De kleine wildebras. Th. Storm. Magda Stomps. Zie voor verantwoording:

Vergelijkbare documenten
Verloren grond. Murat Isik. in makkelijke taal

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.

Ankie. het meisje uit de bossen van Karoetsja. Antoon Kersten ooit geschreven voor zijn kleindochter Karin. blad 1

2

De eekhoorn kon niet slapen. Hij liep van zijn deur om zijn tafel heen naar zijn kast, bleef daar even staan, aarzelde of hij de kast zou opendoen,

Edward van de Vendel Toen kwam Sam. Met tekeningen van Philip Hopman

Verhaal: Jozef en Maria

Niemand op mijn kerstfeest

Kinderkerstfeest van de Kindernevendienst 26 december Kerstverhaal

Het verhaal van de schepping (Genesis 1 en 2)


Liedbijlage. Groepen 1-3. Cd Pyramide 2008-I, track 66. Groepen 3-4. Cd Pyramide 2008-I, track 67

De gebroeders Leeuwenhart

Fidel en zijn kameraadjes

Het raam achter het gordijn stond op een kier. Uit de nacht kwamen geluiden de kamer van Dolfje binnen. Tsjirpende krekels, brullende kikkers,

Voor Cootje. de vuurtoren

1 Kussen over mijn hoofd

"Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5"

Poëzie in Het Kruispunt

De wind maakt grapjes

Toen ze buiten stond, knipperde Sabien met haar ogen. Overal zag ze sneeuw en ijs, zelfs op de vijver en op de heuvel.

Makkers en rakkers. Nel Ooievaar. bron Nel Ooievaar, Makkers en rakkers. 'De Vliegende Hollander', Utrecht ca dbnl

De redding van Zacheüs Meditatie ds. Gerard Rinsma zondag 30 oktober e zondag na Trinitatis

De brug van Adri. Rollen: Verteller Martje Adri Wim

Er was eens een meisje dat zich heel alleen voelde. Haar naam was Sterre. Ze hield van lezen, maar ze had maar één boek:

Orde van dienst Hervormde Gemeente te Sellingen

Bart Moeyaert. Blote handen

Voor Indigo en Nhimo Papahoorjeme_bw.indd :02

Een mooie dag; een indianenverhaal. Daphne de Bruin 2010

December, wintermaand

Johanna Kruit. Gedichten, geïnspireerd door bomen. Geheimen

Toen ze opkeek, zag ze dat ze niet meer alleen was. Bij de koeien stond een jongen met een stok. Hij had blond haar, dat rood leek in het late

Sofie en Regenboog HOOFDSTUK ÉÉN

Op weg met Jezus. eerste communieproject. hoofdstuk 1 De droom van Jesaja. H. Theobaldusparochie, Overloon

HET PAD VAN DE LEIDENDE MERRIE

Het Drakenfeestje Tekst Mathias Dellaert Illustraties Siri Austvik

Het Drakenfeestje. Tekst Mathias Dellaert Illustraties Siri Austvik

Kikker in de kou. geschreven door Max Velthuijs

Geelzucht. Toen pakte een vrouw mijn arm. Ze nam me mee naar de binnenplaats van het huis. Naast de deur van de binnenplaats was een kraan.

Het lam. Arna van Deelen

Antoine in Nepal. Karel Peeraer.

Boekverslag Engels The skeleton man door Joseph Bruchac

H ET O UDE T ESTAMENT

Annemarie Bon. Er was eens. Zeven sprookjes om zelf te lezen. Met tekeningen van Sandra Klaassen

Het tweede avontuur van Broer Vos en Broer Konijn

Hoe de vogels aan een koning kwamen. Eene vogelgeschiedenis gevolgd naar een oude legende

De jongen die niet griezelen kon

De sprookjesverzamelaar

Kom erbij Tekst: Ron Schröder & Marianne Busser Muziek: Marcel & Lydia Zimmer 2013 Celmar Music / Schröder & Busser

Een greep uit een presentatieviering met als thema: Licht zijn voor anderen

Tik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak.

Het Gouden BRAND WEER MANNEN BOEK

Een gesprekje met God De kleine ziel en de zon

Lucie en hare moeder

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51

ROSANNE. Oh, oh, oh. Van Aemstel Produkties - De leukste uitjes van Amsterdam -


De spreeuw en de musch

De kleine draak vindt het drakenland Iris Kater. Vandaag wil ik jullie iets vertellen over een kleine draak.

De drie beeren. bron exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: Ki 4304 De drie beeren. K.H. Schadd, Amsterdam 1869

Komt allen tezamen. Samenzang (orgel): Jezus zegt dat hij hier van ons verwacht

ZOEK HET UIT! KinderBijbelKeet-week Grote Kerk Hilversum. 28 tot en met 31 augustus. dit boekje is van:.

Boekverslag Nederlands Wolf waakt in de nacht door Jan Postma

De brief voor de koning

Het. Boekenliefje. Helen Docherty & Thomas Docherty. Clavis

Paul van Loon. Dolfje Weerwolfje. Tekeningen Hugo van Look. Leopold / Amsterdam

Edward van de Vendel. De grote verboden zolder

3 biggetjes. Kleurplatenboek. Advenso s. Beleef een avontuur vol spanning en energie!

Welkom op het kerstfeest van groep 3 en 4

Niet in slaap vallen hoor!

Een therapeutisch voorleesverhaal voor jonge kinderen van gescheiden ouders. Via-Art. Door Shantella de Visser, Via-Art.nl

Winter. Rie Cramer. bron Rie Cramer, Winter. W. de Haan, Utrecht dbnl / erven Rie Cramer

Het olifantenboekje. het eigenwijze Fantje. C.A. Leembruggen. Zie voor verantwoording:

Hoofdstuk 14 Botsingen

Tommie, Dik en Esmeralda

Deel 2. Begrijpend lezen Smoetie zoekt haar weg

Sam en de Wonderolie Museum Catharijneconvent 2016

Broertje's boek. Maren Koster. bron Maren Koster, Broertje's boek. B. van Goor Zonen, Gouda z.j. [1919]

Het feest van de olifant

Samen met Jezus op weg

Poekie is verdrietig. Want zijn papa en mama gaan scheiden. Geschreven door. Mariska van der Made. Illustraties van. Dick Rink

H utnieuws

Kriebeltje en de Stink Stank-mannetjes

Paaswake voor kinderen 31 maart 2018

Vlinder en Neushoorn

Bijlage 1: Luchtpost voor de kerstman van Brigitte Weninger. Luchtpost voor de kerstman 1

II MAART. te brengen. Maar vandaag wilde ik per se de deur uit, dus ging ik naar de fontein om rond te hangen met Cornelius en Flavia.

Extra Materiaal groep 1-2

KOOS MEINDERTS NAAR HET NOORDEN MET ILLUSTRATIES VAN ANNETTE FIENIEG

De geschiedenis van een muis

Sambo, ga je mee? Leonard Roggeveen. Zie voor verantwoording:

Joep van Deudekom. 10 tegen 1. Tekeningen Michiel van de Vijver. Leopold / Amsterdam

KLEINE DEUGNIET Door Marcel van Rijn

Dwergje Grapjas. G.L. Kroes. bron G.L. Kroes, Dwergje Grapjas. C. Misset, Doetinchem dbnl

Gijsje zonder staart geschreven door Henk de Vos (in iets gewijzigde vorm) Er was eens een klein lief konijntje, dat Gijs heette. Althans, zo noemden

Asschepoester. Charles Perrault. bron Charles Perrault, Asschepoester. Van Holkema en Warendorf, Amsterdam dbnl

Nieuwsbrief van: Sinterklaas

Face-bookvrienden *** Uitgeverij.

Wie zijn Pluck & Pien?

Geschreven voor Ivy en Tess. met hun woordje Brompeltje

Transcriptie:

De kleine wildebras Th. Storm Magda Stomps bron (vert. Magda Stomps). De Pelgrim, Eindhoven 1943 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/stor047klei01_01/colofon.php 2010 dbnl / erven Else Wenz-Viëtor en Magda Stomps

2 [De kleine Wildebras] Nu zit mijn kleine jongen Te rusten op mijn schoot, En uit de schemer blikken zacht Twee kinderogen groot. Hij wil niet weg, hij blijft bij mij, Heeft aan geen enkel spel meer lust; De kleine ziel dwaalt d'oogjes uit En zoekt bij mij haar rust. Mijn Wildebras, mijn kleine vent! Die 't zonnetje in ons leven bent, Jouw stralende kijkers vullen de dag Met vogelgezang en kinderlach.

3

4 Er was eens een kleine jongen, die Wildebras genoemd werd. 's Nachts sliep hij in een bedje op wieltjes en ook 's middags, als hij moe was. Maar als hij niet moe was, moest zijn moeder hem in dat bedje door de kamer rijden en daar kreeg hij nooit genoeg van. Op een nacht lag de kleine Wildebras in zijn bedje op wieltjes en kon maar niet inslapen. Zijn moeder, die in haar grote hemelledikant naast hem lag, sliep al lang. Moe der, riep de kleine Wildebras, ik wil rijden! En zijn moeder stak in haar slaap een arm uit bed en duwde het kleine bedje heen en weer en telkens als haar arm moe begon te worden, riep de kleine Wildebras: meer, meer! en dan begon het weer van voren af aan. Eindelijk echter viel zijn moeder vast in slaap; en hoe de kleine Wildebras ook riep en schreeuwde, zij hoorde het niet meer, het was uit. Nu

5

6 duurde het niet zo heel lang, of de goede oude maan keek door de ruiten naar binnen en wat die daar zag, was wel zo komiek, dat ze eerst eens met de mouw van haar pelsjas over haar gezicht streek om zich de ogen uit te wrijven; zo iets had de oude maan haar hele leven nog niet gezien! Daar lag me de kleine Wildebras met wijd open ogen in zijn bedje op wieltjes en hield zijn éne beentje als een mast in de hoogte. Zijn hemdje had hij uitgetrokken en dat hing hij nu als een zeil aan zijn kleine teen; toen nam hij in elke hand een slipje van het hemdje en begon zijn beide wangen op te blazen En langzaam-aan begon, heel, heel zachtjes, het bedje over de grond te rollen, tegen de wand op, op z'n kop langs de zoldering en dan langs de andere wand weer naar beneden. Meer, meer! riep Wildebras, toen hij weer op de grond stond; en hij blies zijn wangen weer op en opnieuw ging hij kopje over en met zijn hoofd naar beneden. Het was een groot geluk voor de kleine Wildebras, dat het juist nacht was en de aarde op haar kop stond, anders had hij maar al te gemakkelijk zijn nek kunnen breken. Toen hij de tocht driemaal gemaakt had, keek de maan hem opeens recht in 't gezicht. Jongen, zei ze, is het nu nòg niet genoeg? Nee! riep Wildebras, meer, meer!

7

8 Doe de deur maar voor me open! Ik wil door de stad rijden; alle mensen moeten me zien rijden. Dat kan ik niet, zei de goede maan, maar zij liet een lange straal door het sleutelgat vallen, en op die straal reed de klei ne Wildebras het huis uit. Op straat was het heel stil en eenzaam. De hoge huizen stonden in het heldere maanlicht een beetje dom met hun donkere vensters de stad in te staren; maar de mensen waren nergens te zien. Het was een heel geratel, toen de kleine Wildebras in zijn bedje op wieltjes over de straatstenen reed; de goede maan bleef steeds naast hem schijnen. Zo reden ze straat in, straat uit, maar de mensen waren nergens te zien. Toen zij langs de kerk kwamen, kraaide opeens de grote gouden haan op de klokketoren.

9 Zij stonden even stil. Wat doe je daar? riep de kleine Wildebras naar boven. Ik kraai voor de eerste maal, riep de gouden haan naar beneden. Waar zijn de mensen toch? riep de kleine Wildebras toen naar boven. Die slapen, riep de gouden haan naar beneden, als ik voor de derde maal kraai, wordt de eerste mens wakker. Dat duurt mij te lang, zei Wildebras, ik ga nu het bos in, alle dieren moeten mij zien rijden! Jongen, zei de goede oude maan, is het nòg niet genoeg? Nee, riep Wildebras, meer, meer! Schijn toch, lief maantje, schijn maar! En toen blies hij zijn wangen bol, de goede maan scheen, en zo reden ze de stadspoort uit en toen dwars over de velden het donkere bos in. De goede maan kwam slechts met grote moeite tussen al de vele bomen door, af en toe was zij

10

11 een heel stuk achter, maar zij haalde den kleinen Wildebras toch telkens weer in. In het bos was het stil en eenzaam; de dieren waren niet te zien; de herten niet en de hazen niet en ook de kleine muizen niet. Zo reden ze steeds verder, door dennen-en beukenbossen, bergop en bergaf. De maan bleef al maar naast hem en scheen in alle bosjes, maar de dieren waren niet te zien; alleen een kleine kat zat boven in een eikeboom, met fonkelende ogen. Toen stonden ze even stil. Dat is Minetje, zei Wildebras, die ken ik wel; ze wil de sterren nadoen. En toen ze verder reden, sprong het katje mee van de éne boom in de andere. Wat doe je daar? riep de kleine Wildebras naar boven. Ik illumineer! riep het katje naar beneden. Waar zijn de andere dieren toch? riep de kleine Wildebras naar boven. #x2018;die slapen, riep het katje naar beneden en sprong weer een boom verder, luister maar, hoe ze snorken! Jongen, zei de oude maan, is het nu nog niet genoeg? Nee, riep Wildebras, meer, meer! Schijn toch lief maantje, schijn maar! En toen blies hij zijn wangen op, en de goede oude maan scheen; zo reden ze het bos uit en toen over de heide tot aan het eind van de wereld, en dan regelrecht de hemel binnen.

12

13 Daar was het pas aardig: alle sterren waren wakker en hadden hun ogen wijd open en fonkelden zó, dat de hele hemel er van schitterde. Opzij daar! riep Wildebras en reed zo wild op al die sterren in, dat ze uit angst links en rechts van de hemel vielen. Jongen, zei de goede oude maan, is het nu nòg niet genoeg? Nee, riep de kleine Wildebras, meer, meer! En - zoiets heb je nog nooit gezien! - toen reed hij dwars over de neus van de goede oude maan, zodat haar gezicht helemaal donker werd. Foei! zei de maan en doofde haar lantaren uit en alle sterren sloten hun ogen. Toen werd het in de hele hemel opeens zo donker, dat men de duisternis kon tasten. Schijn toch, lief maantje, schijn toch! riep Wildebras, maar de maan was nergens te zien en ook de sterren niet; die waren allemaal al naar bed gegaan. Nu werd de kleine Wildebras heel bang, omdat hij zo alleen in de hemel was. Hij nam het slipje van zijn

14

15 hemdje in zijn handen en blies zijn wangen op, maar hij wist heg noch steg; hij reed in alle richtingen heen en weer en niemand zag hem rijden, de mensen niet en de dieren niet en ook de lieve sterren niet. Toen keek eindelijk van beneden, helemaal onder aan de rand van de hemel een rond, rood gezicht naar hem op, en de kleine Wildebras dacht, dat de maan weer op was gegaan. Schijn maar, lief maantje, schijn maar! En hij blies zijn wangen weer op en reed dwars door de hele hemel en recht erop af. Maar het was de zon, die juist uit zee opkwam. Jongen, riep ze en keek hem met haar gloeiende ogen recht in 't gezicht, wat doe jij hier in mijn hemel? En - één, twee, drie! nam zij den kleinen Wildebras op en gooide hem midden in het grote water. Daar mocht hij leren zwemmen. -

16 En toen? Ja, en toen? Weet je dat niet meer? Als ik en jij niet gekomen waren en den kleinen Wildebras in ons bootje getild hadden, zou hij makkelijk hebben kunnen verdrinken!