OPA KRENTENBOL. Bijbelverhalen.nl



Vergelijkbare documenten
NAAM. Uil kijkt in een boek. Het is een boek over dieren. Er staan plaatjes in. Van elk dier één. Uil ziet een leeuw. En een pauw. En een bever.

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 6 Het leven kan een feest zijn

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij?

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Inleiding. Veel plezier!

Voor Indigo en Nhimo Papahoorjeme_bw.indd :02

Na een paar weken is de marionet eindelijk klaar. Vol trots neemt Bas hem mee naar school. In de

Miauw! Miauw!

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Het is druk op het schoolplein. Overal zie je kinderen die aan het knikkeren zijn. Joost heeft een grote zware knikkerzak. Hij roept: 'Ik heb de

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

met tekeningen van ivan & ilia

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Rianne haalt haar hand door Jochems haar terwijl ze naar de kamer loopt. Kijk eens wie we daar hebben? roept ze als ze uit het raam kijkt.

Vlucht AVI AVI. Ineke Kraijo Veerle Hildebrandt. Kraijo - Hildebrandt Vlucht De Vier Windstreken. De Vier Windstreken AVI

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 7 Delen maakt blij. H. Theobaldusparochie, Overloon

KLEINE DEUGNIET Door Marcel van Rijn

Poekie is verdrietig. Want zijn papa en mama gaan scheiden. Geschreven door. Mariska van der Made. Illustraties van. Dick Rink

Spekkoek. Op de terugweg praat zijn oma de hele tijd. Ze is blij omdat Igor maandag mag komen werken.

De woonkamer. Er staan veel dozen in de woonkamer, er staat een bank en een kast die half in elkaar gezet is.

Dit is een download bij het artikel Omdat je het kunt uit JOP COACH magazine, nr

Verhaal: Jozef en Maria

3 Bijna ruzie. Maar die Marokkanen en Turken horen hier niet. Ze moeten het land uit, vindt Jacco.

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

MARIAN HOEFNAGEL. De nieuwe buurt. Uitgeverij Eenvoudig Communiceren

Lotte is er erg blij mee. Ik wilde altijd al een huisdier voor mezelf, zegt ze tegen opa. En nu heb ik er opeens een heleboel.

Rivka voelt tranen in haar ogen. Vader aait over haar wang. Hij zegt: Veel plezier, prinsesje. Vergeet je nooit wie je bent? Dan draait vader zich

Burny Bos. Knofje. Alle verhalen. Met illustraties van Harmen van Straaten. Leopold / Amsterdam

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Pannenkoeken met stroop

K a t m e t s l a g ro o m

Eva geeft geen antwoord. Ze leest samen met Lieke in het kookboek. Nu moet er suiker en boter bij, zegt Lieke. En een snufje

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, jongens en meisjes,

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5

Lekker ding. Maar Anita kijkt boos. Hersendoden zijn het!, zegt ze. Die Jeroen is de ergste. Ik kijk weer om en zie hem meteen zitten.

De arme man en zijn parkiet

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

BINNENSUIS Jehudi van Dijk

Een van de agenten komt naar hem toe. Nou, het is me het dagje wel, zegt hij. Nu zijn er toch rellen in de stad.

Appeltje en Eitje Een postpakket uit Spanje

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

DE NAAM JON FOSSE. NAMNET (1995) Een toneelstuk. Vertaling Tom Kleijn ********** PERSONEN. Meisje Jongen Zus Moeder Vader Bjarne ***********

Kinderfolder ALS JE EEN GELEIDEHOND TEGENKOMT

Een knipoog van tante Wilma

Het is woensdagmiddag. Hij heeft alle tijd. Wat zal hij

Micha kijkt Ruben aan. Hij trekt een gek gezicht. Micha houdt niet van puzzelen, want de puzzels die oma maakt, zijn altijd heel erg moeilijk.

Het allerleukste meisje

De twee zaken waarover je in dit boek kunt lezen, zijn de meest vreemde zaken die Sherlock Holmes ooit heeft opgelost.

1. Naar het erf van dominee Visky

Het nachtmerrieneefje

Lieke. redt de dieren

Hoe gaat het in groep 1/2 b

Voorwoord. Veel leesplezier! Liefs, Rhijja

Het speelhuis van Lotte en Nina

De Nationale Stichting ter Bevordering van Vrolijkheid



Keetje zucht. Wat duurt het lang! Maar wacht... Daar komt een auto de straat in rijden. Hij stopt achter de verhuiswagen en er stappen twee mensen

Een greep uit een presentatieviering met als thema: Licht zijn voor anderen

Paul van Loon. Allemaal Onzin. Tekeningen Hugo van Look. Leopold / Amsterdam

Jos en zijn nieuwe vrienden

H E T V E R L O R E N G E L D

Gelukkig is er een iemand voor wie hij nooit bang is. Dat is zijn oma. Ze is de liefste oma van de hele wereld. Op vrijdagmiddag komt ze hem altijd

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT

Gijsje zonder staart geschreven door Henk de Vos (in iets gewijzigde vorm) Er was eens een klein lief konijntje, dat Gijs heette. Althans, zo noemden

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

Lelijke griet. Dino is nog steeds te verbaasd om iets normaals te zeggen. Het enige dat hij kan bedenken is: Heet je echt Belle?

Ze moet wel twee keer zo veel eten als Anne, en altijd weer die pillen vooraf.

ze terug in de la. Dan haalt ze de pannen van het fornuis en zet ze op de onderzetters. Thomas vouwt zijn handen en doet zijn ogen dicht.

1 Kussen over mijn hoofd

Alsof daar buiten iets interessants te zien is. Zwart zwart zwart, lampje, zwart zwart zwart. De metro raast onder de stad door.

Ze neemt nog een slok van haar rum-cola. Even lijkt het alsof de slok weer omhoogkomt.

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website:

Adam en Eva eten van de boom

Op reis naar Bethlehem

De drie jongetjes lopen weg

GAVE Kerk: werkblad Bijbelklassen en Spoorzoekers

ik heb t! Gerard van Midden Noëlle Smit

Exodus 17,1-7 - Water uit de rots voor mensen met een kort lontje

Afval Anne en de Sorteerbrigade

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

De meester is een Vampier

Stan. Geschreven door. Eline Willemse. Illustraties van. Dick Rink

Als je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts.

Niet eerlijk. Kyara Blaak

Hey Russel! EEN BIJZONDERE VRIENDSCHAP. marian hoefnagel

Storm in het bos. Storm in het bos. Isabel Versteeg Storm in het bos

Stil blijft Lisa bij de deur staan. Ook de man staat stil. Ze kijken elkaar aan.

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA


Knabbel en Babbeltijd.

E E N B A R M H A R T I G E S A M A R I T A A N

Transcriptie:

OPA KRENTENBOL Bijbelverhalen.nl 1 - Dagboek 2 - De oudste zijn 3 - Regels 4 - Reinheid 5 - Slechte tv-programma's 6 - Sterven 7 - Paasfeest 8 - Stefan wordt overvallen door angst 9 - Stel je voor 10 - Blozen 11 - Elkaars spullen lenen 12 - Snoeien 13 - Een vreemdeling 14 - Sportfanatisme 15 - Verliezen 16 - Telefoneren 17 - Oud en Nieuw 18 - Goede manieren 19 - Je rommel opruimen 20 - Slechte vrienden 21 - Aandacht krijgen 22 - Liegen, liegen en nog eens liegen 23 - Schelden 24 - Jaloers 25 - Geduld 26 - Hondepoep 27 - Opa troost Japie in zijn verdriet 28 - Pesten 29 - Kerstfeest 30 - Intimidatie 31 - Stelen 32 - Verwennen 33 - Afwassen 34 - Handjes geven 35 - Chips eten 36 - Burengerucht 37 - Dieren 38 - Opa Krentenbol geeft zichzelf 39 - Abah! Opa Krentenbol! 40 - Shirley leert Niesje beter kennen 41 - Bang maken 42 - Roken 43 - Stefan is brutaal 44 - Graffiti 45 - Stefan wordt beroofd 46 - Kleding 47 - Rommel op straat 48 - Onrecht 49 - Vrede 50 - Vieze plaatjes 51 - Kerstman 52 - Geven 53 - Oefenen, leren en doorzetten 54 - Stunten 55 - Verliefd 56 - Op het wandelpad 57 - Lekker spelen 58 - Opa's voornaam 59 - Gokken

1 - Dagboek De meeste kinderen hebben wel een bijnaam voor hun opa's en oma's. Soms zeggen ze bijvoorbeeld Opa en Oma Zierikzee, of Opa en Oma Bergweg. Snap je? Dat is gewoon om de opa's en oma's uit elkaar te houden. Stefan en Shirley noemen hun ene opa altijd Opa Krentenbol, want als je bij hem op visite komt, krijg je altijd een krentenbol. Ze hebben ook nog een oma Hemeltjeshof, die woont op de Hoge Singel, maar zij is nogal deftig. Je mag daar niks. Alleen maar netjes op de bank zitten. Nee, dan Opa Krentenbol. Dat is de meest fantastische opa die je je maar kunt voorstellen. Hij maakt veel grapjes en heeft altijd tijd voor je. Soms neemt hij je mee ergens naar toe en dan beleef je echt avonturen. Neem nou vandaag. Na zijn werk in het volkstuintje was opa in zijn grote stoel gaan zitten met een reuzenpot thee voor zich, helemaal voor hem alleen. Wel drie kopjes thee schonk hij in, allemaal met drie klontjes suiker, want opa was een echte zoetekauw. Hij dacht na, heel diep. 'Mmm.' bromt hij, terwijl hij met een hand de rimpels in zijn voorhoofd probeert glad te strijken, wat toch niet lukt. 'Die kleine apenkoppen van me wil ik nog zoveel leren, maar praatwoorden zijn ze zo weer vergeten. Het moeten schrijfwoorden zijn. Dan kunnen ze het later nog eens nalezen. Ja, ik weet al wat... Hij propt nog gauw twee klontjes achter z'n kiezen, (Hij heeft toch een kunstgebit)... zet zijn handen op zijn stramme knieën en staat op. 'Ik ga een dagboek kopen,' zegt hij tevreden, 'en dan moeten zij er ook in schrijven. Dat zal leuk worden.' In de winkel gekomen, besluit opa, dat het maar een poëziealbum moet worden. Dat is veel aardiger. 'Is het een cadeau?' vraagt het winkelmeisje. 'Nee, laat maar,' zegt opa droog. 'Het is voor mezelf.' Het meisje staart hem vol verbazing aan. 'En plaatjes hoef ik niet. Ik plak mijn stikkers er wel in.' voegt opa er nog aan toe. Het winkelmeisje weet niet wat ze moet doen. Hard gaan lachen of flauwvallen. Als opa de deur uitgaat weet ze het. Ze valt flauw. Vraag 1: Waarom kunnen kinderen wat van oude mensen leren? 2. Wat kunnen kinderen van hen leren? 3. Waarom is het fijn om een oma of opa te hebben?

2 - De oudste zijn Met een zucht van voldoening plakt opa de roze aardbeienbrief van Shirley in zijn dagboek. Zo, dat is vol. Het is een dik boek geworden. Van alles zit erin. Tekeningen, stikkers, plaatjes uit tijdschriften en kaarten. Ook een foto van Mopsy en een leuke tekening die Shirley maakte van het konijn van ouwe Bram, dat een brief schrijft. Stefan heeft een mooie graffititekening gemaakt over die keer toen opa het tunneltje wilde onderknoeien. Wat een leuke herinneringen zitten erin. Opa knikt tevreden. Hij plakt ergens nog een hoekje vast en poetst de buitenkant op met een beetje spuug en de mouw van zijn trui. Dan gaat hij het naar de kinderen brengen. Zodra Shirley het ziet, roept ze hebberig: 'Ik wil het hebben. Mag het, opa? Ik zal het bewaren tot ik honderd ben.' 'Nee, dat is niet eerlijk,' roept Stefan. 'Jij wordt toch al zo verwend. Ik ben de oudste.' Ze beginnen ruzie te maken. Shirley schreeuwt dat Stefan altijd alles krijgt en zij nooit eens iets. Opa beslist dat het dagboek voor Stefan is. 'Vanmiddag kopen we gewoon dagboek nummer twee en dat wordt dan voor jou, Shirley.' Shirley mokt nog wat na, maar dat is gauw over als opa voorstelt de toren te gaan beklimmen. De kerk bestaat honderd jaar en nu mag iedereen gratis op de toren. Wat leuk, zeg! Daar hebben ze wel zin in. Gauw trekken ze hun jassen aan, want boven op een toren waait het meestal nog al. Het valt voor opa niet meer om die steile houten trappen op te komen. 'Och, och! Waar ben ik aan begonnen?' hijgt hij. Maar Shirley en Stefan wachten telkens even op hem. 'Het komt door uw dikke buik,' zegt Shirley, meer eerlijk dan beleefd. Maar opa denkt dat hij te oud is voor zulk geklim. Eindelijk zijn ze boven. Wat een schitterend uitzicht. De mensen zijn net playmobielpoppetjes en de autootjes speelgoed. Ze zien van alles. Ook hun eigen straat en hun eigen huis. Wat is dat klein in die wijde wereld. 'Moet je nou eens voorstellen,' zegt opa. 'Daar in dat minihuis woont een minimeisje en een minijongen, die ruzie maken over een minidagboekje. Dat is toch zeker belachelijk! Echt een miniprobleem.' De kinderen zijn het eigenlijk wel met hem eens. Na een tijdje ziet opa de bakkerswagen rijden. Dat doet hem denken aan lekkere verse krentenbollen. Dus gaan ze in een sneltreinvaart naar beneden. Opa wordt er draaierig van. Hij is blij dat zijn dochter de thee klaar heeft staan. Het is een piepklein kopje met drie piep-piepkleine klontjes erin. (Van bovenaf gezien dan wel.) De kinderen genieten met kleine teugen van hun hete thee en denken: 'Wat was het weer een fijne middag met onze fantastische opa Krentenbol. Vraag 1: Is het fijn om de oudste te zijn? 2. Wat voor voordeel is het om de jongste te zijn? 3. Zouden goede ouders hun kinderen verschillend opvoeden, zodat de een iets wel mag en de ander niet?

3 - Regels Stefan komt uit gymnastiek. Hij moet met zijn fiets stoppen bij een stoplicht. 'Bah!' moppert hij. 'Altijd is dat licht rood. Er komt niet eens een auto aan.' Wat stom eigenlijk om een lichtje over jou de baas te laten zijn. Zou hij doorrijden? Zich nergens wat van aantrekken? Ja, maar als er dan ineens toch wat aankomt? Hij aarzelt. Toch maar niet doen... Nogal mopperig vindt hij, thuisgekomen, opa's dagboek op zijn bed. Nou, misschien weet opa waarom er per se verkeersregels moeten zijn. Met grote hanenpoten schrijft hij erin: 'Opa, waarom zijn er eigenlijk verkeersregels? Het leven zou zonder verkeersregels veel leuker zijn, net als bij apie-apie. O ja, en dan nog een vraag. Wilt u niet een potje met ons voetballen? Japie en Mario doen ook mee. Groetjes van Stefan.' Apie-apie is het leukste wat Stefan en Shirley op gymnastiek doen. Ze krijgen het maar een heel enkele keer. De gymjuf zet dan alle apparaten klaar, ook de minitramp. Eerst mogen ze alles uitproberen en dan spelen ze tikkertje met verlos. Het is vreselijk lachen met apie-apie, omdat er geen regels zijn. Alles mag, als je maar uitkijkt bij de minitramp. Met een zucht doet Stefan het dagboek in een krant en legt het op het kastje bij de buitendeur. Als opa dan komt, kan hij het meenemen. Een poosje later leest opa wat Stefan heeft geschreven. Hij zucht: 'Jammer dat ik m'n voetbalschoenen uitgeleend heb aan mijn vriend Wouter.' (Dat was zestig jaar geleden)...' En bovendien heb ik niet meer zulke elastieken benen als vroeger. Maar ik kan allicht voor scheidsrechter spelen.' Het is woensdagmiddag. Op het grote grasveld wordt een vreemd partijtje voetbal gespeeld. Opa doet echt wel z'n best, maar hij kent de regels niet meer zo goed. Met een rood hoofd loopt hij te fluiten. Een corner noemt hij hands en van hem mag de keeper, Stefan, niet met zijn handen aan de bal komen. Nou ja, dan zit' ie toch altijd! Slap van de lach komen ze thuis. Moeder roept met de vingers in de oren: 'Veeg je benen!' Daar moeten Mario en Japie helemaal om lachen. Ze gaan door de knieën om de benen te vegen in plaats van de schoenen... Even later zitten ze achter een lekker kopje thee nog na te kletsen. Die opa. Hij gaf zelfs een strafpunt als iemand de bal van een ander afpakte. Haha! Trouwens, waar is hij eigenlijk? Ze vinden hem in de woonkamer, bezig in het dagboek te schrijven. 'Woensdag 3 juni. Voetbalwedstrijd. De kneusjes tegen de brulboeien. Uitslag tien-elf.' En hij schrijft eronder: 'Waarom ze zo moeilijk deden over die regels weet ik niet. Ik floot in ieder geval een beste wedstrijd.' Vraag 1: Waarom zijn er verkeersregels nodig? 2. Waarom zijn er spelregels nodig? 3. Waarom zijn er leefregels nodig? (De tien geboden.)

4 - Reinheid Shirley en Stefan zitten samen brood te eten. Moeder is naar oma Hemeltjeshof, die ziek is. Het dagboek ligt op tafel. Stefan leest erin, terwijl Shirley jam op haar brood smeert. 'Ha.' roept hij, 'Moet je lezen wat opa schrijft!' 'Beste kinderen. Ik ben toppunten aan het verzamelen. Doen jullie mee? Hier is mijn eerste: Wat is het toppunt van geduld? Antwoord: Wachten tot de torenhaan kraait. Schrijf gauw terug.' 'Leuk,' zegt Shirley, 'Maar ik weet er geen een.' Ze neemt een hap van haar veel te dik besmeerde boterham. Stefan kijkt eens naar haar. 'Hé, je hebt jam op je gezicht.' 'O ja? Nou, fijn toch zeker.' zegt Shirley koeltjes. Ze neemt een lik jam uit de pot en smeert die op haar andere wang. 'Zo beter?' Stefan lacht. Shirley wil wel eens zien hoe ze eruit ziet. Ze loopt naar de spiegel en bekijkt zichzelf kritisch. Mmm. Een beetje te veel van hetzelfde. Er moet nog wat chocopasta op het puntje van haar neus. Dat staat geinig. Stefan is het met haar eens. Zal hij haar even helpen? Nee, Shirley vindt dat hij zichzelf maar mooi moet maken. Wat hij dan ook prompt doet. Ze rennen van de tafel naar de spiegel en weer terug. Het wordt een dolle boel. 'Weet je wat!' roept Stefan, 'Laten we ook nog wat gel in ons haar doen.' Hij rent naar boven om de pot met gel te halen. Met een grote lik maken ze prachtige punten rechtop in hun haar... Maar dan horen ze het tuindeurtje piepen. Daar komt opa. Wat moeten ze doen? Shirley, bijdehand als altijd, weet wel raad. Vlug trekt ze het tafelkleed wat naar beneden en samen duiken ze onder de tafel. 'Hallo, jongens.' roept opa. 'Wat doen jullie daar?' 'We zitten te denken,' roept Shirley. 'Ja,' voegt Stefan eraan toe. 'Over wat het toppunt is van vies zijn. Weet u dat soms?' Opa denkt even na. 'Is dat soms eenmaal in je leven in bad gaan en dan met een vingertje alleen je neus wassen? 'Nee,' roepen de kinderen. 'Nog eens raden, opa.' 'Eh...' bedenkt opa, 'tomatensoep met je vingers eten?' 'Nee. Ook mis. Het is... dit!!!' Ze doen het tafelkleed omhoog. Opa schrikt zich een wrompeltje. Maar dat is niet genoeg. De twee ondeugden komen hem ook nog een kusje geven en dat plakt verschrikkelijk. Dan gaan ze met z'n drieën, hun hoofden dicht bijeen, voor de spiegel kijken wat een gekke bekken ze wel kunnen trekken. Jammer dat opa geen gel in z'n haar kan doen. Als moeder na een tijdje thuiskomt zitten ze, lekker schoongewassen, gezellig te kwartetten. Alle rommel is weer opgeruimd. Alleen een grote bruine vlek in opa's dagboek, vertelt nog van het toppunt van smerig zijn. Vraag 1: Waarom moet je netjes eten? 2. Wat is er nou zo vies aan als je je haar niet regelmatig wast? 3. Is het voor anderen ook fijn als je lekker schoon bent?

5 - Slechte tv-programma's Stefan schrijft: 'Lieve opa, ik heb een nieuwtje. Vannacht ben ik uit m'n bed gerold. Dat komt omdat ik zo gek droomde. Zal ik eens vertellen wat ik droomde? Niet lachen, hoor! Ik werd in een poepsloot naar beneden gezogen, want het ijs brak. Ik kon er niet meer uitkomen, maar zonk dieper en dieper. Toen was ik in een andere wereld, waar enge beesten waren. Er was vuur in hun mond en ik moest in de maag van een zo'n eng beest wonen. Mamma hoorde een grote bons en vond mij op de grond voor het bed. Gelukkig had ik niks. Opa, ik kan niet verder schrijven, want ik wil tv kijken. Dat begint om vier uur. Er is een tof programma. Kent u het? Het heet: 'De gruwelijke monsters uit de Doodsvallei.' Dag hoor! (Ik zal een plaatje uit de tv gids erbij plakken). Uw kleinzoon Stefan.' 'Grr. Gr!!' zei opa toen hij in zijn boek las wat Stefan erin had geschreven. 'Ik haat slechte tv- programma's. Vooruit, opa Krentenbol. In actie voor je kleinzoon.' Opa stond rechtop en salueerde. 'Yes Sir!' De tegenaanval werd ingezet. Toen de kinderen om een uur of vijf over de gang liepen, zagen ze een touwtje door de brievenbus naar binnen hangen. 'Hé, Stefan, een touwtje. Wat zou dat zijn?' Stefan haalde het aan de buitenkant eruit en samen keken ze waar het naar toe ging. Raad eens? Naar de bosjes. Shirley wond het touw op een bolletje. Na een tijdje trokken ze iets roods en bols te voorschijn. Het was een oude valhelm. Opa had er een briefje in geplakt: 'Stefan, zet deze valhelm vannacht op, of doe de tv uit bij die rare programma's. Hebben jullie soms geen uitknopje? Groeten van opa.' Vraag 1: Hoe kwam het dat Stefan nachtmerries kreeg? 2. Gebruik je het uitknopje wel goed? 3. Als je hersens een bibliotheek zijn, waarin je informatie opslaat, zou het dan goed zijn om naar griezel of vechtfilms te kijken?

6 - Sterven De zon schijnt vandaag zo lokkend. Veel mensen gaan even een frisse neus halen. Maar opa Krentenbol laat zich niet verleiden. Hij zit aan een tafel en schrijft. 'Lieve k.n.d.r.n...' Wat is dat nou? De balpen doet het niet goed meer. Even uitproberen op de krant. Nee, hij is leeg. Er moet een nieuwe komen. De oude belandt met een boogje in de prullenbak. Hij rolt er even hard weer uit, want de prullenbak is vol. 'O, o.' zucht opa, 'Balpen leeg, prullenbak vol. Wat een dag. Nou ja, opruimen doe ik later.' Met een ander pen vult hij de gaatjes in het woord weer op. Hij schrijft verder. 'Weten jullie het verschil tussen een versleten balpen en een versleten opa? Bij de balpen is de buitenkant nog goed en de vulling op en bij mij is het juist andersom. Ik heb, zoals jullie weten een nieuw leven van de Heer Jezus gekregen. Nou, en dat verslijt niet. Maar nu ter zake. Laat mamma de bollen klaarleggen, dan kom ik die vanmiddag planten. Het is nu juist mooi weer ervoor. De groeten van opa.' Vlug stopt hij het boek in een plastic zak. De bakker, die net met zijn auto in de straat staat, brengt ook brood bij Shirley en Stefan thuis. Hij wil best even de zak afgeven voor opa. 's Middags helpen de kinderen met bollenplanten. Het is een leuk werkje. 'Let goed op.' zegt opa, 'De puntjes moeten naar boven, anders groeien de bloemetjes naar beneden en dan komen ze in China boven de grond.' Haha! Die opa. Vraag 1: Lijkt bolletjes planten een beetje op begraven? 2. Hoe kun je het eeuwige leven krijgen van de Heer Jezus? 3. De kinderen zouden opa erg missen als hij dood ging. Zou het hen troosten als ze wisten dat hij naar de hemel ging?

7 - Paasfeest Er is een bladzijde in opa's dagboek waar Shirley echt van gaat griezelen. Stefan niet... (Zegt' ie tenminste.) Weet je wat er op die bladzij achter een heleboel plakband vastgeplakt zit? Een dooie tor met lange vreetkaken en harige poten. Brr! Wat een knoeperd. Opa schreef eronder: Op Pasen van dit jaar, vonden we dit insect, met op zijn poten haar! Toen we een steen hadden opgelicht, vluchtte hij weg voor het licht. (Zo is de duivel op de vlucht gegaan voor onze Heer, want Hij is opgestaan.)' Met een zucht doet Stefan het dagboek dicht. Tsja, wat een bijzonder Paasfeest was het geweest. Dat kwam zo. Heel vroeg op Paasmorgen zouden ze met een groep mensen van de kerk meegaan om te gaan zingen bij het ziekenhuis. 'Zorg ervoor, dat jullie op tijd zijn.' had opa hen op het hart gedrukt, maar zelf was hij niet op tijd. Stefan en Shirley zongen de mooie liederen zonder hem mee. De groep was al lang weer verder getrokken toen opa kwam aanhollen. De wekker was niet afgegaan. Jammer, hoor! Hij had er zo graag bij willen zijn. Teleurgesteld gingen ze op de stoep van een flatgebouw zitten. 'Ach, opa,' zei Stefan troostend, 'Dan zingen we met z'n drieën toch nog een liedje.' en voegde de daad bij het woord. Plotseling hoorden ze vanuit een raam iemand met boze stem roepen: 'Hé, ga ergens anders je ei leggen!' Dat was wel hard, zeg. Ze dropen af, maar gelukkig wist opa toch nog wel iets leuks. Bij zijn huisje gekomen, wrikte hij een steen los uit het tegelpaadje. 'Kijk maar eens goed naar die zwartkijkertjes, jongens.' zei hij. 'Ze kunnen niet tegen het licht, zie je wel?' Een heleboel mieren begonnen driftig met eieren te slepen. Pissebedden renden heen en weer en een dikke vette tor kroop gauw onder de volgende tegel. Dus moest die ook weggehaald worden. Als opa er geen stokje voor had gestoken, zouden ze zijn hele tegelpaadje opgebroken hebben. Hij riep ze maar gauw binnen voor een kopje thee met een paaskrentenbol. Op de tafel legden ze, in een leeg lucifersdoosje, de dooie tor. Hij had een tegel op z'n kop gekregen, de zielenpiet. 'We bewaren hem in ons dagboek.' zei opa. 's Middags na de kerkdienst gingen ze weer naar opa's huisje. Hij had namelijk die week een leuk spel gekocht. Je moest een heleboel dominostenen op een rij zetten. En als je dan de eerste omgooide, vielen ze allemaal. Japie kwam ook met zijn doos, zodoende stond opa's kamer helemaal vol. Wat een spannend moment zeg, toen de eerste viel. Het werd een fijne dag en dat moet ook zo, vond opa, want het Paasfeest is het belangrijkste feest dat er is. Vraag 1: Waarom zoekt een dief de duisternis op? 2. Ze zeggen wel eens: 'Jezus was de eersteling uit de doden.' wat zou dat betekenen? 3. Waarom is Pasen het allerbelangrijkste feest voor de christenen?

8 - Stefan wordt overvallen door angst 'Hands up! Pauw, pauw!' Het overweldigend lawaai van een overval op een bus vult de Grote Tent van de christelijke camping waar Opa Krentenbol, Stefan, Shirley en Japie kamperen. Het is een film over Israël. Hoe het land is ontstaan en hoe de Arabieren terreuracties uitoefenden. De tent is goed gevuld. Jong en oud zit geschokt te kijken. En tussen die allen, een beetje verloren, zit Stefan. Alleen. De anderen zijn een boswandeling aan het maken. 'Pauw, pauw, pauw!' O, kijk! Nu schieten ze de ruiten van de bus kapot. Er worden mensen op straat doodgeschoten. Stefan houdt het niet langer uit. Met bonzend hart wurmt hij zich naar buiten. Pft! Frisse lucht. Sjonge, stel je voor dat zoiets hen overkwam. Mamma, pappa of hemzelf. Er komt een aardige grijze dame aanlopen. Stefan moet gewoon met iemand praten. 'D'r wordt een film over Israël gedraaid.' zegt hij quasi-onverschillig. De vrouw knikt. 'Weet ik,' zegt ze en loopt door naar de toiletten. 'Stefan.' O, gelukkig! Daar komen de anderen terug van hun wandeling. Met een zucht laat Stefan zich van het hekje glijden. Als ze nou maar niet vragen waarom hij bij de film is weggelopen. Maar nee. De anderen hebben zelf iets beleefd. Er was een duif aangereden op de weg. Zo zielig. Opa en Shirley hebben hem aan de kant gelegd. Opa wil hen troosten. 'Weet je wat? Ik trakteer jullie in de kantine op een sorbet?' Een sorbet? Echt? Met zo'n parapluutje bovenop? Shirley is gelijk al het nare vergeten. Ze danst voor hen uit naar de kantine, met Japie erachteraan. 'De film is toch nog niet afgelopen, kleinzoon?' vraagt opa belangstellend, terwijl hij zijn arm om Stefans schouder legt. 'Nee, opa,' zucht Stefan, opgelucht dat hij alles kan vertellen. 'maar het was zo eng.' Als opa hoort wat er te zien was, kan hij er goed inkomen. 'Je bent zeker bang dat zoiets ook bij ons kan gebeuren, hè?' Stefan kijkt met een snelle blik opzij. Opa weet ook alles. Als ze even later met z'n vieren zitten te genieten, vertelt Japie in geuren en kleuren wat hem die middag is overkomen. Hij was in z'n eentje een brief gaan posten in het dorp, toen er bij een boerderij een grote hond woeden op hem afsprong. 'Ik dacht dat mijn hart stilstond,' overdrijft hij. 'Die grote tanden en die kwijlbek. Totdat ik merkte dat hij aan de ketting zat. Toen ben ik terug gaan blaffen. Hij kon mij toch niet krijgen.' Iedereen moet lachen om die malle Japie. Ze zien het al helemaal voor zich. Maar opa zegt: 'Kijk toch maar uit voor je spillebenen als je hem nog eens los tegen komt.' Vraag 1. Hoeveel manieren van troosten staan in dit verhaal en weet je er nog meer? 2. Ben je zelf wel eens zo bang geweest? Durfde je er met iemand over te praten?

9 - Stel je voor Aan niemand durft Stefan het te bekennen, maar de laatste tijd heeft hij last van enge gedachten. Het is begonnen toen vader en moeder een paar weken geleden flinke ruzie hadden. Ineens besprong hem een griezelige gedachte: Stel je voor dat ze gaan scheiden. Bij anderen gebeurde dat immers ook wel. Japie, bij voorbeeld, zag zijn vader bijna nooit. Die had een andere vrouw. Het bloed vliegt Stefan naar de wangen. Als hij moest kiezen tussen pappa en mamma... Wat dan? Overdag heeft hij geen last van die angsten, maar zodra hij stil onder de dekens ligt... "Stel je voor..." denkt opa Krentenbol, "dat de buurvrouw gelijk krijgt." Zij beweert dat ze in de krant heeft gelezen dat hun straatje wordt afgebroken. Er komen flats op het wilde landje. Opa wordt al nijdig bij de gedachte alleen. Maar wat kan hij ertegen doen? De krant erbij halen? Spandoeken maken? Je mag best weten dat hij er soms wakker van ligt. Opa is gewoon jaloers op zijn poes. Die leeft maar bij het moment en piekert niet over morgen. Naast de supermarkt, zomaar op de grond, zit Japie. Z'n pet diep in zijn ogen gedrukt. Hij blaast bellen met z'n kauwgom. Een eindje voor hem ligt een hond aan een touw op z'n baas te wachten. Z'n kop rust op z'n poten. Z'n ogen kijken berustend naar Japie, alsof hij wil vragen: "Hebben ze voor jou ook geen belangstelling meer, makker?" Japie schurkt zich nog wat dichter naar de muur. Hij voelt zich tamelijk verlaten, ja. "Nou is het afgelopen!" Opa Krentenbol slaat met zijn vlakke hand op de tafel. Ja z'n eigen hand op z'n eigen tafel. Hij praat hardop tegen zichzelf: "Vooruit, ouwe," scheldt hij, "Opstaan met je luie benen en naar het strand. Uitwaaien en niet meer piekeren." Hij pakt wat krentenbollen, chocolademelk en een bal in een tas en gaat zijn kleinkinderen opzoeken. "Japie!" wordt er geroepen. "Hé, Japie! Waar zit je toch?" Stefan en Shirley hebben eindelijk hun vriendje gevonden. Ze trekken hem aan z'n jasje omhoog. "Kom op, joh! Opa gaat met ons naar het strand. Jij mag mee." In Japie's ogen vonkt de hoop weer op. Gelukkig. Het leven is toch niet zo saai als het leek. Uitwaaien. Met de wind meerennen. Je jas wijdopen als een zeil. Met je blote voeten in het koude zeewater lopen, krabben vangen, schelpen verzamelen. En dan later in een beschut duinpannetje krentenbollen met zand eten en chocolademelk drinken. Wat denk je? Zou je dan 's avonds nog muizenissen in je hoofd hebben? Roodverbrand en moe duik je je bed in. Binnen de kortste keren ben je onder zeil. En de problemen dan? Sommige blijven. Daar valt niet aan te ontkomen. Opa weet waar hij daarmee naar toe kan. Kijk, daar ligt hij op z'n ouwe knieën voor z'n bed. Vraag: 1. Waarom zou Stefan niet over zijn probleem praten? 2. Waarom denk je dat Japie eenzaam was?

10 - Blozen Er rijdt een boos meisje op haar skateboard van de hol af van het Kerkedijkje. Ze gaat door haar knieën om nog meer vaart te krijgen en dan, met een grote bocht, schiet ze opa Krentenbol z'n tuin in. Het is Shirley. Ja, ze is echt heel kwaad. Een beetje op de meester, maar ook op zichzelf. Met een sprongetje springt ze van de plank. 'Hoho!' roept opa, die net naar buiten komt. 'Wat een haast. Je rijdt me bijna omver. 'Opa,' zegt Shirley dwingend, 'Ik moet met u praten. Het is dringend en geheim!' Even later zitten ze bij de keukentafel met een kopje thee en een verse krentenbol. Het probleem van Shirley is inderdaad erg naar. De laatste tijd komt het steeds meer voor dat ze... Nee, wacht. We beginnen bij het begin. Op een dag was er geld gestolen uit meesters laatje. Niemand had gezien wie het wegnam. Meester sprak de hele klas ernstig toe en vroeg rechtstreeks aan elk kind: 'Heb jij het gedaan?' Toen hij bij Shirley kwam, werd ze zo rood als een biet. Toch had ze het niet gedaan. Voordat ze haar ogen neersloeg zag ze nog net het verbaasde gezicht van de meester. Wat er verder nog gezegd werd ontging haar volkomen. Het geld werd nooit gevonden en Shirley bleef het enge gevoel houden dat meester haar verdacht. Sindsdien bloost ze bij elke indringende vraag. En daar baalt ze van. Dat snap je. Nu ze alles aan opa vertelt, komt er een groot zelfmedelijden in haar op. Shirley springt op opa's schoot en snikt dramatisch. 'Opa, het is echt vreselijk. Zo kan ik niet meer leuk leven.' Nou mag je dolblij zijn als je een opa hebt zoals opa Krentenbol. Je kan er een verhaal kwijt en... hij troost je niet alleen, maar onderneemt ook actie. Die middag na schooltijd, praat hij de hele tijd met de meester. Niemand weet wat er tussen die twee werd gezegd, maar als de meester opa uitlaat, lachen ze geheimzinnig. 'Kinderen,' zegt meester de volgende dag na de rekenles enthousiast. 'Vanmiddag komt er een mevrouw die ons een film zal laten zien over weeskinderen in Roemenië. We gaan een maandlang klusjes en karweitjes doen voor mensen uit de buurt en alles wat we daarmee verdienen geven we voor die kinderen. Nu moet iemand uit de klas al dat geld inzamelen en bewaren. Je begrijpt dat dat een erg betrouwbaar kind moet zijn. Laat eens kijken... Dat wordt... Shirley Willemse...' Wams! Daar heeft Shirley al weer een rode biet, maar dit keer is dat niet erg. Met een knipoog overhandigt meester haar de kartonnen spaardoos. 'Blozen mag, hoor Shirley. Ik deed het vroeger zelf ook zo erg. Weet je wanneer? Toen ik verliefd was.' Hahaha! Daar moet de hele klas om lachen. De meester verliefd, stel je voor! Vraag 1. Bloos je wel eens? Wanneer? 2. Heeft degene die bloost altijd iets slechts gedaan? 3. Waarom is verlegen zijn zo vervelend?

11 - Elkaars spullen lenen Opa Krentenbol heeft zijn dag niet. Hij loopt te rommelen in zijn schuurtje en moppert: 'Waar is die tuinslang nou toch? Gisteren hing hij nog naast de schuurdeur. Ik moet nu toch echt de groentetuin spuiten, anders verdroogt alles.' Met zijn handen op z'n knieën rijst hij een beetje overeind, blijft dan even zo staan met een dikke frons tussen zijn ogen... Ja, dat zou kunnen... Misschien heeft Piet, zijn vriend, de tuinslang wel geleend zonder te vragen. Opa laat de boel de boel en springt op z'n brommertje. Op het wilde landje achter opa's huisje gillen twee indianen: 'Oehoehoehoe!' Het zijn Stefan en Japie. Hun gekleurde verenbossen duiken steeds even boven de bosjes uit. Na een tijdje zijn ze uitgespeeld en besluiten bij opa langs te gaan om een kopje thee te drinken. Wie weet zijn er nog wel een paar krentenbollen te versieren. Opa is er niet. Jammer. Wel kunnen Arendsoog en Snellevoet zijn huisje binnenkomen, want opa heeft de achterdeur opengelaten. Stefan zet maar vast water op. 'Hé, Stefan!' roept Japie, als hij ondertussen de titels van opa's boeken leest. 'Er is ook een boek over indianen bij. Moet je kijken, met allemaal platen.' Stefan is meteen geïnteresseerd en al gauw zitten ze op de bank voor opa's huisje thee te drinken en te lezen. Brrr! Brom! Brrm! Opa komt thuis met de tuinslang. Het was precies zoals hij had gedacht. Piet had hem geleend en vergeten terug te brengen. Opa gaat meteen spuiten. Maar, als hij na de groentetuin ook het bloemenperkje voor het huis wil doen, ziet hij tot zijn schrik zijn boek over Indianen op de tuinbank liggen. Wie heeft dat nou toch gedaan? Met zijn mouwen veegt hij liefkozend de paar druppels die er op gekomen zijn af en legt zijn kostbare schat binnen. Tring, tring! gaat de telefoon. Het is Shirley. Zij is ook al wat kwijt. 'Opa is Stefan soms bij u?' vraagt ze gehaast. 'Ik zou met Annet gaan spelen, maar ik kan mijn rolschaatsen nergens vinden...' Gelukkig ziet opa net twee indianen voor het raam langs rennen en een van hen heeft inderdaad Shirley's rolschaatsen geleend. Ze liggen in opa's tuin bij het hekje. 'O, opa!' kreunt Shirley, als ze het hoort, 'Dat doet hij nou iedere keer. Mijn spullen pakken zonder vragen.' 'Wacht maar, kind,' sust opa. 'Dat leren we hem wel af.' Het is een paar dagen later. Stefan wil met Japie gaan vissen. Er moet een heel grote karper in de sloot zitten. Maar waar is nou toch zijn hengel? Hij zoekt en zoekt, terwijl buiten bij de sloot Opa Krentenbol onder een grote paraplu, met een zak krentenbollen onder handbereik, genietend zit te wachten tot er een grote vis aan zijn geleende hengel komt. Vraag 1: Waarom moet je altijd vragen of je iets mag lenen? 2. Heb God lief boven alles en je naaste als jezelf. Wat heeft deze uitspraak met het verhaal te maken?

12 - Snoeien Lieske, het kleine nichtje van Stefan en Shirley, logeert een paar daagjes bij hen. Het is een leuk blond krullenbolletje van twee en erg ondernemend. Op een van die dagen, juist als opa gevraagd is een paar uurtjes op te passen, haalt Lieske weer eens een van haar streken uit. 'Tata!' hoort opa boven vanuit haar slaapkamertje. Hè, hij zit net zo lekker z'n krantje te lezen. Het gaat over straatbendes. De politie weet niet goed hoe ze dat aan moeten pakken. 'Mmm... De ouders moeten de kinderen goed opvoeden.' mompelt hij een beetje kwaad. 'Tatata! Iehh! Boem!!' Opa sloft naar boven. Lieve help. Lieske heeft de schaar te pakken gekregen en alle krullen van Shirley's pop afgeknipt. Schots en scheef. Het is gezicht. De poppenhaartjes plakken aan Lieske's handen en om haar mondje. Terwijl hij het dikkerdje uit het bedje tilt, zegt opa:'o, Lieske, hoe vertellen we dit aan Shirley?' 'Hoe vertel ik het aan mamma?' vraagt Stefan zich af. Hij heeft de laatste tijd een slechte gewoonte ontwikkeld. Snuffelen in andermans zakken. Achteraf schaamt hij zich ervoor. Het zijn dievengewoontes. Hoe is het toch zo ver gekomen? 't Ging heel ongemerkt. Op een keer vroeg pappa hem de autosleutels uit z'n jaszak te gaan halen. Stefan merkte dat er ook nog een snoepje in zat. Hij stak het in z'n mond en vertelde er niks van aan pappa. Sindsdien is geen jas veilig voor hem. Als hij alleen is gaat hij op onderzoek uit. Soms vindt hij geld, soms snoep. En nu? Stefan kijkt even naar de brief in zijn hand. Die brief voor thuis. Meester had hem ontdekt, toen hij na het plassen in de jassen van de kinderen stond te zoeken. Shirley is erg van streek als ze haar slordige, kale Elisabet ziet. Ze begint hard te schreeuwen en te huilen. 'Rustig maar,' kalmeert opa, 'Je krijgt wel een nieuwe pop van me. 't Is eigenlijk mijn schuld. Ik had Lieske vanochtend meegenomen in de tuin. In haar wagentje heeft ze zitten kijken hoe ik de heg snoeide. Knip, knip. Ze schaterde erom en is zo waarschijnlijk op het idee gekomen van harenknippen. Moeder is ook van streek. Ze heeft de brief van de meester gelezen. 'Jij? Stefan? Doe jij zoiets?' vraagt ze met tranen in de ogen. Even heeft Stefan de neiging om te zeggen: 'Natuurlijk niet, mam. De meester heeft zich vergist...' Maar dan breekt er iets in hem. Nee, alles moet opgebiecht worden. Hier moet radicaal een eind aan komen. Stotterend begint hij... Als ze 's avonds allemaal aan tafel zitten, vraagt vader: 'Hoe ging het vandaag met iedereen?' Glimlachend antwoordt moeder, terwijl ze Lieske voert: 'Het was een echte snoeidag, vader. Opa heeft de heg gesnoeid, Lieske de pop en Stefan heeft ook iets gesnoeid, maar dat vertelt hij straks zelf wel.' Vraag 1: Hoe zou het verder met Stefan gegaan zijn als hij niet ontdekt was? 2. Wanneer kun je het best slechte gewoontes afleren, in je jeugd of als je oud geworden bent?

13 - Een vreemdeling 'Die buitenlanders!' zegt oma Hemeltjeshof als ze op een zondagmiddag bij Stefan en Shirley op visite komt. 'Ze moesten allemaal naar hun eigen land teruggaan. Zit ik daar in de tram en dan komt er zo'n Surinamer naast mij zitten. Nou, ik ging gelijk ergens anders zitten. Je bent zo maar je geld kwijt.' 'Foei! Oma!' roepen Stefan en Shirley. 'U bent aan het discrimineren.' Ja, ze weten heus wel wat dat betekent. Ze hebben een projectweek op school gehad over vreemdelingen. Het was hartstikke leuk. Turkse mensen uit de buurt deden volksdansen. Ze hadden tafels vol lekkere hapjes klaargezet. Zoete zachte koekjes die dropen van suikerwater. Mmm! Oma Hemeltjeshof moppert nog wat na. Volgens haar kun je geen Surinamer vertrouwen. Turken zijn vechtersbazen, Marokkanen vies. Gelukkig kalmeert ze een beetje als ze haar kopje Engelse thee krijgt met een dikke Belgische bonbon. Tring, tring! De telefoon. Moeder neemt hem op, lacht een beetje en zegt: 'Tuurlijk, opa. Neem maar mee, hoor! Christenen horen gastvrij te zijn. Tot zo!' 'Was dat opa?' vragen de kinderen enthousiast. Als moeder bevestigend antwoordt, gaan ze meteen naar boven. Ze hebben namelijk een Turkse krant en nu willen ze dat opa die voorleest. Zo maar voor de grap. Shirley krijgt gelijk een wild idee. Uit de oude lappenkist haalt ze twee stukken witte katoen en twee gekleurde repen stof. Hiermede verkleden ze zich als Arabieren. Met een wenkbrauwpotlood tekenen ze dikke snorren onder hun neus. 'Selèm- alikoem!' Opa Krentenbol schrikt zich een wrompeltje als de deur opengaat en twee Arabieren hem om zijn nek vallen. En de man die achter opa staat begint te lachen. Al z'n spierwitte tanden stralen in zijn donker gezicht. Ja, want opa heeft een vreemdeling bij zich. Een erg donkere grote neger. Die heeft hij in de kerk ontmoet. Opa hield hem het liedboekje voor en zo hebben ze kennis gemaakt. En omdat de vreemdeling nog geen vrienden heeft in de stad, nam opa hem maar mee. Oei! Wat zal oma zeggen? Zou ze gelijk weggaan? Ja, oma schrikt inderdaad. De vreemdeling blijkt dezelfde te zijn als de slechterik die naast haar ging zitten. Nu schaamt ze zich. Vooral als de 'Surinamer', die een Ghanees is, foto's laat zien van zijn gezin en de kerk, waarvan hij nota bene dominee is. Stefan en Shirley vinden hem hartstikke te gek. Ze geven hem telkens weer een hand, omdat hij die bijna fijnknijpt en zeggen giechelend: 'Good Bye' en 'How are you?' 'Houdt nou maar eens op!' zegt moeder boos. 'Mister Kakraba wordt nog gek van jullie.' 'Mister Kakraba?' Wat een gekke naam. Stefan en Shirley kronkelen over de grond van de lol. En dat staat maar wat gek met hun zwarte snorren. Als opa en dominee Kakraba al lang weg zijn, vinden ze de Turkse krant, waar opa nog steeds niet uit gelezen heeft. Nou ja, de volgende keer dan maar. Vraag 1: Waarom moet je goed voor vreemdelingen zijn? Ex 22:21 2. Wat zou jij het naarste vinden als je in een vreemd land alleen aankwam?

14 - Sportfanatisme 'Goeienavond samen!' Opa Krentenbol stapt met een opgewekt gezicht bij Stefan en Shirley binnen. Hopelijk kan hij hier een beetje gezelligheid vinden. Al zijn vrienden zitten achter de buis vanwege de wereldkampioenschappen voetbal. Het is al wekenlang voetbal wat de klok slaat. 'Hoi, opa!' roepen Stefan en Shirley tegelijk. Ze springen op z'n nek. 'Houden jullie er wel rekening mee, dat ik een ouwe man ben?' roept opa geschrokken uit. Moeder roept de kinderen tot de orde en schenkt voor allemaal een kopje thee in. Ja, het wordt een gezellige avond. Natuurlijk wordt ook hier de tv aangezet. Opa legt zich er maar bij neer. Even later zit hij om het hardst te schreeuwen. 'Ja, nu... Schop hem erin!' Z'n ouwe voeten schoppen als vanzelf mee. Pam! Tegen de tafel. De kopjes rinkelen. Moeder kalmeert hem met een schouderklopje. 'Je moet niet zo fanatiek zijn, vader.' zegt ze vermanend. 'Dat is niet goed voor je hart.' 'Nou,' roept Shirley, 'Moet je Stefan zien als hij tegen de IJsvogels speelt. Die schopt maar raak!' Als opa dat hoort, belooft hij meteen om te komen kijken bij de eerstvolgende wedstrijd. Wam, ram! De strijd is in volle gang als opa die zaterdagmiddag op het voetbalveld aankomt. Hij zoekt tussen al die gelijkgeklede knullen zijn kleinzoon. Maar daar is hij gauw mee klaar. Kijk, daar rollen twee spelers over de grasmat. Stefan heeft een vogel onderuit gehaald. De scheidsrechter fluit uit alle macht. Opa schuift wat dichter naar een medetoeschouwer toe. 'Wat vindt u daar nou van?' polst hij. 'Aan zo'n wedstrijd als deze? Daar vind ik niks aan.' zegt de man eerlijk. 'Die jongens moeten nog leren wat sportiviteit is. Maar wat wil je? Ze kijken die zogenaamde kunst af van de tv en daar gaat het om grof geld. In onze tijd...' Opa is het gloeiend met hem eens. De sportiviteit verdwijnt gauw als het om duizenden guldens gaat... Als Stefan na de wedstrijd zijn opa opzoekt, zit hij in een hoekje van de kantine een lekker kopje thee te drinken met zijn nieuwe vriend. 'Heeft u niet gezien hoe goed ik speelde?' vraagt Stefan teleurgesteld. 'Deed jij dan mee?' vraagt opa met een knipoog naar zijn nieuwe vriend. 'Ik zag mijn kleinzoon niet, althans niet de Stefan die ik ken. Alleen maar een dolle wildeman. Je wilt toch niet zeggen dat jij...?' Stefan krijgt een kleur. En dat is echt niet van het harde hollen. Opa geeft hem maar gauw een bemoedigend schouderklopje. En hij bestelt voor allemaal een verse krentenbol en een flesje prik. Stefan lacht maar eens naar zijn vrienden. Die vinden opa echt een te gekke man. Vraag 1: Hoe speel je als christen een goede wedstrijd? 2. Is een tegenspeler een vijand?

15 - Verliezen Er zit een vuil jochie op een hek vlakbij het circusterrein. 't Is Japie. Hij laat zijn benen doelloos bungelen. Z'n veel te grote pet zakt half over zijn ogen. 't Interesseert hem niks. Zo af en toe, spuugt hij met een boogje op de tegels voor hem. 'Hoi, Japie!' klinkt opeens een stem. Het is opa Krentenbol. 'Wat zit jij hier te treuren?' 'Dag opa.' antwoordt Japie dof. 'Ik ben kwaad op mezelf!' Opa kent dat gevoel wel. Is Japie soms naar de kermis geweest? 'Ja, en al m'n geld kwijt.' moppert Japie, 'O, ik ben echt een verliezer. Bij het schieten won ik niks, bij het balletjesgooien niet en zelfs het rad van avontuur leverde niks op.' Japie voelt zich gewoon een stomme loser. Snapt opa dat? Nee, opa vindt dat iedereen die gezond geboren is, eigenlijk al een winnaar is. 'Och, joh!' troost hij, de kermis is er gewoon op uit om al jouw geld op te slikken. Daar bestaan die lui van.' Hij nodigt Japie uit voor een potje sjoelen bij hem thuis. 't Is altijd zo gezellig bij Opa Krentenbol thuis. Eigenlijk is het maar een oud huisje met versleten meubels, maar toch... Japie kan er echt zijn verhaal kwijt. Nu eens geen scheldende moeder, die hij het nooit naar de zin kan maken. Ook geen meester, waar hij zoveel onvoldoendes bij haalt. Lekker afreageren door keihard met de sjoelstenen te gooien. Logisch dat opa verliest. 't Wordt trouwens toch een hele verliesmiddag. Om drie uur komt Stefan binnenstuiven. Hij heeft de wedstrijd met Shirley, wie het eerst bij opa is met de tweestappenvooruit- eenstapachteruitsprong gewonnen, maar daarbij zijn huissleutel verloren. Uit z'n zak gesprongen zeker. Even later stormt Shirley kwaad binnen. Ze vindt dat Stefan gesmokkeld heeft. Ach, die Shirley kan eigenlijk helemaal niet tegen haar verlies. Opa stelt voor een partijtje touwtrekken te doen op het plaatsje achter het huis. Hij heeft wel ergens een flink stuk touw liggen. Dan kunnen ze vaststellen wie vandaag de superverliezer is. Ze rukken en trekken en sjorren en schuiven. Zelfs de geit gaat er zenuwachtig van blaten. Wil zij soms meedoen? Hoera! Er gaat een gejuich op van jewelste. Stefan en Shirley winnen... Ze trekken opa en Japie finaal over de streep. 'Och, wat geeft het,' vindt Japie sportief, 'k heb toch een leuke middag gehad, hè, opa?' Tevreden hapt hij in een dikbesmeerde krentenbol, die opa hem als hoofdprijs aanreikt. Vraag 1: Wat voel je als je steeds verliest? 2. Als je verliest, wat zou je dan tegen jezelf zeggen? 3. Heeft de Heer Jezus verloren toen hij aan het kruis stierf?

16 - Telefoneren Opa Krentenbol is net het kippenhok aan het verven als de telefoon gaat. 'Hè, wat nou weer?' bromt hij, terwijl hij de kwast met hardgroene verf voorzichtig over de rand van de verfpot legt. Ja, als de kwast in de pot gezet wordt, komt hij te diep in de verf te zitten. Maar zoals opa het nu doet is ook niet ideaal. Langzaam druipt er een grote druppel groene verf op de tegels. Een beetje moeizaam richt opa zich op uit zijn gebogen houding, zet even zijn hand in de rug om de stekende pijn te verdrijven, die door het bukken werd veroorzaakt en dan sukkelt hij stijfjes naar binnen. Tring! zegt de telefoon nog eens, maar als opa de hoorn opneemt is iemand verkeerd verbonden. Sorry. Zuchtend gaat opa weer aan de slag, maar niet voor lang, want daar gaat de telefoon weer. Dit keer is het Shirley. Ze wil gewoon een praatje maken met opa. Eigenlijk heeft ze niks te vertellen. Ze belt uit verveling. Giechelend geeft ze de hoorn ook nog aan Stefan... Opa voelt zich in de boot genomen en gaat brommerig weer aan het werk. Aan de andere kant van de lijn kijkt Shirley spijtig naar de hoorn. Opgehangen? Wat zullen ze dan weer eens gaan doen? O, ze zijn zo melig en moeder is er niet om hen op te vangen. Stefan heeft een idee. Laten ze mensen opbellen die gekke namen hebben. Shirley vliegt meteen op het telefoonboek af. Ze scheurt het bijna in tweeën. 'Hier,' schreeuwt ze, 'Mevrouw Kreukniet. Laten we haar bellen en dan zeggen... Met het Strijkijzer!' Ze maken zo'n plezier met mensen lastig vallen dat ze niet merken dat moeder binnengekomen is. 'Ja, met meneer de Boef? U spreekt met de politie!' Moeder is ontzet. Hoe kan ze haar kinderen leren dat niet meer te doen? Ze stapt resoluut op de fiets om opa te raadplegen. Als Stefan en Shirley 's avonds bij opa binnenstappen, (Moeder heeft ze er met een smoesje heen gestuurd.) kijken ze vreemd op. Opa heeft z'n vrienden van de bejaardensoos bijeengetrommeld. Ze spelen rechtertje. Opa zelf zit achter de tafel met een hoge hoed op en een hamer in zijn hand. Hij is de rechter en zijn vrienden zitten verkleed op stoelen voor hem. Stefan en Shirley worden al verwacht. Met gebogen hoofd luisteren ze naar de beschuldiging. Het lastig vallen van onschuldige burgers per telefoon! De mannen vertellen hoe vervelend het was toen ze werden gestoord. 'Ik gaf net de baby een schone luier,' klaagt Sjors, die voor Mevrouw Kreukniet speelt. Iedereen schiet in de lach, zodat de rechter om stilte hamert. 'Ik verklaar Stefan en Shirley schuldig.' besluit hij bars. O wee! Wat zou hun straf zijn?... Het valt mee. Ze moeten theezetten en krentenbollen smeren voor de hele groep. Stefan en Shirley zijn allang blij dat ze geen levenslang krijgen. Joelend verdwijnen ze naar de keuken. Vraag 1: Waarom is het vervelend als er voor niets gebeld wordt? 2. Waarom is het onverstandig om de lijn te lang te bezetten?

17 - Oud en Nieuw Stefan en Shirley hebben ieder vijfentwintig gulden verdiend door reclamefolders voor de slager rond te brengen. Dat was een hele klus. Vooral omdat het zo bar koud was. 'Wat ga jij ervoor kopen?' vraagt Stefan nieuwsgierig. 'Mmm. Weet ik nog niet.' antwoordt Shirley bedachtzaam. Ze wil het briefje eigenlijk lang bewaren, zodat je er telkens naar kunt kijken en denken hoe rijk je wel bent. 'Ik weet het wel,' bluft Stefan. 'Ik koop er... pst, pst...!' Zachtjes fluistert hij iets in Shirley's oor. 'Oh! Dat mag niet van mama.' roept ze verschrikt. 'Mmm. Nee!' bromt opa Krentenbol. 'Dat helpt ook al niet.' Samen met zijn vriend Sjors is hij bezig om een geluidsbeschermer te bedenken voor Sjors z'n hond. Doeska is namelijk als de dood zo bang voor knallen. Ze proberen de hond onder een dikke deken te laten liggen, maar dat wil Doeska niet. 'Kun je hem geen koptelefoon opzetten?' stelt opa voor. Sjors ziet het al voor zich. Doeska met een walkman. 'Nee, man!' zegt hij flink, terwijl hij z'n jas weer aantrekt, 'We moeten hem maar een tabletje geven, zodat hij tijdens Oud en Nieuw rustig is. Het gaat me vooral om die onverwachte knallen tussendoor.' Juist als Sjors naar buiten gaat, stappen Stefan en Shirley bij opa naar binnen. 'Opa,' roept Stefan opgewonden, 'wilt u voor mij vuurwerk kopen? Het mag van mamma als u erbij blijft.' Opa zegt even niet veel. Hij luistert naar hun verhaal. Dat verbaast de kinderen. Opa houdt toch wel van vuurwerk? Van mooi vuurwerk? Niet van die knallen, maar van die gekleurde ballen en sterren? En opa begrijpt toch wel dat Oud en Nieuw niet ongemerkt voorbij kan gaan?... Natuurlijk wel. Opa dacht alleen maar even aan die arme honden zoals Doeska. Plagend haalt hij z'n hand door de stekels van zijn kleinzoon, trekt zijn jas aan en gaat met hen mee. 'Pieuw! Pauw!' doet de rode vuurpijl op Oudejaarsavond. 'O, wat mooi!' roepen Stefan en Shirley. 'Een Superpijl, drievijfenzeventig.' zegt opa vrolijk en buigt zich voorover om de volgende aan te steken. 'Tikketikketik!' Een fontein van kleine groene spettertjes versiert de lucht. 'Dat was een mooie, zeg!' 'Een groene Chinees, viereneenhalve gulden.' beaamt opa. 'Dat moet u niet steeds zeggen!' vermaant Shirley, 'Dat is niet leuk voor Stefan.' En daar heeft ze gelijk in. Het is twee januari. De feestdagen zijn voorbij. Stefan kijkt jaloers naar het briefje van vijfentwintig van Shirley. Hij is eigenlijk boos op zichzelf. Een paar knalletjes en pangpang... weg vloog zijn geld. Daarom legt hij maar een papiertje in zijn geheime laatje. Weet je wat erop staat? 'Volgend jaar geen vuurwerk kopen. Dat beloof ik plechtig!' Vraag 1: Kunnen onverwachte knallen ook oude mensen bang maken? 2. Ga je verantwoord met je geld om als je vuurwerk koopt?

18 - Goede manieren 'Kijk eens wat opa heeft getimmerd voor de cavia's.' zegt Stefan tegen Shirley. 't Is een hok met een tussenschot. Er zit een schuifdeurtje in, dat kun je zelf open en dicht doen.' 'Waarom staat het eten aan de andere kant, opa?' vraagt Shirley, 'Zo kunnen ze toch niet gaan eten?' 'O jawel, hoor!' legt opa uit, 'Ik leer de cavia's goede manieren.' Stefan en Shirley kijken ongelovig. Maakt opa een grapje? 'Ja, kijk, dit is de moedercavia, Truus, en dit is haar zoon Bibber. Zoals jullie weten moeten kinderen hun ouders altijd netjes voor laten gaan als ze samen door een deur moeten. Nou, stel dat ze honger hebben en ze gaan beiden voor het deurtje staan, dan... kijk,... nu staat Truus ervoor en Bibber achter haar. Nu doe ik het schuifje open, zie je?' De cavia's beginnen te piepen en te bibberen. Achter elkaar schuiven ze door het deurtje om bij de etensbak te komen. Bibber wil toch weer zijn moeder opzij duwen. ''t Wordt niks!' zucht Stefan, 'Zo werkt het niet bij dieren.' 'Ik denk dat diegene voorgaat die het meeste honger heeft...' denkt Shirley hardop, 'Of de sterkste. In de natuur wint de sterkste altijd.' Opa heeft goed geluisterd naar hun commentaar. 'Mmm. Jullie kunnen het weten, jullie zijn per slot geleerder dan ik. Maar volgens mij is het niet alleen bij dieren zo. Laatst nog wilde ik door de draaideur bij het warenhuis en toen kwam er zo'n joch van jullie leeftijd. Die duwde mij opzij.' Stefan is bij de tafel gaan zitten. Met twee handen onder zijn hoofd zit hij in zijn zwamhouding zoals moeder het noemt. 'Dat klopt, opa.' antwoordt hij zonder zijn handen van z'n hoofd vandaan te halen. 'De meester zegt dat wij eigenlijk dieren zijn.' Shirley zit nog steeds bij de kooi. Ze aait met haar vinger de stugge vacht van Bibber. Hij heeft van die leuke kruintjes in zijn haar. Voorzichtig pakt ze hem op en houdt hem tegen zich aan. 'Je bent een prachtbeest, Bibber.' zegt ze bewonderend. 'Ik zal een tekening van je maken voor in ons dagboek. Mag dat, opa?' Opa vindt het best. Maar hij vraagt zich wel af, waarom dieren geen tekeningen maken voor in hun dagboek. Als Stefan de volgende dag de klas binnen wil stappen, tegelijk met Japie, bedenkt hij zich plotseling. Met een zwierige buiging spreekt hij de gedenkwaardige woorden: 'Gaat uw gang,... Brrr!' 'Brr!' zegt ook Japie, want hij kent het geheim van opa's cavia's. Al spoedig bibbert de hele klas bij elke gelegenheid dal ze elkaar voor kunnen laten gaan. De juf alleen snapt er niks van. Ze denkt dat ze in een dierentuin verzeild geraakt is. Vraag 1: Wat voor manieren kun je een hond leren? 2. Waarom is het beleefd iemand voor te laten gaan? 3. Zijn mensen een soort dieren?

19 - Je rommel opruimen O, wat is die Stefan toch een sloddervos. Als hij uit school komt smijt hij z'n tas op de grond, hangt zijn jas half over de knop van de verwarming en plaatst zijn schoenen precies voor de deur, zodat iedereen erover kan struikelen. 't Is elke dag hetzelfde liedje. 'Stefan, ruim je troep op.' zegt moeder. Leert hij het nooit? Maar vandaag heeft ze een verrassing voor hem in petto. Na het eten gaat Stefan naar zijn kamer om er te spelen. Hij heeft een hele stad van playmobiel opgebouwd, een wereld apart. Niemand mag iets verzetten, wat wel moeilijk is als er gestofzuigd moet worden. Op de tafel in de hoek staat een kasteel van legoblokjes. Daar mag ook niemand aankomen... Overal op de grond en op de stoelen liggen rommeltjes. Vuile kleren, een oude verfkwast, een open lijmpotje, snoepjespapiertjes, gymspullen... Kortom het is een zootje. Meestal raust moeder er vrijdags een lekker doorheen, zoals ze het zelf noemt. Daar wordt Stefan alleen maar gemakzuchtiger van. Moeder lijkt wel een slavin. Ontelbare keren heeft hij straf gekregen, maar niks hielp. Als aan de grond genageld staat Stefan voor zijn kamertje stil. Wat is dat? Schuin over zijn deur is een reep papier geplakt, waarop met grote letters staat: 'Onbewoonbaar verklaard.' Och, Stefan mag niet meer in zijn eigen kamer slapen vanwege de bende. Dat komt hard aan... Opa zit te wachten op een telefoontje. Hij heeft thee gezet en krentenbollen gesmeerd. Nu nog even in de logeerkamer kijken. Prachtig! O, wacht, z'n werkbroek moet er nog bij. Zo! Wat zal zijn kleinzoon straks grote ogen opzetten... Tring! Daar gaat de telefoon. Een bedeesd stemmetje vraagt: 'Opa, mag ik vannacht bij je slapen? Mijn kamertje is dichtgeplakt en oma slaapt in de logeerkamer. Opa grijnst. Hij was ervan op de hoogte. Die avond slaapt Stefan op de grond in opa's logeerkamer. Op de grond? Ja, want opa had een hele berg oude kleren onder de dekens gelegd. Dus kon hij ook al niet op dat bed slapen. Wat Stefan niet weet is echter, dat zijn eigen kamertje thuis achter gesloten deur keurig aan kant gemaakt is. Moeder kocht zelfs een nieuwe dekbedhoes voor hem. Kijk hem daar nou liggen... Om z'n mond zit nog de poedersuiker van opa's krentenbollen, maar in zijn hart schaamt hij zich. Opa en hij hebben daarnet fijn gepraat. Over goed zijn voor je ouders en zo. Glimlachend wenst opa hem welterusten en dan plakt hij gniffelend een strook papier op de buitenkant van de deur. 'Onverklaarbaar beloond!' staat erop. Vraag 1: Waarom moet je je rommel opruimen? 2. Is je moeder ervoor om jouw rommel op te ruimen?