Installatiehandleiding 1. Het apparaat installeren 1 2. De software installeren 2 3. FAX-instellingen 3 Scaninstellingen Bedieningspaneel 1 2
1. Het apparaat installeren 24 cm (9.5 inches) 20 cm (7.9 inches) 32 89,6 10 50 15 80 10 cm (4.0 inches) 20 cm (7.9 inches) DAC501 Stroombron 120-127 V, 60 Hz, 11 A 220-240 V, 50/60 Hz, 6 A 70 cm (27.6 inches) DUE001 DUE163 DUE002 DUE003 DUE004 2 2 1 1 1 2 DUE005 DUE006 DUE007 DUE008 DUE009 DUE010 DUE011 DUE012 DUE013 1
DUE014 DUE015 DUE016 DUE018 DUD042 DUE020 DUE021 DUE022 DUE023 DUE024 DUE025 DUE032 DUE026 DUE027 DUE028 2
1 2 DUE029 DUE030 DUE031 Installeer de software om het apparaat te gebruiken. Ga naar pagina 4 "2. De software installeren". Voor OS X, zie de Gebruikershandleiding op de meegeleverde cd-rom of op onze website. 3
2. De software installeren Controleer hoe de computer is aangesloten Geef op hoe u verbinding met uw computer wilt maken aan de hand van de communicatieomgeving van uw systeem. Draadloos verbinding maken? Bekabeld verbinding maken? Ja Nee Router (toegangspunt) gebruiken? Verbinden via USB-interfacekabel Verbinden via Ethernet-interfacekabel Ga naar pagina 5 "Het apparaat aansluiten (USB/netwerk)". Computer gebruiken? Via Wi-Fi Direct verbinding maken Zie de Wi-Fi Direct-handleiding op onze website. Cd-rom gebruiken om verbinding te maken Ga naar pagina 6 "Eenvoudige installatie via de cd-rom". Wi-Fi installatie-wizard gebruiken om verbinding te maken Ga naar pagina 7 "Eenvoudige installatie via de Wi-Fi installatiewizard". DUE035 Als u via de WPS-knop verbinding wilt maken, ga dan naar pagina 8 "Eenvoudige installatie via de WPS-knop". Als u via een PIN-code verbinding wilt maken, ga dan naar pagina 9 "Eenvoudige installatie via PIN-code". Als u handmatig wilt instellen, raadpleeg dan de Gebruikershandleiding op de meegeleverde cd-rom of op onze website. Als de Wi-Fi Direct-functie ingeschakeld is, wordt een apparaat met Wi-Fi Direct-functie herkend als router (toegangspunt) en is er directe communicatie tussen zulke apparaten mogelijk. Tijdens communicatie via de Wi-Fi Direct-functie kunt u niet tegelijkertijd verbinding met het internet maken. Het apparaat vanaf een smartphone/tablet gebruiken Android ios Android Het apparaat vanaf een smartphone/tablet gebruiken Via een app op een smartphone/tablet kunt u de volgende functies van het apparaat gebruiken: Gescande afbeeldingen of documenten van het apparaat naar het smartphone/tablet verzenden Foto's en documenten afdrukken die op een smartphone/tablet zijn opgeslagen Scan de volgende QR-code met uw smartphone/ tablet, zoek de app RICOH SP C260 series Scan" of RICOH Smart Device Connector en download een van beide van de website die verschijnt. ios De NFC-tag gebruiken (alleen voor smart-apparaten met Android) 1. Configureer de netwerkverbinding van het apparaat. Voor meer informatie, zie pagina 6 Het apparaat via Wi-Fi verbinden. 2. Scan de volgende QR-code met uw smartphone/tablet, zoek de app RICOH SP C260 series Scan of RICOH Smart Device Connector en download een van beide van de website die verschijnt. 3. Start RICOH SP C260 series Scan of RICOH Smart Device Connector en schrijf de netwerkinformatie van het apparaat op de NFC-tag met de app. 4. U kunt afdrukken door de NFC-tag aan te raken vanuit RICOH Smart Device Connector of scannen vanuit RICOH SP C260 series Scan. 4
Het apparaat aansluiten (USB/netwerk) Windows De volgende items zijn nodig om een bekabelde verbinding tot stand te brengen: USB-interfacekabel of Ethernet-interfacekabel De met het apparaat meegeleverde cd-rom U kunt de software voor netwerkverbinding via snelinstallatie en handmatige installatie installeren. Bij handmatige installatie kunt u zelf aangeven welke gegevens worden geïnstalleerd. 1. Zet uw computer aan. 2. Doe de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van de computer. Als uw computer geen cd-romstation heeft, download dan een installatiebestand vanaf onze website. DUE036 DUE037 5. Selecteer [USB-verbinding] of [Netwerkverbinding] aan de hand van de communicatieomgeving of uw apparaat. 6. Volg de instructies in de installatiewizard. 7. Klik op [Voltooien] in het dialoogvenster [Installatie voltooien]. Als het installatieprogramma vraagt Windows te herstarten, start uw computer dan opnieuw op. of 3. Klik op [Snelinstallatie]. De installatie is voltooid. Als u de faxfunctie wilt gebruiken, configureer dan de instellingen op pagina 10 "3. FAX-instellingen". 4. De softwarelicentieovereenkomst wordt in het dialoogvenster [Softwarelicentieovereenkomst] weergegeven. Lees de overeenkomst door en klik op [Ja]. 5
Het apparaat via Wi-Fi verbinden Windows DUE038 Eenvoudige installatie via de cd-rom 5. Selecteer [Draadloze verbinding]. De volgende items zijn nodig om een draadloze verbinding in te stellen: USB-interfacekabel of Ethernet-interfacekabel Router (toegangspunt) De met het apparaat meegeleverde cd-rom U kunt de software via snelinstallatie en handmatige installatie installeren. Bij handmatige installatie kunt u zelf aangeven welke gegevens worden geïnstalleerd. 1. Schakel uw computer in. 2. Doe de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van de computer. Als uw computer geen cd-romstation heeft, download dan een installatiebestand vanaf onze website. 6. Volg de instructies in de installatiewizard. 7. Klik op [Voltooien] in het dialoogvenster [Installatie voltooien]. Als het installatieprogramma vraagt Windows te opnieuw op te starten, start uw computer dan opnieuw op. of 3. Klik op [Snelinstallatie]. De installatie is voltooid. 4. De softwarelicentieovereenkomst wordt in het dialoogvenster [Softwarelicentieovereenkomst] weergegeven. Lees de overeenkomst door en klik op [Ja]. Als u via de Wi-Fi installatiewizard verbinding wilt maken, ga dan naar pagina 7 "Eenvoudige installatie via de Wi-Fi installatiewizard". Als u via de WPS-knop verbinding wilt maken, ga dan naar pagina 8 "Eenvoudige installatie via de WPSknop". Als u via een PIN-code verbinding wilt maken, ga dan naar pagina 9 "Eenvoudige installatie via PIN-code". Als u via Wi-Fi Direct verbinding wilt maken, bekijk dan de handleiding Wi-Fi Direct op onze website. 6
Eenvoudige installatie via de Wi-Fi installatiewizard 5. Druk op [Wi-Fi inschakelen]. Het volgende item is nodig om een draadloze verbinding in te stellen: Router (toegangspunt) De SSID en coderingssleutel controleren De SSID en de coderingssleutel voor de router (toegangspunt) staan mogelijk vermeld op een sticker op de router (toegangspunt). Voor meer informatie over de SSID en coderingssleutel, zie de handleiding van de router (toegangspunt). 6. Druk op [Inschakelen]. 7. Zet het apparaat uit en weer aan. 8. Druk op het pictogram voor draadloos LAN. SSID :XXXXXXXXXXX Coderingssleutel :XXXXXXXXXXX DSG099 Controleer de SSID en de coderingssleutel en noteer ze in de blanco ruimte hieronder. SSID: 9. Druk op [Installatiewizard]. Coderingssleutel: Instellingen configureren via het bedieningspaneel Voordat u de volgende procedure uitvoert, dient u het printerstuurprogramma te installeren volgens de procedure op pagina 5 "Het apparaat aansluiten (USB/netwerk)". De Ethernet-kabel mag niet op het apparaat aangesloten zijn. 1. Controleer of de router (toegangspunt) correct functioneert. 2. Druk op [Instel.]. 3. Druk op [Netwerkinstellingen]. 10. Als er wordt gevraagd een wachtwoord in te voeren, voer dan het wachtwoord in met de cijfertoetsen en druk op [OK]. U kunt een wachtwoord opgeven voor toegang tot het menu [Wi-Fi-configuratie] in [Vergr. beh.toepass.] onder het menu [Beheerderstoepass.]. 11. Druk op de SSID van de router (toegangspunt) uit de lijst met gevonden SSID's. 12. Voer de coderingssleutel met de cijfertoetsen in en druk vervolgens op [Verb.]. Voor de wachtwoordzin kunt u 8 tot 63 ASCII-tekens (0x20-0x7e) of 64 hexadecimale tekens (0-9, A-F, a-f) gebruiken. Voor meer informatie over het controleren van de coderingssleutel, zie "De SSID en coderingssleutel controleren". 13. Controleer het resultaat. De verbinding is tot stand gebracht: "Verbonden met het toegangspunt." wordt weergegeven. De verbinding is niet tot stand gebracht: "Verbinden mt toegangspunt is mislukt." wordt weergegeven. Controleer de configuratie van de router (toegangspunt) en probeer de verbinding opnieuw tot stand te brengen. 14. De configuratie van de Wi-Fi-instellingen is voltooid. 4. Als er wordt gevraagd een wachtwoord in te voeren, voer dan het wachtwoord in met de cijfertoetsen en druk op [OK]. U kunt een wachtwoord opgeven voor toegang tot het menu [Netwerkinstellingen] in [Vergr. beh.toepass.] onder het menu [Beheerderstoepass.]. 7
Eenvoudige installatie via de WPS-knop 9. Druk op [WPS]. Voordat u de volgende procedure uitvoert, dient u het printerstuurprogramma te installeren volgens de procedure op pagina 5 "Het apparaat aansluiten (USB/netwerk)". De Ethernet-kabel mag niet op het apparaat aangesloten zijn. Configureer bij stap 12 t/m 14 elke instelling binnen twee minuten. Het volgende item is nodig om een draadloze verbinding in te stellen. Router (toegangspunt) 1. Controleer of de router (toegangspunt) correct functioneert. 2. Druk op [Instel.]. 10. Als er wordt gevraagd een wachtwoord in te voeren, voer dan het wachtwoord in met de cijfertoetsen en druk op [OK]. U kunt een wachtwoord opgeven voor toegang tot het menu [Wi-Fi-configuratie] in [Vergr. beh.toepass.] onder het menu [Beheerderstoepass.]. 11. Druk op [Drukknop-config.]. 3. Druk op [Netwerkinstellingen]. 12. Druk op [Verb.]. "Wacht 2 minuten a.u.b." wordt weergegeven en het apparaat begint een verbinding te maken via drukknopconfiguratie. 13. Druk binnen twee minuten op de WPS-knop op de router (toegangspunt). WPS 4. Als er wordt gevraagd een wachtwoord in te voeren, voer dan het wachtwoord in met de cijfertoetsen en druk op [OK]. U kunt een wachtwoord opgeven voor toegang tot het menu [Netwerkinstellingen] in [Vergr. beh.toepass.] onder het menu [Beheerderstoepass.]. 5. Druk op [Wi-Fi inschakelen]. 6. Druk op [Inschakelen]. 7. Zet het apparaat uit en weer aan. 8. Druk op het pictogram voor draadloos LAN. CHV607 Voor meer informatie over het gebruik van de WPS-knop, zie de handleidingen voor de router (toegangspunt). 14. Controleer het resultaat. De verbinding is tot stand gebracht: "Verbonden met het toegangspunt." wordt weergegeven. Druk op [OK] om terug te keren naar het scherm dat bij stap 11 is weergegeven. Druk vervolgens op de knop [Home] om naar het startscherm terug te keren. De verbinding is niet tot stand gebracht: "Verbinden mt toegangspunt is mislukt." wordt weergegeven. Druk op [OK] om terug te keren naar het scherm van stap 11. Controleer de configuratie van de router (toegangspunt) en probeer de verbinding opnieuw tot stand te brengen. 15. De configuratie van de Wi-Fi-instellingen is voltooid. 8
Eenvoudige installatie via PIN-code 9. Druk op het pictogram voor draadloos LAN. Voordat u de volgende procedure uitvoert, dient u het printerstuurprogramma te installeren volgens de procedure op pagina 5 "Het apparaat aansluiten (USB/netwerk)". De Ethernet-kabel mag niet op het apparaat aangesloten zijn. Configureer bij stap 15 t/m 17 elke instelling binnen twee minuten. 10. Druk op [WPS]. Als u een verbinding via de PIN-code tot stand wilt brengen, dient u een computer te gebruiken die op de router (toegangspunt) is aangesloten. Het volgende item is nodig om een draadloze verbinding in te stellen: Router (toegangspunt) 1. Controleer of de router (toegangspunt) correct functioneert. 2. Open het configuratiescherm voor de PIN-code (internetpagina) voor de router (toegangspunt) op uw computer. 11. Als er wordt gevraagd een wachtwoord in te voeren, voer dan het wachtwoord in met de cijfertoetsen en druk op [OK]. U kunt een wachtwoord opgeven voor toegang tot het menu [Wi-Fi-configuratie] in [Vergr. beh.toepass.] onder het menu [Beheerderstoepass.]. 12. Druk op [PIN]. 3. Druk op [Instel.]. 13. Controleer de PIN-code. 4. Druk op [Netwerkinstellingen]. Noteer de PIN-code voor het geval u deze later vergeet. 14. Voer de PIN-code van het apparaat (8 cijfers) in op de internetpagina van de router (toegangspunt). Dit is de internetpagina die in stap 2 is geopend. 5. Als er wordt gevraagd een wachtwoord in te voeren, voer dan het wachtwoord in met de cijfertoetsen en druk op [OK]. U kunt een wachtwoord opgeven voor toegang tot het menu [Netwerkinstellingen] in [Vergr. beh.toepass.] onder het menu [Beheerderstoepass.]. 6. Druk op [Wi-Fi inschakelen]. 15. Voer WPS (PIN-systeem) uit vanaf de webpagina van de router (toegangspunt). 7. Druk op [Inschakelen]. 8. Zet het apparaat uit en weer aan. 9
16. Druk op [Verb.]. "Wacht 2 minuten a.u.b." wordt weergegeven en de verbinding met de PIN-methode wordt tot stand gebracht. 17. Controleer het resultaat. De verbinding is tot stand gebracht: "Verbonden met het toegangspunt." wordt weergegeven. Druk op [OK] om terug te keren naar het scherm dat bij stap 12 is weergegeven. Druk vervolgens op de knop [Home] om naar het startscherm terug te keren. De verbinding is niet tot stand gebracht: "Verbinden mt toegangspunt is mislukt." wordt weergegeven. Druk op [OK] om terug te keren naar het scherm van stap 12. Controleer de configuratie van de router (toegangspunt) en probeer de verbinding opnieuw tot stand te brengen. 18. De configuratie van de Wi-Fi-instellingen is voltooid. 3. FAX-instellingen Verbinding Sluit een telefoonlijnkabel aan op LINE. Als u een externe telefoon gebruikt, sluit de telefoon dan aan op TEL. 1 2 DUE041 DUE040 1. Poort voor LINE 2. Poort voor externe telefoon Het telefoonlijntype en verbindingstype van het telefoonnetwerk selecteren 1. Druk op [Instel.]. 4. Druk op [Kies-/pulstoon]. 2. Druk op [Beheerderstoepass.]. 5. Druk op het type telefoonlijn van uw aansluiting. 6. Druk op [PSTN / PBX]. 3. Als er wordt gevraagd een wachtwoord in te voeren, voer dan het wachtwoord in met de cijfertoetsen en druk op [OK]. U kunt een wachtwoord opgeven voor toegang tot het menu [Netwerkinstellingen] in [Vergr. beh.toepass.] onder het menu [Beheerderstoepass.]. 7. Druk op [PSTN] of [PBX]. 8. Druk op de knop [Home] om terug te keren naar het startscherm. 10
Guide to the Machine Paper Specifications and Adding Paper Printing Documents Copying Originals Scanning Originals Sending and Receiving a Fax Configuring the Machine Using the Control Panel Configuring the Machine Using Utilities Maintaining the Machine Troubleshooting Configuring Network Settings Using OS X Appendix For safe and correct use, be sure to read Safety Information before using the machine. Het toegangsnummer voor de externe lijn instellen Als u PBX heeft geselecteerd, volg dan de onderstaande procedure. 1. Druk op [Instel.]. 3. Als er wordt gevraagd een wachtwoord in te voeren, voer dan het wachtwoord in met de cijfertoetsen en druk op [OK]. U kunt een wachtwoord opgeven voor toegang tot het menu [Netwerkinstellingen] in [Vergr. beh.toepass.] onder het menu [Beheerderstoepass.]. 4. Druk op [PBX-toegangsnummer]. 2. Druk op [Beheerderstoepass.]. 5. Voer het toegangsnummer voor de externe lijn in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [OK]. 6. Druk op de knop [Home] om terug te keren naar het startscherm. Basisbewerking voor het versturen van een fax 1. Druk op [Fax]. 2. Voer het faxnummer in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [OK]. 3. Druk op de knop [Zwart-wit starten]. Afhankelijk van de apparaatinstellingen, wordt u mogelijk gevraagd om het faxnummer opnieuw in te voeren als u het faxnummer handmatig heeft ingevoerd. Voer het faxnummer binnen 60 seconden in. Als de faxnummers niet overeenstemmen, keert u terug naar stap 2. 4. Als u het origineel op de glasplaat plaatst en meer originelen wilt scannen, druk dan binnen 60 seconden op [Ja], plaats het volgende origineel op de glasplaat en druk vervolgens op [OK]. Herhaal deze stap totdat alle originelen zijn gescand. 5. Wanneer alle originelen zijn gescand, druk dan op [Nee] om de fax te versturen. Scaninstellingen User s Guide De scannereigenschappen voor de eerste keer gebruiken Voor meer informatie over het opgeven van de initiële scaninstellingen, zie de Gebruikershandleiding op de meegeleverde cdrom of op onze website. 11
Bedieningspaneel 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 DUE128 1 NFC-tag 6 Knop [Zwart-wit starten] 2 Knop [Home] 7 Knop [Aan/uit] 3 Display 8 Indicatielampje fax 4 Cijfertoetsen 9 Waarschuwingsindicatielampje 5 Knop [Wis/Stop] 10 Knop [Kleur starten] Voor een veilig en correct gebruik dient u de Veiligheidsinformatie te lezen voordat u het apparaat gebruikt. 12
Handelsmerk Android is een handelsmerk van Google Inc. ios is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Cisco in de Verenigde Staten en andere landen en wordt onder licentie gebruikt. Wi-Fi, Wi-Fi Direct, Wi-Fi Protected Setup, WPA, Wi-Fi Protected Access, WPA2 en Wi-Fi Protected Access 2 zijn geregistreerde handelsmerken van Wi-Fi Alliance. Linux is een geregistreerd handelsmerk van Linus Torvalds in de Verenigde Staten en andere landen. Mac OS is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Apple Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. Microsoft, Windows, Windows Server en Windows Vista zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen/regio's. Red Hat en Red Hat Enterprise Linux zijn handelsmerken van Red Hat, Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. SUSE is een geregistreerd handelsmerk van SUSE Linux AG. SUSE en opensuse zijn geregistreerde handelsmerken van Novell, Inc. Ubuntu en Canonical zijn geregistreerde handelsmerken van Canonical Ltd. Andere in deze handleiding gebruikte productnamen zijn alleen voor identificatiedoeleinden bedoeld en kunnen eventueel handelsmerken zijn van de respectieve fabrikanten. We bezitten geen rechten op deze merken. Alle schermafbeeldingen van Microsoft-producten zijn met toestemming van Microsoft Corporation overgenomen. 2017
NL NL M0AX-8664