ze return en maximale visibiliteit verlenen ten aanzien van Vlaanderen via Topsport. Ter voorbereiding van het Topsportactieplan Vlaanderen IV (2017-2020) werd in de werkgroep Communicatie alvast een insteek geleverd in de opstelling van een communicatieprogramma voor 36

Topsport, daarbij volgende vragen indachtig ten aanzien van Sport Vlaanderen: (1) wie zijn we, (2) wat doen we, (3) waarom doen we dit, (4) waar communiceren we, (5) naar wie communiceren we, (6) wat willen we met de communicatie bereiken, (7) hoe communiceren we en (8) wat communiceren we. De mate van invloed en interesse van de respectieve stakeholders op het Vlaams topsportbeleid speelt hierbij een belangrijke rol. In de Olympiade Tokyo (2017-2020) zal, als onderdeel van een integrale communicatiestrategie van Sport Vlaanderen, een communicatieprogramma voor Topsport worden ontwikkeld, waarbij vier hoofddoelstellingen worden vooropgesteld die via communicatie over Topsport kunnen bereikt worden: (1) Instroom genereren: Rekruteren van talenten bij jongeren i.f.v. het genereren van instroom in de clubs/federatie; Mensen aan sport brengen, bevorderen van sportparticipatie richting niet/licht/georganiseerde sport, en waar mogelijk richting topsport; (2) Inspireren van bepaalde doelgroepen: Informeren van de stakeholders; Vertellen van een (succes)verhaal; Identificatie met (top)sport, verhogen van het fangebeuren en de betrokkenheid; Enthousiasmeren ( warm maken ) als middel tot sportparticipatie; (3) Verantwoorden: Wat en waarom investeert de Vlaamse overheid in Topsport? Boodschap brengen dat vele topsporters de finaliteit van Topsport niet bereiken zonder de steun van de Vlaamse overheid; Naar waarde inschatten van de prestaties van topsporters. (4) Branden van het merk Sport Vlaanderen : Topsport als onderdeel van de integrale werking van Sport Vlaanderen, naast de organisatie van sportkampen en sportevenementen, sportkaderopleidingen, 2.5. Noodzaak van een overlegmodel en synergie tussen alle topsportactoren Vlaanderen is autonoom bevoegd voor het voeren van een eigen Vlaams sportbeleid, dus ook het topsportbeleid. Het respecteren en ten volle uitbouwen van deze Vlaamse autonomie kan binnen de internationale topsportcontext slechts tot topsportsucces leiden, mits het in stand houden van een goed overlegmodel met de Franstalige en Duitstalige gemeenschap en het BOIC. Het IOC erkent immers uitsluitend nationale Olympische comités en internationale federaties, net zoals het IPC uitsluitend nationale Paralympische comités en internationale federaties erkent. De internationale sportbonden hebben uitsluitend de nationale sportbonden als leden. Dit heeft als direct gevolg dat de selectie en inschrijving van Vlaamse topsporters voor internationale (al dan niet multidisciplinaire) competities steeds via de nationale sportbonden (EK en WK) en/of het BOIC (OS) en/of het BPC (PS) dient te gebeuren. Waar het geen individuele topsporters, maar deelnemende teams of ploegsporten betreft, is een bicommunautaire samenstelling van het team zeer waarschijnlijk (bvb. hockeyploeg mannen die de zilveren medaille behaalde op de OS in Rio). In bovenstaande gevallen is, zowel inzake selectie als inzake aanstelling van het begeleidingskader en het vastleggen van het programma, constructief en doelgericht overleg noodzakelijk tussen de betrokken Vlaamse en Franstalige sportfederatie, de nationale sportbonden (koepels) alsook Sport Vlaanderen, Adeps en BOIC of BPC. Het verder afstemmen van de visie, de doelstellingen en het selectiebeleid tussen de Vlaamse topsportfederaties/sport Vlaanderen, de Franstalige 37

topsportfederaties/adeps/dg en het BOIC blijft noodzakelijk om betere resultaten te bekomen op internationale kampioenschappen. In de regeerperiode 2009-2014 werd daartoe: Een samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse gemeenschap en het BOIC ondertekend (10/5/2010) en uitgevoerd via een jaarlijks addendum waarin de decretale financiering van het BOIC door Sport Vlaanderen wordt vastgelegd. Een samenwerkingsakkoord van onbepaalde duur tussen de gemeenschappen en het BOIC ondertekend (8/11/2011), waarin o.a. de krijtlijnen van het partnership, de wederzijdse erkenning inzake topsportbevoegdheden en de synergie in de uitvoering van het topsportbeleid werden vastgelegd. De werking van ABCD (Adeps, Sport Vlaanderen, BOIC en de Duitstalige gemeenschap) en ABCD- Techniek werd verder uitgebouwd, o.a. via het project BeGold, dat op 21 april 2015 werd verlengd voor de periode van 3 jaar. Met het oog op, desgevallend, een uitdrukkelijke beslissingname inzake de verlenging voor een nieuwe periode van 5 jaar, brengt de minister bevoegd voor de Nationale Loterij de federale regering op de hoogte van het resultaat van de tussentijdse evaluatie in 2017 en brengt de ABCD-commissie de gemeenschapsministers bevoegd voor Sport op de hoogte. Dit alles zal gebeuren met het volle respect voor de Vlaamse autonomie binnen de verdere uitbouw van een performant Vlaams topsportbeleid. Op Vlaams niveau zijn in het verleden diverse initiatieven genomen om de verschillende actoren inzake Topsport (kabinet Sport, Sport Vlaanderen, departement CJSM, VSF, BOIC, universiteiten en externe experts) samen te brengen voor overleg en advies inzake topsportaangelegenheden. Op 1 december 2003 werd de Stuurgroep Topsport opgericht (voorheen Vlaams Overlegplatform Topsport) om (1) de beleidslijnen van het Vlaams Topsportbeleid uit te stippelen, (2) de selectiecriteria voor topsporters te bepalen voor opname in tewerkstellingsprojecten, (3) toezicht uit te oefenen op de uitvoering van het Vlaams Topsportbeleid en (4) de samenwerking tussen de partners in het Vlaams Topsportbeleid, met name Sport Vlaanderen, BOIC en VSF te coördineren en te stroomlijnen tot een coherente werking. De samenstelling van de Stuurgroep Topsport werd via Ministeriële Besluit van 13 februari 2014 door de Vlaamse minister van Sport Philippe Muyters vastgelegd, de bevoegdheden en procedures bleven behouden via het huishoudelijke reglement. De Stuurgroep Topsport werd voornamelijk een strategisch overlegorgaan met betrekking tot de voorbereiding en de evaluatie van het Vlaams topsportbeleid, o.a. bij het opstellen van het Topsportactieplan Vlaanderen en het verlenen van advies over de Vlaamse topsporttakkenlijst. Op 3 mei 2005 werd de Taskforce Topsport opgericht (één vertegenwoordiger per instantie vanuit het kabinet Sport, Sport Vlaanderen, departement CJSM, BOIC en VSF), als een adviesorgaan inzake specifieke topsportdossiers. De samenstelling van de Taskforce Topsport werd via Ministeriële Besluit van 13 februari 2014 door de Vlaamse minister van Sport Philippe Muyters vastgelegd, de bevoegdheden en procedures bleven behouden via het huishoudelijke reglement. De Taskforce Topsport is een coördinerend overlegorgaan met betrekking tot concrete topsportdossiers. De uitvoering van het Vlaams topsportbeleid gebeurde door Sport Vlaanderen, zoals decretaal is vastgelegd, dat evenwel ook de beleidsondersteuning, beleidsevaluatie en beleidsvoorbereiding in overgrote mate voor haar rekening nam. De Taskforce Topsport zal belast worden met de inhoudelijke evaluatie van de ontwikkelings- en prestatieprogramma s, in functie van de toekenning van een prioriteitsniveau en de daaraan gekoppelde werkingskredieten. 2.6. Topsportbeleid binnen de Vlaamse topsportfederaties In Vlaanderen is het voeren van een topsportbeleid decretaal toevertrouwd aan de Vlaamse topsportfederaties, die als sport-owners worden beschouwd. De discussie werd ten gronde gevoerd over het al dan niet in stand houden van dit model versus het loskoppelen van het 38

topsportbeleid van de topsportfederaties ten voordele van een directe aansturing door de Vlaamse overheid. Aangezien dit zou impliceren dat de Vlaamse federaties geen bevoegdheid en dus gaandeweg geen affiniteit met Topsport zouden behouden, zou dit op termijn leiden tot een totale en ongewenste vervreemding tussen het sportbeleid (federaties: recreatiesport, competitie, kadervorming, ) en het topsportbeleid (Vlaamse overheid) binnen elke sporttak. Binnen een topsportfederatie dient, net als bij Sport Vlaanderen, de synergie tussen Topsport en het algemeen sportbeleid net versterkt te worden. Niettemin bestaat binnen de topsportfederaties inzake topsportaangelegenheden vaak een spanningsveld tussen de Raad van Bestuur en het professioneel topsportkader (technisch directeur Topsport/program driver en in service topsporttrainers). Enerzijds worden de topsportmiddelen grotendeels tot volledig ingebracht door de Vlaamse overheid (subsidies, financiering en tewerkstelling door Sport Vlaanderen), en wordt het vierjaarlijks beleidsplan Topsport en alle ad hoc topsportdossiers bij Sport Vlaanderen ingediend en in de Taskforce Topsport besproken. Anderzijds dient het topsportpersoneel uiteraard verantwoording af te leggen aan de Raad van Bestuur van de betrokken topsportfederatie. De wijze van uitvoering van het toezicht en de controle door de Raad van Bestuur wordt vaak als een (te) grote inmenging in de operationele autonomie van het professioneel topsportkader aangevoeld. In het uitvoeringsbesluit Topsport van 19 december 2008 werd reeds een bijkomende subsidievoorwaarde opgenomen, met name het oprichten binnen de topsportfederatie van een topsportcommissie, voorgezeten door de coördinator Topsport en/of sporttechnisch coördinator, met een zekere operationele autonomie binnen de topsportfederatie. Zoals gepland werd de werking van deze topsportcommissies en de autonomie van het professioneel topsportkader geëvalueerd door Sport Vlaanderen via de dossierbeheerders per sporttak, zowel permanent, informeel, als formeel bij de evaluatie van de prestatie- en ontwikkelingsprogramma s die geleid hebben tot het voorstel van Sport Vlaanderen inzake topsportprojectenlijst (korte termijnwerking) en topsporttakkenlijst (lange termijnwerking) 2017-2020. Enerzijds blijkt de kwaliteit en werkbaarheid van de verhouding tussen de Raad van Bestuur en het topsportpersoneel sterk persoonsgebonden te zijn, en dus zeer verschillend van sport tot sport en wisselend doorheen de tijd. Anderzijds blijkt de werking van de topsportcommissie overal formeel aan de subsidievoorwaarden te beantwoorden, maar in de praktijk van sport tot sport zeer sterk te verschillen: van kloppend hart in de topsportwerking tot verplichte oefening pro forma. Daarom wordt voorgesteld om de autonomie en werking van de topsportcommissie verder uit te bouwen: (1) De topsportcommissie dient voorgezeten te worden door de technisch directeur Topsport, die de facto trekker van het topsportbeleid van de topsportfederatie is; (2) Sport Vlaanderen blijft vertegenwoordigd in elke topsportcommissie door de desbetreffende dossierbeheerder, die op alle vergaderingen wordt uitgenodigd en mee de verslagen goedkeurt, die ter inzage worden gesteld van de Taskforce Topsport; (3) Elk topsportprogramma dat (mede) via Vlaamse topsportmiddelen wordt gesubsidieerd/ gefinancierd, wordt door de topsportcommissie formeel besproken, alvorens het via het beleidsplan Topsport, actieplan Topsport of ad hoc aanvraag door de topsportcommissie bij Sport Vlaanderen wordt ingediend. De Vlaamse overheid verwerft aldus als hoofdaandeelhouder van het Vlaamse topsportbeleid in de topsportfederaties een belangrijke insiderpositie. Het betreft tegelijk een antennefunctie (opvolging ontwikkelingen op het terrein), een begeleidingsfunctie (betere voorbereiding dossiers t.b.v. de Taskforce Topsport) en een bewakingsfunctie (controle op het terrein van de besteding van de Vlaamse topsportmiddelen). De Raad van Bestuur behoudt de volle bevoegdheid en verantwoordelijkheid t.a.v. het gevoerde beleid en het eigen topsportpersoneel, zonder evenwel als enige de werking van de topsportcommissie en de effectieve besteding van Vlaamse topsportmiddelen te kunnen bepalen/sturen/controleren. 39

WAT IS NIEUW INZAKE DE STRATEGISCHE KRIJTLIJNEN VOOR EEN PERFORMANT VLAAMS TOPSPORTBELEID IN DE PERIODE 2017-2020? (1) Vlaanderen legt de focus op het behalen van topsportresultaten op internationale kampioenschappen ( Topsport als doel ): mondiale medailles en finales (top-8) en continentale medailles in Olympische disciplines en mondiale medailles in Paralympische disciplines; (2) Vlaanderen wenst gericht in te zetten op de maatschappelijke output van de toegekende topsportinvesteringen, het gevoerde topsportbeleid en de gerealiseerde topsportsuccessen ( Topsport als middel ), met het oog op een toename van het sport- en beweeggedrag onder de bevolking, een toename van de gevoelens van nationale trots in eigen land/regio en van het internationaal prestige van Vlaanderen in het buitenland en het stimuleren van de economie dankzij de verbinding van sport, media en bedrijfsleven; (3) In de Olympiade Tokyo (2017-2020) zal minimaal 90% van de Vlaamse topsportmiddelen ingezet worden ten behoeve van Olympische disciplines, met een strikt onderscheid tussen korte (prestatieprogramma s, maximaal 55%) en lange termijnwerking (ontwikkelingsprogramma s, minimaal 35%). Maximaal 4% van de beschikbare middelen wordt bestemd voor Paralympische disciplines, maximaal 2% voor niet-olympische disciplines en maximaal 4% voor sporttakoverschrijdende investeringen; (4) De verdere centralisatie inzake trainingsinfrastructuur Topsport over de sporttakken heen naar drie centra in Vlaanderen (Gent, Antwerpen en Leuven) dient aanleiding te geven tot topsportexclusieve infrastructuur van hoge kwaliteit met een topsportklimaat; (5) In de Olympiade Tokyo (2017-2020) zal, als onderdeel van een integrale communicatiestrategie van Sport Vlaanderen, een communicatieprogramma voor Topsport worden ontwikkeld, het als doel om instroom in Topsport te genereren, om bepaalde doelgroepen te inspireren, om te verantwoorden wat en waarom de Vlaamse overheid investeert in Topsport en om het merk Sport Vlaanderen te branden; (6) Het goede overlegmodel en de synergie tussen alle topsportactoren (de betrokken Vlaamse en Franstalige sportfederaties, de nationale sportbonden en Sport Vlaanderen, Adeps en BOIC/BPC) zal in stand gehouden worden, zowel inzake selectie als inzake aanstelling van de omkadering en de vastlegging van het programma; (7) Verdere uitbouw van de autonomie en de werking van de topsportcommissie, voorgezeten door de technisch directeur Topsport, die de facto trekker is van het topsportbeleid van de topsportfederatie. Sport Vlaanderen blijft vertegenwoordigd in elke topsportcommissie, en verwerft daarmee een belangrijke antennefunctie (opvolging van de ontwikkelingen op het terrein), begeleidingsfunctie (betere voorbereiding van dossiers ten behoeve van de Taskforce Topsport) en bewakingsfunctie (controle van besteding van Vlaamse topsportmiddelen). 40

Hoofdstuk 3: Specifieke beleidsmaatregelen voor Olympische disciplines 3.1. Topsporter 3.1.1. Historiek en stand van zaken Via de topsportscholen, opgericht in 1998, konden Vlaamse topsportfederaties voor het eerst topsportmiddelen verwerven om structureel aan talentontwikkeling op lange termijn te doen, via professionele omkadering door gediplomeerde lesgevers/trainers in een stabiele omgeving. Ad hoc omkadering van beloftevolle jongeren en elitesporters werd in deze periode via topsportsubsidies ondersteund. Met de start van het project BeGold in 2004 werden nieuwe topsportmiddelen beschikbaar gesteld, waarmee o.a. de omkadering en begeleiding van jonge topsporttalenten kon gefinancierd worden. Pas in 2005, toen het Topsportactieplan Vlaanderen I (2005-2008) in werking trad, werd een structureel project voor de financiering van toptrainers via de Pool van Toptrainers opgezet. Op het einde van dezelfde Olympiade werden voor het eerst beperkte middelen vrij gemaakt om ook een Pool van Jeugdtrainers Topsport uit te bouwen, eveneens gericht op lange termijn begeleiding van jonge topsporttalenten. Vanaf 2009 werd de sportwetenschappelijke en medisch/paramedische omkadering per sporttak via interdisciplinaire teams structureel uitgebouwd en gefinancierd. In elk van deze projecten werden de middelen door Sport Vlaanderen toegekend, zij het inzake het project Be Gold via een partnership in de ABCD-commissie. Elk van deze projecten en financieringen bracht een significante meerwaarde t.a.v. de professionele begeleiding van jonge topsporttalenten, beloftevolle jongeren en elitesporters. Tegelijk werden door Sport Vlaanderen en de Taskforce Topsport in elk van de projecten gaandeweg specifieke criteria en voorwaarden opgelegd voor het toekennen van de bijhorende topsportmiddelen. De topsportscholen zijn in 2016-2017 hun 19 de schooljaar ingegaan. Het aantal toegekende topsportstatuten daalde van 850 in 17 topsportfederaties in het schooljaar 2008-2009 naar 563 in 15 topsportfederaties in het schooljaar 2016-2017, waarvan 535 leerlingen/topsporters (95%) ingeschreven waren in een topsportschool (zie figuur 13). 900 Topsportstatuut binnen een topsportschool Topsportstatuut buiten een topsportschool 800 700 600 500 400 113 106 75 77 88 80 80 133 120 100 90 67 47 28 300 200 100 201 341 320 378 441 425 454 503 508 553 644 672 717 689 653 622 548 522 535 0 Figuur 13: Overzicht van het aantal gesubsidieerde leerlingen in de topsportschool van 1998 tot 2016 41

Om de doorstroming vanuit het secundair naar het hoger onderwijs mogelijk te maken en de combinatie topsport en studies te optimaliseren, werd in 2003 het Topsportstudentenproject opgestart voor de categorie elitesporters (ES) en een jaar later voor de categorie beloftevolle jongeren (BJ). Enerzijds kunnen de topsporter/student hierdoor genieten van een deeltijdse verloning volgens barema (0,80 VTE voor elitesporters en 0,50 VTE voor een beloftevolle jongeren), en anderzijds kan de onderwijsinstelling rekenen op een financiële tegemoetkoming voor de studiebegeleiding van de topsporter/student. Vanaf 2013 werden de modaliteiten van het Topsportstudentenproject beter afgestemd op de noden van de individuele topsporters/studenten: een maandelijkse trapsgewijze onkostenvergoeding tot de leeftijd van 21 jaar en een verloning volgens barema of onkostenvergoeding vanaf de leeftijd van 21 jaar. Eenmaal de studies achter de rug, blijkt vaak dat topsport moeilijk te combineren is met werk. Daarom werd reeds in 1995 het Tewerkstellingsproject Topsport (Gesco-project met maximum premie) in het leven geroepen, waarbij topsporters zich aan hun discipline kunnen wijden zonder financiële beslommeringen inzake persoonlijk levensonderhoud. In 2002 werd het totaal contingent op 43 voltijdse equivalenten gebracht. Sinds juli 2016 werd afgestapt van het Gesco-project en zullen arbeidsovereenkomsten Topsport voortaan gefinancierd worden door Sport Vlaanderen. In 1993 werd een eerste initiatief genomen ondersteund ondermeer door Eddy Merckx om een professionele Vlaamse wielerploeg 2002 bij de heren op te richten. Enkele jaren later in 1995 lag dezelfde initiatiefnemer aan de basis van de oprichting van het Vlaanderen-Capri Sonne-T-Interim wielerteam bij de dames. In een latere fase werd bijkomend een wielerteam voor jongeren opgericht. De renners werden via een Gesco-contract (deeltijds of voltijds) opgenomen in de ploeg. De Vlaamse wielerploegen hebben een eigen logica, werking, criteria en verloning, die ook in de Olympiade Rio (2013-2016) werd behouden. Het betreft immers geen project voor individuele topsporters, maar een echt ploegproject met een eigen finaliteit: Het Topsport Vlaanderen-Baloise Team maakt de brug voor beloftevolle renners naar het ProTour-circuit. Vlaamse piste- en baanrenners met de ambitie om op de Olympische Spelen te presteren, kunnen als beloftevolle jongere opgenomen worden in Tewerkstellingsproject Topsport en nadien, van zodra zij in aanmerking komen, overstappen naar dit team. Dit stelt hen in staat om binnen een volwaardige professioneel geleide ploeg toch de nodige prioriteit te kunnen geven aan hun pisteprogramma, naast een volledig wegprogramma; Het damesteam Ladies Cycling Team Vlaanderen is gericht op de opleiding en vorming van jonge rensters, met als doelstelling om het Vlaamse dames wielrennen op de weg terug op internationaal niveau te brengen. In 2004-2005 bestond de ploeg vooral uit sterke buitenlandse rensters, aangevuld met enkele Vlaamse beloften. Inmiddels betreft het uitsluitend Vlaamse rensters, en werd de omkadering en begeleiding professioneel ingevuld; Jong Vlaanderen was een continentale wielerploeg voor beloftevolle wegrenners voor heren, maar werd einde 2012 stopgezet. Atletiek Vlaanderen werd eveneens als apart teamproject opgericht, hoewel het om individuele atleten uit verschillende disciplines gaat, aangesloten bij de Vlaamse Atletiekliga. Met ingang van 1/1/2009 werd het project specifiek toegespitst op fond en halve fond. Deze disciplines werden immers niet langer op de topsporttakkenlijst weerhouden wegens ontbrekende internationale resultaten. In 2016 werd Atletiek Vlaanderen op het vlak van doelstellingen en werking volledig geïntegreerd in het topsportbeleid van de Vlaamse Atletiekliga, en dus als een beloftenproject in lijn gebracht met de doelstellingen van het Vlaams topsportbeleid. Sinds 2007 worden beloftevolle jongeren en elitesporters, waar nodig, begeleid voor de combinatie topsport en studie/werk en de nacarrière, o.a. via Carrièrebegeleiding Topsport. De Vlaamse topsporter kan beroep doen op een variëteit aan ondersteuningsmogelijkheden en bij specifieke noden worden projecten opgestart. Vlaamse topsporters krijgen dan niet alleen een 42

tewerkstellingscontract maar worden ook begeleid om tijdens en na hun sportcarrière optimaal te functioneren in de maatschappij. 140 Tewerkstellingscontract Topsport (elite) Topsportstudentencontract (elite) Onkostenvergoeding (-21 jaar) Vlaamse Wielerploegen (Dames) Atletiek Vlaanderen Tewerkstellingscontract Topsport (belofte) Topsportstudentencontract (belofte) Vlaamse Wielerploegen (Topsport Vlaanderen) Vlaamse Wielerploegen (Jong Vlaanderen) Diverse projecten via Departement CJSM 120 100 80 60 40 20 0 3 5 15 15 15 14 14 14 5 8 9 4 6 16 16 15 19 20 19 17 17 19 19 11 20 26 10 22 1 41 11 11 23 22 3 8 8 7 1 9 46 38 6 15 10 10 3 6 5 5 24 24 22 20 9 6 10 8 8 9 9 4 16 11 4 1 47 50 55 49 6 9 2 4 6 1 2 6 7 20 21 23 6 1 14 11 10 1 1 64 66 68 10 6 25 32 2 14 43 10 5 25 26 2 17 26 6 6 2 24 23 28 22 1 1 23 22 1 1 35 33 Figuur 14: Overzicht van het aantal Vlaamse topsporters die genoten van een persoonlijk levensonderhoud via de respectieve tewerkstellingsprojecten in de periode 1994-2016 3.1.2. Werking in de periode 2017-2020 Het Vlaams topsportbeleid dient een voorwaardenscheppend beleid te blijven. Alle maatregelen dienen er op gericht te zijn om de topsportloopbaan mogelijk te maken en te faciliteren, en dus geenszins in functie van persoonlijke verrijking (financiële voordelen) van de betrokken topsporter(s). Uitsluitend geregistreerde topsporters en topsporttalenten, waarvan het programma weerhouden werd als prestatie- of ontwikkelingsprogramma, komen in aanmerking voor deze maatregelen. Wanneer topsporters omwille van hun topsportprogramma genoodzaakt worden om deeltijds te studeren of geen voltijdse of deeltijdse normale job kunnen uitoefenen, is het aangewezen dat de Vlaamse overheid waar mogelijk voorziet in hun levensonderhoud, door middel van een deeltijdse of voltijdse tewerkstelling. Topsporters die een professionele loopbaan (inzake loon/statuut) kunnen uitbouwen in een beroepssport, komen ook in de Olympiade Tokyo 2017-2020 niet in aanmerking voor dergelijke topsportcontracten. Voorwaardenscheppende maatregelen in het Vlaams topsportbeleid moeten het geheel van de topsportloopbaan omsluiten, met inbegrip van de voorbereiding van de na-topsportcarrière. De verschillende beleidsinitiatieven dienen daarom op mekaar aan te sluiten, met bijzondere aandacht voor scharniermomenten in de normale levensloop (overgang tussen onderwijsniveaus, overgang 43

onderwijs/werk, ) en in de topsportloopbaan (van competitiesport naar instap topsportprogramma, overgang van geïdentificeerd topsporttalent naar beloftevolle jongere tot elitesporter, ). Het bewerkstelligen van een coherente samenhang in de toepassing van de verschillende beleidsmaatregelen op vlak van de topsportloopbaan in hoofde van de individuele (ploeg)topsporter, dient een prioritaire zorg te blijven van het Vlaams topsportbeleid. Dit kan gerealiseerd worden door carrièrebegeleiding Topsport verder structureel uit te bouwen in samenwerking met partners, zowel binnen de Vlaamse overheid als uit de private sector. Een topsportloopbaan is per definitie van korte duur en overlapt bijna altijd met de periode van leerplichtonderwijs en hoger onderwijs. Aangezien de professionele na-topsportcarrière bijgevolg langdurig is en topsporters op het einde van hun topsportloopbaan zelden financieel onafhankelijk zijn, blijft het behalen van een diploma de beste toekomstgarantie en sociale zekerheid voor een topsporter. Daarom bestaan de belangrijkste loopbaanmaatregelen uit het faciliteren van de combinatie topsport en leerplichtonderwijs en het faciliteren en/of aanmoedigen van de combinatie topsport en hoger onderwijs. Voor de niet-studenten bestaat de mogelijkheid tot opname in een tewerkstellingsproject Topsport, maar dient er tevens gezocht te worden naar overeenkomsten met werkgevers in verband met mogelijke beroepsopleidingen en/of deeltijdse tewerkstelling met mogelijkheid tot integratie in het bedrijf tijdens en/of na de topsportloopbaan. In de loopbaan van een topsporter worden vier verschillende fasen onderscheiden: (1) Talentdetectie (nog niet-geïdentificeerde topsporttalenten); (2) Ontwikkelingsprogramma s (geïdentificeerde topsporttalenten en beloftevolle jongeren); (3) Prestatieprogramma s (elitesporters); (4) Na-topsportcarrière (ex-topsporters). Figuur 15 geeft een overzicht van de belangrijkste voorwaardenscheppende maatregelen die in iedere fase van de topsportloopbaan worden aangereikt. Alle maatregelen in het Topsportactieplan Vlaanderen IV (2017-2020), ook voor de G-sporter vermeld in hoofdstuk 3, hebben hun weerslag op één of meerdere van deze vier fasen, en worden verder in dit hoofdstuk besproken. De coördinatie van alle loopbaanmaatregelen dient te gebeuren door de afdeling Topsport van Sport Vlaanderen. TALENTDETECTIE ONTWIKKELINGSPROGRAMMA PRESTATIEPROGRAMMA NA-TOPSPORTCARRIERE 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 >30 Vlaams Sportkompas Statuut topsportbelofte Pool van Jeugdtrainers Topsport Topsportstatuten binnen/buiten TSS Sportwetenschappelijke begeleidings- en onderzoeksprojecten Pool van Beloftentrainers Topsport Project Be Gold Topsportstudentenproject VDAB-begeleidingstraject Vlaamse wielerploegen Pool van Toptrainers Tewerkstellingsproject Topsport Sport Vlaanderen & Defensie Carrièrebegeleiding Topsport (i.s.m. VDAB en erkende loopbaancentra) Figuur 15: Overzicht van de voorwaardenscheppende leeftijdsgebonden maatregelen in de topsportloopbaan 44

3.1.2.1. Actiepunt 1: Talentdetectie Talentdetectie o.l.v. Jeugdtrainers Topsport Talentdetectie is gericht op het optimaliseren van de instroom van topsporttalenten in de topsportwerking van de Vlaamse topsportfederaties, zowel binnen als buiten de topsportschool onder leiding van de Jeugdtrainers Topsport. Vermits het een werking betreft i.f.v. output op lange termijn (Olympische Spelen van 2020 en 2024), dient structureel geïnvesteerd te worden, in eerste orde in topsportfederaties die participeren in zowel ontwikkelings- als prestatieprogramma s. Talentdetectie vereist expertise en een gerichte werking per sporttak inzake (1) de identificatie van talent aan de hand van talentidentificatie parameters ( welke kenmerken moeten we observeren/ meten op welke leeftijd/ontwikkelingsfase? ), (2) de opsporing van talenten in een ruimere groep ( hoe wordt het zoeken naar jongeren met de geschikte kenmerken effectief en efficiënt georganiseerd? ) en (3) de selectie van een beperkte groep getalenteerde jongeren voor deelname aan een topsportprogramma ( Welke selectiecriteria of normen worden op welke leeftijd/ontwikkelingsfase opgelegd? ). Naast sporttakoverschrijdende expertise op het vlak van testen en meten, opsporingsmethodes en mogelijk gemeenschappelijke talentkenmerken, dient de expertise voornamelijk sporttakspecifiek opgebouwd en toegepast te worden. Op het vlak van testen en meten en de opsporingsmethodes, kunnen sportfederaties hun expertise uitbouwen op basis van eigen ervaring en de best practices in andere sporttakken. Op het vlak van talentkenmerken, dient wetenschappelijk gevalideerde kennis gekoppeld te worden aan binnen- en buitenlandse expertise van coaches, voornamelijk binnen de eigen sporttak/discipline. In de praktijk blijkt onmiskenbaar dat een valide uitspraak over het talent van een jongere slechts mogelijk is na een gerichte sporttakspecifieke observatie van minstens twee jaar. In deze periode kunnen verschillende momentopnames (tests, metingen en observaties), alsook een inschatting van de reactie op trainingsprikkels (leervaardigheid, trainbaarheid en coachbaarheid) gecombineerd worden tot een gefundeerd oordeel. De Vlaamse topsportfederaties dienen waar nodig geadviseerd en/of begeleid te worden inzake de meest effectieve en efficiënte aanpak van observatie in hun sporttak, i.f.v. een betere instroom in de topsportschool, een kleinere drop-out van vals positieven en minder negatieve persoonlijke gevolgen voor de betrokken jongeren en hun directe omgeving. Statuut topsportbelofte Basisscholen kunnen een samenwerkingsverband aangaan met de betrokken sportfederatie, zonder evenwel het predicaat topsportschool te dragen. Voor leerlingen met een statuut topsportbelofte in het basisonderwijs worden maximum zes lestijden per week voor topsporttraining voorzien, mits toestemming van de schooldirectie. De 10 halve dagen afwezigheid per schooljaar voor deelname aan (inter)nationale stages en wedstrijden onder leiding van de topsportfederatie zijn een recht. Statuten topsportbelofte worden uitgereikt door de gemengde Selectiecommissie van het Topsportconvenant (zie verder), momenteel (schooljaar 2016-2017) uitsluitend in de sporttakken gymnastiek en tennis en dit pas vanaf het vierde leerjaar. Vlaams SportKompas In de periode 2007-2012 investeerde de Vlaamse overheid een totaalbedrag van 1.336.500 euro ten aanzien van de UGent voor de ontwikkeling van een wetenschappelijk onderbouwde oriënteringtool voor topsporttalenten, en in mindere mate voor breedtesport. Sinds 2013 investeert UGent verder in 45

de uitbouw van het Vlaams SportKompas, met als doel om kinderen tussen 6 en 11 jaar te oriënteren naar een sport die overeenstemt met hun talenten, m.a.w. hun individuele fysieke en motorische capaciteiten. Sport wordt niet aantrekkelijker gemaakt door een oriënterende testbatterij. Het kan echter wel interessant zijn voor een kind om op basis van een goed advies een juiste inschatting te krijgen van zijn/haar sportieve aanleg. Om die reden is het aangewezen om het Vlaams Sportkompas bevolkingsbreed in te zetten, waar de lagere school en/of de eerste graad van secundaire school (via lichamelijke opvoeding) de meest aangewezen plaats lijkt, omdat nagenoeg alle kinderen dan gevat kunnen worden. In overleg met de onderwijsnetten en het Kabinet Onderwijs dient nagegaan te worden in welke mate een proefproject, dan wel een algehele implementatie in het curriculum kan gerealiseerd worden. Faciliteren van cross-over tussen sporttakken Wanneer gedetecteerde talenten na een periode in een topsportprogramma, de ontwikkelingslijn niet blijken te kunnen aanhouden, is soms een overstap naar een andere sporttak/discipline aan te bevelen (vb. internationale subtop in het zwemmen kan mogelijks uitstekend geschikt zijn voor triatlon). In plaats van een (negatieve) drop-out, betekent dit voor de betrokkene een (positieve) heroriëntatie. Het betreft zeker op topniveau occasionele transfers, die moeilijk systematisch kunnen georganiseerd worden tussen een waaier van sporttakken. In de begeleiding van de topsportfederaties inzake talentdetectie dienen de mogelijkheden ad hoc onderzocht te worden en, waar succes mogelijk is, in het belang van de topsporter gestimuleerd te worden. 3.1.2.2. Actiepunt 2: Begeleiding en omkadering van Vlaamse topsporters doorheen de topsportloopbaan Per Olympiade zal per sporttak een globale omkaderingsnorm worden vastgelegd, rekening houdend met de trainingstechnische personeelsbehoefte van de verschillende weerhouden prestatie- en/of ontwikkelingsprogramma s. De toekenning van Vlaamse topsportmiddelen verloopt trapsgewijs, volgens prioriteitsniveau, en is herzienbaar per topsportproject en per targetperiode. De mogelijkheden tot subsidiëring of financiering van de faciliterende loopbaanmaatregelen via de ontwikkelings- en/of prestatieprogramma s worden per project toegelicht: opleidingstraject binnen of buiten de topsportschool, project Be Gold, VDAB-opleiding tot beroepstopsporter, Topsportstudentenproject en Tewerkstellingsproject Topsport van Sport Vlaanderen, tewerkstellingsproject Defensie, Vlaamse wielerploegen en carrièrebegeleiding Topsport. Opleidingstraject binnen en buiten de topsportschool De werking van de topsportscholen wordt geregeld via een afzonderlijk Topsportconvenant tussen de onderwijssector (Vlaams minister van Onderwijs en de drie onderwijsnetten) en de sportsector (minister van Sport, Sport Vlaanderen, BOIC, VSF en BVLO). Bij aanvang van de Olympiade Tokyo (2017-2020) dient het Topsportconvenant te worden aangepast, o.a. met het oog op (1) de verankering van het flexibel leertraject buiten de topsportschool en (2) het aligneren van het onderwijsprogramma van de verschillende topsportscholen en het aanbieden van modulaire pakketten (e-learning). 46

De selectiecriteria voor het verkrijgen van een topsportstatuut dienen permanent afgestemd te worden op de finaliteit van het Vlaams topsportbeleid. Voor iedere sporttak worden de finaliteit en de selectiecriteria per graad ondubbelzinnig vastgelegd in een jaarlijks convenant tussen Sport Vlaanderen en de betrokken federatie. Dit gebeurt uiterlijk 12 maanden voorafgaand aan het schooljaar waarop de selectiecriteria betrekking hebben. Op basis van de goedgekeurde selectiecriteria worden jaarlijks de statuten van leerling/topsporter toegekend door de gemengde Selectiecommissie van het Topsportconvenant, op voordracht van de topsportfederatie die participeert in een Vlaamse topsportschool. De Taskforce Topsport kent ad hoc statuten toe aan uitzonderlijk getalenteerde leerlingen/topsporters in sporttakken zonder topsportschool (bvb. kunstschaatsen en paardrijden). Het toekennen van een topsportstatuut door de gemengde Selectiecommissie van het Topsportconvenant heeft consequenties voor de desbetreffende getalenteerde jongeren, de topsportfederatie en de topsportschool: (1) De getalenteerde jongere kan slechts een topsportstatuut verwerven wanneer hij/zij het vooropgestelde instapniveau haalt, zoals bepaald in de selectiecriteria. Het instapniveau wordt per sporttak vastgelegd door de Selectiecommissie van het Topsportconvenant en de betrokken sportfederatie en is afgestemd op doelstellingen van de topsportschool (tussentijdse finaliteiten per graad) en de doelstellingen van het Vlaams topsportbeleid (eindfinaliteit). (2) Alle topsportstatuten dienen aangevraagd te worden door de betrokken topsportfederatie, uitsluitend voor kandidaten die voldoen aan de selectiecriteria en waarvoor de federatie zich garant stelt voor de inhoud van het topsportprogramma, de uitvoering ervan en de begeleiding, hetzij in de topsportschool waarin ze participeert, hetzij in een andere school. (3) De topsportschool kan leerlingen/topsporters inschrijven, wanneer deze over een topsportstatuut beschikken, uitgereikt door de gemengde Selectiecommissie van het Topsportconvenant. Wanneer leerlingen met een topsportstatuut zich wensen in te schrijven in een andere topsportschool dan deze waarin de betrokken topsportfederatie participeert, is een voorafgaandelijk akkoord nodig van alle betrokken partijen: de topsportfederatie die het topsportstatuut heeft aangevraagd, de topsportschool (topsportschoolcoördinator en directie) waarin de leerling zich wenst in te schrijven en alle topsportfederaties die in de betrokken topsportschool participeren. Het behalen van de finaliteit per graad dient voortaan als een belangrijke parameter in de evaluatie van de werking van de topsportscholen. Sport Vlaanderen voorziet sinds 2014 in de jaarlijkse statistieken inzake instroom, doorstroom en uitstroom van leerlingen/topsporters in de Vlaamse topsportscholen. Wanneer statuten toegekend worden, zal telkens aangegeven worden of dit gebeurde op basis van het voldoen aan de selectiecriteria, dan wel op basis van een deliberatie door de gemengde Selectiecommissie van het Topsportconvenant. Gaandeweg zal Sport Vlaanderen eveneens statistieken verzamelen en kenbaar maken van de loopbaanfinaliteit (beste sportieve prestatie/resultaat) in relatie tot een traject binnen en buiten de topsportschool. Deze statistieken zullen jaarlijks besproken worden door de Taskforce Topsport en door de Begeleidingscommissie van het Topsportconvenant. De topsportschool is niet a priori voor elke sporttak/discipline het meest aangewezen instrument om de talentontwikkeling in deze leeftijdscategorie optimaal in te vullen. Om een topsportschool op te starten en/of om verder te blijven investeren in een bestaande topsportschool, dient voldaan te worden aan 7 criteria. Deze criteria werden behouden uit Topsportactieplan Vlaanderen III (2013-2016) en toegepast bij de evaluatie van de topsportscholen op vlak van sport in 2016, waarvan het eindrapport met de generieke en sporttakspecifieke aanbevelingen in bijlage wordt opgenomen. 47

(1) Kaderen in een volwaardig topsportloopbaantraject De topsportschool moet kaderen in een volledig traject/programma van talentontwikkeling. In het traject van detectie van een topsporttalent tot het behalen van internationaal topsportsucces, dient de topsportschool een deel van het geheel te vormen. De nadruk moet liggen op de doorstroommogelijkheden in verdere samenwerking met de topsportfederatie. (2) Selectiecriteria gericht op internationaal niveau De selectiecriteria voor het verkrijgen van een topsportstatuut dienen permanent afgestemd te worden op de finaliteit Topsport. De finaliteit en de selectiecriteria dienen per graad ondubbelzinnig vastgelegd te worden in een convenant tussen Sport Vlaanderen en de betrokken federatie. Het behalen van de finaliteit zal voortaan als een belangrijke parameter in de evaluatie van de werking van de topsportscholen gehanteerd te worden. (3) Omvang van de instroom De selectiecriteria dienen voldoende streng gesteld te worden, zodat uitsluitend leerlingen/topsporters van voldoende hoog niveau in functie van doorgroeimogelijkheden weerhouden worden. In geval van onvoldoende aantal talentvolle jongeren dient de betreffende graad/topsportschool stopgezet te worden en dienen individuele maatregelen of structurele maatregelen buiten de topsportschool genomen te worden. (4) De noodzaak van participatie in één of meerdere graden in de topsportschool moet aangetoond worden teneinde een optimale talentontwikkeling te bekomen In overleg met de betrokken federatie moet nagegaan worden of er evenwaardige of betere alternatieven opgestart kunnen worden binnen het gewone leerplichtonderwijs, bijvoorbeeld via een uitbreiding van de Pool van Jeugdtrainers Topsport (zie actiepunt 3). Hiervoor dienen desgevallend de nodige middelen voorzien te worden. Topsportfederaties die niet participeren in een topsportschool dienen duidelijk weer te geven hoe de talentdetectie en ontwikkeling binnen hun sporttak verloopt. Indien nodig dient de topsportfederatie aangezet te worden om de nodige initiatieven hieromtrent te ontwikkelen. (5) Deskundigheid van de sporttechnische en interdisciplinaire omkadering De aanwezigheid van deskundige trainers (zowel op sportief als op pedagogisch-didactisch vlak) is bijzonder bepalend in het al dan niet doorstromen van leerlingen/topsporters naar de top. Vanuit een interdisciplinaire begeleiding kunnen zowel de trainers als de leerlingen/topsporters optimaal ondersteund en begeleid worden. De federaties dienen te waken over de continuïteit binnen de sporttechnische omkadering. (6) Koppeling aan een trainingscentrum met geschikte topsportinfrastructuur Ten einde de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk in te zetten is het noodzakelijk dat de topsportfederaties (de sportinfrastructuur van) hun topsportschool koppelen aan hun trainingscentrum. Dit leidt immers ook tot het rationeel inzetten van trainers en (para)medische staf en geeft aanleiding tot een betere en vlottere communicatie en begeleiding van de andere topsporters. (7) Totaalconcept: leefsituatie onderwijs sport Topsportfederaties moeten streven naar het één-campus-model per sporttak, waarbij leven, trainen en studeren gecentraliseerd worden in één trainingscentrum voor de betrokken sporttak. Vanuit dit totaalconcept wordt de leerling/topsporter reeds vanaf toetreding in de topsportschool opgenomen in een topsportcultuur: de leerling/topsporter leeft samen met andere beloftevolle jongeren en kan genieten van aangepast onderwijs en deskundige trainingsbegeleiding in één trainingscentrum. Om leerlingen/topsporters ook buiten de topsportschool alle kansen te geven, werd een flexibel leertraject buiten de topsportschool uitgestippeld, dat topsporttalenten in staat stelt om sport en school in de best mogelijke omstandigheden te combineren. Na een testfase van twee jaar in de 48

sporttakken voetbal en tennis, werd het flexibel leertraject in het schooljaar 2015-2016 uitgebreid met een derde sporttak (triatlon), en werd het flexibel leertraject verankerd in het aangepaste Topsportconvenant. Topsporttalenten die voldoen aan de sportieve criteria kunnen in het gewoon secundair onderwijs les volgen, uitsluitend indien de betrokken sportclub en de school aan de voorwaarden van sportieve en educatieve begeleiding voldoen. Verder kan de leerling/topsporter buiten de topsportschool (met of zonder een topsportstatuut) een regeling treffen met de directie van de school waar hij/zij zich wenst in te schrijven, op basis van een omzendbrief van secundair onderwijs (SO/2005/04 van 21 mei 2015) die betrekking heeft op de afwezigheden in het secundair onderwijs. Uniformiteit inzake selectiecriteria Om als sporttak in aanmerking te komen voor ondersteuning van een ontwikkelingsprogramma, dienen de doelstellingen per sporttak inzake topsportresultaten, individueel of per team, afgestemd te zijn op doelstellingen van het Vlaams topsportbeleid, en bijgevolg te beantwoorden aan de internationale prestatienorm. De selectiecriteria voor deelname aan internationale competities moeten op hun beurt afgestemd zijn op de resultaatsdoelstellingen en de internationale prestatienorm. De selectiecriteria zijn bijgevolg een uitermate belangrijk onderdeel van het Vlaams topsportbeleid. Het voldoen aan de selectiecriteria en de deelname aan internationale (jeugd)competities is geen doel op zich. Selectiecriteria dienen zo vastgelegd te worden dat topsporters geselecteerd worden die, mits het juiste programma en de gepaste omkadering, de internationale resultaatsdoelstellingen kunnen bereiken (resultaatsverbintenis in het contract). Dit is reeds vertaald in de instapcriteria voor arbeidsovereenkomsten Topsport bij Sport Vlaanderen, die evenmin een doel op zich zijn, maar wel een middel zijn om de resultaatsdoelstellingen te realiseren. Voor wat de jonge topsporttalenten betreft, moet er naast prestatienormen ook rekening gehouden worden met de intrinsieke kwaliteiten van de topsporter omdat die geen direct succes dient na te streven, maar pas op latere leeftijd volledig tot ontplooiing moet komen. Bij aanvang van de Olympiade Tokyo (2017-2020) zal Sport Vlaanderen, in samenwerking met de Vlaamse topsportfederaties, expliciet een ontwikkelingslijn per weerhouden Olympische discipline vastleggen met criteria waaraan topsporters en topsporttalenten (jaarlijks) dienen te voldoen om door Sport Vlaanderen als topsporter geregistreerd te worden. Ook de selectiecriteria voor instap in de topsportschool dienen afgestemd te zijn op deze ontwikkelingslijn(en). Project Be Gold Op 21 april 2015 werd een overeenkomst ondertekend tussen de Federale staat (ministers Charles Michel en Hervé Jamar), de Vlaamse Gemeenschap (ministers Geert Bourgeois en Philippe Muyters), de Franse Gemeenschap (ministers Rudy Demotte en René Collin), de Duitstalige Gemeenschap (ministers Oliver Paasch en Isabelle Weykmans) en het BOIC (Pierre-Olivier Beckers en Philippe Vander Putten) om het gemeenschappelijk project Jonge topsporttalenten Be Gold Olympische Spelen (zomer en winter) te verlengen en bijkomende financiële middelen ter beschikking te stellen ter versterking van het sportbeleid. Deze overeenkomst heeft als doel om specifieke topsportprojecten op het vlak van talentontwikkeling, omkadering en begeleiding te financieren, met het oog op het behalen van top-8 plaatsen op de Olympische Spelen (zomer en winter) op middellange en/of lange termijn. 49

Een tussentijdse evaluatie van het project zal door ABCD worden opgemaakt in 2017. Met het oog op, desgevallend, een uitdrukkelijke beslissingname inzake de verlenging voor een nieuwe periode van 5 jaar, brengt de minister bevoegd voor de Nationale Loterij de federale regering op de hoogte van het resultaat van de tussentijdse evaluatie in 2017 en brengt de ABCD-commissie de gemeenschapsministers bevoegd voor Sport op de hoogte. Het project Be Gold is van toepassing voor beloftevolle jongeren die zich in de transitie naar elitesporter (prestatieprogramma) bevinden. De projecten hebben betrekking op activiteiten in één of meerdere Olympische disciplines, binnen één of meerdere gemeenschap. De participatie van de Vlaamse overheid in het project Be Gold dient ongewijzigd te blijven op 740.000 euro per jaar. In de loop van 2017 zal duidelijk worden of en in welke vorm het project al dan niet bestendigd wordt. In 2016-2017 wordt dit bedrag door Sport Vlaanderen ingezet, conform de lopende overeenkomst. Transversale samenwerking VDAB en Sport Vlaanderen Loopbaanbegeleiding voor (ex-)topsporters Sinds 1 januari 2015 is het project Loopbaanbegeleiding voor (ex-)topsporters operationeel, een samenwerkingsverband tussen Sport Vlaanderen, VDAB en acht erkende loopbaanbegeleidingcentra, met als doel om topsporters specifiek voor te bereiden op de na-topsportcarrière. Sport Vlaanderen bewaakt in dit samenwerkingsverband de kwaliteit van de loopbaanbegeleiding via de begeleiding en supervisie van de erkende loopbaanbegeleidingcentra. De loopbaanbegeleiding voor (ex-)topsporters kadert in een ruimer recht op loopbaanbegeleiding, gesubsidieerd door de Vlaamse overheid, waarbij de Vlaamse burger om de 6 jaar twee pakketten van vier uur loopbaanbegeleiding kan opnemen. Om hierop aanspraak te kunnen maken, dient de betrokkene o.a. professioneel actief te zijn (als werknemer of zelfstandige) met een hoofdzetel in Vlaanderen of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Binnen de Vlaamse werknemerspopulatie zijn topsporters echter een minderheidsgroep met een niet-traditioneel loopbaantraject. Zo zouden (ex-)topsporters die net in de werkloosheid zijn beland (<6 maanden) eveneens aanspraak moeten kunnen maken op een model van loopbaanbegeleiding voor ex-topsporters, en deze dienstverlening moeten kunnen uitgebreid worden in functie van de noden van de topsporter. VDAB-trajectbegeleiding tot professionele topsporter Vanaf 2017 zullen VDAB en Sport Vlaanderen een trajectbegeleiding tot professionele topsporter organiseren. De trajectbegeleiding is gericht op de door de Vlaamse overheid geregistreerde elitesporters of beloftevolle jongeren (+18 jaar), die niet in de mogelijkheid zijn om topsport te combineren met hoger onderwijs en die (tijdelijk) niet in aanmerking komen voor een professioneel contract als topsporter. Zowel individuele sporters als ploegsporters komen in aanmerking. De betrokken topsportfederatie kan een aanvraag tot trajectbegeleiding richten aan Sport Vlaanderen, op voorwaarde dat de kandidaat voldoet aan de instapcriteria voor opname in het Topsportstudentenproject of het Tewerkstellingsproject Topsport van Sport Vlaanderen in de categorie beloftevolle jongere of elitesporter. Na positief advies van de Taskforce Topsport wordt het dossier ter goedkeuring voorgelegd aan VDAB, en kan de topsporter opgenomen worden in het begeleidingstraject tot professionele topsporter. Het begeleidingstraject zal voor elke kandidaat/topsporter jaarlijks worden geëvalueerd met een totale duur van 2 jaar. Uitzonderlijk kan dit traject met 1 jaar verlengd worden. 50

Om de kansen op tewerkstelling na de topsportcarrière te verhogen, zal een persoonlijk opleidingsplan opgesteld worden, in samenwerking met de topsporter. De topsporter wordt geacht een beroepsgerichte opleiding te doorlopen, die qua inhoud en vorm daadwerkelijk zal leiden tot een meerwaarde voor de nacarrière van de topsporter en tot een verhoging van zijn/haar kansen op de arbeidsmarkt. Tijdens de duur van het begeleidingstraject tot professionele topsporter zal de procedure voor het bekomen van een financiële uitkering dezelfde zijn als deze voor alle uitkeringsgerechtigde burgers. De topsporters die in dit begeleidingstraject worden opgenomen, worden in deze periode vrijgesteld van de verplichting om beschikbaar te blijven voor de arbeidsmarkt en kunnen zich verplaatsen voor deelname aan internationale stages en competities. Voorts worden zij in deze periode vrijgesteld van de plicht om actief op zoek te gaan naar werk. Bestaande opleidingsmaatregelen, toepasbaar bij topsporters VDAB voorziet in een individuele beroepsopleiding (IBO) en een beroepsinlevingsovereenkomst (BIO), die ook voor topsporters in zeer specifieke situaties geschikt kunnen zijn voor het verwerven van beroepsgerichte competenties en/of het vinden van aansluiting op een carrière als professionele sporter of op een verdere sportieve opleiding. Jonge topsporters (+18 jaar) die niet in de mogelijkheid zijn om topsport te combineren met hoger onderwijs en die (gezien hun jonge leeftijd) nog niet in aanmerking komen voor een tewerkstellingscontract bij Sport Vlaanderen, kunnen gebruik maken van deze periode van zes maanden om een volgende stap te zetten naar een professionele carrière als topsporter. De kandidaat/topsporter dient rekening te houden met een aantal voorwaarden, zoals de beperking van het opleidingstraject tot 6 maanden, de premie die dient te worden betaald door de werkgever aan de topsporter, het IBO-traject dat dient te resulteren in een effectieve arbeidsovereenkomst met de werkgever, Een dergelijk opleidingsplan is evenwel zeer zinvol als bewustwordingsproces voor de jonge topsporter, dat de uitbouw van een topsportcarrière en mogelijk ook de loopbaanfase na de topsportcarrière zal faciliteren. Topsportstudentenproject van Sport Vlaanderen Topsporters in de leeftijdsperiode hoger onderwijs moeten in de eerste plaats aangemoedigd worden om hogere studies aan te vatten en af te werken, in combinatie met een volwaardig topsportprogramma. In de meeste gevallen is het noodzakelijk om hiertoe de hogere studies te spreiden via een geïndividualiseerd studietraject. Sinds 2005 heeft het hoger onderwijs in Vlaanderen (in Europese context) een gedaanteverandering ondergaan, waardoor de flexibiliteiten die voor alle studenten gelden ook een gunstig effect kunnen hebben voor topsporters/studenten. Maatregelen ten behoeve van studerende topsporters dienen gericht te worden op beloftevolle jongeren en/of elitesporters die op een traject zitten met als finaliteit de resultaatsdoelstellingen van het Vlaams topsportbeleid (van top-8 plaats op een EK in een Olympische discipline tot een medaille op de Olympische Spelen), zodat zij (1) hun sportief traject ononderbroken en onverminderd kunnen verder zetten en (2) hun academisch traject in een aangepast tempo kunnen verder zetten tot het behalen van het beoogde diploma. Aangezien het maatregelen betreft met beoogd effect op korte termijn, is dit project gekoppeld aan individuele (ploeg)topsporters die opgenomen worden in een prestatieprogramma, en gebeurt de toekenning op voordracht van de topsportfederatie en na gunstig advies van de Taskforce Topsport, daarbij rekening houdend met het prioriteitsniveau. De finaliteit van het prestatieprogramma dient in lijn te liggen met de resultaatsdoelstellingen van het Vlaams topsportbeleid. De kandidaten dienen te voldoen aan de instapcriteria voor een 51

tewerkstellingscontract bij Sport Vlaanderen in de categorieën beloftevolle jongere of elitesporter (zie verder Tewerkstellingsproject Sport Vlaanderen). De modaliteiten van het Topsportstudentenproject Sport Vlaanderen dienen nog meer in te spelen op de ad hoc noden van de individuele topsporters/studenten en de onderwijsinstellingen, volgende maatregelen indachtig: Aangepaste ondersteuningswijze van de topsporters/studenten volgens leeftijd: Tot 21 jaar: onkostenvergoeding en/of studiebegeleiding en/of carrièrebegeleiding; Vanaf 21 jaar: deeltijdse arbeidsovereenkomst of onkostenvergoeding en/of carrièrebegeleiding en/of studiebegeleiding; Forfaitair werkingskrediet voor de studiebegeleiding ten gunste van de onderwijsinstelling. Tot 21 jaar: onkostenvergoeding en/of studiebegeleiding en/of carrièrebegeleiding Een arbeidsovereenkomst is in de eerste drie studiejaren hoger onderwijs niet de beste maatregel om in te spelen op de noden van de topsporter/student met een geïndividualiseerd/flexibel studietraject (minder dan 40 studiepunten per academiejaar). De toekenning van een maandelijkse onkostenvergoeding per academiejaar (een vergoeding van topsportgerelateerde programmakosten waaronder verblijf- en verplaatsingskosten) kan de financiële noden van de topsporter/student ondervangen. Voor de beloftevolle jongeren zal de maandelijkse onkostenvergoeding jaarlijks trapsgewijs stijgen, gaande van 300 euro per maand op 18-jarige leeftijd naar 400 euro per maand op 20-jarige leeftijd. Voor de elitesporters wordt vanaf 18-jarige leeftijd voorzien in een onkostenvergoeding van 400 euro per maand. In overleg met de onderwijsinstelling en de topsportfederatie dient bepaald te worden in welke mate een individuele studiebegeleiding door de onderwijsinstelling noodzakelijk is. Daar de veranderingen en de nodige aanpassingen in de eerste jaren na de uitstroom uit het secundair onderwijs groot zijn, is het sterk aangewezen dat deze topsporters/studenten hoofdzakelijk in deze periode intensief begeleid en opgevolgd worden via carrièrebegeleiding Topsport (zie verder in dit hoofdstuk). Vanaf 21 jaar: deeltijdse arbeidsovereenkomst of onkostenvergoeding en/of carrièrebegeleiding en/of studiebegeleiding Topsporters/studenten met een geïndividualiseerd/flexibel studietraject (minder dan 40 studiepunten per academiejaar) kunnen de professionele of academische bacheloropleiding niet afwerken in 3 jaar. Naarmate de leeftijd vordert, is er een grotere nood aan financiële autonomie. Een deeltijds arbeidscontract per academiejaar geeft de topsporters/studenten vanaf 21 jaar een leefloon en ondervangt in zekere mate de hoge kosten van gespreide studies. Een arbeidscontract binnen dit project dient (net als een tewerkstellingscontract) steeds voorwaardenscheppend te zijn en mag geenszins als een beloning beschouwd worden. De toekenning van een onkostenvergoeding blijft in deze studiefase een mogelijkheid, indien door de topsporter/student wordt afgezien van een deeltijdse arbeidsovereenkomst. Het is aangewezen dat elke topsporter/student, ouder dan 21 jaar, individueel begeleid wordt (zie carrièrebegeleiding Topsport) in functie van een gerichte opbouw van een topsportcarrière op korte en lange termijn. De frequentie en de inhoud van de begeleiding is afhankelijk van de individuele situatie van de topsporter. Ook voor deze leeftijdsgroep dient nagegaan te worden in welke mate een individuele studiebegeleiding door de onderwijsinstelling noodzakelijk is. 52

Forfaitair werkingskrediet voor studiebegeleiding ten gunste van de onderwijsinstelling. Met het oog op de ondersteuning van de onderwijsinstelling inzake het leveren van studiebegeleiding voor topsporters/studenten dient een jaarlijks overleg met de betrokken (of alle geïnteresseerde) onderwijsinstellingen plaats te vinden. Dit overleg kan een kwaliteitsverhogende functie hebben, onder meer bij het afstemmen van de toekenningcriteria van topsportstatuten, bij de uitwisseling van best practices, Door de toekenning van een werkingskrediet worden de onderwijsinstellingen gestimuleerd in de inrichting van geïndividualiseerde studiebegeleiding voor de studenten/topsporters. Het jaarlijks werkingskrediet bestaat per weerhouden topsporter/student uit een forfaitair startkrediet van 1.500 euro, aangevuld met 50 euro per verworven studiepunt. De afgesproken modaliteiten, evenals de wederzijdse rechten en plichten van alle ondertekende partners dienen te worden vastgelegd in een Topsportconvenant Hoger Onderwijs, waarin de verplichtingen worden gekoppeld aan de toekenning van het forfaitair werkingskrediet: (1) Organisatie van intakegesprekken bij studenten/topsporters; (2) Infosessie voor en/of huldiging van topsporters/studenten (en hun ouders) bij aanvang van het academiejaar; (3) Consequent verlenen van studieflexibiliteiten en -faciliteiten; (4) Uitbreiding van de website/de intranetpagina t.b.v. de topsporters/studenten; (5) Verhogen van de expertise en de bereikbaarheid van de contactpersonen voor de topsporters en/of de studietrajectbegeleiders; Uit een onderzoek door Sport Vlaanderen in 2016 werd een grote verscheidenheid vastgesteld inzake het aanbod Topsport & Studie aan de verschillende Vlaamse onderwijsinstellingen. Een meer duidelijk en transparant aanbod zou een belangrijke meerwaarde zijn voor de kandidaat topsporter/ student (i.f.v. het maken van een geschikte keuze inzake studierichting en onderwijsinstelling) en de carrièrebegeleiders Topsport (i.f.v. het verstrekken van advies en optimaliseren van het aanbod). De beleidsaanbevelingen uit het onderzoek zullen in nauw overleg met de onderwijsinstellingen worden uitgevoerd, teneinde het studieaanbod voor topsporter/studenten verder te optimaliseren. Vlaamse topsporters/studenten met een onkostenvergoeding of deeltijdse arbeidsovereenkomst dienen een contractueel vastgelegde return t.a.v. de Vlaamse overheid te bieden. De return bestaat uit een combinatie van volgende elementen: (1) de geleverde prestaties op zich, zoals opgenomen in de resultaatsverbintenis in het contract, (2) een beperkt aantal representaties voor de Vlaamse overheid, zonder afbreuk te doen aan het programma van trainingen, stages en wedstrijden, (3) portretrecht ten behoeve van (niet-commerciële) publicaties en campagnes van de Vlaamse overheid en (4) het tonen/dragen van de logo s van de Vlaamse overheid op de eigen website, kledij en materiaal, in zoverre dit reglementair toegelaten is. Afhankelijk van de sporttak en de individuele situatie kan de Vlaamse overheid uitzonderingen toestaan en/of een individueel aangepaste return opleggen, rekening houdend met de belangen van de individuele topsporter. Tewerkstellingsproject Topsport van Sport Vlaanderen Een arbeidsovereenkomst als topsporter dient ingezet te worden voor beloftevolle jongeren en elitesporters die op een traject zitten met als finaliteit de resultaatsdoelstellingen van het Vlaams topsportbeleid, zodat zij hun sportief traject ononderbroken en onverminderd kunnen verder zetten zonder de zorg van het voorzien in hun levensonderhoud via een inkomen door werk. Aangezien het maatregelen betreft met beoogd effect op korte termijn, is dit project gekoppeld aan individuele (ploeg)topsporters die opgenomen worden in een prestatieprogramma, en gebeurt de toekenning op voordracht van de topsportfederatie en na gunstig advies van de Taskforce Topsport, daarbij rekening houdend met het prioriteitsniveau. De finaliteit van het prestatieprogramma dient in lijn te 53

liggen met de resultaatsdoelstellingen van het Vlaams topsportbeleid. De kandidaten dienen te voldoen aan de instapcriteria voor een tewerkstellingscontract bij Sport Vlaanderen in de categorieën beloftevolle jongere of elitesporter (zie verder Tewerkstellingsproject van Sport Vlaanderen ). De instapcriteria voor opname van elitesporters in het Tewerkstellingsproject Topsport van Sport Vlaanderen in Olympische disciplines zijn: 12 de plaats op Olympische Spelen en/of Wereldkampioenschappen; 8 ste plaats op Europese kampioenschappen; Bij afwezigheid van een WK of EK: zich bevinden op de ontwikkelingslijn richting top-16 op de wereldranglijst voor senioren. Bij de beoordeling zal steeds rekening gehouden worden met de sportieve intrinsieke waarde van de doelcompetitie en/of -ranking. Wat betreft de categorie beloftevolle jongeren in Olympische disciplines, zijn de instapcriteria afgestemd op het prestatieprofiel (resultaten), waarbij zowel piekprestatie, prestatie-evolutie als prestatiedichtheid in rekening gebracht worden. Anderzijds wordt rekening gehouden met de intrinsieke kwaliteiten van de beloftevolle jongere. De intrinsieke kwaliteiten verwijzen naar het individueel op schema zitten in het topsportloopbaanplan, afgeleid uit de ontwikkelingslijn per sporttak. De instapcriteria voor opname van beloftevolle jongeren in het Tewerkstellingsproject Topsport van Sport Vlaanderen zijn: 12de plaats op wereldkampioenschappen in de hoogste relevante jeugdcategorie; 8ste plaats op Europese kampioenschappen in de hoogste relevante jeugdcategorie; Bij afwezigheid van een WK of EK in de hoogste relevante jeugdcategorie: zich bevinden op de ontwikkelingslijn richting top-16 op de wereldranglijst voor senioren. Bij de beoordeling zal steeds rekening gehouden worden met de sportieve intrinsieke waarde van de doelcompetitie en/of -ranking. Een arbeidsovereenkomst zorgt voor een financiële zekerheid voor de topsporter, maar creëert tezelfdertijd een gevoel van onrust bij de topsporters. Enerzijds bestaat de mogelijkheid dat de topsporter in een comfortzone verkeert door de vaste verloning en minder gefocust is op het leveren van topsportprestaties. Meermaals is gebleken dat topsporters die het arbeidscontract verliezen (door onvoldoende sportieve prestaties), nadien beter presteren. Het afsluiten van langdurige contracten (bvb. per Olympiade) is om deze reden niet bevorderlijk. Anderzijds kan een ongewenste bijkomende prestatiedruk ontstaan door het afsluiten van veelvuldige kortstondige contracten. Om bovenstaande redenen zal een arbeidsovereenkomst Topsport worden afgesloten met de topsporter, minimaal lopende tot het einde van de maand die volgt op de maand van de doelcompetitie, en maximaal lopende tot 6 maanden na de maand van de doelcompetitie. Aan de betrokken topsporters wordt een wedde uitbetaald conform de gangbare barema s van de Vlaamse overheid, gebaseerd op het behaalde diploma. Het diploma is een objectief en stabiel criterium voor het bepalen van de loonschaal en geeft in tegenstelling tot verloning op basis van sportief niveau (behaalde resultaten) geen aanleiding tot schommelingen, discussies en arbitraire beslissingen, zoals in het geval van ontbrekende of tegenvallende prestaties onder invloed van vormpeil of kwetsuren. Topsporters worden bovendien bijkomend gestimuleerd om een diploma hoger onderwijs te behalen. In de arbeidsovereenkomst wordt telkens een concrete sportieve resultaatsdoelstelling (prestatie en/of resultaat) binnen de periode van ondersteuning opgenomen. Na de doelcompetitie en voor het einde van de overeenkomst, wordt de periode geëvalueerd op basis van een dossier dat ingediend wordt door de topsportfederatie en op basis van een evaluatiegesprek op Sport Vlaanderen. Bij gunstige evaluatie, eventueel mits eenmalige deliberatie, kan de overeenkomst verlengd worden. 54

Vlaamse topsporters met een arbeidsovereenkomst dienen een contractueel vastgelegde return t.a.v. de Vlaamse overheid te bieden. De return bestaat uit een combinatie van volgende elementen: (1) de geleverde prestaties op zich, zoals opgenomen in de resultaatsverbintenis in het contract, (2) een beperkt aantal representaties voor de Vlaamse overheid, zonder afbreuk te doen aan het programma van trainingen, stages en wedstrijden, (3) portretrecht ten behoeve van (nietcommerciële) publicaties en campagnes van de Vlaamse overheid en (4) het tonen/dragen van de logo s van de Vlaamse overheid op de eigen website, kledij en materiaal, in zoverre dit reglementair toegelaten is. Afhankelijk van de sporttak en de individuele situatie kan de Vlaamse overheid uitzonderingen toestaan en/of een individueel aangepaste return opleggen, rekening houdend met de belangen van de individuele topsporter. Tewerkstellingsproject Topsport Defensie Het concept van het tewerkstellingsproject Topsport Defensie kadert in een protocolakkoord tussen Defensie en het BOIC en wordt in 2017 verder gezet voor de volgende Olympiade Tokyo (2017-2020). De contracten worden door de Commissie Sport van Hoog Niveau Defensie, waarin naast Defensie ook BOIC, Sport Vlaanderen en Adeps zijn vertegenwoordigd, jaarlijks geëvalueerd en al dan niet verlengd. Eind 2016 zijn 19 Vlaamse en 2 Franstalige topsporters, verdeeld over 6 sporttakken, opgenomen in het tewerkstellingsproject Topsport Defensie. Vlaamse wielerploegen Het UCI continental professional cycling team Topsport Vlaanderen Baloise maakt de brug voor beloftevolle wegrenners naar het Pro Tour cycling circuit. De loon- en werkingskosten, verbonden aan dit tewerkstellingsproject, blijven ook in de Olympiade Tokyo (2017-2020) ondersteund vanuit de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen. In 2017 zal het UCI cycling damesteam Sport Vlaanderen Etixx-Guill D Or nog als afzonderlijk project (afzonderlijke vzw) door Sport Vlaanderen gefinancierd worden voor de loon- en werkingskosten. Vanaf 2018 dient dit project inzake topsportwerking en doelstellingen evenwel volledig geïntegreerd zijn in het topsportbeleid van Wielerbond Vlaanderen, om als Olympisch ontwikkelings- of prestatieprogramma wielrennen ondersteund te worden. Carrièrebegeleiding topsport Carrièrebegeleiding Topsport heeft als doel om topsporters voor te bereiden op en te begeleiden bij transitiefasen tijdens en bij het beëindigen van de topsportcarrière. Hierbij wordt gestreefd naar de grootst mogelijke zelfredzaamheid van de topsporters, met het oog op de meest optimale persoonlijke ontwikkeling zowel in functie van topsportprestaties als in het belang van het algemeen welzijn van de (ex)topsporter. De inzet van carrièrebegeleiding Topsport dient in eerste orde te gebeuren bij topsportfederaties die participeren in zowel prestatie- als ontwikkelingsprogramma s. De individuele carrièrebegeleiding Topsport verloopt zeer tijdsintensief. Het volledige takenpakket dient te worden uitgevoerd door 1,0 VTE (ten laste van personeelskredieten van Sport Vlaanderen) in functie van de individuele begeleiding van topsporters en studietrajectbegeleiders, de organisatie van het Overlegplatform Topsport & studie en andere initiatieven gericht op de optimalisatie van het aanbod inzake carrièrebegeleiding Topsport in Vlaanderen. Om optimaal te kunnen inspelen op de noden van de topsporters in prestatie- en ontwikkelingsprogramma s, dienen daarenboven 55

flexibel (zelfstandige) carrièrebegeleiders Topsport te kunnen worden ingezet, tot een maximum van 0,5 VTE (± 820 werkuren/jaar). De jaarlijkse werkingskosten inzake carrièrebegeleiding Topsport worden geraamd op 25.000 euro (infosessies, meetings lerend netwerk, sensibiliseringscampagnes, aangepaste website, ontwikkeling brochure en handboek, permanente vorming carrièrebegeleiders Topsport, aankoop werkinstrumenten, ), ten laste van de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen. De loonkost van de ad hoc (zelfstandige) carrièrebegeleiders Topsport (max. 0,5 VTE) wordt geraamd op 35.000 euro, eveneens ten laste van de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen. 3.1.2.3. Actiepunt 3: Na-topsportcarrière Het beroep van topsporter is geen lifetime employment ; doorgaans eindigt de topsportloopbaan tussen het 30ste en 35ste levensjaar. Het einde van de sportcarrière betekent voor veel topsporters het begin van een nieuw en ander leven. Gezien de meerwaarde van een individuele voorbereiding van (ex-)topsporters op een carrière na de topsport, dat veelal aanvangt tijdens de laatste jaren van de topsportloopbaan, wenst Sport Vlaanderen het project Carrièrebegeleiding Topsport & Werk verder te zetten. Het volledige takenpakket Carrièrebegeleiding Topsport & Werk dient te worden uitgevoerd door 0,5 VTE, ten laste van de personeelskredieten van Sport Vlaanderen. De carrièrebegeleider Topsport zal, naast de individuele begeleiding van (ex-)topsporters, een aantal initiatieven verder ondersteunen die ressorteren onder de transversale samenwerking VDAB en Sport Vlaanderen (zie actiepunt 7, punt 3). Deze initiatieven voorzien in specifieke maatregelen voor (ex-)topsporters evenals in een meer uitgebreid begeleidingsnetwerk dat gecoördineerd en gesuperviseerd wordt door carrièrebegeleiding Topsport. De voornaamste doelstelling van de projecten is de erkende Vlaamse (ex-) topsporters de nodige informatie, begeleiding en, indien gewenst, opleiding te verschaffen in functie van de ontwikkeling tot personen met de gewenste competenties en netwerken om tijdens en ook na de topsportcarrière een succesvolle loopbaan te kunnen opbouwen. 3.1.3. Budget 2017-2020 (1) De talentdetectie en -ontwikkeling van jonge topsporttalenten dient te gebeuren onder leiding van de Jeugdtrainers Topsport. De subsidiëring van de loonkost van deze jeugdtrainers Topsport is een onderdeel van de ondersteuning van de Olympische ontwikkelingsprogramma s; (2) De Vlaamse inbreng in het project BeGold dient ongewijzigd te blijven op 740.000 euro per jaar, gefinancierd vanuit de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen; (3) Voor de uitbouw van het VDAB-begeleidingstraject tot professionele topsporter is een jaarlijkse budget van 3.500 euro nodig, ten laste van de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen; (4) Voor de financiering van het Topsportstudentenproject van Sport Vlaanderen wordt de jaarlijkse kost geraamd op 855.000 euro ten laste van de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen, op basis van 50 topsporters/studenten tot 21 jaar (onkostenvergoeding van gemiddeld 350 euro/maand en een toelage van gemiddeld 3.000 euro/jaar t.a.v. de hogere onderwijsinstelling) en 15 topsporters/studenten boven 21 jaar (deeltijdse arbeidsovereenkomst met een brutoloonkost van 30.000 euro/jaar en een toelage van gemiddeld 3.000 euro/jaar t.a.v. de hogere onderwijsinstelling); (5) Voor de financiering van het tewerkstellingsproject Sport Vlaanderen wordt de jaarlijkse kost geraamd op 1.575.000 euro, op basis van 35 VTE topsporters, ten laste van de personeelskredieten van Sport Vlaanderen; 56

(6) Voor de financiering van het UCI continental professional cycling team Topsport Vlaanderen Baloise wordt de jaarlijkse loon- en werkingskost geraamd op 1.850.000 euro, ten laste van de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen; (7) De jaarlijkse werkingskosten inzake carrièrebegeleiding Topsport worden geraamd op 25.000 euro (infosessies, meetings lerend netwerk, sensibiliseringscampagnes, permanente vorming carrièrebegeleiders Topsport, aankoop materiaal, ), ten laste van de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen. 1,5 VTE Carrièrebegeleiders Topsport is ten laste van de personeelskredieten van Sport Vlaanderen, ad hoc wordt 0,5 VTE flexibele Carrièrebegeleiding Topsport ingeschakeld vanuit werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen. Tabel 2: Begroting 2017-2020 inzake de uitbouw van de topsportloopbaan in Olympische disciplines Uitbouw topsportloopbaan 2017 2018 2019 2020 Talentdetectie o.l.v. Jeugdtrainers Topsport Bron: subsidies Topsport Quotum trainers binnen/buiten de TSS Bron: subsidies Topsport Project Be Gold Bron: werkingsmiddelen Topsport VDAB-begeleidingstraject tot professionele topsporter Bron: werkingsmiddelen Topsport Topsportstudentenproject Sport Vlaanderen Bron: werkingsmiddelen Topsport Tewerkstellingsproject Sport Vlaanderen Bron: personeelskredieten Sport Vlaanderen Tewerkstellingsproject Defensie Bron: personeelskredieten Defensie Tewerkstellingsproject Vlaamse Wielerploegen Bron: werkingsmiddelen Topsport Werkingssubsidie Vlaamse Wielerploegen Bron: werkingsmiddelen Topsport Carrièrebegeleiding Topsport: werking Bron: werkingsmiddelen Topsport Carrièrebegeleiding Topsport: 1,5 VTE Bron: personeelskredieten Sport Vlaanderen Carrièrebegeleiding Topsport: flexibel personeel Bron: werkingsmiddelen Topsport Onderdeel van Olympische ontwikkelingsprogramma s 740.000 740.000 740.000 740.000 3.500 3.500 3.500 3.500 855.000 855.000 855.000 855.000 1.575.000 1.575.000 1.575.000 1.575.000 Via personeelskredieten Defensie 1.350.000 1.350.000 1.350.000 1.350.000 500.000 500.000 500.000 500.000 25.000 25.000 25.000 25.000 Via personeelskredieten Sport Vlaanderen 35.000 35.000 35.000 35.000 Totaal 5.083.500 5.083.500 5.083.500 5.083.500 WAT IS NIEUW INZAKE DE UITBOUW VAN DE TOPSPORTLOOPBAAN? (1) Uitsluitend geregistreerde topsporters en topsporttalenten, waarvan het programma weerhouden werd als Olympisch prestatie- of ontwikkelingsprogramma, komen in aanmerking voor faciliterende loopbaanmaatregelen; (2) Bij aanvang van de Olympiade Tokyo (2017-2020) dient het Topsportconvenant te worden aangepast, o.a. met het oog op (1) de verankering van het flexibel leertraject buiten de topsportschool en (2) het aligneren van het onderwijsprogramma van de verschillende topsportscholen en het aanbieden van modulaire pakketten (e-learning); (3) Bij aanvang van de Olympiade Tokyo (2017-2020) zal Sport Vlaanderen, in samenwerking met de Vlaamse topsportfederaties, expliciet een ontwikkelingslijn per weerhouden Olympische discipline vastleggen met criteria waaraan topsporters en topsporttalenten (jaarlijks) dienen te voldoen om door Sport Vlaanderen als topsporter geregistreerd te worden. Ook de 57

selectiecriteria voor instap in de topsportschool dienen afgestemd te zijn op deze ontwikkelingslijn(en); (4) De loopbaanbegeleiding voor (ex-)topsporters, een samenwerkingsverband tussen Sport Vlaanderen, VDAB en acht erkende loopbaanbegeleidingcentra, voorziet in de specifieke voorbereiding van topsporters specifiek op de na-topsportcarrière. Het volledige takenpakket Carrièrebegeleiding Topsport & Werk dient te worden uitgevoerd door 0,5 VTE, ten laste van de personeelskredieten van Sport Vlaanderen. (5) VDAB en Sport Vlaanderen zullen vanaf 2017 voorzien in een trajectbegeleiding van geregistreerde topsporters tot professionele topsporter, mits voldaan wordt aan de instapcriteria van de tewerkstellingsprojecten van Sport Vlaanderen; (6) VDAB voorziet in een beroepsinlevingsovereenkomst (BIO) en een individuele beroepsopleiding (IBO), die ook voor topsporters in zeer specifieke situaties geschikt kunnen zijn voor het verwerven van beroepsgerichte competenties en/of het vinden van aansluiting op een carrière als professionele sporter of op een verdere sportieve opleiding; (7) De instapcriteria voor opname van elitesporters en beloftevolle jongeren in het Tewerkstellingsproject Topsport en het Topsportstudentenproject van Sport Vlaanderen werden in lijn gebracht met de doelstellingen van het Vlaams topsportbeleid 2017-2020; (8) Voor de financiering van het UCI continental professional cycling team Topsport Vlaanderen Baloise wordt de jaarlijkse loon- en werkingskost geraamd op 1.850.000 euro, ten laste van de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen. 3.2. Topsportmanagement 3.2.1. Historiek en stand van zaken Teneinde competente coördinatoren met relevante topsportervaring te kunnen aantrekken en/of te behouden, werd in 2013 een pilootproject Pool van High Performance Managers opgestart. Dit pilootproject was gericht op een verdere professionalisering van het topsportkader van de topsportfederaties in de focussporten (categorie 1), en voorzag in de aanstelling van 5 High Performance Managers vanaf 1/7/2013, 6 vanaf 2014, 7 in 2015 en 8 in 2016. De financiering van een High performance Manager verving de subsidiëring van de coördinator Topsport voor de betrokken topsportfederatie. De kredieten voor basissubsidies voor personeel t.a.v. de topsportfederaties voor de aanstelling van een coördinator Topsport in de focussporten bleven behouden en werden desgevallend aangevuld met werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen, tot een maximum financiering van 90.000 euro per voltijds aangestelde High performance Manager. Voor drie topsportfederaties werd het loon (aan 90%) en de werkingskost van de High Performance Manager gefinancierd via het pilootproject, tot een maximumbedrag van 90.000 euro per sporttak: Vlaamse Hockeyliga, Vlaamse Judofederatie en Vlaamse Volleybalbond. 3.2.2. Werking in de periode 2017-2020 3.2.2.1. Actiepunt 4: Statuut en verloning topsportmanagement/kader De nodige initiatieven dienen genomen te worden inzake het afstemmen van de verloning van het topsportmanagement/kader van de topsportfederaties op de workload en de verantwoordelijkheid, teneinde de expertise van deze doelgroep te bewaren en verder uit te bouwen. De hoogste prioriteit dient uit te gaan naar de verdere professionalisering van de coördinatie/het management van de topsportfederaties die participeren in zowel prestatieprogramma s als ontwikkelingsprogramma s. 58

De subsidiëring van de functie van de technisch directeur Topsport is afhankelijk van een akkoord van Sport Vlaanderen, na advies van de Taskforce Topsport, over de geschiktheid van de kandidaat. Daarbij zal rekening gehouden worden met het functieprofiel, topsportervaring en pedagogische ervaring, elders verworven competenties en reeds eerder behaalde resultaten inzake Topsport. De technisch directeur Topsport vervult de rol van uniek aanspreekpunt in het uitvoeren van het beleidsplan Topsport en geniet operationele autonomie binnen de topsportfederatie inzake de uitvoering van het vooropgestelde topsportprogramma. De Technisch Directeur Topsport is voorzitter van de topsportcommissie, die minimaal de volgende bevoegdheden heeft inzake topsport: het opstellen en voorstellen van het vierjaarlijkse beleidsplan bij de raad van bestuur van de sportfederatie, en het uitvoeren, opvolgen en bijsturen van het topsportbeleid. De ontwikkelingsprogramma s (middellange en lange termijn) worden aangestuurd door de Technisch Directeur Topsport of door een program driver, in functie van de specifieke context aangesteld en/of erkend door de ondersteunende organisaties (federatie, overheid, BOIC, ), waarvoor hij/zij de rol van uniek aanspreekpunt vervult. De prestatieprogramma s (korte termijn) worden aangestuurd door de ad hoc aangestelde program driver, die beschikt over een verregaande autonomie inzake budget en outputdoelstellingen, en legt hiervoor verantwoording af aan de Technisch Directeur Topsport. De technisch directeur topsport kan eveneens de program driver zijn voor alle of sommige prestatie- en ontwikkelingsprogramma s. Per topsportfederatie dient een omkaderingsnorm voor het managementkader (Technisch Directeur Topsport en/of ad hoc program drivers ) vastgelegd te worden vanuit een holistische benadering ten aanzien van de outputdoelstellingen en noden inzake werking en omkadering van de prestatieen ontwikkelingsprogramma s. De omkaderingsnorm zal bij aanvang van de Olympiade worden bepaald, en jaarlijks geëvalueerd en/of bijgestuurd waar nodig. De omkaderingskost, verbonden aan de aanstelling van de ad hoc program drivers, dient gedragen te worden vanuit de programmakost per prestatie- of ontwikkelingsprogramma. Aan de functie van program driver zijn geen diplomavereisten gekoppeld. De aanstelling van het managementkader (Technisch Directeur Topsport en/of ad hoc program drivers ), bij voorkeur binnen de topsportfederatie, zal in de loop van de Olympiade geëvalueerd worden op basis van de eerder beschreven voorwaarden (in volgorde van prioriteit): (1) Aantonen dat voldoende autonomie werd gevrijwaard voor de aansturing van de topsportprogramma s, via een delegatie van bevoegdheden vanuit de Raad van Bestuur van de betrokken topsportfederatie; (2) Aantonen dat de doelstellingen op korte, middellange en lange termijn in Olympische medaille-events reeds behaald werden of nog haalbaar zijn; (3) Aantonen in welke mate en hoe effectief de topsporters, de topsporttrainers en de topsportprogramma s werden aangestuurd door het managementkader; (4) Aantonen dat de kwaliteit van het topsportbeleid van de federatie werd afgestemd op maat van de topsporters. 3.2.3. Budget 2017-2020 (1) De loonkost van 1 VTE Technisch Directeur Topsport dient onderhandeld te worden door de topsportfederatie, en wordt gesubsidieerd vanuit de subsidies Topsport; (2) De gebeurlijke loon- en werkingskosten, verbonden aan de aanstelling van de ad hoc program drivers, dienen opgenomen te worden in de totale programmakost van de Olympische prestatie- en ontwikkelingsprogramma s. 59

Tabel 3: Begroting 2017-2020 inzake de verloning van het topsportkader in Olympische disciplines Verloning topsportkader 2017 2018 2019 2020 Technisch Directeurs Topsport Bron: subsidies Topsport Program Drivers Bron: werkingsmiddelen Topsport Onderdeel van Olympische ontwikkelingsprogramma s Onderdeel van Olympische prestatie- en ontwikkelingsprogramma s WAT IS NIEUW INZAKE STATUUT EN VERLONING TOPSPORTMANAGEMENT/KADER? (1) De subsidiëring van de functie van de technisch directeur Topsport is afhankelijk van een akkoord van Sport Vlaanderen, na advies van de Taskforce Topsport, over de geschiktheid van de kandidaat. Daarbij zal rekening gehouden worden met het functieprofiel, topsportervaring en pedagogische ervaring, elders verworven competenties en reeds eerder behaalde resultaten inzake Topsport. De technisch directeur Topsport vervult de rol van uniek aanspreekpunt in het uitvoeren van het beleidsplan Topsport en verwerft operationele autonomie ten aanzien van de topsportfederatie binnen het vooropgestelde topsportprogramma en het toegekende topsportbudget. De Technisch Directeur Topsport is voorzitter van de topsportcommissie, die minimaal de volgende bevoegdheden heeft inzake topsport: het opstellen en voorstellen van het vierjaarlijkse beleidsplan bij de raad van bestuur van de sportfederatie, en het uitvoeren, opvolgen en bijsturen van het topsportbeleid. (2) De prestatieprogramma s (korte termijn) dienen te worden aangestuurd door de ad hoc aangestelde program driver, die beschikt over een verregaande autonomie inzake budget en outputdoelstellingen, en legt hiervoor verantwoording af aan de Technisch Directeur Topsport. De technisch directeur topsport kan eveneens de program driver zijn voor alle of sommige prestatie- en ontwikkelingsprogramma s. 3.3. Topsporttrainer 3.3.1. Historiek en stand van zaken Een voltijds vormingscoördinator Topsport werd in 2013 aangesteld in de afdeling Topsport van Sport Vlaanderen. Hij waakte enerzijds over de afstemming van het initieel vormingstraject binnen de Vlaamse Trainersschool en de universiteiten, via de betrokken denkcellen van de Vlaamse Trainersschool, waarbij prioriteit gegeven werd aan de focussporten. In samenwerking met de Vlaamse Trainersschool werd een visietekst uitgeschreven voor (ex)-topsporters die in een geïndividualiseerd opleidingsproject kunnen begeleid worden. De vormingscoördinator Topsport superviseerde anderzijds de permanente vorming van topsporttrainers. Vanaf 2014 werd een geïndividualiseerd vormingstraject uitgewerkt voor iedere in service topsporttrainer in een focussport (categorie 1). De coach the coach -begeleiding van de high potential coaches was hierin een prioriteit. Onder andere de professionele directeur sportkaderopleiding en/of de High Performance Manager of de coördinator topsport werden in dit proces betrokken. Bij aanvang van de Olympiade Rio (2013-2016) werd een omkaderingsnorm (quotum van in service topsporttrainers) per sporttak vastgelegd, met een deelquotum per doelgroep/termijn, hoewel niet steeds strikt te scheiden. Dit quotum (106 VTE) werd omgezet in een subsidiëring/financiering in het kader van de diverse projecten, en bleef nagenoeg ongewijzigd tot het einde van de Olympiade: 60

Window of Opportunity Cat. 5 Vlaamse topsporttakkenlijst 2013-2016 Categorie 3 Categorie 2 Categorie 1 Pool van Toptrainers (max. 85.000 euro voor 1 VTE), in hoofdzaak gericht naar de elitesporters/ korte termijn, met mogelijk een bijkomende opdracht t.a.v. beloftevolle jongeren/ middellange termijn; Pool van Beloftentrainers Topsport en project BeGold (max. 70.000 euro voor 1 VTE), in hoofdzaak gericht naar de beloftevolle jongeren/middellange termijn; Pool van Jeugdtrainers Topsport (max.55.000 euro voor 1 VTE) en lesgevers topsportschool (volgens barema aan 90%), in hoofdzaak gericht naar de geïdentificeerde topsporttalenten/ lange termijn. Aantal VTE gefinancierde/gesubsidieerde topsporttrainers 0,0 2,0 4,0 6,0 8,0 10,0 12,0 14,0 Gymnastiek 2,0 2,0 2,0 6,5 Volleybal 1,8 1,3 1,0 3,0 5,0 Hockey 2,0 4,0 3,0 Zwemmen 1,5 3,0 3,7 Tennis 2,0 1,0 1,5 3,5 Atletiek 2,2 1,0 4,5 Wielrennen 1,5 2,0 1,0 1,7 Judo 2,0 0,5 0,5 1,5 1,5 Zeilen 1,0 1,8 Paardrijden 1,0 Voetbal 4,0 Basketbal 1,0 2,2 Snowboard 1,0 0,5 1,0 Kajak 1,0 1,0 Badminton 1,0 0,5 2,0 Tafeltennis 1,0 0,5 1,5 Schermen 0,5 0,5 2,0 Triatlon Roeien G-sport Taekwondo Shorttrack Boogschieten 1,5 0,5 0,5 3,0 0,5 1,0 0,8 2,0 1,0 Pool van Toptrainers Pool van Projecttrainers Be Gold-project Pool van Jeugdtrainers Topsport Topsportschool Figuur 16: Overzicht van de omkaderingsnorm per sporttak (in VTE) in de Olympiade Rio (situatie op 1/7/2016) 3.3.2. Werking in de periode 2017-2020 3.3.2.1. Actiepunt 5: Vorming van topsporttrainers De nodige initiatieven dienen genomen te worden inzake de vorming en bijscholing van de Vlaamse in service topsporttrainers, teneinde de expertise van deze doelgroep te bewaren en verder uit te bouwen. De hoogste prioriteit dient daarbij uit te gaan naar de in service topsporttrainers van de topsportfederaties die participeren in zowel prestatieprogramma s (korte termijn) als ontwikkelingsprogramma s (middellange en lange termijn). 61

De detectie van toekomstige topsporttrainers verloopt via een tweesporenbeleid: hetzij via een academische opleiding (Master Lichamelijke Opvoeding, afstudeervariante sporttraining), hetzij op basis van een sporttakspecifieke trainerservaring (na een sportspecifieke opleiding en/of via een VTSopleiding). Eenmaal de basisvorming van de topsporttrainer is gerealiseerd (minimaal niveau trainer A), vloeit het tweesporenbeleid samen in een permanente (zelf)vorming door de topsporttrainer. Initiële vorming van topsporttrainers Het vormingstraject binnen de Vlaamse Trainersschool Het vormingstraject van een (toekomstige topsport)trainer van initiator tot trainer A impliceert een gemiddelde opleidingsomvang van ruim 430u, verspreid over meerdere jaren, en vereist een belangrijke investering voor de betrokken trainer en de sporttakspecifieke VTS-denkcel. Het optimaliseren van de trainersopleidingen van de Vlaamse Trainersschool tot op het niveau trainer A dient gerealiseerd te worden voor alle topsportfederaties die participeren in zowel prestatieprogramma s (korte termijn) als ontwikkelingsprogramma s (middellange termijn). Dit moet een efficiënte inzet van de beschikbare middelen garanderen en een volwaardige opleiding tot topsporttrainer initiëren, met facultatief de mogelijkheid tot het volgen van een G-sportmodule of het begeleiden van G-topsporters als stageopdracht. Voor het professionaliseren van de sportkaderopleiding door de Vlaamse Trainersschool dient iedere (top)sportfederatie in te zetten op de aanstelling van een professionele, al dan niet voltijdse directeur sportkaderopleiding (PDSKO). Dit kan gebeuren door het aanwenden van subsidies, in het kader van het nieuwe decreet op de georganiseerde sportsector, die in belangrijke mate worden bepaald op basis van de output inzake opleiding en valorisatie van de sportkaderopleiding. De middelen van Sport Vlaanderen voor de financiering van PDSKO s voor een beperkt aantal focussporten (2013-2016) worden hiertoe vanaf 2017 toegevoegd aan het decreet. In zoverre de topsportfederatie bereid is tot verdere professionalisering (o.a. via de uitbouw van een HR-beleid) en er een beschikbaar, geëngageerd potentieel tot aanstelling van een PDSKO is, dient de continuering van deze functie over een langere/onbepaalde periode te verlopen. Het aanleveren van good practices kan leiden tot het opstellen van een generiek functieprofiel en (niet-participerende) topsportfederaties ervan overtuigen om doelgericht op zoek te gaan naar het juiste profiel, waar mogelijk gefaciliteerd door de vormingscoördinator. Het vormingstraject binnen de universiteiten In de drie Vlaamse universiteiten met een opleiding tot Master in de Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen bestaat al meer dan 20 jaar de afstudeervariante sporttraining. Daarin kunnen studenten die beantwoorden aan de sporttakspecifieke instapvoorwaarden een opleidingstraject tot trainer A aanvatten. Met de verworven competenties kunnen de afgestudeerde studenten onder meer doorgroeien tot topsporttrainers. Vooral het op bijscholing en innovatie gericht, reflecterend omgaan met de sportwetenschappelijke vaardigheden is een meerwaarde voor Topsport. Om voldoende sporttakspecifiek te zijn, is het essentieel dat de academische vormingstrajecten tot trainer A in samenspraak met de sportfederaties gebeuren. Dit gebeurt via de VTS-denkcellen en dat geldt in het bijzonder voor de stagemodules. De afstemming van deze stagemodules is expliciet opgenomen in het takenpakket van de VTS-liaisons van de universiteiten. De topsportbegeleiding gebeurt door de topsporttrainer, bijgestaan door specialisten in sportwetenschappelijke facetten van de begeleiding: sportfysiologie, trainingsleer, voeding, bewegingsanalyse & biomechanica, medisch/paramedische begeleiding, sportpsychologie,... Het 62

vormingsaanbod voor die ondersteunende rollen situeert zich onder meer in de Vlaamse universiteiten in het studiegebied lichamelijke opvoeding-bewegingswetenschappen (afstudeerrichting sporttraining en -coaching) en in de revalidatiewetenschappen wat betreft paramedische begeleiding. De vormingscoördinator Topsport heeft, in samenspraak met de gangmaker Topsport en wetenschap, ook aandacht voor deze ondersteunende rollen. De Vlaamse universiteiten leveren een belangrijke wetenschappelijke input in de vorming en begeleiding van trainers. Door het aanbieden van krachtige leeromgevingen, als een model voor cognitive apprenticeship, verwerft de (topsport)trainer een ervaringsgerichte kennis in omstandigheden die zeer nauw aansluiten met de trainingsbegeleiding op het terrein. Op eenzelfde wijze kan het lopen van stage bij een toptrainer een bijzondere meerwaarde opleveren in het vormingstraject van een toekomstig toptrainer. Permanente vorming van in service topsporttrainers o.l.v. de vormingscoördinator Topsport Slechts een marginaal percentage van de ruim 3.000 gediplomeerde VTS-trainers A is momenteel actief in het topsportbeleid van een federatie. Gezien het beperkte aantal topsporttrainers is het weinig zinvol om voor deze doelgroep generieke maatregelen binnen de Vlaamse Trainersschool te nemen. Bovendien vergt de intensieve begeleiding van jonge, toekomstige topsporters (8 tot 23 jaar) een specifieke, bijkomende kennis inzake sociale vaardigheden, fysieke/emotionele belastbaarheid en multi/interdisciplinaire omkadering, die niet of nauwelijks aan bod komt in de VTS-opleidingen trainer A. De deskundigheid van de Trainer A dient daarom aangevuld te worden met competenties inzake specifieke aspecten van trainingsbegeleiding bij toekomstige topsporters. Om die reden wordt de aanstelling van de vormingscoördinator Topsport in de afdeling Topsport van Sport Vlaanderen voortgezet. Deze persoon zorgt, in samenspraak met de topsportfederatie, per topsporttrainer voor de uitwerking en opvolging van een geïndividualiseerd topsportspecifiek vormingstraject van internationaal niveau. Hij/zij gaat op zoek naar een optimale afstemming van de vormingsnoden van de topsporttrainer (via een intakegesprek in functie van het uitstippelen van een vormingstraject, en via een permanente opvolging van de topsporttrainer) op het kennis- en vormingsaanbod van de topsportfederatie (via een regelmatige evaluatie van het HR-beleid). Voor iedere in service topsporttrainer, die opgenomen wordt in een prestatie- en/of ontwikkelingsprogramma, dient een persoonlijk vormingstraject uitgetekend te worden, waarbij per sporttak en per type topsporttrainer een ontwikkelingsprofiel wordt opgesteld. In iedere fase van het vormingstraject wordt de nadruk gelegd op de inter- en intrapersoonlijke competenties, de prestatiefocus en/of de professionele competenties. Het persoonlijk vormingstraject van elke topsporttrainer in een prestatieprogramma of ontwikkelingsprogramma dient opgenomen te worden in de (al dan niet) jaarlijkse subsidieaanvraag. Ook het topsportkader van een topsportfederatie (technisch directeur Topsport, program driver, ) heeft baat bij een dergelijk geïndividualiseerd vormingstraject, in eerste instantie via het HR-beleid van de federatie, al dan niet in samenwerking met de vormingscoördinator Topsport. Alle vormingsinitiatieven voor de in service topsporttrainers en topsportverantwoordelijken dienen vanuit een centrale opleidingsvisie gecoördineerd te worden door de vormingscoördinator Topsport van Sport Vlaanderen, in nauwe samenwerking met de Vlaamse Trainersschool en waar mogelijk in maximale synergie met andere ondersteunende partners (BOIC, VSF, ). Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen de detectie en de ontwikkeling van topsporttrainers (Jeugdtrainers Topsport), de vervolmaking van toekomstige in service topsporttrainers (High Potentials) en het inspireren van in service toptrainers (Topcoaches). 63

In de mate van het mogelijke dienen de verschillende topsporttrainers per sporttak gecentraliseerd te worden in één trainingsinfrastructuur Topsport, opdat kruisbestuiving mogelijk is. De embedded scientist en/of sportwetenschappelijke expert dient een faciliterende rol op te nemen bij het delen en verankeren van de sportwetenschappelijke kennis en ervaring. Detectie en ontwikkeling van topsporttrainers (Jeugdtrainers Topsport) De topsportfederatie is te allen tijde verantwoordelijk voor de detectie en selectie van geschikte (top)sporttrainers met (waar mogelijk) een sporttechnische kwalificatie trainer A in de betrokken sporttak. De detectie kan verlopen via de inrichting van een jobbeurs (jaarlijkse verbindingsdag tussen de studenten en de betrokkenen in de topsportwerking van de federatie), door zelf contacten te leggen met de opleidingsverantwoordelijke(n) van de onderwijsinstelling, of door een regelmatige screening uit te voeren van de sporttakgebonden clubtrainers. Sportfederaties dienen zoveel als mogelijk gehonoreerd te worden voor de inrichting van een VTS-cursus trainer A en/of de opleiding van (ex-)topsporters naar trainer A via een alternatief vormingstraject. De ontwikkeling van de Jeugdtrainers Topsport is voornamelijk gericht naar de uitbouw van professionele kennis, waarbij meer aandacht dient besteed te worden aan de ontwikkeling van interen intrapersoonlijke competenties en prestatiefocus. De topsporttrainer zal (nog) meer competenties kunnen ontwikkelen door (1) het koppelen van mentorship aan het individuele vormingstraject en (2) het bevorderen van de instap in een meerjarige opleiding, aansluitend op de VTS-cursus trainer A. Een aanvullende module Jeugdtrainer Topsport dient opnieuw ingericht te worden, lopend over een periode van 3 jaren en inspelend op de individuele vormingsnoden van de Jeugdtrainers Topsport. Deze aanvullende module dient compatibel te zijn met het fulltime in service gegeven, en het persoonlijk ontwikkelingsprofiel dient centraal te staan. Vervolmaking van toekomstige in service topsporttrainers (High Potentials) Uitsluitend in service topsporttrainers die een volwaardig engagement tonen in de begeleiding van topsporters en waarvan de betrokken federatie een afdoende HR-beleid voert (o.a. via duidelijke communicatie inzake vormingsinitiatieven), zullen door Sport Vlaanderen, op advies van de Taskforce Topsport, erkend worden als High Potential. De High Potential dient net als de technisch directeur Topsport en/of program driver, de mentor en de PDSKO de mogelijkheid te krijgen om in te stappen in een High Potential programma, op voorwaarde dat hij/zij het nodige engagement toont door te participeren in reeds bestaande vormingsinitiatieven (aanvullende module Jeugdtrainer Topsport, VTS-bijscholingen, Vlaams Coachesplatform, ). Het High Potential programma zal bestaan uit 10 vormingsmomenten gespreid over 3 jaren, op basis van de opleidingsvisie tot top(sport)coach, onder leiding van de mentor en de vormingscoördinator Topsport. Inspireren van in service toptrainers (Topcoaches) Ook topcoaches, opgenomen in de Pool van Toptrainers, kunnen blijven groeien als toptrainer via opname in maatwerkprogramma's gericht op de topsportpraktijk, persoonlijke ontwikkeling en op kennis en vaardigheden. Het Topcoachesprogramma zal voorzien in netwerkmomenten, waar mogelijk in synergie met het Olympisch Coachesplatform, met als doel om topcoaches (elkaar) te inspireren. 64

Andere vormingsinitiatieven Uitsluitend geëngageerde in service topsporttrainers die een uitgesproken ambitie tonen en opgenomen worden in een prestatie- of ontwikkelingsprogramma, zullen worden uitgenodigd voor deelname aan diverse vormingsinitiatieven (in volgorde van prioriteit): (1) Lerende Gemeenschappen: viermaal per jaar (waarvan 1x formeel), voor alle in service topsporttrainers, technische directeurs Topsport, program drivers en PDSKO s, met intervisiemomenten rond specifieke thema s inzake Topsport, o.l.v. een facilitator; (2) Vlaams Coachesplatform: tweemaal per jaar, waar coaches voor coaches gekoppeld wordt aan een specifiek thema inzake Topsport, met ruimte voor intervisiemomenten; (3) Congres voor topsporttrainers: jaarlijks, met topsprekers en intervisiemomenten tussen alle in service topsporttrainers en de topcoaches; (4) Top 8 : tweemaal per jaar voor alle in service topsporttrainers in een Olympische cyclus, waarbij 4 topcoaches worden verenigd met 4 toppers uit andere disciplines. Waar mogelijk verloopt dit vormingsinitiatief in maximale synergie met het Olympisch Coachesplatform (BOIC). Topsporttrainers die uit passie en interesse een eigen vormingstraject zoeken ( unmediated learning ), dienen hierin formeel gevaloriseerd te worden, bv. via EVC-procedure, toekennen van credits,... De vormingscoördinator Topsport zal voorzien in een vormingsactiviteitenkalender per doelgroep over een volledige Olympiade, gekoppeld aan een vormingsbudget. Tweemaal per jaar rapporteert hij/zij aan de Taskforce Topsport inzake het initieel vormingstraject en de permanente vorming van de in service topsporttrainers, opgenomen in een prestatie- en/of ontwikkelingsprogramma. Voorts informeert hij/zij jaarlijks een stand van zaken aan de Stuurgroep van de Vlaamse Trainersschool. De globale werking alsook de werking per sporttak zal waar nodig ad hoc bijgestuurd worden door Sport Vlaanderen, na advies van de Taskforce Topsport. 3.3.2.2. Actiepunt 6: Topsporttrainers in Olympische prestatieprogramma s De kwaliteit van de dagelijkse trainingstechnische begeleiding van Vlaamse topsporters is de grootste prioriteit in het Vlaams topsportbeleid. Topsporttrainers dienen per sporttak evenwel aangesteld en gefinancierd te worden vanuit een holistische benadering. De nood aan topsporttrainers dient per sporttak voor de Olympiade 2017-2020 vastgelegd te worden in het vierjaarlijks beleidsplan Topsport van de desbetreffende topsportfederatie. Toekenning van financiering van topsporttrainers door de Vlaamse overheid zal gekoppeld worden aan de strategische prioriteiten van het topsportbeleid en de gedetecteerde noden per sporttak. Bij aanvang van de Olympiade Tokyo (2017-2020) zal een programmakost en omkaderingsnorm per Olympisch prestatieprogramma vastgelegd worden. De topsporttrainers die gefinancierd worden binnen de Olympische prestatieprogramma s, worden opgenomen in de Pool van Toptrainers, die zich in hoofdzaak richt naar de voorgedragen elitesporters, met waar mogelijk een bijkomende opdracht tot kennisoverdracht t.a.v. de in service topsporttrainers. Het contract met een toptrainer, zoals afgesloten tussen de topsportfederatie en de betrokken trainer, kan pas gefinancierd worden na goedkeuring van het prestatieprogramma door de Taskforce Topsport. Het betreft een financiering van bepaalde duur, waarvan de einddatum is afgestemd op de finale doelstelling van het prestatieprogramma, met minimaal een tussentijdse evaluatie (en de daaraan gekoppelde mogelijkheid tot verbreking) op basis van de werking en het behalen van de 65

tussentijdse doelstellingen. De overeenkomsten kunnen niet eenzijdig door de opdrachtgever (in casu de topsportfederatie) verbroken worden, zonder voorafgaandelijk overleg met en akkoord van Sport Vlaanderen. Uitsluitend expertise van hoog internationaal niveau (uit binnen- of buitenland) zal gefinancierd worden in het kader van de Pool van Toptrainers. De resultaatsverbintenis in de contracten dient te beantwoorden aan de finaliteit van het prestatieprogramma, met minimaal het behalen van finaleplaatsen of medailles op Olympische Spelen en/of wereldkampioenschappen en/of Europese Kampioenschappen in Olympische disciplines of het behalen van medailles op Paralympische Spelen, wereldkampioenschappen en/of Europese Kampioenschappen in Paralympische disciplines. De loonkost van 1 VTE toptrainer in het Olympisch prestatieprogramma wordt onderhandeld door de topsportfederatie. De financiering wordt door de Taskforce Topsport ad hoc bepaald op basis van (1) competentie, workload, beschikbaarheid en takenpakket van de toptrainer en (2) de ingediende begroting inclusief de dagelijkse werkingskosten van de toptrainer (binnenlandse verblijfskosten en verplaatsingen, communicatiekosten, ). De verplaatsings- en verblijfskosten met betrekking tot buitenlandse stages en internationale wedstrijden kunnen worden gedekt via specifieke ad hoc financieringen van het desbetreffende prestatieprogramma. 3.3.2.3. Actiepunt 7: Topsporttrainers in Olympische ontwikkelingsprogramma s Bij aanvang van de Olympiade Tokyo (2017-2020) zal een programmakost en omkaderingsnorm per Olympisch ontwikkelingsprogramma vastgelegd worden. De topsporttrainers die gesubsidieerd worden binnen de Olympische ontwikkelingsprogramma s, worden opgenomen in de Pool van Beloftentrainers Topsport, die zich in hoofdzaak richt naar de voorgedragen beloftevolle jongeren in de transitieperiode naar elitesporter, of in de Pool van Jeugdtrainers Topsport, die zich in hoofdzaak richt naar de talentdetectie en -ontwikkeling van jonge topsporttalenten in en buiten de topsportschool. Er wordt geen afzonderlijke topsportsubsidie meer voorzien voor de participatie in een topsportschool. Het contract dient afgesloten te worden tussen de topsportfederatie en de betrokken topsporttrainer, na goedkeuring van het ontwikkelingsprogramma door de Taskforce Topsport. De loonkost van 1 VTE Beloftentrainer Topsport en/of Jeugdtrainer Topsport in een Olympisch ontwikkelingsprogramma wordt gesubsidieerd volgens barema (aan 90%). Het betreft een ondersteuning van bepaalde duur, met een jaarlijkse evaluatie van het uitgevoerde programma en de progressie die de opgenomen topsporters en topsporttalenten hebben gemaakt. Na beraadslaging door de Taskforce Topsport wordt de financiering jaarlijks al dan niet bestendigd en wordt het programma desgevallend bijgestuurd. Aangezien het een werking betreft met beoogd effect op middellange en lange termijn, neemt de evaluatie van het proces een belangrijke plaats in, naast de evaluatie van de behaalde progressie/resultaten (lange termijnprojecten = hoger foutenrisico). De overeenkomsten kunnen niet eenzijdig door de opdrachtgever (in casu de topsportfederatie) verbroken worden, zonder voorafgaandelijk overleg met en akkoord van Sport Vlaanderen. De dagelijkse werkingskosten (verblijf- en verplaatsingskosten, communicatiekosten, ) van de Beloftentrainers Topsport en Jeugdtrainers Topsport kunnen worden gedekt via de subsidiëring van de programmakost van het desbetreffende ontwikkelingsprogramma (zie verder). 66

3.3.3. Budget 2017-2020 1) Voor de aanstelling in niveau A van een voltijds vormingscoördinator Topsport is een budget nodig van 80.000 euro per jaar, ten laste van de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen; 2) Voor het detecteren, ontwikkelen, vervolmaken en inspireren van in service topsporttrainers is een vormingskrediet nodig van 345.000 euro, gespreid over de Olympiade Tokyo (2017-2020), ten laste van de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen; 3) De diverse vormingsinitiatieven voor geëngageerde in service topsporttrainers (Lerende Gemeenschappen, Vlaams Coachesplatform, Congres voor topsporttrainers en Top 8) worden geraamd op 100.000 euro per jaar, ten laste van de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen; 4) De financiering van de loonkost en de dagelijkse werkingskosten van de Toptrainers wordt geraamd op 2.125.000 euro per jaar (25 VTE x 85.000 euro), ten laste van de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen; 5) De financiering van de loonkost (aan 90%) van de Beloftentrainers Topsport wordt geraamd op 750.000 euro per jaar (15 VTE x 50.000 euro), die een onderdeel zijn van de subsidies voor de Olympische ontwikkelingsprogramma s; 6) De financiering van de loonkost (aan 90%) van de Jeugdtrainers Topsport wordt geraamd op 3.250.000 euro per jaar (65 VTE x 50.000 euro), die een onderdeel zijn van de subsidies voor de Olympische ontwikkelingsprogramma s. Tabel 4: Begroting 2017-2020 inzake de vorming en tewerkstelling van topsporttrainers in Olympische disciplines Vorming en tewerkstelling topsporttrainers 2017 2018 2019 2020 Vormingscoördinator Topsport Bron: werkingsmiddelen Topsport Individuele vormingstrajecten Bron: werkingsmiddelen Topsport Andere vormingsinitiatieven Bron: werkingsmiddelen Topsport Pool van Toptrainers (25 VTE) Bron: werkingsmiddelen Topsport Pool van Beloftentrainers Topsport (15 VTE) Bron: subsidies Topsport Pool van Jeugdtrainers Topsport (65 VTE) Bron: Subsidies Topsport 80.000 80.000 80.000 80.000 100.000 90.000 90.000 65.000 100.000 100.000 100.000 100.000 2.125.000 2.125.000 2.125.000 2.125.000 750.000 750.000 750.000 750.000 3.250.000 3.250.000 3.250.000 3.250.000 Totaal 6.405.000 6.395.000 6.395.000 6.370.000 WAT IS NIEUW INZAKE VORMING EN TEWERKSTELLING VAN TOPSPORTTRAINERS? (1) Voor iedere in service topsporttrainer, die opgenomen wordt in een prestatie- en/of ontwikkelingsprogramma, dient een persoonlijk vormingstraject uitgetekend te worden, gecoördineerd vanuit een centrale opleidingsvisie, waarbij per sporttak en per type topsporttrainer een ontwikkelingsprofiel wordt opgesteld; (2) Specifieke vormingsinitiatieven worden aangeboden voor de detectie en ontwikkeling van topsporttrainers (Jeugdtrainers Topsport), de vervolmaking van toekomstige in service topsporttrainers (High Potentials) en het inspireren van in service toptrainers (Topcoaches); (3) Bij aanvang van de Olympiade Tokyo (2017-2020) zal een programmakost en omkaderingsnorm per Olympisch prestatieprogramma vastgelegd worden. De topsporttrainers die gefinancierd worden binnen de Olympische prestatieprogramma s, worden opgenomen in de Pool van 67

Toptrainers, die zich in hoofdzaak richt naar de voorgedragen elitesporters, met waar mogelijk een bijkomende opdracht tot kennisoverdracht t.a.v. de in service topsporttrainers; (4) Bij aanvang van de Olympiade Tokyo (2017-2020) zal een programmakost en omkaderingsnorm per Olympisch ontwikkelingsprogramma vastgelegd worden. De topsporttrainers die gesubsidieerd worden binnen de Olympische ontwikkelingsprogramma s, worden opgenomen in de Pool van Beloftentrainers Topsport, die zich in hoofdzaak richt naar de voorgedragen beloftevolle jongeren in de transitieperiode naar elitesporter, of in de Pool van Jeugdtrainers Topsport, die zich in hoofdzaak richt naar de talentdetectie en -ontwikkeling van jonge topsporttalenten in en buiten de topsportschool. Er wordt geen afzonderlijke topsportsubsidie meer voorzien voor de participatie in een topsportschool. 3.4. Sportwetenschappelijke omkadering 3.4.1. Historiek en stand van zaken In het kader van de beleidsmatige aansturing van de wetenschappelijke topsportbegeleiding werden zeven sportwetenschappelijke begeleidingsdomeinen gedefinieerd. Voor elk van deze domeinen, namelijk medisch/paramedische begeleiding, sportpsychologische begeleiding, coaching, sporttechnologie en innovatie, sportbiomechanica en bewegingsanalyse, kracht- en houdingstraining en sportfysiologische en voedingsbegeleiding, werd een domeinexpert aangesteld voor de volledige Olympiade Rio (2013-2016). De coördinerende experts superviseerden de domeinspecifieke werking in de topsportfederaties en verspreidden kennis onder de embedded scientists en de in service topsporttrainers. Voornamelijk binnen de focussporten werden embedded scientists aangesteld om voorbereidend werk uit te voeren op het terrein, om de coördinerende domeinexperts te contacteren en te engageren, om interdisciplinair overleg te bewerkstelligen en om trainers bij te staan in het toepassen van de wetenschappelijke begeleiding in de praktijk. Via de Elektronische Leeromgeving (ELO) werden factsheets en presentaties ter beschikking gesteld aan alle in service topsporttrainers, topsportverantwoordelijken, embedded scientists, Daarnaast verenigde de coördinerende expert de vakexperts in een overlegplatform en werd een Colloquium Topsport en Wetenschap georganiseerd, in samenwerking met de Vlaamse Vereniging voor Kinesiologie. Voor de specifieke sportwetenschappelijke medisch-paramedische (SWMP) projecten topsport werd een jaarlijkse financiering van ca. 870.000 euro toegekend aan twintig Vlaamse topsportfederaties, op basis van maximumbedrag per categorie van de Vlaamse topsporttakkenlijst 2013-2016 ten laste van werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen: 70.000 euro voor de focussporten, 25.000 euro per sporttak in categorie 2 en 10.000 euro per sporttak in categorie 3. Alle sportwetenschappelijke begeleidingsprojecten werden gecoördineerd door de gangmaker Topsport en Wetenschap in de afdeling Topsport van Sport Vlaanderen. Naast het optimaal begeleiden van de topsporttrainers en de topsporters, werd eveneens geïnvesteerd in het genereren van nieuwe kennis en expertise door middel van sportwetenschappelijke onderzoeksprojecten. Het voeren van relevant wetenschappelijk onderzoek naar topsportgerelateerde onderwerpen werd gestuurd via het mechanisme van Vlaamse leerstoelen Topsport aan de Vlaamse universiteiten. Hierdoor verkregen deze instellingen meer middelen en verantwoordelijkheden met betrekking tot kennisontwikkeling in functie van Topsport. De Vlaamse leerstoel Topsport had tot doel een aantrekkings- en groeipool te zijn voor een vernieuwende topsportrelevante onderzoekslijn. Dit diende uit te monden in het vergroten en 68

bestendigen van relevante topsportwetenschappelijke kennis. In de Olympiade Rio (2013-2016) werden vier onderzoeksprojecten gefinancierd, met als doel om zowel op korte als op lange termijn een meerwaarde te betekenen voor het Vlaamse topsportbeleid. Van de onderzoekers werd verwacht om nauw samen te werken met de topsporters, trainers en begeleiders en de topsportfederaties. Sport Vlaanderen bewaakte de uitvoering van de onderzoeksprojecten en de beoogde toepassing ervan in de dagelijkse topsportpraktijk. 3.4.2. Werking in de periode 2017-2020 3.4.2.1. Actiepunt 8: Topsport & Wetenschap De sportwetenschappelijke begeleidings- en onderzoeksprojecten inzake topsport doelen enerzijds op het bijstaan van de topsporttrainer op basis van reeds bestaande knowhow, en anderzijds op het vergroten van nieuwe topsportgerelateerde expertise, steeds in functie van het leveren van topsportprestaties. De sportwetenschappelijke begeleidingsprojecten dienen hoofdzakelijk gericht te zijn op de optimale omkadering van topsporters in de prestatie- en ontwikkelingsprogramma s met de grootste prioriteit, waar mogelijk met toepassing op Paralympische G-topsporters. De sportwetenschappelijke ondersteuning dient a priori vraaggestuurd te verlopen, waar mogelijk ad hoc in de prestatieprogramma s en waar nodig generiek in de ontwikkelingsprogramma s. Voor alle actoren binnen het prestatieprogramma geldt een hoge mate van verantwoordelijkheid inzake het uitvoeren van het programma en het bereiken van de beoogde progressie/resultaten. Verantwoordelijkheid dient te worden vertaald naar doelstellingen en resultaatsobjectieven in de overeenkomsten met de program driver, de trainingstechnische staf en de topsporter(s) zelf, alsook met de sportwetenschappelijke omkadering. Vooreerst dient de topsporter de nodige individueel afgestemde begeleiding te krijgen. Deze begeleiding is een onderdeel van het programma van de topsporter, en dient opgenomen te worden in het voorgestelde programma van de topsporter. Daarnaast dient er een onderscheid gemaakt te worden tussen sportwetenschappelijke begeleiding en sportwetenschappelijk onderzoek ten behoeve van Topsport. De sportwetenschappelijke begeleiding verwijst naar het ontsluiten, communiceren en gebruiken van bestaande kennis, expertise en innovaties teneinde de begeleiding en de omkadering van topsporters en/of teams te optimaliseren door het inzetten van experts en bestaande knowhow. Het sportwetenschappelijk onderzoek verwijst naar het genereren van nieuwe kennis, expertise en technologie via topsportgerelateerde onderzoeksprojecten. Ondersteuning, opvolging en bijsturing van sportwetenschappelijke begeleiding De samenwerking tussen verschillende actoren op het terrein dient verder te worden gestimuleerd, de expertise te worden geoptimaliseerd en de transfer van wetenschappelijke kennis naar de werking in het veld te worden verbeterd. Binnen de sportwetenschappelijke begeleiding blijft het aanbod groeien, maar tegelijk ook versnipperen. Om bovenstaande doelstellingen te bereiken, dient de totaliteit van de sportwetenschappelijke begeleiding via gezamenlijke initiatieven met alle actoren (topsportfederaties, universiteiten en bedrijven) binnen de topsportwerking beter te worden aangestuurd en opgevolgd. 69

Team Topsport en Wetenschap De ondersteuning van de wetenschappelijke begeleiding inzake Topsport zal integraal gecoördineerd worden door het team Topsport en Wetenschap, verankerd binnen Sport Vlaanderen en aangestuurd door de gangmaker Topsport en Wetenschap. Rond de gangmaker wordt een team met twee sportwetenschappelijke experts in de sport gecreëerd. Bij de rekrutering van deze experts zal gestreefd worden naar een complementariteit inzake wetenschappelijke achtergrond, teneinde de gangmaker zo goed mogelijk te kunnen ondersteunen in alle opdrachten. De gangmaker Topsport en Wetenschap zal deelnemen aan de Taskforce Topsport voor de sportwetenschappelijke dossiers. Het team Topsport en Wetenschap zorgt voor een betere afstemming van de topsportprogramma s en de wetenschappelijke omkadering, onder andere via het opnemen van een meer faciliterende en leidinggevende rol in de regelmatige contacten met experts, de universiteiten, de bedrijfswereld, de embedded scientists van de respectieve topsportfederaties en de beleidsverantwoordelijken. Daarvoor zal een permanent overlegorgaan met de verschillende actoren in het leven geroepen worden om de verschillende vragen en noden van de topsportfederaties te bespreken en dossiers voor te bereiden via een overlegorgaan Topsport en Wetenschap, voorgezeten door de gangmaker Topsport en Wetenschap. Binnen dit orgaan kunnen experts ingeschakeld worden, die oplossingen kunnen bieden aan vooraf bepaalde noden. Daarnaast zal het team Topsport en Wetenschap contacten leggen en onderhouden met experts binnen kennisinstellingen en bedrijven en zal ze experts per kennisdomein jaarlijks samenbrengen, teneinde steeds een vlotte afhandeling van vragen te kunnen bewerkstelligen. Indien vragen uitmonden in het opzetten van een grootschalig (onderzoeks)project zal het team Topsport en Wetenschap kennisinstellingen ondersteunen bij het uitschrijven van projectaanvragen en het zoeken naar financiering. Het team Topsport en Wetenschap beoogt een optimale disseminatie van de wetenschappelijke kennis via periodieke intervisie- en netwerkmomenten met alle belanghebbenden en via informatie-uitwisseling. Figuur 17: Organogram van de sportwetenschappelijke omkadering in de periode 2017-2020 70

Het team Topsport en Wetenschap zal bovendien voorzien in de planning en coördinatie van alle sportwetenschappelijke vormingsinitiatieven en netwerkmomenten, in nauwe samenwerking met de vormingscoördinator Topsport en de andere ondersteunende partners (o.a. BOIC, universiteiten, ), die opgenomen worden in een vormingsactiviteitenkalender per doelgroep en per kennisdomein over een volledige Olympiade. Het is noodzakelijk dat het team Topsport en Wetenschap daarvoor toegang verkrijgt tot de wetenschappelijke literatuur van de kennisinstellingen. Voor de beoordeling, toekenning en financiering van sportwetenschappelijke begeleidingsprojecten werden objectiveerbare criteria vooropgesteld: (1) Relevantie inzake Topsport: de beoogde doelgroep (prioriteitsniveau prestatie- en/of ontwikkelingsniveau, omvang, sporttak of groep van sporten), de praktische toepassingen op het veld en het te verwachten effect op de prestaties; (2) Niveau van het programma en de uitvoerders: de inzet van up-to-date experts met voldoende kennis van de doelgroep/sporttak; (3) Consolidering van de verworven kennis/expertise voor de Vlaamse topsporters op middellange en lange termijn: het voorzien van maatregelen, noodzakelijk om experts op middellange en lange termijn te kunnen behouden ten behoeve van de Vlaamse topsportwerking; (4) Haalbaarheid inzake timing en budget: timing (duur en moment waarop de aanpak zal renderen) en betaalbaarheid (in vergelijking met andere prioriteiten); (5) Innoverend karakter: het creëren van nieuwe toepassingen met bestaande expertise of naar de integratie in een (bestaande) interdisciplinaire werking. Embedded scientists in de topsportfederaties De toepassing van wetenschappelijke kennis in prestatie- en ontwikkelingsprogramma s kan gebeuren door de inzet van wetenschappelijk opgeleide experts in het veld, de zogenaamde embedded scientists. Deze personen brengen, op basis van voorbereidend werk op het terrein, inhoudelijke vragen aan in het overlegorgaan Topsport en Wetenschap. De embedded scientist is dus niet noodzakelijk een expert in één welbepaald domein, maar kan op basis van zijn/haar grondige kennis van de sport gerichte vragen stellen om ondersteuning, met als doel om daadwerkelijk en snel een oplossing vanuit een expertisedomein te kunnen vinden. Aansluitend kunnen, in samenwerking met het team Topsport en Wetenschap en na goedkeuring door de Taskforce Topsport, experts gezocht worden om antwoord te bieden op specifieke vragen. Daarnaast sturen de embedded scientists in nauw overleg met de technisch directeur Topsport, de program driver en/of de headcoach de geïntegreerde wetenschappelijke benadering binnen de topsportfederatie. Ze zijn daarbij verantwoordelijk voor interdisciplinair overleg en staan de in service topsporttrainers bij in het dagelijks toepassen van de sportwetenschappelijke begeleiding. Zij voeren een belangrijke liaisonfunctie uit, o.a. als katalysator in de informatie-uitwisseling van sportwetenschappelijke expertise. Het welslagen van de liaisonfunctie is onlosmakelijk verbonden aan de zoektocht naar geschikte en geëngageerde kandidaten. De kandidaat dient een grondig inzicht te hebben in de betrokken sporttak en voldoende expertise te hebben verworven in Topsport en sportwetenschappelijke begeleiding in de praktijk. De topsportfederatie (in hoofde van de technisch directeur Topsport) stelt een kandidaat voor, de Taskforce Topsport dient finaal te evalueren of de kandidaat al dan niet geschikt is voor de opdracht van embedded scientist. De invulling van de functie van embedded scientist dient te gebeuren door de topsportfederatie, met minstens het akkoord van de headcoaches en/of de Technisch Directeur Topsport/ program drivers, als voorwaarde voor een sportwetenschappelijke ondersteuning door Sport Vlaanderen in 71

de prestatie- en/of ontwikkelingsprogramma s. De loonkost van de embedded scientist, evenals de werkingskost voor de interdisciplinaire werking, moeten opgenomen worden in de totale programmakost die voor topsportfinanciering in aanmerking komt. Inzetten van sportwetenschappelijke experts Embedded scientists dienen de noden van de prestatie- en ontwikkelingsprogramma s via periodiek overleg voor te leggen aan het overlegorgaan Topsport en Wetenschap. Zij dienen aansluitend en in samenwerking met het team Topsport en Wetenschap op zoek te gaan naar de meest geschikte expert die kan inspelen op de behoeften in de prestatie- en ontwikkelingsprogramma s. De aangetrokken experts verbinden zich hierbij ook om informatie door te geven naar het werkveld. Op permanente basis is er contact met enerzijds de in service topsporttrainers en anderzijds het team Topsport en Wetenschap. De expert (komende vanuit een kennisinstelling, bedrijf, ) kan ingezet worden via een financiering ten behoeve van het prestatie- of ontwikkelingsprogramma, of via de vrijstelling voor academische verplichtingen van sportwetenschappelijke onderzoeksexperts aan de universitaire kenniscentra ten behoeve van Topsport (zie verder Sportwetenschappelijk onderzoek ), of via het aanwenden van expertise vanuit de bedrijfswereld. Locatie van sportwetenschappelijke begeleiding HOTSPO(R)TS De dagelijkse integrale sportwetenschappelijke begeleiding van topsporters rendeert optimaal indien ze kan plaatsvinden in de onmiddellijke nabijheid van de trainingslocatie. Hierbij wordt een grote nood vastgesteld aan centralisatie van de trainingsinfrastructuur Topsport, zowel sporttakspecifiek (één-campus-model per sporttak) als sporttakoverschrijdend (verdere uitbouw van 3 volwaardige topsporttrainingscentra in Vlaanderen). Om een dagelijkse en kwaliteitsvolle topsportwetenschappelijke begeleiding in de drie topsporttrainingscentra (Gent-Antwerpen-Leuven) te voeren, zijn de financiële middelen ontoereikend. Echter zal het team Topsport en Wetenschap op wekelijkse basis aanwezig zijn in elk van de drie trainingslocaties. Op deze manier zal er een veel nauwer contact ontstaan met de embedded scientists en zullen vragen sneller doorgang vinden. De fysieke locatie dient een aantrekkingsoord te zijn om sportwetenschappelijk overleg te plegen, zowel met embedded scientists als met experts van kennisinstellingen en bedrijven. Bepaalde specifieke tests en begeleiding met een lagere frequentie (bvb. enkele malen per jaar) kan plaatsvinden in diverse expertisecentra in en buiten Vlaanderen. Sportwetenschappelijk onderzoek Naast het optimaal begeleiden van de topsporttrainers en de topsporters, dient ook geïnvesteerd te worden in het genereren van nieuwe kennis/technologie en expertise door middel van sportwetenschappelijke onderzoeksprojecten. Deze onderzoeksprojecten dienen vernieuwend te zijn naar de toekomst, maar moeten tegelijkertijd (in ondergeschikte orde) een directe praktische meerwaarde betekenen voor de prestatieprogramma s of ontwikkelingsprogramma s. Hierbij dient een onderscheid gemaakt te worden tussen kortdurende onderzoeksprojecten, komende vanuit noden voorgedragen door de embedded scientist en waarop experts geen direct antwoord kunnen formuleren, en langdurige grootschalige onderzoeksprojecten. 72

Het voeren van relevant kortdurend sportwetenschappelijk onderzoek naar topsportgerelateerde onderwerpen zal gestuurd worden via het financieringsmechanisme van sportwetenschappelijke onderzoeksexperts aan de kennisinstellingen (bvb. via deeltijdse detachering) om vrijstelling van een aantal academische verplichtingen te verkrijgen. Hierdoor worden professoren/ onderzoekers van de kennisinstellingen gemotiveerd om zich te engageren voor Topsport en krijgen de kenniscentra meer middelen en verantwoordelijkheden, op voorwaarde dat deze worden (her)ingezet in het desbetreffende onderzoeksdomein. Dit financieringsmechanisme kan ook opengetrokken worden naar andere sportwetenschappelijke experts (die niet gekoppeld zijn aan een kennisinstelling) en/of de bedrijfswereld. Op basis van deze financiering ( principe van buy-in ) kunnen deze experts ook ingezet worden om specifieke noden te beantwoorden met reeds bestaande kennis. Daarnaast dient ook de mogelijke instap in grootschalige Europese onderzoeksprojecten overwogen te worden. Sport Vlaanderen zou hierbij als partner/cofinancierder kunnen optreden (maximaal 10% van de beschikbare middelen van Sport Vlaanderen voor Topsport en Wetenschap). Tenslotte dienen de mogelijkheden voor samenwerking met het kabinet Innovatie verder uitgediept te worden. De onderzoeksprojecten dienen inhoudelijk minstens te beantwoorden aan volgende criteria: (1) Relevantie: de beoogde doelgroep (prioriteitsniveau prestatie- en/of ontwikkelingsniveau, omvang, sporttak of groep van sporten), de praktische toepassingen op het veld en het te verwachten effect op de prestaties; (2) Innoverend karakter verwijst naar het genereren van nieuwe kennis en de te verwachten meerwaarde ten opzichte van bestaande kennis/expertise; (3) Niveau van het project en de uitvoerders: het bewezen wetenschappelijk niveau van de onderzoekers en het wetenschappelijk niveau van het ingediende project; (4) Haalbaarheid: timing (duur van het project) en betaalbaarheid (in vergelijking met andere prioriteiten). Een eigen inbreng (materieel, personeel of financieel) van de onderzoeksinstelling in het project is vereist; (5) Consolidering: het beschikbaar houden van de opgebouwde (en gefinancierde) expertise en kennis via maatregelen inzake eigendomrecht en/of gebruiksrecht ten behoeve van de Vlaamse topsporters op middellange en lange termijn. 3.4.3. Budget 2017-2020 (1) De loonkost van de gangmaker Topsport en wetenschap (1,00 VTE) is ten laste van de personeelskredieten van Sport Vlaanderen; (2) De jaarlijkse kostprijs voor de financiering van twee sportwetenschappelijke experts wordt geraamd op 140.000 euro en is ten laste van werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen; (3) De jaarlijkse kostprijs voor de financiering van wetenschappelijke en medisch/paramedische begeleidingsprojecten, evenals de inzet van embedded scientists dienen integraal te worden opgenomen in de programmakost per prestatie- en/of ontwikkelingsprogramma; (4) De jaarlijkse kostprijs voor de financiering van sportwetenschappelijke begeleidingsprojecten wordt geraamd op 350.000 euro, ten laste van de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen; (5) De jaarlijkse kostprijs voor de financiering van sportwetenschappelijke onderzoeksprojecten wordt geraamd op 300.000 euro, ten laste van de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen. 73

Tabel 5: Begroting 2017-2020 inzake de sportwetenschappelijke omkadering in Olympische disciplines Sportwetenschappelijke omkadering 2017 2018 2019 2020 Gangmaker Topsport & wetenschap Bron: personeelskredieten Sport Vlaanderen Team Topsport en wetenschap Bron: werkingsmiddelen Topsport Embedded scientist per topsportfederatie en één-op-één sportwetenschappelijke begeleiding Bron: subsidies en/of werkingsmiddelen Topsport Sportwetenschappelijke begeleidingsprojecten Bron: werkingsmiddelen Topsport Sportwetenschappelijke onderzoeksprojecten Bron: werkingsmiddelen Topsport Via personeelskredieten Sport Vlaanderen 140.000 140.000 140.000 140.000 Via programmakost per prestatie- en/of ontwikkelingsprogramma 350.000 350.000 350.000 350.000 300.000 300.000 300.000 300.000 Totaal 790.000 790.000 790.000 790.000 WAT IS NIEUW INZAKE TOPSPORT EN WETENSCHAP? (1) De sportwetenschappelijke begeleidingsprojecten dienen hoofdzakelijk gericht te zijn op de optimale omkadering van topsporters in de prestatie- en ontwikkelingsprogramma s met de grootste prioriteit. De sportwetenschappelijke ondersteuning dient a priori vraaggestuurd te verlopen, waar mogelijk ad hoc in de prestatieprogramma s en waar nodig generiek in de ontwikkelingsprogramma s; (2) De ondersteuning van de wetenschappelijke begeleiding inzake Topsport zal integraal gecoördineerd worden door het team Topsport en Wetenschap, bestaande uit de gangmaker Topsport en Wetenschap en twee wetenschappelijke experts in de sport. Het team zal zorgen voor een betere afstemming van de topsportprogramma s en de wetenschappelijke omkadering, en legt contacten met experts binnen kennisinstellingen en bedrijven. Het team beoogt een optimale disseminatie van de wetenschappelijke kennis via periodieke intervisie- en netwerkmomenten met alle belanghebbenden en via informatie-uitwisseling; (3) Een embedded scientist per sporttak, ten laste van de topsportfederatie, zorgt voor de toepassing van sportwetenschappelijke kennis in het veld; (4) Experts vanuit een kennisinstelling, bedrijf, kunnen ingezet worden via een financiering ten behoeve van het prestatie- of ontwikkelingsprogramma, of via de vrijstelling voor academische verplichtingen van sportwetenschappelijke onderzoeksexperts aan de universitaire kenniscentra ten behoeve van Topsport, of via het aanwenden van expertise vanuit de bedrijfswereld; (5) Het team Topsport en Wetenschap zal op wekelijkse basis aanwezig zijn in elk van de drie trainingslocaties, om zo in nauw contact te staan met de embedded scientists en vragen sneller doorgang te laten vinden. (6) Er wordt een duidelijk onderscheid gemaakt inzake de financiering van kortdurende onderzoeksprojecten (via vrijstelling van sportwetenschappelijke onderzoeksexperts aan de kennisinstellingen) en langdurige onderzoeksprojecten (via cofinanciering in grootschalige Europese onderzoeksprojecten). 74

3.5. Programmakost in prestatie- en ontwikkelingsprogramma s 3.5.1. Historiek en stand van zaken De programmakost van geregistreerde topsporters omvat alle programmagerelateerde onkosten, met uitzondering van de loonkosten voor sporttechnische omkadering ( in service topsporttrainers) en de voorzieningen in het persoonlijk levensonderhoud van de tewerkgestelde topsporters. Het betreft meer bepaald de verblijf- en verplaatsingskosten van de geregistreerde topsporters, hun trainingspartners en hun omkadering, de deelnamekost aan (inter)nationale stages en wedstrijden, de huurkosten van (sport)accommodatie, de aankoop en verzekering van (sport)materiaal, de sportwetenschappelijke medisch/paramedische omkaderingskosten, de gebeurlijke loon- en werkingskosten voor het topsportkader en de organisatiekost voor allerhande vormingsinitiatieven Topsport. De totale programmakost van het (inter)nationale stage- en wedstrijdprogramma van geregistreerde Vlaamse topsporters in Olympische disciplines bedroeg in de Olympiade Rio (2013-2016) 32.984.000 euro, circa 8.250.000 euro per werkingsjaar. Deze programmakost werd in hoofdzaak gedragen via aanvullende subsidies Topsport voor de voorbereiding op en deelname aan internationale wedstrijden op basis van de Vlaamse Topsporttakkenlijst (67%), en in mindere via financieringen vanuit het project BeGold (10%), eenmalige financieringen vanuit werkingsmiddelen Topsport (10%), aanvullende subsidies voor voorbereiding en deelname van aan Olympische Spelen (8%) en een forfaitaire vergoeding per leerling/topsporter via aanvullende subsidies voor topsportscholen (5%). 3.5.2. Werking in de periode 2017-2020 3.5.2.1. Actiepunt 9: Programmakost in prestatie- en ontwikkelingsprogramma s De Olympische ontwikkelingsprogramma s worden ondersteund vanuit de subsidies Topsport van Sport Vlaanderen, op basis van de weerhouden Olympische sporttakken in categorie 1 en 3 van de Vlaamse topsporttakkenlijst 2017-2020. Het betreft meer bepaald de aan stages gerelateerde verblijf- en verplaatsingskosten van de topsporters en topsporttalenten die opgenomen werden in het Olympisch ontwikkelingsprogramma, hun trainingspartners en hun omkadering, de sportwetenschappelijke medisch/paramedische omkaderingskosten, de deelnamekost aan (inter)nationale stages en wedstrijden, de huurkosten van (sport)accommodatie, de aankoop en verzekering van (sport)materiaal en de organisatiekost voor allerhande vormingsinitiatieven Topsport. De Olympische prestatieprogramma s worden gefinancierd vanuit de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen. Het betreft meer bepaald de aan stages gerelateerde verblijf- en verplaatsingskosten van de topsporters die opgenomen werden in het Olympisch prestatieprogramma, hun trainingspartners en hun omkadering, de gebeurlijke loon- en werkingskosten van de program driver, de sportwetenschappelijke medisch/paramedische omkaderingskosten, de deelnamekost aan (inter)nationale stages en wedstrijden, de huurkosten van (sport)accommodatie, de aankoop en verzekering van (sport)materiaal en de organisatiekost voor allerhande vormingsinitiatieven Topsport. 75

3.5.3. Budget 2017-2020 (1) De jaarlijkse programmakost van de Olympische ontwikkelingsprogramma s wordt geraamd op 2.750.000 euro, op basis van een benchmark van de toegekende topsportmiddelen op korte/(middel)lange termijn in de Olympiades Londen (2009-2012) en Rio (2013-2016). De Vlaamse bijdrage aan het gemeenschappelijk project BeGold (740.000 euro ten behoeve van de beloftevolle jongeren in de Olympische ontwikkelingsprogramma s), de loon- en werkingskosten voor de technisch directeur Topsport, de loonkosten voor sporttechnische omkadering en de voorzieningen in het persoonlijk levensonderhoud van de tewerkgestelde topsporters zijn daarbij niet inbegrepen. (2) De jaarlijkse programmakost van de Olympische prestatieprogramma s wordt geraamd op 4.750.000 euro, op basis van een benchmark van de toegekende topsportmiddelen op korte/(middel)lange termijn in de Olympiades Londen (2009-2012) en Rio (2013-2016). Tabel 6: Begroting 2017-2020 inzake de programmakost van Olympische ontwikkelings- en prestatieprogramma s Programmakost in Olympische prestatie- en ontwikkelingsprogramma s Olympische ontwikkelingsprogramma s Bron: subsidies Topsport Olympische prestatieprogramma s Bron: werkingsmiddelen Topsport 2017 2018 2019 2020 2.750.000 2.750.000 2.750.000 2.750.000 4.750.000 4.750.000 4.750.000 4.750.000 Totaal 7.500.000 7.500.000 7.500.000 7.500.000 WAT IS NIEUW INZAKE PROGRAMMAKOST VAN ONTWIKKELINGS- EN PRESTATIEPROGRAMMA S? (1) De Olympische ontwikkelingsprogramma s worden ondersteund vanuit de subsidies Topsport van Sport Vlaanderen, de Olympische prestatieprogramma s worden gefinancierd vanuit de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen. 3.6. Dagelijkse trainingsomgeving 3.6.1. Historiek en stand van zaken Via een behoeftenstudie trainingsinfrastructuur Topsport, door Sport Vlaanderen gefinaliseerd in mei 2012, werden de specifieke behoeften en noden van de Vlaamse topsporters van 33 (top)sportfederaties in kaart gebracht. De noodzaak tot centralisatie van de trainingsinfrastructuur Topsport (één-campus-model voor elke sporttak) werd duidelijk onderbouwd door alle (top)sportfederaties, met uitzondering van de sportdisciplines waarvoor zeer specifieke trainingsomstandigheden gelden (bvb. winter- en watersport, bepaalde disciplines gehandicaptensport, ). De uitbouw van de Vlaamse trainingsinfrastructuur Topsport werd als specifiek actiepunt opgenomen in het Topsportactieplan Vlaanderen III (2013-2016). De hoogste prioriteit werd gelegd in de uitbouw van trainingsinfrastructuur Topsport ten behoeve van de focussporten (categorie I van de Vlaamse topsporttakkenlijst 2013-2016), waarin de basisnoden voor talenten en beloftevolle jongeren perfect zijn ingevuld en waarin ook tegemoet gekomen wordt aan specifieke en/of 76

Waregem Gent Leuven Antwerpen hoogtechnologische uitrusting ten behoeve van de beste Vlaamse elitesporters (op basis van zes objectiveerbare parameters). Dit leidde in mei 2013 tot een Topsportinfrastructuurplan Vlaanderen, waarin de klemtoon werd gelegd op de uitbouw van drie volwaardige topsportcentra met geografische spreiding (Gent Antwerpen Leuven) en één ruitercentrum (Waregem), allen ten behoeve van de focussporten. In de lopende legislatuur werd een overeenkomst ( Service Level Agreement ) afgesloten tussen de Vlaamse Gemeenschap en de beheerders/eigenaars van de topsportinfrastructuur in de vier bovengenoemde topsportlocaties. Door een (gedeelde) investering in nieuwe trainingsinfrastructuur Topsport wordt een contingent uren prioritair en flexibel aan voordeeltarief voorzien voor de Vlaamse topsporters. Voor de uitbouw van deze volwaardige topsportcentra werd in de huidige legislatuur een begroting voorzien van 10 miljoen euro. Tabel 7: Overzicht van de (gerealiseerde) infrastructuurprojecten ikv het Topsportinfrastructuurplan Vlaanderen van 19 juli 2013 Project Begunstigde Subsidie Timing werken Bouw van een conditie- en krachtzaal in het opleidingscentrum Tennis van Tennis Vlaanderen Vlaanderen 400.000 2014-2015 Inrichting van een krachtzaal in het nieuwe complex van de Vlaamse topsportschool Antwerpen Judofederatie 196.500 2014-2016 Uitbreiding van het Olympisch Wezenbergzwembad Stad Antwerpen 3.500.000 2014-2015 Aanleg van 2 kunstgras hockeyvelden op de Wilrijkse Pleinen Stad Antwerpen 1.000.000 2016 Bouw van een indoor atletiekhal in het Universitair Sportcentrum KU Leuven KU Leuven 400.000 2014-2015 Bouw van een multibalsportenhal in het Universitair Sportcentrum KU Leuven KU Leuven 1.500.000 2016-2017 Bouw en inrichting van een kracht- en fitnesszaal in de Sport Vlaanderen Topsporthal Vlaanderen Gent 525.000 2015 Inrichting van een krachtzaal in het Vlaams Wielercentrum Eddy Sport Vlaanderen Merckx Gent 50.000 2014 Inrichting van de gymnastiekhal in de Topsporthal Vlaanderen Sport Vlaanderen Gent 160.000 2013-2014 Bouw van een G-sporthal en medisch-paramedische ruimte in Sport Vlaanderen de Topsporthal Vlaanderen Gent 1.450.000 2015-2016 Aanleg van een eventing-oefenparcours in Sport Vlaanderen Vlaamse Liga Waregem Paardensport 325.000 2016-2017 Bouw van een overdekte paddock en aanleg van een all Sport Vlaanderen weather -terrein in Sport Vlaanderen Waregem Waregem 550.000 2016-2017 10.056.500 3.6.2. Werking in de periode 2017-2020 3.6.2.1. Actiepunt 10: Trainingsinfrastructuur Topsport De hoofdprioriteit inzake de uitbouw van trainingsinfrastructuur Topsport dient te liggen in het verhogen van de kwaliteit en de beschikbaarheid van sporttakspecifieke infrastructuur, en de dagelijkse trainingsmogelijkheden voor de Vlaamse topsporters in het bijzonder. De hoogste prioriteit dient daarbij uit te gaan naar de topsportfederaties die participeren in zowel prestatieprogramma s als ontwikkelingsprogramma s, waarin de basisnoden voor topsporttalenten en beloftevolle jongeren perfect zijn ingevuld en waarin ook tegemoet gekomen wordt aan specifieke en/of hoogtechnologische uitrusting ten behoeve van de beste Vlaamse elitesporters. De trainingsinfrastructuur Topsport in Vlaanderen dient te worden gecentraliseerd per sporttak, waar mogelijk sporttakoverschrijdend. Door de koppeling van een beperkt aantal topsportcentra aan alle noodzakelijke on-site diensten inzake Topsport (sportwetenschappelijke omkadering, 77

leefomstandigheden, ) wordt een topsportklimaat gecreëerd, waarin alle topsporters en hun begeleiders worden verenigd om zich in optimale omstandigheden te kunnen voorbereiden op het leveren van topsportprestaties. Binnen Vlaanderen wordt geopteerd voor de uitbouw van drie volwaardige topsporttrainingscentra (Gent-Antwerpen-Leuven), o.a. met het oog op het stimuleren van permanent (dagelijks) contact tussen alle betrokkenen in de topsportwerking binnen en tussen sporttakken ( environment of excellence ). De Vlaamse overheid voorziet in een referentiekader voor het bepalen van de prioriteiten inzake toekomstige investeringen in trainingsinfrastructuur Topsport in Vlaanderen. (1) De mate waarin de betrokken sportfederatie participeert in prestatie- en ontwikkelingsprogramma s van een hoog prioriteitsniveau; (2) De mate waarin de noodzaak en de meerwaarde van toekomstige infrastructuurprojecten voor het voeren van een integraal topsportbeleid wordt aangetoond, daarbij inspelend op de behoeften van de Vlaamse topsporters: voldoende professionele inrichting met aanwezigheid van een permanente infrastructuur en sporttakspecifiek en/of technologisch materiaal, mogelijkheid tot sportwetenschappelijke begeleiding en aanwezigheid van gepaste leefaccommodatie (overnachting- en eetgelegenheid, vergaderruimte, ) in het trainingscentrum, ; (3) De mate waarin gecentraliseerde (bovenlokale) topsportwerking wenselijk en realiseerbaar is, waar mogelijk in de driehoek Gent-Antwerpen-Leuven, met mogelijkheid tot de koppeling van het trainingscentrum aan (desgevallend) de topsportschool, de sportkaderopleidingen, de organisatie van stages, de centralisatie van de sportwetenschappelijke omkadering en expertise voor de Vlaamse topsporter,... (4) De mate waarin de trainingsinfrastructuur prioritair ter beschikking staat van Vlaamse topsporters. Er dient evenwel op zoek gegaan te worden naar een optimale cohabitatie met niet-topsport (bij voorkeur flexibele en compatibele partners) inzake beheer en exploitatie; (5) De mate waarin het infrastructuurproject een perspectief biedt voor kwaliteitsontwikkeling en innovatie, in functie van het creëren van een state-of-the-art topsportomgeving. (6) De meest optimale combinatie wordt nagestreefd tussen enerzijds investeringen voor de (uit)bouw van de sportcentra van Sport Vlaanderen en/of grootschalige PPSinfrastructuurprojecten en anderzijds ad hoc investeringen voor de duurzame inrichting van trainingsinfrastructuur Topsport, teneinde met de beschikbare middelen de grootst mogelijke meerwaarde voor de Vlaamse topsporter te creëren. Het referentiekader zal worden geïntegreerd in het Globaal Sportinfrastructuurplan Vlaanderen, dat de basis zal vormen voor een nieuw decretaal kader voor investeringen in o.a. trainingsinfrastructuur Topsport. 3.6.3. Budget 2017-2020 In de Olympiade 2013-2016 werd een inhaaloperatie ingezet via het afsluiten van overeenkomsten (Service Level Agreement) tussen de Vlaamse Overheid en de beheerders/eigenaars van de topsportinfrastructuur in drie volwaardige topsportcentra met geografische spreiding (Gent- Antwerpen-Leuven) en een ruitercentrum (Waregem) voor een totaal investeringsbedrag van 10 miljoen euro. In de Olympiade 2017-2020 dient blijvend aandacht besteed te worden aan de verdere ontwikkeling en uitvoering van het Topsportinfrastructuurplan Vlaanderen en de centralisatie van de Vlaamse trainingsinfrastructuur Topsport. Vanaf 2017 wordt een investering van minimaal 10 miljoen euro per Olympiade vooropgesteld. 78

Tabel 8: Begroting 2017-2020 inzake investeringen in trainingsinfrastructuur Topsport in Olympische disciplines Trainingsinfrastructuur Topsport 2017 2018 2019 2020 Trainingsinfrastructuur Topsport Bron: Investeringssubsidies 10.000.000 Totaal 10.000.000 WAT IS NIEUW INZAKE TRAININGSINFRASTRUCTUUR TOPSPORT? (1) De Vlaamse overheid voorziet in een referentiekader voor het bepalen van de prioriteiten inzake toekomstige investeringen in trainingsinfrastructuur Topsport in Vlaanderen; (2) Voor de Olympiade Tokyo (2017-2020) wordt een investering van minimaal 10 miljoen euro vooropgesteld. 3.7. Organisatie van topsportevenementen 3.7.1. Historiek en stand van zaken Het Uitvoeringsbesluit Topsport van 19/12/2008 voorzag een bedrag per evenement van maximaal 30.000 euro, 15.000 euro en 7.500 euro voor de organisatie van respectievelijk een wereldkampioenschap, een Europees kampioenschap en een wereldbekerwedstrijd in het Nederlands taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. In de Olympiade Rio (2013-2016) subsidieerde Sport Vlaanderen een totaalbedrag van 617.078 euro voor de organisatie van deze organisaties. De ondersteuning van de evenementen Topsport Vlaanderen is destijds (1995) gestart als communicatiekanaal voor de promotie van Vlaanderen en de Vlaamse regio. Tegelijk hield dit beleid ook in dat in Vlaanderen kansen kreeg om belangrijke internationale sportmanifestaties te organiseren. Het betreft voornamelijk een tegemoetkoming in de organisatiekosten van allerlei initiatieven in verband met Topsport: internationale wedstrijden, Europese clubcampagnes, projectsubsidies, topsportteams en talentenopleidingen. Hierdoor konden de Vlaamse topsporters internationale ervaringen opdoen om hun prestatieniveau te verhogen. Tegelijkertijd kon het Vlaamse publiek van (top)sport op internationaal niveau genieten en gelden de prestaties van de topsporters als voorbeeldfunctie. De subsidieberekening voor de ondersteuning van topsportevenementen gebeurde op basis van drie criteria: (1) internationaal competitie- en prioriteitsniveau van de sporttak, (2) uitstralingsniveau voor Vlaanderen via de media en (3) uitstralingsniveau via visibiliteit logo Topsport Vlaanderen. In de Olympiade Rio (2013-2016) werd 4.817.000 euro besteed aan de ondersteuning van dergelijke initiatieven, tot 2015 via werkingsmiddelen van het departement CJSM en in 2016 via werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen. In de periode 2013-2015 werd de complementariteit inzake de ondersteuning van topsportevenementen door Sport Vlaanderen en het departement CJSM bewaakt via de trimestriële behandeling van de aanvraagdossiers door de Taskforce Topsport. Minstens 75% van de beschikbare kredieten voor ondersteuning van topsportevenementen werden voorbehouden voor de organisatie van topsportcompetities die bijdroegen tot het realiseren van de outputdoelstellingen (sportieve prestaties en resultaten) in de Olympiade 2013-2016; 79

3.7.2. Werking in de periode 2017-2020 3.7.2.1. Actiepunt 11: Organisatie van internationale topsportevenementen De Vlaamse overheid wenst Topsport in te zetten om de sportparticipatie en -beleving in Vlaanderen te verhogen, evenals de uitstraling van Vlaanderen in de wereld via het uitbouwen van de link naar sportparticipatie en via een gerichte communicatie (Topsport als middel), o.a. via de ondersteuning en organisatie van internationale sportevenementen en activiteiten in Vlaanderen. Het versterken van het imago van Vlaanderen in binnen- en buitenland is een belangrijke doelstelling voor de Vlaamse overheid (Toerisme, Internationaal Vlaanderen, ), maar geen doel an sich voor het Vlaams (top)sportbeleid. Er is duidelijk nood aan een globale benadering voor het sportevenementenbeleid. De ondersteuning van organisaties kan op verschillende manieren gebeuren, m.n. financieel (via subsidies), logistiek (via uitleendiensten) en inhoudelijk (delen van kennis en goede praktijken, aanbieden van tools voor haalbaarheidsstudies, evaluaties e.d.). De ondersteuning van internationale topsportevenementen kadert in een vernieuwd sportevenementenbeleid van de Vlaamse overheid. De nog op te richten cel evenementenbeleid binnen Sport Vlaanderen zal als één-loket fungeren voor de behandeling van de aanvragen inzake organisatie van sportevenementen. Per type sportevenement zal een gedifferentieerde werkwijze en beoordelingskader gehanteerd worden: (1) Internationale topsportevenementen: wereldkampioenschap of Europees kampioenschap of kwalificatietornooi waar een quotumplaats voor deelname aan een eindronde van een wereldkampioenschap of Europees kampioenschap, of deelname aan de Olympische Spelen kan worden behaald. Het betreft de organisatie van een topsportevenement in Olympische disciplines voor elitesporters en/of de hoogst relevante jeugdcategorie in disciplines die opgenomen werden als prestatie- en/of ontwikkelingsprogramma; (2) Internationale sportevenementen: eendaags of meerdaags competitief sportevenement, met een grote (inter)nationale uitstraling en van hoogstaand sportief niveau (o.a. wereldbekerwedstrijden); (3) Bovenlokale sportevenementen: eendaags of meerdaags publieksgerichte binnen- of buitenactiviteit waarbij een relatief groot aantal deelnemers/bezoekers actief sport beoefent en/of passief een sportvertoning bijwoont, met een regionale en/of Vlaamse/nationale reikwijdte en uitstraling. Uitsluitend internationale topsportevenementen komen in aanmerking voor ondersteuning via werkingsmiddelen Topsport. De financiering van de internationale topsportevenementen dient prioritair gericht te zijn op het verhogen van de kansen op resultaten en de ontwikkeling van de Vlaamse topsporters (elitesporters en hoogste relevante jeugdcategorie) in de prestatie- en ontwikkelingsprogramma s, en bijkomend op het verhogen van de uitstraling van Vlaanderen en/of Vlaanderen als (topsport)regio sterker te maken. Onder internationale topsportevenementen wordt verstaan de organisatie van een Europees kampioenschap of een wereldkampioenschap of een kwalificatietornooi waar een quotumplaats voor deelname aan een eindronde van een wereldkampioenschap of Europees kampioenschap of deelname aan de Olympische Spelen kan worden behaald, met als basisvereisten: (1) Het topsportevenement wordt niet jaarlijks georganiseerd in hetzelfde land en wordt (meestal) via bidprocedure toegewezen door de internationale sportfederatie; (2) Het topsportevenement vindt plaats in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad; (3) Het topsportevenement is een competitie in de categorie senioren en/of de hoogst relevante jeugdcategorie in een Olympische discipline, die opgenomen is op de lijst van 80

prestatieprogramma s in de Olympiade Tokyo (2017-2020) en/of op de Vlaamse topsporttakkenlijst 2017-2020 (ontwikkelingsprogramma s); (4) Het topsportevenement kadert in een meerjarenplan van de unisportfederatie inzake de organisatie van topsportevenementen, en is gericht op het verhogen van de kansen op resultaten en de ontwikkeling van Vlaamse elitesporters of beloftevolle jongeren; Om voor ondersteuning in de organisatie van internationale topsportevenementen in aanmerking te komen, worden beoordelingscriteria opgesteld, aanvullend op de basisvereisten van een internationaal topsportevenement: (5) De unisportfederatie zelf treedt op als organisator, of werkt nauw samen met een externe organisator; (6) Een gedetailleerd en transparant financieel plan van de inkomsten/uitgaven van de organisatie van het topsportevenement wordt toegevoegd bij de aanvraag; een haalbaarheidsanalyse en een bankgarantie (voor het toelagebedrag) kan worden voorgelegd; (7) Maximale visibiliteit t.a.v. de Vlaamse overheid wordt gegarandeerd via de verschillende communicatie- en promotie-initiatieven. (8) Een terugverdieneffect kan worden aangetoond, met name Vlaanderen als regio sterker maken op sportief, maatschappelijk, economisch, cultureel en/of promotioneel vlak. Sport Vlaanderen voorziet in de inrichting van een cel evenementenbeleid, die de aanvragen van de sportfederaties inzake de organisatie van sportevenementen aftoetst aan de definitie, en deze vervolgens categoriseert: internationaal topsportevenement, internationaal sportevenement of bovenlokaal sportevenement. Een ondersteuningsaanvraag voor de organisatie van een internationaal topsportevenement dient minimaal 12 maanden voorafgaand aan de aanvang van het topsportevenement door de unisportfederatie te worden ingediend bij Sport Vlaanderen. De cel evenementenbeleid beoordeelt de aanvraagdossiers en maakt een advies over aan de Taskforce Topsport, die op haar beurt de adviezen trimestrieel behandelt. De minister van Sport wordt geadviseerd inzake de financiering van internationale topsportevenementen op basis van bovenstaande voorwaarden. Bij aanvang van de Olympiade Tokyo (2017-2020) zal Sport Vlaanderen de unisportfederaties bevragen inzake de organisatie van sportevenementen in de periode 2017-2024, kaderend in het vernieuwd sportevenementenbeleid. De cel evenementenbeleid zal voorzien in een jaarlijkse topsportevenementenkalender. Het financieringsbedrag voor de organisatie van een internationaal topsportevenement wordt bepaald op basis van een budgetanalyse, de kwaliteit van het aanvraagdossier en de (extra)sportieve kwaliteit van het topsportevenement. Het financieringsbedrag bedraagt maximaal 25% van de totale kostprijs, dat kan aangewend worden voor een ondersteuning in de organisatiekosten, aanbestedingskosten, communicatiekosten en de organisatie van randevenementen (excl. VIPgebeuren). Internationale topsportevenementen met een uitzonderlijk hoge kostprijs (d.i. met een gevraagde financiering van hoger dan 150.000 euro) en/of bijzondere extrasportieve meerwaarde dienen ad hoc besproken en goedgekeurd te worden door de Vlaamse minister van Sport en/of de Vlaamse Regering. Om dergelijke topsportevenementen in kaart te brengen, wordt ad hoc een adviserende expertengroep (topsport, lokale besturen, Toerisme Vlaanderen, ) samengesteld, die alle aanvragen aftoetst op haalbaarheid en waar mogelijk draagvlak creëert. Naast een mogelijke financiële ondersteuning voor de organisatie van topsportevenementen kan de cel evenementenbeleid eveneens voorzien in bijkomende faciliterende maatregelen: Extra hefboom om op gerichte wijze grote internationale topsportevenementen naar Vlaanderen te halen volgens een lange termijnplanning/visie; 81

Samenwerking met lokale overheden en/of de bedrijfswereld inzake criteria en waarde van ondersteuning voor projecten die op hun grondgebied plaatsvinden; Voorzien in extrasportieve ondersteuning i.s.m. externe partners via (1) een aanbod van expertise, logistiek, personeel en promotiemateriaal, (2) het delen van kennis en expertise inzake de organisatie van topsportevenementen en (3) het aanleggen van een database voor actieve vrijwilligers; Voorzien in geïntegreerde internationale competitiereeks(en) of flankerend traject voor meer G-sportparticipatie. Bij internationale topsportevenementen die in Vlaanderen worden georganiseerd, dient in de toekomst meer aandacht besteed te worden aan de doelstelling om alle Vlamingen aan het sporten te krijgen, zeker voor topsportevenementen met een grote extrasportieve meerwaarde, in de vorm van voor- en/of natrajecten die de sportparticipatie verhogen. Uit een participatieonderzoek (Steunpunt Beleidsrelevant Onderzoek Sport, 2014) blijkt immers dat louter deelname als toeschouwer aan een (top)sportevenement geen echte katalysator voor sportparticipatie blijkt te zijn, en gerichte initiatieven noodzakelijk zijn om een actieve(re) betrokkenheid te bekomen. 3.7.3. Budget 2017-2020 In de Olympiade 2017-2020 dient minstens 33% van de beschikbare kredieten (voor ondersteuning van sportevenementen) van Sport Vlaanderen voorbehouden te worden voor de ondersteuning van de internationale topsportevenementen. Dit komt overeen met een jaarlijkse investering van 500.000 euro via werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen. Tabel 9: Begroting 2017-2020 inzake de organisatie van internationale topsportevenementen Organisatie van topsportevenementen 2017 2018 2019 2020 Internationale topsportevenementen Bron: Werkingsmiddelen Topsport 500.000 500.000 500.000 500.000 Totaal 500.000 500.000 500.000 500.000 WAT IS NIEUW INZAKE DE ORGANISATIE VAN TOPSPORTEVENEMENTEN? (1) Uitsluitend internationale topsportevenementen komen in aanmerking voor ondersteuning via werkingsmiddelen Topsport. Het betreft de organisatie van een wereldkampioenschap of Europees kampioenschap of een kwalificatietornooi waar een quotumplaats voor deelname aan een eindronde van een wereldkampioenschap of Europees kampioenschap, uitsluitend in Olympische disciplines die opgenomen werden als prestatie- en/of ontwikkelingsprogramma; (2) Sport Vlaanderen voorziet in de inrichting van een cel evenementenbeleid, die de aanvraagdossiers beoordeelt en een advies overmaakt aan de Taskforce Topsport, en voorziet in bijkomende faciliterende maatregelen voor de organisatie van het topsportevenement. (3) Minstens 33% van de beschikbare kredieten (voor ondersteuning van sportevenementen) van Sport Vlaanderen worden voorbehouden voor de ondersteuning van de internationale topsportevenementen. 82

Niet opgenomen Cat. 2 Cat. 1 3.8. Specifieke doelgroep: Olympische ploegsporten 3.8.1. Historiek en stand van zaken De ploegsporten hebben een eigen problematiek, ondermeer inzake financiële noden (het betreft steeds een grote groep van topsporters), de moeilijke rekrutering van de eigen topsporters van internationaal niveau (veelal in buitenlandse profploegen actief) voor de nationale ploegen, de gespannen verhouding tussen de federatie (nationale ploegen) en de professionele clubs (werkgevers), de communautaire samenstelling van de nationale ploegen in het spanningsveld tussen Vlaamse, Franstalige en nationale sportbonden en het beperkt aantal plaatsen (slechts 12 landen) op de Olympische Spelen. Gezien deze eigen problematiek kwamen de ploegsporten reeds als een specifieke doelgroep aan bod in de voorgaande Topsportactieplannen. Volgende ploegsporten werden in de Vlaamse topsporttakkenlijst 2013-2016 opgenomen: hockey en volleybal in categorie 1 en basketbal en voetbal in categorie 2. Afgemeten aan de prestaties van de Belgische ploegen seniors en jeugd tijdens de afgelopen Olympiade, zijn de Olympische ploegsporten op een structureel hoger niveau terechtgekomen. Het is duidelijk dat het Vlaams topsportbeleid hiertoe wezenlijk heeft bijgedragen. Tabel 10 toont een overzicht van de Belgische prestaties op Europese kampioenschappen, wereldkampioenschappen en Olympische Spelen in Olympische ploegsporten in de periode 2013-2016. Baseball & softball werden eveneens opgenomen in het overzicht, aangezien deze sporttakken opnieuw werden toegevoegd aan het programma van de Olympische Spelen 2020 te Tokyo. De status van deze sporttakken na de Olympische Spelen 2020 is nog onduidelijk. Tabel 10: Belgische prestaties op EK-WK-OS in (toekomstige) Olympische ploegsporten in de periode 2013-2016 TSTL Olympische ploegsporten 2013 2014 2015 2016 Hockey Dames 4 de EK 12 de WK 5 de EK Heren 2 de EK 5 de WK 5 de EK 2de OS Volleybal Dames 3 de EK 11 de WK 6 de EK Heren 7 de EK 17 de WK 10 de EK Basketbal Dames Heren 9 de EK 9 de EK Voetbal Dames Heren 5 de WK 5 de EK Baseball & Heren 7 de EK 6 de EK Softball Dames 11 de EK Handbal Dames Heren Ijshockey Dames Heren 33 ste WK Rugby sevens Dames 13 de EK 11 de EK 13 de EK Heren 6 de EK 8 ste EK 10 de EK Waterpolo Dames Heren 3.8.2. Werking in de periode 2017-2020 Een succesverhaal in de ploegsporten is uitsluitend mogelijk, indien op ieder beleidsniveau een grote mate van overleg plaatsvindt. De program driver, aangesteld op basis van competenties, dient een verregaande autonomie te krijgen, onderling permanent te overleggen en samen te werken en te 83

communiceren met alle stakeholders, te weten alle federaties, liga s van de 1 ste klasse clubs, Sport Vlaanderen, Adeps en BOIC: Nationaal via een synergie tussen alle relevante ondersteunende organisaties inzake de realisatie van de prestatieprogramma s, waarin het BOIC een trekkersrol dient te vervullen in het gemeenschapsoverschrijdend overleg en de coördinatie tussen de program driver van de respectieve sportfederaties. Dit kan verwezenlijkt worden in de schoot van ABCDcommissie. Regionaal via een gemeenschappelijke intentieovereenkomst (voor aanvang van het project) met de respectieve Raden van Bestuur, waarbij: (1) de Raad van bestuur vooraf en in overleg met de program driver : de resultaatsdoelstellingen vastlegt; de budgetten toewijst in functie van de resultaatsdoelstellingen; via een delegatie van bevoegdheden een mandaat aan de program driver geeft voor de uitvoering van het topsportbeleid; de tussentijdse doelstellingen (=meetmomenten) bepaalt; (2) de program driver beschikt over: operationele autonomie ter realisatie van de resultaatsdoelstellingen; de ruimte om het toegekende topsportbudget met respect voor de financiële restricties naar eigen inzicht te besteden; de mogelijkheden om over te gaan tot bijsturingen aan programma s en selectiepolitiek naar aanleiding van de resultaten bij tussentijdse doelstellingen. De program driver voorziet in een periodieke, duidelijke en transparante operationele en financiële rapportering naar de respectieve Raden van Bestuur en legt finaal verantwoording af na de prestatiemomenten in functie van de resultaatsdoelstellingen. De raad van Bestuur ondersteunt de program driver in de realisatie van het plan, doch komt niet tussen op operationeel niveau. Zij staat in voor de afscherming van de program driver ten opzichte van interne en externe partijen, en ondersteunt de program driver in de communicatie hieromtrent. 3.8.2.1. Actiepunt 12: Olympische ploegsporten Naar analogie met de individuele sporttakken zal er ook in de ploegsporten een duidelijke focus gelegd worden, met de nadruk op slaagkansen op korte, middellange en lange termijn. De focus in het Vlaams topsportbeleid inzake ploegsporten dient gelegd te worden binnen de ploegsporten van het Olympisch programma. Het betreft een keuze die dient gemaakt te worden uit 16 medailleevents in 9 sporttakken op het programma van de Olympische Zomerspelen en 2 medaille-events in 1 sporttak op het programma van de Olympische Winterspelen: baseball (heren), basketbal (dames en heren), handbal (dames en heren), hockey (dames en heren), rugby sevens (dames en heren), softball (dames), voetbal (dames en heren), volleybal (dames en heren), waterpolo (dames en heren) en ijshockey (dames en heren). De prestatieprogramma s voor de Olympische ploegsporten dienen in lijn te liggen met de resultaatsdoelstellingen van het Vlaams topsportbeleid voor de Olympiade 2017-2020. Steeds dient sporttakspecifiek bekeken te worden welk het realistische ontwikkelingstraject is in de opbouw naar deelnames aan Europese kampioenschappen, wereldkampioenschappen en Olympische Spelen. Voor de Olympische ploegsporten wordt het aanvankelijke prioriteitsniveau a priori met één niveau verhoogd (zie hoger), ter compensatie van de intrinsiek hogere kostprijs. Om in aanmerking te komen voor ondersteuning op korte, middellange en/of lange termijn, dienen de topsportprogramma s te voldoen aan een aantal basisvoorwaarden: 84

(1) De nationale seniorploegen staan centraal in het topsportbeleid van de federatie; (2) De federatie wendt de eigen werkingsmiddelen prioritair aan t.b.v. de topsportwerking van de nationale ploegen. (3) De technische directie(s) verwerven een verregaande autonomie, en werken zoveel als mogelijk samen op nationaal en regionaal niveau (zie supra); (4) De individuele ploegsporters (zowel jeugd als seniors) tonen te allen tijde een engagement en beschikbaarheid voor de nationale ploeg(en). De federatie creëert daarbij voldoende draagvlak bij de stakeholders (binnen- en buitenlandse clubs, sponsoren, liga s, ) bij het centraal stellen van de nationale seniorploegen. (5) De nationale jeugdploegen en/of de prestatieontwikkeling van individuele (elite) ploegsporters vervullen een ondersteunende rol t.o.v. de werking van de nationale seniorploegen. Dit impliceert een éénduidige visie op korte, middellange en lange termijnwerking in het topsportbeleid van de federatie: aanwezigheid van een integrale topsportpiramide (talentdetectie, topsportschool of een evenwaardig alternatief, project +18 en seniorploegen) met een duidelijke structuur in de nationale ploegen (senioren, senioren - 1, senioren -2, ). In iedere relevante jeugdcategorie dient ervaring opgedaan te worden op het allerhoogste niveau, waarbij het nastreven van resultaten geen absolute vereiste is in de jeugdcompetities ( niet ten koste van de ontwikkeling van het individu ). Maatwerk is in deze aangewezen, zodat ook laatmature ploegsporters zich optimaal kunnen ontwikkelen. (6) De nationale competitiekalender is afgestemd op de voorbereidings- en wedstrijdperiode van de nationale ploeg en op de internationale competitiekalender. Het sportief programma van de nationale ploeg is duidelijk afgelijnd, waarbij in optimale omstandigheden en in nauw overleg met de clubs kan getraind worden. (7) De finaliteit van het prestatieprogramma en/of ontwikkelingsprogramma ligt in lijn met de resultaatsdoelstellingen van het Vlaams topsportbeleid. Naast de pure cijfermatige evaluatie, met name het al dan niet behalen van de (tussen)doelen, dient elk jaar nagegaan te worden in welke mate de betrokken ploegsportfederatie de hierboven beschreven basisvoorwaarden effectief heeft ingevuld. Sporttakspecifiek dient bepaald te worden welke de kritische factoren zijn in de optimalisatie van het internationaal programma van de nationale ploeg, teneinde de resultaatsdoelstellingen van het Vlaams topsportbeleid te behalen. De kwalificatie op zich voor een eindronde van een wereldkampioenschap of Europees kampioenschap wordt niet beschouwd als een (voldoende) resultaatsdoelstelling. 3.8.3. Budget 2017-2020 Zoals hierboven vermeld, zijn de financiële noden in de Olympische ploegsporten bijzonder hoog. De Vlaamse topsportkredieten dienen selectief ingezet te worden voor projecten m.b.t. nationale ploegen met een realistisch traject naar selectie voor de Olympische Spelen. De middelen voor de subsidiëring en/of financiering van dit sportief programma en sporttechnisch kader dienen voorzien te worden binnen de respectieve actiepunten van het Topsportactieplan Vlaanderen IV (2017-2020). WAT IS NIEUW INZAKE DE OLYMPISCHE PLOEGSPORTEN? (1) Een succesverhaal in de ploegsporten is uitsluitend mogelijk, indien op ieder beleidsniveau een grote mate van overleg plaatsvindt. De program driver, aangesteld op basis van competenties, dient een verregaande autonomie te krijgen: nationaal via een synergie tussen alle relevante ondersteunende organisaties inzake de realisatie van de prestatieprogramma s en regionaal via 85

een gemeenschappelijke intentieovereenkomst (voor aanvang van het project) met de respectieve Raden van Bestuur; (2) Om in aanmerking te komen voor ondersteuning op korte, middellange en/of lange termijn, dienen de topsportprogramma s te voldoen aan 7 basisvoorwaarden, waarbij de nationale seniorploegen centraal staan in het topsportbeleid van de federatie. 86

Hoofdstuk 4: Specifieke beleidsmaatregelen voor Paralympische disciplines 4.1. G-Topsport 4.1.1. Historiek en stand van zaken Parantee is de enige erkende en gesubsidieerde Vlaamse sportfederatie die bevoegd is voor de coördinatie van een integraal topsportbeleid voor G-topsporters. De organisatie ontstond in 1977 bij de splitsing van de toenmalige Belgische Sportfederatie voor Gehandicapten, het huidige BPC (Belgian Paralympic Committee), als de Vlaamse Liga Gehandicaptensport (VLG). In juni 2012 onderging de organisatie een naamswijziging: Parantee, met als slagzin Passie voor G-Sport. Vanaf 2017 zal de unisportfederatie Parantee-Psylos vzw heten, ten gevolge van een geslaagd fusieproces met het oog op efficiëntiewinst op managementniveau. De federatie werkt sinds 1999, naast de decretale basis- en facultatieve opdrachten, intensief aan de organisatorische integratie van de G- sport binnen het reguliere circuit en sluit daartoe convenanten met de reguliere sportfederaties af. Vandaag geeft Parantee aan 25 andere unisportfederaties ondersteuning bij hun geïntegreerde G- sportwerking. Hierdoor is het G-sportaanbod aanzienlijk verruimd en wordt de populatie van potentiële G-topsporters aanzienlijk groter. Ook voor de G-topsporters is het wenselijk om, waar aangewezen en haalbaar, te streven naar een samenwerking en/of integratie met/in de reguliere sporten, hetgeen een middel kan zijn om tot betere prestaties te komen. De definitie van G-sport Vlaanderen luidt: Personen met een handicap zijn personen met langdurige fysieke, psychische, verstandelijke of zintuiglijke beperkingen die hen in wisselwerking met diverse drempels kunnen beletten volledig, daadwerkelijk en op voet van gelijkheid met anderen te participeren in de samenleving en meer bepaald wat de sport betreft. Parantee telt eind 2015 3.577 leden waarvan 2.646 actieve sportbeoefenaars. Hiervan heeft 40% een fysieke, 47 % een verstandelijke, 9% een visuele, 2% een auditieve beperking en 2% een autismespectrumstoornis, deze laatste gecategoriseerd onder de subdoelgroep met een psychische beperking. Door de fusie met Psylos zal het ledenaantal groeien met 4.350 leden extra waarvan 3.900 actief sport beoefenen. Sinds Londen 2012 kunnen G-sporters met een verstandelijke handicap opnieuw deelnemen aan de Paralympische Spelen voor de sporttakken atletiek, tafeltennis en zwemmen. Dankzij doorgedreven onderzoek op internationaal niveau heeft men kunnen bewijzen dat de verstandelijke beperking een significante impact heeft op de prestatie in bepaalde disciplines van deze sporttakken. Onderzoek vormt de basis van de sportspecifieke classificatie die ook bij de atleten met een fysieke beperking zorgt voor eerlijke en gelijkwaardige competitiekansen. De classificatie van een G-sporter bestaat uit twee fasen: een toelatingsproef waar men beoordeelt of men voldoet aan 1 van de 10 paralympisch erkende beperkingen en een functionele proef. Tijdens de functionele proef bepalen internationaal opgeleide classificeerders of men voldoet aan de sportspecifieke minimale handicapnorm, welke sportklasse men toegewezen krijgt en wat de status of geldigheidsduur van de klasse is. Om de sportklasse te bepalen, wordt gebruik gemaakt van medische gegevens, biomechanica, psychologische test, functionele anatomie en de analyse van de sporttechnische uitvoering. Voor blinde en slechtziende paralympische atleten volstaat tot nu toe de medische diagnose. Vanaf 2017 implementeert het IPC (International Paralympic Committee) de Athlete Classification Code in alle internationale organisaties verbonden aan een paralympische sporttak. Alle nationale paralympische comités dienen de code te implementeren in hun land. De 87

classificatiekeuring betekent dus ook een belangrijke opdracht voor Parantee in samenwerking met al haar partnerfederaties in Vlaanderen. Op de Paralympische Zomerspelen 2016 te Rio namen 4.342 deelnemers uit 159 verschillende landen deel aan 528 medaille-events in 23 verschillende sporttakken. 21 Vlaamse topsporters namen er deel aan 38 verschillende medaille-events en behaalden uiteindelijk 8 medailles en 8 top-5 plaatsen. Op de Paralympische Winterspelen 2014 te Sochi namen 550 topsporters uit 45 verschillende landen deel aan 72 medaille-events in 5 verschillende sporttakken. 2 Vlaamse topsporters namen er deel aan 3 verschillende medaille-events, maar behaalden uiteindelijk geen top-5 plaats. (zie ook hoofdstuk 1 en bijlage 2) Vooral in de zomerdisciplines atletiek (177), tafeltennis (29), wielrennen (50) en zwemmen (152), evenals in de winterdisciplines Alpijns en Nordic ski hebben de individuele deelnemers meerdere medaillekansen in de verschillende disciplines van die sporttakken (zie ook hoofdstuk. De G-topsporter is de elitesporter die op internationaal vlak tot de top behoort en die zich voorbereidt op en kan deelnemen aan de Paralympische Spelen, wereld- en Europese kampioenschappen. De beloftevolle G-sporter kan op korte termijn tot de groep van elitesporters behoren. Het G-topsporttalent is de G-sporter die op middellange termijn tot de groep van elitesporters kan behoren. Parantee wenst ambitieuze G-sporters met talent en engagement voor een Paralympische discipline te ondersteunen, zodat hij/zij zich kan ontplooien tot een medaillekandidaat op EK, WK en/of de Paralympische Spelen. In 2016 werden 61 G-topsporters (38 elitesporters, 4 beloftevolle G-sporters en 19 geïdentificeerde topsporttalenten) in 10 verschillende sporttakken erkend en ondersteund in functie van het leveren van topsportprestaties. Parantee heeft als strategische doelstelling: (1) het maximaliseren van de topsportresultaten, meer bepaald het behalen van medailles en top-5 plaatsen op mondiale kampioenschappen (Paralympische Spelen en wereldkampioenschappen) en medailles op continentale kampioenschappen en (2) de verbetering van het specifieke topsportklimaat, via de verdere professionalisering van Parantee, de topsportloopbaan en -begeleiding, uitgebouwde talentdetectie en sportwetenschappelijk onderzoek. 4.1.2. Werking in de periode 2017-2020 4.1.2.1. Actiepunt 13: G-Topsport Strategische keuzes in de ondersteuning van G-topsporters Het Vlaamse topsportbeleid dient zich volledig te kunnen concentreren op het bereiken van topsportresultaten. Alle aandacht en middelen dienen resultaatgericht te worden ingezet. Daarom wordt a priori onderscheid gemaakt tussen wat wel/niet onder de topsportfocus dient te resulteren. Ook binnen G-topsport maakt men onderscheid tussen prestatieprogramma s (beogen van topsportresultaten op korte termijn) en ontwikkelingsprogramma s (beogen van topsportresultaten op lange termijn). De toekenning van financiële ondersteuning gebeurt uitsluitend aan G-topsporters en G-teams die opgenomen werden in een prestatie- of ontwikkelingsprogramma, en daarmee voldoen aan (1) de vooropgestelde prestatiecriteria en (2) een positieve trajectevaluatie. Met elk van deze individuele G- (team)topsporters wordt een topsportcontract met prestatievoorwaarden afgesloten. 88

Prestatiecriteria Voor de Paralympiade 2017-2020 hanteert Parantee opnieuw prestatiecriteria voor de elitesporter, de beloftevolle G-sporter en het geïdentificeerd topsporttalent met een handicap. Voor de elitesporters en beloftevolle G-sporters zijn de criteria samen met LHF (Ligue Handisport Francophone) en BPC opgesteld. Via de raad van bestuur van BPC is er een consequente statuutbepaling voor heel België. Voor de geïdentificeerde topsporttalenten zijn de criteria vastgelegd per liga, i.c. Parantee voor de Vlaamse topsporttalenten. De visie van de criteria wordt per Paralympiade vastgelegd, maar er kan wel jaarlijks een aanpassing gebeuren bvb update van op ranglijst gebaseerde criteria. De criteria zijn enkel uitgewerkt voor sporten waarin Vlaamse G- topsporters wedijveren op Europees en mondiaal niveau. Zodra potentiële topsporters zich ook in andere G-topsporttakken aandienen, zal Parantee in overleg met LHF en BPC hiervoor prestatiecriteria opstellen. In aanloop van de Paralympische Spelen publiceert BPC, in overleg met Parantee en LHF en de betrokken reguliere sportfederaties, de selectiecriteria. Deze blijven voor de individuele sporttakken een stuk strenger dan de kwalificatiecriteria van IPC. Trajectevaluatie Om in aanmerking te komen voor financiële ondersteuning dient de G-topsporter, naast het behalen van een topsportprestatie/statuut, positief beoordeeld te worden op volgende noodzakelijke aspecten van het topsporttraject: (1) Tonen van engagement in topsport, minimaal tot en met de Paralympische Spelen 2020; (2) Tonen van een positieve curve in de prestatielijn t.o.v. het internationale niveau en/of behoud van potentieel medailleniveau; (3) Omkadering door competente trainers en/of experts die ervaring hebben in topsportmaterie; (4) Voorleggen van een meerjarenplanning, inclusief lange termijn multidisciplinair begeleidingstraject en een standaard weekprogramma volgens de noden van topsport, hetzij in een club hetzij op individuele basis; (5) Beschikken over een goede topsportattitude; (6) Stellen van prioriteiten inzake het melden en laten verzorgen van blessures; (7) Toepassen van de adviezen van de leden van de Commissie Topsport van Parantee; (8) Voor de teamsporten gelden volgende bijkomende parameters: i. Aanwezigheid van hoog spelniveau en intrinsiek talent van de huidige spelers; ii. Instroom van nieuwe getalenteerde spelers; iii. Aanwezigheid van voldoende prestatiebevorderende en taakgerichte cohesie. Loopbaan van een G-topsporter Aangezien de beperking vaak verworven is en niet aangeboren, kan men G-topsporters moeilijker in leeftijdscategorieën indelen. Desalniettemin kunnen er in het loopbaantraject van een G-topsporter vier verschillende loopbaanfasen onderscheiden worden: (1) Talentdetectie en -selectie (nog niet-geïdentificeerde topsporttalenten); (2) Ontwikkelingsprogramma s via (middel)lange termijnwerking (geïdentificeerde topsporttalenten); (3) Prestatieprogramma s via korte of middellange termijnwerking (elitesporters of beloftevolle G-sporters); (4) Na-topsportcarrière (ex-topsporters). 89

De meeste G-topsporters genieten van een alternatief inkomen bvb via een uitkering, waardoor de behoefte om opgenomen te worden in een tewerkstellingsproject topsport kleiner is dan voor valide topsporters. Toch dient de mogelijkheid te blijven bestaan voor een eventuele opname in het Tewerkstellingsproject Topsport van Sport Vlaanderen, mits voldaan wordt aan de instapcriteria, met name het behalen van een medaille op Paralympische Spelen of wereldkampioenschappen in Paralympische disciplines. Parantee wenst in overleg en/of samenwerking met externe partners individuele carrièrebegeleiding aan te bieden aan G-topsporters in de verschillende loopbaanprogramma s o.a. met het oog op het geven van bijstand en advies inzake uitkering, huisvesting, materiaal, invulling vrije tijd, De G- topsporter komt ook in aanmerking voor de trajecten aangeboden dankzij het samenwerkingsverband tussen VDAB en Sport Vlaanderen. Talentdetectie en - selectie Dankzij het project talentdetectie, sinds 2012 een samenwerking van KU Leuven en Parantee, realiseerde de voltijds sportwetenschappelijk medewerker: De ontwikkeling van een generieke testbatterij voor rolstoelsporters (eerste fase); De ontwikkeling van een generieke testbatterij voor atleten met cerebrale parese (tweede fase); De ontwikkeling van een generieke testbatterij voor atleten met verstandelijke beperking (derde fase); De organisatie van opleidingstrajecten voor talentscouts. De testbatterijen worden afgenomen in revalidatiecentra, scholen, clubs en tijdens Paranteeactiviteiten met als bedoeling om (1) het potentieel van de G-sporters in te schatten en (2) een database van testresultaten aan te leggen om toekomstige potentieelinschatting te verfijnen. Via het project talentdetectie wordt een aanzienlijke doelgroep bereikt die (nog) niet in georganiseerd verband sporten. Parantee wenst het project talentdetectie ook in de Paralympiade 2017-2020 te continueren o.l.v. een voltijds medewerker talentdetectie, met de volgende verantwoordelijkheden: De coördinatie van de afname van de testbatterijen; Het organiseren van opleidingstrajecten voor talentscouts in revalidatiecentra, scholen en clubs; Het opstarten van een netwerk zodat de detectie van G-sporters binnen de reguliere federaties verbetert; De individuele trajectbegeleiding van jonge getalenteerde G-sporters; Het structureel inbedden van activiteiten rond het maken van een talentswitch ; Het continu kritisch afwegen van de benadering van de gehanteerde methodes in vergelijking met de internationale tendensen. De benadering moet steeds up-to-date blijven. Parantee wenst haar clubs te blijven ondersteunen in de sporttechnische begeleiding van de G- sporters, door middel van de organisatie van open trainingen. Deze cluboverschrijdende open trainingen worden geleid door de respectieve ligatrainer van Parantee, met als doel de talenten te motiveren extra te trainen en hen tegelijk ook individueel technisch bij te scholen. Ook de clubtrainers worden op deze manier bijgeschoold door onderling contact en door contact met de ligatrainers. Tegen 2020 wil Parantee open trainingen aanbieden voor elke sporttak in haar topsportprogramma. De deelnemende G-sporters hebben een nationale classificatie of zetten bij selectie de classificatieprocedure in gang. 90

Ontwikkelingsprogramma s via (middel)lange termijnwerking De begeleiding van talenten heeft als voornaamste doelstelling om G-sporters op te leiden tot een niveau waarmee ze op internationaal vlak (1) kunnen bijdragen tot het behalen van slots (quotaplaatsen) voor wereldkampioenschappen en Paralympische Spelen en/of (2) zich volgens de internationale criteria kunnen plaatsen voor wereldkampioenschappen en Paralympische Spelen in die sporten waar een rechtstreekse kwalificatie mogelijk is. Het ontwikkelingsprogramma zal verlopen via de volgende fasen: (1) Het behoud van het talentenstatuut doorheen de verschillende leeftijdscategorieën; (2) De deelname aan een internationale wedstrijd, met bijhorende internationale classificatie (dit is een voorwaarde voor het behalen van een beloftestatuut); (3) Het behalen van een beloftelimiet; (4) De doorgroei naar een elitestatuut. De talentvolle jongeren worden gegroepeerd in de gezamenlijke selectietrainingen, onder leiding van de ligatrainer. Deze trainingen werden reeds opgestart in 2010 en bestaan uit een mix van talentvolle G-topsporters en gedetecteerde jongeren die toewerken naar het topsportstatuut. Ze verkleinen de kloof tussen clubtraining en toptraining, en scherpen de ambitie en het engagement aan om door te groeien naar een G-topsporter. Ook voor deze selectietrainingen doet Parantee een beroep op trainers binnen het toegekende trainerscontingent. Naast het leiden van de open en selectietrainingen zijn ze verantwoordelijk voor de talentscouting, het actief betrekken en opleiden van clubtrainers. Wegens de deeltijdse aanstellingen van de trainers binnen de beperkte financiële mogelijkheden is de talentontwikkeling onvoldoende uitgebouwd in de voorbije Paralympiade. Immers, in de meeste sporten staan de ligatrainers voor de elite- en beloftevolle G-sporters ook in voor de talentenwerking, maar voor dit laatste was er dus te weinig ruimte om deze begeleiding te sturen, laat staan ze op te starten. Voor de volgende Paralympiade dient het concept van de selectietrainingen verder uitgebouwd en/of opgestart te worden, zodat talentvolle jongeren en potentiële G-topsporters onmiddellijk optimaal opgevolgd en begeleid kunnen worden. Dit is enkel mogelijk via de uitbreiding van de pakketten van de ligatrainers. Voor de handicapspecifieke sporttak boccia bouwt Parantee de ontwikkeling van de leerlijn competitie boccia verder uit, in samenwerking met type 4-scholen van het buitengewoon onderwijs. Reeds twee BUSO-scholen bieden in hun curriculum de richting competitie boccia aan een selectie van leerlingen aan. Naast een pakket van de algemeen vormende onderwijsvakken krijgt men ook een specifiek opleidingspakket aangeboden. Er worden sporttechnische en sporttaktische doelstellingen in het onderwijsaanbod geïntegreerd. Er is aandacht voor een gezonde en sportieve levensstijl en men leert omgaan met mentale aspecten zoals stress, motivatie en zelfbeheersing. Vanaf het schooljaar 2017-2018 zal de ligatrainer, die nu de projecten in de verschillende scholen moet begeleiden en/of opstarten, ook de overkoepelende selectietrainingen en selectiestages leiden. Daarnaast geeft hij ondersteuning aan de lesgevers binnen het gewone schooltraject zodat de overgang naar de selectietrainingen vlot kan verlopen. Tenslotte ziet hij/zij toe dat de leerlijn per school afgestemd is op de nabije clubwerking. 91

Prestatieprogramma s via korte of middellange termijnwerking De focus ligt op G-topsporters (elites en beloften) die pieken naar topsportprestaties tijdens de Paralympiade 2017-2020, via het behalen van medailles en top-5-plaatsen op de Paralympische Spelen en wereldkampioenschappen en via medailles op Europese kampioenschappen, uiteraard in paralympische disciplines. De middelen flexibel aangewend, in functie van de noden van G- topsporters in hun voorbereiding op internationale kampioenschappen. Deze flexibiliteit is voor Parantee nodig omdat tot nu toe onvoldoende financiële middelen beschikbaar waren om elke G- topsporter in de Paralympische focussporttakken een passende financiële ondersteuning te verlenen. Elites en beloften worden financieel vooral ondersteund in hun deelname aan internationale wedstrijden en grote kampioenschappen, die belangrijk zijn in functie van een selectie voor de Paralympische Spelen. Parantee stuurt de multidisciplinaire omkadering in elke sporttak, waarbij de ligatrainer voor de teamsporten wordt bijgestaan door een assistent-trainer. De ligatrainers zijn op deel- of voltijdse basis bij Parantee tewerkgesteld en zijn ook verantwoordelijk voor de begeleiding van de atleten in de voorgaande loopbaanfases. Voor de handicapspecifieke teamsporten (boccia, goalbal, rolstoelrugby) worden, naast de clubtrainingen, wekelijks of tweewekelijks trainingen voor het nationale team georganiseerd. De trainingsfrequentie dient behouden te blijven en waar mogelijk uitgebreid met bijkomende stages. Na-topsportcarrière/nazorg G-topsporters worden gestimuleerd om actief te blijven binnen de Paralympische Beweging via participatie in meerdere projecten en/of commissies van Parantee: Begeleiden van jonge paralympische (top)sporters, zowel recreatief (clubs) als competitief (topsport); Instaan voor talentdetectie en scouting; Volgen van trainersopleidingen om kennis aan ervaring te koppelen en deze te kunnen overbrengen aan (toekomstige) G-(top)sporters; Participeren in een sportcommissie of competitiemanagement; Zich engageren in allerlei werkgroepen; Mee helpen organiseren van (inter)nationale tornooien. G-topsporters dienen beroep te kunnen doen op individuele carrièrebegeleiding inzake G- sportspecifieke problematiek (uitkering, huisvesting, materiaal, ), evenals te kunnen participeren in het VDAB -trajectbegeleiding tot professionele topsporter (zie hoofdstuk Topsportloopbaan ). Topsportmanagement/kader In de voorbereiding en uitvoering van een integraal en structureel topsportbeleid komt Parantee in aanmerking voor een subsidieerbaar voltijds personeelslid. Hij/zij neemt de rol van Technisch Directeur Topsport op vanuit een verregaande operationele autonomie en verantwoordelijkheid ten aanzien van de raad van bestuur van Parantee. Hij/zij voert het topsportbeleid uit binnen de budgettaire mogelijkheden en de vooropgestelde outputdoelstellingen. Parantee wenst de technisch directeur Topsport te laten bijstaan door een voltijds assistent logistiek/administratie, door een verantwoordelijke talentdetectie, door deeltijdse teammanagers voor de handicapspecifieke teamsporten en door ligatrainers voor alle focussporten, inclusief voor de leerlijn boccia in de BUSOscholen en een fysiek trainer. Zowel teammanagers als ligatrainers kunnen als program driver aangeduid worden. Parantee wil ook een embedded scientist aan het topsportkader toevoegen. 92

Commissie Topsport Parantee De Commissie Topsport Parantee is als volgt samengesteld: de technisch directeur Topsport (voorzitter), de afgevaardigde van de ligatrainers, de sportwetenschapper, de embedded scientist, de afgevaardigde van de kinepool, de sportpsycholoog, de federatiearts, de vertegenwoordiger van de G-topsporters en de dossierbeheerder Topsport van Sport Vlaanderen. De Commissie Topsport Parantee is verantwoordelijk voor: Het opvolgen van de trajectevaluatie van de G-topsporters, die minimaal tweemaandelijks wordt besproken. De leden van de Topsportcommissie adviseren de G-topsporter inzake een meer optimale begeleiding (zowel op sportief als op sportwetenschappelijk, sportpsychologisch en sportmedisch vlak) en een medisch verantwoorde topsportcarrière zonder doping. Het opmaken, voorstellen en verdedigen van het vierjaarlijkse beleidsplan ten aanzien van de Raad van Bestuur van Parantee en Sport Vlaanderen. De leden staan in voor het uitvoeren, opvolgen en bijsturen van het Beleidsplan Topsport. Sport Management Commission (Belgisch Paralympisch Comité) Met de inrichting van de Sport Management Commission in de schoot van het Belgisch Paralympisch Comité (BPC) wordt een optimale synergie nagestreefd tussen de gemeenschappen en het BPC. Maandelijks vindt een overleg plaats tussen de Technisch Directeur Topsport van Parantee, de topsportdirecteur van LHF en de directeur van BPC, ter bespreking van de voorbereiding en de deelname van Belgische G-sporters aan internationale wedstrijden. Ook de selectie- en prestatiecriteria krijgen in deze Sport Management Commission vorm. Het Belgian Paralympic Committee is enerzijds de koepelorganisatie van Parantee en LHF, en is anderzijds ook verantwoordelijk voor de voorbereiding van en de deelname van het Belgian Paralympic Team aan de Paralympische Spelen, net zoals het BOIC dat is voor de Olympische sporttakken. De bespreking van de selectiecriteria, de logistiek en de delegatiesamenstelling gebeurt in aparte meetings van de Paralympic Games Commission, die doorheen de Paralympiade worden ingepland in functie van de noden. Trainingstechnische omkadering De noden en behoeften inzake de trainingstechnische omkadering van G-topsporters worden in tabel 11 opgelijst in functie van de lopende korte- en (middel)lange termijnprojecten. Sport Vlaanderen zal in de Paralympiade 2017-2020, binnen de totale financiering aan Parantee, bijdragen aan de door de sector omschreven noden. Voor de volgende Paralympiade wenst Parantee in te zetten op verschillende aspecten: Uitbreiden van de huidige trainerspakketten (VTE per sporttak in ontwikkelings- en prestatieprogramma); Rekruteren van en samenwerken met de toptrainers uit het valide topsportmilieu; Streven naar een aangepaste vergoeding; Verhogen van de kwaliteit van het coachesplatform o.a. via het aanbod van specifieke bijscholingen; Actief werken aan het persoonlijk ontwikkelingsplan van de ligatrainers o.a. door thematische sessies onder leiding van de vormingscoördinator topsport van Sport Vlaanderen. 93

Tabel 11: Trainingstechnische omkadering bij Parantee in de periode 2017-2020 Paralympische Trainersnoden sporttak 2017-2020 (VTE) Link met de prioriteiten Atletiek (1 & 2) 1,5 1. Focus op medaillekandidaten in Paralympische disciplines; Badminton (6) 0,2 2. Focus op sporttakken met een groot aantal medaille-events op de Boccia (3) 1,0 Paralympische Spelen: atletiek, tafeltennis, wielrennen en Goalbal (3) 0,6 zwemmen; Paardrijden (5) 0,2 3. Focus op handicapspecifieke sporttakken: boccia, goalbal en Rolstoelrugby (3 & 4) 0,3 rolstoelrugby; Rolstoeltennis (1) 0,2 4. Focus op kansen: sporten met reeksen voor vrouwen, of voor G- Tafeltennis (1 & 2) 0,8 topsporters met ernstige beperking (rolstoelsporters, sporters Taekwondo (6) 0,2 met hersenverlamming (CP), blinde topsporters, ), of Wielrennen (1 & 2) 1,5 teamsporten die kans bieden op een talentswitch; Zwemmen (2) 1,5 5. Focus op sporttakken waar de samenwerking met de reguliere Fysieke training en sportfederatie toeneemt of gemaximaliseerd is; 1,0 krachttraining (1) 6. Focus op nieuwe sporttakken. Totaal 9,0 VTE Topsport en wetenschap De voorbije jaren werden de G-topsporters ad hoc en volgens prioriteit ondersteund. Van een doorgedreven wetenschappelijke omkadering was er nauwelijks sprake, alleszins onvoldoende om de snelle evoluties in de paralympische sport te kunnen volgen. In de volgende Paralympiade zal de samenwerking tussen de verschillende actoren op het terrein verder worden gestimuleerd, de expertise geoptimaliseerd en de transfer van wetenschappelijke kennis naar de werking in het veld verbeterd. Om hierop te kunnen inspelen, zal Parantee een embedded scientist aanstellen die een belangrijke liaisonfunctie dient te vervullen inzake de dagelijkse sportwetenschappelijke begeleiding van de G-topsporters enerzijds (als onderdeel van de prestatie- en ontwikkelingsprogramma) en de multidisciplinaire omkadering anderzijds. Hij/zij zal o.a. de sportwetenschappelijke experts contacteren en engageren, ligatrainers bijstaan en opleiden in de toepassing van sportwetenschappelijke begeleiding, samenwerken met kenniscentra en/of gespecialiseerde firma s, onderzoeksresultaten implementeren,... Voorts zal nagegaan worden in welke mate er kan ingezet worden op innovatie in (sport)materiaal en technologie en/of de participatie in wetenschappelijk onderzoek bvb letselpreventie bij rolstoelatleten, internationale benchmark, classificatiesysteem. De wetenschappelijke expertise dient in de Paralympiade 2017-2020 verder te worden uitgebouwd. Dit kan (deels) in goed overleg en samenwerking met de reguliere (top)sportfederaties gerealiseerd worden. Tabel 12: Multidisciplinaire omkadering bij Parantee in de periode 2017-2020 Begeleiding Omkaderingsnoden 2017-2020 Sportwetenschappelijk Uitbreiding fysieke screenings, inspanningstesten; lichaamssamenstelling; labo- en veldtesten Voeding Voedingsanamnese; begeleiding Mentaal Opstellen mentaal profiel per G-topsporter; begeleidingstrajecten atleten en coaches; update Be-Top boek Medisch Medische screening; opvolging in het topsportcentrum Gent; update Be-Top boek Paramedisch Paramedische begeleiding op internationale stages en wedstrijden; screening en opvolging van de G-topsporters in het topsportcentrum Gent; update Be-Top boek Samenwerking reguliere sportfederaties Gebruik materiaal; innovatieve projecten; advies experts 94

G-trainingsinfrastructuur topsport Parantee wenst nauw betrokken te worden in de uitbouw van toekomstige trainingsinfrastructuur topsport om deze waar mogelijk te realiseren volgens de principes van universal design. Dit is het gebruiksvriendelijk en toegankelijk ontwerpen van de dagelijkse dingen om ons heen voor zoveel mogelijk gebruikers. De huidige trainingsinfrastructuur topsport is immers niet (steeds) toegankelijk voor (top)sporters met een beperking: Wat betreft trainingsinfrastructuur volgt Parantee a priori het standpunt en de keuzes van/voor de reguliere sporttakken. Binnen deze standpunten en keuzes streeft Parantee ernaar dat de infrastructuur integraal toegankelijk is of wordt gemaakt. Parantee streeft ernaar om maximaal samen te werken met de reguliere topsportfederaties van individuele G-sporttakken tijdens trainingen en stages, zowel wat betreft trainingsinfrastructuur als waar mogelijk ook met de trainingstechnische omkadering. Wat betreft de teamsporten dient waar mogelijk gestreefd te worden naar het gebruik van één topsportlocatie voor de nationale teams, met daarbij specifiek aandacht voor (1) toegankelijkheid en bereikbaarheid van de sporthal, (2) een sportvloer volgens de specifieke noden en (3) een vaste belijning voor de handicapspecifieke sporten zoals boccia, goalbal en rolstoelrugby; Wat betreft de verblijfsaccommodatie voor het inlassen van stages is Parantee voorstander van het integraal toegankelijk en bereikbaar maken van bestaande accommodaties. Bij renovatieprojecten of uitbreidingsprojecten van topsportcentra zou ook rekening moeten gehouden worden met de toegankelijkheid van de accommodatie. G-sportspecifiek materiaal De beschikbaarheid van modern aangepast sportspecifiek materiaal is bijzonder belangrijk. Om tot de wereldtop te behoren, dient een G-topsporter te kunnen beschikken over het meest innovatieve sportmateriaal, dat optimaal is aangepast aan de individuele noden (o.a. sportrolstoel, prothese, fietsen, handbike). Dergelijk materiaal is vaak ontzettend duur en de productie vraagt een bereidheid van gespecialiseerde firma s. Het sportmateriaal dient twee- tot vierjaarlijks vervangen te worden, afhankelijk van de slijtage van het materiaal en/of de groei van de jonge beloftevolle G-topsporters. De jaarlijkse kost voor de aankoop en vervanging van dit sportmateriaal wordt geraamd op 120.000 euro. Het materiaal voor beginnende of talentvolle G-sporters dat aangekocht wordt door Parantee, blijft eigendom van de federatie en wordt teruggevorderd bij het (voortijdig) beëindigen van de topsportloopbaan. Voor het gebruik van klein sportmateriaal kunnen de G-sporters steeds terecht bij de uitleendienst van Parantee. Daarnaast valt de G-topsporter vooral terug op eigen middelen of middelen aangereikt door lokale initiatieven en/of privésponsors. G-topsport en evenementen Parantee voorziet voor haar G-topsporters in een integrale competitiekalender die zich over het volledige kalenderjaar spreidt. Zoveel als mogelijk zal een partnerschap aangegaan worden met (externe) organisatoren om regionale en (inter)nationale topsportevenementen te organiseren en/of te integreren in grote (inter)nationale reguliere topsportcompetities in Vlaanderen. Parantee wenst evenwel geen grootschalige topsportevenementen (als hoofdorganisator) aan te trekken, aangezien het aan personeelskracht ontbreekt om de volledige organisatie op zich te nemen. 95

Communicatie Na afloop van de Paralympische Spelen 2012 in Londen liet BPC door Repucom een marktonderzoek uitvoeren over de rol, de perceptie, de kennis en de impact van de Paralympische Beweging in België. Paralympiërs zijn katalysatoren voor sportparticipatie en sociale integratie, aldus 7 op de 10 Belgen. 8 op 10 Belgen gelooft dat Paralympische sport de perceptie van de maatschappij op handicap positief beïnvloedt. Dit zijn motiverende resultaten voor meer communicatieaandacht. In de aanloop naar Rio verlengt Parantee de communicatiecampagne van het BPC in Vlaanderen door de digitale nieuwsberichten door te sturen naar de eigen stakeholders en het regionaal medianetwerk van de atleet. In de periode 2017-2020 zal Parantee de nationale en regionale media meer betrekken in de uitbouw van G-topsport, o.a. met het oog op het verhogen van de sportparticipatie van personen met een beperking. Parantee dient hierbij duidelijk en positiever te communiceren inzake het gebruik van de IPC athlete classification code, in hoofdzaak aan de reguliere sportfederaties en aan de Vlaamse media. Sport Vlaanderen kan hierin een voorname rol opnemen, via de periodieke contacten met de reguliere sportfederaties en/of de sporttakoverschrijdende opleidingsmomenten. G-topsporters, opgenomen in een prestatieprogramma, dienen waar mogelijk een mediatraining te kunnen volgen, teneinde goed voorbereid te zijn op de media-uitdagingen waarmee ze te maken krijgen (bv. verschijnen voor een camera en gebruik van sociale media). Integratie Op internationaal vlak heeft IPC het ownership over 8 paralympische sporttakken. Alle andere zijn geïntegreerd in de reguliere internationale sportfederatie of hebben een eigen internationale koepelorganisatie opgericht (zie tabel 13). Op Vlaams niveau is het anno 2016 nog steeds Parantee die het merendeel van deze sporten organiseert of op begeleidingsvlak ondersteunt. Dit wordt in het nieuwe decreet met een bijkomende opdracht voor Parantee opgenomen, met name sporttechnische ondersteuning bieden aan andere erkende sportfederaties die een geïntegreerde G- sportwerking willen aanbieden in hun sportfederatie. Omdat heel wat (top)sportspecifieke kennis binnen de reguliere federatie aanwezig is, wil Parantee in de periode 2017-2020 deze kennis meer structureel inbedden binnen de eigen topsportwerking. Integreren van afspraken rond topsportwerking binnen de convenanten die reeds worden afgesloten met de reguliere federaties. Het reeds bestaande luik breedtesport wordt uitgebreid met een luik topsport; Actiever scouten naar talentvolle G-sporters binnen en door de reguliere federatie bvb sporters met een verstandelijke beperking, sporters met een minimale beperking; Waar mogelijk samenwerken op vlak van infrastructuur, stages, materiaal, kennis, trainers; Integreren van G-modules in de VTS-sportkaderopleidingen voor reguliere (top)trainers; Stimulansen krijgen vanuit Sport Vlaanderen. Tabel 13: Overzicht van de huidige samenwerking van Parantee met de stakeholders in topsport Sporttak Internationale Sportfederatie Integratie breedtesport Huidige samenwerking Parantee Topsport Alpine ski & Snowboard IPC Ja Geen samenwerking; momenteel geen G-topsporters Atletiek IPC Ja IPC-erkenning VAL-wedstrijden; extra G-nummers voor wheelers op Flanders Cups; mogelijkheid tot gezamenlijke stages indien eigen trainers de begeleiding verzorgen Badminton BWF Ja Geen samenwerking; momenteel geen G-topsporters; wel internationale deelnames; 1ste gesprek richting samenwerking richting Tokyo 2020 was positief Biatlon IPC Nee Geen samenwerking; momenteel geen G-topsporters 96

Boccia BISFED Nee Geen reguliere federatie Boogschieten WA Ja Geen samenwerking; momenteel geen G-topsporters; wel internationale deelnames Goalbal IBSA Nee Geen reguliere federatie IJssleehockey IPC Nee Geen samenwerking; momenteel geen G-topsporters Judo IBSA Ja Geen samenwerking; momenteel geen G-topsporters Kajak ICF Ja Geen samenwerking; momenteel geen G-topsporters; eerdere samenwerking in 2013 en 2014 obv pilootproject: VKKF was volledig verantwoordelijk voor de uitvoering van het programma, Parantee zorgde voor gedeelde financiering wedstrijden en trainerskost Langlaufen (cross country) IPC Nee Geen samenwerking; momenteel geen G-topsporters Paardrijden FEI Ja KBRSF en VLP volgen topsportwerking 100% op; Parantee voorziet een financiële tussenkomst obv door VLP ingediende begroting bij Parantee; multidisciplinaire handicapspecifieke vragen worden ad hoc door Parantee opgevolgd Powerliften IPC Nee Geen samenwerking; momenteel geen G-topsporters Roeien FISA Ja Geen samenwerking; momenteel geen G-topsporters R-basketbal IWBF Ja Geen samenwerking; momenteel geen G-topsporters; nationaal team heeft op dit moment geen topsportstatuut R-curling WCF Nee Geen samenwerking; momenteel geen G-topsporters R-rugby IWRF Ja Geen reguliere federatie R-schermen IWAS Geen samenwerking; momenteel geen G-topsporters R-tennis ITF Ja Internationale contacten en inschrijvingen via Tennis Vlaanderen; Parantee volgt werking en financiering programma's en trainers 100% op; soms tussenkomst WTC vanuit Tennis Vlaanderen; 1 topsporttalent traint fysiek in Performance Center Wilrijk Schieten IPC Nee Geen samenwerking; momenteel geen G-topsporters Taekwondo WTF Ja Geen samenwerking; momenteel geen G-topsporters Tafeltennis ITTF Ja Internationale contacten en inschrijvingen via VTTL; Parantee volgt voor meeste atleten werking en financiering programma's en trainers 100% op; Laurens De Vos: financiering internationale G-wedstrijden via Parantee, dagelijkse begeleiding via TSS van VTTL, G- wedstrijdbegeleiding door VTTL maar gefinancierd door Parantee Triatlon ITU Ja Momenteel geen G-topsporters; wel internationale deelnames; internationale contacten en inschrijvingen via VTDL Voetbal 7-aside IFCPF Geen samenwerking; momenteel geen G-topsporters Ja Voetbal 5-aside team heeft op dit moment geen topsportstatuut Geen samenwerking; momenteel geen G-topsporters; nationaal IBSA Volleybal WPV Ja Geen samenwerking; momenteel geen G-topsporters Wielrennen UCI Ja Internationale contacten en inschrijvingen via KBWB en WBV; indien haalbaar gebruik pistemateriaal KBWB maar vaak niet het meest nieuwe o.a. kaders, wielen, sturen; gratis licenties voor staf nationale ploeg; deelname aan reguliere pistewedstrijden mogelijk indien ruimte binnen programma Zeilen ISAF Ja Geen samenwerking; momenteel geen G-topsporters Zwemmen IPC Ja IPC-erkenning VZF-wedstrijden; deelname zwemmers aan VZFcompetities; mogelijkheid deelname kampioenschappen KBZB en VZF met aangepaste limieten; mogelijkheid (maar nog geen gewoonte) van gezamenlijke stages indien eigen trainers de begeleiding verzorgen 97

4.1.3. Budget 2017-2020 In de voorbije Paralympiade 2013-2016 werd jaarlijks gemiddeld 3,8% van de investeringen van de Vlaamse overheid geïnvesteerd in Paralympische disciplines. Tabel 11 geeft een overzicht van de jaarlijkse noden van de Vlaamse G-topsporters in paralympische disciplines voor de Paralympiade 2017-2020. Zoals voor elke topsportfederatie zal Sport Vlaanderen voor Parantee onderzoeken in welke mate de noden en opportuniteiten ingevuld kunnen worden in de komende Paralympiade 2017-2020. Parantee zal jaarlijks gesubsidieerd/gefinancierd worden tot een totaalbedrag van maximaal 4% van het globale Vlaamse topsportbudget, inclusief alle subsidies Topsport, werkingsmiddelen Topsport, topsportpersoneel en topsporters onder contract. Tabel 14: Overzicht van de noden en behoeften van de Vlaamse G-topsporters voor de Paralympiade 2017-2020 Omschrijving 2017 2018 2019 2020 Topsportmanagement/kader (loon- en werkingskost: 150.000 150.000 150.000 150.000 Technisch directeur topsport 90.000 90.000 90.000 90.000 Assistent logistiek/administratie 60.000 60.000 60.000 60.000 Sporttechnische omkadering 775.000 795.000 795.000 795.000 Verantwoordelijke talentdetectie 90.000 90.000 90.000 90.000 Embedded scientist 90.000 90.000 90.000 90.000 Verantwoordelijke leerlijn boccia 40.000 60.000 60.000 60.000 Teammanagers 15.000 15.000 15.000 15.000 Ligatrainers 480.000 480.000 480.000 480.000 Fysiek trainer 60.000 60.000 60.000 60.000 Multidisciplinaire omkadering: 120.000 120.000 120.000 120.000 Voorbereiding op internationale wedstrijden 265.000 265.000 265.000 265.000 Deelname aan internationale wedstrijden: 350.000 350.000 350.000 350.000 Tewerkstellingscontracten Sport Vlaanderen:???? Carrièrebegeleiding via VAPH of Sport Vlaanderen: 15.000 15.000 15.000 15.000 Aankoop sportmateriaal: 120.000 120.000 120.000 120.000 Na-topsportcarrière/nazorg: 5.000 5.000 5.000 5.000 Totaal 1.800.000 1.820.000 1.820.000 1.820.000 WAT IS NIEUW INZAKE G-TOPSPORT? (1) Verder professionaliseren van de topsportstructuur en werking via de aanstelling van: Technisch Directeur Topsport met een verregaande operationele autonomie; Assistent logistiek/administratie; voltijds verantwoordelijke talentdetectie; Embedded scientist als liaison met sportwetenschappelijke experts; Deeltijds verantwoordelijke leerlijn boccia; (Deeltijdse) ligatrainer per focussport, bij voorkeur door dezelfde trainer van de prestatieprogramma s; trainingstechnische omkadering in de prestatieprogramma s; Medische/paramedische begeleiding in het Topsportcentrum Gent; Individuele carrièrebegeleiding voor (voormalige) G-topsporters inzake G-sportspecifieke problematiek (uitkering, huisvesting, materiaal, ); (2) G-topsport zal jaarlijks maximaal 4% van de Vlaamse topsportmiddelen ontvangen. 98

Hoofdstuk 5: Begroting Topsportactieplan Vlaanderen IV (2017-2020) Het budget voor de uitvoering van het Topsportactieplan Vlaanderen IV (2017-2020) is per actiepunt over de volledige Olympiade Tokyo (2017-2020) weergeven in tabel 15. Per (deel)actiepunt wordt de kredietverstrekker (bron) eveneens vermeld. Ter informatie zijn, waar nog van toepassing, ook de toegekende kredieten voor de Olympiade Rio (2013-2016) nogmaals weergegeven. Naargelang de beschikbare kredieten zal het al dan niet uitvoeren van de actiepunten evenals de timing van opstart en de mate van uitvoering jaarlijks worden vastgelegd op advies van de Taskforce Topsport, op basis van de jaarlijkse begroting. De prioriteit zal vastgelegd worden aan de hand van de strategische keuzes van het Vlaams topsportbeleid (zie hoofdstuk 1). Voor de Olympiade Tokyo (2017-2020) betekent dit t.o.v. de Olympiade Rio (2013-2016): Inzake decretale subsidies Topsport een verhoging van 3.364.000 euro, de meerkost schuilt in de subsidiëring van de loonkost van de technisch directeurs Topsport. De kredieten via basissubsidie voor de aanstelling van een coördinator Topsport worden hiervoor overgeheveld naar de afdeling Topsport; Inzake werkingsmiddelen Topsport een verhoging van 7.392.000 euro; Inzake personeelskredieten van Sport Vlaanderen een verhoging van 2.186.000 euro; Inzake investeringssubsidies in trainingsinfrastructuur Topsport een status quo. Globaal wordt een verhoging van 12.942.000 euro geraamd t.o.v. de toegekende kredieten voor de Olympiade Rio (2013-2016). 5.1. Budgettering per actiepunt (omschrijving) Zoals doorheen het Topsportactieplan Vlaanderen IV (2017-2020) reeds werd toegelicht, is volgende budgettering per actiepunt vooropgesteld in de Olympiade Tokyo (2017-2020): Strategische krijtlijnen: In de Olympiade Tokyo (2017-2020) zal minimaal 90% van de Vlaamse topsportmiddelen ingezet worden ten behoeve van Olympische disciplines, met een strikt onderscheid tussen korte (prestatieprogramma s, maximaal 55%) en lange termijnwerking (ontwikkelingsprogramma s, minimaal 35%). Maximaal 4% van de beschikbare middelen wordt bestemd voor Paralympische disciplines, maximaal 2% voor niet-olympische disciplines en maximaal 4% voor sporttakoverschrijdende investeringen. Actiepunt 1: Talentdetectie De talentdetectie en -ontwikkeling van jonge topsporttalenten dient te gebeuren onder leiding van de Jeugdtrainers Topsport. De subsidiëring van de loonkost van deze jeugdtrainers Topsport is een onderdeel van de ondersteuning van de Olympische ontwikkelingsprogramma s. Actiepunt 2: Begeleiding en omkadering van Vlaamse topsporters doorheen de topsportloopbaan De Vlaamse inbreng in het project BeGold dient ongewijzigd te blijven op 740.000 euro per jaar, gefinancierd vanuit de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen. Voor de uitbouw van het VDAB-begeleidingstraject tot professionele topsporter is een jaarlijkse budget van 3.500 euro nodig, ten laste van de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen. Voor de financiering van het Topsportstudentenproject van Sport Vlaanderen wordt de jaarlijkse kost geraamd op 855.000 euro ten laste van de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen, op 99

basis van 50 topsporters/studenten tot 21 jaar (onkostenvergoeding van gemiddeld 350 euro/maand en een toelage van gemiddeld 3.000 euro/jaar t.a.v. de hogere onderwijsinstelling) en 15 topsporters/studenten boven 21 jaar (deeltijdse arbeidsovereenkomst met een brutoloonkost van 30.000 euro/jaar en een toelage van gemiddeld 3.000 euro/jaar t.a.v. de hogere onderwijsinstelling). Voor de financiering van het tewerkstellingsproject Sport Vlaanderen wordt de jaarlijkse kost geraamd op 1.575.000 euro, op basis van 35 VTE topsporters, ten laste van de personeelskredieten van Sport Vlaanderen. Voor de financiering van het UCI continental professional cycling team Topsport Vlaanderen Baloise wordt de jaarlijkse loon- en werkingskost geraamd op 1.850.000 euro, ten laste van de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen. De jaarlijkse werkingskosten inzake carrièrebegeleiding Topsport worden geraamd op 25.000 euro (infosessies, meetings lerend netwerk, sensibiliseringscampagnes, permanente vorming carrièrebegeleiders Topsport, aankoop materiaal, ), ten laste van de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen. 1,0 VTE Carrièrebegeleiders Topsport is ten laste van de personeelskredieten van Sport Vlaanderen, ad hoc wordt 0,5 VTE flexibele Carrièrebegeleiding Topsport ingeschakeld vanuit werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen. Actiepunt 3: Na-topsportcarrière 1,0 VTE Carrièrebegeleiders Topsport is ten laste van de personeelskredieten van Sport Vlaanderen Actiepunt 4: Statuut en verloning topsportmanagement/kader De loonkost van 1 VTE Technisch Directeur Topsport dient onderhandeld te worden door de topsportfederatie, en wordt geplafonneerd op maximum 65.000 euro per jaar vanuit de subsidies Topsport. De gebeurlijke loon- en werkingskosten, verbonden aan de aanstelling van de ad hoc program drivers, dienen opgenomen te worden in de totale programmakost van de Olympische prestatie- en ontwikkelingsprogramma s. Actiepunt 5: Vorming van topsporttrainers Voor de aanstelling in niveau A van een voltijds vormingscoördinator Topsport is een budget nodig van 80.000 euro per jaar, ten laste van de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen. Voor het detecteren, ontwikkelen, vervolmaken en inspireren van in service topsporttrainers is een vormingskrediet nodig van 345.000 euro, gespreid over de Olympiade Tokyo (2017-2020), ten laste van de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen. De diverse vormingsinitiatieven voor geëngageerde in service topsporttrainers (Lerende Gemeenschappen, Vlaams Coachesplatform, Congres voor topsporttrainers en Top 8) worden geraamd op 100.000 euro per jaar, ten laste van de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen. Actiepunt 6: Topsporttrainers in Olympische prestatieprogramma s De financiering van de loonkost en de dagelijkse werkingskosten van de Toptrainers wordt geraamd op 2.125.000 euro per jaar (25 VTE x 85.000 euro), ten laste van de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen. Actiepunt 7: Topsporttrainers in Olympische ontwikkelingsprogramma s De financiering van de loonkost van de Beloftentrainers Topsport wordt geraamd op 750.000 euro per jaar (15 VTE x 50.000 euro), die een onderdeel zijn van de subsidies voor de Olympische ontwikkelingsprogramma s. De financiering van de loonkost van de Jeugdtrainers Topsport wordt geraamd op 3.250.000 euro per jaar (65 VTE x 50.000 euro), die een onderdeel zijn van de subsidies voor de Olympische ontwikkelingsprogramma s. 100

Actiepunt 8: Topsport & Wetenschap De loonkost van de gangmaker Topsport en wetenschap (1,00 VTE) is ten laste van de personeelskredieten van Sport Vlaanderen. De jaarlijkse kostprijs voor de financiering van twee sportwetenschappelijke experts wordt geraamd op 140.000 euro en is ten laste van werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen. De jaarlijkse kostprijs voor de financiering van wetenschappelijke en medisch/paramedische begeleidingsprojecten, evenals de inzet van embedded scientists dienen integraal te worden opgenomen in de programmakost per prestatie- en/of ontwikkelingsprogramma. De jaarlijkse kostprijs voor de financiering van sportwetenschappelijke begeleidingsprojecten wordt geraamd op 350.000 euro, ten laste van de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen. De jaarlijkse kostprijs voor de financiering van sportwetenschappelijke onderzoeksprojecten wordt geraamd op 300.000 euro, ten laste van de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen. Actiepunt 9: Programmakost in prestatie- en ontwikkelingsprogramma s De jaarlijkse programmakost van de Olympische ontwikkelingsprogramma s wordt geraamd op 2.750.000 euro, op basis van een benchmark van de toegekende topsportmiddelen op korte/(middel)lange termijn in de Olympiades Londen (2009-2012) en Rio (2013-2016). De Vlaamse bijdrage aan het gemeenschappelijk project BeGold (740.000 euro ten behoeve van de beloftevolle jongeren in de Olympische ontwikkelingsprogramma s) en de loon- en werkingskosten voor de technisch directeur Topsport zijn daarbij niet inbegrepen. De jaarlijkse programmakost wordt geraamd op 4.750.000 euro, op basis van een benchmark van de toegekende topsportmiddelen op korte/(middel)lange termijn in de Olympiades Londen (2009-2012) en Rio (2013-2016). Actiepunt 10: Trainingsinfrastructuur Topsport In de Olympiade 2017-2020 dient blijvend aandacht besteed te worden aan de verdere ontwikkeling en uitvoering van het Topsportinfrastructuurplan Vlaanderen en de centralisatie van de Vlaamse trainingsinfrastructuur Topsport. Vanaf 2017 wordt een investering van minimaal 10 miljoen euro per Olympiade vooropgesteld. Actiepunt 11: Organisatie van internationale topsportevenementen In de Olympiade 2017-2020 dient minstens 33% van de beschikbare kredieten (voor ondersteuning van sportevenementen) van Sport Vlaanderen voorbehouden te worden voor de ondersteuning van de internationale topsportevenementen. Dit komt overeen met een jaarlijkse investering van 500.000 euro via werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen. Actiepunt 12: Olympische ploegsporten De financiële noden in de Olympische ploegsporten zijn bijzonder hoog. De Vlaamse topsportkredieten dienen selectief ingezet te worden voor projecten m.b.t. nationale ploegen met een realistisch traject naar selectie voor de Olympische Spelen. De middelen voor de subsidiëring en/of financiering van dit sportief programma en sporttechnisch kader dienen voorzien te worden binnen de respectieve actiepunten van het Topsportactieplan Vlaanderen IV (2017-2020). Actiepunt 13: G-Topsport Parantee zal jaarlijks gesubsidieerd/gefinancierd worden tot een totaalbedrag van maximaal 4% van het globale Vlaamse topsportbudget, inclusief alle subsidies Topsport, werkingsmiddelen Topsport, topsportpersoneel en topsporters onder contract. 101

5.2. Budgettering per actiepunt (cijfermatig) Het overzicht van de begroting per actiepunt voor de Olympiade Tokyo (2017-2020) wordt in tabel 15 weergegeven. Het overzicht van de begrote en toegekende topsportmiddelen voor de Olympiade Rio (2013-2016) wordt in tabel 16 weergegeven, de cijfergegevens werden waar mogelijk geconverteerd naar de (nieuwe) actiepunten van het Topsportactieplan Vlaanderen IV (2017-2020). Volgende kanttekeningen dienen hierbij te worden geplaatst (zie eveneens genummerde voetnoot in tabel 15): (1) In de Olympiade Rio (2013-2016) werden het wedde van de coördinatoren Topsport (aan 90%) gesubsidieerd via de basissubsidies van Sport Vlaanderen, voor een jaarlijks subsidiebedrag van ca. 750.000 euro, die niet terug te vinden is in de begroting voor Topsport. Vanaf de Olympiade Tokyo (2017-2020) komt het wedde van de technisch directeur Topsport wel ten laste van de begroting voor Topsport. (2) In de Olympiade Rio (2013-2016) werden internationale topsportevenementen door de Vlaamse Overheid ondersteund voor een subsidiebedrag van 5.450.000 euro via topsportmiddelen van Sport Vlaanderen en/of het departement CJSM. In de Olympiade Tokyo (2017-2020) kadert de ondersteuning van internationale topsportevenementen in een vernieuwd sportevenementenbeleid van de Vlaamse overheid. Uitsluitend internationale topsportevenementen komen ten laste van de werkingsmiddelen Topsport van Sport Vlaanderen. (3) Het subsidiebedrag voor de Paralympische ontwikkelings- en prestatieprogramma s voor de Olympiade Tokyo (2017-2020) werd berekend op basis van het maximumpercentage van 4% van de gemaximaliseerde begroting 2017-2020, zoals vastgelegd in de strategische krijtlijnen van het Topsportactieplan Vlaanderen IV (2017-2020). Dit bedrag dient steeds gecorrigeerd te worden in functie van de effectieve besteding van de beschikbare Vlaamse topsportmiddelen binnen de begroting van Sport Vlaanderen, zoals die jaarlijks beslist wordt door de Vlaamse Regering. (4) Het financieringsbedrag voor de niet-olympische prestatieprogramma s voor de Olympiade Tokyo (2017-2020) werd berekend op basis van het maximumpercentage van 2% van de gemaximaliseerde begroting 2017-2020, zoals vastgelegd in de strategische krijtlijnen van het Topsportactieplan Vlaanderen IV (2017-2020). Dit bedrag dient steeds gecorrigeerd te worden in functie van de effectieve besteding van de beschikbare Vlaamse topsportmiddelen binnen de begroting van Sport Vlaanderen, zoals die jaarlijks beslist wordt door de Vlaamse Regering. 102

Tabel 15: Begroting Topsport per actiepunt voor de Olympiade Tokyo (2017-2020) Actiepunt (AP) Bron Olympiade Tokyo (2017-2020) Investering % 1 Talentdetectie 0 0,0% 1.1 Talentdetectie o.l.v. Jeugdtrainers Topsport Subsidies Topsport zie AP 7.2 0,0% 2 Begeleiding en omkadering Vlaamse topsporters doorheen de topsportloopbaan 20.334.000 19,2% 2.1 Quotum trainers binnen/buiten de TSS Subsidies Topsport zie AP 7.2 0,0% 2.2 Vlaamse inbreng in Project BeGold Werkingsmiddelen 2.960.000 2,8% 2.3 VDAB-begeleidingstraject tot professionele topsporter Werkingsmiddelen 14.000 0,0% 2.4 Topsportstudentenproject Sport Vlaanderen Werkingsmiddelen 3.420.000 3,2% 2.5 Tewerkstellingsproject Sport Vlaanderen Personeelskredieten 6.300.000 6,0% 2.6 Tewerkstelling Vlaamse Wielerploegen Werkingsmiddelen 5.400.000 5,1% 2.7 Werking Vlaamse Wielerploegen Werkingsmiddelen 2.000.000 1,9% 2.8 Carrièrebegeleiding Topsport: werking Werkingsmiddelen 100.000 0,1% 2.9 Carrièrebegeleiding Topsport: 1 VTE Personeelskredieten - 0,0% 2.10 Carrièrebegeleiding Topsport: ad hoc personeel (0,5 VTE) Werkingsmiddelen 140.000 0,1% 3 Na-topsportcarrière 0 0,0% 3.1 Carrièrebegeleiding Topsport: 0,5 VTE Personeelskredieten - 0,0% 4 Statuut en verloning topsportmanagement/kader 5.200.000 4,9% 4.1 Technisch Directeurs Topsport (1) Subsidies Topsport 5.200.000 4,9% 4.2 Program Drivers Werkingsmiddelen zie AP 9.2 0,0% 5 Vorming van topsporttrainers 1.065.000 1,0% 5.1 Vormingscoördinator Topsport Werkingsmiddelen 320.000 0,3% 5.2 Individuele vormingstrajecten Werkingsmiddelen 345.000 0,3% 5.3 Andere vormingsinitiatieven Werkingsmiddelen 400.000 0,4% 6 Topsporttrainers in Olympische prestatieprogramma s 8.500.000 8,0% 6.1 Pool van Toptrainers (25 VTE) Werkingsmiddelen 8.500.000 8,7% 7 Topsporttrainers in Olympische ontwikkelingsprogramma s 16.000.000 15,1% 7.1 Pool van Beloftentrainers Topsport (15 VTE) Subsidies Topsport 3.000.000 2,8% 7.2 Pool van Jeugdtrainers Topsport (65 VTE) Subsidies Topsport 13.000.000 12,3% 8 Topsport & Wetenschap 3.160.000 3,0% 8.1 Gangmaker Topsport & wetenschap Personeelskredieten - 0,0% 8.2 Sportwetenschappelijk expert per kennisdomein Werkingsmiddelen 560.000 0,5% 8.3 Embedded scientist per topsportfederatie en één-op-één Subsidies Topsport zie AP 9.1 0,0% 8.4 sportwetenschappelijke begeleiding Werkingsmiddelen zie AP 9.2 0,0% 8.5 Sportwetenschappelijke begeleidingsprojecten Werkingsmiddelen 1.400.000 1,3% 8.6 Sportwetenschappelijke onderzoeksprojecten Werkingsmiddelen 1.200.000 1,2% 9 Programmakost in prestatie- en ontwikkelingsprogramma s 30.000.000 28,4% 9.1 Olympische ontwikkelingsprogramma s Subsidies Topsport 11.000.000 10,4% 9.2 Olympische prestatieprogramma s Werkingsmiddelen 19.000.000 18,0% 10 Trainingsinfrastructuur Topsport 10.000.000 9,5% 10.1 Trainingsinfrastructuur Topsport Investeringssubsidie 10.000.000 9,5% 11 Organisatie van topsportevenementen 2.000.000 1,9% 11.1 Organisatie internationaal topsportevenement (2) Werkingsmiddelen 2.000.000 1,9% 12 Olympische ploegsporten 0 0,0% 12.1 Subsidies Topsport Olympische ploegsporten 12.2 Werkingsmiddelen zie AP 1-11 0,0% 1-12 Totaal Olympische disciplines 96.259.000 91,0% 13 Totaal Paralympische disciplines 4.200.000 4,0% - Paralympische ontwikkelings- en prestatieprogramma s (3) Subsidies Topsport 4.200.000 4,0% - Totaal niet-olympische disciplines 2.100.000 2,0% - Niet-Olympische prestatieprogramma s (4) Werkingsmiddelen 2.100.000 2,0% - Totaal sporttakoverschrijdende investeringen 3.200.000 3,0% - Specifieke voorbereiding op OS, PS, WG, Subsidies Topsport 2.000.000 1,9% - Werking afdeling Topsport Werkingsmiddelen 1.200.000 1,1% Begroting van de totale investeringen Topsport in de Olympiade Tokyo (2017-2020) 98.359.000 100,0% Subsidies Topsport 38.400.000 36,3% Werkingsmiddelen 51.059.000 48,2% Personeelskredieten 6.300.000 6,0% Investeringssubsidie 10.000.000 9,5%

Tabel 16: Begrote en toegekende investeringen Topsport per actiepunt voor de Olympiade Rio (2013-2016) Actiepunt (geconverteerd naar TSAP IV) Bron Olympiade Rio (2013-2016) Begroot Toegekend % 1 Talentdetectie 90.000 0 0,0% 1.1 Vlaams Sportkompas Werkingsmiddelen Topsport 90.000 0 0,0% 2 Begeleiding en omkadering van Vlaamse topsporters doorheen de topsportloopbaan 27.457.000 25.405.000 27,4% 2.1 Quotum trainers binnen/buiten de TSS Subsidies Topsport 7.437.000 7.363.000 7,9% 2.2 Vlaamse inbreng in Project BeGold Werkingsmiddelen Topsport 2.960.000 2.960.000 3,2% 2.4 Topsport en hoger onderwijs Werkingsmiddelen Topsport 1.900.000 2.319.000 2,5% 2.5 Tewerkstellingsproject Sport Vlaanderen Personeelskredieten 6.880.000 3.856.000 4,2% 2.6 Tewerkstelling Vlaamse Wielerploegen Werkingsmiddelen Topsport 5.451.000 5,9% 2.7 Werking Vlaamse Wielerploegen Werkingsmiddelen Topsport 2.221.000 2,4% 8.280.000 - Tewerkstelling Atletiek Vlaanderen Werkingsmiddelen Topsport 720.000 0,8% - Werking Atletiek Vlaanderen Werkingsmiddelen Topsport 515.000 0,6% 4 Statuut en verloning topsportmanagement/kader 3.208.000 758.000 0,8% 4.1 Meerkost aanstelling High Performance Managers Werkingsmiddelen Topsport 1.020.000 579.000 0,6% 4.1 Aanstelling topsportmanagement/kader Werkingsmiddelen Topsport 0 179.000 0,2% 4.1 Aanstelling DSKO Topsport Personeelskredieten 2.188.000 0 0,0% 5 Vorming van topsporttrainers 100.000 265.000 0,3% 5.1 Vormingscoördinator Topsport Werkingsmiddelen Topsport 0 256.000 0,3% 5.2 Pool van aspirant toptrainers & Vlaams Coachesplatform Werkingsmiddelen Topsport 100.000 9.000 0,0% 6 Topsporttrainers in Olympische prestatieprogramma s 8.245.000 5.508.000 5,9% 6.1 Pool van Toptrainers (25 VTE) Werkingsmiddelen Topsport 8.245.000 5.508.000 5,9% 7 Topsporttrainers in Olympische ontwikkelingsprogramma s 5.500.000 6.565.000 7,1% 7.1 Pool van Beloftentrainers Topsport (15 VTE) Werkingsmiddelen Topsport 0 1.653.000 1,8% 7.2 Pool van Jeugdtrainers Topsport (25 VTE) Werkingsmiddelen Topsport 5.500.000 4.912.000 5,3% 8 Topsport & Wetenschap 3.520.000 3.269.000 3,5% 8.5 Sportwetenschappelijke begeleidingsprojecten Werkingsmiddelen 3.520.000 3.269.000 3,5% 9 Programmakost in prestatie- en ontwikkelingsprogramma s 23.659.000 26.024.000 28,0% - Voorbereiding & deelname Internationale wedstrijden Subsidies Topsport 20.480.000 20.722.000 22,3% - Forfaitaire vergoeding per leerling/topsporter TSS Subsidies Topsport 2.479.000 1.461.000 1,6% - Specifieke voorbereiding op Olympische Spelen Subsidies Topsport 700.000 565.000 0,6% - Eenmalige financieringen voor programmakost Werkingsmiddelen Topsport 0 3.276.000 3,5% 10 Trainingsinfrastructuur Topsport 0 9.657.000 10,4% 10.1 Trainingsinfrastructuur Topsport Investeringssubsidie 0 9.610.000 10,4% 10.1 Trainingsinfrastructuur Topsport Werkingsmiddelen Topsport 0 47.000 0,1% 12 Olympische ploegsporten 0 0 0,0% 12.1 Olympische ploegsporten Subsidies Topsport zie AP 1-11 zie AP 1-11 0,0% 1-12 Totaal Olympische disciplines 71.779.000 77.451.000 83,4% 13 G-Topsport Subsidies 3.200.000 3.264.000 3,5% - Voorbereiding & deelname Internationale wedstrijden Subsidies Topsport 1.400.000 1.400.000 1,5% - Specifieke voorbereiding op Paralympische Spelen Subsidies Topsport 0 75.000 0,1% - Financiering omkadering G-topsport (trainers & kader) Werkingsmiddelen Topsport 803.000 0,9% - Tewerkstellingsproject Sport Vlaanderen Personeelskredieten 1.800.000 258.000 0,3% - Financiering programmakost Werkingsmiddelen Topsport 328.000 0,4% 10.1 Trainingsinfrastructuur Topsport Investeringssubsidie 0 400.000 0,4% - Niet-Olympische prestatieprogramma's Werkingsmiddelen Topsport 780.000 1.170.000 1,3% - Voorbereiding & deelname Internationale wedstrijden Subsidies Topsport 780.000 780.000 0,8% - Specifieke voorbereiding op Wereldspelen Subsidies Topsport 0 53.000 0,1% - Financiering programmakost Werkingsmiddelen Topsport 0 337.000 0,4% - Sporttakoverschrijdende investeringen Werkingsmiddelen Topsport 23.191.000 10.942.000 11,8% - Specifieke voorbereiding op OS, PS, WG, Subsidies Topsport 2.000.000 2.000.000 2,2% - Andere financieringen Topsport Sport Vlaanderen Werkingsmiddelen Topsport 1.860.000 175.000 0,2% - Andere financieringen via departement CJSM Werkingsmiddelen Topsport 9.400.000 690.000 0,7% 2.8 Carrièrebegeleiding Topsport: werking Werkingsmiddelen Topsport 100.000 14.000 0,0% 2.9 Carrièrebegeleiding Topsport: 1,5 VTE Personeelskredieten - - 0,0% 8.1 Gangmaker Topsport & wetenschap Personeelskredieten - - 0,0% 8.2 Sportwetenschappelijk expert per kennisdomein Werkingsmiddelen Topsport 2.600.000 1.694.000 1,8% 8.5 Sportwetenschappelijk onderzoek Werkingsmiddelen Topsport 2.333.000 920.000 1,0% 11.1 Subsidie Organisatie WK, EK en WB via Sport Vlaanderen Subsidies Topsport 898.000 617.000 0,7% 11.1 Financiering topsportevenementen via dpt. CJSM Werkingsmiddelen Topsport 4.000.000 4.832.000 5,2% Begrote en toegekende investeringen Topsport in de Olympiade Rio (2013-2016) 98.950.000 92.827.000 100,0%

Begrote en toegekende investeringen Topsport in de Olympiade Rio (2013-2016) 98.950.000 92.827.000 100,0% Subsidies 36.174.000 35.036.000 37,7% Werkingsmiddelen Topsport 53.708.000 43.667.000 47,0% Personeelskredieten 9.068.000 4.114.000 4,4% Investeringssubsidie 0 10.010.000 10,8%

Bijlagen Bijlage 1: Vlaamse topsporttakkenlijsten 2002-2016 Bijlage 2: Informatiefiche per sporttak Bijlage 3: Samenstelling, vergaderkalender en participatie in de themawerkgroepen Bijlage 4: Evaluatie van de Vlaamse topsportscholen 2015 106

Bijlage 1: Vlaamse topsporttakkenlijsten 2002-2016 Datum publicatie BS 29-aug-02 17-jun-05 03-feb-09 21-dec-12 Olympiade OS Athene OS Beijing OS Londen OS Rio Federatie Discipline 2002-2004 2005-2008 2009-2012 2013-2016 Vlaamse Badmintonliga --> Badminton Vlaanderen Olympische disciplines 3 3 3 3 Acrobatische gymnastiek 1 1 1 Artistieke gymnastiek 1 1 1 1 GymnastiekFederatie Vlaanderen Dubbele minitrampoline 1 1 Ritmische gymnastiek 1 1 Trampoline 1 1 Tumbling 1 1 Handboogliga Doelschieten (Olympisch) 4 4 4 Field 4 4 4 Koninklijke Belgische Korfbalbond - Vlaamse Liga Disciplines Wereldspelen 4 4 4 4 Nederlandstalig Kanoverbond --> Vlaamse Kano & Kajak Federatie Lijnvaren (Olympisch) 4 2 2 2 Loop- en kampnummers (Olympisch) 1 1 1 1 Vlaamse Atletiekliga Marathon 1 1 Snelwandelen 1 1 Veldlopen 1 Vlaamse Basketballiga Olympische disciplines 2 1 1 2 Vlaamse Handbal Vereniging Olympische disciplines 2 3 3 Vlaamse Hockey Liga Olympische disciplines 1 Vlaamse Judofederatie Olympische disciplines 1 1 1 1 Vlaamse Ju-Jitsu Federatie Disciplines Wereldspelen 4 4 4 Vlaamse Liga Gehandicaptensport --> Parantee Paralympische disciplines 5 5 5 5 Vlaamse Liga Paardensport Olympische disciplines 2 2 2 1 Vlaamse Reddingscentrale Disciplines Wereldspelen 4 Vlaamse Roeiliga Olympische disciplines 3 2 2 3 Vlaamse Rollerbond Snelschaatsen 4 3 4 4 Vlaamse Schermbond Olympische disciplines 4 3 4 3 Vlaamse Schutterskonfederatie Olympische disciplines 4 4 Vlaamse Ski & Snowboard Federatie --> Sneeuwsport Vlaanderen Olympische disciplines snowboard 3 2 Vlaamse Squashfederatie Disciplines Wereldspelen 3 3 4 Vlaamse Taekwondo Bond Olympische disciplines 4 4 4 Vlaamse Tafeltennisliga Olympische disciplines 4 3 3 3 Vlaamse Tennisvereniging --> Tennis Vlaanderen Olympische disciplines 1 1 1 1 Vlaamse Triatlon & Duatlon Liga Duatlon 2 2 2 Triatlon 2 2 2 3 Vlaamse Vereniging voor Golf Olympische disciplines 3 3 Vlaamse Volleybalbond Vlaamse Yachting Federatie Beachvolleybal Windsurfen (Olympische disciplines) 4 2 1 2 1 1 Zaalvolleybal Zeilen (Olympische disciplines) 2 2 2 2 1 2 1 1 Vlaamse Zwemfederatie Olympische disciplines 1 2 1 1 Voetbal Federatie Vlaanderen Veldvoetbal 1 2 Waterski Vlaanderen Disciplines Wereldspelen 4 4 BMX 1 1 1 Cyclocross 1 1 Wielerbond Vlaanderen Mountainbike 1 1 1 1 Piste 1 1 1 1 Weg 1 1 1 1 Max. subsidies per jaar per sportfederatie voor de voorbereiding en deelname aan internationale wedstrijden Categorie 1 175.000 225.000 350.000 350.000 Categorie 2 100.000 150.000 225.000 225.000 Categorie 3 37.500 75.000 120.000 120.000 Categorie 4 18.600 37.500 65.000 65.000 Categorie 5 62.000 125.000 350.000 350.000

Bijlage 2: Informatiefiche per sporttak Olympische disciplines Bijlage 2.1 Atletiek Vlaamse Atletiekliga Bijlage 2.2 Badminton Badminton Vlaanderen Bijlage 2.3 Basketbal Vlaamse Basketballiga Bijlage 2.4 Bobslee Belgische Bobslee- en Skeletonfederatie Bijlage 2.5 Boksen Vlaamse Boksliga Bijlage 2.6 Boogschieten Handboogliga Bijlage 2.7 Gewichtheffen Vlaamse Gewichtheffers en Powerlifters Federatie Bijlage 2.8 Golf Vlaamse Vereniging voor Golf Bijlage 2.9 Gymnastiek Gymnastiekfederatie Vlaanderen Bijlage 2.10 Hockey Vlaamse Hockeyliga Bijlage 2.11 Judo Vlaamse Judofederatie Bijlage 2.12 Kajak Vlaamse Kano en Kajakfederatie Bijlage 2.13 Kunstschaatsen Vlaamse Kunstschaatsen Bond Bijlage 2.14 Paardensport Vlaamse Liga Paardensport Bijlage 2.15 Roeien Vlaamse Roeiliga Bijlage 2.16 Schermen Vlaamse Schermbond Bijlage 2.17 Snelschaatsen Vlaamse Snelschaatsbond Bijlage 2.18 Snowboard Sneeuwsport Vlaanderen Bijlage 2.19 Taekwondo Vlaamse Taekwondo Bond Bijlage 2.20 Tafeltennis Vlaamse Tafeltennisliga Bijlage 2.21 Tennis Tennis Vlaanderen Bijlage 2.22 Triatlon Vlaamse Triatlon en Duatlon Liga Bijlage 2.23 Voetbal Voetbalfederatie Vlaanderen Bijlage 2.24 Volleybal Vlaamse Volleybalbond Bijlage 2.25 Wielrennen Wielerbond Vlaanderen Bijlage 2.26 Zeilen Vlaamse Yachting Federatie Bijlage 2.27 Zwemmen Vlaamse Zwemfederatie Paralympische disciplines Bijlage 2.28 G-sport Parantee Niet-Olympische disciplines Bijlage 2.29 Ju-Jitsu Vlaamse Ju-Jitsu Federatie Bijlage 2.30 Korfbal Koninklijke Belgische Korfbalbond - Vlaamse Liga Bijlage 2.31 Skeeleren Vlaamse Rollerbond

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Vlaamse Atletiekliga Atletiek # Olympische medaille-events 47 Bijlage 2.1 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) 0 2 1 8 1 6 120 Resultaten (2009-2012) 3 8 0 2 0 3 81 Doelstellingen (2013-2016) 5 7 1 6 1 3 128 Resultaten (2013-2016) 2 8 1 0 0 1 50 Realisatie 67,5% 39,1% 100 90 80 70 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 24 4 20 72 18 20 16 74 Resultaten korte termijn 8 22 6 45 0 12 12 26 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen 33% 550% 30% 63% 0% 60% 75% 35% 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen - - - - Wereldkampioenschappen - - - - Olympische Spelen - - - - - - 60 50 40 30 20 10 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 9 19 25 27 30 29 27 18 Beloftevolle jongeren 23 22 21 26 21 20 22 23 Geïdentificeerde topsporttalenten 59 44 49 54 60 63 54 47 Totaal aantal geregistreerde topsporters 91 85 95 107 111 112 103 88 # VTE ondersteunde topsporttrainers 5,8 6,9 7,9 8,6 8,5 8,9 9,4 9,7 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 6 7 8 8 6 3 5 7 Topsportstudentenproject 4 4 3 2 3 3 4 4 Atletiek Vlaanderen 16 7 5 9 10 10 6 3 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 26 18 16 19 19 16 15 14 120 100 80 60 40 Elitesporters Geïdentificeerde topsporttalenten Beloftevolle jongeren # VTE ondersteunde topsporttrainers 12,0 10,0 8,0 6,0 4,0 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 2,2 1,8 3,2 3,6 3,4 3,6 3,8 3,2 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 3,6 5,1 4,7 5,0 5,1 5,3 5,6 6,5 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 5,8 6,9 7,9 8,6 8,5 8,9 9,4 9,7 20 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2,0 0,0 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 78 38 34 34 34 30 42 44 Bicommunautaire teams 72 84 72 45 39 33 27 6 Waalse topsporters/teams 0 8 24 44 51 55 51 82 Totaal aantal behaalde indexpunten 150 130 130 123 124 118 120 132 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen - 14-15 - 13-14 Wereldkampioenschappen 9-11 - 6-10 - Olympische Spelen - - - 9 - - - 12 Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 9.144 9.144 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-OS 3.996 4.320 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-OS doorheen de Olympiade 81 50 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 0,89% 0,55% Vlaams Bicommunautair Waals 200 180 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 160 140 120 100 80 60 40 20 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 668.000 579.000 518.000 631.000 604.000 639.000 632.000 611.000 Loon topsporters 552.000 478.000 473.000 489.000 444.000 404.000 408.000 378.000 Loon trainers 289.000 349.000 439.000 456.000 479.000 522.000 528.000 507.000 Organisatie van topsportevenementen 405.000 268.000 227.000 256.000 185.000 143.000 148.000 160.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 1.914.000 1.674.000 1.657.000 1.832.000 1.712.000 1.708.000 1.716.000 1.656.000 Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 984.000 928.000 911.000 1.052.000 1.030.000 997.000 1.003.000 955.000 Programma's middellange termijn 128.000 128.000 180.000 157.000 152.000 197.000 180.000 163.000 Programma's lange termijn 397.000 385.000 369.000 397.000 345.000 371.000 385.000 378.000 Organisatie topsportevenementen 405.000 233.000 197.000 226.000 185.000 143.000 148.000 160.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 1.914.000 1.674.000 1.657.000 1.832.000 1.712.000 1.708.000 1.716.000 1.656.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 65% 64% 62% 66% 67% 64% 64% 64% 2.000.000 1.750.000 1.500.000 1.250.000 1.000.000 750.000 500.000 250.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 100% 80% 60% 40% 20% 0% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Badminton Vlaanderen Badminton # Olympische medaille-events 5 Bijlage 2.2 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) 2 2 0 0 0 0 20 Resultaten (2009-2012) 1 0 0 0 0 0 9 Doelstellingen (2013-2016) 1 2 0 1 0 1 22 Resultaten (2013-2016) 0 1 0 0 0 0 2 Realisatie 45,0% 9,1% 50 45 40 35 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 0 12 0 8 0 2 0 20 Resultaten korte termijn 0 9 0 0 0 0 0 2 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen nvt 75% nvt 0% nvt 0% nvt 10% 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen - - - - Wereldkampioenschappen - - Olympische Spelen - - - - - - 30 25 20 15 10 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 5 7 6 8 6 5 4 3 Beloftevolle jongeren 19 20 18 9 6 6 9 6 Geïdentificeerde topsporttalenten - - 4 16 25 30 22 16 Totaal aantal geregistreerde topsporters 24 27 28 33 37 41 35 25 # VTE ondersteunde topsporttrainers 2,5 3,0 3,5 3,3 3,4 3,4 3,5 3,5 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 0 0 1 1 0 0 0 0 Topsportstudentenproject 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 0 0 1 1 0 0 0 0 50 40 30 20 Elitesporters Geïdentificeerde topsporttalenten Beloftevolle jongeren # VTE ondersteunde topsporttrainers 5,0 4,0 3,0 2,0 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Toptrainers & elitetrainers 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 Jeugdtrainers Topsport & lesgevers TSS 1,5 2,0 2,5 2,3 2,4 2,4 2,5 2,5 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 2,5 3,0 3,5 3,3 3,4 3,4 3,5 3,5 10 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 1,0 0,0 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 0 9 9 9 9 0 0 2 Bicommunautaire teams 3 3 3 0 0 0 0 0 Waalse topsporters/teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal behaalde indexpunten 3 12 12 9 9 0 0 2 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen - 4-4 - 4-2 Wereldkampioenschappen 5 4 4-4 1 2 - Olympische Spelen - - - 1 - - - 1 Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 1.092 1.092 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-OS 1.092 1.092 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-OS doorheen de Olympiade 9 2 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 0,82% 0,18% Vlaams Bicommunautair Waals 50 45 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 155.000 151.000 172.000 173.000 148.000 142.000 142.000 144.000 Loon topsporters 0 0 1.000 25.000 0 0 0 0 Loon trainers 128.000 159.000 202.000 199.000 197.000 200.000 204.000 203.000 Organisatie van topsportevenementen 8.000 7.000 7.000 7.000 7.000 27.000 20.000 7.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 291.000 317.000 382.000 404.000 352.000 369.000 366.000 354.000 500.000 400.000 300.000 100% 80% 60% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 96.000 122.000 155.000 184.000 132.000 137.000 138.000 143.000 Programma's middellange termijn 55.000 26.000 41.000 31.000 28.000 26.000 26.000 23.000 Programma's lange termijn 132.000 162.000 179.000 182.000 185.000 179.000 182.000 181.000 Organisatie topsportevenementen 8.000 7.000 7.000 7.000 7.000 27.000 20.000 7.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 291.000 317.000 382.000 404.000 352.000 369.000 366.000 354.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 34% 39% 41% 46% 38% 40% 40% 41% 200.000 100.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 40% 20% 0% Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Vlaamse Basketballiga Basketbal # Olympische medaille-events 2 Bijlage 2.3 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) 0 1 0 0 0 1 30 Resultaten (2009-2012) 0 0 0 0 0 0 0 Doelstellingen (2013-2016) 0 2 0 1 0 0 36 Resultaten (2013-2016) 0 0 0 0 0 0 0 Realisatie 0,0% 0,0% 50 45 40 35 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 0 0 6 24 6 0 6 24 Resultaten korte termijn 0 0 0 0 0 0 0 0 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen nvt nvt 0% 0% 0% nvt 0% 0% 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen - - - - Wereldkampioenschappen - - - - - - Olympische Spelen - - - - - - 30 25 20 15 10 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 21 21 24 24 23 15 16 13 Beloftevolle jongeren 17 20 26 24 19 23 16 17 Geïdentificeerde topsporttalenten - - 76 93 83 80 57 50 Totaal aantal geregistreerde topsporters 38 41 126 141 125 118 89 80 # VTE ondersteunde topsporttrainers 3,1 3,4 4,0 3,7 4,1 3,5 3,5 3,2 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 3 0 0 0 0 0 0 0 Topsportstudentenproject 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 3 0 0 0 0 0 0 0 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 0,0 0,0 0,3 0,0 0,3 0,0 0,3 0,0 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 3,1 3,4 3,7 3,7 3,8 3,5 3,2 3,2 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 3,1 3,4 4,0 3,7 4,1 3,5 3,5 3,2 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0 Elitesporters Beloftevolle jongeren Geïdentificeerde topsporttalenten # VTE ondersteunde topsporttrainers 18,0 13,0 8,0 3,0-2,0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Bicommunautaire teams 6 6 0 0 0 0 0 0 Waalse topsporters/teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal behaalde indexpunten 6 6 0 0 0 0 0 0 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen 0-1 - 1-1 - Wereldkampioenschappen - 0 - - - 0 - - Olympische Spelen - - - 0 - - - 0 Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 360 360 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-OS 180 180 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-OS doorheen de Olympiade 0 0 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 0,00% 0,00% Vlaams Bicommunautair Waals 50 45 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 405.000 484.000 496.000 506.000 314.000 362.000 282.000 286.000 Loon topsporters 26.000 0 0 0 0 0 0 0 Loon trainers 135.000 153.000 202.000 174.000 216.000 180.000 194.000 170.000 Organisatie van topsportevenementen 7.000 9.000 15.000 13.000 0 0 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 573.000 646.000 713.000 693.000 530.000 542.000 476.000 456.000 Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 116.000 86.000 183.000 148.000 142.000 125.000 137.000 109.000 Programma's middellange termijn 21.000 90.000 98.000 88.000 13.000 75.000 18.000 28.000 Programma's lange termijn 429.000 461.000 417.000 444.000 375.000 342.000 321.000 319.000 Organisatie topsportevenementen 7.000 9.000 15.000 13.000 0 0 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 573.000 646.000 713.000 693.000 530.000 542.000 476.000 456.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 20% 14% 26% 22% 27% 23% 29% 24% 1.000.000 900.000 800.000 700.000 600.000 500.000 400.000 300.000 200.000 100.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 100% 80% 60% 40% 20% 0% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Belgische Bobslee- en Skeletonfederatie Bobslee # Olympische medaille-events 3 Bijlage 2.4 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) - - - - - - - Resultaten (2009-2012) 0 0 0 0 0 0 0 Doelstellingen (2013-2016) - - - - - - - Resultaten (2013-2016) 1 2 0 1 0 1 24 Realisatie nvt nvt 50 45 40 35 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 0 0 0 0 0 0 0 0 Resultaten korte termijn 0 0 0 0 0 13,5 5,5 4,5 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen - - Olympische Spelen - - - - - - 30 25 20 15 10 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 3 3 3 3 3 3 2 2 Beloftevolle jongeren 0 0 0 0 0 2 2 2 Geïdentificeerde topsporttalenten - - 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal geregistreerde topsporters 3 3 3 3 3 5 4 4 # VTE ondersteunde topsporttrainers 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 2 3 2 3 3 2 2 2 Topsportstudentenproject 0 0 0 0 0 0 1 1 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 2 3 2 3 3 2 3 3 10 8 6 4 Elitesporters Geïdentificeerde topsporttalenten Beloftevolle jongeren # VTE ondersteunde topsporttrainers 2,5 2,0 1,5 1,0 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 2 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 0,5 0,0 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 0 0 0 0 0 14 19 24 Bicommunautaire teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Waalse topsporters/teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal behaalde indexpunten 0 0 0 0 0 14 19 24 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen 0 0 1 1 1 1 1 1 Wereldkampioenschappen 1-3 1 2-1 1 Olympische Spelen - 1 - - - 1 - - Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 810 810 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-OS 540 540 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-OS doorheen de Olympiade 0 24 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 0,00% 2,96% Vlaams Bicommunautair Waals 50 45 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 0 35.000 43.000 38.000 50.000 30.000 80.000 105.000 Loon topsporters 65.000 106.000 90.000 92.000 87.000 61.000 56.000 101.000 Loon trainers 0 0 0 0 0 0 0 0 Organisatie van topsportevenementen 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 65.000 141.000 133.000 130.000 137.000 91.000 136.000 206.000 500.000 400.000 300.000 100% 80% 60% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 65.000 141.000 133.000 130.000 137.000 91.000 96.000 156.000 Programma's middellange termijn 0 0 0 0 0 0 40.000 50.000 Programma's lange termijn 0 0 0 0 0 0 0 0 Organisatie topsportevenementen 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 65.000 141.000 133.000 130.000 137.000 91.000 136.000 206.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 100% 100% 100% 100% 100% 100% 71% 76% 200.000 100.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 40% 20% 0% Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Vlaamse Boksliga Boksen # Olympische medaille-events 13 Bijlage 2.5 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) - - - - - - - Resultaten (2009-2012) 0 0 0 0 0 0 0 Doelstellingen (2013-2016) - - - - - - - Resultaten (2013-2016) 0 1 0 0 0 0 2 Realisatie nvt nvt 50 45 40 35 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 0 0 0 0 0 0 0 0 Resultaten korte termijn 0 0 0 0 0 0 2 0 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen - - Wereldkampioenschappen Olympische Spelen - - - - - - 30 25 20 15 10 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 1 0 0 0 0 0 1 1 Beloftevolle jongeren 0 0 0 0 0 0 0 0 Geïdentificeerde topsporttalenten - - 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal geregistreerde topsporters 0 0 0 0 0 0 1 1 # VTE ondersteunde topsporttrainers 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 0 0 0 0 0 0 0 0 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 0 0 0 0 0 0 1 1 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 0 0 0 0 0 0 1 1 10 8 6 4 Elitesporters Geïdentificeerde topsporttalenten Beloftevolle jongeren # VTE ondersteunde topsporttrainers 2,5 2,0 1,5 1,0 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Toptrainers & elitetrainers 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Jeugdtrainers Topsport & lesgevers TSS 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 2 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 0,5 0,0 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 0 0 0 0 0 0 2 2 Bicommunautaire teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Waalse topsporters/teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal behaalde indexpunten 0 0 0 0 0 0 2 2 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen 0 0 0-0 0 2 - Wereldkampioenschappen 0 0 0 0 0 0 0 0 Olympische Spelen - - - 0 - - - 0 Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 582 756 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-OS 0 60 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-OS doorheen de Olympiade 0 2 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 0,00% 0,26% Vlaams Bicommunautair Waals 50 45 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 0 0 0 0 0 0 0 15.000 Loon topsporters 20.000 0 0 0 0 0 0 2.000 Loon trainers 0 0 0 0 0 0 0 0 Organisatie van topsportevenementen 0 5.000 0 0 0 10.000 0 10.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 20.000 5.000 0 0 0 10.000 0 27.000 500.000 400.000 300.000 100% 80% 60% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 20.000 0 0 0 0 0 0 15.000 Programma's middellange termijn 0 0 0 0 0 0 0 2.000 Programma's lange termijn 0 0 0 0 0 0 0 0 Organisatie topsportevenementen 0 5.000 0 0 0 10.000 0 10.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 20.000 5.000 0 0 0 10.000 0 27.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 100% nvt nvt nvt nvt nvt nvt 88% 200.000 100.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 40% 20% 0% Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Handboogliga Boogschieten # Olympische medaille-events 4 Bijlage 2.6 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) 0 4 0 0 0 1 16 Resultaten (2009-2012) 0 0 0 0 0 0 0 Doelstellingen (2013-2016) 1 2 0 1 0 1 22 Resultaten (2013-2016) 1 0 0 0 0 0 9 Realisatie 0,0% 40,9% 50 45 40 35 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 0 4 0 12 0 2 4 16 Resultaten korte termijn 0 0 0 0 0 0 0 9 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen nvt 0% nvt 0% nvt 0% 0% 56% 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen - - - - Wereldkampioenschappen - - - - Olympische Spelen - - - - - - 30 25 20 15 10 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 6 7 12 7 2 1 1 1 Beloftevolle jongeren 7 1 6 7 5 4 0 0 Geïdentificeerde topsporttalenten - 7 3 7 0 0 0 0 Totaal aantal geregistreerde topsporters 13 15 21 21 7 5 1 1 # VTE ondersteunde topsporttrainers 0,1 0,9 1,0 0,6 0,0 0,5 0,5 1,0 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 0 1 1 0 0 0 0 0 Topsportstudentenproject 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 0 1 1 0 0 0 0 0 50 40 30 20 Elitesporters Geïdentificeerde topsporttalenten Beloftevolle jongeren # VTE ondersteunde topsporttrainers 5,0 4,0 3,0 2,0 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 0,1 0,9 1,0 0,6 0,0 0,5 0,5 1,0 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 0,1 0,9 1,0 0,6 0,0 0,5 0,5 1,0 10 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 1,0 0,0 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 6 3 3 0 0 0 9 9 Bicommunautaire teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Waalse topsporters/teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal behaalde indexpunten 6 3 3 0 0 0 9 9 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen - 4-3 - 2-2 Wereldkampioenschappen 2-1 - 0-2 - Olympische Spelen - - - 0 - - - 1 Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 576 576 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-OS 576 270 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-OS doorheen de Olympiade 0 9 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 0,00% 1,56% Vlaams Bicommunautair Waals 50 45 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 55.000 54.000 57.000 48.000 12.000 55.000 26.000 17.000 Loon topsporters 0 2.000 13.000 0 0 0 0 0 Loon trainers 8.000 50.000 56.000 33.000 20.000 20.000 38.000 33.000 Organisatie van topsportevenementen 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 63.000 106.000 126.000 81.000 32.000 75.000 64.000 50.000 500.000 400.000 300.000 100% 80% 60% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 31.000 37.000 58.000 31.000 15.000 35.000 24.000 0 Programma's middellange termijn 3.000 5.000 3.000 4.000 17.000 40.000 40.000 50.000 Programma's lange termijn 29.000 64.000 65.000 46.000 0 0 0 0 Organisatie topsportevenementen 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 63.000 106.000 126.000 81.000 32.000 75.000 64.000 50.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 49% 35% 46% 38% 47% 47% 38% 0% 200.000 100.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 40% 20% 0% Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Vlaamse Gewichtheffers en Powerlifters Federatie Gewichtheffen # Olympische medaille-events 15 Bijlage 2.7 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) 2 2 0 0 0 0 8 Resultaten (2009-2012) 2 2 0 0 0 0 8 Doelstellingen (2013-2016) 2 2 0 0 0 0 8 Resultaten (2013-2016) 1 2 0 0 0 0 5 Realisatie 100,0% 62,5% 50 45 40 35 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 1 3 3 1 1 3 3 1 Resultaten korte termijn 3 3 1 1 3 1 0 1 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen 300% 100% 33% 100% 300% 33% 0% 100% 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen - - Olympische Spelen - - - - - - 30 25 20 15 10 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 1 1 1 1 1 1 1 1 Beloftevolle jongeren 0 0 0 0 0 0 0 0 Geïdentificeerde topsporttalenten - - 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal geregistreerde topsporters 1 1 1 1 1 1 1 1 # VTE ondersteunde topsporttrainers 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 1 1 1 1 1 1 1 1 Topsportstudentenproject 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 1 1 1 1 1 1 1 1 10 8 6 4 Elitesporters Geïdentificeerde topsporttalenten Beloftevolle jongeren # VTE ondersteunde topsporttrainers 2,5 2,0 1,5 1,0 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 2 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 0,5 0,0 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 7 9 10 8 8 6 5 5 Bicommunautaire teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Waalse topsporters/teams 0 0 0 0 0 0 1 1 Totaal aantal behaalde indexpunten 7 9 10 8 8 6 6 6 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen 1 1 1 1 1 1 1 1 Wereldkampioenschappen 1 1 1-0 1 1 - Olympische Spelen - - - 1 - - - 1 Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 1.824 1.824 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-OS 240 240 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-OS doorheen de Olympiade 8 5 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 0,44% 0,27% Vlaams Bicommunautair Waals 50 45 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 7.000 12.000 14.000 7.000 8.000 15.000 17.000 10.000 Loon topsporters 26.000 25.000 26.000 42.000 27.000 27.000 27.000 31.000 Loon trainers 0 0 0 0 0 0 0 0 Organisatie van topsportevenementen 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 33.000 37.000 40.000 49.000 35.000 42.000 44.000 41.000 500.000 400.000 300.000 100% 80% 60% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 33.000 37.000 40.000 49.000 35.000 42.000 44.000 40.000 Programma's middellange termijn 0 0 0 0 0 0 0 0 Programma's lange termijn 0 0 0 0 0 0 0 0 Organisatie topsportevenementen 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 33.000 37.000 40.000 49.000 35.000 42.000 44.000 40.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 200.000 100.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 40% 20% 0% Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Vlaamse Vereniging voor Golf Golf # Olympische medaille-events 2 Bijlage 2.8 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) - - - - - - - Resultaten (2009-2012) - - - - - - - Doelstellingen (2013-2016) - - 0 0 0 0 0 Resultaten (2013-2016) - - 0 0 0 1 8 Realisatie nvt nvt 50 45 40 35 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn - - - - 0 0 0 0 Resultaten korte termijn - - - - 0 0 0 8 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen - - - - - - - - Wereldkampioenschappen (Major) Olympische Spelen - - - - - - 30 25 20 15 10 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters - 6 1 2 5 6 7 8 Beloftevolle jongeren - 16 19 29 24 33 45 36 Geïdentificeerde topsporttalenten - 6 15 24 35 26 22 17 Totaal aantal geregistreerde topsporters - 28 35 55 64 65 74 61 # VTE ondersteunde topsporttrainers 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 0 0 0 0 0 0 0 0 Topsportstudentenproject 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 0 0 0 0 0 0 0 0 100 80 60 40 Elitesporters Geïdentificeerde topsporttalenten Beloftevolle jongeren # VTE ondersteunde topsporttrainers 10,0 8,0 6,0 4,0 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 20 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2,0 0,0 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams - - - - 0 0 0 8 Bicommunautaire teams - - - - 0 0 0 0 Waalse topsporters/teams - - - - 0 0 0 0 Totaal aantal behaalde indexpunten nvt nvt nvt nvt 0 0 0 8 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen - - - - - - - - Wereldkampioenschappen (Major) - - - - 0 0 0 1 Olympische Spelen - - - - - - - 1 Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land - 288 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-OS - 288 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-OS doorheen de Olympiade - 8 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land nvt 2,78% Vlaams Bicommunautair Waals 50 45 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 0 125.000 67.000 117.000 137.000 143.000 157.000 135.000 Loon topsporters 0 0 0 0 0 0 0 0 Loon trainers 0 20.000 59.000 17.000 6.000 18.000 15.000 24.000 Organisatie van topsportevenementen 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 0 145.000 126.000 134.000 143.000 161.000 172.000 159.000 500.000 400.000 300.000 100% 80% 60% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 0 1.000 0 0 24.000 24.000 0 71.000 Programma's middellange termijn 0 59.000 54.000 5.000 60.000 91.000 95.000 47.000 Programma's lange termijn 0 85.000 72.000 129.000 59.000 46.000 77.000 41.000 Organisatie topsportevenementen 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 0 145.000 126.000 134.000 143.000 161.000 172.000 159.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost nvt 1% 0% 0% 17% 15% 0% 45% 200.000 100.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 40% 20% 0% Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Gymnastiekfederatie Vlaanderen Gymnastiek # Olympische medaille-events 18 Bijlage 2.9 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) 3 0 0 0 0 0 9 Resultaten (2009-2012) 0 10 0 1 0 0 16 Doelstellingen (2013-2016) 4 11 3 4 1 1 91 Resultaten (2013-2016) 0 6 0 0 0 1 16 Realisatie 177,8% 17,6% 50 45 40 35 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 0 3 3 3 16 16 18 41 Resultaten korte termijn 4 4 3 5 1 4 0 11 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen nvt 122% 100% 167% 6% 25% 0% 27% 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen - - Olympische Spelen - - - - - - 30 25 20 15 10 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 20 24 20 30 37 24 17 26 Beloftevolle jongeren 28 41 35 16 10 12 16 22 Geïdentificeerde topsporttalenten - - 71 146 169 174 122 106 Totaal aantal geregistreerde topsporters 48 65 126 192 216 210 155 154 # VTE ondersteunde topsporttrainers 11,5 13,8 14,1 14,2 12,6 14,5 13,5 12,5 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 2 2 1 2 2 2 2 1 Topsportstudentenproject 5 4 2 3 2 3 4 4 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 7 6 3 5 4 5 6 5 250 200 150 100 Elitesporters Geïdentificeerde topsporttalenten Beloftevolle jongeren # VTE ondersteunde topsporttrainers 25,0 20,0 15,0 10,0 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 1,0 1,3 2,7 3,3 4,0 4,0 3,0 2,0 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 10,5 12,5 11,4 10,9 8,6 10,5 10,5 10,5 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 11,5 13,8 14,1 14,2 12,6 14,5 13,5 12,5 50 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 5,0 0,0 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 6 10 12 16 13 13 10 16 Bicommunautaire teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Waalse topsporters/teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal behaalde indexpunten 6 10 12 16 13 13 10 16 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen 9 12 12 12 7 14 7 11 Wereldkampioenschappen 2 14 15-14 14 14 - Olympische Spelen - - - 2 - - - 8 Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 3.476 3.476 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-OS 3.356 3.386 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-OS doorheen de Olympiade 24 16 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 0,69% 0,46% Vlaams Bicommunautair Waals 50 45 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 424.000 495.000 507.000 505.000 600.000 548.000 544.000 537.000 Loon topsporters 130.000 135.000 86.000 119.000 156.000 119.000 237.000 114.000 Loon trainers 594.000 644.000 809.000 741.000 729.000 719.000 735.000 703.000 Organisatie van topsportevenementen 71.000 88.000 148.000 90.000 200.000 0 13.000 7.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 1.219.000 1.362.000 1.550.000 1.455.000 1.685.000 1.386.000 1.529.000 1.361.000 Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 544.000 544.000 678.000 678.000 777.000 577.000 731.000 645.000 Programma's middellange termijn 365.000 415.000 397.000 398.000 408.000 517.000 437.000 411.000 Programma's lange termijn 239.000 315.000 327.000 289.000 300.000 292.000 348.000 298.000 Organisatie topsportevenementen 71.000 88.000 148.000 90.000 200.000 0 13.000 7.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 1.219.000 1.362.000 1.550.000 1.455.000 1.685.000 1.386.000 1.529.000 1.361.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 47% 43% 48% 50% 52% 42% 48% 48% 2.000.000 1.750.000 1.500.000 1.250.000 1.000.000 750.000 500.000 250.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 100% 80% 60% 40% 20% 0% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Vlaamse Hockey Liga Hockey # Olympische medaille-events 2 Bijlage 2.10 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) - - - - - - - Resultaten (2009-2012) 0 3 0 0 0 1 42 Doelstellingen (2013-2016) 1 1 0 1 1 1 72 Resultaten (2013-2016) 1 3 0 1 1 0 66 Realisatie nvt 91,7% 50 45 40 35 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn - - - - 12 12 0 48 Resultaten korte termijn 6 0 12 24 12 12 6 36 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen nvt nvt nvt nvt 100% 100% nvt 75% 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen - - - - Wereldkampioenschappen - - - - - - Olympische Spelen - - - - - - 30 25 20 15 10 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters - - - - 24 23 24 22 Beloftevolle jongeren - - - - 29 26 18 22 Geïdentificeerde topsporttalenten - - - - - - - - Totaal aantal geregistreerde topsporters nvt nvt nvt nvt 53 49 42 44 # VTE ondersteunde topsporttrainers 0,0 1,0 1,0 1,0 7,0 7,0 7,0 7,0 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport - - - - 0 0 5 5 Topsportstudentenproject - - - - 0 0 1 1 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters nvt nvt nvt nvt 0 0 6 6 100 80 60 40 Elitesporters Geïdentificeerde topsporttalenten Beloftevolle jongeren # VTE ondersteunde topsporttrainers 10,0 8,0 6,0 4,0 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 0,0 0,0 0,0 0,0 2,0 2,0 2,0 2,0 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 0,0 1,0 1,0 1,0 5,0 5,0 5,0 5,0 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 0,0 1,0 1,0 1,0 7,0 7,0 7,0 7,0 20 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2,0 0,0 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Bicommunautaire teams 24 24 18 42 60 84 84 132 Waalse topsporters/teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal behaalde indexpunten 24 24 18 42 60 84 84 132 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen 1-2 - 2-2 - Wereldkampioenschappen - 0 - - - 2 - - Olympische Spelen - - - 2 - - - 1 Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 360 360 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-OS 360 360 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-OS doorheen de Olympiade 42 66 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 11,67% 18,33% Vlaams Bicommunautair Waals 200 180 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 160 140 120 100 80 60 40 20 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 644.000 278.000 258.000 455.000 746.000 770.000 773.000 735.000 Loon topsporters 0 0 0 0 0 0 115.000 95.000 Loon trainers 0 43.000 43.000 40.000 585.000 525.000 520.000 535.000 Organisatie van topsportevenementen 0 0 0 0 85.000 0 85.000 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 644.000 321.000 301.000 495.000 1.416.000 1.295.000 1.493.000 1.365.000 Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 322.000 0 0 145.000 516.000 613.000 693.000 690.000 Programma's middellange termijn 322.000 321.000 301.000 350.000 719.000 641.000 674.000 634.000 Programma's lange termijn 0 0 0 0 96.000 41.000 41.000 41.000 Organisatie topsportevenementen 0 0 0 0 85.000 0 85.000 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 644.000 321.000 301.000 495.000 1.416.000 1.295.000 1.493.000 1.365.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 50% 0% 0% 29% 39% 47% 49% 51% 2.000.000 1.750.000 1.500.000 1.250.000 1.000.000 750.000 500.000 250.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 100% 80% 60% 40% 20% 0% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Vlaamse Judofederatie Judo # Olympische medaille-events 14 Bijlage 2.11 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) 5 4 4 2 1 1 88 Resultaten (2009-2012) 4 2 1 2 0 2 43 Doelstellingen (2013-2016) 5 5 0 4 1 1 63 Resultaten (2013-2016) 1 3 1 1 1 0 41 Realisatie 48,9% 65,1% 50 45 40 35 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 16 16 16 40 6 8 12 37 Resultaten korte termijn 14 7 6 8 10 3 3 25 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen 88% 44% 40% 20% 167% 33% 25% 68% 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen - - Olympische Spelen - - - - - - 30 25 20 15 10 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 6 6 5 5 7 8 9 7 Beloftevolle jongeren 15 24 34 39 27 17 20 35 Geïdentificeerde topsporttalenten - 25 12 23 33 33 37 25 Totaal aantal geregistreerde topsporters 21 55 51 67 67 58 66 67 # VTE ondersteunde topsporttrainers 4,2 4,8 5,7 6,1 5,1 6,6 6,8 6,0 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 4 5 5 4 3 2 2 2 Topsportstudentenproject 1 0 0 0 0 1 1 1 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 5 5 5 4 3 3 3 3 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 1,5 1,5 2,0 2,2 1,2 2,6 2,5 2,5 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 2,7 3,3 3,7 3,9 3,9 4,0 4,3 3,5 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 4,2 4,8 5,7 6,1 5,1 6,6 6,8 6,0 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Elitesporters Beloftevolle jongeren Geïdentificeerde topsporttalenten # VTE ondersteunde topsporttrainers 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 46 47 48 35 31 27 24 41 Bicommunautaire teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Waalse topsporters/teams 1 4 7 37 53 51 63 40 Totaal aantal behaalde indexpunten 47 51 55 72 84 78 87 81 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen 3 3 4 4 5 3 7 6 Wereldkampioenschappen 6 4 4-3 3 3 - Olympische Spelen - - - 3 - - - 2 Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 1.464 1.464 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-OS 852 924 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-OS doorheen de Olympiade 43 41 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 2,94% 2,80% Vlaams Bicommunautair Waals 200 180 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 160 140 120 100 80 60 40 20 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 537.000 608.000 590.000 566.000 592.000 610.000 529.000 534.000 Loon topsporters 129.000 184.000 213.000 184.000 151.000 129.000 131.000 160.000 Loon trainers 243.000 298.000 315.000 273.000 295.000 397.000 421.000 375.000 Organisatie van topsportevenementen 8.000 5.000 8.000 0 0 0 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 917.000 1.095.000 1.126.000 1.023.000 1.038.000 1.136.000 1.081.000 1.069.000 Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 458.000 614.000 668.000 472.000 503.000 587.000 575.000 590.000 Programma's middellange termijn 203.000 204.000 214.000 264.000 203.000 238.000 187.000 211.000 Programma's lange termijn 248.000 272.000 236.000 287.000 332.000 311.000 319.000 268.000 Organisatie topsportevenementen 8.000 5.000 8.000 0 0 0 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 917.000 1.095.000 1.126.000 1.023.000 1.038.000 1.136.000 1.081.000 1.069.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 50% 56% 60% 46% 48% 52% 53% 55% 1.500.000 1.250.000 1.000.000 750.000 500.000 250.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 100% 80% 60% 40% 20% 0% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Vlaamse Kano en Kajak Federatie Kajak # Olympische medaille-events 16 Bijlage 2.12 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) 0 16 0 8 0 4 93 Resultaten (2009-2012) 0 2 0 2 0 0 11 Doelstellingen (2013-2016) 3 7 2 4 1 2 70 Resultaten (2013-2016) 0 2 0 1 0 0 7 Realisatie 11,8% 10,0% 50 45 40 35 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 17 17 17 42 8 10 12 40 Resultaten korte termijn 7 0 4 0 4 1 0 2 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen 38% 0% 24% 0% 50% 10% 0% 4% 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen 30 25 20 15 10 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 4 5 4 4 4 5 9 5 Beloftevolle jongeren 7 8 10 11 13 7 9 3 Geïdentificeerde topsporttalenten - - 5 11 1 25 - - Totaal aantal geregistreerde topsporters 11 13 19 26 18 37 18 8 # VTE ondersteunde topsporttrainers 1,1 2,3 2,6 2,4 3,0 2,9 2,6 2,8 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 4 4 4 4 2 2 0 0 Topsportstudentenproject 1 2 1 1 1 0 0 0 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 5 6 5 5 3 2 0 0 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 0,1 1,3 1,6 1,4 2,0 1,9 1,6 1,8 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 1,1 2,3 2,6 2,4 3,0 2,9 2,6 2,8 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Elitesporters Beloftevolle jongeren Geïdentificeerde topsporttalenten # VTE ondersteunde topsporttrainers 4,0 3,5 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 12 12 12 11 8 9 5 7 Bicommunautaire teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Waalse topsporters/teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal behaalde indexpunten 12 12 12 11 8 9 5 7 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen 2 2 1 1 2 1 0 2 Wereldkampioenschappen 2 3 2-4 2 4 - Olympische Spelen - - - 2 - - - 1 Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 1.236 1.236 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-OS 300 450 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-OS doorheen de Olympiade 11 7 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 0,89% 0,57% Vlaams Bicommunautair Waals 50 45 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 206.000 271.000 291.000 255.000 203.000 201.000 206.000 221.000 Loon topsporters 147.000 137.000 167.000 156.000 72.000 90.000 37.000 14.000 Loon trainers 122.000 174.000 190.000 186.000 234.000 234.000 209.000 209.000 Organisatie van topsportevenementen 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 475.000 582.000 648.000 597.000 509.000 525.000 452.000 444.000 Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 382.000 374.000 411.000 356.000 291.000 302.000 249.000 185.000 Programma's middellange termijn 61.000 94.000 107.000 132.000 149.000 152.000 157.000 186.000 Programma's lange termijn 32.000 114.000 130.000 109.000 69.000 71.000 46.000 73.000 Organisatie topsportevenementen 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 475.000 582.000 648.000 597.000 509.000 525.000 452.000 444.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 80% 64% 63% 60% 57% 58% 55% 42% 1.000.000 900.000 800.000 700.000 600.000 500.000 400.000 300.000 200.000 100.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 100% 80% 60% 40% 20% 0% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Vlaamse Kunstschaatsen Bond Kunstschaatsen # Olympische medaille-events 5 Bijlage 2.13 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) - - - - - - - Resultaten (2009-2012) 1 2 0 1 0 0 7 Doelstellingen (2013-2016) - - - - - - - Resultaten (2013-2016) 0 0 0 1 0 0 2 Realisatie nvt nvt 50 45 40 35 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 0 0 0 0 0 0 0 0 Resultaten korte termijn 3 2 2 0 0 0 0 2 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen - - - - - - 30 25 20 15 10 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 1 1 1 1 1 1 1 1 Beloftevolle jongeren 0 0 0 0 0 0 0 0 Geïdentificeerde topsporttalenten 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal geregistreerde topsporters 1 1 1 1 1 1 1 1 # VTE ondersteunde topsporttrainers 0,0 0,4 0,2 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 1 1 1 1 1 1 1 0 Topsportstudentenproject 0 0 0 1 1 0 1 1 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 1 1 1 2 2 1 2 1 10 8 6 4 Elitesporters Geïdentificeerde topsporttalenten Beloftevolle jongeren # VTE ondersteunde topsporttrainers 2,5 2,0 1,5 1,0 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 0,0 0,0 0,0 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 0,0 0,4 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 0,0 0,4 0,2 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 2 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 0,5 0,0 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 10 11 10 7 4 2 0 2 Bicommunautaire teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Waalse topsporters/teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal behaalde indexpunten 10 11 10 7 4 2 0 2 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen 1 1 2 2 1 2 1 2 Wereldkampioenschappen 1 1 2 1 2 2 0 1 Olympische Spelen - 1 - - - 1 - - Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 1.008 1.008 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-OS 360 360 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-OS doorheen de Olympiade 7 2 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 0,69% 0,20% Vlaams Bicommunautair Waals 50 45 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 59.000 147.000 69.000 59.000 88.000 20.000 52.000 65.000 Loon topsporters 32.000 32.000 32.000 29.000 33.000 34.000 26.000 28.000 Loon trainers 0 12.000 14.000 36.000 0 34.000 0 0 Organisatie van topsportevenementen 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 91.000 191.000 115.000 124.000 121.000 88.000 78.000 93.000 500.000 400.000 300.000 100% 80% 60% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 58.000 161.000 65.000 72.000 71.000 88.000 78.000 93.000 Programma's middellange termijn 33.000 30.000 50.000 52.000 50.000 0 0 0 Programma's lange termijn 0 0 0 0 0 0 0 0 Organisatie topsportevenementen 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 91.000 191.000 115.000 124.000 121.000 88.000 78.000 93.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 64% 84% 57% 58% 59% 100% 100% 100% 200.000 100.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 40% 20% 0% Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Vlaamse Liga Paardensport Paardensport # Olympische medaille-events 6 Bijlage 2.14 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) 1 5 1 2 0 4 95 Resultaten (2009-2012) 1 3 1 2 0 0 43 Doelstellingen (2013-2016) 3 2 1 2 1 3 126 Resultaten (2013-2016) 0 3 0 1 0 0 16 Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 6 44 5 40 14 40 16 56 Resultaten korte termijn 10 32 2 0 8 8 0 0 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen 158% 73% 30% 0% 54% 20% 0% 0% Realisatie 45,3% 12,7% 60 50 40 30 20 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen - - - - Wereldkampioenschappen - - - - - - Olympische Spelen - - - - - - 10 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 8 9 14 18 21 37 33 30 Beloftevolle jongeren 8 15 2 0 2 36 36 6 Geïdentificeerde topsporttalenten - 2 0 0 0 0 0 29 Totaal aantal geregistreerde topsporters 16 26 16 18 23 73 69 65 # VTE ondersteunde topsporttrainers 0,0 0,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 2 2 2 2 3 2 3 2 Topsportstudentenproject 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 2 2 2 2 3 2 3 2 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 0,0 0,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 0,0 0,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Elitesporters Beloftevolle jongeren Geïdentificeerde topsporttalenten # VTE ondersteunde topsporttrainers 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 38 22 13 13 14 14 14 14 Bicommunautaire teams 21 57 60 60 54 6 3 3 Waalse topsporters/teams 2 26 26 26 24 0 6 6 Totaal aantal behaalde indexpunten 61 105 99 99 92 20 23 23 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen 6-6 - 6-6 - Wereldkampioenschappen - 6 - - - 6 - - Olympische Spelen - - - 5 - - - 3 Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 870 870 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-OS 870 870 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-OS doorheen de Olympiade 70 17 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 8,05% 1,95% Vlaams Bicommunautair Waals 200 180 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 160 140 120 100 80 60 40 20 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 296.000 424.000 315.000 315.000 430.000 471.000 484.000 486.000 Loon topsporters 193.000 102.000 70.000 72.000 80.000 75.000 103.000 58.000 Loon trainers 0 0 100.000 50.000 85.000 85.000 85.000 85.000 Organisatie van topsportevenementen 195.000 150.000 140.000 138.000 227.000 163.000 157.000 156.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 684.000 676.000 625.000 575.000 822.000 794.000 829.000 785.000 Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 462.000 481.000 465.000 437.000 595.000 612.000 646.000 602.000 Programma's middellange termijn 27.000 45.000 20.000 0 0 19.000 26.000 27.000 Programma's lange termijn 0 0 0 0 0 0 0 0 Organisatie topsportevenementen 195.000 150.000 140.000 138.000 227.000 163.000 157.000 156.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 684.000 676.000 625.000 575.000 822.000 794.000 829.000 785.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 94% 91% 96% 100% 100% 97% 96% 96% 1.000.000 900.000 800.000 700.000 600.000 500.000 400.000 300.000 200.000 100.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 100% 80% 60% 40% 20% 0% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Vlaamse Roeiliga Roeien # Olympische medaille-events 14 Bijlage 2.15 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) 0 3 0 8 0 3 65 Resultaten (2009-2012) 0 2 0 1 0 0 6 Doelstellingen (2013-2016) 0 8 0 4 0 2 63 Resultaten (2013-2016) 0 5 0 1 0 1 15 Realisatie 9,2% 23,8% 50 45 40 35 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 10 10 13 32 10 10 16 27 Resultaten korte termijn 4 2 0 0 1 3 1 10 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen 42% 15% 0% 0% 10% 35% 5% 37% 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen - - Olympische Spelen - - - - - - 30 25 20 15 10 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 5 13 8 6 2 2 3 3 Beloftevolle jongeren 17 8 6 4 7 3 6 7 Geïdentificeerde topsporttalenten - 3 7 5 8 14 16 9 Totaal aantal geregistreerde topsporters 22 24 21 15 17 19 25 19 # VTE ondersteunde topsporttrainers 1,2 2,5 1,7 1,8 0,9 0,9 1,3 1,5 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 5 9 7 1 0 0 0 0 Topsportstudentenproject 1 1 1 0 1 1 2 1 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 6 10 8 1 1 1 2 1 30 25 20 15 10 Elitesporters Geïdentificeerde topsporttalenten Beloftevolle jongeren # VTE ondersteunde topsporttrainers 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 1,0 1,4 0,7 0,8 0,5 0,5 0,3 0,5 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 0,2 1,1 1,0 1,0 0,4 0,4 1,0 1,0 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 1,2 2,5 1,7 1,8 0,9 0,9 1,3 1,5 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 0,5 0,0 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 41 35 29 6 2 4 5 14 Bicommunautaire teams 8 8 2 0 0 0 0 0 Waalse topsporters/teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal behaalde indexpunten 49 43 31 6 2 4 5 14 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen 1 3 1 2 1 1 2 2 Wereldkampioenschappen 3 2 4-0 1 2 - Olympische Spelen - - - 1 - - - 1 Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 1.212 1.212 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-OS 492 312 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-OS doorheen de Olympiade 6 15 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 0,50% 1,24% Vlaams Bicommunautair Waals 100 90 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 343.000 340.000 338.000 320.000 112.000 130.000 115.000 116.000 Loon topsporters 175.000 228.000 300.000 53.000 6.000 17.000 46.000 31.000 Loon trainers 143.000 186.000 141.000 128.000 40.000 56.000 67.000 77.000 Organisatie van topsportevenementen 0 0 0 0 0 14.000 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 661.000 754.000 779.000 501.000 158.000 217.000 228.000 224.000 Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 516.000 505.000 579.000 282.000 59.000 101.000 123.000 125.000 Programma's middellange termijn 120.000 161.000 126.000 123.000 42.000 47.000 26.000 40.000 Programma's lange termijn 25.000 88.000 74.000 96.000 57.000 55.000 79.000 59.000 Organisatie topsportevenementen 0 0 0 0 0 14.000 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 661.000 754.000 779.000 501.000 158.000 217.000 228.000 224.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 78% 67% 74% 56% 37% 50% 54% 56% 1.000.000 900.000 800.000 700.000 600.000 500.000 400.000 300.000 200.000 100.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 100% 80% 60% 40% 20% 0% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Vlaamse Schermbond Schermen # Olympische medaille-events 10 Bijlage 2.16 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) 0 0 0 0 0 0 0 Resultaten (2009-2012) 0 0 0 0 0 0 0 Doelstellingen (2013-2016) 1 2 0 2 0 1 18 Resultaten (2013-2016) 0 0 0 0 0 0 0 Realisatie nvt 0,0% 50 45 40 35 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 0 0 0 0 0 2 3 13 Resultaten korte termijn 0 0 0 0 0 0 0 0 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen nvt nvt nvt nvt nvt 0% 0% 0% 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen - - Olympische Spelen - - - - - - 30 25 20 15 10 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 2 2 3 3 3 1 1 1 Beloftevolle jongeren 4 3 4 5 12 19 19 23 Geïdentificeerde topsporttalenten - 21 21 38 26 24 18 47 Totaal aantal geregistreerde topsporters 6 26 28 46 41 44 38 71 # VTE ondersteunde topsporttrainers 0,8 1,1 2,5 2,5 2,8 2,9 3,0 3,0 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 0 0 1 1 1 1 1 1 Topsportstudentenproject 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 0 0 1 1 1 1 1 1 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 0,0 0,0 0,0 0,0 0,5 0,5 0,5 0,5 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 0,8 1,1 2,5 2,5 2,3 2,4 2,5 2,5 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 0,8 1,1 2,5 2,5 2,8 2,9 3,0 3,0 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Elitesporters Beloftevolle jongeren Geïdentificeerde topsporttalenten # VTE ondersteunde topsporttrainers 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Bicommunautaire teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Waalse topsporters/teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal behaalde indexpunten 0 0 0 0 0 0 0 0 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen 1 2 1 2 1 1 1 2 Wereldkampioenschappen 1 1 1-1 1 1 - Olympische Spelen - - - 0 - - - 1 Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 1.464 1.464 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-OS 552 736 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-OS doorheen de Olympiade 0 0 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 0,00% 0,00% Vlaams Bicommunautair Waals 50 45 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 68.000 81.000 96.000 92.000 121.000 142.000 135.000 139.000 Loon topsporters 0 0 10.000 39.000 41.000 31.000 10.000 38.000 Loon trainers 32.000 44.000 102.000 107.000 122.000 152.000 158.000 163.000 Organisatie van topsportevenementen 8.000 8.000 8.000 8.000 8.000 12.000 6.000 12.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 108.000 133.000 216.000 246.000 292.000 337.000 309.000 352.000 500.000 400.000 300.000 100% 80% 60% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 21.000 33.000 52.000 59.000 78.000 85.000 58.000 79.000 Programma's middellange termijn 12.000 16.000 15.000 13.000 26.000 33.000 46.000 44.000 Programma's lange termijn 67.000 76.000 141.000 166.000 180.000 207.000 199.000 217.000 Organisatie topsportevenementen 8.000 8.000 8.000 8.000 8.000 12.000 6.000 12.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 108.000 133.000 216.000 246.000 292.000 337.000 309.000 352.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 21% 26% 25% 25% 27% 26% 19% 23% 200.000 100.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 40% 20% 0% Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Vlaamse Snelschaatsbond Snelschaatsen # Olympische medaille-events 12 Bijlage 2.17 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) - - - - - - - Resultaten (2009-2012) - - 1 0 0 0 12 Doelstellingen (2013-2016) - - - - - - - Resultaten (2013-2016) - - 0 7 0 2 36 Realisatie nvt nvt 50 45 40 35 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 0 0 0 0 0 0 0 0 Resultaten korte termijn 0 0 0 0 5 21 27 36 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen - - - - - - - - Wereldkampioenschappen - - Olympische Spelen - - - - - - 30 25 20 15 10 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 0 0 0 0 2 2 2 2 Beloftevolle jongeren 0 0 0 0 0 0 0 0 Geïdentificeerde topsporttalenten 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal geregistreerde topsporters 0 0 0 0 2 2 2 2 # VTE ondersteunde topsporttrainers 0,0 0,0 0,0 0,0 1,4 1,6 1,6 1,6 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 0 0 0 0 1 1 1 1 Topsportstudentenproject 0 0 0 0 1 1 1 1 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 0 0 0 0 2 2 2 2 10 8 6 4 Elitesporters Geïdentificeerde topsporttalenten Beloftevolle jongeren # VTE ondersteunde topsporttrainers 2,5 2,0 1,5 1,0 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 0,0 0,0 0,0 0,0 1,4 1,6 1,6 1,6 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 0,0 0,0 0,0 0,0 1,4 1,6 1,6 1,6 2 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 0,5 0,0 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 0 0 0 0 5 21 27 36 Bicommunautaire teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Waalse topsporters/teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal behaalde indexpunten 0 0 0 0 5 21 27 36 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen - - - - - - - - Wereldkampioenschappen 1-1 3 5-6 7 Olympische Spelen - 6 - - - 6 - - Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 1.372 1.600 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-OS 440 888 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-OS doorheen de Olympiade 12 36 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 0,87% 2,25% Vlaams Bicommunautair Waals 50 45 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 0 0 30.000 67.000 80.000 71.000 63.000 53.000 Loon topsporters 0 0 0 0 37.000 82.000 86.000 86.000 Loon trainers 0 0 20.000 30.000 50.000 75.000 75.000 50.000 Organisatie van topsportevenementen 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport nvt nvt 50.000 97.000 167.000 228.000 224.000 189.000 500.000 400.000 300.000 100% 80% 60% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 0 0 50.000 97.000 167.000 228.000 224.000 189.000 Programma's middellange termijn 0 0 0 0 0 0 0 0 Programma's lange termijn 0 0 0 0 0 0 0 0 Organisatie topsportevenementen 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 0 0 50.000 97.000 167.000 228.000 224.000 189.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost nvt nvt 100% 100% 100% 100% 100% 100% 200.000 100.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 40% 20% 0% Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Sneeuwsport Vlaanderen Snowboard # Olympische medaille-events 10 Bijlage 2.18 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) - - 2 1 0 0 28 Resultaten (2009-2012) - - 1 0 0 0 18 Doelstellingen (2013-2016) - - 0 3 1 0 36 Resultaten (2013-2016) - - 1 2 0 0 7 Realisatie 64,3% 19,4% 50 45 40 35 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 4 0 12 12 4 24 8 0 Resultaten korte termijn 0 0 6 12 0 0 3 4 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen 0% nvt 50% 100% 0% 0% 33% nvt 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen - - - - - - - - Wereldkampioenschappen - - - Olympische Spelen - - - - - - 30 25 20 15 10 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 6 3 2 2 2 3 3 3 Beloftevolle jongeren 2 4 4 4 3 6 5 5 Geïdentificeerde topsporttalenten - 0 10 9 8 5 8 6 Totaal aantal geregistreerde topsporters 8 7 16 15 13 14 16 14 # VTE ondersteunde topsporttrainers 1,4 1,8 1,5 1,5 2,1 2,5 2,5 2,5 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 0 0 1 1 1 1 2 2 Topsportstudentenproject 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 0 0 1 1 1 1 2 2 30 25 20 15 10 Elitesporters Geïdentificeerde topsporttalenten Beloftevolle jongeren # VTE ondersteunde topsporttrainers 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 0,4 0,8 0,5 0,5 1,1 1,5 1,5 1,5 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 1,4 1,8 1,5 1,5 2,1 2,5 2,5 2,5 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 0,5 0,0 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 0 0 6 18 18 18 15 7 Bicommunautaire teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Waalse topsporters/teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal behaalde indexpunten 0 0 6 18 18 18 15 7 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen - - - - - - - - Wereldkampioenschappen 1-2 1 2-5 2 Olympische Spelen - 0 - - - 1 - - Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 1.400 1.680 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-OS 320 480 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-OS doorheen de Olympiade 6 19 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 0,43% 1,13% Vlaams Bicommunautair Waals 50 45 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 144.000 140.000 142.000 141.000 290.000 296.000 244.000 254.000 Loon topsporters 15.000 0 3.000 33.000 34.000 34.000 61.000 64.000 Loon trainers 136.000 75.000 82.000 83.000 116.000 151.000 152.000 151.000 Organisatie van topsportevenementen 0 0 0 23.000 0 0 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 295.000 215.000 227.000 280.000 440.000 481.000 457.000 469.000 500.000 400.000 300.000 100% 80% 60% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 134.000 87.000 103.000 154.000 259.000 228.000 251.000 263.000 Programma's middellange termijn 92.000 62.000 67.000 61.000 75.000 135.000 119.000 132.000 Programma's lange termijn 69.000 66.000 57.000 42.000 106.000 118.000 87.000 74.000 Organisatie topsportevenementen 0 0 0 23.000 0 0 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 295.000 215.000 227.000 280.000 440.000 481.000 457.000 469.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 45% 40% 45% 60% 59% 47% 55% 56% 200.000 100.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 40% 20% 0% Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Vlaamse Taekwondo Bond Taekwondo # Olympische medaille-events 8 Bijlage 2.19 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) 0 0 0 0 0 0 0 Resultaten (2009-2012) 0 0 0 0 0 0 0 Doelstellingen (2013-2016) 2 3 0 1 0 1 30 Resultaten (2013-2016) 4 2 1 0 0 2 36 Realisatie nvt 120,0% 50 45 40 35 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 0 0 0 0 0 6 4 20 Resultaten korte termijn 0 0 0 4 6 26 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen nvt nvt nvt nvt nvt 67% 150% 130% 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen - - - - Wereldkampioenschappen - - - - Olympische Spelen - - - - - - 30 25 20 15 10 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 3 2 5 3 1 1 1 5 Beloftevolle jongeren 6 18 9 5 0 8 6 4 Geïdentificeerde topsporttalenten - 0 3 6 6 2 2 3 Totaal aantal geregistreerde topsporters 9 20 17 14 7 11 9 12 # VTE ondersteunde topsporttrainers 0,0 1,2 1,2 2,0 1,8 2,0 2,0 2,3 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 0 0 0 0 0 1 2 2 Topsportstudentenproject 0 0 0 0 0 1 1 1 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 0 0 0 0 0 2 3 3 30 25 20 15 10 Elitesporters Geïdentificeerde topsporttalenten Beloftevolle jongeren # VTE ondersteunde topsporttrainers 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 0,0 0,0 0,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 0,0 1,2 1,2 1,0 0,8 1,0 1,0 1,3 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 0,0 1,2 1,2 2,0 1,8 2,0 2,0 2,3 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 0,5 0,0 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 0 0 0 0 0 4 10 36 Bicommunautaire teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Waalse topsporters/teams 3 0 0 0 0 1 9 12 Totaal aantal behaalde indexpunten 3 0 0 0 0 5 19 48 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen - 2-0 - 2-4 Wereldkampioenschappen 3-0 - 1-3 - Olympische Spelen - - - 0 - - - 2 Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 486 486 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-OS 96 180 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-OS doorheen de Olympiade 0 36 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 0,00% 7,41% Vlaams Bicommunautair Waals 50 45 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 68.000 75.000 91.000 97.000 127.000 244.000 180.000 210.000 Loon topsporters 0 0 0 0 0 25.000 42.000 59.000 Loon trainers 8.000 50.000 54.000 87.000 66.000 54.000 120.000 125.000 Organisatie van topsportevenementen 0 0 0 4.000 3.000 0 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 76.000 125.000 145.000 188.000 196.000 323.000 342.000 394.000 500.000 400.000 300.000 100% 80% 60% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 16.000 14.000 18.000 26.000 55.000 112.000 119.000 159.000 Programma's middellange termijn 36.000 57.000 55.000 67.000 93.000 163.000 174.000 185.000 Programma's lange termijn 23.000 54.000 72.000 91.000 45.000 48.000 49.000 50.000 Organisatie topsportevenementen 0 0 0 4.000 3.000 0 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 75.000 125.000 145.000 188.000 196.000 323.000 342.000 394.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 21% 11% 12% 14% 28% 35% 35% 40% 200.000 100.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 40% 20% 0% Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Vlaamse Tafeltennisliga Tafeltennis # Olympische medaille-events 4 Bijlage 2.20 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) 0 0 0 0 0 0 0 Resultaten (2009-2012) 0 0 0 0 0 0 0 Doelstellingen (2013-2016) 0 0 0 0 0 0 0 Resultaten (2013-2016) 0 0 0 0 0 0 0 Realisatie nvt nvt 50 45 40 35 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 0 0 0 0 0 0 0 0 Resultaten korte termijn 0 0 0 0 0 0 0 0 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen 0 0 0 0 0 0 0 0 Wereldkampioenschappen 0 0 0 0 0 0 0 0 Olympische Spelen - - - - - - 0 0 30 25 20 15 10 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 2 1 2 0 4 2 2 2 Beloftevolle jongeren 10 9 9 3 0 6 3 4 Geïdentificeerde topsporttalenten - 19 18 24 24 21 22 19 Totaal aantal geregistreerde topsporters 12 29 29 27 28 29 27 25 # VTE ondersteunde topsporttrainers 2,6 3,5 3,4 3,4 3,0 2,5 2,5 3,0 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 0 0 1 1 0 0 0 0 Topsportstudentenproject 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 0 0 1 1 0 0 0 0 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 2,6 3,5 3,4 3,4 3,0 2,5 2,5 3,0 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 2,6 3,5 3,4 3,4 3,0 2,5 2,5 3,0 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Elitesporters Beloftevolle jongeren Geïdentificeerde topsporttalenten # VTE ondersteunde topsporttrainers 4,0 3,5 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Bicommunautaire teams 5 5 5 0 0 0 0 0 Waalse topsporters/teams 0 1 1 1 1 0 0 0 Totaal aantal behaalde indexpunten 5 6 6 1 1 0 0 0 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen 4 2 0 0 2 1 3 0 Wereldkampioenschappen 0 1 0 1 0 1 1 2 Olympische Spelen - - - 0 - - - 0 Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 532 532 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-OS 532 356 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-OS doorheen de Olympiade 0 0 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 0,00% 0,00% Vlaams Bicommunautair Waals 50 45 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 179.000 168.000 187.000 177.000 149.000 182.000 198.000 169.000 Loon topsporters 0 0 16.000 5.000 0 0 0 0 Loon trainers 87.000 152.000 157.000 168.000 143.000 111.000 106.000 136.000 Organisatie van topsportevenementen 20.000 19.000 10.000 20.000 10.000 25.000 23.000 24.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 286.000 339.000 370.000 370.000 302.000 318.000 327.000 329.000 500.000 400.000 300.000 100% 80% 60% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 18.000 20.000 42.000 28.000 16.000 6.000 16.000 26.000 Programma's middellange termijn 107.000 120.000 162.000 155.000 129.000 164.000 145.000 141.000 Programma's lange termijn 141.000 180.000 156.000 167.000 147.000 123.000 143.000 138.000 Organisatie topsportevenementen 20.000 19.000 10.000 20.000 10.000 25.000 23.000 24.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 286.000 339.000 370.000 370.000 302.000 318.000 327.000 329.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 7% 6% 12% 8% 5% 2% 5% 9% 200.000 100.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 40% 20% 0% Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Tennis Vlaanderen Tennis # Olympische medaille-events 5 Bijlage 2.21 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) - - 2 8 0 0 11 Resultaten (2009-2012) - - 7 2 0 1 27 Doelstellingen (2013-2016) - - 0 4 1 0 26 Resultaten (2013-2016) - - 1 1 0 0 2 Realisatie 245,5% 7,7% 50 45 40 35 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 3 3 3 2 1 1 1 25 Resultaten korte termijn 5 6 2 9 1 0 1 0 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen 150% 211% 53% 460% 240% 0% 100% 0% 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen - - - - - - - - Wereldkampioenschappen (Grandslam) Olympische Spelen - - - - - - 30 25 20 15 10 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 4 8 9 7 5 10 8 8 Beloftevolle jongeren 1 10 12 12 12 10 10 10 Geïdentificeerde topsporttalenten - 5 52 66 53 46 38 31 Totaal aantal geregistreerde topsporters 5 23 73 85 70 66 56 49 # VTE ondersteunde topsporttrainers 6,8 8,5 8,8 9,0 9,0 9,8 9,5 10,0 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 0 0 0 0 0 0 0 0 Topsportstudentenproject 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 0 0 0 0 0 0 0 0 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 2,0 2,0 2,0 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 5,8 7,5 7,8 8,0 8,0 7,8 7,5 8,0 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 6,8 8,5 8,8 9,0 9,0 9,8 9,5 10,0 100 80 60 40 20 0 Elitesporters Beloftevolle jongeren Geïdentificeerde topsporttalenten # VTE ondersteunde topsporttrainers 12,0 10,0 8,0 6,0 4,0 2,0 0,0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 11 12 12 22 18 12 11 2 Bicommunautaire teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Waalse topsporters/teams 12 7 2 1 1 0 0 0,5 Totaal aantal behaalde indexpunten 23 19 14 23 19 12 11 2,5 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen - - - - - - - - Wereldkampioenschappen (Grandslam) 5 5 5 5 5 3 3 3 Olympische Spelen - - - 2 - - - 2 Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 944 944 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-OS 944 944 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-OS doorheen de Olympiade 27 2 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 2,86% 0,21% Vlaams Bicommunautair Waals 100 90 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 317.000 395.000 348.000 418.000 459.000 364.000 441.000 353.000 Loon topsporters 0 0 0 0 0 0 0 0 Loon trainers 451.000 543.000 543.000 453.000 482.000 581.000 515.000 567.000 Organisatie van topsportevenementen 83.000 129.000 60.000 25.000 85.000 0 62.000 8.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 851.000 1.067.000 951.000 896.000 1.026.000 945.000 1.018.000 928.000 Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 184.000 226.000 190.000 220.000 183.000 290.000 164.000 256.000 Programma's middellange termijn 226.000 264.000 279.000 267.000 211.000 314.000 367.000 303.000 Programma's lange termijn 358.000 448.000 422.000 384.000 547.000 341.000 425.000 361.000 Organisatie topsportevenementen 83.000 129.000 60.000 25.000 85.000 0 62.000 8.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 851.000 1.067.000 951.000 896.000 1.026.000 945.000 1.018.000 928.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 24% 24% 21% 25% 19% 31% 17% 28% 1.500.000 1.250.000 1.000.000 750.000 500.000 250.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 100% 80% 60% 40% 20% 0% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Vlaamse Triatlon en Duatlon Liga Triatlon # Olympische medaille-events 2 Bijlage 2.22 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) 1 4 0 2 0 1 19 Resultaten (2009-2012) 0 0 0 0 0 0 0 Doelstellingen (2013-2016) 0 4 0 0 0 1 12 Resultaten (2013-2016) 0 1 0 2 0 8 11 Realisatie 0,0% 91,7% 50 45 40 35 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 1 3 6 9 1 1 1 9 Resultaten korte termijn 0 0 0 0 1 0 1 9 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen 0% 0% 0% 0% 100% 0% 53% 98% 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen (Triatlon Series) Olympische Spelen - - - - - - 30 25 20 15 10 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 13 15 10 9 4 3 3 3 Beloftevolle jongeren 23 17 6 6 5 5 4 5 Geïdentificeerde topsporttalenten - 9 27 14 14 20 11 14 Totaal aantal geregistreerde topsporters 36 41 43 29 23 28 18 22 # VTE ondersteunde topsporttrainers 2,6 2,7 2,8 2,5 1,5 1,3 0,8 1,5 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 3 3 1 1 2 1 1 0 Topsportstudentenproject 1 1 0 0 0 0 1 1 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 4 4 1 1 2 1 2 1 50 40 30 20 Elitesporters Geïdentificeerde topsporttalenten Beloftevolle jongeren # VTE ondersteunde topsporttrainers 5,0 4,0 3,0 2,0 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 1,0 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 1,6 2,4 2,8 2,5 1,5 1,3 0,8 1,5 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 2,6 2,7 2,8 2,5 1,5 1,3 0,8 1,5 10 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 1,0 0,0 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 0 0 0 0 1 1 2 11 Bicommunautaire teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Waalse topsporters/teams 1 1 1 0 0 0,3 0,3 0,3 Totaal aantal behaalde indexpunten 1 1 1 0 1 1,3 2,3 11,3 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen 2 2 2 2 2 2 2 2 Wereldkampioenschappen (Triatlon Series) 1 2 2 2 2 2 2 2 Olympische Spelen - - - 2 - - - 2 Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 536 536 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-OS 536 536 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-OS doorheen de Olympiade 0 10 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 0,00% 1,87% Vlaams Bicommunautair Waals 50 45 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 206.000 199.000 234.000 267.000 164.000 180.000 180.000 171.000 Loon topsporters 103.000 98.000 0 39.000 52.000 49.000 46.000 24.000 Loon trainers 232.000 206.000 175.000 129.000 79.000 72.000 44.000 124.000 Organisatie van topsportevenementen 33.000 23.000 10.000 10.000 0 0 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 574.000 526.000 419.000 445.000 295.000 301.000 270.000 319.000 Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 334.000 290.000 146.000 164.000 128.000 125.000 135.000 101.000 Programma's middellange termijn 62.000 63.000 98.000 77.000 62.000 74.000 69.000 96.000 Programma's lange termijn 145.000 150.000 165.000 194.000 105.000 102.000 66.000 122.000 Organisatie topsportevenementen 33.000 23.000 10.000 10.000 0 0 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 574.000 526.000 419.000 445.000 295.000 301.000 270.000 319.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 62% 58% 36% 38% 43% 42% 50% 32% 1.000.000 900.000 800.000 700.000 600.000 500.000 400.000 300.000 200.000 100.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 100% 80% 60% 40% 20% 0% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Voetbalfederatie Vlaanderen Voetbal # Olympische medaille-events 2 Bijlage 2.23 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) - - - - - - - Resultaten (2009-2012) 0 0 0 0 0 0 0 Doelstellingen (2013-2016) 0 2 0 2 0 2 60 Resultaten (2013-2016) 0 1 0 1 0 0 18 Realisatie nvt 30,0% 50 45 40 35 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn - - - - 6 12 12 30 Resultaten korte termijn 0 0 0 0 0 12 0 6 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen nvt nvt nvt nvt 0% 100% 0% 20% 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen - - - - Wereldkampioenschappen - - - - Olympische Spelen - - - - - - 30 25 20 15 10 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters - - 0 0 0 0 0 0 Beloftevolle jongeren - - 0 0 0 0 0 0 Geïdentificeerde topsporttalenten - - 510 506 436 348 247 247 Totaal aantal geregistreerde topsporters nvt nvt 510 506 436 348 247 247 # VTE ondersteunde topsporttrainers 1,6 4,8 4,3 4,4 4,0 4,0 4,0 4,0 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 0 0 0 0 0 0 0 0 Topsportstudentenproject 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 0 0 0 0 0 0 0 0 600 500 400 300 200 Elitesporters Geïdentificeerde topsporttalenten Beloftevolle jongeren # VTE ondersteunde topsporttrainers 30,0 25,0 20,0 15,0 10,0 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 1,6 4,8 4,3 4,4 4,0 4,0 4,0 4,0 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 1,6 4,8 4,3 4,4 4,0 4,0 4,0 4,0 100 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 5,0 0,0 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Bicommunautaire teams 24 24 24 0 0 24 24 36 Waalse topsporters/teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal behaalde indexpunten 24 24 24 0 0 24 24 36 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen 0 - - 0 0 - - 1 Wereldkampioenschappen - 0 0 - - 1 0 - Olympische Spelen - - - 0 - - - 0 Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 360 360 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-OS 0 180 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-OS doorheen de Olympiade 0 18 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 0,00% 5,00% Vlaams Bicommunautair Waals 50 45 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 259.000 557.000 521.000 546.000 359.000 312.000 323.000 346.000 Loon topsporters 0 0 0 0 0 0 0 0 Loon trainers 58.000 177.000 161.000 163.000 161.000 193.000 181.000 180.000 Organisatie van topsportevenementen 0 0 0 0 10.000 0 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 317.000 734.000 682.000 709.000 530.000 505.000 504.000 526.000 Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 0 0 0 0 0 0 0 0 Programma's middellange termijn 0 0 0 0 0 0 0 0 Programma's lange termijn 317.000 734.000 682.000 709.000 520.000 505.000 504.000 526.000 Organisatie topsportevenementen 0 0 0 0 10.000 0 0 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 317.000 734.000 682.000 709.000 530.000 505.000 504.000 526.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1.000.000 900.000 800.000 700.000 600.000 500.000 400.000 300.000 200.000 100.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 100% 80% 60% 40% 20% 0% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Vlaamse Volleybalbond Volleybal # Olympische medaille-events 4 Bijlage 2.24 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) 0 0 0 0 0 0 0 Resultaten (2009-2012) 0 3 0 0 0 0 5 Doelstellingen (2013-2016) 0 5 0 0 0 1 39 Resultaten (2013-2016) 1 2 0 0 0 0 30 Realisatie nvt 76,9% 50 45 40 35 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 0 0 0 0 1 1 13 24 Resultaten korte termijn 2 0 2 2 24 0 6 0 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen nvt nvt nvt nvt 2400% 0% 46% 0% 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen - - - - - - 30 25 20 15 10 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 46 38 50 50 42 56 54 69 Beloftevolle jongeren 51 32 28 13 16 14 19 40 Geïdentificeerde topsporttalenten - 0 0 80 92 92 66 37 Totaal aantal geregistreerde topsporters 97 70 78 143 150 162 139 146 # VTE ondersteunde topsporttrainers 6,4 6,8 9,0 8,2 8,1 11,2 12,0 12,0 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 0 2 2 2 0 0 0 0 Topsportstudentenproject 0 0 0 1 0 0 0 0 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 0 2 2 3 0 0 0 0 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 2,2 1,0 1,0 1,5 1,0 2,8 3,0 3,0 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 4,2 5,8 8,0 6,7 7,1 8,4 9,0 9,0 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 6,4 6,8 9,0 8,2 8,1 11,2 12,0 12,0 150 100 50 0 Elitesporters Beloftevolle jongeren Geïdentificeerde topsporttalenten # VTE ondersteunde topsporttrainers 15,0 10,0 5,0 0,0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 9 9 5 5 27 27 32 30 Bicommunautaire teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Waalse topsporters/teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal behaalde indexpunten 9 9 5 5 27 27 32 30 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen 2 1 2 2 2 0 2 1 Wereldkampioenschappen 1 0 0 0 0 2 0 0 Olympische Spelen - - - 0 - - - 0 Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 864 864 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-OS 864 612 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-OS doorheen de Olympiade 5 30 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 0,58% 3,47% Vlaams Bicommunautair Waals 50 45 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 694.000 767.000 674.000 821.000 893.000 913.000 935.000 919.000 Loon topsporters 55.000 69.000 18.000 70.000 0 0 0 0 Loon trainers 387.000 348.000 422.000 428.000 432.000 623.000 640.000 688.000 Organisatie van topsportevenementen 55.000 23.000 42.000 78.000 83.000 283.000 120.000 86.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 1.191.000 1.207.000 1.156.000 1.397.000 1.408.000 1.819.000 1.695.000 1.693.000 Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 600.000 559.000 601.000 530.000 680.000 786.000 826.000 873.000 Programma's middellange termijn 226.000 290.000 139.000 222.000 202.000 259.000 273.000 265.000 Programma's lange termijn 310.000 335.000 374.000 567.000 443.000 491.000 476.000 469.000 Organisatie topsportevenementen 55.000 23.000 42.000 78.000 83.000 283.000 120.000 86.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 1.191.000 1.207.000 1.156.000 1.397.000 1.408.000 1.819.000 1.695.000 1.693.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 53% 47% 54% 40% 51% 51% 52% 54% 2.000.000 1.750.000 1.500.000 1.250.000 1.000.000 750.000 500.000 250.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 100% 80% 60% 40% 20% 0% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Loon topsporters Programmakosten

Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Wielerbond Vlaanderen & Vlaamse wielerploegen Wielrennen # Olympische medaille-events 18 Bijlage 2.24 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij de elites in de Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Topsport index Doelstellingen (2009-2012) 2 12 5 36 2 5 207 Resultaten (2009-2012) 2 9 1 7 0 2 62 Doelstellingen (2013-2016) 0 19 1 23 1 8 155 Resultaten (2013-2016) 4 9 0 9 2 1 98 Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 24 41 36 106 7 11 26 111 Resultaten korte termijn 3 14 18 18 16 12 10 60 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen nvt nvt nvt nvt 229% 109% 37% 54% Realisatie 30,0% 63,2% 120 100 80 60 40 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen - - - - - - 20 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 9 17 16 25 23 22 23 25 Beloftevolle jongeren 23 50 49 40 35 37 31 33 Geïdentificeerde topsporttalenten 23 31 21 21 19 16 13 Vlaamse wielerploegen 48 39 38 32 31 30 30 25 Geregistreerde topsporters (excl. Vlaamse wielerploegen) 32 90 96 86 79 78 70 71 # VTE ondersteunde topsporttrainers 7,7 7,5 7,1 6,3 6,5 6,9 6,6 6,2 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 2 3 5 5 2 1 3 3 Topsportstudentenproject 0 0 0 0 0 0 0 0 Vlaamse wielerploegen 48 39 38 32 31 30 30 25 Tewerkgestelde topsporters (excl. Vlaamse wielerploegen) 2 3 5 5 2 1 3 3 100 80 60 40 Elitesporters Geïdentificeerde topsporttalenten Beloftevolle jongeren # VTE ondersteunde topsporttrainers 10,0 8,0 6,0 4,0 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 1,0 1,4 1,5 2,0 2,0 2,0 2,0 1,5 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 6,7 6,1 5,6 4,3 4,5 4,9 4,6 4,7 Begeleiding Vlaamse wielerploegen 8,9 9,7 10,7 13,5 13,5 13,0 12,7 12,7 VTE topsporttrainers (excl. Vlaamse wielerploegen) 7,7 7,5 7,1 6,3 6,5 6,9 6,6 6,2 20 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2,0 0,0 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 50 54 60 49 62 60 54 98 Bicommunautaire teams 0 0 3 6 6 6 3 0 Waalse topsporters/teams 8 8 8 13 8 10 8 2 Totaal aantal behaalde indexpunten 58 62 71 68 76 76 65 100 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen 2 6 8 4 9 9 8 2 Wereldkampioenschappen 8 8 11 8 11 10 11 6 Olympische Spelen - - - 7 - - - 9 Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 2.352 2.352 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-OS 1.668 1.950 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-OS doorheen de Olympiade 62 98 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 2,64% 4,17% Vlaams Bicommunautair Waals 200 180 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 160 140 120 100 80 60 40 20 0 2003 2004 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 650.000 707.000 608.000 545.000 552.000 546.000 558.000 519.000 Loon topsporters 80.000 93.000 100.000 134.000 64.000 41.000 136.000 137.000 Loon trainers 293.000 357.000 344.000 371.000 335.000 350.000 347.000 319.000 Organisatie van topsportevenementen 647.000 512.000 534.000 469.000 577.000 461.000 561.000 503.000 Vlaamse wielerploegen 1.869.000 1.834.000 1.686.000 1.747.000 1.915.000 1.909.000 1.929.000 2.149.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 3.539.000 3.503.000 3.272.000 3.266.000 3.443.000 3.307.000 3.531.000 3.627.000 Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 348.000 451.000 490.000 499.000 444.000 411.000 526.000 515.000 Programma's middellange termijn 517.000 529.000 442.000 426.000 363.000 376.000 371.000 310.000 Programma's lange termijn 158.000 177.000 120.000 125.000 144.000 150.000 144.000 150.000 Andere (topsportevenementen & Vlaamse wielerploegen) 2.516.000 2.346.000 2.220.000 2.216.000 2.492.000 2.370.000 2.490.000 2.652.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 3.539.000 3.503.000 3.272.000 3.266.000 3.443.000 3.307.000 3.531.000 3.627.000 Verhouding KT-programma's / totale programmakost 34% 39% 47% 48% 47% 44% 51% 53% 4.000.000 3.500.000 3.000.000 2.500.000 2.000.000 1.500.000 1.000.000 500.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Vlaamse wielerploegen Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Loon topsporters Programmakosten Verhouding KT-programma's / totale programmakost

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Vlaamse Yachting Federatie Zeilen # Olympische medaille-events 10 Bijlage 2.26 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) 0 10 0 10 1 4 86 Resultaten (2009-2012) 1 2 1 2 1 0 39 Doelstellingen (2013-2016) 2 6 1 4 1 2 92 Resultaten (2013-2016) 0 3 2 1 0 1 25 Realisatie 45,3% 27,2% 100 90 80 70 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 6 6 9 65 0 1 10 81 Resultaten korte termijn 3 3 9 24 3 6 6 10 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen 50% 50% 100% 37% nvt 600% 60% 12% 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen - - - - - - 60 50 40 30 20 10 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 2 2 1 4 1 1 2 2 Beloftevolle jongeren 6 4 30 8 7 6 7 Geïdentificeerde topsporttalenten - 27 2 19 4 9 5 4 Totaal aantal geregistreerde topsporters 8 33 33 23 13 17 13 13 # VTE ondersteunde topsporttrainers 1,0 1,0 1,7 1,8 2,5 3,8 3,5 3,5 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 1 0 1 2 0 1 1 1 Topsportstudentenproject 1 1 1 1 1 2 1 1 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 2 1 2 3 1 3 2 2 50 40 30 20 Elitesporters Geïdentificeerde topsporttalenten Beloftevolle jongeren # VTE ondersteunde topsporttrainers 5,0 4,0 3,0 2,0 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 0,7 0,8 1,5 2,8 2,5 2,5 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 1,0 1,0 1,7 1,8 2,5 3,8 3,5 3,5 10 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 1,0 0,0 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 31 29 26 39 39 42 39 25 Bicommunautaire teams 0 0 0 0 0 0 0 0 Waalse topsporters/teams 0 0 0 0 0 0 0 1 Totaal aantal behaalde indexpunten 31 29 26 39 39 42 39 26 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen 1 3 5 3 3 3 3 1 Wereldkampioenschappen 4 3 4 4 3 4 5 1 Olympische Spelen - - - 2 - - - 2 Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 2.386 2.386 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-OS 1.378 1.236 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-OS doorheen de Olympiade 39 25 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 1,63% 1,05% Vlaams Bicommunautair Waals 100 90 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 328.000 237.000 299.000 296.000 404.000 468.000 433.000 436.000 Loon topsporters 67.000 31.000 37.000 76.000 37.000 47.000 83.000 122.000 Loon trainers 136.000 195.000 188.000 191.000 213.000 244.000 234.000 241.000 Organisatie van topsportevenementen 35.000 23.000 27.000 40.000 10.000 10.000 6.000 6.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 566.000 486.000 551.000 603.000 664.000 769.000 756.000 805.000 Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 344.000 267.000 312.000 374.000 353.000 416.000 473.000 521.000 Programma's middellange termijn 93.000 88.000 78.000 70.000 176.000 172.000 132.000 133.000 Programma's lange termijn 94.000 108.000 134.000 119.000 125.000 171.000 145.000 145.000 Organisatie topsportevenementen 35.000 23.000 27.000 40.000 10.000 10.000 6.000 6.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 566.000 486.000 551.000 603.000 664.000 769.000 756.000 805.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 65% 58% 60% 66% 54% 55% 63% 65% 1.000.000 900.000 800.000 700.000 600.000 500.000 400.000 300.000 200.000 100.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 100% 80% 60% 40% 20% 0% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Vlaamse Zwemfederatie Zwemmen # Olympische medaille-events 34 Bijlage 2.27 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) 2 6 0 0 0 3 57 Resultaten (2009-2012) 0 9 0 2 0 1 40 Doelstellingen (2013-2016) 3 16 1 3 0 3 105 Resultaten (2013-2016) 3 10 0 4 1 3 121 Realisatie 70,2% 115,2% 100 90 80 70 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 0 15 0 42 11 16 28 50 Resultaten korte termijn 3 8 3 23 6 16 14 87 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen nvt 53% nvt 55% 55% 100% 50% 174% 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen - - - - Wereldkampioenschappen - - - - Olympische Spelen - - - - - - 60 50 40 30 20 10 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 17 11 20 12 9 12 10 10 Beloftevolle jongeren 36 10 43 17 15 33 27 26 Geïdentificeerde topsporttalenten - 23 47 93 96 76 94 73 Totaal aantal geregistreerde topsporters 53 44 110 122 120 121 131 109 # VTE ondersteunde topsporttrainers 5,5 7,2 7,7 9,4 8,2 7,9 8,2 8,2 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 0 1 1 2 1 2 2 2 Topsportstudentenproject 6 7 3 1 6 6 5 5 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 6 8 4 3 7 8 7 7 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 1,0 1,2 1,5 2,1 1,5 1,5 1,5 1,5 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 4,5 6,0 6,2 7,3 6,7 6,4 6,7 6,7 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 5,5 7,2 7,7 9,4 8,2 7,9 8,2 8,2 140 120 100 80 60 40 20 0 Elitesporters Beloftevolle jongeren Geïdentificeerde topsporttalenten # VTE ondersteunde topsporttrainers 14,0 12,0 10,0 8,0 6,0 4,0 2,0 0,0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 24 26 27 31 35 46 57 120 Bicommunautaire teams 0 6 6 9 9 3 3 6 Waalse topsporters/teams 2 2 2 2 2 4 4 2 Totaal aantal behaalde indexpunten 26 34 35 42 46 53 64 128 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen - 18 1 9 2 11-18 Wereldkampioenschappen 19 2 9-12 - 12 - Olympische Spelen - - - 9 - - - 9 Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 4.098 4.098 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-OS 2.616 2.790 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-OS doorheen de Olympiade 40 121 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 0,98% 2,95% Vlaams Bicommunautair Waals 200 180 Olympiade Beijing Olympiade Londen Olympiade Rio 160 140 120 100 80 60 40 20 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 799.000 626.000 591.000 613.000 563.000 584.000 559.000 555.000 Loon topsporters 94.000 109.000 93.000 69.000 173.000 203.000 228.000 245.000 Loon trainers 314.000 408.000 454.000 533.000 507.000 462.000 478.000 486.000 Organisatie van topsportevenementen 7.000 7.000 7.000 8.000 20.000 0 0 10.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 1.214.000 1.150.000 1.145.000 1.223.000 1.263.000 1.249.000 1.265.000 1.296.000 Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 351.000 368.000 399.000 495.000 423.000 517.000 520.000 532.000 Programma's middellange termijn 490.000 427.000 397.000 344.000 421.000 390.000 347.000 380.000 Programma's lange termijn 366.000 348.000 342.000 376.000 399.000 342.000 398.000 374.000 Organisatie topsportevenementen 7.000 7.000 7.000 8.000 20.000 0 0 10.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 1.214.000 1.150.000 1.145.000 1.223.000 1.263.000 1.249.000 1.265.000 1.296.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 29% 32% 35% 41% 34% 41% 41% 41% 1.500.000 1.250.000 1.000.000 750.000 500.000 250.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 100% 80% 60% 40% 20% 0% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Parantee G-sport # Paralympische medaille-events 600 Bijlage 2.28 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Paralympische Spelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) 7-12 - 8-176 Resultaten (2009-2012) 9-12 - 5-340 Doelstellingen (2013-2016) 8-12 - 6-177 Resultaten (2013-2016) 13-9 - 8-270 Realisatie 193,2% 152,5% 140 120 100 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 21 27 38 90 36 30 33 78 Resultaten korte termijn 41 108 109 83 12 56 79 123 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen 193% 400% 290% 92% 33% 187% 240% 158% 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen - - - - Wereldkampioenschappen - - - - Paralympische Spelen - - - - - - 80 60 40 20 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 37 40 40 37 38 29 29 38 Beloftevolle jongeren 4 8 8 4 7 7 7 4 Geïdentificeerde topsporttalenten 25 30 30 11 8 9 9 19 Totaal aantal geregistreerde topsporters 66 78 78 52 53 45 45 61 # VTE ondersteunde topsporttrainers 2,2 0,4 0,7 1,0 3,0 2,7 3,0 3,0 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 2 2 2 3 2 1 1 1 Topsportstudentenproject 1 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 3 2 2 3 2 1 1 1 100 80 60 40 Elitesporters Geïdentificeerde topsporttalenten Beloftevolle jongeren # VTE ondersteunde topsporttrainers 10,0 8,0 6,0 4,0 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 2,0 0,0 0,2 0,3 3,0 2,7 3,0 3,0 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 0,2 0,4 0,5 0,7 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 2,2 0,4 0,7 1,0 3,0 2,7 3,0 3,0 20 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2,0 0,0 Voortschrijdende Topsportindex 2006-2009 2007-2010 2008-2011 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 219 251 340 411 365 302 239 268 Bicommunautaire teams 54 54 54 54 45 25 20 38 Waalse topsporters/teams 68 112 88 116 132 117 130 137 Totaal aantal behaalde indexpunten 341 417 483 581 542 444 388 443 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen 18 0 20 2 12 19 15 31 Wereldkampioenschappen 9 29 21 5 20 21 36 5 Paralympische Spelen - 5-29 - 3-38 Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Paralympiade Londen Paralympiade Rio Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 47.634 49.705 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-PS 7.824 6.690 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-PS doorheen de Paralympiade 340 270 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 0,71% 0,54% 800 700 600 500 400 300 200 100 Olympiade Beijing Vlaams Bicommunautair Waals Olympiade Londen Olympiade Rio 0 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 330.000 411.000 439.000 439.000 447.000 508.000 487.000 494.000 Loon topsporters 51.000 61.000 84.000 108.000 88.000 55.000 55.000 60.000 Loon trainers 50.000 19.000 41.000 55.000 169.000 181.000 160.000 160.000 Organisatie van topsportevenementen 5.000 5.000 3.000 10.000 46.000 0 22.000 13.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 436.000 496.000 567.000 612.000 750.000 744.000 724.000 727.000 Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 373.000 375.000 429.000 485.000 634.000 635.000 644.000 608.000 Programma's middellange termijn 53.000 111.000 129.000 108.000 80.000 90.000 39.000 76.000 Programma's lange termijn 5.000 5.000 6.000 8.000 0 19.000 19.000 30.000 Organisatie topsportevenementen 5.000 5.000 3.000 11.000 36.000 0 22.000 13.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 436.000 496.000 567.000 612.000 750.000 744.000 724.000 727.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 87% 76% 76% 81% 89% 85% 92% 85% 1.000.000 900.000 800.000 700.000 600.000 500.000 400.000 300.000 200.000 100.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 100% 80% 60% 40% 20% 0% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Vlaamse Ju-Jitsu Federatie Ju-Jitsu # medaille-events Wereldspelen 13 Bijlage 2.29 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Wereldspelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) 3 0 2 0 1 0 33 Resultaten (2009-2012) 3 9 2 5 1 0 47 Doelstellingen (2013-2016) 11 24 9 18 2 1 110 Resultaten (2013-2016) 10 26 10 6 0 2 93 Realisatie 142,4% 84,5% 50 45 40 35 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 14 6 7 6 34 24 24 28 Resultaten korte termijn 19 17 10 1 15 33 33 12 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen 136% 283% 143% 17% 44% 138% 138% 43% 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen - - Wereldspelen - - - - - - 30 25 20 15 10 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 3 6 6 7 10 18 18 15 Beloftevolle jongeren 3 6 6 8 3 5 4 9 Geïdentificeerde topsporttalenten - 18 10 16 15 14 13 13 Totaal aantal geregistreerde topsporters 6 30 22 31 28 37 35 37 # VTE ondersteunde topsporttrainers 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 0 0 0 0 0 0 0 0 Topsportstudentenproject 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 0 0 0 0 0 0 0 0 50 40 30 20 Elitesporters Geïdentificeerde topsporttalenten Beloftevolle jongeren # VTE ondersteunde topsporttrainers 5,0 4,0 3,0 2,0 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 0 0 0 0 0 0 0 0 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 10 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 1,0 0,0 Voortschrijdende Topsportindex 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 47 43 59 82 93 Bicommunautaire teams 0 0 0 0 0 Waalse topsporters/teams 19,5 4,5 10,5 14,5 14 Totaal aantal behaalde indexpunten 66,5 47,5 69,5 96,5 107 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen 8 11 5 5 8 9 10 15 Wereldkampioenschappen - 7 5 8-13 7 Wereldspelen 4 - - - 2 - - - 120 100 80 60 40 Olympiade Londen Vlaams Bicommunautair Waals Olympiade Rio Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 1.028 1.590 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-WS 784 1.200 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-WS doorheen de Olympiade 47 93 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 4,57% 5,85% 20 0 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 56.000 58.000 65.000 55.000 58.000 57.000 54.000 53.000 Loon topsporters 0 0 0 0 0 0 0 0 Loon trainers 0 0 0 10.000 10.000 16.000 12.000 12.000 Organisatie van topsportevenementen 3.000 15.000 30.000 0 8.000 0 0 15.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 59.000 73.000 95.000 65.000 76.000 73.000 66.000 80.000 500.000 400.000 300.000 100% 80% 60% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 24.000 30.000 49.000 45.000 46.000 51.000 39.000 44.000 Programma's middellange termijn 16.000 15.000 8.000 6.000 14.000 7.000 4.000 11.000 Programma's lange termijn 16.000 13.000 8.000 14.000 8.000 15.000 23.000 10.000 Organisatie topsportevenementen 3.000 15.000 30.000 0 8.000 0 0 15.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 59.000 73.000 95.000 65.000 76.000 73.000 66.000 80.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 43% 52% 75% 69% 68% 70% 59% 68% 200.000 100.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 40% 20% 0% Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Kon. Belgische Korfbalbond - Vlaamse Liga Korfbal # medaille-events Wereldspelen 1 Bijlage 2.30 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Wereldspelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) 1 0 1 0 1 0 90 Resultaten (2009-2012) 1 0 1 0 1 0 90 Doelstellingen (2013-2016) 1 0 1 0 1 0 90 Resultaten (2013-2016) 1 0 1 0 1 0 90 Realisatie 100,0% 100,0% 50 45 40 35 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 36 18 36-36 18 36 - Resultaten korte termijn 36 18 36-36 18 36 - Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen 100% 100% 100% nvt 100% 100% 100% nvt 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen - - - - - - Wereldkampioenschappen - - - - - - Wereldspelen - - - - - - 30 25 20 15 10 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 20 19 22 19 21 20 20 20 Beloftevolle jongeren 21 23 21 20 13 13 10 8 Geïdentificeerde topsporttalenten - - - - - - - - Totaal aantal geregistreerde topsporters 41 42 43 39 34 33 30 28 # VTE ondersteunde topsporttrainers 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 0 0 0 0 0 0 0 0 Topsportstudentenproject 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 0 0 0 0 0 0 0 0 50 40 30 20 Elitesporters Geïdentificeerde topsporttalenten Beloftevolle jongeren # VTE ondersteunde topsporttrainers 5,0 4,0 3,0 2,0 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 0 0 0 0 0 0 0 0 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 10 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 1,0 0,0 Voortschrijdende Topsportindex 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 90 90 90 90 90 Bicommunautaire teams 0 0 0 0 0 Waalse topsporters/teams 0 0 0 0 0 Totaal aantal behaalde indexpunten 90 90 90 90 90 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen - 1 - - - 1 - - Wereldkampioenschappen - - 1 - - - 1 - Wereldspelen 1 - - - 1 - - - Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 90 90 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-WS 90 90 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-WS doorheen de Olympiade 90 90 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 100,00% 100,00% 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 Olympiade Londen Vlaams Bicommunautair Waals Olympiade Rio 0 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 79.222 50.000 85.000 73.000 70.000 65.000 57.000 60.000 Loon topsporters 0 0 0 0 0 0 0 0 Loon trainers 10.000 15.000 0 0 4.000 0 8.000 5.000 Organisatie van topsportevenementen 0 0 0 0 0 0 26.000 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 89.222 65.000 85.000 73.000 74.000 65.000 91.000 65.000 500.000 400.000 300.000 100% 80% 60% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 48.000 36.000 65.000 11.000 49.000 33.000 37.000 56.000 Programma's middellange termijn 8.000 3.000 15.000 41.000 4.000 31.000 4.000 2.000 Programma's lange termijn 33.000 26.000 5.000 21.000 21.000 1.000 24.000 7.000 Organisatie topsportevenementen 0 0 0 0 0 0 26.000 0 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 89.000 65.000 85.000 73.000 74.000 65.000 91.000 65.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 54% 55% 76% 15% 66% 51% 57% 86% 200.000 100.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 40% 20% 0% Loon topsporters Programmakosten

KT / totale programmakost Topsportpopulatie # VTE ondersteunde topsporttrainers Indexpunten Vlaamse Rollerbond Skeeleren # medaille-events Wereldspelen 10 Bijlage 2.31 Vooropgestelde doelen & behaalde resultaten bij Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Wereldspelen Topsport de elites in de periode 2009-2016 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 index Doelstellingen (2009-2012) 21 13 14 16 2 0 120 Resultaten (2009-2012) 27 27 16 9 0 2 129 Doelstellingen (2013-2016) 48 40 25 14 2 2 213 Resultaten (2013-2016) 33 36 7 9 4 3 159 Doelstellingen en resultaten (obv Topsportindex) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Doelstellingen korte termijn 46 22 25 27 76 44 45 48 Resultaten korte termijn 43 34 35 17 78 17 34 30 Realisatie van de vooropgestelde doelstellingen 93% 155% 140% 63% 103% 38% 76% 63% Realisatie 107,5% 74,6% 90 80 70 60 50 40 30 Doelstellingen korte termijn Resultaten korte termijn 2017 2018 2019 2020 Resultaatsdoelstellingen 2017-2020 (aantallen) Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Medaille Top-8 Europese kampioenschappen Wereldkampioenschappen Wereldspelen - - - - - - 20 10 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Topsportpopulatie (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elitesporters 6 7 12 10 10 11 7 10 Beloftevolle jongeren 5 2 7 7 8 8 5 6 Geïdentificeerde topsporttalenten - 8 3 1 2 6 1 5 Totaal aantal geregistreerde topsporters 11 17 22 18 20 25 13 21 # VTE ondersteunde topsporttrainers 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Tewerkstelling van topsporters (aantallen) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Tewerkstellingsproject Topsport 1 1 0 0 0 0 0 0 Topsportstudentenproject 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal tewerkgestelde topsporters 1 1 0 0 0 0 0 0 30 25 20 15 10 Elitesporters Geïdentificeerde topsporttalenten Beloftevolle jongeren # VTE ondersteunde topsporttrainers 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 Ondersteunde topsporttrainers (VTE) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Topsporttrainers korte termijnwerking 0 0 0 0 0 0 0 0 Topsporttrainers (middel)lange termijnwerking 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aantal VTE ondersteunde topsporttrainers 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 0,5 0,0 Voortschrijdende Topsportindex 2009-2012 2010-2013 2011-2014 2012-2015 2013-2016 Vlaamse topsporters/teams 129 164 147 146 159 Bicommunautaire teams 0 0 0 0 0 Waalse topsporters/teams 0 0 0 0 0 Totaal aantal behaalde indexpunten 129 164 147 146 159 Medaille-events met Vlaamse deelname (aantal) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Europese kampioenschappen 12 12 20 24 20 12 22 24 Wereldkampioenschappen 12 12 12 12 18 11 19 Wereldspelen 5 - - - 9 - - - Martaandeel van Vlaanderen (obv Topsportindex) Olymp. Londen (2009-2012) Olympiade Rio (2013-2016) Maximum te behalen indexpunten in alle disciplines door 1 land, obv toegekende quotaplaatsen per land 1.560 1.560 Maximum te behalen indexpunten in disciplines met deelname van Vlaamse topsporters aan EK-WK-WS 1.056 1.380 Behaalde indexpunten door Vlaamse topsporters op EK-WK-WS doorheen de Olympiade 129 287 Verhouding behaalde aantal indexpunten door Vlaamse topsporters en max. te behalen indexpunten/land 8,27% 18,40% 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 Olympiade Londen Vlaams Bicommunautair Waals Olympiade Rio 0 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringen Topsport obv programmaonderdeel 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programmakosten 62.000 66.000 65.000 47.000 68.000 65.000 61.000 63.000 Loon topsporters 51.000 51.000 0 0 0 0 0 0 Loon trainers 8.000 0 0 0 0 0 5.000 5.000 Organisatie van topsportevenementen 35.000 5.000 9.000 9.000 93.000 7.000 7.000 7.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 156.000 122.000 74.000 56.000 161.000 72.000 73.000 75.000 500.000 400.000 300.000 100% 80% 60% Organisatie van topsportevenementen Loon trainers Investeringen Topsport obv doelgroep 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Programma's korte termijn 100.000 104.000 58.000 41.000 52.000 49.000 53.000 49.000 Programma's middellange termijn 19.000 1.000 7.000 6.000 16.000 15.000 8.000 3.000 Programma's lange termijn 2.000 12.000 0 0 0 1.000 5.000 16.000 Organisatie topsportevenementen 35.000 5.000 9.000 9.000 93.000 7.000 7.000 7.000 Totaal van jaarlijkse investeringen Topsport 156.000 122.000 74.000 56.000 161.000 72.000 73.000 75.000 Verhouding KT-programma's/totale programmakost 83% 89% 89% 87% 76% 75% 80% 72% 200.000 100.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 40% 20% 0% Loon topsporters Programmakosten

Bijlage 3: samenstelling, vergaderkalender en participatie in de themawerkgroepen Werkgroep 1: Overleg 1 Overleg 2 Overleg 3 Overleg 4 Overleg 5 Overleg 6 Strategie 17-sep-2015 6-okt-2015 27-okt-2015 20-nov-2015 11-dec-2015 12-jan-2016 Philippe Paquay (V) Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Mart Buekers Verontschuldigd Verontschuldigd Verontschuldigd Verontschuldigd Verontschuldigd Verontschuldigd Paul Rowe Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Eddy De Smedt Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Gert Vande Broek Brecht De Vos * Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Lode Grossen Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Veerle De Bosscher Aanwezig Aanwezig Verontschuldigd Verontschuldigd Aanwezig Aanwezig Hans Vandeweghe Aanwezig Verontschuldigd Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Wim Meiresonne (S) Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Filip Verherstraeten Op uitnodiging Op uitnodiging * vervanging Werkgroep 2: Statuut topsportkader Overleg 1 Overleg 2 Overleg 3 25-jan-2016 15-feb-2016 14-mrt-2016 Paul Rowe (V) Aanwezig Aanwezig Aanwezig Evi Buzzi Verontschuldigd Aanwezig Aanwezig Eddy De Smedt Verontschuldigd Verontschuldigd Verontschuldigd Brecht De Vos Verontschuldigd Verontschuldigd Verontschuldigd Lode Grossen Aanwezig Sophie Cools* Verontschuldigd Koen Hoeyberghs Aanwezig Aanwezig Aanwezig Chris Massez Verontschuldig Aanwezig Aanwezig Filip Verherstraeten (S) Aanwezig Aanwezig Aanwezig * vervanging Werkgroep 3: Vorming trainers Overleg 1 Overleg 2 Overleg 3 Overleg 4 Overleg 5 26-jan-2016 16-feb-2016 15-mrt-2016 12-apr-2016 3-mei-2016 Mart Buekers (V) Aanwezig Aanwezig Aanwezig Paul Rowe* Paul Rowe* Jan Boone Aanwezig Verontschuldigd Aanwezig Aanwezig Aanwezig Ariane Caplin Aanwezig Aanwezig Verontschuldigd Aanwezig Aanwezig Tom Coeckelberghs Aanwezig Verontschuldigd Aanwezig Aanwezig Aanwezig Maarten De Backer Verontschuldigd Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Eddy De Smedt Aanwezig Verontschuldigd Aanwezig Verontschuldigd Verontschuldigd Brecht De Vos Verontschuldigd Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig David De Wandel Verontschuldigd Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Benny Mertens Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Hans Ponnet Aanwezig Aanwezig Aanwezig Verontschuldigd Verontschuldigd Gert Van Looy Aanwezig Verontschuldigd Aanwezig Verontschuldigd Verontschuldigd Filip Verherstraeten (S) Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig * vervanging Werkgroep 4: Topsport & wetenschap Overleg 1 Overleg 2 Overleg 3 Overleg 4 Overleg 5 28-jan-2016 17-mrt-2016 14-apr-2016 12-mei-2016 1-jun-2016 Paul Rowe (V) Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Jan Bourgois Verontschuldigd Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Veerle De Bosscher Verontschuldigd Aanwezig Aanwezig Verontschuldigd Verontschuldigd Eddy De Smedt Verontschuldigd Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Sofie Debaere Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Marc Goossens Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Verontschuldigd Lode Grossen Aanwezig Aanwezig Sophie Cools* Aanwezig Sophie Cools* Peter Hespel Verontschuldigd Aanwezig Aanwezig Aanwezig Verontschuldigd Bruno Lambrecht Verontschuldigd Verontschuldigd Verontschuldigd Verontschuldigd Verontschuldigd Murray Richards Aanwezig Aanwezig Verontschuldigd Aanwezig Verontschuldigd Gert Vande Broek Brecht De Vos* Aanwezig Aanwezig Brecht De Vos* Verontschuldigd Filip Verherstraeten (S) Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig * vervanging

Werkgroep 5: Topsportloopbaan Overleg 1 Overleg 2 Overleg 3 Overleg 4 27-jan-2016 17-feb-2016 16-mrt-2016 4-mei-2016 Mart Buekers (V) Aanwezig Aanwezig Aanwezig Verontschuldigd Annelies Bredael Verontschuldigd Verontschuldigd Verontschuldigd Aanwezig Brecht De Vos Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Eddy De Smedt Verontschuldigd Verontschuldigd Verontschuldigd Verontschuldigd Patrick D Haese Aanwezig Verontschuldigd Verontschuldigd Verontschuldigd Murray Richards Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Tille Scheerlinck Aanwezig Verontschuldigd Aanwezig Aanwezig Gitte Smets Aanwezig Verontschuldigd Verontschuldigd Aanwezig Kristel Taelman Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Gert Van Looy Aanwezig Verontschuldigd Aanwezig Verontschuldigd Tommy Verlinde Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Paul Wylleman Aanwezig Verontschuldigd Aanwezig Verontschuldigd Filip Verherstraeten (S) Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Werkgroep 6: Topsportinfrastructuur Overleg 1 Overleg 2 Overleg 3 1-feb-2016 18-apr-2016 21-jun-2016 Paul Rowe (V) Aanwezig Aanwezig Aanwezig Stijn Boons Aanwezig Verontschuldigd Verontschuldigd Sophie Cools Aanwezig Aanwezig Aanwezig Karolien De Saedeleer Aanwezig Aanwezig Aanwezig Erik Gysels Aanwezig Verontschuldigd Verontschuldigd Diederik Van Briel Aanwezig Aanwezig Aanwezig Filip Verherstraeten (S) Aanwezig Aanwezig Aanwezig Werkgroep 7: Topsportevenementen Overleg 1 Overleg 2 Overleg 3 Overleg 4 29-jan-2016 19-feb-2016 18-mrt-2016 13-mei-2016 Astrid Vervaet (V) Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Benjamin Bogaert Aanwezig Aanwezig Aanwezig Verontschuldigd Brecht De Vos Aanwezig Aanwezig Aanwezig Verontschuldigd Geert Bruynseels Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Ilse Arys Aanwezig Verontschuldigd Aanwezig Aanwezig Serge Pilet Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Wim Meiresonne Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Filip Verherstraeten (S) Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Werkgroep 8: G-Topsport Overleg 1 Overleg 2 Overleg 3 Overleg 4 26-jan-2016 18-feb-2016 24-mrt-2016 21-apr-2016 Jessica De Smet (V) Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Nicole Bossaerts Aanwezig Verontschuldigd Verontschuldigd Aanwezig Sofie Debaere Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Lies Ketels Verontschuldigd Aanwezig Verontschuldigd Verontschuldigd Jonas Martens Aanwezig Aanwezig Verontschuldigd Verontschuldigd Gregory Planckaert Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Steven Van Beylen Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Yves Vanlandewyck Aanwezig Verontschuldigd Verontschuldigd Aanwezig Joeri Verellen Verontschuldigd Aanwezig Verontschuldigd Aanwezig Annick Viaene Verontschuldigd Aanwezig Aanwezig Verontschuldigd Filip Verherstraeten (S) Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig

Werkgroep 9: Olympische ploegsporten Overleg 1 Overleg 2 Overleg 3 Overleg 4 5-feb-2016 26-feb-2016 24-mrt-2016 11-mei-2016 Eddy De Smedt (V) Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Bob Browaeys Aanwezig Aanwezig Aanwezig Verontschuldigd Mart Buekers Verontschuldigd Verontschuldigd Verontschuldigd Verontschuldigd Koen Hoeyberghs Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Wim Meiresonne Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Murray Richards Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Gert Van Looy Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Gert Vande Broek Verontschuldigd Verontschuldigd Verontschuldigd Verontschuldigd Koen Umans Aanwezig Aanwezig Aanwezig Verontschuldigd Filip Verherstraeten (S) Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Werkgroep 10: Communicatie Overleg 1 Overleg 2 Overleg 3 4-feb-2016 25-feb-2016 25-mrt-2016 Paul Rowe (V) Aanwezig Aanwezig Aanwezig Philip De Wulf Aanwezig Aanwezig Aanwezig Lies Ketels Aanwezig Aanwezig Verontschuldigd Ludwig Peetroons Aanwezig Aanwezig Aanwezig Thomas Pollet Aanwezig Aanwezig Verontschuldigd Luc Rampaer Aanwezig Aanwezig Aanwezig Luc Van Langenhove Aanwezig Aanwezig Aanwezig Denis Vandamme Aanwezig Aanwezig Verontschuldigd Hans Vandeweghe Verontschuldigd Verontschuldigd Verontschuldigd Tanja Vanhoecke Aanwezig Aanwezig Aanwezig Astrid Vervaet Aanwezig Verontschuldigd Verontschuldigd Filip Verherstraeten (S) Aanwezig Aanwezig Aanwezig

Bijlage 4: Evaluatie van de Vlaamse topsportscholen 2015 Evaluatie van de Vlaamse topsportscholen 2015 Beleidsaanbevelingen voor de werking van de Vlaamse topsportscholen met ingang van het schooljaar 2016-2017 Taskforce Topsport 09/06/2016

INHOUD INLEIDING... 3 OPVOLGING AANBEVELINGEN 2010 & AANBEVELINGEN 2016... 9 Individueel meetbare sporten... 9 Technische/jury/gevechtsporten... 12 Slagsporten... 16 Ploegsporten... 18 WERKWIJZE... 24 RESULTATEN EN AANBEVELINGEN... 26 Atletiek... 26 Triatlon... 33 Wielrennen... 39 Zwemmen... 46 TECHNISCHE/JURY/VECHTSPORTEN... 54 Gymnastiek... 54 Judo... 61 Schermen... 68 Snowboard... 76 Taekwondo... 82 SLAGSPORTEN... 88 Badminton... 88 Golf... 96 Tafeltennis... 103 Tennis... 109 PLOEGSPORTEN... 117 Basketbal... 117 Voetbal... 125 Volleybal... 135 GENERIEKE AANBEVELINGEN... 143 2

INLEIDING Op 25 maart 1998 werd met de ondertekening van het Globaal Topsportconvenant de basis gelegd voor een structurele samenwerking tussen de onderwijs- en de sportsector inzake de oprichting en de werking van de Vlaamse topsportscholen. Door jonge, beloftevolle (toekomstige) topsporters een goede omkadering en de nodige faciliteiten te bieden in het secundair onderwijs, wil de Vlaamse overheid deze jongeren de kans geven om hun topsportambities waar te maken en gelijktijdig de mogelijkheden te behouden om hun toekomst op studievlak te realiseren door het behalen van een volwaardig diploma secundair onderwijs. Het departement Onderwijs staat in voor de onderwijsspecifieke omkadering van de algemene basisvakken (beperkt tot 20u per week in de 2 e en 3 e graad) binnen de specifieke topsportstudierichtingen. De sportfederatie staat in voor de 12u topsporttraining per week binnen het onderwijscurriculum (alsook voor het aanvullende trainingsluik buiten het onderwijscurriculum) en is tijdens deze uren verantwoordelijk voor de begeleiding, de opvang, de algemene en sportspecifieke training evenals de integrale financiering van dit sportieve luik. De topsportschool is verantwoordelijk voor de internaatwerking. In het Globaal Topsportconvenant (de laatste aangepaste versie dateert van 01.06.2010) zijn de bevoegdheden/verantwoordelijkheden van de verschillende partners in het project topsportscholen vastgelegd, zowel voor wat betreft de ondertekenaars van het globaal topsportconvenant (de Vlaamse minister van Sport, de Vlaamse minister van Onderwijs, de onderwijskoepels GO!, OVSG en KathOndVla, Sport Vlaanderen, BOIC, VSF en BVLO) als van de desbetreffende Vlaamse topsportfederaties en de topsportscholen. In onderstaand overzicht worden de bevoegdheden/verantwoordelijkheden opgesomd. In het kader van de komende globale onderwijshervorming in het secundair onderwijs wordt een aanpassing van het Globaal Topsportconvenant gepland in het schooljaar 2016-2017. Partner Vlaams minister van Sport Vlaams minister van Onderwijs Takenpakket Ontwikkelen van maatregelen, binnen de respectieve bevoegdheden en beschikbare middelen, om de topsportschool te blijven ondersteunen. Ontwikkelen van maatregelen, binnen de respectieve bevoegdheden en beschikbare middelen, om de topsportschool te blijven ondersteunen; Kwaliteitsvolle invulling onderwijsluik: educatief lesaanbod, incl. internaat; Structuuronderdelen (met in de benaming de component 'Topsport'): programmatie van de in het topsportconvenant vermelde topsportstudierichtingen onderzoeken. 3

Onderwijskoepels (GO!, OVSG, VKSO) Kwaliteitsvolle invulling onderwijsluik: educatief lesaanbod, incl. internaat; Ontwerpen en aanwenden aangepaste leermethodes voor leerlingen/topsporters. Begeleidingscommissie Voorzitterschap en secretariaat. Sport Vlaanderen Selectiecommissie: Voorzitterschap en secretariaat; Bespreken en evt. bijsturing ontwerp selectiecriteria/herselectiecriteria; Opstellen en afsluiten selectieconvenant; Kandidaturen leerlingen/topsporters, voorgedragen door de topsportfederatie, toetsen aan de selectiecriteria en het selectieconvenant, en al dan niet toekennen van topsportstatuten voor secundair en basionderwijs. Administratieve opvolging van de leerlingen/topsporters via de topsportschoolcoördinator en de topsportfederaties. Selectiecommissie: Bespreken en evt. bijsturing ontwerp selectiecriteria/herselectiecriteria; Afsluiten selectieconvenant; BOIC Kandidaturen leerlingen/topsporters, voorgedragen door de topsportfederatie, toetsen aan de selectiecriteria en het selectieconvenant, en al dan niet toekennen van topsportstatuten voor secundair en basionderwijs. Selectiecommissie: Bespreken en evt. bijsturing ontwerp selectiecriteria/herselectiecriteria; Afsluiten selectieconvenant; VSF Kandidaturen leerlingen/topsporters, voorgedragen door de topsportfederatie, toetsen aan de selectiecriteria en het selectieconvenant, en al dan niet toekennen van topsportstatuten voor secundair en basionderwijs. BVLO ( - ) Instaan voor kwalitatieve invulling sportieve begeleiding (topsportaanbod in de topsportschool); Opstellen ontwerp van selectie- en herselectiecriteria (incl. interne detectie- en evaluatieprocedure) t.b.v. de selectiecommissie; Duidelijk kenbaar maken van de selectie- en herselectiecriteria en de detectieen evaluatieprocedure zoals opgenomen in het selectieconvenant aan de leerlingen/topsporters en de kandidaat leerlingen/topsporters; Topsportfederatie Overmaken voordrachten voor topsportstatuten A/B/topsportbelofte (en desgevallend F) aan de selectiecommissie (via topsportervolgsysteem); Ter beschikking stellen van lesgevers in de sportspecifieke trainingsarbeid (in structuuronderdelen met in de benaming de component 'Topsport'); Verantwoordelijkheid over de leerlingen/topsporters tijdens de wettelijke afwezigheid op school (in het kader van deelname aan toernooien, stages en/of intensieve trainingsperiode); 4

Topsportschool / Topsportschoolcoördinator Organisatie schooljaar (incl. plannnig leerstofeenheden en structureren evaluatie (in samenspraak met de topsportschool)). Topsportschool: Schoolbestuur draagt verantwoordelijkheid voor het onderwijs; Ontwerpen en aanwenden aangepaste leermethodes voor leerlingen/topsporters; Organisatie schooljaar, incl. planning leerstofeenheden en structureren evaluatie, in samenspraak met de topsportfederatie(s); Waken over vlotte overgang leerlingen/topsporters, waarvan het topsportstatuut niet verlengd wordt, naar andere studierichtingen; Oprichten Stuurgroep topsportschool: maken praktische afspraken m.b.t. organisatie van de betrokken studierichtingen (en desgevallend topsportklassen), evaluatie van de afspraken, organisatie van regelmatig overleg en rapportering naar de ouders. Topsportschool en topsportschoolcoördinator: Aansturen stuurgroep topsportschool (voorzitterschap en secretariaat). Topsportschoolcoördinator: Werkzaamheden van de topsportschoolcoördinator strekken zich uit tot de topsportschool, middenschool, basisschool en het internaat; Organisatorische aanpak van alle kwesties die (in)direct verband houden met de combinatie topsport en studie; Organiseren (min. tweemaal per jaar) van bijeenkomsten waarbij de school en de topsportfederatie(s) de ouders informeren; Administratieve opvolging van de leerlingen/topsporters (+ contactpersoon voor Sport Vlaanderen hieromtrent). Op 1 september 1998 gingen de Vlaamse topsportscholen effectief van start in het ASO en het TSO. Met de ondertekening van het nieuw topsportconvenant op 25 juni 2004 werd de uitbreiding naar de middenschool (en voor de sporten gymnastiek, tennis en zwemmen naar de basisschool) mogelijk gemaakt vanaf het schooljaar 2004-2005. In het schooljaar 2015-2016 wordt enkel nog door de sporttakken tennis en gymnastiek gebruikt gemaakt van het statuut van topsportbelofte. Vanaf het schooljaar 2009-2010 werd ook inschrijven in het BSO mogelijk. In het schooljaar 2015-2016 richt enkel nog de topsportschool van Antwerpen een BSOtopsportrichting in. Vanaf het schooljaar 2014-2015 werd een flexibel leertraject buiten de topsportschool mogelijk voor tennis en voetbal. In het schooljaar 2015-2016 stapte triatlon in in het flexibel leertraject buiten de topsportschool en werd de topsportschoolwerking triatlon stopgezet. De Vlaamse topsportscholen gingen op 1 september 2015 hun 18 e schooljaar in. In het schooljaar 2015-2016 werden 15 sporttakken aangeboden in 6 Vlaamse topsportscholen. De geografische 5

spreiding is op onderstaande kaart van Vlaanderen weergegeven (waarbij 1 = eerste graad, 2 = tweede graad, 3 = derde graad). De sporttakken tennis, voetbal en triatlon werden in het schooljaar 2015-2016 ook via een flexibel leertraject buiten de topsportschool aangeboden. In onderstaande figuur wordt per schooljaar het aantal leerlingen/topsporters ingeschreven aan een Vlaamse topsportschool (enkel secundair onderwijs) weergegeven, net als het aantal toegekende topsportstatuten buiten de Vlaamse topsportscholen en erkende topsportbeloften in de basisschool. 6

De topsportschool is niet voor elke sporttak/discipline en voor elke leeftijdscategorie per definitie het enige of meest aangewezen instrument om de talentontwikkeling optimaal in te vullen. In het Topsportactieplan Vlaanderen II (2009-2012), III (2013-2016) en IV (2017-2020) werden daarom zeven criteria geformuleerd waaraan voldaan dient te worden om een topsportschool op te starten en/of om verder te blijven investeren in een bestaande topsportschool. Deze zeven criteria zijn: 1. Kaderen in een volwaardig topsportloopbaantraject De topsportschool moet kaderen in een volledig traject/programma van talentontwikkeling. In het traject van detectie van een topsporttalent tot het behalen van internationaal topsportsucces, dient de topsportschool een deel van het geheel te vormen. De nadruk moet liggen op de doorstroommogelijkheden in verdere samenwerking met de topsportfederatie. 2. Selectiecriteria gericht op internationaal niveau De selectiecriteria voor het verkrijgen van een topsportstatuut dienen permanent afgestemd te worden op de finaliteit topsport. De finaliteit en de selectiecriteria dienen per graad ondubbelzinnig vastgelegd te worden in een convenant tussen Sport Vlaanderen en de betrokken federatie. Het behalen van de finaliteit dient voortaan als een belangrijke parameter in de evaluatie van de werking van de topsportscholen gehanteerd te worden. 3. Omvang van de instroom De selectiecriteria dienen voldoende streng gesteld te worden, zodat uitsluitend leerlingen/topsporters van voldoende hoog niveau in functie van doorgroeimogelijkheden weerhouden worden. In geval van onvoldoende aantal talentvolle jongeren dient de betreffende graad/topsportschool stopgezet te worden en dienen individuele maatregelen of structurele maatregelen buiten de topsportschool genomen te worden. 4. De noodzaak van participatie in één of meerdere graden in de topsportschool moet aangetoond worden teneinde een optimale talentontwikkeling te bekomen. In overleg met de betrokken federatie moet nagegaan worden of er evenwaardige of betere alternatieven opgestart kunnen worden binnen het gewone leerplichtonderwijs, bijvoorbeeld via een uitbreiding van de Pool van Jeugdtrainers Topsport. Hiervoor dienen desgevallend de nodige middelen voorzien te worden. Per federatie dient nagegaan te worden of er bepaalde graden of zelfs volledige topsportscholen dienen stopgezet te worden indien zij onvoldoende meerwaarde genereren op het vlak van het topsportprogramma, de begeleiding en de topsportontwikkeling. Ook federaties die niet participeren in een topsportschool dienen duidelijk weer te geven hoe de talentdetectie en ontwikkeling binnen hun federatie verloopt. Indien nodig dient de federatie aangezet te worden om de nodige initiatieven hieromtrent te ontwikkelen. 7

5. Deskundigheid van de sporttechnische en interdisciplinaire omkadering De aanwezigheid van deskundige trainers (zowel op sportief als op pedagogisch-didactisch vlak) is bijzonder bepalend in het al dan niet doorstromen van leerlingen/topsporters naar de top. Vanuit een interdisciplinaire begeleiding kunnen zowel de trainers als de leerlingen/topsporters optimaal ondersteund en begeleid worden. De federaties dienen te waken over de continuïteit binnen de sporttechnische omkadering. 6. Koppeling aan een trainingscentrum met geschikte topsportinfrastructuur Teneinde de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk in te zetten is het noodzakelijk dat de topsportfederaties (de sportinfrastructuur van) hun topsportschool koppelen aan hun trainingscentrum. Dit leidt immers ook tot het rationeel inzetten van trainers en (para)medische staf en geeft aanleiding tot een betere en vlottere communicatie en begeleiding van de andere topsporters. 7. Totaalconcept: leefsituatie onderwijs sport Topsportfederaties moeten streven naar het ééncampus -model per sporttak, waarbij leven, trainen en studeren gecentraliseerd worden in één trainingscentrum voor de betrokken sporttak. Vanuit dit totaalconcept wordt de leerling/topsporter reeds vanaf toetreding in de topsportschool opgenomen in een topsportcultuur: de leerling/topsporter leeft samen met andere beloftevolle jongeren en kan genieten van aangepast onderwijs en deskundige trainingsbegeleiding in één trainingscentrum. In opvolging van de evaluatie van de Vlaamse topsportscholen in 2010 en in het kader van het Topsportactieplan Vlaanderen IV (2017-2020) werd in het schooljaar 2015-2016 een nieuwe evaluatie van de topsportscholen gemaakt door Sport Vlaanderen. In eerste instantie werd de opvolging van de aanbevelingen die in 2010 werd gemaakt, geëvalueerd. In tweede instantie werd uitgemaakt voor welke sporttakken de topsportschool wel/niet een noodzakelijke meerwaarde bood, in welke graden het aanbod wel/niet diende behouden te blijven en waar eventuele alternatieve projecten (bvb. via de inzet van jeugdtrainers naast een topsportschool) beter beantwoordden aan de reële noden inzake talentontwikkeling. Deze fase wordt uitgevoerd vanaf het schooljaar 2016-2017 of 2017-2018. Het betreft het bestendigen, hetzij uitdoven van sporttakken/disciplines en/of graden, alsook de eventuele relocatie van het aanbod door de verhuis van sporttakken/disciplines naar een andere (bestaande) topsportschool. Hieronder worden enerzijds de evaluatie van de aanbevelingen van 2010 opgelijst en anderzijds de huidige aanbevelingen weergegeven. 8

OPVOLGING AANBEVELINGEN 2010 & AANBEVELINGEN 2016 Individueel meetbare sporten Atletiek 2010 Aanbeveling 1: Inzake fond en halve fond dient de werking in de eerste en tweede graad te worden ingevuld buiten de topsportschool, via de financiering van de nodige omkadering (Pool van Jeugdtrainers Topsport). De derde graad wordt verder ingevuld via de topsportschool. Actie: De motivatie om de 2de graad fond en halve fond voorlopig te behouden en de komende 4 jaar deze werking verder te optimaliseren/te evalueren werd degelijk onderbouwd onderbouwd door de Vlaamse Atletiekliga vzw. Er waren kansen en opportuniteiten voor het verhogen van het topsportsucces in het afstandslopen waarin het behoud van de 2de graad een belangrijke schakel was. Aanbeveling 2: De topsportschool atletiek inzake fond en halve fond (momenteel te Hasselt) en het trainingscentrum voor beloften fond en halve fond (momenteel te Leuven), dienen op één plaats samengebracht te worden. Actie: De topsportschoolwerking van afstandslopen werd gecentraliseerd in Leuven vanaf het schooljaar 2013-2014. 2016 Aanbeveling 1: De Vlaamse Atletiekliga vzw dient werk te maken van de uitbouw van een professionelere structuur in de Vlaamse atletiekclubs en de twee beloftecentra, zodat de kwaliteit van de instroom naar de topsportschool en de doorstroom naar een internationaal niveau gegarandeerd kan worden. Er dient een win-win situatie gecreëerd te worden voor zowel de clubs als voor de federatie. Aanbeveling 2: De Vlaamse Atletiekliga vzw dient het negatieve imago van de topsportschool bij haar clubs weg te werken. Aanbeveling 3: De meerwaarde van de topsportschool-werking in de tweede graad atletiek (zowel voor afstandslopen, de explosieve nummers en de kampnummers) kan niet worden aangetoond. Daarom is een verdere inrichting en subsidiëring van de topsportschool atletiek in de tweede 9

graad niet verantwoord en dient de tweede graad topsport atletiek uit te doven door (1) vanaf het schooljaar 2017-2018 geen instroom in de tweede graad meer toe te laten en (2) de reeds aanwezige leerlingen/topsporters de kans te geven om de topsportschool af te werken, indien zij voldoen aan de selectiecriteria. Aanbeveling 4: De Vlaamse Atletiekliga vzw dient na te denken of een topsportschool in alle disciplines haalbaar is (in functie van de loonkost). Triatlon 2010 Aanbeveling 1: De bestaande werking buiten de topsportschool, leeftijd eerste graad en via de Pool van Jeugdtrainers Topsport, dient te worden behouden en geoptimaliseerd. Actie: De federatie heeft in september 2014 beslist om de gecentraliseerde topsportschoolwerking uit te doven en een gedecentraliseerde werking (in samenwerking met de clubs) te ondersteunen. 2016 Aanbeveling 1: Het flexibel leertraject buiten de topsportschool en de ondersteuning en uitbouw van de topsportclubs dient verder te worden geoptimaliseerd. Wielrennen 2010 Aanbeveling 1: De uitstroom van de topsportschool dient beter afgestemd te worden op de instroom in de gesubsidieerde Vlaamse wielerploegen (Jong Vlaanderen en Ladies Cycling Team). Actie: De federatie is tegemoet gekomen aan de aanbeveling. Aanbeveling 2: Het dient onderzocht of BMX voortaan structureel opgenomen kan worden in de topsportschool te Gent (momenteel Be Gold project). Actie: BMX was onvoldoende professioneel uitgebouwd binnen de federatie om een structurele topsportwerking op poten te kunnen zetten. 10

2016 Aanbeveling 1: De uitstroom van de topsportschool dient beter afgestemd te worden op het behalen van de finaliteit van de topsportwerking op de piste. Wielerbond Vlaanderen vzw dient een duidelijke impact aan te tonen op het programma van de individuele renner, los van de (professionele) ploeg waarin de renners rijden. Aanbeveling 2: Wielerbond Vlaanderen vzw dient zich toe te leggen op het ontwikkelen van pisterenners. Er kan weinig tot geen meerwaarde aangetoond worden voor een werking voor het wielrennen op de weg in de topsportschool. Daarom is de inrichting en subsidiëring van de topsportschool wegwielrennen niet langer verantwoord en dient de tweede en derde graad topsport wielrennen wegwielrennen uit te doven door (1) voor het schooljaar 2017-2018 geen instroom voor de discipline wegwielrennen toe te laten en (2) de reeds aanwezige leerlingen/topsporters wegwielrennen de kans te geven om de topsportschool af te werken, indien zij voldoen aan de selectiecriteria. Zwemmen 2010 Aanbeveling 1: Er is een prioritaire nood aan de bouw van een bijkomend (nieuw) 50m-trainingsbad in Antwerpen. Indien een voldoende aanbod aan zwemwater kan geboden worden in de buurt van een andere, bestaande topsportschool, dan is een verhuis aanbevolen. Actie: Het nieuwe trainingsbad in Antwerpen werd in gebruik genomen in oktober 2015. Vanaf september 2016 zal de federatie haar volledige topsportwerking in Antwerpen centraliseren. 2016 Aanbeveling 1: De Vlaamse Zwemfederatie vzw dient in de volgende beleidsperiode (2017-2020) de kwaliteit (en kwantiteit) van instroom in de topsportschool te verbeteren, door: 1. het imago van de topsportschool zwemmen te verbeteren binnen de federatie en haar clubs; 2. de clubwerking en de clubcoaches te ondersteunen en te verbeteren (eventueel via een coach the coach project); 3. initiatieven te nemen die de samenwerking tussen de clubs en de federatie verder optimaliseert. 11

Aanbeveling 2: De Vlaamse Zwemfederatie vzw dient initiatieven te nemen om, in een gecentraliseerde topsportwerking, de programma s en omkadering van alle partijen op elkaar af te stemmen, zodat enerzijds een financieel efficiënter beleid kan gevoerd worden en anderzijds de meerwaarde van het ééncampusmodel duidelijk wordt. Het spreekt voor zich dat de individuele begeleiding en noden van de zwemmers in functie van het behalen van de resultaatsdoelstellingen prioritair dienen bekeken te worden. Technische/jury/gevechtsporten Gymnastiek 2010 Aanbeveling 1: Consolideren van de huidige werking. Actie: De werking werd geconsolideerd. Aanbeveling 2: Er dient een samenwerkingsverband met de Vlaamse Ski en Snowboard Federatie opgezet te worden om cross-over van gymnastiek drop-outs naar snowboard te faciliteren. Gesprekken werden opgestart in januari 2011. Actie: Er is voorlopig geen cross-over van topsport gymnastiek naar snowboard. Er is bij de overgang naar het schooljaar 2015-2016 wel een cross-over tussen gymnastiek en atletiek (polstokspringen) gebeurd in de topsportschool. 2016 Aanbeveling 1: Consolideren van de huidige werking van de artistieke gymnastiek dames in Gent, met als teamdoelstelling het behalen van een top 8 plaats op een wereldkampioenschap of Olympische Spelen op middellange termijn. Aanbeveling 2: De Gymnastiekfederatie Vlaanderen vzw dient na te gaan of de huidige topsportwerking artistieke gymnastiek heren enerzijds logistiek kan aangeboden worden in de Topsporthal in Gent en anderzijds of het draagvlak binnen de federatie voldoende groot is om de topsportwerking artistieke gymnastiek heren te continueren binnen het beleid van de Gymnastiekfederatie Vlaanderen vzw. 12

Judo 2010 Aanbeveling 1: Slechts 60% van de talenten stroomt in en het clubniveau in de eerste graad is ontoereikend. De eerste graad dient afgebouwd te worden, ten voordele van een lokale werking voor alle getalenteerde jongeren van die leeftijd, te financieren via de Pool van Jeugdtrainers Topsport. Actie: VJF heeft voor het schooljaar 2011-2012 geen leerlingen/topsporters voorgedragen voor de instap in de topsportschool in het eerste jaar van de eerste graad. In het schooljaar 2012-2013 werden geen leerlingen/topsporters voorgedragen worden voor de eerste graad in de topsportschool, die bijgevolg volledig uitgedoofd was op 1/9/2012. Het quotum van lesgevers aan de topsportschool werd dien tengevolge verlaagd van 3,0 VTE naar 2,0 VTE. De Jeugdtrainers Topsport werden verantwoordelijk gesteld voor de opvolging van de - 15jarigen, zodat de geïdentificeerde topsporttalenten langer konden doorgroeien in de clubs. 2016 Aanbeveling 1: De Vlaamse Judofederatie vzw dient initiatieven te nemen om de begeleiding van de in service topsporttrainers bij het behalen van het VTS-diploma trainer A (via een VTS-opleiding of een EVC-procedure) en een pedagogisch diploma (via een normaal traject, al dan niet in samenspraak met een CVO) te optimaliseren o.a. teneinde de continuïteit van een kwalitatieve trainersomkadering binnen en buiten de topsportschoolwerking te waarborgen. Aanbeveling 2: De Vlaamse Judofederatie vzw dient initiatieven te nemen om de uitbouw van een talentenwerking -15 te verbeteren, waar mogelijk vanuit een nauwe(re) samenwerking met en begeleiding van de club(trainer)s, o.a. teneinde een meer kwalitatieve instroom en doorstroom van talenten in de topsportschool en de clubs te bereiken. Aanbeveling 3: De Vlaamse Judofederatie vzw dient initiatieven te nemen om een betere afstemming en communicatie van de topsportprogramma s over de verschillende leeftijdsgroepen te verkrijgen. De doorstroom en uitstroom van leerlingen/topsporters in de topsportschool is momenteel ontoereikend, mogelijk te wijten aan een (te) vroege instap in de topsportschool en/of een te hoge workload voor jonge judoka s. Aanbeveling 4: De Vlaamse Judofederatie vzw dient initiatieven te nemen om de uitbouw van een uitstroomproject +18 te optimaliseren, waar mogelijk geïndividualiseerd of geclusterd per 13

relevante trainingscategorie (bv. onderscheid tussen licht- en zwaargewichten). Vooral het uitstroomproject voor meisjes +18 dient duidelijker gestructureerd te worden. Schermen 2010 Aanbeveling 1: De snelle realisatie van een adequate begeleiding van de uitstroom uit de topsportschool is noodzakelijk. De uitbouw op korte termijn van de topsportinfrastructuur te Gent (i.s.m. Sport Vlaanderen) kan daartoe een hefboom zijn. Actie: Een beloftenproject werd opgestart door de federatie. 2016 Aanbeveling 1: De Vlaamse Schermbond vzw dient werk te maken van het opleiden van high potential trainers, om de huidige lichting topsporttrainers te kunnen ondersteunen en om een eventueel vertrek van één van de topsporttrainers te kunnen opvangen. Aanbeveling 2: De Vlaamse Schermbond vzw dient een kwalitatief instroomproject op te zetten, zodat er in de topsportschool minder op basiscoördinatie dient gewerkt te worden, maar kan worden ingezet op kwalitatieve uitbouw van de topsportschermers. Daarnaast dient de samenwerking van de federatie met haar clubs van de 3 wapens (sabel, degen, floret) verder uitgebouwd te worden, teneinde de federatie- en clubwerking verder te optimaliseren en te professionaliseren. Aanbeveling 3: De Vlaamse Schermbond vzw dient de beloftenwerking verder uit te bouwen en een langetermijn-engagement van de geselecteerde schermers richting topsport (veelal in combinatie met hogere studies) te eisen. Snowboard 2010 Aanbeveling 1: Inzake ski is een samenwerking met één of meerdere topsportcentra in de Alpen aan te bevelen, naar het voorbeeld van Dries Vanden Broecke (Be Gold, Stams skischool Oostenrijk). In voorkomend geval is de verdere uitbouw van een topsportschool ski in Vlaanderen en het verlenen van topsportstatuten buiten de school overbodig. Actie: Er werden geen topsportstatuten ski meer aangevraagd vanaf het schooljaar 2011-2012. 14

Aanbeveling 2: Er dient een samenwerkingsverband met de GymFed te worden opgezet om cross-over van gymnastiek drop-outs naar snowboard te faciliteren. Gesprekken werden opgestart in januari 2011. Actie: Er gebeurden tot op heden weinig succesvolle cross-overs tussen gymnastiek en snowboard. 2016 Aanbeveling 1: Er dient een investering te gebeuren op vlak van trainingsaccommodatie nabij Antwerpen (bij voorkeur in combinatie met een indoorsetting, vb. Woodward), wil Sneeuwsport Vlaanderen concurrentieel blijven ten opzichte van de andere snowboardlanden. Aanbeveling 2: Sneeuwsport Vlaanderen dient blijvende aandacht te besteden aan het personeelsbeleid om ervoor te zorgen dat er voldoende trainersexpertise binnen de federatie blijft. Taekwondo 2010 Aanbeveling 1: De instroom dient verbeterd te worden door een werking met de clubs (leeftijd eerste graad), gefinancierd via de Pool van Jeugdtrainers Topsport.- Actie: VTB heeft in 2011 een volledige topsportstructuur taekwondo uitgebouwd, die met ingang van het schooljaar 2011-2012 startte en nog steeds van toepassing is. De trainers van de topsportschool wonen op regelmatige basis clubtrainingen en provinciale trainingen bij om talentvolle taekwon-doïn op te volgen en de clubtrainers bij te staan in de begeleiding van geïdentificeerde topsporttalenten. De kwaliteit van instroom en samenwerking met de clubs dient echter nog verdere stappen te zetten om tegemoet te komen aan bovenstaande aanbeveling. 2016 Aanbeveling 1: De Vlaamse Taekwondo Bond vzw dient de ontwikkelingslijnen (en daarbijhorend de selectiecriteria) te actualiseren in functie van de prestatiecriteria vanaf 2009 tot op heden. Er dient een ontwikkelingslijn ontwikkeld te worden die leidt richting een top 8 plaats op een WK/Olympische Spelen of een medaille op een EK. 15

Aanbeveling 2: De Vlaamse Taekwondo Bond vzw dient een samenwerking met de clubs te initialiseren om zo de clubwerking en het talentdetectiesysteem te verbeteren en de kwaliteit van de instroom in de topsportschool te optimaliseren op jonge leeftijd. Slagsporten Badminton 2010 Aanbeveling 1: Consolideren van de huidige werking. Actie: De werking werd geconsolideerd. 2016 Aanbeveling 1: Badminton Vlaanderen vzw dient op korte termijn relevante internationale prestaties bij de senioren neer te zetten met alumni van de topsportschool of aan te tonen dat de uitgestroomde talenten op ontwikkelingstraject richting een top 8 plaats op het Europees kampioenschap senioren zitten, om een topsportschoolwerking te kunnen blijven verantwoorden. Aanbeveling 2: Badminton Vlaanderen vzw dient een prestatieontwikkelingslijn op basis van de wereldranglijst junioren uit te werken en te implementeren in de ontwikkelingslijn van de federatie. Aanbeveling 3: Badminton Vlaanderen vzw dient in 2016 na te gaan of een optimale trainingsinfrastructuur (badmintonterreinen, krachtzaal, ) voor badminton in Antwerpen voorzien kan worden. Indien dit niet het geval is, dient de federatie de nodige stappen te ondernemen om een optimale en gecentraliseerde trainingsinfrastructuur te vinden of bouwen op een andere locatie, desgevallend in een samenwerkingsverband met andere (slagsporten)federaties. Golf 2010 Aanbeveling 1: De finaliteit dient afgestemd te worden op de selectiecriteria (IGF en BOIC) voor deelname aan de Olympische Spelen. Actie: De selectiecriteria voor deelname aan de Olympische Spelen liggen in lijn met de reeds bestaande selectiecriteria. 16

Aanbeveling 2: De VVG dient zelf het slechte imago in de golfwereld van het studieniveau in de topsportschool weg te werken. Actie: De federatie heeft maatregelen ondernomen om de topsportschoolwerking golf te promoten. 2016 Aanbeveling 1: De Vlaamse Vereniging voor Golf vzw dient de kwalitatieve en voldoende kwantitatieve (vooral bij de meisjes) instroom voor de topsportschool te verzekeren, door enerzijds de competitiedeelname te stimuleren en anderzijds de clubs te ondersteunen in de uitbouw van hun competitiewerking. Aanbeveling 2: De Vlaamse Vereniging voor Golf vzw dient na te gaan hoe het Top Golf Vlaanderen (+18) project structureler in de (logistieke en financiële) ondersteuning van de golfspelers en van de federatie kan worden ingebed. Aanbeveling 3: De Vlaamse Vereniging voor Golf vzw dient een optimaal totaalconcept (training(sinfrastructuur), school, internaat) in de topsportschool na te streven. Indien op een andere locatie dan Hasselt een optimalere structuur kan bewerkstelligd worden, dient de federatie na te gaan of een verhuis van de topsportschool aangewezen is (en desgevallend uit te voeren). Tafeltennis 2010 Aanbeveling 1: Consolideren van de huidige werking. Actie: De werking werd geconsolideerd. 2016 Aanbeveling 1: De Vlaamse Tafeltennisliga vzw dient de instroom voor de topsportschool te optimaliseren door enerzijds de kwalitatieve doorstroom vanuit de regionale trainingsgroepen te verbeteren. Anderzijds dient de federatie de clubwerking zoveel mogelijk te professionaliseren. Aanbeveling 2: De Vlaamse Tafeltennisliga vzw dient na te gaan of een nieuwe trainingsaccomodatie op de locatie van een topsportschool haalbaar is, zowel op financieel als op logistiek vlak. 17

Tennis 2010 Aanbeveling 1: Consolideren van de huidige werking. Actie: De werking werd geconsolideerd. 2016 Aanbeveling 1: Tennis Vlaanderen dient enerzijds ervoor te waken dat het flexibel leertraject een duidelijke meerwaarde kan bieden voor het behalen van de finaliteit van de topsportwerking en anderzijds ervoor te zorgen dat, via het flexibel leertraject, de samenwerking met de topsportclubs/toptennisscholen nog verbeterd wordt om zodoende zo veel mogelijk high potentials via de federatiewerking te kunnen ondersteunen. Aanbeveling 2: Consolideren van de huidige werking. Ploegsporten Basketbal 2010 Aanbeveling 1: De middenschool dient op slechts één locatie behouden te blijven. Er dient parallel, in opstart via Pool van Jeugdtrainers Topsport, door de federatie een alternatief lokaal instroomproject uitgewerkt worden. Actie: De Vlaamse Basketballiga vzw heeft voor het schooljaar 2011-2012 geen leerlingen meer voorgedragen voor de middenschool in Gent en Mortsel. Echter, de middenschoolwerking in Brugge en Leuven bleef bestaan. De lesgevers in de middenschool van Brugge werden niet gesubsidieerd door de Vlaamse Overheid. Aanbeveling 2: Het opzetten van een valabel beloftenproject heren is noodzakelijk voor de opvang van beloftevolle jongeren na de topsportschool. Actie: De uitstromers uit de topsportschool trainen sinds 2014 in de Academy van de federatie, in combinatie met clubtrainingen. De federatie geeft aan dat dit project nog zal bijgestuurd worden in functie van de efficiëntie. 18

Aanbeveling 3: Indien de accommodatie te Leuven ontoereikend blijft, wordt de verhuis van de topsportschool naar een meer geschikte locatie aanbevolen. Actie: In maart 2016 besliste de federatie om de topsportschoolwerking te verhuizen naar de topsportschool in Antwerpen vanaf het schooljaar 2016-2017. 2016 Aanbeveling 1: De middenschool (op een andere locatie dan de topsportschool) dient een kwalitatieve doorstroom te genereren van zowel jongens als meisjes naar de tweede en derde graad van de topsportschool. Aanbeveling 2: In de derde graad van de topsportschool (jongens) dient de Vlaamse Basketballiga vzw een structurele samenwerking met de clubs uit te bouwen, waarbij alle leerlingen/topsporters in de derde graad individuele overdagtrainingen in de topsportschool krijgen, in combinatie met de collectieve avondtrainingen in de clubs (die minstens op het niveau van heren 2 e nationale afdeling en dames 1 e nationale spelen). Voor elke leerling/topsporter dient een individueel programma opgesteld te worden in functie van zijn/haar ontwikkelingslijn. Aanbeveling 3: Het opzetten van een structureel beloftenproject voor de dames is noodzakelijk voor de opvang van beloftevolle jongeren na de topsportschool. Handbal 2010 Aanbeveling 1: Er is geen clubwerking op niveau, noch inzake instroom, noch inzake uitstroom. Er zijn geen significante resultaten in de voorbije 12 jaar behaald, bij heren noch dames, jeugd noch senioren. Er is geen topsportwerking dames na de topsportschool. Daarom is een verdere inrichting en subsidiëring van de topsportschool handbal niet verantwoord en dient de topsportschool handbal uit te doven door (1) voor het schooljaar 2011-2012 geen statuten toe te kennen voor het eerste, derde en vijfde jaar secundair onderwijs en (2) voor het schooljaar 2012-2013 geen statuten toe te kennen voor het tweede, vierde en zesde jaar secundair onderwijs. Actie: De topsportschoolwerking handbal werd beëindigd op 31 augustus 2014. Aanbeveling 2: Een project met uitzicht op een top 8 plaats op het EK (jeugd of senioren) dient ad hoc ondersteund te worden in de toekomst. 19

Actie: Er werd in de Olympiade 2013-2016 geen project met uitzicht op een top 8 plaats op het EK (jeugd of senioren) ingediend door de federatie. Voetbal 2010 Aanbeveling 1: De subsidiëring van de topsportschool voetbal dient in lijn gebracht te worden met de overige ploegsporten, rekening houdend met het aantal spelers per ploeg. De vaste kosten per ploeg (omkadering, transport, ) dienen in de eerste plaats in aanmerking genomen te worden voor de berekening van de subsidie, eerder dan een vast bedrag per leerling toe te kennen. Dit kan via een interpretatie van het bestaande UB topsport, of via een aanpassing ervan. Actie: De subsidiëring van de topsportschool voetbal werd in lijn gebracht met de andere ploegsporten. Aanbeveling 2: De meerwaarde van de middenschool voetbal staat ter discussie. De instroom naar de topsportschool kan beter door alternatieve projecten (i.s.m. lokale clubs) gerealiseerd worden. Actie: De werking van de 5 middenscholen topsport voetbal werden uitgedoofd vanaf het schooljaar 2012-2013. Alle middenscholen bieden op dit moment een optierichting voetbal aan, op locatie van de topsportschool, als mogelijke voorbereiding op de topsportschool. Aanbeveling 3: Het aanbod in de tweede graad jongens dient op de bestaande locaties behouden te blijven. Actie: Het aanbod in de tweede graad jongens werd op alle locaties behouden. Aanbeveling 4: Het aanbod in de derde graad jongens dient gecentraliseerd te worden (zoals in de overige ploegsporten) op één locatie en geïntegreerd te worden in de werking van de nationale ploegen. Aanbevolen wordt om desgevallend de nationale ploeg jongens U17 te laten deelnemen aan de competitie in vierde nationale en om de nationale ploeg jongens U18 te laten deelnemen aan de competitie in derde nationale. Dit kan evenwel uitsluitend succesvol ingericht worden op voorwaarde van een volledige medewerking van de Belgische/Vlaamse Ligaclubs. De VFV dient hiertoe het nodige initiatief te nemen. Actie: De aanbeveling werd niet gerealiseerd. Aanbeveling 5: Het afstemmen van het programma tussen de VFV (12u topsportschool) en de clubs (10-15u na de topsportschool) is noodzakelijk en dient tot één gecoördineerd programma in hoofde van elke leerling/topsporter te leiden. 20

Actie: Het programma en de belasting wordt wekelijks overlegd tussen de topsportschool en de betrokken clubs voor elke leerling/topsporter. Aanbeveling 6: Het programma voor alle meisjes dient in één topsportschool gecentraliseerd te worden. Actie: De topsportschoolwerking voor de meisjes derde graad werd vanaf het schooljaar 2014-2015 gecentraliseerd in Leuven. Echter, door de vrijheid van onderwijskeuze kan de federatie niet beletten dat een meisje zich inschrijft in één van de vier andere topsportscholen voetbal. 2016 Aanbeveling 1: De Voetbalfederatie Vlaanderen vzw dient de gecentraliseerde werking van de meisjes te behouden en op korte termijn verder uit te bouwen naar de tweede graad van het secundair onderwijs. Aanbeveling 2: De Voetbalfederatie Vlaanderen vzw dient erover te waken dat de krachtige leeromgeving voor alle leerlingen/topsporters behouden blijft. Indien, door het meetrainen van leerlingen/topsporters met de A-kern of B-kern van een profclub, de andere leerlingen/topsporters de krachtige leeromgeving dreigen te verliezen, dient de federatie hiervoor maatregelen te nemen. Aanbeveling 3: De Voetbalfederatie Vlaanderen vzw dient na te gaan of een structurele samenwerking tussen de federatie en de professionele voetbalclubs op locatie van de topsportschool tijdens de topsportschooluren effectief een meerwaarde biedt voor alle leerlingen/topsporters, onafhankelijk van de club waarbij de voetballers aangesloten zijn. Indien dit zo blijkt te zijn, moet de federatie de pistes in de verschillende topsportscholen aftoetsen om tot een optimale trainingssituatie te komen voor alle leerlingen/topsporters. Aanbeveling 4: De Voetbalfederatie Vlaanderen vzw dient enerzijds ervoor te waken dat het flexibel leertraject een duidelijke meerwaarde kan bieden voor het behalen van de finaliteit van de topsportwerking en anderzijds ervoor te zorgen dat, via het flexibel leertraject, de samenwerking met de voetbalclubs nog verbeterd wordt om zodoende zo veel mogelijk high potentials te kunnen ondersteunen. 21

Volleybal 2010 Aanbeveling 1: De uitstroom dient gekoppeld te worden aan de werking van clubs in binnen- en buitenland, waarbij de duale loopbaan van de speler/speelster en de deelname aan het programma van de nationale ploeg centraal staan. Bij de heren dient de timing van de overstap, van de centrale werking in de VVB naar een professionele club, op de ontwikkeling van de speler afgestemd te worden. De VVB dient de nodige maatregelen te nemen om de beschikbaarheid voor de nationale ploeg te stimuleren en waar nodig af te dwingen. Actie: De aanbeveling werd opgevolgd. Aanbeveling 2: Er dienen maatregelen genomen te worden om de rekrutering van de beste talenten (instroom) voor de topsportschool te realiseren. Weerstanden bij kandidaat instappers dienen weggewerkt te worden en de werking van de Pool van Jeugdtrainers Topsport dient geoptimaliseerd te worden. Actie: De weerstanden bij de kandidaat instappers zijn kleiner geworden, maar zijn nog steeds aanwezig. Voor de federatie is dit een blijvend werkpunt. 2016 Aanbeveling 1: De huidige werking voor zaalvolleybal dient geconsolideerd te worden, met de nodige aandacht voor de kwalitatieve instroom. Daarnaast dient het uitstroomproject voor heren en dames structureel gehandhaafd te blijven. Aanbeveling 2: De Vlaamse Volleybalbond vzw dient te bekijken hoe de discipline beachvolleybal kan geïmplementeerd worden in de topsportschoolwerking, zonder dat dit een belemmering is voor de huidige werking. 22

In derde instantie dienen maatregelen tot bijsturing op vlak van de zeven kwaliteitscriteria gerealiseerd te worden, m.a.w. op dagelijks operationeel vlak binnen de bestaande/resterende topsportscholen/graden. Dit is een permanente zorg voor alle betrokken partners, te realiseren via initiatieven/acties naargelang ieders rol en bevoegdheid (Globaal Topsportconvenant: zie hoger). In het afsluitend hoofdstuk Generieke aanbevelingen zullen, sporttakoverschrijdend, de belangrijkste werkpunten worden opgesomd, alsook de betrokken actoren. Inzake een aantal van deze werkpunten werden reeds concrete stappen ondernomen door de sportsector (uitvoering Topsportactieplan Vlaanderen I (2005-2008), II (2009-2012) en III (2013-2016)), andere werkpunten dienen zowel door de sportsector als de onderwijssector in de komende jaren aangepakt te worden. Wat sport betreft dienen de beleidsprioriteiten jaarlijks en i.f.v. de beschikbare middelen vastgelegd te worden, zowel door de Vlaamse overheid als door de belanghebbenden (topsportfederaties) zelf. 23

WERKWIJZE Er werd door Sport Vlaanderen in nauw overleg met de betrokken sportfederaties nagegaan in welke mate de bestaande werking binnen de topsportscholen beantwoordt aan de criteria uit het Topsportactieplan Vlaanderen II, zoals hierboven aangehaald, en waar er desgevallend structureel of operationeel bijgestuurd dient te worden. In een eerste fase (november-december 2015) werd overleg gehouden tussen Sport Vlaanderen en elke betrokken sportfederatie afzonderlijk (zie onderstaande tabel). Datum Uur Sporttak Federatie Sport Vlaanderen 16.11.2015 11.00-12.30 Tafeltennis (VTTL) Bart Vermoesen Jacques Denys Filip Verherstraeten Tommy Verlinde 17.11.2015 11.30-13.00 Golf (VVG) Karine Guerman Marc Verneirt Filip Verherstraeten Tommy Verlinde 17.11.2015 14.00-15.30 Tennis (TV) Kevin Beyens Filip Verherstraeten Tommy Verlinde 18.11.2015 11.00-12.30 Zwemmen (VZF) Koen Van Buggenhout Filip Verherstraeten Tommy Verlinde 19.11.2015 11.00-12.00 Snowboard (SV) Tom Coeckelberghs Filip Verherstraeten Tommy Verlinde 23.11.2015 13.30-16.00 Badminton (BV) Jo Van Damme Wouter Claes Bert Six Tommy Verlinde Alan McIlvain 24.11.2015 11.30-12.30 Judo (VJF) Danny Belmans Filip Verherstraeten Tommy Verlinde 30.11.2015 11.00-12.30 Voetbal (VFV) Benny Mazur Bob Browaeys Filip Verherstraeten Tommy Verlinde Joric Vandendriessche 01.12.2015 14.00-15.30 Triatlon(VTDL) Reinout Van Schuylenbergh Bert Six Tommy Verlinde 02.12.2015 10.00-12.00 Basketbal (VBL) Koen Umans Sven Vancamp Wim Meiresonne Tommy Verlinde Arvid Diels Olivier Foucart 02.12.2015 13.00-15.00 Schermen (VSB) Margot Callewaert Paul Corteyn Yannick Germeau Lies Ketels Tommy Verlinde 24

09.12.2015 8.00-10.30 Atletiek (VAL) Tille Scheerlinck Owen Malone Sofie Debaere Tommy Verlinde 10.12.2015 9.30-11.00 Gymnastiek (GYMFED) Valerie Van Cauwenberghe Ward Van den Bosch Lies Ketels Tommy Verlinde 10.12.2015 11.00-12.45 Wielrennen (WBV) Koen Beeckman Wim Meiresonne Tommy Verlinde 14.12.2015 8.00-10.00 Volleybal (VVB) Koen Hoeyberghs Wim Meiresonne Tommy Verlinde 17.12.2015 13.00-15.00 Taekwondo (VTB) Laurence Rase Filip Verherstraeten Tommy Verlinde Op basis van deze gesprekken kwam een eerste sneuveltekst tot stand. Aansluitend werd een eerste bespreking gehouden door de Taskforce Topsport (09.06.2016). Per sporttak werd het desbetreffende hoofdstuk met de topsportfederatie teruggekoppeld na de Taskforce Topsport. Alle betrokken topsportfederaties bezorgden uiterlijk 18.06.2016 hun opmerkingen/aanvullingen en/of akkoord. Aansluitend werden de beleidsaanbevelingen door Sport Vlaanderen en de Taskforce Topsport geformuleerd en werd de voorliggende ontwerpnota vervolgens gefinaliseerd. Om een zinvolle vergelijking tussen sporttakken mogelijk te maken, werden de sporttakken in groepen ingedeeld: Individuele meetbare sporten: atletiek, triatlon, wielrennen en zwemmen Technische/jury en/of vechtsporten: gymnastiek, judo, schermen, ski/snowboard en taekwondo Slagsporten: badminton, golf, tafeltennis en tennis Ploegsporten: basketbal, voetbal en volleybal 25

RESULTATEN EN AANBEVELINGEN Per sporttak wordt het volgende weergegeven: 1) Een historiek van de topsportschool (jaar van opstart, operationele graden, aantallen leerlingen/topsporters, locatie(s), belangrijke resultaten) en de huidige toestand (schooljaar 2015-2016); 2) Een toetsing van de huidige werking aan de 7 criteria in het Topsportactieplan Vlaanderen (zie hoger), waarin de federatie aangeeft hoe de topsportschoolwerking in het beleid is geïmplementeerd; 3) Conclusies Sport Vlaanderen op basis van het interview tussen Sport Vlaanderen en de topsportfederatie; 4) Beleidsaanbevelingen. INDIVIDUEEL MEETBARE SPORTEN Atletiek Historiek De Vlaamse Atletiekliga participeerde van bij aanvang van het project topsportscholen in het schooljaar 1998-1999 in het Koninklijk Atheneum Voskenslaan te Gent en in het Koninklijk Atheneum 2 te Hasselt. Na de evaluatie van de topsportscholen in 2010/2011 werd aanbevolen om de topsportschool en de beloftenwerking afstandslopen te centraliseren op één locatie. De topsportschool afstandslopen verhuisde in het schooljaar 2014-2015 van Hasselt naar Leuven. In de topsportschool te Gent wordt er toegespitst op de explosieve en technische nummers terwijl in de topsportschool van Leuven leerlingen terecht kunnen voor de afstandsnummers. Toen bij de ondertekening van het nieuwe topsportconvenant in 2004 de mogelijkheid werd gecreëerd om een eerste graad van het secundair onderwijs in te richten, startte de Vlaamse Atletiekliga in beide topsportscholen een werking op in de eerste graad vanaf het schooljaar 2004-2005. In het schooljaar 2012-2013 werd de eerste graad afstandslopen uitgedoofd. In het schooljaar 2015-2016 besliste de federatie om de eerste graad voor de explosieve nummers in Gent ook uit te doven. In het huidig schooljaar (2015-2016) zitten nog 2 leerlingen/topsporters in de 1 e graad. 26

Het aantal ingeschreven leerlingen in de topsportschool atletiek steeg van 23 in het schooljaar 1998-1999 naar 39 in het schooljaar 2010-2011. Sinds het schooljaar 2005-2006 is er sprake van een stabilisatie van het aantal uitgereikte topsportstatuten en meteen ook van het aantal ingeschreven leerlingen/topsporters. De Vlaamse Atletiekliga vzw vraagt geen topsportstatuten buiten de topsportschool aan. 2e en 3e graad 1e graad 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 1e graad 7 18 18 12 10 15 14 9 6 9 10 2 2e en 3e graad 23 29 29 33 40 30 23 26 24 27 34 31 29 27 30 37 35 35 Doorheen de jaren zijn verschillende afgestudeerde leerlingen/topsporters erin geslaagd zich te plaatsen voor EK s en WK s bij de senioren (onder andere Kevin Rans, Krijn Van Koolwijk en Pieter De Smet, ). Sinds 2010 slaagden 10 topsportschoolatleten erin zich te plaatsen voor een EK en een WK bij de senioren. In dezelfde periode vind je in onderstaande tabel het aantal finalisten per jeugdkampioenschap terug (waarvan 2 gouden medailles, 1 zilveren en 2 bronzen): Eyof EYOT Wku18 YOG EKu20 WKu20 EKu23 2 1 3 1 10 5 5 Eva Willemark en Elfje Willemsen, oud-leerlingen topsport atletiek, namen deel aan de Olympische Spelen te Vancouver in de discipline bobslee. Elfje Willemsen nam deel aan de Olympische Spelen in Sotchi in 2014 in de discipline bobslee. 27

Huidige situatie (schooljaar 2015-2016) De Vlaamse Atletiekliga heeft in het schooljaar 2015-2016 37 leerlingen/topsporters (dd. 11.01.2016 verdeeld over twee topsportscholen: 16 leerlingen/topsporters in Leuven en 21 leerlingen/topsporters in Gent. De verdeling per school, per geslacht en per studiejaar is als volgt: Gent Leuven Totaal 1e graad M V M V M V 1e leerjaar 0 0 0 0 0 0 2e leerjaar 1 1 0 0 1 1 2e graad 3e leerjaar 3 3 1 2 4 5 4e leerjaar 2 3 3 2 5 5 3e graad 5e leerjaar 4 2 3 2 7 4 6e leerjaar 0 2 1 2 1 4 Totaal 10 11 8 8 18 19 De Taskforce Topsport besliste in 2012 dat in de lopende Olympiade 2013-2016 maximaal 5,00 VTE lesgevers/trainers voor de topsportschool atletiek gesubsidieerd worden. In het schooljaar 2015-2016 worden Cedric Nolf, Stefaan Vanderstichele, Tom Du Pan, Peter Moreels, Roel Breugelmans, Patrick Himschoot en Dirk Engelen binnen het quotum gesubsidieerd. 28

Toetsing van de huidige werking aan de vooropgestelde criteria in het Topsportactieplan Vlaanderen III 1. Kaderen in een volwaardig topsportloopbaantraject Voorafgaand aan de topsportschool organiseert de Vlaamse Atletiekliga vzw talentdagen, opendeurtrainingen, en een selectiestage, waar verschillende talenten verzameld worden en samen trainen. De beloftenwerking wordt op twee locaties ondersteund door de Vlaamse Atletiekliga vzw: in Gent (explosieve nummers) wordt deze geleid door Philippe Gilson, in Leuven worden de afstandsnummers geleid door Rik Didden en de explosieve nummers door Marlon Gevaert en Rudi Diels. 2. Selectiecriteria gericht op internationaal niveau De selectiecriteria voor de topsportschool zijn tot stand gekomen na een top-down analyse van de VAL-ontwikkelingslijnen, die gebaseerd zijn op een studie van West- Europese atleten die een top 8 plaats behaalden op Olympische Spelen, wereldkampioenschappen en Europese kampioenschappen. De selectiecriteria worden per Olympiade getoetst aan de validiteit en de haalbaarheid van de doelstellingen op middellange en lange termijn. In de Olympiade Rio (2013-2016) werden de selectiecriteria nog verder verfijnd en verstrengd. Voor instappers wordt informatie m.b.t. de selectiecriteria gegeven en bestaat de selectieprocedure uit opendeurtrainingen en stages, waarbij het engagement van de kandidaat leerling/topsporter na elke stap dient bevestigd te worden. De leerlingen/topsporters ontvangen trimestriële evaluaties en krijgen informatie over de herselectiecriteria. 3. Omvang van de instroom De omvang van de topsportschoolpopulatie is de laatste jaren stabiel en ligt de laatste 5 jaar tussen de 11 en de 16 instromers. Het is echter niet evident om instromers te selecteren met voldoende kwaliteit, mede door een te weinig professionele clubwerking (zie punt 4). De Vlaamse Atletiekliga vzw heeft op dit moment een pool van een generatie jonge gemotiveerde trainers tussen 25 en 30 in de clubwerking. Er zijn echter slechts een zeer beperkt aantal trainers met meer ervaring die de federatiewerking ondersteunen. De Vlaamse Atletiekliga vzw wijt dit deels aan de negatieve visie van (bepaalde) clubs ten opzichte van de topsportschoolwerking. 29

4. De noodzaak van participatie in één of meerdere graden in de topsportschool moet aangetoond worden teneinde een optimale talentontwikkeling te bekomen Op jonge leeftijd (vanaf 12 jaar) dient een goede basis gelegd te worden. Echter, de professionele structuur binnen de clubs ontbreekt op dit moment nog te vaak om een talentvolle atleet naar een internationaal niveau te brengen, waardoor veel talent reeds aan de basis verloren gaat. 5. Deskundigheid van de sporttechnische en interdisciplinaire omkadering De sporttechnische omkadering bestaat in het schooljaar 2015-2016 uit een mix van zeer ervaren trainers en enkele high potential trainers die openstaan voor vernieuwingen en ambitieus zijn. Het sporttechnisch kader is deels afhankelijk van de disciplines van de atleten in de topsportschool (vb. indien het ene schooljaar een discuswerper selecteert instroomt in de topsportschool, dient de federatie hiervoor een discustrainer aan te werven. Bij uitstroom van deze discuswerper is de invulling voor de lesgever/trainer ook verdwenen). De Vlaamse Atletiekliga vzw merkt op dat het pedagogische diploma een drempel is om de juiste trainers vast te leggen in de topsportschoolwerking. De lesgevers van de topsportschool organiseren zelf mee het instroomproject. Daarnaast zijn er synergieën met de beloftenwerking in beide trainingscentra. De topsportschooltrainers gaan regelmatig mee naar internationale kampioenschappen (vb. Patrick Himschoot is topsportschooltrainer en de nationale coach van de 4x400m bij de dames senioren). De loonkost is bij de Vlaamse Atletiekliga vzw een zware (extra) kost. In het schooljaar 2015-2016 werd ondermeer hierdoor de taakinvulling en omschrijving duidelijker vastgelegd en bijgestuurd. 6. Koppeling aan een trainingscentrum met geschikte trainingsinfrastructuur Door de verhuis van de topsportschool afstandslopen van Hasselt naar Leuven (in het schooljaar 2014-2015) is de centralisatie van het trainingscentrum afstandslopen in Leuven gerealiseerd. In november 2015 werd in de faculteit Faber in Leuven een nieuwe indoortrainingshal voor atletiek geopend. Het trainingscentrum voor de explosieve nummers was reeds volledig gecentraliseerd in de Topsporthal van Gent. De Vlaamse Atletiekliga geeft aan dat de infrastructuur/piste aan vernieuwing toe is. 7. Totaalconcept: leefsituatie onderwijs sport In Leuven bevindt het internaat zich op de locatie van de topsportschool. De atletiekpiste en het bos liggen aan de overkant van de Ring (ca. 500m wandelen). In Gent bevindt het internaat zich op dezelfde locatie als de trainingsaccommodatie, de school is op 10 minuten fietsen. 30

De voeding in Leuven is afgestemd op topsport. In Gent dienen hier nog grote stappen in worden gezet. Er is in beide scholen een nauw en regelmatig overleg met de topsportschoolcoördinator en het internaat. Op vlak van onderwijs dienen er voor de Vlaamse Atletiekliga vzw, zowel in Gent als in Leuven, nog stappen te worden gezet om de topsportschoolwerking efficiënter en meer in functie van topsport te maken. Conclusies 1. Is een topsportschool noodzakelijk? Een topsportschoolwerking voor atletiek is aangewezen, vooral in de derde graad. Om de gedane investeringen in de topsportschool niet verloren te laten gaan, dient de federatie enerzijds de doorstroom naar de beloftewerking te optimaliseren en anderzijds de professionalisering van de Vlaamse atletiekclubs te ondersteunen en uit te bouwen, zodat een kwalitatieve instroom in de topsportschool kan gegarandeerd worden. 2. Wat is de finaliteit van de topsportschool? De finaliteit van de topsportschool op het toppunt van de loopbaan is een top 16 plaats op de Olympische Spelen. De federatie gaat uit van een top 8 plaats op een Europees kampioenschap en een top 12 plaats op een wereldkampioenschap, zoals het Vlaams topsportbeleid vooropstelt. De leerlingen/topsporters dienen in staat te zijn een A1 of A2 statuut binnen de Vlaamse Atletiekliga te verwerven. Dat komt overeen met een top 24 plaats op de wereldrangschikking. Als tussentijdse doelstelling wordt vooropgesteld dat een topsportschoolatleet als junior een B1u20 elitestatuut moet behalen. 3. In welke graden van de topsportschool is participatie noodzakelijk? Een participatie in de derde graad van de topsportschool is noodzakelijk, zowel voor de explosieve als voor de afstandsnummers. In de tweede graad wordt de meerwaarde van de topsportschool atletiek onvoldoende aangetoond. Het trainingsprogramma en volume kan in de tweede graad, zowel voor afstandslopen, als de explosieve nummers (bijvoorbeeld in combinatie met een optie atletiek in een reguliere (sport)school), op een zeer degelijke manier afgewerkt worden naast de topsportschool, zonder inbreuk te doen op de langetermijnontwikkeling van de atleet. Verschillende atleten in het verleden hebben dit traject reeds bewandeld. 4. Op welke locaties is een topsportschool noodzakelijk? De topsportschool in Gent, in de nabijheid van de topsporthal, beantwoordt aan de noden en behoeften, mits het nodige onderhoud aan de infrastructuur. De werking van de topsportschool in Leuven garandeert de continuïteit en de samenhang met het beloftenproject voor afstandslopen. 31

5. Is de topsportschool voor zowel jongens als meisjes noodzakelijk? Er is geen onderscheid in de noodzaak voor een topsportschool op basis van geslacht. Beleidsaanbeveling 1. De Vlaamse Atletiekliga vzw dient werk te maken van de uitbouw van een professionelere structuur in de Vlaamse atletiekclubs en de twee beloftencentra, zodat de kwaliteit van de instroom naar de topsportschool en de doorstroom naar een internationaal niveau gegarandeerd kan worden. Een transitieprogramma voor de uitstroom van de topsportschool dient uitgewerkt te worden. Er dient een win-win situatie gecreëerd te worden voor zowel de clubs als voor de federatie. 2. De Vlaamse Atletiekliga vzw dient het negatieve imago van de topsportschool bij de clubs weg te werken. 3. De meerwaarde van de topsportschoolwerking in de tweede graad atletiek (zowel voor afstandslopen, de explosieve nummers en de kampnummers) kan niet worden aangetoond. Daarom is een verdere inrichting en subsidiëring van de topsportschool atletiek in de tweede graad niet verantwoord en dient de tweede graad topsport atletiek uit te doven door (1) voor het schooljaar 2017-2018 geen instroom in de tweede graad meer toe te laten en (2) de reeds aanwezige leerlingen/topsporters de kans te geven om de topsportschool af te werken, indien zij voldoen aan de selectiecriteria. 4. De Vlaamse Atletiekliga vzw dient na te denken of een topsportschool in alle disciplines haalbaar is (in functie van de loonkost). 32

Triatlon Historiek De Vlaamse Triatlon en Duatlon Liga vzw startte een topsportschoolwerking in het schooljaar 2005-2006 in het Koninklijk Atheneum Redingenhof in Leuven. De topsportschool triatlon participeerde enkel in de tweede en derde graad. Vanaf het schooljaar 2011-2012 is het leerlingenaantal drastisch gezakt. In het begin van het schooljaar 2013-2014 besliste de Vlaamse Triatlon en Duatlon Liga vzw om de topsportschoolwerking uit te doven. Vanaf het schooljaar 2015-2016 stapte de federatie in in het flexibel leertraject buiten de topsportschool, uitsluitend in de derde graad van het secundair onderwijs. 2e graad 3e graad 14 12 10 8 6 4 2 0 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 3e graad 2 6 7 7 8 9 3 1 2 2 2e graad 3 5 4 6 4 2 2 2 2 1 Als ex-leerling/topsporter eindigde Sofie Hooghe op een derde plaats op het Penza ETU Triathlon U23 (wereldkampioenschap) in 2014 Sofie Hooghe behaalde ook een elfde plaats op het wereldkampioenschap U23 in Londen (2013). Ine Couckuyt eindigde op een zeventiende plaats op het wereldkampioenschap juniores in 2012 en een elfde plaats op het Europees kampioenschap voor junioren in 2012. Charlotte Deldaele behaalde de negende plaats op hetzelfde Europees kampioenschap in 2012. 33

Huidige situatie (schooljaar 2015-2016) In het schooljaar 2015-2016 zijn drie leerlingen/topsporters (dd. 11.01.2016) ingeschreven in het flexibel leertraject buiten de topsportschool. De leerlingen lopen school in Brugge, Hasselt en Leuven. De verdeling per geslacht en per leerjaar is als volgt: Geen topsportschool 3 e graad 5 e leerjaar 3 0 6 e leerjaar 0 0 Totaal 3 0 De Taskforce Topsport besliste in 2012 dat in de Olympiade 2013-2016 maximaal 1,00 VTE lesgevers/trainers voor de topsportschool triatlon gesubsidieerd wordt. In het kader van het flexibel leertraject buiten de topsportschool wordt het quotum vanaf het schooljaar 2015-2016 niet meer ingevuld, maar wordt een financiering voorzien via de pool van Jeugdtrainers Topsport (gezamenlijk max. 1,5VTE) om de ondersteuning voor het flexibel leertraject te voorzien. Toetsing van de huidige werking aan de vooropgestelde criteria in het Topsportactieplan Vlaanderen III 1. Kaderen in een volwaardig topsportloopbaantraject Voor een potentiële instap in het flexibel leertraject buiten de topsportschool organiseert de Vlaamse Triatlon en Duatlon Liga vzw regiotrainingen in samenwerking met de topsportclubs (= clubs die aan specifieke omkaderingsvoorwaarden voldoen). Op deze manier kan de clubwerking verder uitgebouwd worden en kan het trainingsaanbod voor potentiële topsporters verder gestuurd worden. In het schooljaar 2015-2016 zijn er 6 topsportclubs in Vlaanderen. De federatie geeft aan dat er een positieve dynamiek is ontstaan in de verschillende clubwerkingen door het oprichten van topsportclubs. De clubs zijn vragende partij om zelf de trainingssturing en inhouden meer in handen te nemen. De federatie voorziet o.a. ondersteuning van de clubs door de topsporttrainers in dienst van de federatie bijscholingen en trainingen te laten geven voor de clubs en hun trainers. Op termijn zou dit sterk kunnen bijdragen tot de professionalisering van de trainers in het Vlaamse triatlonlandschap. In de volgende beleidsperiode wenst de federatie de lat voor erkenning als topsportclub hoger te leggen, vooral op het vlak van trainingsaanbod. Dit zal in lijn liggen met het talentdevelopment plan (LTAD plan) van de federatie. De federatie voorziet een traject van 2 jaar waarin clubs zich kunnen aanpassen aan de nieuwe, hogere norm. 34

Het flexibel leertraject buiten de topsportschool is in het schooljaar 2015-2016 enkel bestemd voor de derde graad, omdat het trainingsvolume vanaf 16-jarige leeftijd gevoelig verhoogt en een combinatie van topsport met voltijdse studies een stuk moeilijker haalbaar is. In de derde graad van het secundair onderwijs verwacht de Vlaamse Triatlon en Duatlon Liga vzw dat een triatleet een trainingsvolume van 18 à 20 uur per week uitvoert. Een instap in het flexibel leertraject buiten de topsportschool kan enkel mits (1) de triatleet voldoet aan de selectiecriteria, uitgeschreven door de federatie en goedgekeurd door de gemengde selectiecommissie van het Topsportconvenant, (2) de omkadering van de triatleet aan strenge voorwaarden voldoet, in combinatie met het project van de pool van Jeugdtrainers en (3) de klassenraad of directie van de betrokken reguliere school schriftelijk bevestigt dat ze participeert in het flexibel leertraject voor de betreffende leerling/topsporter. Aansluitend op het flexibel leertraject buiten de topsportschool in het derde graad heeft de Vlaamse Triatlon en Duatlon Liga vzw een uitstroomproject in de vorm van een Be Gold-project (momenteel 2 triatleten) en een Beloftevolle Jongeren-project (momenteel 5 triatleten). Alle projecten zijn gedecentraliseerd in het triatlonlandschap. De federatie geeft aan dat de meeste toonaangevende triatlonlanden meer en meer atleetgeoriënteerd denken in functie van de topsportwerking met de jeugd en zelden de volledige werking gecentraliseerd organiseren. 2. Selectiecriteria gericht op internationaal niveau De finaliteit van de topsportschoolwerking ligt op het behalen van een top 8 plaats op het Europees kampioenschap voor junioren als laatstejaars junior (op 18-jarige leeftijd). De finaliteit van de topsportwerking is het minimaal behalen van een top 8 plaats op het Europees kampioenschap voor senioren of een top 16 plaats op het wereldkampioenschap senioren tot het behalen van een top 8 plaats op de Olympische Spelen. Op basis van deze finaliteiten heeft de Vlaamse Triatlon en Duatlon Liga vzw een ontwikkelingslijn en selectiecriteria ontwikkeld op basis van normschalen uit het talentontwikkelingsmodel van Groot-Brittannië. De selectiecriteria worden nog jaarlijks aangepast en geoptimaliseerd indien nodig. In het schooljaar 2017-2018 werden de selectiecriteria voor de leerlingen/topsporters aangepast van een 200m zwem- en 1500m looptest naar een 400m zwem- en 3000m looptest. De federatie heeft 2 testmomenten per jaar (voor- en najaar), waar naast de zuivere prestaties ook de vooruitgang van de triatleet wordt bekeken. In het najaar worden ook elementen van antropometrie, fysieke en motorische kenmerken opgenomen in de metingen. In de toekomst bestaat de mogelijkheid dat de federatie de testen aanvult met 35

gestandaardiseerde labotests (inspanningsproef op de fiets met gasanalyse i.f.v. de VO2 max bepaling). 3. Omvang van de instroom De Vlaamse Triatlon en Duatlon Liga vzw geeft aan dat de normen voor instap in de topsportschool bij de start van de topsportschoolwerking te laag waren, en dat o.a. daardoor de meeste triatleten bij uitstroom uit de topsportschool te weinig resultaten neerzetten. Ondertussen, en ook in het flexibel leertraject buiten de topsportschool, liggen de criteria een stuk hoger. De federatie beoogt op korte termijn een instroom van 1 à 2 leerlingen/topsporters per schooljaar. 4. De noodzaak van participatie in één of meerdere graden in de topsportschool moet aangetoond worden teneinde een optimale talentontwikkeling te bekomen De Vlaamse Triatlon en Duatlon Liga vzw is van mening dat binnen de topsportclubs een voldoende hoog niveau van begeleiding en omkadering aanwezig is om de high potentials te kunnen ondersteunen. De federatie en de overheid ondersteunen dit door vb. de pool van Jeugdtrainers Topsport. Een topsportschoolwerking is voor de federatie op dit moment niet wenselijk. De topsportschoolwerking werd dan ook uitgedoofd vanaf het schooljaar 2013-2014 en beëindigd in het schooljaar 2014-2015. Vermits het trainingsvolume gevoelig verhoogt in de derde graad van het secundair onderwijs (van 14 naar min. 18 uur), stapte de federatie in het flexibel leertraject buiten de topsportschool om de combinatie tussen topsport en schoollopen haalbaarder te maken. 5. Deskundigheid van de sporttechnische en interdisciplinaire omkadering In de vroegere topsportschoolwerking waren de trainers bij opstart nog onvoldoende matuur om een gecentraliseerde werking te kunnen dragen. Ook de federatie stond op dat moment nog te veel in haar kinderschoenen. De Vlaamse Triatlon en Duatlon Liga vzw erkent dat de huidige sporttechnische omkadering binnen de topsportclubs van voldoende hoog niveau is om de begeleiding te voorzien aan de high potential triatleten, mits inhoudelijke sturing en overleg via de een professionele pool van trainers vanuit de federatie, in aanvulling op de topsporttrainers in de clubs. 6. Koppeling aan een trainingscentrum met geschikte trainingsinfrastructuur Vermits de werking van de federatie gedecentraliseerd is, zijn de topsportclubs meer verantwoordelijk voor het beschikken over de geschikte trainingsinfrastructuur. Algemeen blijft het tekort aan zwemwater op de verschillende locaties het grootste 36

struikelblok. De federatie geeft aan dat er in Limburg wel nog een groot potentieel aan geschikte trainingsinfrastructuur ligt, maar nog een te beperkte topsportclubwerking is. 7. Totaalconcept: leefsituatie onderwijs sport Tot en met het schooljaar 2014-2015 beschikte de Vlaamse Triatlon en Duatlon Liga vzw in de topsportschool van Leuven over de geschikte trainingsaccommodatie. In de school diende op dat moment meer aandacht besteed te worden aan de uitstraling van de school als topsportschool. Heden zijn hier al stappen in gezet door de school in Leuven. Op het vlak van het internaat diende er in het verleden meer rust (in functie van topsport) gecreëerd te worden. Gezien het feit dat de werking volledig gedecentraliseerd is en de triatleten in hun thuisomgeving trainen en slapen, is er op vlak van het totaalconcept weinig tot geen probleem. Conclusies 1. Is een topsportschool noodzakelijk? Een topsportschool is in het huidige Vlaamse triatlonlandschap niet de beste optie voor talentdetectie en -ontwikkeling. De federatie heeft dan ook zelf de beslissing genomen om de topsportschoolwerking uit te doven en een gedecentraliseerde werking op te starten. Vooralsnog heeft dit een positief effect op de clubwerking en leidt dit tot meer kwaliteit in topsport. Indien bepaalde randvoorwaarden zouden wijzigen, vb. door een permanent hoog aantal talenten die op topsportschoolleeftijd in aanmerking komen voor begeleiding, en gegroepeerd kunnen begeleid, opgevolgd en ontwikkeld kunnen worden, kan een topsportschool opnieuw aangeraden zijn. 2. Wat is de finaliteit van de topsportschool? Het flexibel leertraject buiten de topsportschool is gericht op minimaal een top 8 plaats op de Europese kampioenschappen en bij voorkeur tot een top 8 plaats op de Olympische Spelen. Het onderscheid tussen een top 8 EK-talent en een top 8 WK/OStalent is op 15 à 16-jarige leeftijd moeilijk betrouwbaar te meten. 3. In welke graden van de topsportschool is participatie noodzakelijk? Gezien het vereiste trainingvolume is het flexibel leertraject buiten de topsportschool noodzakelijk in de derde graad van het secundair onderwijs. 4. Op welke locaties is een topsportschool noodzakelijk? De Vlaamse Triatlon en Duatlon Liga vzw heeft gekozen voor een gedecentraliseerde werking en een samenwerking met topsportclubs, die een ondersteuning vanuit de federatie krijgen indien ze voldoen aan strenge omkaderingsvoorwaarden. 37

5. Is de topsportschool voor zowel jongens als meisjes noodzakelijk? In het flexibel leertraject buiten de topsportschool wordt er geen onderscheid gemaakt tussen jongens en meisjes. Beleidsaanbeveling 1. Het flexibel leertraject buiten de topsportschool en de ondersteuning en uitbouw van de topsportclubs dient verder te worden geoptimaliseerd. 38

Wielrennen Historiek In het schooljaar 2002-2003 startte de Wielerbond Vlaanderen vzw in het Koninklijk Atheneum Voskenslaan te Gent met een topsportschool. Momenteel participeert de topsportschool wielrennen enkel in de tweede en derde graad. De leerlingen/topsporters hebben een keuze om zich te oriënteren naar het baanwielrennen (piste/sprint) of naar het wegwielrennen (fond). De Wielerbond Vlaanderen vraagt geen topsportstatuten aan voor leerlingen/topsporters buiten de topsportschool. Het aantal leerlingen/topsporters kende een piek in het schooljaar 2009-2010 en 2010-2011, met telkens 25 leerlingen/topsporters. In het huidige schooljaar 2015-2016 zijn er slechts 13 leerlingen/topsporters. 2e graad 3e graad 30 25 20 15 10 5 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 3e graad 5 7 4 8 11 10 13 12 14 11 8 9 13 9 2e graad 3 6 10 9 11 14 9 13 11 6 7 7 3 4 Jasper De Buyst haalde in 2016 de 8 e plaats in de omnium op het wereldkampioenschap in London en een 4 e plaats op het Europees kampioenschap omnium in 2013. Nicky Degrendele behaalde een 5 e plaats in het keirin op het Europees kampioenschap U23 in 2015 en werd Europees en wereldkampioene keirin bij de juniores in 2014. Nicky Degrendele en Catherine Wernimont behaalden in 2014 de bronzen medaille op de teamsprint op het Europees kampioenschap bij de junioren. 39

In de niet-olympische disciplines behaalden Jasper De Buyst en Otto Vergaerde een bronzen medaille bij de senioren op het wereldkampioenschap ploegkoers in 2015. Lotte Kopecky behaalde de gouden medaille op het Europees kampioenschap voor junioren (2013) in de individuele achtervolging. Gerben Thijssen haalde een 3 e plaats in de puntenkoers op het wereldkampioenschap voor junioren in 2015. Gerben Thijssen en Robbe Ghys behaalden een zilveren medaille op het Europees kampioenschap ploegkoers in 2015. Huidige situatie (schooljaar 2015-2016) In het schooljaar 2015-2016 schreven 13 leerlingen/topsporters (dd. 11.01.2016) in aan de topsportschool wielrennen. De verdeling per leerjaar en per geslacht is als volgt: Gent Totaal 2e graad M V M V 3e leerjaar 1 0 1 0 4e leerjaar 3 0 3 0 3e graad 5e leerjaar 2 0 2 0 6e leerjaar 6 1 6 1 Totaal 12 1 12 1 40

De Taskforce Topsport besliste in 2012 dat in de lopende Olympiade 2013-2016 maximaal 3,00 VTE lesgevers/trainers voor de topsportschool wielrennen gesubsidieerd worden. In het schooljaar 2015-2016 worden Jan Vancompernolle en Kieran De Fauw binnen dit quotum gesubsidieerd. Toetsing van de huidige werking aan de vooropgestelde criteria in het Topsportactieplan Vlaanderen III 1. Kaderen in een volwaardig topsportloopbaantraject Sinds 2014 organiseert de Wielerbond Vlaanderen vzw talentidentificatiedagen waarop de betere bewegers binnen de federatie worden uitgenodigd. De kandidaat-instromers voor de topsportschool wielrennen die deze testen nog niet hebben afgelegd, dienen deze ook te doorlopen omdat deze testen ook deel uitmaken van de selectie- en herselectietesten. Daarnaast biedt de Wielerbond Vlaanderen vzw ook trainingspakketten en wedstrijden aan. De geïdentificeerde talenten worden aansluitend gecontacteerd voor een infodag van de topsportschool. In het verleden werd er geen rekening gehouden met maturiteit. Vanaf 2014 wordt meer rekening gehouden met maturiteit en limiettijden, en minder met prestaties in (jeugd)wedstrijden. De jeugdclubs (vanuit het Jeugdsportfonds) sturen jaarlijks een lijst naar de federatie door met namen van high potentials binnen de club. Hierdoor krijgt de federatie een beter zicht op de topsportpopulatie in de clubs. De topsportschoolwerking heeft zijn plaats binnen het Interfederaal Wielerinstituut tussen de jeugdwerking aan de basis en de topsportwerking voor de elite. Op dit moment komt 90% van de huidige seniorenploeg op de piste uit de topsportschoolwerking. Na de topsportschool is er een door de federatie opgezet ploegproject, met de nadruk op de pistecompetities, voorzien. In dit project bereiden de renners zich voor op de nationale selecties. Wielerbond Vlaanderen vzw heeft echter geen volledige impact op de keuzes van de alumni van de topsportschool. De federatie tracht wel bij de renners aan te tonen dat er heel wat mogelijkheden zijn binnen deze trainingsgroep. Daarnaast probeert Wielerbond Vlaanderen vzw met andere ploegen te overleggen over het wedstrijdprogramma van het komende seizoen, maar uiteindelijk worden de meeste wegwedstrijden afgewerkt met hun eigen wegteam. Op nationale stages worden de renners wel nog verzameld. Er zijn ook samenwerkingsverbanden met bepaalde ploegen die elitesporters voor de piste in hun rangen hebben. Met deze ploegen (o.a. Topsport Vlaanderen en Lotto) wordt een intentieverklaring ondertekend waarin het wedstrijdprogramma van deze pisterenners mee bepaald wordt door Wielerbond Vlaanderen vzw. 2. Selectiecriteria gericht op internationaal niveau 41

De finaliteit van de topsportwerking is het behalen van medailles op Europese en wereldkampioenschappen en top 8 plaatsen op de Olympische Spelen, zowel in de Olympische sprint- als in de Olympische fondnummers baanwielrennen De topsportschoolfinaliteit ligt op het behalen van medailles op het Europees kampioenschap en/of het behalen van top 8 plaatsen op het wereldkampioenschap bij de beloften of de juniores tijdens de derde graad van de topsportschool, in de Olympische sprint- en fondnummers baanwielrennen. In 2013 werden de selectiecriteria herbekeken en geactualiseerd. Wielerbond Vlaanderen vzw heeft een ontwikkelingslijn uitgeschreven en limiettijden voor geïdentificeerde topsporttalenten (junioren), beloftevolle jongeren en elitesporters op de verschillende afstanden en disciplines bepaald. 3. Omvang van de instroom De selectiecriteria zijn streng genoeg om de beoogde doelstellingen te behalen. Deze werden afgestemd op een tabel die de selectiecriteria KBWB/WBV voor internationale landencompetities weergeven tot op de leeftijd van 27 à 28 jaar. Tot op heden zijn er nog geen problemen geweest om voldoende instroom te genereren. Alle renners in de topsportschool zitten op de lijn die uitgetekend werd binnen de federatie. De federatie biedt zowel fondnummers als sprintnummers aan binnen de topsportschool. Wielerbond Vlaanderen vzw zal binnen de topsportschool nu ook trachten in te zetten op de sprintnummers, gezien het toegenomen aandeel (aantal medaillecompetities) hiervan op het Olympisch programma. Niet alle high potentials stromen in in de topsportschool. De redenen om niet in te stromen zijn volgens Wielerbond Vlaanderen vzw vaak het beperkt aantal studierichtingen (vb. geen BSO-studierichting mogelijk) en het internaat. Een alternatief traject naast de topsportschool is haalbaar, maar gebeurt op dit moment nog te weinig gestructureerd volgens de federatie. Wielerbond Vlaanderen vzw wil een alternatief traject ondersteunen en faciliteren, door het aanbieden van regionale trainingen (enerzijds vooral gericht op snelheid en kracht gericht en anderzijds gericht op klimtrainingen, afhankelijk van de doelpopulatie). 4. De noodzaak van participatie in één of meerdere graden in de topsportschool moet aangetoond worden teneinde een optimale talentontwikkeling te bekomen Voor de pistenummers is de topsportschool het ideale traject. De trainingspakketten op de piste die vooral aan de jongeren worden aangeboden voorafgaand aan de topsportschool, zijn een springplank naar de topsportschool. Vermits wielrennen een laatspecialisatie sport is, is een instroom voor sprint pas noodzakelijk vanaf het tweede 42

leerjaar van de tweede graad (vierde middelbaar). Fondrenners met internationaal potentieel kunnen nog later boven water komen. De vraag om ook Topsportschool BMX aan te bieden werd nog niet beantwoord. Wielerbond Vlaanderen vzw heeft nog geen duidelijk zicht of er voldoende goede talenten gerekruteerd kunnen worden voor het oprichten van een topsportschool BMX. BMX is, ten opzichte van sprint en fond, meer een technische sport en hierin dient dan ook op jongere leeftijd in gespecialiseerd te worden. De piekleeftijd voor BMX-renners ligt tussen de 20 en 22 jaar, waardoor een instap in een eventuele topsportschoolwerking reeds in de eerste graad dient te liggen. 5. Deskundigheid van de sporttechnische en interdisciplinaire omkadering Wielerbond Vlaanderen vzw is tevreden met het niveau van de trainers in de topsportschool. Zij zorgen er voor dat de uiteindelijke finaliteit behaald kan worden. Jan Vancompernolle, master LO, wordt volgens de federatie perfect aangevuld door Kieran De Fauw. Kieran, die zelf pisterenner is en het trainingspakket bij de jeugd begeleidt en opvolgt, heeft een correct zicht op de instroom. Wekelijks op dinsdag gaat er een IDT (interdisciplinair team) overleg door waarop o.a. nieuwe wetenschappelijke artikels, bijscholingen, evaluaties van renners e.a. worden besproken. Op het EK of WK piste junioren is een trainer van de topsportschool aanwezig. Externe trainers binnen de topsportschoolwerking zijn ruim voldoende aanwezig: Stephane Wernimont (piste sprinttrainingen), Bieke Vandenabeele (krachttrainingen zaal) Dieter Kreynen (kinesist, behandeling en stabiliteitstrainingen, screening) en Bert Van Poucke (mentale begeleiding). 6. Koppeling aan een trainingscentrum met geschikte trainingsinfrastructuur Het trainingscentrum van de federatie is gelokaliseerd in het Vlaams Wielercentrum Eddy Merckx (VWEM) te Gent. In het VWEM is alles voorhanden: wielerpiste, heringerichte krachtzaal na input van de federatie, leslokaal voor groepssessie (videoanalyse, mentale begeleiding), een apart bureel voor de trainers van de topsportschool en iedere renner heeft een eigen opberghok voor fietsen en kledij. Naar de toekomst zijn er plannen om de kleine testruimte te verplaatsen naar een nieuwe grotere testruimte zodat er meer (en sneller) testen kunnen afgenomen worden (inspanning, positioneringen...). 7. Totaalconcept: leefsituatie onderwijs sport In Gent is zowel de school als het internaat dicht bij het Vlaams Wielercentrum Eddy Merckx gelegen. Indien oud-leerlingen/topsporters er voor kiezen te studeren/werken en leven in Gent wordt het totaalconcept ook na de topsportschool gerealiseerd. De transitie naar verdere studie wordt steeds met de leerlingen besproken en indien 43

gewenst wordt de ondersteuning die er is van Sport Vlaanderen, studie- of carrièrebegeleiding, geraadpleegd. Het informeren van alle renners en ouders zou volgens de federatie nog beter kunnen via een transitiecoach. De federatie geeft aan dat de kwaliteit van topsportvoeding binnen de topsportschoolwerking tot op heden nog te kort schiet. Conclusies 1. Is een topsportschool noodzakelijk? Voor het baanwielrennen is de topsportschool noodzakelijk, gezien het feit dat deze disciplines in de clubs onvoldoende (kwalitatief) aan bod komen. Wielerbond Vlaanderen vzw dient een (middel-)langetermijn beleid te kunnen voeren inzake de piste-prestaties met de renners die uitstromen uit de topsportschool. Op dit moment is de impact van de federatie op het trainings- en wedstrijdprogramma van de beloftevolle renners nog niet volledig duidelijk afgebakend. Vooral in de transitieperiode (18 tot 23 jaar) dient de federatie de renners te blijven ondersteunen door het aanbieden van de expertise van de trainers (topsportschool en Jeugdtrainer topsport). Er wordt een te geringe meerwaarde aangetoond voor uitsluitend wielrennen op de weg in de topsportschool. In de sprintnummers kan de federatie nog meer focussen op interdisciplinair overleg en transfers (vb. cross-over van BMX naar piste). De visie van de Wielerbond Vlaanderen vzw dient verder uitgedragen te worden. Vermits het aantal sportrichtingen met optie wielrennen in Vlaanderen de hoogte in gaan, is het een opportuniteit voor de federatie om meer trainers en scholen in de visie van de federatie te krijgen. 2. Wat is de finaliteit van de topsportschool? De finaliteit van de topsportschoolwerking ligt op het behalen van medailles op het Europees kampioenschap en/of het behalen van top 8 plaatsen op het wereldkampioenschap bij de beloften of de juniores tijdens de derde graad van de topsportschool, in de Olympische sprint- en fondnummers baanwielrennen. De finaliteit van de topsportwerking is het behalen van medailles op Europese en wereldkampioenschappen en top 8 plaatsen op de Olympische Spelen, zowel in de Olympische sprint- als in de Olympische fondnummers baanwielrennen. 3. In welke graden van de topsportschool is participatie noodzakelijk? Participatie in de tweede (vanaf het tweede leerjaar) en derde graad van het secundair onderwijs is noodzakelijk voor baanwielrenners. Instroom voor renners die zich enkel op het weg wielrennen toeleggen, is niet noodzakelijk. Vermits de instap voor 44

fondrenners nog op latere leeftijd gebeurt, is er weinig tot geen meerwaarde voor een topsportschool fond. Daarnaast zijn er verschillende (internationale) voorbeelden die aantonen dat een mogelijke basiswerking voor wegrenners ook bij de piste kan gebeuren. Wielerbond Vlaanderen vzw moet meer promotie maken voor de topsportschool, zodat de drempel voor instroom verlaagt en er een kwalitatievere instroom in de topsportschool is. 4. Op welke locaties is een topsportschool noodzakelijk? De topsportschool van Gent is aangewezen gelet op de nabijheid van het Vlaams Wielercentrum Eddy Merckx, het trainingscentrum van de federatie. 5. Is de topsportschool voor zowel jongens als meisjes noodzakelijk? Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen jongens en meisjes. Beleidsaanbeveling 1. De uitstroom van de topsportschool dient beter afgestemd te worden op het behalen van de finaliteit van de topsportwerking op de piste. Wielerbond Vlaanderen vzw dient een duidelijke impact aan te tonen op het programma van de individuele renner, los van de (professionele) ploeg waarin de renners rijden. 2. Wielerbond Vlaanderen vzw dient zich toe te leggen op het ontwikkelen van pisterenners. Er kan weinig tot geen meerwaarde aangetoond worden voor een werking voor het wielrennen op de weg in de topsportschool. Daarom is de inrichting en subsidiëring van de topsportschool wegwielrennen niet langer verantwoord en dient de tweede en derde graad topsport wielrennen wegwielrennen uit te doven door (1) voor het schooljaar 2017-2018 geen instroom voor de discipline wegwielrennen toe te laten en (2) de reeds aanwezige leerlingen/topsporters wegwielrennen de kans te geven om de topsportschool af te werken, indien zij voldoen aan de selectiecriteria. 45

Zwemmen Historiek De Vlaamse Zwemfederatie vzw participeerde vanaf het schooljaar 2002-2003 in het Stedelijk Handelsinstituut in Merksem. In 2004-2005 werd het mogelijk voor leerlingen/topsporters om in te schrijven aan de middenschool van het Stedelijk Handelsinstituut te Merksem. Vanaf het daaropvolgende schooljaar 2005-2006 werd deze werking uitgebreid naar de middenscholen van Gent en Brugge. In hetzelfde schooljaar startte de Vlaamse Zwemfederatie een werking in de basisschool in Hasselt. De basisschoolwerking werd echter opnieuw stopgezet na het schooljaar 2006-2007. De werking in de middenschool van Gent werd stopgezet in 2006-2007, in Brugge in het schooljaar 2009-2010. De werking van de middenschool in Merksem verhuisde in 2007 naar de middenschool te Mortsel. In het schooljaar 2015-2016 werd de eerste graad van Mortsel overgeheveld naar het Leonardo Lyceum Topsport in Wilrijk, waardoor de drie graden van het secundair onderwijs in de topsportschool op dezelfde locatie les volgen. In het schooljaar 2015-2016 werden echter geen leerlingen/topsporters zwemmen uit de eerste graad geselecteerd. Het aantal toegekende topsportstatuten zwemmen kende een spectaculaire toename in het schooljaar 2005-2006, mede door het opstarten van een werking in meerdere middenscholen en in de basisschool. In de loop der jaren nam het aantal leerlingen/topsporters terug af. In het schooljaar 2015-2016 zijn er 16 topsportstatuten toegekend. De Vlaamse Zwemfederatie vzw vraagt geen topsportstatuten buiten de topsportschool aan. 60 2e en 3e graad 1e graad Basisonderwijs 50 40 30 20 10 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Basisonderwijs 10 8 1e graad 2 1 23 18 17 19 11 7 7 3 2 2 2e en 3e graad 6 13 14 16 19 20 30 24 23 21 20 23 19 16 46

Ook in het zwemmen werden er al mooie resultaten neergezet door (voormalige) leerlingen/topsporters. Louis Croenen behaalde een 7e plaats op het wereldkampioenschap in Kazan (2015) op de 200m vlinderslag. Op hetzelfde wereldkampioenschap behaalde de aflossingsploeg 4x200m vrije slag, bestaande uit onder meer Louis Croenen en Glenn Surgeloose een 6 e plaats. Dezelfde aflossingsploeg behaalde een bronzen medaille op het Europees kampioenschap in Berlijn (2014). Ook Ken Cortens maakte toen deel uit van het team. In 2013 behaalde de aflossingsploeg 4x200m een 7 e plaats op het wereldkampioenschap in Barcelona, met ondermeer Glenn Surgeloose als teamlid. Op de Olympische Spelen in Londen (2012) behaalde de aflossingsploeg een 8 e plaats op de 4x100m vrije slag. Jasper Aerents maakte deel uit van de ploeg. Huidige situatie (schooljaar 2015-2016) In het schooljaar 2015-2016 schreven 16 leerlingen/topsporters (dd. 11.01.2016) zich in aan de topsportschool zwemmen. De verdeling per leerjaar en per geslacht is als volgt: Antwerpen Totaal 2e graad M V M V 3e leerjaar 2 2 2 2 4e leerjaar 3 3 3 3 3e graad 5e leerjaar 3 0 3 0 6e leerjaar 2 1 2 1 Totaal 10 6 10 6 47