Juni Tel In deze uitgave onder andere: Ontbinding pachtovereenkomst afgewezen

Vergelijkbare documenten
Juni Tel

Agro-Nieuwsbrief. Van der Wagen Sinia Administratie en Advies, Postbus 35, 9050 AA Stiens, Uitgave: juni 2017

Nieuwsbrief VMB-ADVIES. Geachte lezer, In deze nieuwsbrief. Ontbinding pachtovereenkomst afgewezen AGRO. Juni 2017

Ontbinding pachtovereenkomst afgewezen

Agro-Nieuwsbrief. AGRO-Nieuwsbrief. Uitgave: juni Voorwoord

In bezwaar tegen fosfaatreductieplan?

Agro-Nieuwsbrief juli 2017

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

documentnr.: INT/C/13/02282 zaaknr.: Z/C/13/02901 Raadsinformatiebrief

Uitspraak. Algemene wet bestuursrecht. JOM 2017/471 JBO 2017/129 met annotatie van mr. drs. D. van der Meijden. uitspraak

LTO Noord afdeling Gooi, Vecht en Amstelstreek 10 november 2015 Harry Streng

Agro-Nieuwsbrief. AGRO-Nieuwsbrief. Voorwoord. Uitgave: juni Geslaagd!!

Pachtnormen Berekening hoogst toelaatbare pachtprijzen voor los land, agrarische bedrijfsgebouwen en agrarische woningen

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Agro-nieuwsbrief september 2016

Convenant. tussen de. Belastingdienst. en de Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland

Pachtnormen Berekening hoogst toelaatbare pachtprijzen voor los land, agrarische bedrijfsgebouwen en agrarische woningen

Agrarische grondmarkt derde kwartaal 2012

Agro-Nieuwsbrief Van der Wagen Sinia Administratie en Advies, Postbus 35, 9050 AA Stiens, Uitgave: juni 2015

De colleges van gedeputeerde staten van alle provincies hebben inmiddels formeel met de vaststelling ingestemd.

Agrarische grondmarkt

Juni Tel In deze uitgave onder andere: Verplichte bijdrage akkerbouw-onderzoek

Agro-Nieuwsbrief. Fosfaatrechten en zelfzuivelaars. In deze nieuwsbrief:

Agro-Nieuwsbrief. Van der Wagen Sinia Administratie en Advies, Seegers 4, 9051 VE Stiens, Uitgave: juni 2018

Pachtnormen Berekening hoogst toelaatbare pachtprijzen voor los land, agrarische bedrijfsgebouwen en agrarische woningen

Agrarische nieuwsbrief, uitgave juni 2018

PAS op 1 juli van start

Convenant. tussen de. Belastingdienst. en de Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland

Pachtnormen Berekening hoogst toelaatbare pachtprijzen voor los land, agrarische bedrijfsgebouwen en agrarische woningen

Agrarische grondmarkt tweede kwartaal 2013

Nieuwsbrief. Controle referentie voor fosfaatrechten. Van der Woude Adviesbureau WET EN REGELGEVING ALGEMEEN

Berekening van de hoogst toelaatbare pachtprijzen op basis van SO in plaats van nge

In deze nieuwsbrief: 1. Het melkveefosfaatoverschot dat in 2014 is ontstaan, is lager door realisatie van een

Agro-Nieuwsbrief juni 2015

Uitgave: juni Voorwoord. Op de fiets

Prijstoetsing geliberaliseerde pacht voorstel BLHB

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003.

Nieuwsbrief. Grond voorwaarde bij groei melkveestapel. Prijsontwikkelingen blijven onzeker. Van der Woude Adviesbureau WET EN REGELGEVING ALGEMEEN

Verplichte bijdrage akkerbouwonderzoek

Agro-Nieuwsbrief. AGRO-Nieuwsbrief. Uitgave: juni Voorwoord RESULTAAT EN PRESTATIE

Agrarische grondmarkt vierde kwartaal 2013

Pachtnormen Berekening hoogst toelaatbare pachtprijzen voor los land, agrarische bedrijfsgebouwen en agrarische woningen

Juni In deze uitgave onder andere:

B i j l a g e 6. N a d e r e o n d e r b o u w i n g g r o n d g e b o n d e n b e d r i j f

Agrarische grondmarkt eerste kwartaal 2013

Regeling fosfaatreductie varkenshouderij 2017 Vraag en antwoord

AGRO. Verplichte bijdrage akkerbouwonderzoek. Fosfaatrechten: opfokken en uitscharen. Lager rendement combiluchtwassers

NVM Agrarisch & Landelijk Vastgoedbericht. April 2017

Juni Tel

Nieuwsbrief VMB-ADVIES. Geachte lezer,

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt

Pachtnormen Berekend volgens de methode van de Commissie van Hall over de periode

Hoogst toelaatbare pachtprijzen per pachtprijsgebied in 2012 Gegevens over de periode

ECLI:NL:RBOBR:2017:2875

Pacht. Regels en prijzen een wegwijzer voor de praktijk

AMvB. Geliberaliseerde pacht art. 397 lid 4. ALGEMENE JAARVERGADERING 10 maart 2016

Wijziging Regeling pachtprijzen

Agrarische grondmarkt derde kwartaal 2013

Beste ondernemer, Editie februari PAS: een oplossing?

Regeling fosfaatreductie varkenshouderij 2017 Vraag en antwoord

Bekijk de zaak van meerdere kanten!

Paarden 6 mnd., kg 11 11,6 127,6 36,6 402,6 17,5 192,5 Paarden 6 mnd., > 450 kg 4 15,0 60,0 47,6 190,4 22,0 88,0 Totaal

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 januari 2004.

Pacht. Regels en prijzen een wegwijzer voor de praktijk

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt 1 januari 2000 tot en met 30 juni 2001

Agrarische grondmarkt vierde kwartaal 2012

Agro Actualiteiten #3

Introductie Optimus advies door middel van Melkveewet en GLB 2015

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2004.

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt

Ad 1 Uitleg van (wettelijke) begrippen rondom pacht en het verschil tussen reguliere en geliberaliseerde pacht

Hoogst toelaatbare pachtprijzen per pachtprijsgebied in 2013

Toelichting betaalspecificatie

Pacht. Regels en prijzen Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

REGELING FOSFAATREDUCTIE VARKENSHOUDERIJ 2017

Pacht nieuwe normen, nieuwe regels

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt. In deze notitie wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt.

Agro-nieuwsbrief juni 2014

Nieuwsbrief. Overdracht grond, ook overdracht recht. Van der Woude Adviesbureau WET EN REGELGEVING ALGEMEEN

Agrarische grondmarkt eerste kwartaal 2014

Rekenmodel grondgebondenheid behorende bij de AMvB Verantwoorde groei melkveehouderij

Dienst Regelingen start controle grondgebruik

Pacht. Regels en prijzen 2017

Agrariërs op de grondmarkt

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 januari 2005.

Additionele regels ten behoeve van een verantwoorde groei van de melkveehouderij (Wet grondgebonden groei melkveehouderij)

Inhoud: Subsidies. - Wat zijn de exacte investeringskosten in mijn situatie en kan ik het combineren met andere aanpassingen in mijn gebouw?

Regionale & sectorale verdeling van Europese landbouwsubsidies in Nederland

Pacht, nieuwe regels en prijzen een wegwijzer voor de praktijk

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

AgroActualiteiten. Ammoniak kopen nu het nog kan. Juni 2014 Jaargang 15, nummer 3. Inhoud

Asbest. Agenda u Opening u Asbest u Pauze u Pacht u Vragen en discussie. 22.

Transcriptie:

In deze uitgave onder andere: Ontbinding pachtovereenkomst afgewezen Terechte mestboete voor hobbyboer Convenant nevenwerkzaamheden Wijziging pachtnormen Uitspraak kort geding fosfaatreductieplan Tel. 0575 46 13 91 info@boschland.nl Juni 2017

Agro-Nieuwsbrief Boschland accountants en adviseurs Ontbinding pachtovereenkomst afgewezen Een BV exploiteerde een landbouwbedrijf met 5.000 zeugen, 25.000 vleesvarkens en 440 hectare akkerbouw. Daarnaast verpachtte zij ca. 65 ha grond in reguliere pacht. Een melkveehoudster exploiteerde samen met haar echtgenoot een bedrijf met 150 stuks vee op in totaal 24 ha grond. Met ingang van 1980 pachtte zij 1,70 ha grond van de BV. In 2014 zegde de BV de pacht per 15 april 2016 op, omdat zij het gepachte duurzaam in gebruik wou nemen en het daartoe dringend nodig had. Een redelijke afweging van de belangen bij beëindiging van de pachtovereenkomst tegen die van de melkveehoudster bij verlenging van de overeenkomst, zou in het voordeel van de BV uitvallen. De pachtkamer van de rechtbank wees echter de vordering van de BV af om de overeenkomst te beëindigen. In hoger beroep beriep de BV zich op artikel 7:370 lid 1 onder b (dringend eigen gebruik) en c (afweging belangen) van het Burgerlijk Wetboek. Ten aanzien van de stelling dat zij de grond duurzaam in gebruik wou nemen en het perceel daartoe dringend nodig had, voerde de BV aan dat zij in het verleden verlies had geleden en dat deze weggewerkt konden worden door het verpachte zelf weer in gebruik te nemen. Het hof oordeelde dat de BV niet had toegelicht dat de bedrijfsresultaten zouden verbeteren door het verpachte weer in gebruik te nemen. Uit overlegde boekhoudstukken bleek dat de BV sinds 2012 meer dan aanzienlijke winsten maakte. De BV had niet begrijpelijk toegelicht dat zij het gepachte dringend nodig had. Ten aanzien van de belangenafweging (c-grond) voerde de BV dezelfde feiten en omstandigheden aan, maar ook dat in haar bedrijf 30 werknemers werkzaam waren, het gepachte perceel te midden van haar andere percelen lag en de melkveehoudster een marginaal melkveebedrijf had. De toekomstige kansen voor dit bedrijf waren klein, volgens de BV. Het hof oordeelde dat de melkveehouderij relatief klein was, maar, gelet op de boekhoudstukken, voldoende rendeerde. Beide kinderen maakten inmiddels deel uit van de maatschap en wilden graag opvolgen. In 2014 was een vergunning verkregen voor de bouw van een stal, maar in verband met de wetgeving rondom fosfaatrechten en in afwachting van goedkeuring door de provincie, was nog niet overgegaan tot de bouw van de stal. Volgens het hof is het een algemeen bekend feit in de agrarische praktijk dat melkveehouders, vanwege de eis van grondgebondenheid, groot belang hebben bij behoud van de grond die zij gebruiken. Afname van het areaal zou directe gevolgen hebben voor de omvang van de veestapel en de daarmee verband houdende rechten. Daarnaast zou beëindiging van de pachtovereenkomst minder mestplaatsingsruimte, en minder eigen ruwvoer en (nog) minder zicht op uitbreiding van het bedrijf betekenen. In dit licht was het belang van de BV ondergeschikt. Het hoger beroep van de BV werd ongegrond verklaard. Terechte mestboete voor hobbyboer Een hobbyboer hield in 2014 drie pony s, twee jaarlingen en drie veulens op een oppervlakte van 3,85 ha grond. In dat jaar werd tevens een aanzienlijke hoeveelheid mest aangevoerd. Bij een controle constateerde de NVWA dat de gebruiksnormen voor dierlijke mest en fosfaat werden overschreden. De staatssecretaris legde vervolgens mestboetes op. De rechtbank oordeelde dat de mestboetes terecht waren opgelegd. Uit de definitie van landbouw volgens de Meststoffenwet volgt niet dat winstoogmerk een vereiste is. Het hobbymatig houden van paarden, pony s en veulens en het aanwenden van mest voor de teelt van gras is daarom aan te merken als landbouw in de zin van de Meststoffenwet. Beoordeeld naar de feitelijke omstandigheden vielen de activiteiten onder het begrip bedrijf. In hoger beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven voerde de hobbyboer aan dat de boetes ten onrechte aan zijn voormalige vennootschap onder firma (VOF) waren opgelegd. De VOF was al twaalf jaar geleden uit het Handelsregister geschreven. Er kunnen geen boetes worden opgelegd aan een VOF die niet meer bestaat. Het college was het hier niet mee eens. De hobbyboer had in 2014 onder naam van de VOF naar buiten toe handelingen verricht. Zo werd in 2014 op naam van de VOF bedrijfstoeslag aangevraagd. Inschrijving in het Handelsregister is niet bepalend voor het wel of niet bestaan van een VOF. 2

De hobbyboer voerde verder aan geen bedrijf te zijn. De pony s werden puur hobbymatig gehouden, zonder enig winstoogmerk en het gewonnen hooi werd gebruikt als voer voor de dieren. Fiscaal was er ook geen sprake van een bedrijf. In diverse publicaties van RVO en NVWA wordt de grens tussen hobbymatig en bedrijfsmatig houden van paarden gelegd bij een stikstofproductie van 350 kg per jaar. De door de NVWA vastgestelde productie bedroeg slechts 139 kg. Het college was, gelet op de feitelijke situatie, van oordeel dat de VOF terecht was aangemerkt als bedrijf. Daartoe nam zij in aanmerking dat de VOF drie pony s, twee jaarlingen en drie veulens bezat en dat zij een niet geringe oppervlakte grond in gebruik had, die was aangewend voor het weiden van de dieren en het winnen van voer. Bovendien was de grond gebruikt voor het aanvoeren en uitrijden van mest, waarvoor de VOF deels een vergoeding had gekregen. Verder werden jaarlijks gemiddeld twee veulens gefokt voor de verkoop. Tot slot hechtte het college belang aan de omstandigheid dat van 2009 tot en met 2014 uitbetaling van de bedrijfstoeslag was aangevraagd én uitbetaald. Onder deze omstandigheden kon niet worden gezegd dat de VOF in 2014 slechts hobbymatig dieren hield. Dat de productie van dierlijke mest minder dan 350 kg stikstof zou bedragen, leidde gezien de hiervoor genoemde feiten, niet tot een ander oordeel. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard. Convenant nevenwerkzaamheden Veel agrariërs ontplooien naast de eigen onderneming activiteiten bij andere ondernemingen. Deze liggen meestal in het verlengde van die van de eigen onderneming en zijn qua tijdsbesteding ondergeschikt aan de eigen onderneming. Een voorbeeld is de melkveehouder (opdrachtnemer) die bij een andere melkveehouder (opdrachtgever) de koeien melkt tegen een vergoeding. Zij zijn daarvoor met elkaar een arbeidsrelatie aangegaan. De vraag kan zich voordoen of de inkomsten uit de werkzaamheden bij een andere onderneming als winst uit onderneming, loondienst of resultaat uit overige werkzaamheden gekwalificeerd moeten worden. In veel gevallen is er sprake van winst uit onderneming. Daarvan is in ieder geval sprake als voldaan wordt aan de volgende criteria: Tussen de opdrachtnemer en de opdrachtgever is sprake van een overeenkomst van opdracht of een arbeidsovereenkomst, De werkzaamheden bij de andere onderneming zijn ondergeschikt aan de werkzaamheden in de eigen onderneming, en; De werkzaamheden waarvoor een overeenkomst van opdracht of een arbeidsovereenkomst is aangegaan, zijn soortgelijke werkzaamheden als die in de eigen onderneming van de opdrachtnemer. Ondergeschikte werkzaamheden De werkzaamheden bij de andere onderneming zijn ondergeschikt als maximaal 30% van de totaal bestede tijd wordt besteedt bij een andere onderneming met een maximum van 600 uur. Samenwerkingsverbanden en soortgelijke werkzaamheden Wanneer er vanuit een maatschap of vennootschap onder firma soortgelijke werkzaamheden verricht, geldt de aanvullende eis dat de opbrengsten hiervan worden ingebracht in de maatschap of vennootschap onder firma. Omzetbelasting De omzet uit nevenwerkzaamheden uit hoofde van overeenkomst tot opdracht volgt voor de omzetbelasting de regeling van de eigen onderneming. Dat wil zeggen: als geopteerd is voor de omzetbelasting, zijn de inkomsten uit de nevenwerkzaamheden ook belast en moet hierover omzetbelasting worden afgedragen. Wijziging pachtnormen Het Wageningen Economic Research (WEcR, voorheen LEI) heeft de hoogst toelaatbare pachtprijzen berekend, welke op 1 juli 2017 van kracht worden. Los bouw- en grasland De pachtnormen voor los bouw- en grasland zijn gebaseerd op de bedrijfsresultaten van grote en middelgrote akkerbouw- en melkveebedrijven in de periode 2011 tot en met 2015. De normen dalen ten opzichte van het vorige jaar in alle pachtprijsgebieden. In de gebieden met overwegend melkveehouderij daalt de norm vanwege de slechte bedrijfsresultaten in de melkveehouderij in 2015 en het wegvallen van het 2010, waarin gemiddelde resultaten werden behaald. Voor de akkerbouwbedrijven valt het zeer goede jaar 2010 weg en komt er een gemiddeld inkomensjaar (2015) voor in de plaats. Tel. 0575 46 13 91 3

Agro-Nieuwsbrief Boschland accountants en adviseurs Tabel 1: Nieuwe regionorm, oude regionorm en veranderpercentage voor los bouw- en grasland. Pachtprijsgebied Bouwhoek en Hogeland Veenkoloniën en Oldambt Noordelijk weidegebied Oostelijk veehouderijgebied Centraal veehouderijgebied IJsselmeerpolders Westelijk Holland Waterland en Droogmakerijen Hollands/Utrechts weidegebied Rivierengebied Zuidwestelijk akkerbouwgebied Zuidwest-Brabant Zuidelijk veehouderijgebied Zuid-Limburg Norm 2017 ( / ha) 677 743 796 755 633 1.049 653 414 932 861 513 781 838 878 Norm Verander2016 percentage ( / ha) 836-19 806-8 901-12 815-7 756-16 1.118-6 775-16 527-21 1.043-11 986-13 667-23 816-4 901-7 977-10 Los tuinland In tabel 2 staan de pachtnormen voor de twee pachtprijsgebieden voor los tuinland vermeld. De norm in het gebied Westelijk Holland blijft vrijwel gelijk, doordat het goede inkomensjaar 2010 wordt ingewisseld voor het eveneens goede jaar 2015. In de rest van Nederland stijgt de regionorm sterk (+58%), doordat het slechte jaar 2010 is vervangen door het goede jaar 2015. De samenstelling van de tuinbouwsector in beide gebieden verschilt sterk en daardoor ook de pachtnormen. In Westelijk Holland is het merendeel bloembollenbedrijf, in Rest van Nederland zijn boomkwekerijen in de meerderheid. Tabel 2: Nieuwe regionorm, oude regionorm en veranderpercentage voor los tuinland. Pachtprijsgebied Westelijk Holland *) Rest van Nederland Norm 2017 ( / ha) 2.714 1.695 Norm Verander2016 percentage ( / ha) 2.652 2 1.073 58 *) excl. boomkwekerij in het landbouwgebied Boskoop en Rijneveld Agrarische bedrijfsgebouwen De hoogst toelaatbare pachtprijzen voor agrarische bedrijfsgebouwen en de pachtprijs voor bestaande overeenkomsten worden verhoogd met 1,30%, gelijk aan de gemiddelde bouwkostenindex over de periode 2012-2016. Tabel 3: Hoogst toelaatbare pachtprijs in euro s per hectare voor bedrijfsgebouwen in 2017, afhankelijk van doelmatigheid gebouwen. Aard bedrijf Doelmatigheid Nieuw Zeer goed Goed Redelijk Matig Slecht Akkerbouw 475 374 285 210 147 85 Melkvee Overig 1.221 960 733 539 375 215 734 579 442 324 226 129 Agrarische woningen De maximale pachtverhoging voor agrarische woningen met pachtovereenkomsten van voor 1 september 2007 bedraagt 2,8% (inflatie van 0,3 % plus 2,5%). Dat is gelijk aan het basishuurverhogingspercentage volgens het huurprijzenbeleid woonruimte. De hoogst toelaatbare pachtprijs van overeenkomsten voor agrarische woningen die op of na 1 september 2007 zijn aangegaan, wordt bepaald aan de hand van het puntenstelsel. De tabel van het puntenstelsel stijgt overeenkomstig de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte met 0,3% (inflatiepercentage over 2016). 4

Uitspraak kort geding fosfaatreductieplan Een aantal melkveehouders had een kort geding aangespannen tegen de Staat. Op 4 mei oordeelde de voorzieningenrechter dat het fosfaatreductieplan niet van toepassing is voor deze melkveehouders. Het ging daarbij om biologische melkveehouders en melkveehouders die voor 2 juli 2015 investeringsverplichtingen waren aangegaan, maar deze nog niet benut hadden. De staatssecretaris heeft besloten in hoger beroep te gaan tegen het vonnis. Mocht de Staat alsnog gelijk krijgen, betekent dit volgens de staatssecretaris dat het fosfaatreductieplan met terugwerkende kracht tot 1 maart 2017 alsnog volledig van toepassing is voor deze melkveehouders. Ze nemen daarmee een risico als zij zich niet houden aan het fosfaatreductieplan. Controle en bezwaar beschikking fosfaatreductieplan Eind mei zijn de beschikkingen verzonden over de eerste periode (maart en april) van het fosfaatreductieplan. In de beschikking staat of men een boete verschuldigd is of een bonus ontvangt. De inning van de boete of de uitbetaling van de bonus vindt in principe in juni plaats. Beschikking controleren De beschikking is gebaseerd op gegevens die bij de RVO geregistreerd staan. Het is daarom van belang goed te controleren of de referentieaantallen correct zijn vastgesteld. Wanneer men zich heeft aangemeld voor de knelgevallenregeling, is uit de beschikking af te leiden of de RVO de melding wel of niet heeft gehonoreerd. Bewaar maken Indien men het niet eens is met de beschikking, kan er binnen zes weken na dagtekening van de beschikking bezwaar gemaakt worden bij de RVO. Dit betekent niet dat de boete vooralsnog niet betaald hoeft te worden. Er kan een verzoek om uitstel van betaling gedaan worden, dat onder bepaalde voorwaarden wordt gehonoreerd. Steunaanvrager gekort voor gedraging overdrager perceel De NVWA constateerde medio april 2015 dat op een perceel bouwland vaste mest was uitgereden, waarbij deze mest niet in twee opeenvolgende werkgangen was ondergewerkt. Zij gaf daarop een schriftelijke waarschuwing aan de landbouwer en het loonwerkbedrijf. De landbouwer verpachtte kort daarna het perceel aan zijn buurman. Hij vroeg zelf geen rechtstreekse betalingen aan. De buurman gaf het perceel op in de Gecombineerde opgave 2015 en vroeg wel rechtstreekse betalingen aan. RVO.nl legde de buurman een randvoorwaardenkorting van 3% op, vanwege de niet-naleving van de verplichting om dierlijke mest emissiearm aan te wenden. In hoger beroep voor het College van Beroep voor het bedrijfsleven voerde de buurman aan dat de niet-naleving hem niet kon worden aangerekend, omdat hij het perceel op het moment van de overtreding niet in gebruik had en de overtreding daarom ook niet had kunnen voorkomen. Het college oordeelde dat het niet uitmaakt of de niet-naleving van de randvoorwaarden door de persoon aan wie de landbouwgrond is overgedragen of door de overdrager is veroorzaakt. In beide gevallen wordt de niet-naleving volledig toegerekend aan de landbouwer die de steunaanvraag heeft ingediend en wordt het totaalbedrag van de rechtstreekse betalingen verlaagd of uitgesloten. In dit concrete geval hield dit in dat indien de niet-naleving van de verplichting om dierlijke mest emissiearm aan te wenden het gevolg is van een toerekenbaar handelen of nalaten van de landbouwer, RVO gehouden is de daaruit voortvloeiende administratieve sanctie aan de buurman op te leggen, omdat hij het perceel overgedragen had gekregen en alleen hij in 2015 een steunaanvraag had ingediend. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard. Wijzigen zaaidatum EA-vanggewas Een onderdeel van de vergroeningseisen is de invulling van het Ecologisch aandachtsgebied (EA). Veel (akkerbouw)bedrijven vullen dit in met de teelt van een vanggewas. Een EA-vanggewas moet minimaal 10 weken in stand worden gehouden. In de Gecombineerde opgave moet daarvoor de verwachte zaaidatum ingevuld worden. Als de werkelijke zaaidatum afwijkt van de opgegeven datum, kan men dit aan de RVO doorgeven door de Gecombineerde opgave te wijzigen en opnieuw in te sturen. Een dergelijke wijziging heeft geen korting op de bedrijfstoeslag tot gevolg. Tel. 0575 46 13 91 5

Agro-Nieuwsbrief Boschland accountants en adviseurs De opgegeven zaaidatum geldt in principe als startdatum voor de 10 weken-termijn. Wanneer de werkelijke zaaidatum afwijkt, moet uiterlijk op de zaaidag zelf de werkelijke datum doorgegeven worden. Als dit later wordt gedaan, geldt de dag van de melding als startdatum voor de 10 wekentermijn. Het is dus niet mogelijk een datum in het verleden op te geven. Als de werkelijke zaaidatum eerder is dan opgegeven, is het alleen nodig om deze door te geven als men anders in de problemen komt met de 10 weken-termijn. Bij een vanggewas als ondervrucht in het hoofdgewas geldt de oogstdatum van het hoofdgewas als ingangsdatum voor het vanggewas. Na 30 september is het niet meer mogelijk de ingangsdatum te wijzigen. Geen eigen zaad of mengsels De mogelijkheid om eigen zaad of mengsels te gebruiken vervalt. In de bestaande regelgeving voor zaaizaad mag men de toegestane soorten voor EA niet meer zelf vermeerderen. Dat betekent dat in alle gevallen aankoopbewijzen en etiketten overlegd moeten kunnen worden. Succesvol beroep varkenshouders tegen WOZ-waarde Acht varkenshouders zijn in beroep gegaan tegen de hoogte van de WOZ-waarde van hun bedrijven. Zij voerden aan dat de Taxatiewijzer Agrarische gebouwen voor het belastingjaar 2016 een alternatieve berekeningswijze voorschrijft voor het bepalen van de WOZ-waarde van varkensbedrijven. De alternatieve berekeningswijze houdt in dat bij varkensbedrijven met een omvang van meer dan 1.500 m2 aan varkensstallen, de waarde van het bedrijf (met inbegrip van een eventuele bedrijfswoning, bijgebouwen, mestkelders en ondergrond) wordt bepaald aan de hand van de totale oppervlakte van de aanwezige varkensstallen, vermenigvuldigd met een eenheidsprijs per m2. In de taxatiewijzer wordt dit verklaard door de aanname dat kopers van varkensbedrijven waarschijnlijk niet meer kijken naar de diverse deelobjecten van het bedrijf, maar primair naar het aantal varkens dat gehouden kan worden (de verdiencapaciteit). Om die reden is er in de Taxatiewijzer voor gekozen bij deze varkensbedrijven handmatig op de kengetallen te corrigeren aan de hand van een eenheidsprijs en het aantal m2 varkensstal. De eenheidsprijs voor vleesvarkensstallen ligt volgens de Taxatiewijzer in de bandbreedte van 125 tot 225 per m2 en bij zeugenbedrijven in de bandbreedte van 175 tot 225 per m2. In de Taxatiewijzer is expliciet aangegeven dat een optelsom van alle deelobjecten bij varkensbedrijven zoals die van eisers, leidt tot een te hoge WOZ-waarde. De heffingsambtenaar had bij de waardering het alternatief niet gevolgd, omdat hij meende dat de analyse van de aan de Taxatiewijzer ten grondslag liggende verkoopcijfers van varkensbedrijven onjuist zou zijn. De rechtbank oordeelde echter dat hij dit niet aannemelijk had gemaakt en dat de alternatieve berekeningswijze toegepast had moeten worden. De varkenshouders hadden de waarden van hun bedrijven echter ook niet aannemelijk gemaakt, volgens de rechtbank. Factoren als de aanwezigheid en kwaliteit van een bedrijfswoning, leeftijd van de gebouwen, doelmatigheid, opzet van het bedrijf, de aanwezigheid van andere bijbehorende gebouwen en de (micro)ligging zijn volgens de Taxatiewijzer bepalend voor de vraag waar binnen de bandbreedte het te taxeren object thuis hoort. Met het hanteren van één uniforme eenheidsprijs van 180,17 per m2, zoals eisers voorstonden, wordt miskend dat de taxateur volgens de Taxatiewijzer telkens een afweging moet maken op welke wijze binnen de bandbreedte recht wordt gedaan aan de verschillen tussen de varkensbedrijven. Nu geen van partijen de door haar gestelde waarden aannemelijk maakte, stelde de rechtbank de waarde van de bedrijven in goede justitie vast. Deze waarden vielen in alle gevallen lager uit. Impasse PAS en natuurvergunningen De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft zogenoemde prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie in Luxemburg over het Programma Aanpak Stikstof (PAS). De Afdeling wil weten of het PAS in overeenstemming is met de Europese Habitatrichtlijn en dus juridisch houdbaar is. Noodzaak prejudiciële vragen In een groot aantal procedures hebben bezwaarmakers aangevoerd dat het PAS in strijd is met de Europese Habitatrichtlijn. Voor een antwoord op die vraag is uitleg van de richtlijn door het Hof van Justitie nodig. 6

Inhoud vragen De prejudiciële vragen worden gesteld in twee verschillende uitspraken. De ene uitspraak gaat over veehouderijen waarvoor op basis van het PAS natuurvergunningen zijn verleend. Er wordt onder meer gevraagd of het PAS op grond van de Europese Habitatrichtlijn mag worden gebruikt voor het verlenen van die vergunningen. De andere uitspraak gaat over het weiden van vee en het bemesten van gronden, waarvoor vanwege het PAS niet langer een natuurvergunning nodig is. De Afdeling bestuursrechtspraak wil van het Hof van Justitie weten of dit op basis van de Europese Habitatrichtlijn zonder vergunning mag worden toegestaan. Verzoek om voorrang De Afdeling bestuursrechtspraak heeft op dit moment ongeveer 200 zaken in behandeling waarin bezwaarmakers aanvoeren dat het PAS juridisch niet deugt. Die zaken gaan over natuurvergunningen, omgevingsvergunningen, bestemmingsplannen en handhavingsbesluiten voor onder meer veehouderijen, woningbouwprojecten en de aanleg van wegen. De behandeling van deze zaken moet worden aangehouden in afwachting van de beantwoording van de prejudiciële vragen. Hierdoor is voor initiatiefnemers van activiteiten waar stikstofneerslag een rol speelt, op dit moment onzeker of een vergunning of bestemmingsplan voor hun activiteiten in stand blijft. Het is noodzakelijk dat deze onzekerheid zo kort mogelijk duurt. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft het Hof van Justitie daarom met klem verzocht de vragen met voorrang te behandelen. Partijen die betrokken zijn bij de zaken die de Afdeling bestuursrechtspraak moet aanhouden, ontvangen hierover een brief. Regeling fosfaatreductie varkenshouderij Varkenshouders kunnen zich tot en met 26 juni 2017 via de website www.pov.nl aanmelden voor de Regeling fosfaatreductie varkenshouderij. Deze subsidieregeling is bedoeld voor varkenshouders die in 2017 vrijwillig mengvoeders inkopen met een lager fosforgehalte dan in 2016. De regeling heeft onder meer als doel de fosfaatproductie in Nederland voor 2018 terug te brengen naar het niveau dat is toegestaan op basis van de derogatiebeschikking. Wageningen Economic Research heeft berekend dat een eventueel verlies van derogatie leidt tot een inkomensdaling in de varkenshouderij van 4.000 tot 5.000 per bedrijf per jaar door hogere mestafzetkosten. Aanvragen worden beoordeeld en gerangschikt op volgorde van binnenkomst. Na de aanmelding krijgt men nog de gelegenheid de voor de regeling benodigde aanvullende informatie in te dienen. Tegemoetkoming Varkenshouders ontvangen alleen een tegemoetkoming voor de reductie die wordt bewerkstelligd met het voeren van mengvoeders met een lager bruto fosforgehalte, niet voor reductie door het aantal gehouden varkens te verlagen. De reductie moet minimaal 100 kg fosfaat bedragen. Er kan een tegemoetkoming aangevraagd worden tot een maximum fosfaatreductie van 15% ten opzichte van 2016. Hoogte tegemoetkoming De tegemoetkoming wordt berekend op basis van het niveau van het bruto fosforgehalte in het mengvoer op het betreffende bedrijf in 2016. Een varkenshouder die mengvoer gebruikte met een lager bruto fosforgehalte (minder dan 4,6 g/kg bij vleesvarkens en minder dan 4,9 g/kg bij zeugen), krijgt een hogere tegemoetkoming. De tegemoetkoming bedraagt 3,50 (laag bruto fosforgehalte mengvoer) tot 4,50 (hoger bruto fosforgehalte) per kg fosfaatreductie (fosfaat = 2,29 x fosfor). Gemengde bedrijven (zeugen en vleesvarkens) ontvangen maximaal 3,50 per kg fosfaatreductie. Wanneer de gerealiseerde fosfaatreductie minder dan 80% van de opgegeven verwachte reductie is, wordt de tegemoetkoming gehalveerd. Alleen geborgde mengvoederstromen Alleen mengvoederstromen die geborgd zijn met een geregistreerd voerjaaroverzicht bij de RVO worden meegenomen bij de vaststelling van de fosfaatreductie. Deelnemers moeten de uitvoerder machtigen om de voergegevens in te zien bij de RVO. Vaststelling en uitbetaling Deelnemende varkenshouders dienen voor 15 februari 2018 de informatie aan te leveren voor de berekening van de daadwerkelijke fosfaatreductie. De tegemoetkoming wordt voor 1 april 2018 uitbetaald door POV. Tel. 0575 46 13 91 7

Agro-Nieuwsbrief Boschland accountants en adviseurs Verplichte energiebesparing voor grootverbruikers In 2013 is het Energieakkoord voor duurzame groei gesloten, op grond waarvan bedrijven verplicht zijn maatregelen te nemen om energie te besparen. Voor de land- en tuinbouwbedrijven zijn deze afspraken vastgelegd in het Activiteitenbesluit. Het Activiteitenbesluit schrijft voor dat bedrijven met een energieverbruik van meer dan 50.000 kwh of meer dan 25.000 kubieke meter aardgas per kalenderjaar, energiebesparende maatregelen moeten nemen. Het gaat hierbij alleen om maatregelen die een terugverdientijd van maximaal vijf jaar hebben. Glastuinbouwbedrijven zijn over het algemeen uitgesloten van deze plicht in verband met het CO2-vereveningssysteem. Voor de agrarische sector is vorig jaar een lijst met verschillende maatregelen gepubliceerd. Per maatregel wordt aangegeven of deze natuurlijk of zelfstandig moet worden toegepast. Natuurlijk houdt in dat de maatregel moet worden toegepast bij groot onderhoud of vervanging van het bedrijfsmiddel. Zelfstandig betekent dat de maatregel direct kan worden ingevoerd. Naar verwachting wordt de verplichting op 1 juli 2017 ingevoerd, waarna handhaving door gemeenten mogelijk is. Een ondernemer kan alternatieve maatregelen nemen, mits hiermee een even grote energiebesparing wordt gerealiseerd. Maatregelen waarbij energie op duurzame wijze wordt opgewekt, gelden niet als alternatieve maatregel. Belangrijke data T/m 26 juni 2017 Aanmelden Regeling fosfaatreductie varkenshouderij Met onze Agro-Nieuwsbrief willen wij u op de hoogte houden van de ontwikkelingen die mogelijk uw bedrijf raken. Wij hebben aan de samenstelling de grootst mogelijke zorg besteed. Wij aanvaarden echter geen aansprakelijkheid voor niet (meer) juiste informatie. Wilt u op basis van deze informatie actie ondernemen, dan is nader advies noodzakelijk. Voor een dergelijk advies kunt u een afspraak met ons maken. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enigerlei wijze, het zij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere wijze, zonder schriftelijk toestemming van de uitgever. 8

Aalt van de Kamp Agrarisch Adviseur Hengelosestraat 28 Postbus 12 7255 ZG Hengelo Gld. T. (0575) 46 13 91 Herman Vrielink Agrarisch Adviseur Molenstraat 156 Postbus 418 6710 BK Ede T. (0318) 69 11 11 Henk Reijnders Agrarisch Adviseur De Hofstede 44 Postbus 53 4033 ZH Lienden T. (0344) 60 32 15 Albert Baarslag Agrarisch Adviseur Molenveld 3 Postbus 4 7390 AA Twello T. (0571) 27 26 43 info@boschland.nl @Boschland @BoschlandAgri Het gevoel van een comfortabele stoel. Boven de Wolfskuil 3 6049 CV Roermond T. (085) 04 10 026