MEMORIE OUD-NIEUW Het spel bestaat uit 20 combinaties van oud en nieuw. In totaal dus 40 kaartjes. Leg de kaartjes met de foto naar onder en laat de kinderen de juiste combinatie vinden van bijvoorbeeld een oldtimer van vroeger en een elektrische wagen van nu. Wanneer de juiste combinatie gevonden wordt, houdt de leerling de kaartjes bij. Wie op het einde van het spel de meeste kaartjes heeft, is gewonnen. VARIANT Het is fijn om telkens even stil te staan bij de verschillen tussen de oude versie en de modernere versie van het plaatje. Vooral ook als dit met de grootouders gespeeld wordt, kunnen zij er vaak leuke anekdotes bij vertellen. Inleefspel: Leg deze kaartjes op de achterkant van het werp- en rekenspel. Wanneer de kinderen het spel spelen, draai je om de 3 à 4 minuutjes het bord een beetje door. Er is veel kans dat het veel moeilijker wordt en dat kinderen gefrustreerd raken. Net op dat moment kan je er dan op wijzen dat zij zich nu kwaad voelen, net zoals mensen met dementie. Zij worden steeds meer met verlieservaringen geconfronteerd, dingen die ze niet meer kunnen, dingen die ze niet meer terugvinden. Dat moet ook erg frustrerend en lastig zijn!
INFORMATIEF SPEL Kubus met gekleurde zijden 5 gekleurde antwoordkaarten 45 spelkaartjes: 9 kaartjes per kleur Scorebord : lijst met namen om de punten te noteren. Aantal spelers Kan gespeeld worden met meerdere spelers. Kinderen kunnen het zelfstandig spelen tijdens het hoekenwerk. Kan ook meegenomen worden naar huis om te spelen met de ouders, broers, zussen... Je kan één iemand aanduiden die de antwoordkaarten bijhoudt en de antwoorden controleert. Leg alle kaartjes per kleur in stapeltjes op tafel. De kinderen gooien de kubus om beurt en nemen een kaartje van die kleur om een vraag te beantwoorden. Indien het antwoord juist is, worden de punten van op het kaartje genoteerd op het scoreboard en leg je het kaartje opzij. Indien het antwoord fout is, wordt het antwoord van de antwoordenkaart voorgelezen. Het kaartje wordt dan terug onderaan het stapeltje gelegd. Bij een gooi op de paarse kant, moet het kind een beurt overslaan Variant op het spel Indien men een antwoord niet kent, mag het kaartje gegeven worden aan een medespeler, of moet men de volgende keer een beurt overslaan.
KUBUS PRAATSPEL Kubus met duo kaartjes: steek per kant een kaartje met de rode rand zichtbaar. Er zijn 8 kaartjes (2 extra voor t geval iemand 2 keer dezelfde situatie gooit. Kan gespeeld worden met meerdere spelers. Hoekenwerk : in de klas wordt dit samen met de juf gespeeld terwijl de andere kinderen andere spelletjes spelen. Het spel kan thuis gespeeld worden met de ouders / grootouders. Bij dit spel leren kinderen eerst hun gevoelens te formuleren over een situatie die zij zouden kunnen meemaken (situatie met de rode rand). Daarna lezen ze de situatie op de keerzijde (groene rand) en proberen dan bij deze gelijkaardige situatie in te leven hoe de persoon met dementie zich zou voelen. Kinderen kunnen bij dit spel hun gevoelens bij elkaar uitwisselen. Het is de bedoeling de link te leggen met de gevoelens van de persoon die lijdt aan dementie. Variant op het spel Er kan ook gekozen worden om maar één situatie per gooi te bespreken, waarbij de speler mag kiezen tussen de rood of groen omrande situatie. Er kan ook gekozen worden om: - rood omrande kaartjes te laten bespreken door de kinderen - groen omrande kaartjes te laten bespreken door ouder, grootouder
BORDSPEL MET JOOP Het spelbord Stapeltje met 24 kaartjes (antwoorden op de keerzijde) Zakje met 4 pionnen en een dobbelsteen Twee tot vier spelers (eventueel meer mits extra pionnetjes in te zetten). Kan gespeeld worden tijdens hoekenwerk of thuis met ouders en/of familie Leg het stapeltje kaartjes met het vraagteken naar boven gericht. Dek de bovenste kaart af. Leg het spelbord in het midden Aanvang : om beurt gooien en de persoon die het hoogste getal gooit, mag beginnen. Verder gaan we in wijzerzin. Om beurt gooien met de teerling en het aantal vakjes met het pionnetje opschuiven. Telkens iemand op een Joop terecht komt, moet deze een kaartje van de stapel nemen en de vraag beantwoorden. Het antwoord staat op de keerzijde alsook het aantal vakjes dat je verder moet opschuiven of terugkeren. Kom je terug op een Joop terecht, moet je geen kaartje nemen, maar is het de beurt aan de volgende persoon. Wie als eerste bij de grote Joop aankomt, is gewonnen. Variant op het spel Je bent pas aangekomen als je op het einde exact op de 63 staat. Gooi je bijvoorbeeld 3 ogen te veel, dan keer je die 3 vakjes ook terug.
GEVOELSSPEL MET SMILEYS 24 smileys 24 gevoelskaartjes (kleine smileys onderaan) Dit praatspel kan gespeeld worden met meerdere spelers tijdens het hoekenwerk of thuis met papa en mama, eventueel broers en zussen. De 24 gevoelskaartjes worden omgekeerd op de tafel gelegd. De smileys leg je verspreid in het midden van de tafel. De kinderen nemen om beurt een gevoelskaartje en lezen de tekst voor. Ze kiezen 1 of meerdere smileys die er volgens hen bij passen en vertellen dan in de groep waarom ze dit kaartje of deze kaartjes kiezen. De andere kinderen kunnen hierop inpikken door hun gevoelens hierbij ook uit te wisselen.
GOOI-EN REKENSPEL Kadering van het spel Dit spel werd toegevoegd om tijdens het hoekenwerk de kinderen even competitief te laten bezig zijn rond iets anders dan het thema dementie. Bij het rekenen wordt beroep gedaan op het redeneervermogen van de persoon. Dit is iets wat bij mensen met dementie ook wegvalt, waardoor niet enkel rekenen, maar bijvoorbeeld ook omgaan met geld of uitvoeren van een recept (gerechtje) onmogelijk wordt. Het ronde bord met cijfers 16 rijstzakjes om te werpen op het bord Scorebord met namen Max 4 spelers die elk 4 zakjes van één bepaalde kleur krijgen. Het tapijt wordt op de grond gelegd. De spelers gaan op een zekere afstand staan van het tapijt en gooien om beurt 1 zakje. Wanneer een zakje tussen twee cijfers ligt, dan telt het laagste cijfer. Wie op het einde de meeste punten heeft, is gewonnen.