Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2010 117.145 inwoners. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden en is gebaseerd op kerncijfers uit de Gemeentelijke Basis Administratie zoals aantal inwoners, sekse, leeftijd en etniciteit en sociaal demografische vragen die gesteld zijn in de Stadsenquête zelf, zoals opleiding, werk en inkomen. Vragenlijst A1 A2 A4 Wat is uw leeftijd? jaar Huishoudsamenstelling: Alleenstaand Twee personen Gezin met thuiswonende kinderen Alleenstaande ouder met thuiswonende kinderen tot 18 jaar Anders, nl Wat is de hoogste schoolopleiding die u met een diploma heeft afgerond? Geen onderwijs (lager onderwijs niet afgemaakt) Basisonderwijs (lagere school) Lager beroepsonderwijs (LBO, LTS, LEAO, VBO, IVBO, VMBO behalve theoretische leerweg, huishoudschool, ambachtsschool, praktijkonderwijs, etc.) VMBO theoretische leerweg (MAVO, MULO-A) MBO niveau 1 of 2 (voorheen KMBO, leerlingwezen,, cursorisch beroepsonderwijs MBO niveau 3 of 4 (Middelbaar beroeps onderwijs (voorheen: MBO, MEAO, MTS, verpleegster, etc.) HAVO/VWO (vroegere MULO-B, HBS, MMS, Gymnasium) HBO (HTS, HEAO, HLS, KMA, PABO, etc.) Wetenschappelijk onderwijs (Universiteit) Anders, nl. A5 Verricht u betaalde werkzaamheden? Nee, ik verricht geen betaalde werkzaamheden Ja, 1-12 uur per week Ja, 12 uur of meer per week Voor jongeren tot 25 jaar A5A Ben je nog voltijds schoolgaand/studerend? Ja Nee A6 In welke klasse valt het gezamenlijk netto (= schoon) inkomen van uw huishouden? (Uitkeringen, pensioengelden, alimentatie en dergelijke zijn ook inkomen. Niet meegerekend worden: vakantiegeld, kinderbijslag en huursubsidie.) Euro 850 851-1201 Euro 1.201-1.450 Euro 1.451-1.750 Euro 1.751-2.150 Euro 2.151-2.650 Euro 2.651-3.200 Euro 3.201-4.000 Euro > 4000 Euro Geen antwoord A7 Bent u of is één van uw ouders buiten Nederland geboren? Nee Ja Wie (meerdere antwoorden mogelijk)? Uzelf, in: Moeder, in: Vader, in: Geen antwoord A10 Postcode: A11 Sekse: Man/Vrouw 1
Uitkomsten In dit hoofdstuk wordt een profiel van de inwoners van Leiden gegeven, gebaseerd op kerncijfers van de eenheid BOA (Beleidsonderzoek en Analyse) van de afdeling Strategie en Onderzoek en de Stadsenquête 2010. Deze laatste cijfers zijn gebaseerd op 3.949 respondenten. Immers de algemene vragen zijn in alle deelenquêtes aan de respondenten gesteld. In dit hoofdstuk komt een grote verscheidenheid aan algemene onderwerpen aan de orde, te weten het aantal inwoners, de stadsdelen en districten, de bevolking naar sekse en leeftijd, de huishoudsamenstelling, etniciteit, opleidingsniveau, betaald werk en het huishoudinkomen. 2.1 Aantal inwoners Leiden Leiden heeft op 1 januari 2010 117.145 inwoners. Dit is vrijwel gelijk aan tien jaar geleden toen dit 117.249 was. Tabel 2.1: Aantal inwoners Leiden Inwoners 2000 117.249 2001 117.031 2002 117.183 2003 117.732 2004 118.745 2005 118.598 2006 118.070 2007 117.492 2008 116.891 2009 116.818 2010 117.145 Bron: GBA Leiden, stand per 1 januari 2.2 Districten Leiden bestaat uit vier stadsdelen (Midden, Noord, Zuid en West) en tien districten. In de bijlage van dit rapport is een kaart van Leiden opgenomen. Onderstaande grafiek geeft de grootte van de districten naar het aantal inwoners. Het Bos- en Gasthuisdistrict en het Roodenburgerdistrict zijn veruit het grootst. Vergeleken met tien jaar geleden zijn deze twee districten ook het meest gegroeid. Grafiek 2.2: Aantal inwoners per district, 2000-2010 Binnenstad-Zuid 7.962 Binnenstad-Noord 14.658 Stationsdistrict 1.918 Leiden Noord 12.773 Roodenburgerdistrict Bos- en Gasthuisdistrict Morsdistrict 10.431 19.836 19.334 Boerhaavedistrict 3.788 Merenw ijkdistrict Stevenshofdistrict 11.967 14.478 2010 2000 Bron: GBA Leiden, stand per 1 januari 2
2.3 Sekse en leeftijd Van alle inwoners van Leiden is 49% man en 51% vrouw. Onderstaande grafiek geeft de leeftijdsverdeling van de bevolking en vergelijkt deze met tien jaar geleden. In de Stadsenquête zijn inwoners ondervraagd van 18-80 jaar. In de afgelopen tien jaren is de bevolking in Leiden ouder geworden, de gemiddelde leeftijd steeg van 36,2 naar 37,8 jaar. Onderstaande grafiek laat zien dat met name het aantal inwoners die begin 2010 tussen de 55 en 64 jaar zijn (= de kop van de na-oorlogse geboortegolf) is toegenomen. Grafiek 2.3 Verandering in leeftijdsopbouw Leidse bevolking, 2000-2010 12.000 10.000 2000 2010 8.000 6.000 4.000 2.000 0 0-4 5-9 10-14 15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70-74 75-79 80-84 85-89 90-94 95+ Bron: GBA Leiden, stand per 1 januari 2.4 Huishoudensamenstelling Van de volwassen Leidenaren is twee op de tien alleenstaand, ruim eenderde woont met z n tweeën en bijna de helft woont in een gezin met kinderen. Tabel 2.4: Huishoudensamenstelling inwoners 18-80 jaar 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Alleenstaand 20% 20% 21% 20% 19% 21% 20% 19% 18% 20% Twee volwassenen 39% 38% 38% 36% 36% 33% 36% 37% 36% 36% Gezin met k dren (incl. eenouder) 42% 43% 41% 44% 45% 46% 44% 44% 46% 44% Bron: Stadsenquête Leiden 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 3
2.5 Herkomst naar geboorteland Ruim een kwart van de bevolking van Leiden is van allochtone afkomst. Dit betekent dat minstens één van hun ouders in het buitenland is geboren; als ze zelf ook in het buitenland zijn geboren is het een allochtoon van de 1 e generatie anders van de 2 e generatie. Vergeleken met tien jaar geleden is het aantal Leidenaren van autochtone afkomst licht afgenomen en dat van allochtone afkomst toegenomen. Grafiek 2.5: Buitenlandse herkomst van de inwoners Leiden, alle Leidenaren, 2000-2010 Nederland 84.952 Marokko 5.130 Turkije 2.210 Suriname 1.928 Aruba/Nederlandse Antillen 1.296 Overige niet-w esterse landen Westerse landen 6.859 14.770 2010 2000 Bron: GBA, stand 1 januari 2.6 Opleiding Onderstaande tabel geeft het opleidingsniveau van de Leidenaren van 18 tot 80 jaar. In deze paragraaf is het opleidingsniveau ingedeeld in vier groepen: lager onderwijs I, lager onderwijs II, middelbaar onderwijs en hoger onderwijs. In de rapportage zijn de eerste twee groepen samengevoegd, zodat daar drie groepen worden onderscheiden. Relatief wonen de meeste volwassen Leidenaren met een hogere opleiding in de Binnenstad, Roodenburgerdistrict en Merenwijk terwijl in Leiden Noord relatief vaker burgers met een lagere opleiding wonen. Tabel 2.6: Opleidingsniveau Leidenaren 18-80 jaar 02-03 04-05 06-07 08-09 2010 1. Lager onderwijs I: Geen onderwijs 1% 1% 1% 2% 1% Basisonderwijs 4% 4% 3% 3% 2% 2. Lager onderwijs II: Lager beroepsonderwijs 12% 10% 9% 10% 9% VMBO (MAVO, MULO-A) 10% 9% 10% 9% 8% 3. Middelbaar onderwijs MBO 17% 16% 15% 15% 14% HAVO/VWO 16% 14% 16% 13% 13% 4. Hoger onderwijs: HBO 20% 22% 21% 22% 21% Bron: Stadsenquête Leiden Wetenschappelijk onderwijs 24% 26% 27% 28% 31% 100% 100% 100% 100% 100% 4
2.7 Verdeling beroepsbevolking De bevolking van 15-64 jaar wordt ook wel de potentiële beroepsbevolking genoemd. De potentiële beroepsbevolking bestaat uit circa 85.400 Leidenaren. In de Stadsenquête worden alleen Leidenaren van 18 jaar en ouder ondervraagd, dus voor een vergelijking is een lichte correctie nodig. De netto participatiegraad geeft het percentage van de beroepsbevolking dat minimaal 12 uur per week betaald werk verricht. In onderstaande tabel is te zien dat deze voor de Leidse beroepsbevolking van 18-64 jaar op circa 72%-74% ligt. De participatiegraad verschilt per leeftijdscategorie. Bij jongeren tot 25 jaar en 50-plussers ligt de participatiegraad gemiddeld genomen wat lager en bij mensen van middelbare leeftijd hoger. Tabel 2.7: Netto participatiegraad Leidse beroepsbevolking 18-64 jaar 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Ja, ik heb betaald werk van 12 uur of meer 74% 73% 72% 73% 72% 73% 72% Nee, ik verricht 1-11 uur betaalde werkzaamheden 4% 4% 4% 2% 3% 3% 3% Nee, ik verricht geen betaalde werkzaamheden 16% 16% 17% 17% 18% 18% 17% Ben nog student/ scholier (evt met werkzaamheden) 5% 6% 7% 8% 6% 7% 8% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Bron: Stadsenquête Leiden 2.8 Huishoudinkomen Leidenaren is gevraagd naar het gezamenlijk netto (=schoon) maandinkomen van het huishouden. Hierbij worden uitkeringen, pensioengelden, alimentatie en dergelijke als inkomen gezien. Vakantiegeld, kinderbijslag en huursubsidie worden niet meegerekend. Bijna één op de tien huishoudens heeft een maandinkomen van 1.200 euro of minder, ruim de helft van 1.201-3.200 euro en bijna vier op de tien een inkomen van meer dan 3.200 euro. Tabel 2.8a: Netto huishoudinkomen per maand (twee jaarlijks) Indeling t/m 2007 Indeling vanaf 2008 03-04 05-06 07-08 09-10 1.130 euro 1.200 euro 10% 11% 8% 8% 1.131-2.000 euro 1.201-2.150 euro 27% 29% 28% 27% 2.001-3.000 euro 2.151-3.200 euro 30% 27% 26% 27% 3.001 3.750 euro 3.201 4.000 euro 16% 16% 33% 33% > 3.750 euro > 4.000 euro 22% 22% 100% 100% 100% 100% 5
In het onderzoek is de respondent gevraagd in welke van 8 inkomensklassen hun netto huishoudinkomen valt. Als van deze inkomens de klassenmiddens worden genomen, kan een gemiddeld huishoudinkomen worden geschat. Gemiddeld over 09-10 wordt dit geschat op 2.710 euro netto per maand. Vergeleken met de periode 07-08 is dit een toename van 4%. Dit is globaal conform het landelijk gemiddelde 1. Tabel 2.8b: Schatting gemiddeld netto huishoudinkomen (twee jaarlijks gemiddelde) en ontwikkeling inkomen 09-10 tov 07-08 05-06 07-08 09-10 Δ 09-10 vs 07-08 Gemiddeld Leiden 2.395 2.615 2.710 4% Stadsdeel Midden 2.238 2.510 2.610 4% Noord 2.475 2.678 2.805 5% Zuid 2.438 2.700 2.800 4% West 2.425 2.553 2.660 4% Huishoudsamenstelling Alleenstaand (< 40 jaar) 1.638 1.810 1.915 6% Twee personen (< 40 jaar) 2.613 2.950 3.030 3% Gezin 2.650 2.910 3.025 4% Twee personen (> 40 jaar) 2.425 2.625 2.745 5% Alleenstaand (> 40 jaar) 1.713 1.750 1.870 7% Opleiding Lager 1.700 1.813 1.900 5% Middelbaar 2.150 2.375 2.430 2% Hoger 2.875 3.148 3.195 2% 1 Berekeningen met behulp van CPB-reeksen geven een toename van het brutoloon marktsector in 09 en 10 tezamen van 4,5% 6