EEN PASTORAAL-LITURGISCHE BELEIDSNOTA VOOR PRIESTERS, DIAKENS EN BETROKKEN GELOVIGEN LITURGISCHE DOCUMENTATIE 4



Vergelijkbare documenten
DE KERKELIJKE UITVAART

bij avondwake en kerkelijke uitvaart

RK Federatie Vlietstreek

Uw Kerkelijke Uitvaart

Uitvaartviering in de Emmaüsparochie in Uithoorn

RONDOM LEVENSEINDE EN UITVAART. hoe te handelen bij een begrafenis of crematie en hoe de kerkelijke gemeente daarbij helpen kan

Het sacrament van. De ziekenzalving. Sacramenten

Beleidslijn Uitvaartliturgie en -pastoraal

ORDE VAN DIENST VOOR DE OPNAME VAN EEN KIND IN DE VOLLEDIGE GEMEENSCHAP VAN DE KATHOLIEKE KERK

Protestantse gemeente Amstelkerk Ouderkerk aan de Amstel

1. Priester: Licht en leven vinden we bij God, want Hij wil niet dat de mens

Het kerkgebouw Huis van God

Het sacrament van. De ziekenzalving. Sacramenten

RITUS VOOR DE SLUITING VAN DE DEUR VAN BARMHARTIGHEID BIJ GELEGENHEID VAN HET JUBILEUM-JAAR IN PLAATSELIJKE KERKEN

Eucharistie vieren. Dankzegging

Het sacrament van. De wijding. Sacramenten

Het sacrament van. De wijding. Sacramenten

Altaar en lezenaar. Ontmoeting met de Heer

Doopsel in een zondagse eucharistieviering

Afscheidsrituelen in een pluriculturele maatschappij

PROTOCOL ROND HET KERKELIJK AFSCHEID IN DE PAROCHIE LUMEN CHRISTI

Kaarsen en ramen Licht van de Heer

Het sacrament van. Het huwelijk. Sacramenten

Het sacrament van. Het vormsel. Sacramenten

Het sacrament van. Het vormsel. Sacramenten

Uitvaart. Orde II Schrift en Gebed. Allen staan terwijl de gestorvene wordt binnengedragen Kaarsen kunnen worden aangestoken

PROTOCOL ROND HET KERKELIJK AFSCHEID IN DE HEILIGE PANCRATIUS PAROCHIE

(zie: Orde van Dienst voor de viering van de initiatiesacramenten voor volwassenen)

Parochie nodig. Pagina 1

GEMENGD HUWELIJK TUSSEN GEDOOPTEN

Het sacrament van. De eucharistie. Sacramenten

Het sacrament van. Boete en verzoening. Sacramenten

Gelovig afscheid vieren

Het sacrament van. Boete en verzoening. Sacramenten

Voor elkaar. Mijn wensen voor de uitvaartplechtigheid

Het sacrament van. Het doopsel. Sacramenten

Gelovig afscheid vieren in de parochie Machelen Sint-Gertrudis

In schema zien de verschillende orden er als volgt uit: Inleiding

Het sacrament van. Het huwelijk. Sacramenten

Het sacrament van. De eucharistie. Sacramenten

Handreiking bij een spirituele zoektocht.

Pastoor Reneerkens. De volgende mensen zijn er ook bij:

Suggesties voor liederen uit Gezangen voor Liturgie (GVL): 416, 419, 421, 432, 433, 438, 490, 517, 519, 538, 559, 564, 586, 625, 626

Het sacrament van. Het doopsel. Sacramenten

Voorbereiding. Dag lieve God,

Mijlpalen. Mijlpalen & sacramenten

Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.

Uitvaart. Orde I Gebedsdienst. Allen staan terwijl de gestorvene wordt binnengedragen Kaarsen kunnen worden aangestoken

Tabernakel en godslamp Thuis bij de Heer

Noveengebed op voorspraak van de Zalige Paus Johannes Paulus II. Parochietour 2013

OPENING VAN DE VIERING

Eucharistieviering van 30 juni 2013 Dertiende zondag door het jaar (C)

Bespreken Zondag 26 en 27

Uitvaart voorbede Voorbeeld 1.

Over de website en de boodschappen

GELOOFSGEMEENSCHAP SINT-JACOBUS LICHTERVELDE GELOOFSGEMEENSCHAP SINT-HENRICUS TORHOUT

PROTOCOL voor UITVAARTEN in de R.K.EMMAÜSPAROCHIE van de NOORDOOSTPOLDER

Eucharistieviering van 17 maart 2013 Vijfde zondag van de veertigdagentijd

21 februari 2012 mochten we samen vieren in de Basiliek van Sint Pieter

UITVAARTBELEID SINT ANNA

22 SEPTEMBER 2011 ANIMATOREN OV GROENHOVE GEMEENSCHAPPELIJKE ZIEKENZALVING

Een leer met gezag. PAROCHIE IN HERZELE HOUTEM 4 de zondag door het jaar (B) januari 2018

BISDOM GENT DECREET TOT VASTSTELLING VAN DE TARIEVEN EN VERGOEDINGEN VOOR KERKELIJKE DIENSTEN

GODSDIENST: Processie en schrijn

BRIEF VAN DE NEDERLANDSE BISSCHOPPEN (2008) OVER DE VIERING VAN HET SACRAMENT VAN DE EUCHARISTIE

BEGRAVEN. of CREMEREN? Vrije Evangelische Gemeente Heerde. Pastorale Handreiking 7

De Uitvaartdienst. (viering van Woord en Gebed) OPENINGSRITEN

Brief van de bisschoppen van de Nederlandse kerkprovincie aan de priesters over de viering van het sacrament van de Eucharistie

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

Preek bij de uitvaart van monseigneur Bluyssen

(Deel van) Zijn Lichaam

Eucharistieviering van 11 mei 2014 Vierde Paaszondag - 51ste werelddag - roepingenzondag

Geachte en dierbare medewerkers in het pastoraat,

Voor een integrale en kerkelijke zorg bij sterven, uitvaart en rouw

BISDOM GENT DECREET TOT VASTSTELLING VAN DE TARIEVEN EN VERGOEDINGEN VOOR KERKELIJKE DIENSTEN

DIAKEN: VOOR DE WERELD, VAN DE KERK

Beleid betreffende rouw en uitvaart

SUGGESTIES VOOR EEN LAATSTE EUCHARISTIEVIERING IN EEN KERK OF KAPEL

VRAAGBAAK Vragen die veel gesteld worden en die in eerste instantie hieronder een antwoord of directe verwijzing vinden.

Trouwen voor de Kerk. een praktische wegwijzer. Deze praktische wegwijzer is een uitgave van de Interdiocesane Dienst voor Gezinspastoraal

STATUTEN VAN DE BAPTISTEN GEMEENTE ELIM te DRACHTEN

Wees barmhartig, zoals uw Vader.

Uitleg voor kinderen die gevormd willen worden. Voordat je informatie krijgt over het vormsel zelf is het wel handig om te weten wat een symbool is:

De geboden onderhouden, is trouw zijn aan God, maar het is evenzeer trouw zijn aan onszelf, aan onze ware natuur, en aan onze diepe aspiraties.

STATUTEN VAN DE BAPTISTEN GEMEENTE ELIM te DRACHTEN

PG-Sexbierum-Pietersbierum, zondag 15 mei 2014, ds. A.J.Wouda, Wit 6 e van Pasen 1 Petrus 3:14-22 doopdienst Ilse Froukje

Wie naar het altaar gaat, moet kennen goed en kwaad. Het één staat hem te wachten, het ander laat hij achter.

s-hertogenbosch en Rosmalen Parochieavonden

Eucharistieviering van 8 juni 2014 Pinksteren

Leidraad bij een kerkelijke uitvaart in een Woord- en gebedsviering

Eucharistieviering Derde zondag van de Veertigdagentijd 4 maart 2018 Oud-katholieke parochie van de heilige Georgius, Amersfoort

Eucharistieviering. m.m.v. Taizé-jongerengroep Amersfoort. Vijfde zondag van Pasen. 24 april 2016

Parochie Sint Christoffel Het sacrament van de wijding

Doopviering. Ik doop je in de naam van de vader en de zoon en de heilige geest

Betreft: visie en voorstel op parochie als gemeenschap van gemeenschappen van de locatieraad en pastoraatgroep HH Cosmas en Damianus, Abcoude

VOORBEELD-GEBEDEN. Veel succes ermee. Inhoudsopgave

Eucharistieviering Tweede zondag van de Veertigdagentijd 21 februari 2016 Oud-katholieke parochie van de heilige Georgius, Amersfoort

Eucharistieviering Tweede zondag van de Advent 7 december 2014 Oud-katholieke parochie van de H. Georgius, Amersfoort

Dit boekje wordt u aangeboden door. de Protestantse gemeente te Menaam

Pastorale School - toelichting op de taakmodules Leren Pastorale School - toelichting op de taakmodules Vieren Pastorale School - toelichting op de

Transcriptie:

EEN PASTORAAL-LITURGISCHE BELEIDSNOTA VOOR PRIESTERS, DIAKENS EN BETROKKEN GELOVIGEN LITURGISCHE DOCUMENTATIE 4

EEN PASTORAAL-LITURGISCHE BELEIDSNOTA VOOR PRIESTERS, DIAKENS EN BETROKKEN GELOVIGEN LITURGISCHE DOCUMENTATIE 4

KERKELIJKE UITVAART IN HET BISDOM ROERMOND EEN PASTORAAL-LITURGISCHE BELEIDSNOTA VOOR PRIESTERS, DIAKENS EN BETROKKEN GELOVIGEN 1

2

TEN GELEIDE De dood van een geliefde medemens is wel de indrukwekkendste gebeurtenis die iemand kan overkomen. De ervaring van gemis, van het defi nitieve afscheid, vaak op momenten waar men er helemaal niet op is voorbereid, raakt de ziel. Het overvalt mensen en roept vragen op zoals: Hoe moet het nu verder? Waar is hij of zij? Waarom is dit gebeurd? Dit moment van verdriet is een moment bij uitstek om troost te bieden. De Kerk beschouwt deze cruciale momenten van iemands leven dan ook als gelegenheden waarop zij zoveel mogelijk nabij wil zijn: in begeleidingsgesprekken, in afscheidsvieringen, in momenten van verwerking, in hulp om een nieuw leven op te bouwen. Haar diepste steun ondervindt zij daarbij van de boodschap van het eeuwig leven, voorzegd en voorgeleefd door de gestorven en verrezen Jezus Christus, waardoor het perspectief van de dood wezenlijk anders is geworden. Zijn leven en boodschap hebben een enorm rijke lading en bieden de mogelijkheid de dood uiteindelijk niet slechts te zien als een defi nitief afscheid, maar als een tijdelijke scheiding, als een overgang naar een nieuw leven, bij God. De Kerk heeft als opdracht en uitdaging deze intens vredevolle boodschap op een zo effectief mogelijke wijze aan zoveel mogelijk mensen te communiceren. Ze geldt immers niet slechts de direct betrokkenen, maar ook allen die uit meeleven de familieleden willen bijstaan en uiting willen geven aan hun sympathie en betrokkenheid. 3

De mogelijkheid daartoe bestaat met name bij de verschillende vieringen, waar ook veel mensen bij aanwezig zijn die de kracht van het Evangelie niet meer ervaren. Deze diensten mogen dan ook een pastorale prioriteit bezitten. De aanleiding tot deze nota is het veranderde levensgevoel en de gewijzigde geloofsbeleving van de moderne mens en de daarop aangepaste pastoraal-liturgische dienstverlening van de Kerk. Concrete aanbevelingen worden hierbij gedaan inzake pastoraal-liturgische oriëntaties en beleidslijnen voor nu en voor de toekomst. Opdat velen de kracht van Christus kruis en verrijzenis zullen ervaren. 4

BEWUST KIEZEN Wel of niet kiezen voor een kerkelijke uitvaart? Bij veel katholieken is deze vraag niet expliciet aan de orde. Wanneer iemand overlijdt, benaderen de nabestaanden de priester of diaken in de parochie met de vraag de uitvaart zo goed mogelijk te regelen. En dat is ook goed. Het is immers de opdracht van de Kerk om overleden gelovigen biddend uitgeleide te doen en rouwenden nabij te zijn. Toch verdwijnt meer en meer de vanzelfsprekendheid van de kerkelijke liturgie en neemt de bekendheid ervan af. Daarom is het goed in te gaan op de betekenis van de kerkelijke uitvaart, zodat we weten wat we eigenlijk vieren. De uitvaart binnen de katholieke kerk is een Paasviering. Als geloofsgemeenschap vertrouwen we onze dierbare overledene aan God toe. Zonder dat het de pijn rond iemands overlijden kan wegnemen, troosten we elkaar in het vertrouwen dat God, die tijdens ons leven met ons mee is gegaan, ons ook door de dood heen zal vergezellen. Daarbij is de verrezen Heer ons grote voorbeeld: omwille van Zijn dood en verrijzenis, mogen wij vertrouwen dat God ook ons zal thuisbrengen en ons van schulden en zwakheden zal reinigen en bevrijden. Dit vieren we in de uitvaartliturgie. Het is iets heel kostbaars, daarom wil de Kerk er zorgvuldig mee omgaan. We spreken daarom over uitvaartliturgie en niet over een herinnerings- of afscheidsdienst. De meeste mensen in ons bisdom vragen om een Eucharistieviering, een H. Mis, waarna de overledene op het kerkhof begraven wordt of naar het crematorium wordt gebracht. In de voorbereiding van de uitvaartplechtigheid bespreken de directe nabestaanden hun persoonlijke wensen met de priester of diaken. Maar ook andere familieleden en vrienden spelen vaak een actieve rol bij de voorbereiding en de viering 5

van de uitvaartliturgie. Ook zij willen graag hun gevoelens van rouw en herinnering aan de overledene verwoorden en daar concreet uiting aan geven. De priester of diaken die de uitvaart regelt zal enerzijds de nabestaanden in hun moeilijke situatie begripvol tegemoet willen treden en anderzijds ook trouw willen zijn aan zijn kerkelijke taak. Hij zal met eerbied om willen gaan met de persoon van wie men afscheid neemt en tegelijkertijd met wijsheid de liturgie van de Kerk willen volgen. Deze brochure wil inzicht geven in de mogelijkheden die een kerkelijke uitvaart biedt. Tegenwoordig is het ook mogelijk om alleen een Woord- en gebedsviering te houden. Het is een passende en waardige kerkelijke uitvaart voor mensen die geen of weinig affi niteit met een Eucharistieviering hebben. Het is zinvol voor katholieken die kiezen voor een kerkelijke uitvaart om zich hiervan bewust te zijn. Praten over de dood en de uitvaart wordt vaak verdrongen en overgelaten aan de nabestaanden. Het zou goed zijn, indien mogelijk, tijdens dit leven het onderwerp te overdenken en te bespreken. Met deze nota volgen wij grotendeels de eerder uitgegeven nota van het bisdom s-hertogenbosch met een aantal voor ons bisdom relevante aanpassingen, alsmede ook de verwijzing naar het indult van de H. Stoel van 18 december 2003 voor ons bisdom. Voor de gelovigen in ons bisdom zullen de voor hen belangrijkste delen worden opgenomen in een aparte folder. Moge deze beleidsnota, allereerst bedoeld voor priesters, diakens, 6

betrokken gelovigen en uitvaartondernemers, bijdragen tot een waardige en troostvolle viering van het Paasmysterie bij gelegenheid van de uitvaart van onze gelovigen. maart 2005, + Frans Wiertz bisschop van Roermond. 7

8

I. WAT VERSTAAT DE KERK ONDER UITVAART OF UITVAARTPLECHTIGHEDEN? De inleiding op het rituale van de uitvaartliturgie zegt hierover het volgende: 1 In de liturgie van de uitvaart van haar kinderen viert de Kerk vol vertrouwen Christus paasmysterie, opdat zij die door het doopsel aan de gestorven en verrezen Christus gelijkvormig zijn geworden, met Hem door de dood overgaan tot het leven. Dit houdt in dat zij naar de ziel gereinigd moeten worden en met de heiligen en uitverkorenen ten hemel zullen worden opgenomen, terwijl zij naar het lichaam de gelukkige vervulling verwachten van hun hoop: de komst van Christus en de verrijzenis van de doden. Daarom brengt de Kerk voor de overledenen het eucharistisch offer van Christus sterven en verrijzenis en spreekt zij voor hen ten beste, opdat wat voor sommigen geestelijke hulp betekent aan anderen de troost van de hoop schenkt op grond van de onderlinge gemeenschap van alle ledematen van Christus. 2 Gezien de verschillende gebruiken overal ter wereld, omvat de hier volgende orde van dienst voor de uitvaart van volwassenen drie modellen: a het eerste model voorziet in drie bijeenkomsten: in het huis van de overledene, in de kerk en op het kerkhof; b het tweede model kent slechts twee samenkomsten: in de kapel van de begraafplaats en bij het graf; 9

c het derde model heeft één enkele bijeenkomst: in het huis van de overledene. 3 Het eerste model komt geheel overeen met dat van het vroegere Rituale Romanum. Dit model omvat gewoonlijk, althans in de samenleving buiten de steden, drie bijeenkomsten, nl.: in het huis van de overledene, in de kerk en op het kerkhof met daartussen twee processies. Deze processies zijn evenwel, met name in grote steden, òf weinig gebruikelijk, òf om verschillende redenen minder wenselijk; van de andere kant zijn de priesters vaak niet in staat de bijeenkomsten in het huis van de overledene en op het kerkhof te leiden vanwege hun beperkt aantal en de grote afstand van de kerk naar het kerkhof. Om deze redenen moet men de gelovigen ertoe brengen om, als er geen priester of diaken aanwezig kan zijn, zelf de betreffende gebeden en psalmen te bidden; indien dit niet mogelijk is, komen de bijeenkomsten in het huis van de overledene en op het kerkhof te vervallen. 4 Overeenkomstig het eerste model omvat de samenkomst in de kerk gewoonlijk de uitvaartmis, die alleen tijdens het Triduum sacrum, op hoogfeesten, op de zondagen van de advent, veertigdagentijd en paastijd niet is toegestaan. Indien echter, om pastorale redenen, de uitvaart in de kerk plaats heeft zonder Eucharistieviering (welke, zo mogelijk, op een andere dag moet volgen), moet er altijd een dienst van het woord gehouden worden, zodat de bijeenkomst in de kerk altijd deze dienst van het woord omvat alsmede de plechtigheid die vroeger absoute heette en nu de naam draagt van laatste aanbeveling ten afscheid. 10

5 Het tweede model behelst slechts twee samenkomsten: op het kerkhof, en wel in de kapel van de begraafplaats en bij het graf. Dit model voorziet niet in een Eucharistieviering. Deze heeft evenwel plaats in afwezigheid van het lichaam van de overledene, vóór of na deze uitvaart. 6 De uitvaartplechtigheid volgens het derde model, die in het huis van de overledene plaatsheeft, kan op sommige plaatsen weinig zinvol lijken, doch is in bepaalde gebieden een vereiste. Vanwege de verscheidenheid van omstandigheden wordt hier met opzet niet over details gesproken. Toch leek het wenselijk minstens enkele aanwijzingen te geven, zodat er ook in dit geval elementen gemeenschappelijk zijn met de andere modellen, b.v. wat betreft de dienst van het woord en de plechtigheid van de laatste aanbeveling ten afscheid. Voor het overige kunnen de bisschoppenconferenties regelingen treffen. 7 Wanneer men in een land overeenkomstig het nieuwe Romeinse rituaal particuliere ritualen gaat samenstellen, kan de bisschoppenconferentie de drie modellen van uitvaart behouden, de volgorde veranderen of één of twee modellen weglaten. Het kan immers voorkomen dat in een bepaald land uitsluitend één model, b.v. het eerste met drie samenkomsten, gebruikelijk is en als zodanig moet behouden blijven, met uitsluiting van de twee andere; in een ander land echter kunnen alle drie de modellen nodig zijn. Daarom moet de bisschoppenconferentie, met het oog op de plaatselijke behoeften, de nodige voorzieningen treffen. 11

8 Na de uitvaartmis volgt de plechtigheid van de laatste aanbeveling ten afscheid van de overledene. Deze plechtigheid heeft niet de betekenis van een zuivering (deze komt immers veeleer tot stand door het eucharistisch offer), maar van een afscheid, een laatste vaarwel, door de christengemeenschap aan de overledene als medechristen gebracht, voordat diens lichaam wordt uitgedragen en begraven. Want ofschoon de dood een zekere scheiding betekent, kunnen de christenen, die als ledematen van Christus in Christus één zijn, toch nooit door de dood worden gescheiden. Het is de taak van de priester deze plechtigheid met enkele woorden in te leiden en te verklaren; na enige ogenblikken van stilte volgen dan de besprenkeling en bewieroking en een afscheidsgezang, dat vanwege zijn inhoud en melodie niet alleen door allen behoort gezongen te worden, maar ook voor allen het hoogtepunt moet betekenen van deze plechtigheid. Ook de besprenkeling, die herinnert aan de opname in het eeuwig leven door het doopsel en de bewieroking waarmee het lichaam van de overledene als tempel van de heilige Geest geëerd wordt, kunnen als een afscheidsgebaar worden beschouwd. Deze plechtigheid van de laatste aanbeveling ten afscheid kan alleen plaats vinden als onderdeel van de uitvaart, d.w.z. alleen wanneer het lichaam van de overledene aanwezig is. 9 Aan degenen die om crematie van hun lichaam gevraagd hebben moet de kerkelijke uitvaartplechtigheid toegestaan worden, tenzij vaststaat dat zij crematie hebben verlangd op grond van beginselen die in strijd zijn met de christelijke levensopvatting (vgl. de Instructie van de Congregatie van het heilig Offi cie over de crematie, van 12

8 mei 1963, nrs. 2-3). De uitvaartplechtigheden verrichte men volgens het ter plaatse gebruikelijke model, zonder evenwel te verhelen dat de Kerk de voorkeur geeft aan het gebruik de lichamen van de overledenen te begraven, zoals de Heer zelf begraven wilde worden. In geval van crematie vermijde men het gevaar van ergernis of verwarring bij de gelovigen. Hetgeen bij de begrafenis geschiedt in de kapel van de begraafplaats of bij het graf, kan nu plaats vinden in het crematorium; als er geen andere geschikte plaats is, kan men hiervoor de aula van het crematorium gebruiken, mits het gevaar van ergenis of godsdienstige onverschilligheid vermeden wordt. 13

14

II. WIE HEBBEN RECHT OP EEN KERKELIJKE UITVAART? Recht op een kerkelijke begrafenis 1) hebben alle katholieke gelovigen en catechumenen (vgl. cc. 1176 1; 1183 1), behalve zij die publiek gekend zijn als personen die door geloofsafval, ketterij of schisma met de Kerk gebroken hebben, alsmede degenen die crematie verkiezen om redenen die met het christelijk geloof in strijd zijn, en andere manifeste zondaars aan wie de kerkelijke uitvaart niet toegestaan kan worden zonder publieke ergernis van de gelovigen. De kerkelijke uitvaart van deze personen moet geweigerd worden tenzij zij voor hun dood enige tekenen van berouw gegeven hebben (c. 1184 1). Bij twijfel dient men de bisschop of vicaris te raadplegen en zich te houden aan diens beslissing (c. 1184 2). Als een kerkelijke uitvaart niet wordt toegestaan, moet ook elke uitvaartmis worden geweigerd (c. 1185), maar er mogen wel missen voor deze overledene worden opgedragen. Deze normen laten ruimte; men mag een welwillende interpretatie toepassen. Bij zelfdoding bijvoorbeeld kan volgens deze bepalingen gewoonlijk een kerkelijke uitvaart worden toegestaan. Hetzelfde geldt ingeval euthanasie is gepleegd. 2) De bisschop of de vicaris kan toestaan dat ongedoopte kinderen kerkelijk worden begraven als de ouders het kindje hadden willen laten dopen (c. 1183 2). Een toestemming die men in ons land gewoonlijk kan veronderstellen. 1) De tekst van dit hoofdstuk is ontleend aan: J. Hendriks, Kerkelijk Recht, Oegstgeest 1998, pag. 134. 2) Zie hiervoor verderop onder Kerkelijke uitvaart bij euthanasie of zelfdoding. 15

Soms wordt voor een niet-katholiek om een kerkelijke uitvaart gevraagd, meestal door de katholieke nabestaanden. De bisschop of de vicaris kunnen een kerkelijke uitvaart toestaan als de overledene gedoopt was en geen bedienaar van diens eigen gemeenschap beschikbaar is en op voorwaarde dat dit niet tegen de wens van de overledene ingaat (c. 1183 3). De ordinaris kan tevens de begrafenis van een niet-katholieke christen op het katholieke kerkhof toestaan (OD 137 met c. 1183 3). Bovendien is toegestaan dat voor een niet-katholiek een Heilige Mis wordt opgedragen, maar dan wordt in het eucharistisch gebed diens naam niet genoemd. Een misintentie voor niet-katholieken mag dus worden aangenomen. Als een kerkelijke uitvaart niet is toegestaan, mag men nog wel een mis voor de intentie van de overledene opdragen. In het Romeinse missaal wordt de term missa exsequialis alleen gebruikt voor de eigenlijke uitvaartmis, niet voor andere vieringen voor overledenen, zoals jaardiensten. Een heilige mis, waarbij uitdrukkelijk wordt gezegd dat de viering als zeswekendienst of jaardienst wordt gehouden, is toegestaan. Voor wat de keuze van een begraafplaats betreft, gelden ongeveer dezelfde normen als voor de plaats van de uitvaart: de gelovigen moeten worden begraven op het kerkhof van de parochie, tenzij door de overledene zelf of diens nabestaanden wettig een ander kerkhof is gekozen (c. 1181 1). Men mag de begraafplaats vrij kiezen, tenzij dit door het recht wordt belet (c. 1180 2). Wanneer bijvoorbeeld de ruimte op een kerkhof beperkt is, kunnen overledenen van buiten de parochie worden geweerd op basis van een bepaling in het wettig goedgekeurde kerkhofreglement. De bedienaar dient het graf op de in de begrafenisliturgie voorgeschre- 16

ven wijze te zegenen, wanneer de lichamen van gelovigen niet op een katholiek kerkhof of een katholiek gedeelte van een burgerlijke begraafplaats (kunnen) worden begraven (c. 1240 2). Ten aanzien van de vergoeding die voor een uitvaart wordt gevraagd houde men zich aan de richtlijnen van de bisschoppen van de kerkprovincie of - zolang die er niet zijn - aan de wettige gewoonten van het diocees. Regelmatig publiceren de bisdommen tarieven. Maar iemand die het (eigenlijk) niet betalen kan, mag op geen enkele manier benadeeld worden door toch een vergoeding te eisen of de uitvaart minder goed te verzorgen (c. 1181). DE KERKELIJKE UITVAART BIJ EUTHANASIE OF ZELFDODING ALGEMEEN Een apart punt van aandacht vormt de kerkelijke uitvaart van iemand die van plan is zijn leven te (laten) beëindigen en het ook daadwerkelijk laat uitvoeren. Het gaat hierbij niet om het gedenken van een overledene of het bidden voor diens zielenheil. Dit kan uiteraard altijd geschieden. Bij een kerkelijke uitvaart gaat het over al hetgeen hoort tot de gewone publieke eredienst rond het afscheid nemen van een overledene: de avondwake, de uitvaartliturgie (Eucharistieviering, woord- en communiedienst of gebedsviering), de absoute in de kerk en bij het graf. Evenals bij het ontvangen van de sacramenten is er ten aanzien van de kerkelijke uitvaart sprake van een grondrecht dat de gelovige als gedoopte 17

heeft. Dit behoort dan ook steeds het richtinggevend uitgangspunt te zijn. Euthanasie gaat echter in tegen de kerkelijke leer inzake het respect voor het menselijk leven (KKK nrs. 2276-2279); Evangelium Vitae nrs. 64-67). Weigering van een kerkelijke uitvaart is in het kerkelijk recht met strikte voorwaarden omgeven (vgl. cc 1184-1185). Canon 1184 noemt een aantal gevallen, waarin een kerkelijke uitvaart geweigerd moet worden, tenzij betrokkene vóór de dood enig teken van berouw heeft getoond. In de onderhavige problematiek van euthanasie is een belangrijk punt de gesteldheid van de gelovige, welke ook richtinggevend was in het voorafgaande gedeelte over de bediening van de sacramenten. Hier geldt eveneens dat het onmogelijk is in abstracto kant en klare oplossingen aan te reiken voor alle eventuele moeilijke vragen die zich kunnen voordoen. In lijn met C.I.C. c. 184 2 geven de bisschoppen in het onderstaande enkele concrete richtlijnen voor de wijze waarop men met deze vragen dient om te gaan. Vóór het overlijden Niet zelden treffen mensen die weten dat ze gaan sterven, daarvoor tevoren een regeling. Daar is op zich niets tegen.een moeilijkheid doet zich echter voor wanneer iemand te kennen heeft gegeven dat hij of zij binnenkort zijn of haar leven op verzoek zal laten beëindigen en daarom afspraken over de uitvaart wil maken. Men zal op zo n verzoek niet kunnen ingaan, omdat dat instemming met de euthanasie of hulp bij zelfdoding zou kunnen suggereren. Na het overlijden In het algemeen kan zich hier nog een andere moeilijkheid stellen, namelijk wanneer van iemand ná diens overlijden bekend wordt dat hij of zij door euthanasie of hulp bij suïcide is gestorven. Ook in die situatie kan het houden van een kerkelijke uitvaart het christelijk getuigenis omtrent 18

de waarde van het leven verdoezelen. Er bestaat dan het risico van publieke ergernis, in die zin dat de indruk zou kunnen ontstaan dat de Kerk met euthanasie of suïcide akkoord ging. Daarom is in genoemde situatie het verlenen van medewerking aan een kerkelijke uitvaart niet op zijn plaats, tenzij daar een zwaarwegende reden voor zou zijn dien vanwege de geheimplicht niet kan worden meegedeeld. Vanzelfsprekend ligt de kwestie ook anders, wanneer de levensbeëindiging buiten medeweten of zonder instemming van betrokkene heeft plaatsgevonden. Toelichting Bij dit alles dient men nog het volgende te bedenken. Een verzoek tot euthanasie of hulp bij suïcide kan zijn ingegeven, doordat iemand door de angst voor het overlijden is overweldigd. In dat geval gaat het om een slechts gedeeltelijk vrijwillige keuze, waarvoor betrokkene geen volledige verantwoordelijkheid draagt. Van oudsher heeft men een kerkelijke uitvaart gegund aan mensen die zichzelf in een bepaalde gemoedstoestand het leven hadden benomen, dit niettegenstaande een verbod op een kerkelijke uitvaart voor hen die suïcide hadden gepleegd. Zo zegt de Katechismus van de Katholieke Kerk (nrs. 2282-2283): Zware psychische storingen, angst of ernstige vrees voor beproevingen, lijden of foltering, kunnen de verantwoordelijkheid van degene die zichzelf doodt verminderen. Men moet niet wanhopen met betrekking tot de eeuwige zaligheid van mensen die zichzelf gedood hebben. God kan, langs wegen die Hij alleen kent, ervoor zorgen dat ze nog een kans krijgen op een heilbrengend berouw. De kerk bidt dan ook voor degenen die zich het leven hebben benomen. De meerderheid van de mensen die suïcide pleegt, handelt in een situatie waarin zij niet beschikt over het normale gebruik van de rede 19

en daarom niet ten volle verantwoordelijk is voor haar daad. Dit ligt anders bij die mensen die vanwege een fysieke aandoening verzoeken om euthanasie of medische hulp bij suïcide. Omdat zij als regel over het normale gebruik van de rede beschikken, tenzij dit door medicijnen wordt bemoeilijkt, geldt hier een andere afweging. Zij zijn in principe verantwoordelijk voor hun verzoek. Voor hen bestaat de mogelijkheid om menswaardig te sterven in overeenstemming met de leer van de Kerk door gebruik te maken van adequate palliatieve zorg. Het lijden aan een ernstige, ongeneeslijke, lichamelijke ziekte kan echter invloed hebben op de psyche. Ook al is het oordeelsvermogen dan op zich intact, toch kan het voorkomen dat mensen kiezen voor euthanasie of medische assistentie bij suïcide doordat zij door angst en stress bevangen zijn. Dit kunnen factoren zijn die de innerlijke vrijheid beperken en daardoor de verantwoordelijkheid van betrokkenen verminderen. Wanneer er aanwijzingen zijn dat de keuze voor euthanasie of hulp bij suïcide niet volledig in vrijheid is gedaan, kan men op basis van een prudente afweging van alle faktoren die in het geding zijn zo nodig in overleg met de ordinarius loci (vgl. c. 1184 2) een kerkelijke uitvaart toegestaan. Uit de nota: Pastoraal rond het verzoek om euthanasie of hulp bij zelfdoding, Handreiking voor studie en bezinning, Utrecht, jan. 2005 20

III. EEN UITVAART TIJDENS EEN EUCHARISTIEVIERING? Een kerkelijke uitvaart is zeer rijk aan symboliek: in woord, zang en rituele handelingen. Wanneer de overledene aankomt in de Kerk, wordt deze besprenkeld met wijwater. Dit verwijst naar het doopsel. Een kruis wordt meegedragen voor de kist. Het kruis is niet alleen het teken van de dood, maar tegelijk ook het overwinningsteken. Christus is immers verrezen uit zijn graf. De overledene wordt geplaatst tussen kaarslicht en het licht van de brandende Paaskaars. Dat licht verwijst naar het leven met Christus. Een passend openingswoord geeft de overledene een plaats in ons midden en geeft aan wie er aanwezig zijn. Het geeft ruimte voor het uiten van gevoelens van verdriet, maar ook van hoop. Na gebed horen we lezingen uit de Heilige Schrift: God is geen God van doden, maar van levenden. In de preek zal vooral blijken dat God een God van liefde is, die uiteindelijk zal voltooien wat hij concreet in de overleden persoon begonnen is. In gebed (de voorbede) vraagt de gemeenschap, dat de overledene nu bij God mag leven. Na deze zogeheten viering van het Woord begint de dienst van het altaar. Dit is het meest intieme deel van de Eucharistieviering. 21

Christus komt in ons midden onder de gedaante van brood en wijn. Wanneer we de H. Communie ontvangen, treden we in gemeenschap met de Verrezen Heer en met de Kerk van hemel en aarde. Voordat we de overledene uitdragen, bidden we en besprenkelen we het lichaam met wijwater en bewieroken het. Tenslotte leggen we het lichaam van de overledene in de aarde op een begraafplaats of verassen we het in een crematorium. We geloven dat de overledene in de handen van de levende God is. 22

IV. EUCHARISTIEVIERING OF WOORD- EN GEBEDSVIERING? Een uitvaart tijdens een Eucharistieviering is de meest gekozen vorm, wanneer er een priester beschikbaar is. Het is aan te bevelen, daar waar mogelijk de Eucharistie te vieren, omdat de Eucharistie de bron én het hoogtepunt van het kerkelijk leven is. Wanneer er alleen een diaken beschikbaar is, wordt er geen Eucharistieviering maar een Woord- en gebedsviering gehouden, zonder uitreiking van de H. Communie. Een Woord- en gebedsviering is een passende en volwaardige kerkelijke uitvaart voor mensen, die geen of weinig affi niteit met een Eucharistieviering hebben. Een priester kan overigens ook voorgaan in een Woord- en gebedsviering. De keuze voor een Eucharistieviering, waar de H. Communie wordt uitgereikt, veronderstelt dat de overledene en diens familie binding met het eucharistisch leven van de Kerk hebben. Het ontvangen van de H. Communie is niet vanzelfsprekend. Deelname is mogelijk voor hen die katholiek zijn en leven in overeenstemming met de Rooms- Katholieke Kerk. De Kerk gedenkt de overledene overigens altijd in een Eucharistieviering, bijvoorbeeld op de zondag na de uitvaart. De naam van de overledene wordt dan expliciet genoemd tijdens de viering. Maar het is dus niet noodzakelijk een Eucharistieviering en uitvaart op hetzelfde moment te houden. 23

De Kerk voorziet in de mogelijkheid om alleen op het kerkhof of in het crematorium een viering te houden. Daarin leest de priester of diaken altijd een lezing uit de H. Schrift (de Bijbel) voor, houdt hij een korte homilie (preek) en viert de Laatste Aanbeveling ten Afscheid. Hij verwijst daarbij naar de Eucharistieviering op de zondag waarin de overledene herdacht wordt. Een viering die alleen op het kerkhof of in het crematorium plaatsvindt, behoort dus tot de mogelijkheden. Het mag echter geen Eucharistieviering zijn of een viering waarbij de H. Communie wordt uitgereikt. De Kerk geeft de voorkeur aan een viering in een kerkgebouw, dat toch juist is gebouwd en bedoeld voor de eredienst en het gebed. Als onderdeel van de kerkelijke uitvaartplechtigheden is er op de vooravond van de uitvaart vaak een avondwake. Zo mogelijk wordt deze gehouden in het huis van de overledene. Deze heeft dan de vorm van een Woord- of gebedsviering. Soms worden ook de vespers (het zogeheten getijdengebed) gelezen of gezongen. Men kan het rozenkransgebed bidden of een meditatieve viering houden. Het is eveneens mogelijk een gebedsviering te houden in het mortuarium, waar de overledene opgebaard ligt. Zo n gebedsviering gaat dan vooraf aan de uitvaartplechtigheid zelf. Lekengelovigen kunnen volgens een indult van de H. Stoel aan de Nederlandse bisschoppen van 18 december 2003 en met uitdrukkelijke toestemming van de diocesane bisschop, onder een aantal voorwaarden, op de begraafplaats en in de kerk een gebedsdienst (avondwake) leiden, wanneer er geen gewijde bedienaar kan zijn, maar de volgende dag wel de (zie pag. 39) H. Eucharistie gevierd wordt, of 24

een Woorddienst gehouden wordt als uitvaart onder leiding van een gewijde bedienaar. Bovendien kunnen zij ook een dienst van het Woord leiden als uitvaart, als er geen gewijde bedienaar beschikbaar is en dit de enige uitvaartplechtigheid is die er gehouden wordt. Voor de beide soorten vieringen zal landelijk een rituaal worden uitgegeven en wachten wij de nadere uitwerking af van de Nederlandse bisschoppenconferentie. Een apart punt van aandacht is het drukken van de rouwkaarten. Dit verloopt meestal via de uitvaartverzorger voordat er contact is geweest met de parochie. De neutrale uitdrukking uitvaartviering verdient op dat moment de voorkeur boven Eucharistieviering ten afscheid of plechtige requiemmis. U kunt dan nog altijd kiezen uit een Eucharistieviering of Woord- en gebedsviering in het kerkgebouw of een Woord- en gebedsviering uitsluitend op het kerkhof of in het crematorium. 25

26

V. DE ROL VAN DE PRIESTER, DIAKEN EN LEKEN BIJ EEN UITVAART Een uitvaartviering wordt altijd verzorgd door een priester of diaken. Wanneer in een parochie een priester én een diaken beschikbaar zijn, dan maken zij samen een globale verdeling van de vieringen. Wie de beurt heeft, legt het eerste contact met de familie van de overledene en is ook meestal de celebrant. Wanneer de familie de voorkeur geeft aan een priester vanwege de Eucharistieviering, dan blijft de diaken doorgaans de contacten met de familie onderhouden, doet de nazorg, verzorgt ook de homilie en gaat mee naar het kerkhof. De priester beperkt zich dan tot het celebreren in de Eucharistieviering. Wanneer in een parochie alleen een diaken beschikbaar is, dan is een Woord- en gebedsviering de aangewezen vorm voor een viering. Is er een reële vraag bij de nabestaanden voor een Eucharistieviering, dan zal de diaken zo mogelijk een priester inschakelen (verantwoordelijk parochiepriester of priester uit de buurt). De diaken verzorgt dan de overige taken, zoals hierboven al beschreven. Wanneer er echt geen priester beschikbaar is en de nabestaanden willen vanuit een diep geloof in de H. Eucharistie niet alleen een Woord- en gebedsviering, dan kan de diaken in de uitvaartviering ook de H. Communie uitreiken (Woord- en communieviering). Hij wijst er dan tevens op, dat er in de nabije toekomst een Eucharistieviering ter nagedachtenis aan de overledene wordt gehouden. 27

Nu het aantal gewijde bedienaren (priesters en diakens) terugloopt en het aantal uitvaarten toeneemt door de vergrijzing, maar het aantal kerkelijke uitvaarten afneemt, dient zich de vraag aan of anderen dan gewijde bedienaren uitvaarten kunnen voorbereiden en zelfs leiden. Het gaat dan om lekengelovigen met een zending van de bisschop. Om aan lekengelovigen te kunnen toestaan dat zij namens de Kerk uitvaartplechtigheden mogen leiden in geval van een noodsituatie is verlof nodig van de Heilige Stoel te Rome. Onder bepaalde voorwaarden is dit verlof voor Nederland toegestaan. Het leiden van uitvaarten is echter kerntaak van de gewijde bedienaar. Lekengelovigen kunnen wel een belangrijke rol als contactpersoon namens de parochie vervullen. Het gaat hierbij om een nieuwe vrijwilligerstaak, na vorming en zending door de bisschop. Deze man of vrouw vertegenwoordigt de priester of diaken die de uitvaart leidt bij de nabestaanden. Deze contactpersoon kan onder meer het rouwbezoek doen, het bidprentje samenstellen en de uitvaart regelen. Hij of zij assisteert de priester of diaken in de uitvaart door het openingswoord uit te spreken. Met de inzet van deze contactpersonen namens de parochie is het ook beter mogelijk een priester of diaken van een andere parochie in te schakelen. In ons bisdom is er vooralsnog geen groot gebrek aan gewijde bedienaren. Daarom is het niet nodig om het onlangs door Rome uitgegeven indult in dit opzicht voor ons bisdom toe te passen, met uitzondering van de avondwake. 28

VI. WELKE MOGELIJKHEDEN ZIJN ER OM DE KERKELIJKE VIERING PERSOONLIJKE RITUELEN MEE TE GEVEN? De katholieke uitvaartliturgie heeft een eigen vaststaand patroon. Dit bestaat uit een rijk palet aan symbolen: in woord, zang en rituelen. De priester of diaken is hiervan goed op de hoogte en wordt verondersteld hier zorgvuldig en waardig mee om te gaan. U ziet dit terug in diverse houdingen welke de priester of diaken aanneemt. Daarnaast kent de uitvaartliturgie vele rituelen: de in- en uittocht van de overledene, het gebruik van (kaars)licht, wijwater en wierook. Al deze rituelen geven uitdrukking aan het geloof dat gevierd wordt. Dat deze rituelen een vaststaand patroon kennen, wil niet zeggen dat er geen ruimte is voor aanvullende rituelen. We geven u diverse mogelijkheden, welke gelden voor zowel Eucharistievieringen als Woord- en gebedsvieringen. - Het ontsteken van de kaarsen rond de baar door directe nabestaanden, familieleden en vrienden. Het licht neemt men van de reeds brandende Paaskaars, die het symbool is van de verrezen Christus en die verwijst naar het eeuwig leven. - Een openingswoord, dat geen in memoriam is, maar een inleiding op de viering van het mysterie. - Het plaatsen van een bescheiden karakteristiek voorwerp (bijvoorbeeld een foto) op of dichtbij de kist van de overledene. Het is niet de bedoeling dat dit voorwerp op het altaar of de ambo wordt geplaatst. Het altaar wordt uitsluitend voor de viering van de H. Eucharistie gebruikt. 29

- Het kiezen van passende teksten uit de Heilige Schrift in een voor de liturgie goedgekeurde vertaling. De priester of diaken kan u hierbij van dienst zijn. Vaak is er discussie over het willen gebruiken van niet-bijbelse teksten. Deze passen echter niet binnen de kerkelijke liturgie, omdat ze er niet eigen aan zijn. De Kerk vraagt haar keuze in deze te respecteren. - Het uitzoeken van de liederen in samenspraak met de priester of diaken. a) Willen zang en teksten een eenheid vormen, zoals dat de liturgie eigen is, dan getuigen de gezangen en liederen van geloof in God, de Schepper en Behoeder van het leven en van het vertrouwen in Christus, de Verrezen Heer, die ons naar het eeuwig leven leidt. Bij de keuze van liederen en gezangen is het ook belangrijk, dat deze gezongen worden waar ze thuis horen in de liturgie, als openings-, tussen-, offerande-, communie- of slotzang. b) Levende liturgie vraagt immers om levende muziek en zang, door mensen ten gehore gebracht als eredienst aan de levende God. Een van de belangrijkste vernieuwingen van de liturgie sinds het Tweede Vaticaans Concilie is verder ook de actieve deelname van de gelovigen aan de Eucharistieviering. Samen bidden en zingen zijn daar de belangrijke uitingen van. Liever eenvoudige gezangen dan toekijken is dè stelregel; samenzang heeft de hoogste voorrang. Koorzang moet 30

dan ook ten dienste van de volkszang staan: het koor kan dus vóórzingen en uiteraard als koor zingen tijdens de bereiding van de gaven en tijdens de communie, vóór de laatste aanbeveling ten afscheid en bij de uittocht. Dat is de achtergrond en de reden waarom cd-muziek niet in de liturgie thuis hoort, evenmin als kunstbloemen of electrische kaarsen. c) Indien samenzang niet mogelijk is, verdient het de voorkeur om de zang door een koor te laten uitvoeren. Als dit niet beschikbaar is, kan een cantor (voorzanger) of orgelmuziek een goed alternatief zijn om levende muziek ten gehore te brengen. - Het zelf samenstellen van het gebed van de gelovigen, waarin de persoonlijke omstandigheden van de overledene en diens familie aan bod komen, is zeer aan te bevelen. De priester of diaken zal graag helpen bij een stijlvolle formulering ervan. - Persoonlijk slot- of dankwoord, of een gedicht vóór de laatste aanbeveling. 31

32

VII. MOGELIJKHEDEN OP DE BEGRAAFPLAATS Wanneer allen zich bij de ingang van het kerkhof hebben verzameld, trekt de begrafenisstoet in processie naar het graf. Wanneer de afstand tot het graf niet te groot is, kan de kist het beste gedragen worden door familie en vrienden. Het is een waardiger gebaar van nabijheid en piëteit en sprekender dan het rijden van de kist. Bij het graf zelf, wanneer het eigenlijke begrafenisritueel plaatsvindt, zijn er belangrijke niet-verbale rituelen waaraan ook de nabestaanden direct deel kunnen hebben. In overleg met de uitvaartverzorger kunnen nabestaanden de kist laten zakken in het graf. Dit ritueel beantwoordt aan een oerbeleving met een christelijke betekenis: Als de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, zal hij niet tot leven komen. Iedereen kan vervolgens persoonlijk afscheid nemen door een kruisje met wijwater te maken over de baar. Dit laatste kan uiteraard ook wanneer de kist vooralsnog boven de aarde blijft. 33

34

VIII. VEEL GESTELDE VRAGEN EN ANTWOORDEN 1. Is het nodig dat alle aanwezigen tijdens een uitvaartmis ter communie gaan? Het communiceren in de Eucharistie is een uitdrukking van de verbondenheid met Christus en Zijn Kerk. Niet iedereen deelt in deze verbondenheid. Vanuit de Kerk wordt gevraagd: het Doopsel en lidmaatschap van de katholieke kerk het geloof in de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in de Eucharistie en het vrij zijn van zware zonden. Het is daarom niet zonder meer vanzelfsprekend, dat alle aanwezigen ter communie gaan. Veelal zal de priester voor de communie de betekenis ervan kort uitleggen en wijzen op de mogelijkheid om te blijven zitten. 2. Hoe gaat het als er iemand overlijdt in een verzorgingsof verpleeghuis? Avondwaken en uitvaarten van bewoners van verzorgings- of verpleeghuizen met een eigen kapel vallen onder verantwoordelijkheid van de pastoor van de parochie. Wanneer de bisschop voor een dergelijk huis een eigen priester heeft benoemd, dan heeft deze verlof om zelf een en ander te regelen vanuit de kapel. De parochiekerk ís en blijft de eerst aangewezen kerk voor de kerkelijke uitvaart. Daar is of was het thuis van de parochianen, ook wanneer zij in een verzorgingshuis verblijven. Verder getuigt het van respect, wanneer de kinderen indien zij zelf niet meer gelovig of praktiserend zijn de wens van hun ouders respecteren als zij om een kerkelijke uitvaart gevraagd hebben. 3. Moet ik altijd bij de parochie zijn voor een uitvaart? 35

Een christelijke rouwkaart en rouwadvertentie zouden een kruis mogen bevatten en enkele (bijbel)teksten welke een christelijke geest ademen. Hedentendage komt het vaak voor dat nabestaanden zelf het bid- of gedachtenisprentje opstellen of dit doen in overleg met de priester, diaken of vertegenwoordiger van de parochie. Een bidprentje brengt de relatie van de overledene met Christus en Zijn Kerk tot uitdrukking en nodigt uit tot gebed. Men kan daartoe bijvoorbeeld een tekst uit de bijbel, een gebed of religieus gedicht nemen. Het is dan ook passend dat dit bidprentje tijdens de uitvaartplechtigheid wordt uitgereikt. Gezien de eigen aard van het gedachtenisprentje kan dit wellicht beter buiten de liturgie uitgedeeld of toegezonden worden. Het is vanzelfsprekend, dat op het bidprentje of gedachtenisprentje, alsook op het grafmonument, geen afbeeldingen of teksten worden geplaatst, welke in strijd zijn met het katholieke geloof. 7. De overledene was niet (meer) praktiserend katholiek en gaf te kennen dat hij/zij geen kerkelijke uitvaart wilde, maar de nabestaanden vragen of een bedienaar van de Kerk een gebed wil uitspreken op het kerkhof of crematorium. Is dit mogelijk? Wanneer de overledene geen kerkelijke uitvaart wenste, is het goed dit te respecteren. Een priester, diaken of leek kan wel als privé-persoon een gebed uitspreken, maar doet dit dan niet in liturgische kleding. 8. Is een priester of diaken verplicht mee te gaan naar het crematorium? 36 Wanneer een kerkelijke uitvaartviering heeft plaatsgevonden in

Iedere gedoopte hoort tot een parochie en is daar geregistreerd. Die uitvaart kan plaatsvinden hetzij in de parochie waar de persoon woont of in een andere gekozen parochie. De uitvaart verloopt dus via die parochie. Veelal krijgt de overledene een tijdlang een kruisje met zijn naam in de kerk en wordt voor hem/haar gebeden met Allerzielen (2 november) en wordt zijn/haar naam aangetekend in het kerkelijk overlijdensregister. 4. Kan ik ook een bevriende priester of diaken inschakelen buiten de parochie om? Wil de familie een bevriende priester of diaken inschakelen, dan dient deze te overleggen met de pastoor van de parochie. Dit geldt ook, wanneer er geen viering in de kerk plaatsvindt, maar alleen op het kerkhof of in het crematorium. 5. Ik ben niet-christen, ik hoef geen kerkelijke uitvaart en ook geen priester of diaken, maar kan ik wel een kerkgebouw huren of gebruiken voor een uitvaart? Voor katholieken is het kerkgebouw een gewijde plaats, bestemd voor de eredienst. Het is daarom in strijd met het karakter van een kerkgebouw om het te gebruiken voor een niet-christelijke afscheidsviering. Het gebouw kan daarom niet ter beschikking worden gesteld aan niet-christenen. De bisschop kan wel verlof verlenen aan een christelijke gemeenschap, die zelf geen kerkgebouw heeft of wier gebouw te klein is om een uitvaart te doen plaatsvinden in een r.-k. kerkgebouw. 6. Wat kan ik het beste op een christelijke rouwkaart, rouwadvertentie en bid/gedachtenisprentje zetten? 37

een r.-k. kerkgebouw kan de priester of diaken meegaan naar het crematorium. Dit is echter niet noodzakelijk, wanneer de laatste aanbeveling ten afscheid al heeft plaatsgevonden in de kerk. De nabestaanden kiezen er ook vaak zelf voor om zonder priester of diaken naar het crematorium te gaan. 9. Wat te doen met de as van een overledene? Het is wettelijk sinds kort mogelijk de as overal uit te strooien. Maar gelovigen wordt aanbevolen de as te begraven en bij te zetten in een bestaand graf of urnengraf. 10. Uitvaart en financiën, hoe zit het daarmee? Een parochie krijgt geen geld van de overheid of het bisdom. Ze fi nanciert haar gebouw en medewerkers uit eigen middelen, conform fi nanciële regelingen van het bisdom. Gelovigen die gebruik maken van de diensten van de parochie (uitvaart, huwelijk, misintenties en dergelijke) worden geacht daar een vergoeding tegenover te stellen. De opbrengst van de collecte tijdens een uitvaart komt ten goede aan de parochie en kan niet worden aangewend voor andere goede doelen. 11. Ik heb nog een vraag die in deze brochure niet beantwoord wordt. Aan wie kan ik die het beste stellen? U kunt daarvoor terecht bij de vicaris voor de liturgie en kerkmu- 38

ziek, tel. 0475-334997. 39

40

APPENDIX CONGREGATIE VOOR DE GODDELIJKE EREDIENST EN DE REGELING VAN DE SACRAMENTEN Prot. N. 1205/01/L Zijne Eminentie Kardinaal Adrianus Simonis Aartsbisschop van Utrecht Voorzitter van de Nederlandse Bisschoppenconferentie Nederland Vaticaan, 18 december 2003 Eminentie, Naar aanleiding van uw vriendelijk schrijven van 31 mei 2001 (Prot. n. BK 01875/ajb) waarmee U, Eminentie, aan de Congregatie voor de goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten het verzoek van de Nederlandse Bisschoppenconferentie deed toekomen om het indult lekengelovigen te mogen afvaardigen om uitvaarten te leiden overeenkomstig nr. 19 van de Praenotanda van de Ordo Exsequiarum, heeft de Congregatie de studie over dit onderwerp kunnen afsluiten. 41

Na langdurig overleg met U, Eminentie, met de conferentie en met Zijne Excellentie Mgr. Antonius Lambertus Maria Hurkmans, bisschop van s-hertogenbosch en voorzitter van de Liturgische Commissie van de Conferentie, verleent deze Congregatie in overeenstemming met de praktijk van dit Dicasterie aan elke diocesane bisschop als lid van de Nederlandse Bisschoppenconferentie de bevoegdheid om in zijn eigen bisdom lekengelovigen af te vaardigen om kerkelijke uitvaartplechtigheden te leiden. Aan deze bevoegdheid zijn zekere voorwaarden verbonden, waaraan voldaan moet worden in de afzonderlijke bisdommen. Het decreet dat deze bevoegdheid verleent, en de boven vermelde voorwaarden zijn bij deze brief gevoegd. Met alle beste wensen en gebed, verblijf ik, oprecht de Uwe in Christus, Francis Card. Arinze (prefect) + Dominicus Sorrentino (secretaris) 42

CONGREGATIE VOOR DE GODDELIJKE EREDIENST EN DE REGELING VAN DE SACRAMENTEN Prot. N. 1205/01/L Nederland Op aanvraag van Zijne Eminentie Adrianus Johannes Kardinaal Simonis, voorzitter van de Nederlandse Bisschoppenconferentie, in zijn brief van 31 mei 2001, krachtens de bevoegdheden toegekend door Paus Johannes Paulus II aan deze Congregatie, staan wij zeer gaarne toe, dat in de Nederlandse bisdommen wegens ernstige pastorale noodzaak, bij gebrek aan een bevoegde bedienaar, christengelovige leken die door de plaatselijke Ordinarius zijn afgevaardigd, kerkelijke uitvaartplechtigheden mogen leiden naar de norm van de Praenotanda van de Ordo Exsequiarum, nr. 9, met uitzondering van wat aan de diaken en priester is voorbehouden, met inachtneming evenwel van de voorwaarden die aan dit decreet zijn toegevoegd. Dit alles geldt, niettegenstaande welke tegengestelde bepalingen dan ook. Uit de gebouwen van de Congregatie voor de goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten, 18 december 2003. Franciscus Card. Arinze (Prefect) + Dominicus Sorrentino (Aartsbisschop secretaris) 43

44

CONGREGATIE VOOR DE GODDELIJKE EREDIENST EN DE REGELING VAN DE SACRAMENTEN Prot. N. 1205/01/L VOORWAARDEN VOOR DE TOEPASSING VAN DE BEVOEGDHEID die de afzonderlijke diocesane bisschoppen van Nederland toestaat lekengelovigen af te vaardigen om als buitengewone bedienaren kerkelijke uitvaartplechtigheden te leiden 1. De gehele liturgie staat onder de verantwoordelijkheid van de diocesane bisschop als herder van het bisdom en als leider van de liturgische praktijk (C.I.C., can. 835, 1 en 838, 1 en 4). 2. Onder het gezag van de bisschop en te zijner ondersteuning participeren de priesters van het bisdom in het dienstwerk van de bisschop als gewone bedienaren van de liturgie, evenals de diakens (C.I.C. can. 835, 2 en 3). Deze grondbeginselen zijn ook van kracht voor de viering van de kerkelijke uitvaartriten. 3. De instructie Ecclesiae de mysterio zegt het volgende: In de huidige omstandigheden van voortgaande ontkerstening en vervreemding van de religieuze praxis, kan het moment van de dood en de uitvaart soms een van de meest geschikte pastorale gelegenheden zijn voor een direct contact tussen gewijde bedienaar en gelovigen die gewoonlijk niet praktiseren. 45

communie-uitreiking, of soms zelfs kiest voor een liturgie van het woord in plaats van de viering van de H. Mis. In zo n geval dienen de intenties voor de overledenen minstens ingevoegd te worden in de zondagse eucharistieviering. 6. In geval van werkelijke pastorale noodzaak mag de diocesane bisschop gebruik maken van de bevoegdheid - verleend door de Apostolische Stoel aan de Nederlandse Bisschoppenconferentie - om ook lekengelovigen af te vaardigen om kerkelijke uitvaartplechtigheden te leiden ( Praenotanda van de Ordo Exsequia-rum, nr. 19). Zo n pastorale noodzaak doet zich voor, wanneer er een werkelijke afwezigheid is van gewijde bedienaren (Instructie Ecclesiae de mysterio, Praktische bepalingen, art. 12). Het komt bovendien aan de diocesane bisschop toe om te beslissen of er al dan niet een geval van pastorale noodzaak bestaat, en er daarom gebruik moet worden gemaakt van de bevoegdheid als antwoord op het verzoek van de pastoor. De bisschop dient zijn beslissing te baseren op het aantal overledenen die gedurende de laatste vijf jaar in die parochie een kerkelijke uitvaart hebben gekregen en op het aantal gewijde bedienaren, beschikbaar binnen het gebied. 7. Enkel in geval van volledige afwezigheid van gewijde bedienaren kan de bisschop gebruik maken van de bovenvermelde bevoegdheid. Bovendien dienen de daartoe gedelegeerde lekengelovigen te functioneren onder de leiding van de bisschop, priesters en diakens. 8. Van dezelfde bevoegdheid kan door de bisschop gebruik worden gemaakt, ook wanneer er een gewijde bedienaar in de parochie 46

Bijgevolg is het wenselijk dat, ook ten koste van opofferingen, de priesters en diakens persoonlijk de uitvaartplechtigheden leiden volgens de lofwaardigste lokale gebruiken, om op passende wijze te bidden voor de overledenen en ook om de familie nabij te zijn; en de gelegenheid te benutten om op passende wijze het evangelie te verkondigen (Interdicasteriële instructie Ecclesiae de mysterio, Praktische bepalingen, art. 12). De uitvaart-riten zijn daarom een kostbare gelegenheid voor de kerk om zich in te zetten voor de evangelisatie, omdat zij een gelegenheid bieden om het evangelie te verkondigen in zulke bewogen menselijke situaties als dood en de uitvaartplechtigheid. 4. Daarom blijven uitvaartplechtigheden toevertrouwd aan de priesters en diakens die actief betrokken zijn in het dienstwerk in het bisdom en onder het gezag van de diocesane bisschop. 5. Al het mogelijke moet gedaan worden om ervoor te zorgen, dat een priester of een diaken beschikbaar is. Dit kan met zich mee brengen dat de bestaande organisatie herzien wordt door een beroep te doen op de hulp van priesters met emeritaat of door toename van het aantal permanente diakens. Bovendien moet alles gedaan worden om te verzekeren dat de Heilige Mis wordt gevierd (Encycliek Ecclesia de eucharistia, nr. 33), niet enkel in het algemeen, maar ook als onderdeel van de uitvaartplechtigheden. Wanneer niet-praktiserende katholieken, andere christenen of niet-gelovigen betrokken zijn bij een uitvaart, kan het de voorkeur verdienen dat de priester - overeenkomstig de situatie en de richtlijnen van de bisschop - een monitio uitspreekt voorafgaand aan de 47

waarneembaar te blijven in de praktijk van elke dag. 11. Degenen die voor deze functie bestemd zijn, moeten een geëigende doctrinaire, liturgische en spirituele opleiding ontvangen met het oog op hun taak in de Kerk (Instructie Ecclesiae de mysterio, Praktische bepalingen, art. 12). De vorming moet de klemtoon leggen op de supplementaire aard van hun activiteit, en dat - wanneer een priester of diaken beschikbaar is - deze de uitvaart moet leiden. 12. Bij de afsluiting van de vorming zal de bisschop te kennen geven dat de kandidaat zijn of haar functie op zich neemt. Dit kan plaatsvinden in een liturgische viering buiten de Heilige Mis, waarbij de persoon gezegend wordt door de bisschop of zijn gedelegeerde. Op geen enkele wijze mag de zegening of aanstelling gelijken op een wijding. 13. Een kerkelijke uitvaart onder leiding van een lekengelovige bestaat overeenkomstig de liturgische boeken uit: a) De staties op de begraafplaats en - ter aanvulling - bij het gebed in de kerk ( Ordo Exsequiarum, Praenotanda, nr. 19; De uitvaartliturgie, Inleiding, nr. 19), telkens wanneer een gewijde bedienaar ter plaatse aanwezig is, maar wegens gelijktijdige pastorale verplichtingen niet beschikbaar kan zijn om in een gegeven situatie een uitvaart te leiden, indien er ook een Heilige Mis of de liturgie van het Woord zal zijn voor de uitvaart in de kerk, onder leiding van de priester of de diaken (vgl. nr. 5). 48

aanwezig is, maar wegens gelijktijdige pastorale verplichtingen niet beschikbaar kan zijn om in een gegeven situatie een uitvaart te leiden. 9. De pastoor moet voorbeeldige lekengelovigen kiezen uit de gelovigen van de parochie om aan de bisschop voorgedragen te worden om afgevaardigd te worden voor het leiden van kerkelijke uitvaarten. Deze lekengelovigen dienen de sacramenten van de christelijke initiatie te hebben ontvangen, standvastig te zijn in de deelname aan de zondagsmis, in oprechte communio te leven met de paus en de bisschoppen, een christelijke getuigenis te geven door hun geloof en hun persoonlijk leven en gezinsleven, in overeenstemming met de morele leer van de Kerk, en zij dienen evenwichtig te zijn en in staat om de vereiste cursussen te volgen. Bij hun voordracht aan de bisschop moet de pastoor de doopen vormselbewijzen meesturen en - indien van toepassing - een trouwbewijs vergezeld van een schriftelijke verklaring ten aanzien van bovengenoemde voorwaarden. 10. Het verdient de voorkeur dat pastorale werkers en pastorale assistenten hun eigen specifi eke verantwoordelijkheden voortzetten, vooral met betrekking tot pastorale bijstand. Het is niet goed, zowel vanuit het standpunt van de sacramentele orde, als voor de pastorale werkers en pastorale assistenten zelf, wanneer alle aanvullende en tijdelijke functies die lekengelovigen mogelijk kunnen vervullen, in hen geculmineerd worden. Dit zou enkel verwarrend zijn voor hun eigen verantwoordelijkheden en bovendien het huidige priestertekort toedekken. Dit constante tekort dient duidelijk 49