PUBLIEKSCAMPAGNE VEENMOL NOORD-BRABANT Eindrapportage

Vergelijkbare documenten
Groene glazenmaker in de provincie Groningen

Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten

Het wegvangen van Pallas eekhoorns in Weert en omgeving in 2013

Onderzoek rugstreeppad. Hazerswoude-Dorp. In opdracht van Ballast Nedam

Resultaten onderzoek steenuil en kerkuil Hoge Wei te Oosterhout. Kader

OMGEVINGSCHECK HUISMUS REEHORSTERWEG

Nieuwsbrief 8 van RAVON Afdeling Utrecht juli 2012

Indeling lezing. Herstel van leefgebieden voor de gladde slang. Ringslang. Gladde slang. Adder

Inventarisatie grote bosmuis Ruiten Aa, Groningen 2011

Draaihals, verdwenen als broedvogel op de Meinweg

Grote vos Nymphalis polychloros

Verspreidingsonderzoek ingekorven vleermuis 2008

Surveillance Muntjak Goirle

Verslag RAVON Utrecht Excursie Landgoed Den Treek Henschoten 10 april 2010

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus GZ s-hertogenbosch

Bijlage 2 Uitvoeringsprojecten biodiversiteit en leefgebieden. Voorbeeld 1 Leefgebieden gladde slang in De Kempen (binnen EHS)

Gemeente s Hertogenbosch Dhr. J. Winter Postbus GZ s-hertogenbosch

De ringslang een bijzondere bewoner van Gouda

Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen

De Peelvenen. Hoogveenherstel op het randje. Gert-Jan van Duinen en vele anderen

Vleermuizen inventariseren rond Baarn en Soest in 2011

Voortgangsonderzoek naar de verspreiding van noordse woelmuis, waterspitsmuis en veldspitsmuis in 2006 met behulp van braakbalanalyse

Onderzoek naar de waarde van een ponyweide aan de Nemelerbergweg 17a (Zwolle) voor de knoflookpad.

Uitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel [Voer de ondertitel in]

HET VLIEGEND HERT IN GELDERLAND VINCENT KALKMAN & SANDER WIJDEVEN

Verspreidingsonderzoek Nederlandse zoogdieren VONZ 2012

Natuurtoets Haarweg 127 te Gorinchem

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

Ongewervelden. Locaties. Methode BIODIVERSITEIT 2010 ONGEWERVELDE SOORTEN GEKEND IN 2010

GRIENDTSVEENPARK - EMMEN

BILAN. RAPPORT 2006 Nijmegen - (GLD) - Nijmegen, Winckelsteegh DEFINITIEF CONCEPT. Veldonderzoek naar rode eekhoorn

Nader onderzoek vleermuizen schoolgebouw Anne Franklaan, Montfoort

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw

Resultaten telling slaapplaats grutto en andere vogelsoorten 't Broek, Waardenburg

KONINGINNENPAGE (Papilio machaon) in Zeeland in 2013 In het kader van de actie OP DE BRES VOOR DE ZEEUWSE ZES.

Kleine parelmoervlinder Issoria lathonia

Nieuwsbrief Jaar van de Patrijs in Zeeland

Vleermuisonderzoek Schuttersbosch Eindhoven

Waterbodemsanering Biesbosch

OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen

Onderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009

Ecologische quickscan. gebied Nieuweweg-Reinaldstraat

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept

Aanvullend natuuronderzoek TATA. tbv tijdelijke natuur

Gebruik van een boom door vleermuizen

Vleermuisonderzoek Prins Mauritsschool Nijmegen

Oktober Quick scan ecologie terrein naast Sloterweg 1121

Jaarverslag Bijeneters 2017

3. Inventarisatie. Organisatie. Figuur 1: Grafiek met het aantal retour gezonden inventarisatieformulieren per organisatie.

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

Bever, Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Project rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001

Kort verslag kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen

Bermenplan Assen. Definitief

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, september 2008

Broedvogels. NatuurBeleven bv. Oostermeerkade TV Amstelveen

De Heikikker De Heikikker

Waterlanders : op weg met Sam de salamander. Poelenproject Herzele ter uitbreiding van de amfibieënpopulatie met als kernsoort de kamsalamander.

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland

P.W. Pastoor Blauwverversteeg DX Harderwijk. Notitie veldbezoek perceel Blauwverversteeg 3 te Harderwijk

Inventarisatie Azewijnse Broek 2016 en Resultaten van de veldinventarisaties naar fauna. In opdracht van Netterden Zand en Grind B.V.

Onderzoek effect vleermuisvriendelijke verlichting, Zevenaar Hans Hollander en Marcel Schillemans

Soortenonderzoek Julianahof Zeist

Steenuilenbescherming verslag Steenuilenwerkgroep Echt-Susteren Geco Visscher Fred van Geneijgen

Vleermuizen MOB Ulicoten Onderzoek naar het gebruik van MOB complex Ulicoten door vleermuizen

Herintroductie bever,

Vissenweekend Overijssel 2013

Een leefgebied voor de rugstreeppad

De Kraanvogel. Kansen voor kraanvogels in Limburg en Brabant

Gemeente Amstelveen Afdeling RO & Projecten T.a.v.: P.J.M. van den Bergh Postbus BA AMSTELVEEN

Aan het Dagelijks Bestuur van waterschap Hunze en Aa s, t.a.v. Willem Kastelein.

Kleine schorseneer aan het infuus voortgang herstelplan in Drenthe

Vleermuizenonderzoek Het Bosje te Elst

Resultaten van het kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Frank Majoor & Berend Voslamber

Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013

1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden

Heideblauwtje Argus-Bläuling en Heivlinder Ockerbindinger Samtfalter. in de Nederlands-Duitse Grensstreek. Jan Hermans NHGL Peter Kolshorn - BSKS

Nader onderzoek huismussen. Herontwikkeling Gasthuisstraat 77 te Kaatsheuvel

Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg

Monitoring natuurverbinding Hoorneboeg, Laarderhoogt en Zwaluwenberg

Notitie. Inleiding. S. Bek REA-ORO, gemeente Leiden. aan. G. Bakker & A. de Baerdemaeker. van. Quick scan Aalmarkt II en III.

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON

Notitie zomertelling Ingekorven vleermuis Midden-Limburg 2016

Vliegroute vleermuizen Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Beoordeling van de effectiviteit van een tijdelijke vliegroute voor vleermuizen in juli 2008

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 31 augustus - 2 september 2009

Sprinkhanen en krekels

De Gooren en Krochten

Overwinterende vleermuizen op Lunetten 2. Voortgangsrapport 2014

Vleermuisonderzoek. Monnickendam

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, augustus 2008

Validatieprotocollen. overige insecten spinnen overige ongewervelden

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting

Quick scan ecologie. terrein hoek Bladstraat Bogtmanweg Tuitjenhorn. 21 februari 2018

Weidevogelnieuws. Landbouwkundige situatie vroeger en nu. Rijswijkse Veld

Uitbreiding bedrijventerrein Breeveld te Woerden

BOETELERVELD. ROUTE 4,3 km

Vergelijking van het Nieuw Limburgs Peil met het Waterbeheerplan van waterschap Peel en Maasvallei

Transcriptie:

PUBLIEKSCAMPAGNE VEENMOL NOORD-BRABANT 2009-2010 Eindrapportage

PUBLIEKSCAMPAGNE VEENMOL 2009-2010 Projectresultaten Douwe Schut Menno Reemer

Colofon 2010 Natuurbalans - Limes Divergens BV & EIS-Nederland/ Provincie Noord-Brabant Tekst en samenstelling: D. Schut, M. Reemer Eindverantwoordelijken: R. Krekels, R. Kleukers Met medewerking van: Dennis Visser, Rob Felix, Ed Colijn en Bas van Schooten. In opdracht van: Provincie Noord-Brabant Foto s omslag: Graafgangen veenmol (D. Schut); inzet: Veenmol (R. Krekels). Wijze van citeren: Schut, D. & M. Reemer, 2010, Publiekscampagne Veenmol Projectresultaten 2009-2010, Natuurbalans - Limes Divergens BV/ EIS-Nederland, Nijmegen/Leiden Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van scanning, internet, druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever hierboven aangegeven en Natuurbalans-Limes Divergens BV noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Natuurbalans-Limes Divergens BV is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Natuurbalans-Limes Divergens BV. De opdrachtgever vrijwaart Natuurbalans-Limes Divergens BV voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing. Natuurbalans-Limes Divergens BV is lid van het Netwerk Groene Bureaus, brancheorganisatie voor kwaliteitsbevordering en belangenbehartiging.

INHOUD 1 INLEIDING...5 2 UITGEVOERDE WERKZAAMHEDEN 2010...6 2.1 Contacten andere organisaties...6 2.2 Lezingen & Excursies...6 2.3 Inventarisaties...7 3 PROJECTRESULTATEN 2010...10 3.1 Gebiedsinventarisaties 2010...10 3.2 Interviews...11 3.3 Aantallen waarnemingen...12 4 ACTUELE VERSPREIDING IN NOORD-BRABANT...13 5 DISCUSSIE & CONCLUSIE...16 6 BEHEERADVIEZEN...17 7 DANKWOORD...19 8 LITERATUUR...20

1 INLEIDING In 2009 hebben Natuurbalans-Limes Divergens & EIS-Nederland het Actieplan prioritaire sprinkhanen in Noord-Brabant opgesteld (Schut et al. 2009). Hieruit bleek dat de status van de populaties van de veenmol in Noord-Brabant onvoldoende duidelijk was. Voor het verkrijgen van meer inzicht in de verspreiding, ecologie en status van de veenmol is daarom in 2009 het project Publiekscampagne veenmol opgestart. Doel van het project is zoveel mogelijk waarnemingen van de veenmol te verzamelen door het mobiliseren van vrijwilligers. Getracht is zoveel mogelijk mensen te bereiken door het organiseren van excursies en het voeren van publiciteit om zo mensen bekend te maken met de veenmol. Dit alles om te komen tot een betere bescherming van de veenmol in Noord-Brabant. Deze rapportage geeft een overzicht van de verrichte werkzaamheden in 2010 en de resultaten van de totale projectduur (2009 en 2010). Een overzicht van de publiekscampagna en overige verrichte werkzaamheden in 2009 is te vinden in de tussentijdse rapportage van Schut & Reemer (2009). Leeswijzer Hoofdstuk 2 geeft het overzicht van de verrichte werkzaamheden in 2010. In hoofdstuk 3 worden de resultaten van de volledige projectperiode besproken. In hoofdstuk 4 worden de wijze van aanpak en de gegevens die het project heeft opgeleverd bediscussieerd. Om concreet iets met de resultaten te kunnen doen zijn in hoofdstuk 5 beheeradviezen opgesteld. Bijlage 1 bevat de financiële verantwoording voor de gehele projectperiode (2009 2010). Publiekscampagne veenmol Projectresultaten 2009-2010 5

2 UITGEVOERDE WERKZAAMHEDEN 2010 2.1 CONTACTEN ANDERE ORGANISATIES In 2009 is een goede start gemaakt met de opzet van een netwerk voor het in kaart brengen van de veenmol. In 2010 is dankbaar gebruik gemaakt van de eerder opgedane contacten. Als gebiedsbeheerder van de Deurnese Peel, Groote Peel, Grauwveen en t Zinkske is contact opgenomen met Staatsbosbeheer. Als vrijwilligersorganisaties is contact gezocht met de IVN afdelingen Asten-Someren, Liessel en de afdeling Rooi (Sint Oedenrode). Verder is het contact met Werkgroep Behoud de Peel weer opgepakt. Aan alle organisaties is gevraagd aandacht te besteden aan de veenmol en op te roepen om zoveel mogelijk gebieden te bezoeken en waarnemingen door te geven. In het blad Peelflits is een artikel verschenen naar aanleiding van de excursie (zie hieronder). De IVN heeft in Sint Oedenrode de boodschap goed opgepakt. Op de website is een aparte pagina gemaakt om mensen op te roepen gericht te gaan zoeken (Figuur 1). Naast natuurorganisaties is, evenals in 2009, contact opgenomen met tuinvereniging Groei & Bloei. Ook nu is het, ondanks herhaalde pogingen, niet gelukt een samenwerking van de grond te krijgen. Foto 1 Op zoek naar de veenmol in de Deurnese Peel. 2.2 LEZINGEN & EXCURSIES In 2010 zijn er twee excursies geweest. De eerste is gehouden op vrijdag 18 juni in samenwerking met IVN Sint Oedenrode. Tijdens de excursie is het gebied Dommelbeemden bezocht met ongeveer 15 mensen. Tijdens de excursie is de veenmol niet waargenomen. 6 Publiekscampagne veenmol Projectresultaten 2009-2010

Op donderdag 24 juni is een excursie gehouden in de Deurnese Peel (). Helaas viel de opkomst met drie mensen enigszins tegen. Tijdens de excursie zijn veel graafgangen van de veenmol waargenomen en zelfs nog een nest met eieren (Foto 2). Foto 2. Nest met eieren van veenmol in de Deurnese Peel (Foto: D. Schut). 2.3 INVENTARISATIES Gebiedsinventarisatie In 2010 zijn de volgende gebieden gericht geïnventariseerd: Grauwveen t Zinkske Chaam Willemstad Kortenhoef Deze gebieden zijn geselecteerd op grond van archiefwaarnemingen, binnengekomen waarnemingen of potentieel geschikt leefgebied. Zie voor een overzicht van de resultaten per gebied hoofdstuk 3. Publiekscampagne veenmol Projectresultaten 2009-2010 7

Figuur 1. Beeld van de website van IVN afdeling Sint Oedenrode. Op de website is een apart deel gereserveerd voor de veenmol. 8 Publiekscampagne veenmol Projectresultaten 2009-2010

Interviews Het houden van interviews heeft plaatsgevonden in Asten, Meijel Griendtsveen en Bakel. In dorpskernen is het lastig gericht zoeken naar de veenmol, de kans dat bewoners een veenmol tegenkomen is vele malen groter. Daarom is in 2010 tijd besteed aan het houden van interviews. In de directe omgeving van oude waarnemingen van de veenmol zijn mensen aangesproken om te vragen of ze de veenmol kennen. Om de kans op een positief antwoord zo groot mogelijk te maken is voornamelijk rondgekeken in de omgeving van tuinderijen en volkstuinen. Publiekswaarnemingen Via de website zijn slechts mondjesmaat meldingen van de veenmol binnen gekomen. De meeste nieuwe waarnemingen zijn afkomstig van deelnemers aan de excursies. Mogelijk worden in een later stadium via de websites waarneming.nl en telmee.nl alsnog waarnemingen van de veenmol aan EIS-Nederland doorgegeven. Bekend is dat één waarnemer standaard in januari een bestand met alle waarnemingen opstuurt. Website Bij aanvang van het project is een website gelanceerd: http://science.naturalis.nl/veenmol. Begin 2010 is de website geactualiseerd. Zie ook Figuur 2. Figuur 2. Screenshot van de website behorende bij wie kent de veenmol. Publiekscampagne veenmol Projectresultaten 2009-2010 9

3 PROJECTRESULTATEN 2010 3.1 GEBIEDSINVENTARISATIES 2010 In 2009 en 2010 zijn alle gebieden bezocht waar enkele waarnemingen van de veenmol van bekend zijn. Hieronder staat een overzicht van de in 2010 bezochte gebieden en dorpskernen. Grauwveen Op 16 juni is in de avondschemering het gebied Grauwveen, liggend aan weerszijden van de snelweg A67, bezocht. In totaal zijn drie roepende veenmollen gehoord, op de overgang van de drogere zandgronden naar de nattere veendelen. De habitat bestaat hier uit pijpenstrootje met plaatselijk veel adelaarsvaren (Foto 3). t Zinkske Op 16 juni, 24 juni en 1 juli 2010 is het gebied t Zinkske bezocht. Op geen van deze dagen is de veenmol waargenomen. Dat de veenmol toch in het gebied aanwezig is, is al in 2009 gebleken. Toen heeft Jan Slaats graafgangen gevonden. In het gebied is tevens nachtzwaluw aanwezig, wat het waarnemen van zingende veenmollen moeilijker kan maken. Chaam Op 3 juni 2007 is via de website "www.waarneming.nl" een zingende veenmol gemeld uit de omgeving van Chaam (coördinaten: 118,913-389,671). Naar aanleiding van deze melding is het gebied op 31 mei 2010 bezocht. Tussen 20.00 en 00.30 uur zijn kilometerhokken 118-389 en 119-389 verkend, aanvankelijk bij licht, vervolgens in het donker. Veenmollen zijn niet gehoord. Aangezien de soort uit de omgeving verder nooit gemeld is, gaan we er vooralsnog vanuit dat hier geen populatie aanwezig is. Willemstad Het databestand van EIS-Nederland bevat een waarneming van de veenmol uit Willemstad, echter zonder verdere gegevens over locatie en datum. Navraag leerde dat het om een waarneming uit de jaren 80 ging. Een inwoner van Willemstad hoorde de soort toen zingen vanuit de stadsomwalling, die in die tijd aanmerkelijk minder dicht begroeid was dan tegenwoordig. Deze wal is nu zeker niet meer geschikt als leefomgeving voor de veenmol. Ook elders in de omgeving lijkt geen geschikte biotoop aanwezig. Tijdens het veldbezoek op 2 juni zijn de kilometerhokken 89-411 en 89-412 verkend tussen 19.30 en 00.00 uur. Veenmollen zijn niet aangetroffen en deze komen hier vermoedelijk ook niet voor. Kortenhoef In het voorjaar van 2010 kwam vanuit Staatsbosbeheer de melding van een veenmol in de omgeving van Kortenhoef. Het zou gaan om een waarneming van de plaatselijke schaapsherder. Naar aanleiding van dit bericht is contact opgenomen en werd de waarneming betrouwbaar genoeg geacht om ter plekke poolshoogte te nemen. De soort zou waargenomen zijn bij het tweede ven westelijk vanaf de Abdijlaan (coördinaten 082,900-381,600). Dit ven en de omgeving ervan in kilometerhokken 082-391 en 083-381 zijn verkend op 31 mei 2010 tussen 21.30 en 00.00 uur. Er zijn geen veenmollen waargenomen. 10 Publiekscampagne veenmol Projectresultaten 2009-2010

Er is een populatie veenmollen bekend in de omgeving van de Kalmthoutse Heide, niet ver over de grens in België. Mogelijk heeft de waarneming betrekking op een exemplaar dat uit die populatie is afgedwaald. Aan de Nederlandse kant van de grens lijkt echter geen sprake te zijn van een populatie. Foto 3. Habitat van de veenmol in het gebied Grauwveen. Op 16 juni 2010 zijn hier drie roepende veenmollen waargenomen. 3.2 INTERVIEWS In dorpskernen zijn interviews gehouden. Specifiek zijn mensen aangesproken op locaties waar oudere waarnemingen van de veenmol van bekend zijn. Daarbij zijn volkstuincomplexen en tuinderijen in de dorpen Bakel, Griendtsveen, Liessel en Meijel bezocht. Voor Bakel, Liessel en Meijel geldt dat vooral oudere mensen de veenmol kennen. Jongere generaties hebben geen weet van het bestaan van de soort. Meestal is verteld dat de veenmol vaak meer dan 20 jaar geleden nog aanwezig was, maar nu niet meer wordt gezien. Uitzondering is Griendtsveen. Hier is in 2009 de veenmol nog waargenomen in de schooltuin en in een achtertuin aan de Helenaveenseweg. Bij navraag blijkt de veenmol in vrijwel elke tuin aanwezig te zijn in het huisnummergebied 16 t/m 24. Door de waarnemer zelf zijn vrijwel overal graafgangen waargenomen. De aantallen per tuin wisselden wel sterk. Van tientallen tot enkele graafgangen per tuin. Opvallend is dat de bewoners nog nooit een veenmol hebben horen roepen. Publiekscampagne veenmol Projectresultaten 2009-2010 11

3.3 AANTALLEN WAARNEMINGEN Waarnemingen Het project publiekscampagne veenmol heeft veel nieuwe waarnemingen opgeleverd (Figuur 3). De waarnemingen van de veenmol in Noord-Brabant zijn in het actieplan (Schut et al. 2008) ingedeeld in twee perioden. In de periode voor 2000 zijn er 35 waarnemingen bekend, van in totaal 46 individuen. Van de tweede periode, 2000-2008, zijn er 27 waarnemingen met 48 individuen. Ten tijde van het project wie kent de veenmol zijn 74 waarnemingen verzameld, van maar liefst 174 individuen. In twee jaar tijd is het aantal waarnemingen van de veenmol in Noord-Brabant meer dan verdubbeld. 200 180 174 160 140 120 100 80 74 Aantal waarnemingen veenmol Aantal individuen 60 40 20 35 46 48 27 0 voor 2000 2000-2008 Publiekscampagne veenmol 2009-2010 Figuur 3. Overzicht van het aantal waarnemingen en het aantal waargenomen individuen van de veenmol in Noord-Brabant. De publiekscampagne veenmol heeft geleid tot bijna een verdubbeling van het aantal waarnemingen en waargenomen aantal individuen. 12 Publiekscampagne veenmol Projectresultaten 2009-2010

4 ACTUELE VERSPREIDING IN NOORD-BRABANT Het grote aantal nieuwe waarnemingen, de interviews en de gebiedsbezoeken hebben een goed beeld opgeleverd van de actuele verspreiding van de veenmol in Noord- Brabant.(Figuur 4). Gebaseerd op het bezoeken van oude vindplaatsen blijkt dat de veenmol in een groot deel van Brabant verdwenen is. Uit de omgeving van Sint Oedenrode zijn geen nieuwe waarnemingen gekomen. De waarnemingen bij Willemstad, Chaam en Kortenhoef hebben geen vervolg gekregen. In de Peelregio blijkt de veenmol wijder verspreid dan eerder gedacht. Niet alleen de Deurnese peel en Groote Peel blijken bezet, ook in de veenrestanten Grauwveen en t Zinkske blijkt de veenmol aanwezig te zijn (Figuur 5). Uit de dorpskernen zijn geen nieuwe waarnemingen boven water gekomen. Mogelijk is de soort hier nog aanwezig, maar waarschijnlijk in lagere aantallen dan in de vroegste periode. Alleen in Griendtsveen (net in Limburg) blijkt de veenmol nog in tuinen te zitten. Nieuw is de waarnemingen van een veenmol nabij Kortenhoef. Deze waarneming sluit prima aan bij het verspreidingsgebied in de provincie Zeeland. Publiekscampagne veenmol Projectresultaten 2009-2010 13

Figuur 4. Actuele verspreiding van de veenmol in Noord-Brabant op kilometerhokniveau (rode cirkels), gebaseerd op de gegevens zoals verzameld tijdens het project. In de Peelregio is de soort in meerdere veenrestanten aanwezig. Nieuw is de waarneming in de buurt van Kortenhoef, het is echter onduidelijk of het hier een populatie betreft. 14 Publiekscampagne veenmol Projectresultaten 2009-2010

Figuur 5. Detailkaart van de verspreiding van veenmol op hectometerniveau in de Peel (rode cirkels), gebaseerd op de gegevens verzameld in 2009 en 2010. Ook de kleinere veenrestanten Grauwveen en t Zinkske zijn bezet. Publiekscampagne veenmol Projectresultaten 2009-2010 15

5 DISCUSSIE & CONCLUSIE Doelstellingen project Doelstellingen voor het project zijn geweest: Verzamelen van meer waarnemingen van de veenmol in Noord-Brabant Het mobiliseren van vrijwilligers Meer aandacht voor de veenmol bij natuurbeschermers en liefhebbers Al met al kan gezegd worden dat de belangrijkste doelen van het project gehaald zijn: Nu is vrij goed bekend is waar de soort voorkomt in de Peelregio. De verspreiding is zelfs groter dan bij de start van het project gedacht. Helaas is ook gebleken dat de veenmol vrijwel geheel verdwenen is uit de dorpskernen. Zo is de kans dat de veenmol nog voorkomt bij Sint Oedenrode klein. Hopelijk bewijst de plaatselijke IVN het tegendeel of blijkt de soort toch nog aanwezig in het buitengebied. De verspreiding van de veenmol lijkt inmiddels beperkt te zijn tot natuurgebieden. De soort lijkt zich op te houden op de overgangen tussen nat en droog in de veenrestanten in de Peelregio. Het aantal waarnemingen in het EIS-databestand is bijna verdubbeld ten opzicht van de periode voor 2009. Dankzij wie kent de veenmol zijn veel mensen in de belangrijkste verspreidingsgebieden in Noord-Brabant bekend geraakt met de soort. IVN Sint- Oedenrode heeft de veenmol als bijzondere soort geadopteerd en IVN Asten-Someren is nu goed bekend met de veenmol en het belang van elke waarneming. Een naijl-effect van binnendruppelende waarnemingen is te verwachten, waarschijnlijk blijven er de komende jaren waarnemingen van de veenmol binnenkomen. De website blijft functioneren (http://science.naturalis.nl/veenmol). Status van de veenmol In heel Brabant is de achteruitgang van de soort duidelijk naar voren gekomen. Het aanmerken als prioritair van de soort is daarom volkomen terecht. De kans dat de veenmol terugkeert in vroegere leefgebieden is klein. Herstel van het oorspronkelijke verspreidingsgebied is niet te verwachten. Het belang van de populatie in de Peelregio is daarmee alleen maar verder toegenomen. De veenmol is momenteel niet bedreigd in de Peelregio. Aangezien de soort alleen (nog) aanwezig is in natuurgebieden lijkt het duurzame voortbestaan van de soort verzekerd. De kans op definitief uitsterven van de veenmol in de provincie is daarmee klein. Het aantal waarnemingen van Kortenhoef is te gering om een gefundeerde uitspraak te doen. Momenteel is niet duidelijk of de soort hier een populatie heeft. Meer onderzoek is hier gewenst. Het beheer voor de veenmol dient zicht toe te spitsen op het behoud en versterking van de locaties. Daar waar de soort toch nog in bebouwd gebied voor blijkt te komen, hebben deze populaties prioriteit. 16 Publiekscampagne veenmol Projectresultaten 2009-2010

6 BEHEERADVIEZEN De veenmol komt (potentieel) voor in twee verschillende habitats: natuurgebieden en tuinen/tuinderijen. Voor beide habitattypen zijn hieronder beheermaatregelen opgesteld voor de veenmol. Natuurgebieden Vernatting In de natuurgebieden in de Peelregio is hoogveenherstel door middel van vernatting een belangrijke zaak. Hoewel vernatting voor de natuurwaarde van de gebieden absoluut positieve invloed heeft, kan het voor de veenmol een knelpunt zijn. De veenmol is afhankelijk van overgangen van nat naar droog. Door vernatting kan het zijn dat een gebied te nat wordt voor de veenmol waardoor de soort uiteindelijk verdwijnt. Op gebiedsniveau lijkt de veenmol mee te bewegen met de waterstand gedurende het jaar. In Deurnese Peel zijn graafgangen waargenomen in terreindelen die in het voorjaar nog onder water stonden. Op enkele meters afstand was een zandrug aanwezig, die naar alle waarschijnlijkheid als overwinteringsplaats dienst doet (Foto 4). Dit suggereert een vrij grote mobiliteit gedurende het jaar. Geleidelijk ( gefaseerd ) vernatten geeft de veenmol de tijd om zich te verplaatsen naar hoger gelegen terreindelen (Foto 4). Foto 4. In de Deurnese Peel zijn hoger gelegen legakkers aanwezig. Deze doen waarschijnlijk dienst als overwinteringsplaats van de veenmol. In de zomer, als het waterpeil daalt, schuift de veenmol mee naar de lager geleden delen. Als door vernatting het waterpeil te sterk stijgt, loopt de veenmol de kans uit te sterven in het gebied. Door vernatting geleidelijk uit te voeren krijgt de veenmol de kans zich te verplaatsen naar hoger gelegen gebieden. NATUURBAL ANS LIMES DIVERGENS BV Publiekscampagne veenmol Projectresultaten 2009-2010 17

Tuinen en volkstuinen Draagvlak Populaties van de veenmol in tuinen en volkstuinen zijn kwetsbaar. Het behoud van de soort is afhankelijk van de goede wil van de eigenaar. Bij verandering van eigenaar en/of grondgebruik is de kans groot dat de veenmol het verdwijnt. De belangrijkste maatregel voor dit gebied is het bouwen aan draagvlak voor de veenmol. In Noord-Brabant dient de zeldzaamheid van de soort benadrukt te worden. Voorkomen aanvreten wortels Uit gesprekken is gebleken dat in het voorjaar, als het groeiseizoen net is begonnen, planten schade ondervinden van de veenmol. Zodra de planten groot genoeg zijn, is nauwelijks nog sprake van enig negatief effect. Wanneer u de veenmol op diervriendelijke wijze op afstand wilt houden, dan staan hieronder een paar tips: Breng een tijdelijke beschoeiing van planken of plastic aan rond plantbedden: minimaal 20 cm diep. Plant het plantgoed in afzonderlijke plastic potjes zonder bodem. Plaats valpotjes in de loop van de veenmolgangen 5 cm onder het bodemoppervlak en verplaats de gevangen dieren naar elders. Natuurlijk is het mooiste als de veenmollen naar een veilig plekje in de buurt overgezet kunnen worden. Het voorkomen van schade kan op de volgende manieren (bron: http://www.nvwk.nl). Natuurlijke vijanden: Jonge veenmollen, die al op de volwassen dieren lijken, maar na het uitkomen ongeveer zo groot zijn als een mier, hebben veel natuurlijke vijanden. Bijvoorbeeld spitsmuizen, spreeuwen, kikkers, padden en salamanders hebben de veenmol op het menu. Veenmollen houden noch van veel water, noch van droogte. Uit een stuk tuin dat kaal wordt gehouden verdwijnen ze door gebrek aan voedsel. Planten van peen lokt veenmollen, omdat zij hieronder graag een nest bouwen. Daar waar de nesten zich bevinden kleurt het loof geel. De veenmol houdt net als de meeste tuinders van 'zwarte grond'. De plek wordt door de veenmol kaal gewied doordat hij de stengel of wortels doorknaagt. Breng tegen de winter hoopjes broeimest of compost aan; hieronder overwinteren de veenmollen in de grond. Volgens oude berichten lokt paardenmest veenmollen aan. Bij guur weer verbergen ze zich in deze mest, zodat ze dan gemakkelijk gevangen kunnen worden. Terwijl paardenmest dus veenmollen aantrekt, worden ze door varkensmest juist verdreven. 18 Publiekscampagne veenmol Projectresultaten 2009-2010

7 DANKWOORD Dank gaat uit naar alle mensen die waarnemingen van de veenmol hebben doorgegeven. Speciaal willen wij Jan Slaats bedanken voor zijn bijdrage in de Peelregio. Daarnaast is dank verschuldigd aan alle organisaties waarmee is samengewerkt: De IVN afdelingen Sint Oedenrode, Meijel en Asten-Someren, Werkgroep Behoud de Peel en Staatsbosbeheer. Stagiair Dennis Visser heeft de interviews afgenomen. Verder danken wij Ed Colijn (EIS- Nederland) en Bas van Schooten voor het brengen van veldbezoeken. Publiekscampagne veenmol Projectresultaten 2009-2010 19

8 LITERATUUR Schut, D., R., Krekels & R. Kleukers, 2009, Actieplan Prioritaire Sprinkhanen in Noord- Brabant. Natuurbalans-Limes Divergens B.V. & EIS-Nederland. Schut, D. & M. Reemer, 2009, Publiekscampagne Veenmol Tussentijds overzicht van de resultaten 2009, Natuurbalans - Limes Divergens BV/ EIS-Nederland, Nijmegen/Leiden Internet: http://www.nvwk.nl/index.php/waardvogel/122-waardvogel-2003-nr-5?start=5): 20 Publiekscampagne veenmol Projectresultaten 2009-2010