PLATTELANDSBELEID IN DE VLAAMSE PROVINCIES INLEIDING

Vergelijkbare documenten
PDPO III werkt mee aan een fraai platteland Erik Verhaert Diensthoofd Plattelandsbeleid Vlaamse Landmaatschappij

1. Wat is uw reactie op het bericht Europese landbouwsubsidies naar kerken en sjoelclubs? 1)

nr. 537 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 9 maart 2015 aan JOKE SCHAUVLIEGE Plattelandsontwikkeling - Leadergebieden

PDPO II: TERUGBLIK EN STAND VAN ZAKEN. Jules Van Liefferinge 07/11/2013

Wat doen de provincies inzake platteland?

POP En de relatie met Natura 2000

Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling

Infomoment Plattelandsprojecten Waasland. 18 februari 2019

Overige Europese (Co)Financieringsfondsen. EC 2,1 miljard euro periode België 4 miljoen Euro 2007

Europese verordening inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO)

Het beleid voor Plattelandsontwikkeling na 2013

Het plattelandsbeleid in Vlaanderen gedachtewisseling in de Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid. Brussel, 10 maart 2010

Toelichting bij het Rapport bij de Nationale Verklaring 2019

Voorstel Beleidskeuzes Landbouw & Platteland

COHESIEBELEID

Deel 1 : Ontvankelijkheidscriteria PDPO III MR OKW- SW (enkel voor de plattelandscoördinator en beheersdienst)

Voor een optimale gebiedsgerichte plattelandswerking in PDPO III

Thema 1:Landbouw- en natuureducatie

Europese subsidies voor de Sociale Economie

Gebiedsgericht plattelandsbeleid met Leader. Méér focus leggen of mag het breed? 11 mei 2012

INTERBESTUURLIJKE SAMENWERKING JURIDISCHE WENSDROOM OF RECHTSILLUSIE? WERKGROEP WELZIJN 7 februari 2014

Plattelandssubsidies voor dummies. 27/03/18 LAB Platteland Merksplas Kolonie

Verslag. over het Europees plattelandsontwikkelingsbeleid. Gebiedsgerichte werking in de Vlaamse provincies. van het Rekenhof

POP-3. Plattelands Ontwikkelings Programma Informatiebijeenkomst Europese Fondsen november 2014 POP3

Betreft: draagwijdte van het machtigingsbesluit van de provincies (RN/IP/2007/002) Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

PDPO III werkt mee aan een fraai platteland

Europa wil slim, duurzaam en inclusief

Er is mij gevraagd om vandaag het Vlaamse plattelandsbeleid nader toe te lichten.

De VLM, uw partner in de open ruimte. Pag.1

Europese subsidies voor de Sociale Economie. Kader en functioneren van Europese subsidies

Thema beleid en beheer: mogelijkheden binnen PDPO III

COHESIEBELEID

VVP - STANDPUNT GROENBOEK TERRITORIALE COHESIE

Deel 1 : Ontvankelijkheidscriteria P+(enkel voor de plattelandscoördinator en beheersdienst)

Gerard Meijers Provincie Drenthe Strategie LEADER

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Voor de belangrijkste bevindingen van de Algemene Rekenkamer verwijzen wij naar ons Rapport bij de Nationale verklaring 2016.

GLB na 2020 Pijler II

Buitengewoon beleefbaar

Bouwstenen voor een omgevingsvisie van een plattelandsgemeente

EUROPA IN WEST VLAANDEREN ( )

Bruggenbouwer op het platteland. De Vlaamse Landmaatschappij

De Vlaamse Landmaatschappij

voor Plattelandsontwikkeling Jules van Liefferinge

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Landbouwdiensten en beleid. Hoe zijn deze diensten op vandaag georganiseerd in Vlaanderen?

KANSEN VOOR TOERISME EN RECREATIE BIJ HERZIENING GLB

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

Van projectidee naar aanvraag

Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland Besluitvormend

Vlaams Plattelandsbeleid en mobiliteit. Frans Pauwels en Peter Vleugels Vlaamse Landmaatschappij

DE PROVINCIE ALS COÖRDINATOR FIETSBELEID

Vlaams-Brabant groeit slim, duurzaam en inclusief in Europa Vlaams-Brabant en Europese programma s

Buitengoed, Goed Buiten

Toelichting bij het Rapport bij de Nationale verklaring 2017

PLANNINGSDOCUMENT Werkjaar 2011

Advies. aan de Vlaamse administratie van 24 maart inzake een duurzame strategie voor plattelandsontwikkeling

HET PAARD IN VLM-PLATTELANDSONTWIKKELING. Frank Stubbe Diensthoofd Ontwikkeling Vlaamse Landmaatschappij (VLM)

Samen werken aan het Antwerps platteland SUBSIDIEWIJZER PLATTELAND

Wat doen de provincies inzake water?

De Europese programma s

Toelichting bij het Rapport bij de Nationale verklaring 2018

ADVIES OVER HET VOORONTWERP VAN DECREET TOT BEVORDERING VAN EEN DUURZAME LANDBOUW IN VLAANDEREN

Uitvoering van LEADER PROJECTEN binnen POP Minimaal budget; maximale creativiteit

Info- en Netwerkmoment LEADER Meetjesland. 25 februari 2019 SOCK Kaprijke

Midterm evaluatie van LEADER+ Vlaanderen

Gelet op het decreet van 8 december 2000 houdende diverse bepalingen, artikel 4;

24/02/2016 DENDERLAND STRATEGISCH PROJECT TER UITVOERING VAN HET RSV 01/10/ /09/2018 KERNGROEP 25/02/2016 BORIS SNAUWAERT

Ruraal erfgoed: knelpunten en kansen

Wat doen de provincies inzake landbouw?

ONDERNEMERSCHAP IN DE LANDBOUW. Agentschap voor Landbouw en Visserij

Attractie- barometer

WERKDOCUMENT. NL In verscheidenheid verenigd NL

Vlaanderen. is open ruimte. Eindevaluatie. Gebiedsgerichte werking in PDPO II ( ) VLAAMSE LAND MAATSCHAPPIJ

Duurzaamheid en de ster binnen het project Sterk met Melk

VR DOC.1027/2

Dr. Koenraad De Ceuninck Centrum voor lokale politiek Universiteit Gent

Monitoring en evaluatie van het programma voor

Het Meetjesland. Een regio met ontwikkelingsachterstand?

nr. 905 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 15 september 2016 aan JOKE SCHAUVLIEGE Hoeveproducten - Ondersteuning

Europese Structuurfondsen Betty De Wachter

Antwoorden op de adviezen van de Strategische Adviesraden: de Mina-raad, de SALV, de VLABEST en de SARO

Voorjaarsdag voor Leadercoo rdinatoren: LEADER 2.0.

LEADER in POP3. Voorlichting over achtergronden, eisen en procedures? Met deze informatie kunt alvast aan de slag* Ochtend programma

INTERREG IV A 2 Zeeën Programma

HUISHOUDELIJK REGLEMENT INTERSECTORAAL REGIONAAL OVERLEG JEUGDHULP WEST-VLAANDEREN

Doelstellingenrealisatie Europa Raadscommissie

Herbruik van hoeves DE UITDAGING IN BEELD ANNA VERHOEVE

ontvangstdatum en paraaf thema en subthema

Advies. Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid

gemeenteraad Besluit Onderwerp: Projectovereenkomst EFRO - Technische Bijstand Goedkeuring

Help de wereld aan water! HidroPlus

Help de wereld aan water! WATER ZONDER GRENZEN

vzw Kempens Landschap

PLANNINGSDOCUMENT. Werkjaar 2013

vooruitgang met financieringsinstrumenten vanuit ESI-fondsen Het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling Financieringsinstrumenten

Projectoproep- en selectieprocedure

Vlaams plattelandsbeleidsplan Actieprogramma

nr. 919 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 3 augustus 2017 aan JOKE SCHAUVLIEGE Landbouwbedrijven - Opstart, stopzetting, overname

5 minuten versie voor Provinciale Staten

Transcriptie:

PLATTELANDSBELEID IN DE VLAAMSE PROVINCIES INLEIDING Plattelandsbeleid als een instrument voor beleidsvoering is recent ontstaan onder impulsen van het Europese beleid. Het Europese landbouwbeleid (GLB) stamt uit de jaren zestig en was in eerste instantie een markt en prijsbeleid, dat in 1972 werd aangevuld met een structuurbeleid. Vanuit de sterke landbouwimpuls was dit structuurbeleid onder andere gericht op een beleid voor gebieden met een natuurlijke handicap (de zogenaamde Less Favoured Areas). De landbouw in gebieden met leegloop werd ondersteund. Hoewel in eerste instantie deze maatregelen gericht waren op de armere lidstaten, werd deze logica in een later stadium ook op een aantal gebieden van Vlaanderen van toepassing. Het regionale beleid, meer bepaald het structuurfonds doelstelling 5b en de communautaire fondsen Interreg en Leader heeft zich vanaf de jaren negentig ontwikkeld tot een expliciet op het landelijk gebied gericht beleid. Ze beoogden de bevordering van de plattelandsontwikkeling door het vergemakkelijken van de ontwikkeling en structurele aanpassing van plattelandszones die als zodanig geklasseerd zijn omwille van hun laag socio economisch ontwikkelingsniveau, een belangrijke aanwezigheid van de landbouwsector en een kleine bevolkingsdichtheid. De regio s die door Europa werden geselecteerd in Vlaanderen waren de Westhoek, het Meetjesland, een stuk van de Antwerpse Kempen en een aanzienlijk deel van de provincie Limburg. De uitvoering van dit programma lag bij de diverse provinciale overheden. Het spreekt voor zich dat de toepassing van 5b, Interreg en Leader fondsen voor aanzienlijke dynamiek hebben gezorgd. In 2000 werd dit Europese beleid grondig herschikt ten behoeve van een nieuwe programmaperiode 2000 2006. Enerzijds werden de structuurfondsen geheroriënteerd, waarbij de nadruk meer kwam te liggen op economische ontwikkeling en tewerkstelling. Het 5b programma werd doelstelling 2, en enkel nog van toepassing op een stuk van de provincie Limburg en de kust. De nadruk lag vooral op economische reconversie. De voormalige 5b gebieden kregen een uitstapregeling, het zogenaamde 5bphasing out. Interreg en Leader bleven wel behouden. De belangrijkste wijziging in 2000 was echter de oprichting van een eigenstandige plek voor het plattelandsbeleid, als tweede pijler van het GLB, naast het markt en prijsbeleid. De sectorale invalshoek landbouw verbreedde zich tot een territoriale invalshoek gericht op beheer en ontwikkeling van het landelijk gebied. Het werd aan de lidstaten overgelaten om een integraal plattelandsbeleid te maken. Vlaanderen koos ervoor om vooral een structuurverbetering van de primaire sector te realiseren (via het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds), milieuvriendelijke beheersmaatregelen te introduceren en een klein aandeel (ongeveer 6% van de middelen) te investeren in integraal plattelandsbeleid. Het is dit onderdeel, hoofdstuk 9.3.9 van het Vlaamse programma voor plattelandsontwikkeling (PDPO), dat werd toevertrouwd aan de provincies. Samengevat kan gesteld worden dat het plattelandsbeleid van de Vlaamse provincies ontstond dankzij diverse Europese impulsen. De provinciale overheden zorgen voor de realisaties op het terrein en ook de afstemming tussen de verschillende fondsen doelstelling 5b phasing out, Interreg, Leader en PDPO. VVP elektronisch handboek provinciaal beleid Plattelandsbeleid Inleiding 1

Dit resulteerde in de bewustwording dat de integrale aanpak van een aantal problemen via een specifieke plattelandsaanpak echt een meerwaarde betekend. Vanaf 1 januari 2007 startte een nieuwe Europese programmaperiode. De verschillende fondsen werden opnieuw geherstructureerd. Het PDPO kreeg wel een uitbreiding en een nieuwe structuur zodat we nu spreken van as 3 (vroeger hoofdstuk 9.3.9) en as 4 (vroeger Leader). De uitvoering van deze beide assen ligt bij de provincies en dit betekend dan ook het zwaartepunt van het provinciale plattelandsbeleid. Dit artikel gaat vooral in op deze ontwikkelingen. 1. Taakstelling van het provinciaal plattelandsbeleid Een duidelijke taakstelling en de afspraken tussen provincies en andere overheden zijn van groot belang. Als kapstok voor het algemene provinciale beleid geeft het provinciedecreet 1 volgende richtlijnen. De provinciale taken moeten gericht zijn op: bovenlokale taakbehartiging, die het lokale gemeentelijk belang overstijgen én specifiek gericht zijn op de streek, ondersteunende taken op verzoek van andere overheden, het nemen van initiatieven met het oog op gebiedsgerichte samenwerking tussen besturen in een regio. Om dit vervolgens specifiek op het plattelandsbeleid toe te passen, zijn er in het afgelopen kerntakendebat 2 afspraken gemaakt over de taakomschrijvingen van de bestuursniveaus. In concreto hebben de provincies volgende taakstelling inzake plattelandsbeleid: Het geïntegreerde plattelandsbeleid (naar analogie van hoofdstuk 9.3.9, dus nu as 3, van het PDPO) wordt uitgevoerd via een gebiedsgerichte werking binnen een aanpak van provincies en lokale besturen samen. De provincies zijn verantwoordelijk voor de opmaak van provinciale plattelandsontwikkelingsplannen, die passen binnen het beleidskader dat Vlaanderen heeft uitgewerkt als PDPO. De provincies, de lokale besturen en de Vlaamse overheid dienen ook in consensus te beslissen omtrent de inzet van de toegewezen Vlaamse, Provinciale en Europese middelen voor het realiseren van de diverse gebiedsgerichte projecten binnen de provinciale ontwikkelingsplannen. De provinciale plattelandsloketten zorgen voor ondersteuning en aansturing. Inzake het Europese programma Leader zorgen de provincies voor coördinatie en een ondersteunende rol. 1 Provinciedecreet, 30 november 2005. 2 Bestuursakkoord tussen het Vlaams, het provinciaal en het lokaal bestuursniveau omtrent een effectief en burgergericht overheidsbestuur in Vlaanderen, 25 april 2003. VVP elektronisch handboek provinciaal beleid Plattelandsbeleid Inleiding 2

2. Gebiedsgericht plattelandsbeleid in uitvoering van EU regelgeving Zoals in de inleiding werd aangegeven, situeert het plattelandsbeleid zich vanuit het Europees niveau, dat vervolgens door Vlaanderen wordt ingevuld, en tot slot door de provincies op het terrein wordt aangestuurd. Dit is een uitgebreide beslissingstructuur, waarbij de provincies zich dienen te houden aan de spelregels van de Europese verordening 1698/2005 inzake de steun voor plattelandsontwikkeling 3 én aan het Vlaamse Programmeringsdocument voor Plattelandsontwikkeling (PDPO) 2007 2013 4. In het kader dat Europa heeft uitgewerkt zijn er 4 assen. De eerste as verbetering van het concurrentievermogen van de land en bosbouwsector werd door Vlaanderen ingevuld via maatregelen binnen het Vlaams landbouwinvesteringsfonds. De tweede as verbetering van het milieu en het platteland betreft eveneens steun voor landbouwers. Het betreft een groot aantal maatregelen in het kader van beheersovereenkomsten. De maatregelen binnen de derde en de vierde as werden door Vlaanderen al volgt gedefinieerd binnen het Europese kader van leefkwaliteit op het platteland en diversificatie van de plattelandseconomie : Diversificatie van landbouwactiviteiten naar niet agrarische activiteiten o Investeringen in landbouwbedrijven Gebiedsgerichte werking o Bevordering van toeristische activiteiten o Basisvoorzieningen voor plattelandseconomie en bevolking o Dorpskernvernieuwing o Instandhouding en opwaardering van landelijk erfgoed o Intermediaire dienstverlening In het Vlaamse PDPO werd beslist dat het onderdeel diversificatie door Vlaanderen wordt uitgevoerd, en het onderdeel gebiedsgerichte werking door de provincies. De beheersdienst op Vlaams niveau is de Vlaamse Landmaatschappij. Er werd tevens beslist dat Leader initiatieven kaderen binnen de maatregelen van as 3 en gebiedsgericht worden uitgevoerd. De maatregelen onder gebiedsgerichte werking kunnen op twee manieren worden uitgevoerd: via provinciale plattelandsprojecten of via de Leader methodiek. Hoewel het dus inhoudelijk over dezelfde maatregelen gaat, zijn er twee methodes om die doelstellingen te bereiken. We omschrijven de werking ervan hieronder. 2.1. Provinciale plattelandsprojecten Tijdens de vorige programmaperiode (2000 2006) werd voor hoofdstuk 9.3.9. van het PDPO uitdrukkelijk gekozen voor de coördinerende rol van het provinciale bestuursniveau voor de uitvoering van het gebiedsgerichte plattelandsbeleid. Ook in de nieuwe programmaperiode is dit het geval. De concrete uitvoering gebeurt door een projectwerking, waarbij de projecten passen binnen het provinciale plattelandsontwikkelingsplan. Een provinciaal plattelandsontwikkelingsplan zorgt voor een specifieke, gebiedsgerichte vertaling van de maatregelen die Vlaanderen heeft voorop gesteld, en is dus het referentiekader voor de beoordeling van projecten. 3 Verordering nr. 1698/2005 van de raad van 20 september 2005 inzake de steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) 4 Het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling: periode 2007 2013 werd goedgekeurd op 24 oktober 2007 door de Europese commissie. VVP elektronisch handboek provinciaal beleid Plattelandsbeleid Inleiding 3

De dagelijkse opvolging van deze projectwerking gebeurt door de provinciale plattelandsloketten. De besluitvorming inzake provinciale plattelandsprojecten wordt bij het provinciaal managementcomité gelegd. Het provinciaal managementcomité (PMC) lanceert projectoproepen en kan projecten toewijzen. De Technische Werkgroep (TW) adviseert het PMC. 2.2. Leader Als nevenactiviteit van het structuurfonds doelstelling 5b ging Europa in de jaren 90 van start met het initiatief Leader (Liaisons entre Actions de Développement de l Economie Rurale). De programma s Leader I, Leader II en Leader+ gaven aanleiding tot een specifieke methodiek. Deze methode kende succes en wordt voor de volgende periode 2007 2013 geïntegreerd binnen PDPO. Deze integratie heeft belangrijke gevolgen. Het huidige Leader+ programma loopt nog tot 2008 in de regio s Meetjesland, Pajottenland, Brugs Ommeland, Midden Maasland en de Antwerpse Kempen. Vanaf 2008 behoort Leader tot het onderdeel gebiedsgerichte werking van het PDPO, en zal ze ook onder diezelfde beslissing en financieringsstructuur vallen. De specifieke aanpak van Leader is het werken via een bottom up benadering. Leader wil plattelandsactoren aanzetten om na te denken over het potentieel van hun gebied en hen ondersteunen in de realisatie van geïntegreerde en innovatieve projecten. Het is opgebouwd rond drie onderdelen: gebiedsgebonden, geïntegreerde strategieën voor plattelandsontwikkeling met een experimenteel karakter. Binnen dit onderdeel wordt steun gegeven aan gebieden die een geïntegreerde ontwikkelingsstrategie wensen uit te voeren vanuit een representatief partnerschap en toegespitst op een thema dat kenmerkend is voor de identiteit van het betrokken gebied. samenwerking tussen plattelandsgebieden netwerkvorming Op het terrein worden dus plaatselijke groepen (PG) gevormd die bestaan uit de verschillende actoren actief in een gebied. Deze actoren zijn naast de provincie en betrokken gemeenten, de verenigingen werkzaam in zowel economische, ecologische, sociale en culturele sectoren. Deze PG s werken gezamenlijk een ontwikkelingsplan uit voor hun gebied. De provincies staan in deze beginfase in voor de organisatie en coördinatie van deze samenwerking. Dit ontwikkelingsplan wordt vervolgens, net zoals bij de provinciale projecten, ingediend bij het provinciaal managementcomité. Na een eventuele goedkeuring van dat plan krijgt de PG een budget om de acties uit de ontwikkelingsplan te realiseren, alsook te investeren in samenwerking en netwerking. Elke provincie zou vanaf 2008 mogelijks twee Leader gebieden kunnen omvatten. Net zoals bij de projectwerking dragen zowel Vlaanderen, Europa als de provincie hierin bij. 2.3. Schematisch overzicht Onderstaande figuur geeft de beslissingstructuur van het tweesporenbeleid warmee de Vlaamse provincies het gebiedsgerichte plattelandsbeleid op het terrein willen vertalen. Links staat de procedure voor de provinciale plattelandsprojecten die jaarlijks wordt hernomen. Rechts staat de procedure voor de goedkeuring van de plaatselijke groepen (PG) die instaan voor de Leader werking. Deze procedure gebeurt slechts 1 maal per programmaperiode. De goedkeuring van de PG s is dus van toepassing voor de volledige zeven jaar. VVP elektronisch handboek provinciaal beleid Plattelandsbeleid Inleiding 4

3. Integraal Plattelandsbeleid Het provinciaal plattelandsbeleid werkt eigenlijk over de beleidsdomeinen heen. Uitgaande van een gebiedsgerichte benadering en het integraal aanpakken van verschillende problemen zou je kunnen stellen dat het plattelandsbeleid gevormd wordt door een samenspel van de verschillende beleidsdomeinen en overheden. De ervaring leert dat dit slechts gedeeltelijk correct is, en integraal werken helemaal niet zo eenvoudig is. De integratie van de verschillende initiatieven binnen een plattelandscontext is een hele uitdaging, en vereist toch een aantal instrumenten om dit waar te maken. Om daarop in te spelen hebben de provincies beleidsinstrumenten ontwikkeld die het integraal werken moeten stimuleren. In de toekomst zullen een aantal van deze beleidsinstrumenten zoals de Kwaliteitskamers en het Interbestuurlijk Plattelandsoverleg ook in het elektronisch handboek worden vervat. Meer info kan u verkrijgen bij Jeroen Mercy, VVP stafmedewerker Landbouw, Water en Plattelandsbeleid. Jeroen.Mercy@vlaamseprovincies.be VVP elektronisch handboek provinciaal beleid Plattelandsbeleid Inleiding 5