LTX016B05 Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis College 7
2/121 Vandaag: vierde college Regeer- en Bindtheorie (4/6)
3/121 Vorige colleges:! structuur van alle woordgroepen (X -theorie) XP YP X X ZP specifier hoofd complement
4/121 Vorige colleges:! structuur van de zin
5/121 # meer detail: IP = AgrSP + TP + AgrOP
6/121 # meer detail: IP = AgrSP + TP + AgrOP # meer detail: VP = vp + VP
7/121 Vandaag:! verplaatsing door de structuur heen # naar specifier-posities» Spec,IP (subject) = A-movement» Spec,CP (topic/wh) = A -movement # naar hoofdposities = head movement! doel: het beschrijven van woordvolgordeverschijnselen
8/121 De logica van verplaatsing
9/121 De logica van verplaatsing
10/121 De logica van verplaatsing lexicaal domein: thematische rollen
11/121 De logica van verplaatsing A-domein: grammaticale functies (subject, Ned. object)
12/121 De logica van verplaatsing A -domein: extra functies (vraag, topic, focus)
13/121 De logica van verplaatsing lexicaal domein: SEMANTIEK
14/121 De logica van verplaatsing A-domein: SYNTAXIS
15/121 De logica van verplaatsing A -domein: DISCOURSE
16/121 De logica van verplaatsing! elk element heeft meerdere functies:» semantisch (bijv. AGENS, PATIENS)» syntactisch (bijv. SUBJECT, OBJECT)» evt. discourse (bijv. TOPIC, VRAAGWRD)
17/121 De logica van verplaatsing! elk element heeft meerdere functies:» semantisch (bijv. AGENS, PATIENS)» syntactisch (bijv. SUBJECT, OBJECT)» evt. discourse (bijv. TOPIC, VRAAGWRD)! hypothese: die functies zijn af te lezen uit de structuur (i.e. zijn configurationeel)
18/121 De logica van verplaatsing! elk element heeft meerdere functies:» semantisch (bijv. AGENS, PATIENS)» syntactisch (bijv. SUBJECT, OBJECT)» evt. discourse (bijv. TOPIC, VRAAGWRD)! hypothese: die functies zijn af te lezen uit de structuur (i.e. zijn configurationeel)! dus moet een element verplaatsing ondergaan wil het die functies kunnen uitdrukken
19/121 Voorbeeld: Passief (i) Het meisje aaide de kat (ii) De kat werd geaaid (door het meisje)
20/121 Voorbeeld: Passief (i) Het meisje aaide de kat (ii) De kat werd geaaid (door het meisje) extern argument intern argument
21/121 Voorbeeld: Passief (i) Het meisje aaide de kat (ii) De kat werd geaaid (door het meisje) extern argument intern argument
22/121 Voorbeeld: Passief (i) Het meisje aaide de kat (ii) De kat werd geaaid (door het meisje) extern argument intern argument» als de kat intern argument is in (i) dan is de kat ook intern argument in (ii)
23/121 Voorbeeld: Passief (i) Het meisje aaide de kat (ii) De kat werd geaaid (door het meisje) subject object
24/121 Voorbeeld: Passief (i) Het meisje aaide de kat (ii) De kat werd geaaid (door het meisje) subject object
25/121 Voorbeeld: Passief (i) Het meisje aaide de kat (ii) De kat werd geaaid (door het meisje) subject object» Als het meisje in (i) subject is, dan is de kat in (ii) ook subject
26/121 Voorbeeld: Passief (i) Het meisje aaide de kat (ii) De kat werd geaaid (door het meisje) subject extern argument object intern argument» intern argument verplaatst naar subjectpositie
27/121 Voorbeeld: Passief! een intern argument dat subject is staat ergens anders dan een intern argument dat object is! semantische en syntactische functies uitgedrukt op verschillende posities in de structuur > verplaatsing! verplaatsing van argumentpositie naar grammaticale functiepositie (passief: intern argument > subject)
28/121 A-verplaatsing! = verplaatsing tussen argumentposities en grammaticale functie-posities (A = argument )! voorbeelden: # passief # subject (als ext.arg. in vp gegenereerd is) # onaccusatieve werkwoorden # raising-constructie # object in Nederlands/Duits
29/121 A-verplaatsing! actief/passief (i) The girl stroked the cat (ii) The cat was stroked (by the girl)
30/121 A-verplaatsing! actief/passief IP I Infl VP ext V V int
31/121 A-verplaatsing! actief/passief IP I Infl VP the girl V V the cat
32/121 A-verplaatsing! actief/passief IP the girl I Infl VP the girl V V the cat
33/121 A-verplaatsing! actief/passief IP the girl I Infl VP the girl V V the cat
34/121! actief/passief A-verplaatsing IP I geen extern argument! Infl VP V V int
35/121! actief/passief A-verplaatsing IP I geen extern argument! Infl VP V V the cat
36/121! actief/passief A-verplaatsing IP the cat I geen extern argument! Infl VP V V the cat
37/121! actief/passief A-verplaatsing IP the cat I geen extern argument! Infl VP V V the cat
38/121 A-verplaatsing! onaccusatieve werkwoorden
39/121 A-verplaatsing! onaccusatieve werkwoorden # werkwoorden zonder extern argument met wel een intern argument # geen agentiviteit # bv. aankomen, sterven, gaan, vallen, zijn» intern argument wordt weer subject
40/121 A-verplaatsing! onaccusatieve werkwoorden: tests # hulpwerkwoord = zijn (i) zij is gevallen/gestorven/aangekomen vgl. en (ii) zij heeft de kat geaaid (iii) zij heeft gedanst/gebeld/gestaan (iv) de kat is geaaid
41/121 A-verplaatsing! onaccusatieve werkwoorden: tests # hulpwerkwoord = zijn # past participle = adjectief (i) de gevallen/gestorven/aangekomen kat vgl. en (ii) *het de kat geaaide meisje (iii) *het gedanste meisje (iv) de geaaide kat
42/121 A-verplaatsing! onaccusatieve werkwoorden: tests # hulpwerkwoord = zijn # past participle = adjectief # geen resultatiefconstructie mogelijk (i) *zij stierf [haar kinderen rijk] vgl. (ii) zij aaide [de kat krols] (iii) zij danste [haar schoenen stuk]
43/121 A-verplaatsing! onaccusatieve werkwoorden: tests # hulpwerkwoord = zijn # past participle = adjectief # geen resultatiefconstructie mogelijk # zie p. 123 voor meer tests
44/121 A-verplaatsing! onaccusatieve werkwoorden IP I geen extern argument! Infl VP V V int
45/121 A-verplaatsing! onaccusatieve werkwoorden IP I geen extern argument! Infl VP V arrived the cat
46/121 A-verplaatsing! onaccusatieve werkwoorden IP the cat I geen extern argument! Infl VP V arrived the cat
47/121 A-verplaatsing! onaccusatieve werkwoorden IP the cat I geen extern argument! Infl VP V arrived the cat
48/121! raising constructie A-verplaatsing (i) Het meisje lijkt de kat te strelen
49/121! raising constructie A-verplaatsing (i) Het meisje lijkt [de kat te strelen] # twee deelzinnen # bijzin is niet-finiet (infinitiefzin) # werkwoord in de hoofdzin heeft geen extern argument
50/121! raising constructie A-verplaatsing (i) Het meisje lijkt [de kat te strelen] # twee deelzinnen # bijzin is niet-finiet (infinitiefzin) # werkwoord in de hoofdzin heeft geen extern argument (ii) *Het meisje lijkt (dat zij de kat streelt)
51/121! raising constructie A-verplaatsing (i) Het meisje lijkt [de kat te strelen] # twee deelzinnen # bijzin is niet-finiet (infinitiefzin) # werkwoord in de hoofdzin heeft geen extern argument (ii) *Het meisje lijkt (dat zij de kat streelt) (iii) Het lijkt dat het meisje de kat streelt
52/121! raising constructie A-verplaatsing (i) Het meisje lijkt [de kat te strelen] # twee deelzinnen # bijzin is niet-finiet (infinitiefzin) # werkwoord in de hoofdzin heeft geen extern argument # subject is een argument van het werkwoord in de bijzin
53/121! raising constructie A-verplaatsing (i) Het meisje lijkt [de kat te strelen] # twee deelzinnen # bijzin is niet-finiet (infinitiefzin) # werkwoord in de hoofdzin heeft geen extern argument # subject is een argument van het werkwoord in de bijzin (ii) De appel valt niet ver van de boom >
54/121! raising constructie A-verplaatsing (i) Het meisje lijkt [de kat te strelen] # twee deelzinnen # bijzin is niet-finiet (infinitiefzin) # werkwoord in de hoofdzin heeft geen extern argument # subject is een argument van het werkwoord in de bijzin (iii) De appel lijkt niet ver van de boom te vallen
55/121! raising constructie A-verplaatsing (i) Het meisje lijkt [de kat te strelen] (ii) lijkt [het meisje de kat te strelen]
56/121 IP het meisje I Infl VP V infinitiefzin lijkt IP het meisje de kat te strelen
57/121 A-verplaatsing! object in Nederlands/Duits/Fries (i)...dat het meisje de kat niet streelt
58/121 A-verplaatsing! object in Nederlands/Duits/Fries (i)...dat het meisje de kat niet streelt # object buiten de VP (in het middenveld )
59/121
60/121 A-verplaatsing! object in Nederlands/Duits/Fries # parameter binnen de VP? INTERN ARG. OBJECT ENGELS T T NEDERLANDS ETC. T X (i) The girl did not [ VP stroke the cat ] (ii) Het meisje heeft de kat niet [ VP geaaid ]
61/121 A-verplaatsing! object in Nederlands/Duits/Fries # verplaatsing van argumentpositie naar grammaticale functie-positie (object shift)
62/121 (vorige keer)
63/121 A-verplaatsing! object in Nederlands/Duits/Fries AgrOP AgrO AgrO VP ext V V int
64/121 A-verplaatsing! object in Nederlands/Duits/Fries AgrOP AgrO AgrO VP het meisje V V de kat
65/121 A-verplaatsing! object in Nederlands/Duits/Fries AgrOP de kat AgrO AgrO VP het meisje V V de kat
66/121 A-verplaatsing! object in Nederlands/Duits/Fries AgrOP de kat AgrO AgrO VP het meisje V V de kat
67/121 A-verplaatsing! alle zinnen hebben A-verplaatsing # projectie principe: argumenten gegenereerd in VP # EPP: subjectspositie (Spec,IP) moet gevuld! talen verschillen in hoeveel A-verplaatsing ze hebben (subject of subject+object)
68/121 A -verplaatsing
69/121 A -verplaatsing! is iets extra s (vraag/focus/topic)! verplaatsing vanuit een A-positie (i.e. subject/objectpositie) naar een niet-argument positie! niet-argumentpositie # Spec,CP # of een adjunctiepositie
70/121 (adjunctieposities)
71/121 A -verplaatsing! topic/focus # topic = onderwerp van gesprek (i) Dat wíst ik niet Zulke dingen moet je niet gelóven # focus = nadruk (ii) Ik ben Sinterkláás niet Je páspoort moet je niet vergeten
72/121 A -verplaatsing! topic/focus # topic = onderwerp van gesprek (i) Dat wíst ik niet Zulke dingen moet je niet gelóven Nederlands: vooropplaatsing # focus = nadruk (ii) Ik ben Sinterkláás niet Je páspoort moet je niet vergeten Nederlands: meestal geen vooropplaatsing
73/121! vraagwoorden A -verplaatsing # Nederlands: vooropplaatsing (i) Wat zei je? Welke borden moet ik afwassen? (ii) Wie denk je [ dat dat gedaan heeft ]? (iii) Ik vroeg [ wat jullie gedaan hebben ]
74/121 A -verplaatsing! vraagwoorden/relatiefwoorden # Nederlands: vooropplaatsing (i) Wat zei je? Welke borden moet ik afwassen? (ii) Wie denk je [ dat dat gedaan heeft ]? (iii) Ik vroeg [ wat jullie gedaan hebben ] de dingen [ die jullie gedaan hebben ]
75/121 A -verplaatsing
76/121 A -verplaatsing! bewijs dat vooropplaatsing naar Spec,CP gaat ik vroeg [ wat ofdat [ IP jullie gedaan hadden ]] subject = Spec,IP
77/121 A -verplaatsing! bewijs dat vooropplaatsing naar Spec,CP gaat ik vroeg [ wat ofdat [ IP jullie gedaan hadden ]] subject = Spec,IP voegwoord = C
78/121 A -verplaatsing! bewijs dat vooropplaatsing naar Spec,CP gaat ik vroeg [ wat ofdat [ IP jullie gedaan hadden ]] subject = Spec,IP voegwoord = C dus is dit CP en wat staat in Spec,CP
79/121 A -verplaatsing (i) (I wonder) who you saw
80/121 A/A -verplaatsing! verplaatsing van een woordgroep (XP) naar een specifier-positie
81/121 A/A -verplaatsing! verplaatsing van een woordgroep (XP) naar een specifier-positie Hoofdverplaatsing! verplaatsing van een hoofd (X 0 ) naar een hoofd-positie
82/121 A/A -verplaatsing! verplaatsing van een woordgroep (XP) naar een specifier-positie Hoofdverplaatsing! verplaatsing van een hoofd (X 0 ) naar een hoofd-positie # vooral verplaatsing van het werkwoord (V-movement)
83/121 Hoofdverplaatsing! voorbeelden: # Nederlands: bijzin vs. hoofdzin # Nederlands: vraagzinnen/topicalisatie # Engels: inversie van het hulpwerkwoord # vp-structuur: V-naar-v (conflatie)
84/121 Hoofdverplaatsing! voorbeelden: # Nederlands: bijzin vs. hoofdzin # Nederlands: vraagzinnen/topicalisatie # Engels: inversie van het hulpwerkwoord # vp-structuur: V-naar-v (conflatie) (i)... dat het meisje de kat niet streelt (ii) Het meisje streelt de kat niet streelt
85/121 Hoofdverplaatsing! voorbeelden: # Nederlands: bijzin vs. hoofdzin # Nederlands: vraagzinnen/topicalisatie # Engels: inversie van het hulpwerkwoord # vp-structuur: V-naar-v (conflatie) (i)... dat het meisje de kat niet streelt C Infl V (ii) Het meisje streelt de kat niet streelt
86/121 Hoofdverplaatsing! voorbeelden: # Nederlands: bijzin vs. hoofdzin # Nederlands: vraagzinnen/topicalisatie # Engels: inversie van het hulpwerkwoord # vp-structuur: V-naar-v (conflatie) (i)... dat het meisje de kat niet streelt C Infl V (ii) Het meisje streelt de kat niet streelt
87/121 Hoofdverplaatsing! voorbeelden: # Nederlands: bijzin vs. hoofdzin # Nederlands: vraagzinnen/topicalisatie # Engels: inversie van het hulpwerkwoord # vp-structuur: V-naar-v (conflatie) (i)... dat het meisje de kat niet streelt (ii) Het meisje streelt de kat niet streelt C Infl V (iii) Streelt het meisje streelt de kat niet streelt?
88/121 Hoofdverplaatsing! voorbeelden: # Nederlands: bijzin vs. hoofdzin # Nederlands: vraagzinnen/topicalisatie # Engels: inversie van het hulpwerkwoord # vp-structuur: V-naar-v (conflatie) (i)... dat het meisje de kat niet streelt (ii) Het meisje streelt de kat niet streelt C Infl V (iii) Streelt het meisje streelt de kat niet streelt?
89/121 Hoofdverplaatsing! voorbeelden: # Nederlands: bijzin vs. hoofdzin # Nederlands: vraagzinnen/topicalisatie # Engels: inversie van het hulpwerkwoord # vp-structuur: V-naar-v (conflatie) Spec,CP C IP VP (iii) Streelt het meisje de kat niet [ ]? (iv) Waarom streelt het meisje de kat niet [ ]?
90/121 Hoofdverplaatsing! voorbeelden: # Nederlands: bijzin vs. hoofdzin # Nederlands: vraagzinnen/topicalisatie # Engels: inversie van het hulpwerkwoord # vp-structuur: V-naar-v (conflatie) (i) Why did The girl did not stroked the cat
91/121 Hoofdverplaatsing! voorbeelden: # Nederlands: bijzin vs. hoofdzin # Nederlands: vraagzinnen/topicalisatie # Engels: inversie van het hulpwerkwoord # vp-structuur: V-naar-v (conflatie) (i) Why did The girl did not stroked the cat Spec,IP V
92/121 Hoofdverplaatsing! voorbeelden: # Nederlands: bijzin vs. hoofdzin # Nederlands: vraagzinnen/topicalisatie # Engels: inversie van het hulpwerkwoord # vp-structuur: V-naar-v (conflatie) (i) Why did The girl did not stroked the cat Spec,IP Infl V (ii) X The girl stroked not stroked the cat
93/121 Hoofdverplaatsing! voorbeelden: # Nederlands: bijzin vs. hoofdzin # Nederlands: vraagzinnen/topicalisatie # Engels: inversie van het hulpwerkwoord # vp-structuur: V-naar-v (conflatie) (i) Why did The girl did not stroked the cat Spec,IP Infl V (ii) T The girl did not stroke the cat
94/121 Hoofdverplaatsing! voorbeelden: # Nederlands: bijzin vs. hoofdzin # Nederlands: vraagzinnen/topicalisatie # Engels: inversie van het hulpwerkwoord # vp-structuur: V-naar-v (conflatie) (i) Why did The girl did not stroked the cat (ii) The girl did not stroke the cat C Spec,IP Infl V (iii) Did the girl did not stroke the cat?
95/121 Hoofdverplaatsing! voorbeelden: # Nederlands: bijzin vs. hoofdzin # Nederlands: vraagzinnen/topicalisatie # Engels: inversie van het hulpwerkwoord # vp-structuur: V-naar-v (conflatie) (i) Why did The girl did not stroked the cat (ii) The girl did not stroke the cat C Spec,IP Infl V (iv) Why did the girl did not stroke the cat?
96/121 CP hoofdverplaatsing topic/wh C V > Infl > C voegwoord IP subject I adverbia, negatie tijd/agreement VP V werkwoord complement
97/121 Hoofdverplaatsing! voorbeelden: # Nederlands: bijzin vs. hoofdzin # Nederlands: vraagzinnen/topicalisatie # Engels: inversie van het hulpwerkwoord # vp-structuur: V-naar-v (conflatie) (i) John INFL [ vp ext CAUSE [ VP Mary HAVE a book ]] = give
98/121 Hoofdverplaatsing! Waarom vindt het plaats?! Waarom wel in t Nederlands, niet in t Engels?! Waarom alleen in hoofdzinnen?! Waarom alleen met finiete werkwoorden?
99/121 Hoofdverplaatsing! Waarom vindt het plaats?! Waarom wel in t Nederlands, niet in t Engels?! Waarom alleen in hoofdzinnen?! Waarom alleen met finiete werkwoorden? > Wat zit er precies in Infl en V?
100/121 Hoofdverplaatsing! Waarom vindt het plaats?! Waarom wel in t Nederlands, niet in t Engels?! Waarom alleen in hoofdzinnen?! Waarom alleen met finiete werkwoorden? > Wat zit er precies in Infl en V? INFL 1980 uitgang v.h. werkwoord 1990 tijd/agreement kenmerken V stam v.h. werkwoord verbogen werkwoord
101/121 Hoofdverplaatsing! Waarom vindt het plaats?! Waarom wel in t Nederlands, niet in t Engels?! Waarom alleen in hoofdzinnen?! Waarom alleen met finiete werkwoorden? > Wat zit er precies in Infl en V? ENG INFL V 1980 -ed stroke- 1990 PAST stroked
102/121 Hoofdverplaatsing! Waarom vindt het plaats?! Waarom wel in t Nederlands, niet in t Engels?! Waarom alleen in hoofdzinnen?! Waarom alleen met finiete werkwoorden? > Wat zit er precies in Infl en V? NED INFL V 1980 -de streel- 1990 PAST, SG streelde
103/121! jaren 80: Hoofdverplaatsing (V en Infl) # om stam en affix te verenigen # Nederlands: V omhoog naar affix (V > Infl) # Engels: affix omlaag naar V (Infl > V)
104/121! jaren 90: Hoofdverplaatsing (V en Infl) # om kenmerken van V en Infl te checken # Nederlands: verplaatsing van V naar Infl # Engels: agreement tussen V en Infl
105/121! jaren 80: Hoofdverplaatsing (bijzin) # Nederlands (NB, V staat achteraan!): verplaatsing van V naar Infl > dus Infl moet rechts van VP zitten (?) (zie p. 130) > dan moet in de hoofdzin V verder verplaatst zijn, van V naar C, > en het subject moet naar Spec,CP gaan
106/121! jaren 90: Hoofdverplaatsing (bijzin) # Nederlands: hoofdzin: verplaatsing van V naar Infl bijzin: agreement tussen V en Infl > dus Infl kan gewoon links van VP zitten > dan heb je alleen V naar C bij inversie (werkwoord-subject) > en het subject kan in Spec,IP blijven
107/121 Hoofdverplaatsing (Infl > C)! heeft niets met morfologie te maken! lijkt een bijverschijnsel van de vooropplaatsing van iets anders (i) Why did the girl stroke the cat?! Ja/nee-vragen: een leeg vraagwoord? (ii) Q did the girl stroke the cat?
108/121 Hoofdverplaatsing (V en v)! om de onderdelen van het werkwoord met elkaar te verenigen # CAUS + HAVE = give
109/121 Substitutie vs. adjunctie
110/121 Substitutie vs. adjunctie! Verplaatsing naar een specifierpositie (A-verplaatsing, A -verplaatsing naar Spec,CP) = substitutie d.w.z. naar een positie die er al is
111/121 Substitutie vs. adjunctie! Verplaatsing naar een specifierpositie (A-verplaatsing, A -verplaatsing naar Spec,CP) = substitutie d.w.z. naar een positie die er al is gegeven door de regels van de X -theorie
112/121 Substitutie vs. adjunctie! Verplaatsing naar een specifierpositie (A-verplaatsing, A -verplaatsing naar Spec,CP) = substitutie d.w.z. naar een positie die er al is! er verandert niets aan de structuur = structuurbehoudend (structure preserving)
113/121 Substitutie vs. adjunctie! Verplaatsing die een positie creëert (A -verplaatsing niet naar Spec,CP) = adjunctie
114/121 Substitutie vs. adjunctie! Verplaatsing die een positie creëert (A -verplaatsing niet naar Spec,CP) = adjunctie (i) dat opeens het meisje opeens de kat streelde (ii) dat opeens het meisje opeens de kat streelde
115/121 Substitutie vs. adjunctie! Wat is head-movement? # substitutie: Infl, C zijn er al # adjunctie: V hecht zich aan Infl, C
116/121 Substitutie vs. adjunctie! Wat is head-movement? # substitutie: Infl, C zijn er al # adjunctie: V hecht zich aan Infl, C = jaren 80 visie Infl -de V streel-
117/121 Substitutie vs. adjunctie! Wat is head-movement? # substitutie: Infl, C zijn er al # adjunctie: V hecht zich aan Infl, C = jaren 80 visie Infl V V Infl streelstreel- -de
118/121 Kortom! verschillende soorten verplaatsing: # van argument- naar subject/objectpositie (A-verplaatsing) # overige XP-verplaatsingen (m.n. fronting) (A -verplaatsing) # hoofdverplaatsing (V > v > Infl > C)
119/121 VRAGEN?
120/121 Volgende week: # lezen: hoofdstuk 4, p. 139-161 van Cook & Newson Chomsky s Universal Grammar # maken: opdrachten 6
121/121 Tot volgende week!