7. Verbindingswoorden 1

Vergelijkbare documenten
7. Verbindingswoorden 1. kī dat. mitᵓammęṣęt vastbesloten. dȧwid David. yyišmaᶜ. en David hoorde dat Nabal dood was.

ו יּ ל א ישׁ מ בּ ית ל ח ם [1] Ruth 1:1

5. De naamwoordelijke zin

מ ע נ ה א ה י ק ד ם Dt. 33:27 [1]

14. Samengestelde verbale elementen

4. Functies van de werkwoordsvormen in de werkwoordelijke zin

11. Gebruik en plaats van voornaamwoordelijke elementen. [1] Pred. 2:1 (vgl. 2:15, 3:18) ᵓȧmartī ik sprak. ᵓănī ik. ᵓănī ik.

2. Werkwoordelijke zinnen

8. Verbindingswoorden 2: ו asyndetische constructies

ע ד כּ ל וֹת ק צ יר ה שּׂ ע ר ים וּק צ יר ה ח טּ ים [1] Ruth 2:23

13. Gebruik van de samengestelde naamwoordelijke elementen

12. De opbouw van de samengestelde naamwoordelijke elementen

12. De opbouw van de samengestelde naamwoordelijke elementen

Inhoud תורה בראשית שמות ויקרא במדבר דברים. Tora. Neviiem Risjoniem Vroege Profeten יהושע שופטים. Neviiem Acharoniem Late Profeten

בּ ימ י שׁ פ ט ה שּׁ פ ט ים [1] Ruth 1:1

Omer, stappenteller naar een brilliant karakter

1 onroerend goed. 1 verplaatsen. 1 zal verloren gaan. 1 bezitting. 1 capabel, in staat tot. 1 opgeven, infinitivus pi'el.

ו יּ פּ ל אַב ר ם ע ל פּ נ יו ו י ד בּ ר א תּוֹ אל קים ל אמ ר: 3

Bamidbar & Shawoeot Kaaskoek, Torah en Hemelse Discussies

OVERZICHT VAN GODS MOADIEM

Metsora Jouw woorden kunnen opbouwen of verwoesten

Wajechie 'Wees sterk en laten wij onszelf versterken!'

Dit werd de negende keer al dat G-d op de proef werd gesteld. Kon Hij of kon Hij niet voor het Joodse volk in de woestijn zorgen?

DE ONVRUCHTBARE SARA EN HET VERBOND

Exegese Oude Testament

Pekoedee Belletjes en granaatappels vol betekenis

Offers toen en nu. Halve shekel. Kie Tiesa Hoe meer je geeft, hoe rijker je wordt

Eindhoven - Steen 16

Schacharit Morgengottesdienst Mincha Nachmittaggottesdienst Maariw Abendgottesdienst Kabbalat Schabbat Schabbat-Empfang Rosch Chodesch Neumond

SJABBAT SJALOM. Overzicht Haäzinoe (Dewariem 32:1-52) Haftara parasjat Haäzinoe (Sjmoeël II, 22:1-51) Sjabbat Weekblad voor Nederland

De lekkernijen en het brood, wat ze had klaargemaakt, gaf ze haar zoon Jacob in de hand.

Acharee Mot Het leven 'na de dood', een kogel in onze vrijheid geschoten

SJABBAT SJALOM. Sjabbat Weekblad voor Nederland. Het Soekot feest (Loofhuttenfeest) valt dit jaar op 3 tot 11 oktober (buiten Israël)

כ אי ל ת ע ר ג ע ל-א פ יק י-מ י ם כ ן נ פ ש י ת ע ר ג א ל יך א ל ה ים. א ל ה ים In deze les houden we ons bezig met

SJABBAT SJALOM. Sjabbat Weekblad voor Nederland

ãéåã úëñ úáéùé Yeshiva Sukkat David

BESHALACH HOUD VOL EN JE VIJANDEN ZULLEN MEEHELPEN JE DOEL TE BEREIKEN

Bereisjiet / Genesis - Hoofdstuk 16

SJABBAT SJALOM. Overzicht Parasjat Re ee (Devariem 11:26 16:17) Haftara Parasjat Re ee (Jesjaja 54:11-55:5) Door Reuben Ebrahimoff

HOOGTEPUNTEN VAN DE HAFTARA

Er is Geen Rechtvaardiging voor het foutief vertalen van namen van individuen! Door: Abo Karim El-Marakshy

SJABBAT SJALOM. Sjabbat Weekblad voor Nederland

Psalm 79, een aanklacht

Geen verbond, geen genade

SJABBAT SJALOM. Overzicht Parasjat Bereisjiet (Genesis 1:1-6:8) Haftara van Parasjat Bereisjiet Jesjajahoe 42:5-43:10. Sjabbat Weekblad voor Nederland

Shavuot Wekenfeest - Viering

psalm 78 1 x 1.1 waarom deze psalm de laatst resterende

JUDAICA BULLETIN. PSALMEN - SCHEPPING - RUTH Van de redactie

SJABBAT SJALOM. Haftara Bo (Jeremiahoe 46:13-28) Sjabbat Weekblad voor Nederland

Doen en begrijpen, de weg van het ervaren alle cursieve Bijbelteksten zijn gebaseerd op de Herziene Statenvertaling

SJABBAT SJALOM. Overzicht Parasjat Wajjisjlach (Bereisjiet 32:4-36:43) O. De Haftara voor Parasjat Wajjisjlach Ovadja, 1:1-21

Het Boek Genesis. Inhoud. Genesis... 2 Literatuur... 2 Naam... 2 Tijd... 2 Namen van God in

Installeren van het Hebreeuwse lettertype en toetsenbord.

SJABBAT SJALOM. Overzicht Parasjat Wajjesjev. Motsai Sjabbat (zaterdagavond) is de eerste avond van Chanoeka. Haftara Wajjesjev (Amos 2:6-3:8)

Lech Lecha Wat sjouw jij allemaal mee op reis?

SJABBAT SJALOM. HOOGTEPUNTEN VAN HAFTARA WAJJETSEE door: Reuven Gavriel ben Nissim Ebrahimoff

Noach Regen en kou, toch inspiratie

Les 3 כ אי ל ת ע ר ג ע ל-א פ יק י-מ י ם כ ן נ פ ש י ת ע ר ג א ל יך א ל ה ים. elohim élechá ta'arog nafschi kén al-afiqéj-majim ta'arog kê'ajjál

Cursus Pesach 3 e avond

SJABBAT SJALOM. Kedosjiem (Leviticus 19:1-20:27)

SJABBAT SJALOM. Overzicht Parasjat Waëra (Exodus 6:2-9:35) De Haftara voor Parasjat Waëra (Jechezkel 28:25-29:21)

psalm 79 1 x 1.1 waarom deze psalm zomaar: nog te doen

hertaling: MONTSERRAT hertaling: VANDERPLOEG hertaling: TROMP hertaling: JSP hertaling: NET

EEN SEXTANT VOOR EEN TAALSPECIALIST

Parashat: וירא Wajera En Hij verscheen ' Alleen HaShem kan beloften vervullen'

Op bladzijde 14 staat een korte uiteenzetting over de zogeheten troostformule :

Uitgebreider versie van de bijdrage aan:

Shelach Israel, here we come!

'Uit welke bron leef jij?'

KI TAVO. Joods Messiaanse Gemeente Beit Nitzachon

Woord vooraf PRINSJESDAG BEGINT IN DE GROTE KERK

Giemel Ik ben Uw dienaar; bewaart U mij,

יונה עם פירוש ומדרש יונה

JONA EN HET GEHEIM VAN GODS GENADE

HEBREEUWSE BIJBEL. Rechters. Commentaar voor Bijbelstudie, onderwijs en prediking DR. K. SPRONK

XIII Israël Meerdere volken in een land (II, Moab) XIII Israël Meerdere volken in een land (II, Moab)

Wat hield dat verbond in?

SJABBAT SJALOM. Sjabbat Weekblad voor Nederland HOOGTEPUNTEN VAN DE HAFTARA

SJABBAT SJALOM. Parasjat Mattot-Masei (Bamidbar 30:2-36:13) M. De Haftara voor Parasjat Matot-Masei. Sjabbat Weekblad voor Nederland

Journaal van de begrafenissen op Zeeburg, Stadsarchief 714: 2115

CONFRONTATIE MET DE WERKELIJKHEID

SJABBAT SJALOM. Sjabbat Weekblad voor Nederland * * *

De blijvende betekenis van de offerwetten. Presentatie

Tazria Ultiem voorbeeld van positieve vrouwelijke discriminatie

'Reine handen en reine voeten'

SJABBAT SJALOM. Parasjat Sjoftiem (Devariem 16:18-21:9) Sjabbat Weekblad voor Nederland

Wie is Jezus, deel 2. les 5b FOLLOW

Preekschets over Psalm 19

SJABBAT SJALOM. Sjabbat Weekblad voor Nederland. קשׁ zegt de Ba al hatoeriem, is 707, gelijk aan die van תוֹ

SJABBAT SJALOM. Sjabbat Weekblad voor Nederland

het Journaal van de begrafenissen op Zeeburg,

BO INVULLING GEVEN AAN DE VRIJHEID DIE JE HEBT GEKREGEN

SJABBAT SJALOM. Sjabbat Weekblad voor Nederland. De Wekelijkse Haftara Door Reuben Ebrahimoff. Parasjat Beha alotecha (Zecharja 2:14-4:7

HOOGTEPUNTEN VAN DE HAFTARA

SJABBAT SJALOM. Kie Tavo (Deuteronomium 26:1-29:8) Sjabbat Weekblad voor Nederland. Een hardop gebed

Zijn Volk. ( כ כ וכ ב י) Gen 26:4 als de sterren aan de hemel. ( ב ל ל) Hos 7:8 met andere volken vermengd

SJABBAT SJALOM. Rosj Hasjana 5770 (zaterdag 19 en zondag 20 september) Kort Overzicht van Rosj Hasjana. Sjabbat Weekblad voor Nederland

Transcriptie:

7. Verbindingswoorden 1.א שׁ ר of כּ י, א ם Relaties tussen zinnen kunnen aangegeven worden met behulp van zinsinleidende woorden, zoals Verscheidene van deze woorden kunnen behalve een zin inleiden ook gebruikt worden om een enkel element in een zin in te leiden. Daarnaast zijn er ook vele gevallen waar deze woorden kennelijk hoofdzinnen inleiden. Daarom behandelen we in dit hoofdstuk de meest voorkomende coniuncties in al hun gebruiksmogelijkheden. Het gebruik van ו en de functie van de woordvolgorde bij zinsverbindingen komen in het volgende hoofdstuk aan de orde. Uit dit verschillend gebruik van de coniuncties mag men niet zonder meer concluderen het verschil tussen hoofd- en bijzinnen in het Klassiek Hebreeuws niet bestond. Ook in het Nederlands kunnen woordsoorten door elkaar lopen, zonder de spreker er moeite mee heeft. "Dat", bijzininleidend gebruikt kan worden fungeert natuurlijk ook als demonstratief. Wel concluderen we het verschil tussen hoofd- en bijzinnen in het Hebreeuws niet altijd eenvoudig is aan te wijzen. כּ י 1 A Een belangrijke functie van כּ י is de inleiding van een zin die in een groter geheel functioneert als was het een nominaal element. a. objectszin Zo vinden we bij werkwoorden die 'spreken', 'horen' en dergelijke betekenen, vaak een lijdend voorwerp bestaat uit een zin.כּ י die wordt ingeleid door Bijbels Hebreeuws, Syntaxis 7 1

ו תּ ר א כּ י מ ת א מּ צ ת ה יא ל ל כ ת א תּ הּ [1] Ruth 1:18 tterę zij zag mitᵓammęṣęt vastbesloten hī zij lęḵęt gaan ᵓittȧh met haar En zij zag ze vastbesloten was met haar mee te gaan. ו יּ שׁ מ ע דּ ו ד כּ י מ ת נ ב ל Sam. 25:39 [2] 1 yyišmaᶜ hij hoorde dȧwid David met hij stierf en David hoorde Nabal dood was. nȧḇȧl Nabal Direkte rede is in veel gevallen ook het lijdend voorwerp van een werkwoord, en kan dus ook door כּ י worden ingeleid. Soms kan men hier twijfelen of כּ י het zinsverbindende woord is dan wel het hoofdzin inleidende in hoofdstuk 16 aan de orde komt (zie ook daar voor een nadere opmerking over het volgende voorbeeld). ו תּ אמ ר נ ה לּ הּ כּ י א תּ נ שׁ וּב ל ע מּ [3] Ruth 1:10 ttōmarnǡ zij spraken lȧh tot haar "" ᵓittȧḵ met u nȧšūḇ wij zullen terugkeren lȧte lənaar En zij zeiden tot haar: "Wij willen met u terugkeren naar uw volk". ᶜammeḵ uw volk Bijbels Hebreeuws, Syntaxis 7 2

Het gebruik van כּ י in een situatie als deze is niet noodzakelijk en wanneer de objectszin met een vraagwoord begint zelfs onmogelijk, als in het volgende voorbeelden. ו יּ אמ ר מ י ה גּ יד [4] Gen 3:11 yyōmęr hij sprak mī wie higgīd hij hee bekend gemaakt En hij zei: "Wie hee bekendgemaakt " ו יּ אמ ר מ ה א תּ ן ל [5] Gen 30:31 yyōmęr hij sprak mǡ wat ᵓęttęn ik zal geven En hij zei: "Wat zal ik u geven?" lȧḵ aan u In de weinige gevallen waar כּ י מ ה of כּ י מ י samen aangetroffen wordt nemen we aan כּ י deel uitmaakt van de (objects)zin en versterkend is bedoeld, als in het volgende voorbeeld: ו יּ אמ ר ח ז הא ל כּ י מ ה ע ב דּ ה כּ ל ב כּ י... 8:13 Kon. [6] ii yyōmęr hij zei h ăzȧᵓel Hazael zeker mǡ wat ᶜaḇdəḵȧ uw knecht hade kkęlęḇ hond Hazael zei: "Wat is uw knecht toch anders dan een hond ". Bijbels Hebreeuws, Syntaxis 7 3

כּ י מ י יוּכ ל ל ת קּ ן א ת א שׁ ר ע וּ ת וֹ Pred. 7:13 [7] immers mī wie yūḵal hij kan ləom te taqqen recht maken ᵓet OBJ. REL. want wie kan recht maken, wat Hij krom gemaakt hee? ᶜiwwətō hij hee het krom gemaakt Ook wanneer de direkte rede met een ontkenning begint blijft כּ י achterwege. b subjectszin In bij voorbeeld een passieve omzetting van bovenstaand zinstype fungeert de י zin -כּ als onderwerp. ו יּ אמ ר א ל י וּ ד ע כּ י ב א ה ה א שּׁ ה ה גּ ר ן [8] Ruth 3:14 yyōmęr hij sprak ᵓal niet yiwwȧdaᶜ het worde bekend ḇȧᵓǡ zij kwam ᵓiššǡ vrouw hȧde hade ggoręn dorsvloer Hij zei: "Laat het niet bekend worden de vrouw naar de dorsvloer is gekomen". וּל שׁ א וּל ה גּ ד כּ י נ מ ל ט דּ ו ד [9] i Sam 23:13 ū- en ləaan šȧᵓūl Sjaoel huggad werd bekend gemaakt nimlat hij was ontkomen dȧwid David Bijbels Hebreeuws, Syntaxis 7 4

Het werd aan Sjaoel bekend gemaakt David ontkomen was. Een bijzonder geval van de subjectszin ingeleid door כּ י vinden we in de constructie ו י ה י gevolgd door een door כּ י ingeleide zin. Het is onjuist hier aan כּ י een temporele functie toe te kennen, zoals dikwijls gebeurt. De temporele functie ligt in het syntagma ו י ה י + nominaal element, terwijl כּ י slechts een volgende zin als het ware nominaliseert. ו י ה י כּ י ה קּ יפ וּ י מ י ה מּ שׁ תּ ה ו יּ שׁ ל ח [10] Job 1:5 yhī er was hiqqīp ū zij gingen rond yəmē dagen van mmištę feest Toen de dagen van feesten rond waren gekomen, zond hij hahet yyišlah hij zond c de subjectszin in een nominale constructie De met כּ י ingeleide zin kan ook het subject zijn van een nominale zin. Het gebruik in deze constructie is beperkt. In de gevallen waar het predicaat een adjectief is is de volgorde vaak predicaat + subject. ו ע תּ ה ט וֹב כּ י ת ה י ה לּ נוּ מ ע יר ל ע ז וֹר Sam. 18:3 [11] ii Bijbels Hebreeuws, Syntaxis 7 5

ᶜattǡ nu dan t ōḇ goed tihyę jij bent llȧnū voor ons ᶜīr de stad wəen mevanuit laom te Welnu, het is beter jij ons uit de stad te hulp kunt komen. ט וֹב ל גּ ב ר כּ י י שּׂ א ע ל בּ נ עוּר יו Klgl. 3:27 [12] t ōḇ goed ggęḇęr de man yiśśǡ hij neemt op ᶜol juk lavoor biin nᶜūrȧw zijn jeugd Het is goed voor de mens hij zijn juk in zijn jeugd draagt. מ ה בּ צ ע כּ י נ ה ר ג א ת א ח ינוּ Gen. 37:26 [13] ma wat bbęṣaᶜ voordeel nahărog wij vermoorden ᵓęt OBJ. ᵓȧh īnū onze broer Wat voor voordeel hebben we eraan we onze broer vermoorden ᶜzor helpen d adverbiale zin Zonder prepositionele inleiding kan כּ י gebruikt worden om een zin in te leiden die een reden of oorzaak aangeeft, te vertalen met "om" of "want". Ook in dit geval kan men spreken van een nominaliserende functie van י,כּ dan een element inleidt dezelfde functie heeft in het grotere geheel als een adverbiale uitdrukking. In het Nederlands levert het gebruik van "om" een volgende bijzin op, terwijl "want" gevolgd wordt door een hoofdzin. Voor het Hebreeuws is dit onderscheid hier niet te maken aangezien de woordvolgorde in de zin niet verandert op grond van de keuze voor hoofd- of bijzin. כּ י komt in deze Bijbels Hebreeuws, Syntaxis 7 6

functie erg vaak voor. We geven enkele voorbeelden: a redengevend: גּ א ל ל א תּ ה א ת גּ א לּ ת י כּ י ל א אוּכ ל ל ג א ל [14] Ruth 4:6 gəᵓal los ləḵȧ voor jezelf ᵓattǡ jij ᵓęt OBJ. gəᵓullȧtī mijn te lossen erfdeel want lō niet ᵓūḵal ik kan gᵓol lossen Treed jij maar als losser op van wat ik moet lossen, want ik kan niet als losser optreden Treed jij maar als losser op van wat ik moet lossen, om ik niet als losser kan optreden. ו יּ אמ ר ה נ נ י כּ י ק ר את ל י [15] i Sam 3:6 yyōmęr hij zei hinənī hier ben ik want qȧrǡtȧ u hebt geroepen Hij zei: "Hier ben ik, want u hebt mij geroepen". lī mij ו יּ אמ ר שׁ מוּא ל דּ בּ ר כּ י שׁ מ ע ע ב דּ [16] i Sam. 3:10 lite yyōmęr hij sprak šəmūᵓel Sjmoeël dabber spreek want šomeaᶜ luisterend en Sjmoeël zei: spreek want uw knecht luistert. ᶜaḇdęḵa uw knecht b consecutief: Bijbels Hebreeuws, Syntaxis 7 7

מ י א נ כ י כּ י א ל א ל פּ ר ע ה Ex. 3:11 [17] mī wie ᵓȧnoḵī ik ᵓeleḵ ik zal gaan ᵓęl naar parᶜō Farao Wie ben ik ik naar de Farao zou gaan g temporeel Men neemt veelal aan כּ י ook gebruikt kan worden als inleiding van een temporele zin, maar de voorbeelden zijn gering in aantal en vaak niet eenduidig. כּ י נ ע ר י שׂ ר א ל ו א ה ב הוּ וּמ מּ צ ר י ם ק ר את י ל ב נ י Hos. 11:1 [18] toen naᶜar kind yiśraᵓel Israel ᵓōhăḇehū ik beminde hem u- en mmiṣrayim Egypte qȧrǡtī ik riep wȧen miuit litot ḇnī mijn zoon Toen Israel een kind was heb ik hem lief gekregen en ik heb mijn zoon uit Egypte geroepen Deze vertaling is mogelijk, maar vanwege de verbinding van de eerste en de tweede zin met behulp van ו zijn we eerder geneigd in de eerste zin een hoofdzin te zien ingeleid met het versterkende י :כּ Ja, Israel was echt een kind, en ik heb hem lief gekregen en... d concessief Bijbels Hebreeuws, Syntaxis 7 8

In een aantal gevallen is het noodzakelijk het inleidende כּ י concessief te vertalen. י ל נ א א ד נ י בּ ק ר בּ נוּ כּ י ע ם ק שׁ ה ע ר ף ה וּא Ex. 34:9 [19] yelęḵ ga nǡ toch ᵓădonȧy Heer qirbenū ons midden hoewel ᶜam volk qəšē hard ᶜoręp nek Heer, ga toch in ons midden, ook al is het een hardnekkig volk hū hij Deze vertaling is zeer goed te verdedigen, merk echter op vrijwel alle klassieke vertaling hier redengevend vertalen. NBV heeft echter "ook al", terwijl ook de Willibrord-vertaling in deze richting denkt. Soms is het voor de interpretatie van bekende teksten een lastig probleem, zo bij voorbeeld in het volgende voorbeeld. [20] Gen. 8:21 lō niet ᵓosip ik voeg toe qallel vloeken ל א א ס ף ל ק לּ ל... בּ ע ב וּר ה א ד ם כּ י י צ ר ל ב ה א ד ם ר ע מ נּ ע ר יו ᶜăḇūr wille ᵓȧdȧm mens hoewel yeṣęr neiging leḇ hart ᵓȧdȧm mens raᶜ slecht bəin ləte baom hȧde hȧde mivanaf Ik zal niet vervloeken vanwege de mens, ook al is de neiging van het hart de mens slecht vanaf zijn jeugd nnəᶜurǡw zijn jeugd Ook hier lijkt de concessieve vertaling voor de hand te liggen, maar alle klassieke vertalingen, en ook NBV en Willibrord, geven "om" of een equivalent. De concessieve vertaling is o.a. te vinden in de grammatica van Nat-Koopmans. Bijbels Hebreeuws, Syntaxis 7 9

De met כּ י ingeleide zin afhankelijk van een prepositie. Dit zinstype treffen we ook aan op de plaats van een door een prepositie of een ander substantief geregeerd woord. In de verbinding van כּ י met een voorafgaand voorzetsel is de functie van כּ י ook weer de nominaliserende, terwijl de functie van de genominaliseerde zin ten opzichte van de hoofdzin door de prepositie wordt uitgedrukt. ע ל כּ י ע שׂ וּ א ת ה ר ע Richt. 3:12 [21] ᶜal vanwege ᶜȧśū zij deden ᵓęt OBJ hȧhet raᶜ kwaad, om zij het kwade deden. ו יּ בּ פּ ל שׁ תּ ים ע ד כּ י י ג ע ה י ד וֹ Sam. 23:10 [22] ii yaḵ hij sloeg baonder de ppəlištīm Filistijnen ᶜad tot yȧgəᶜǡ hij werd moe yȧdō zijn hand Hij op de Filistijnen in, tot zijn hand moe werd. tot; = ע ד כּ י : עד om; = י ע ן כּ י : יען preposities: komt in deze constructie voor voorafgegaan door de volgende כּ י = in plaats van het feit. Al תּ ח ת כּ י : תחת ; = als gevolg van het feit ע ק ב כּ י : עקב om; = ע ל כּ י : על deze verbindingen komen minder dan tien keer voor. Bijbels Hebreeuws, Syntaxis 7 10

B כּ י als hoofdzin inleidend element. Het van oorsprong demonstratieve element geeft aan er met de zin die volgt als geheel iets specifieks aan de hand is. Gaat het om een op zich staande zin, dan heeft כּ י nog zijn demonstratieve betekenis, meestal op te vatten als versterking. Vaak is dit gebruik goed herkenbaar om er geen andere zin is waarmee כּ י verbonden kan worden, vgl. b.v. ו תּ אמ ר נ ה לּ הּ כּ י א תּ נ שׁ וּב ל ע מּ [23] Ruth 1:10 ttōmarnǡ zij zeiden llȧh tot haar zeker ᵓittȧḵ met u Wij gaan vast en zeker met u terug naar uw volk. nȧšūḇ wij zullen terugkeren lənaar ᶜammeḵ uw volk Om כּ י ook als inleiding van de direkte rede kan worden gebruikt, zou men hier kunnen twijfelen of het met het voorafgaande ו תּ אמ ר נ ה moet worden verbonden. Het gebruik van אמר verbonden met een direkte rede als object, maar zonder inleidend כּ י in de verzen 8, 11, 15, 16, 19 en 20 van hetzelfde hoofdstuk maakt dit minder waarschijnlijk. Ook het volgende voorbeeld laat zien hoe כּ י in direkte rede versterkend kan worden gebruikt. ו תּ אמ ר ר וּת ה מּוֹא ב יּ ה גּ ם כּ י א מ ר א ל י [24] Ruth 2:21 wa- ttōmęr rūt ha- mmōᵓăḇiyyǡ gam ᵓȧmar ᵓelay Bijbels Hebreeuws, Syntaxis 7 11

en zij zei Ruth de moabietische ook zeker hij sprak tot mij Ook hee hij duidelijk tegen mij gezegd In veel gevallen is het moeilijk vast te stellen of men te doen heeft met twee met behulp van כּ י verbonden zinnen, dan wel met twee losse zinnen waarvan er één met het versterkende כּ י begint, en het probleem ligt ook eerder op het vlak van het vertalen dan er in het Hebreeuws een werkelijk verschil zou zijn. Men vergelijke de twee vertalingen van het volgende voorbeeld. כּ י א ל א שׁ ר תּ ל כ י א ל [25] Ruth 1:16 immers ᵓęl naar REL teləḵī u gaat ᵓeleḵ zal ik gaan Ik zal zeker gaan naar waar u gaat. of:, want waar u heen gaat, daar zal ik heen gaan. Uit een dergelijk voorbeeld mag blijken het onderscheid tussen hoofd- en bijzinnen in het Hebreeuws anders ligt dan in het Nederlands en vaak ook niet te maken is. א שׁ ר 2 Evenals כּ י wordt ook א שׁ ר gebruikt om aan te geven de volgende zin in het grotere geheel als het ware de functie heeft van een nomen. In tegenstelling tot כּ י wordt het niet gebruikt om hoofdzinnen in te leiden. Bijbels Hebreeuws, Syntaxis 7 12

a betrekkelijke zinnen De belangrijkste functie van dit א שׁ ר is de aanduiding de volgende zin min of meer dezelfde rang heeft als een bijvoeglijk naamwoord, dus een bijvoeglijke zin, waarvoor in het Nederlands een relatieve bijzin wordt gebruikt. Zoals gewoonlijk in hetr Hebreeuws verandert de woordvolgorde in de zin niet wanneer א שׁ ר ervoor geplaatst wordt. א שׁ ר maakt zelf geen deel uit van de zin in kwestie, wat juist wel het geval is met de voornaamwoorden die in Europese talen betrekkelijke zinnen inleiden. Wanneer het antecedent in de bijzin fungeert als subject of object wordt over het algemeen niet naar het antecedent verwezen in de bijzin. ו ה בּ י ת א שׁ ר בּ נ ת י ל שׁ מ [26] i Kon. 8:44 bbayit huis REL. bȧnitī ik bouwde wəen hahet livoor en de tempel die ik gebouwde voor uw naam. šmęḵȧ uw naam Een dergelijke terugverwijzing blijft ook achterwege wanneer de betrekkelijke zin een nominale is. Zo een zin lijkt dan soms incompleet. ל ב ע ז א שׁ ר מ מּ שׁ פּ ח ת א ל ימ ל [27] Ruth 2:3 ḇoᶜaz Boaz REL. ləvan miuit mmišpah at familie ᵓę limęlęḵ Elimelek Bijbels Hebreeuws, Syntaxis 7 13

van Boaz, die uit de familie van Elimelek is Het is over het algemeen wel noodzakelijk in de bijzin terug te verwijzen naar het antecedent wanneer de functie in de bijzin een andere is, bij voorbeeld afhankelijk van een prepositie. In zo een geval zal met behulp van een voornaamwoord op de passende plaats in de zin verwezen worden. Regelmatig treedt een adverbium op als verwijzend element, vooral wanneer de relatieve zin een ruimtelijke relatie aangeeft en in de bijzin שׁ ם de verwijzing naar het antecedent vervat. א ישׁ א שׁ ר ר וּח א ה ים בּ וֹ Gen. 41:38 [28] ᵓīš man PART. rūah geest ᵓę lohīm God een man in wie de geest Gods is. bō in hem א ה י י שׂ ר א ל א שׁ ר בּ את ל ח ס וֹת תּ ח ת כּ נ פ יו [29] Ruth 2:12 ᵓę lohē God yiśrȧᵓel Israel REL. bǡt jij bent gekomen h ăsōt schuilen tah at onder de God van Israel onder wiens vleugels jij bent komen schuilen א ל ה מּ קוֹם א שׁ ר י ה י ה שּׁ ם Kon. 5:8 [30] 1 kənȧp ȧw zijn vleugels ᵓęl naar late hade mmȧqōm plaats PART. naar de plaats waar hij zal zijn. yihyę hij zal zijn ššȧm daar Bijbels Hebreeuws, Syntaxis 7 14

מ ן ה מּ קוֹם א שׁ ר ה י ת ה שׁ מּ ה [31] Ruth 1:7 min uit hade mmaqōm plaats REL. hȧyətǡ zij was geweest šȧmmǡ daar uit de plaats waar ze geweest was Uit de vorige voorbeelden blijkt de שׁ ר zin -א gevoeld wordt als een bijstelling bij het antecedent. Er kan echter ook sprake zijn van een status-constructus-verbinding tussen antecedent en de volgende zin zoals moge blijken uit het volgende voorbeeld: א ל בּ ית ה סּ ה ר מ ק וֹם א שׁ ר יוֹס ף א ס וּר שׁ ם Gen. 40:3 [32] ᵓęl naar bēt huis hade ssohar insluiting məqōm plaats REL. yōsep Josef ᵓȧsūr gebonden šȧm daar naar de gevangenis, de plaats waar Josef vast zat א שׁ ר Wanneer er sprake is van een niet uitgedrukt antecedent kan het element omschreven in de zin ingeleid door functioneren als was het een nominaal element in een zin. In een vertaling moet men dan denken aan constructies als "degene die", "gene wat". ר בּ ים א שׁ ר מ תוּ בּ א ב נ י ה בּ ר ד מ א שׁ ר ה ר ג וּ בּ נ י י שׂ ר א ל Joz. 10:11 [33] Bijbels Hebreeuws, Syntaxis 7 15

rabbīm talrijk REL. metū zij stierven ᵓaḇnē stenen bbȧrȧd hagel REL. hȧrəgū zij doodden bənē kinderen yiśrȧᵓel Israel meer in aantal waren zij die stierven door de hagelstenen dan degenen die de Israelieten ombrachten Een dergelijk gebruik komt ook voor wanneer de verhouding van de שׁ ר zin -א tot de rest van de zin met behulp van een prepositie moet worden gemaakt. א שׁ ר kan dan door allerlei preposities, en de nota acusativi, voorafgegaan worden. Zie het vorige en de twee volgende voorbeelden. ו יּ אמ ר ל א שׁ ר ע ל בּ ית וֹ Gen. 43:16 [34] yyōmęr hij zei REL. ᶜal over betō zijn huis hij zei tot degene die over zijn huis gesteld was א ל א שׁ ר תּ ל כ י א ל וּב א שׁ ר תּ ל ינ י א ל ין [35] Ruth 1:16 ᵓęl naar REL. teləḵi jij gaat ᵓeleḵ ik ga ū- en bədoor hade mevan latot ḇain REL. tȧlīnī jij overnacht waar jij heengaat, ga ik, en waar jij overnacht, overnacht ik. ᵓȧlīn ik overnacht b subjects- en objectszinnen Bijbels Hebreeuws, Syntaxis 7 16

Minder dan met כּ י het geval is kan א שׁ ר toch ook gebruikt worden om subjects- en objectszinnen in te leiden. Het gebruik in kwestie komt in de latere boeken vaker voor dan in de oudere. Let erop dit een ander gebruik is dan het bovenvermelde, waar א שׁ ר gebruikt wordt zonder antecedent (degene die). We geven enkele voorbeelden van verbale zinnen. Objectszinnen: ה גּ יד ל ה ם א שׁ ר ה וּא י הוּד י Est. 3:4 [36] higgīd hij deelde mede lȧhęm aan hen PART hū hij Hij had aan hen verteld hij Jood was. yəhūdī Jood ו יּ ר א שׁ א וּל א שׁ ר ה וּא מ שׂ כּ יל מ א ד Sam. 18:15 [37] i yyar hij zag šaᵓūl Sjaoel hū hij maśl succesvol En Sjaoel zag hij zeer succesvol was. niet: S. zag degene die succesvol was məᵓod zeer Ook kan een door א שׁ ר ingeleide zin subject zijn van een nominale zin, als in het volgende voorbeeld. ט וֹב א שׁ ר ל א ת דּ ר מ שׁ תּ דּ וֹר ו ל א ת שׁ לּ ם Pred. 5:4 [38] Bijbels Hebreeuws, Syntaxis 7 17

t ōḇ goed lō niet tiddor jij beloo ttiddōr jij beloo midan šę wəen lō niet təšallem jij betaalt Het is beter, je niet beloo, dan je beloo en niet betaalt. Merk op in alle voorbeelden van met כּ י of א שׁ ר ingeleid subjectszinnen waarin het predicaat een adjectief is, dit het woord טוֹב is. c bijzinnen ingeleid door א שׁ ר voorafgegaan door een prepositie die de verhouding met de hoofdzin duidelijk maakt. De volgende verbindingen komen voor: : מבלי na; = א ח ר א שׁ ר : אחר om; = מ א שׁ ר : מן tot; = כּ א שׁ ר : כ ; = voor zover בּ א שׁ ר : ב יען ; = vanwege het feit ע ל דּ ב ר א שׁ ר : על דבר op; = בּ ע בוּר א שׁ ר : בעבור niet; = zo מ בּ ל י א שׁ ר : על tot; = ע ד א שׁ ר : עד aangezien; = כּ פ י א שׁ ר : כפי op; = ל מ ע ן א שׁ ר : למען om; = י ע ן א שׁ ר : = in plaats תּ ח ת א שׁ ר : תחת om; = מ פּ נ י א שׁ ר : מפני om; = ע ק ב א שׁ ר : עקב om; = ע ל א שׁ ר van het feit. Enkele van deze verbindingen zijn frequenter dan die met י.כּ Men lette erop niet bij voorbaat duidelijk is of de verbinding א שׁ ר + prepositie de functie heeft van een coniunctie, dan wel die van een relatieve zin (met ingesloten antecedent) voorafgegaan door een prepositie. Vergelijk de volgende voorbeelden. לו / אם 3 Bijbels Hebreeuws, Syntaxis 7 18

A אם wordt gebruikt om een conditionele zin in te leiden, die mogelijk is (realis), en de negatie is ם ל א.א Wanneer de zin die de handeling afhankelijk van deze conditie beschrijft met een werkwoord begint dan is vaak een perfectum consecutivum, staat het werkwoord in die zin niet op de eerste plaats dan meest een imperfectum. De zin die op אם volgt kan verbaal en nominaal zijn en de tijd die wordt aangeduid in de zin hangt slechts van de samenhang af. א בּ ז את נ א וֹת ל כ ם א ם תּ ה י וּ כ מ נוּ Gen. 34:15 [39] ᵓaḵ maar bəin zōt dit neᵓōt wij zullen ter wille zijn lȧḵęm tot jullie ᵓim indien tihyū jullie zullen zijn ḵȧmonū als wij maar op dit punt zullen we jullie ter wille zijn, als jullie net zo worden als wij retorische, wordt ook wel gebruikt in gevallen waar aan de voorwaarde niet voldaan kan worden, zoals in het volgende, אם voorbeeld. ה בּ ט נ א ה שּׁ מ י מ ה וּס פ ר ה כּ וֹכ ב ים א ם תּוּכ ל ל ס פּ ר א ת ם Gen. 15:5 [40] habbęt kijk nǡ toch ššȧmaymǡ hemelwaarts ū- en sp or tel kkōḵȧḇīm sterren ᵓim als tūḵal je kunt hade hade lite spor tellen ᵓotȧm hen Kijk naar de hemel en tel de sterren als je ze kunt tellen.לוּל א wordt gebruikt ter inleiding van een conditie waaraan niet te voldoen valt (irrealis); de negatie luidt לוּ Bijbels Hebreeuws, Syntaxis 7 19

לוּל א ח ר שׁ תּ ם בּ ע ג ל ת י ל א מ צ את ם ח יד ת י Richt. 14:18 [41] lūlē indien niet h ăraštęm jullie ploegden bəmet ᶜęglȧtī mijn kalf lō niet məṣǡtęm jullie vonden h īdȧtī mijn raadsel Als jullie niet met mijn kalf geploegd hadden, zouden jullie mijn raadsel niet gevonden hebben Evenals in het Nederlands waar "als" en "wanneer" door elkaar kunnen lopen, kan אם soms ook een meer temporele functie hebben. א ם כּ ל ה ב צ יר Jes. 24:13 [42] ᵓim wanneer kȧlǡ hij is afgelopen ḇȧṣīr wijnoogst, wanneer/als de wijnoogst achter de rug is..ע ד א ם De temporele betekenis vinden we ook in de verbinding גּ ם ל ג מ לּ י א שׁ א ב ע ד א ם כּ לּ וּ ל שׁ תּ ת Gen. 24:19 [43] gam ook gmallę ḵȧ jouw kamelen ᵓęšᵓȧb ik zal putten ᶜad ᵓim tot killū zij zijn gereed livoor lite štot drinken Bijbels Hebreeuws, Syntaxis 7 20

Ik zal ook voor je kamelen water putten, tot ze genoeg te drinken gehad hebben B אם kan ook aan het begin van een zin staan die niet gevolgd wordt door een hoofdzin. De eenvoudigste verklaring is deze is weggelaten, waardoor de bijzin hoofdzin-functie krijgt. אם moet dan weergegeven worden "was het maar zo ". Men vergelijke in het Nederlands "Als eens waar was...", een zin die ook zonder vervolg kan blijven. ו ע תּ ה א ם תּ שּׂ א ח טּ את ם ו א ם א י ן מ ח נ י נ א מ סּ פ ר [44] Ex. 32:32 ᶜattǡ nu dan ᵓim indien tiśśǡ u wegneemt h atṭ ǡtȧm hun zonden ᵓim indien ᵓayin niet məh enī verwijder mij nǡ toch Welnu dan, als u hun zonden wegneemt., maar zo niet, verwijder mij dan toch uit uw boek of: Och, wilde u nu toch maar hun zonden wegnemen, maar, zo niet, verwijder wəen wəen miuit ssip rəḵȧ uw boek כּ י א ם 4 A De verbinding van כּ י en אם komt ook voor als inleidend element. Het kan als inleiding van een eenvoudig nominaal element voorkomen en heeft dan adversatieve betekenis, "behalve", "anders dan" of iets van dien aard. א ין ז ה כּ י א ם בּ ית א ה ים Gen. 28:17 [45] Bijbels Hebreeuws, Syntaxis 7 21

ᵓēn niet zę dit NOM. ᵓim dan bēt huis ᵓę lohīm God dit is niet anders dan het huis van God ו ל א ח שׂ מ מּ נּ י מ א וּמ ה כּ י א ם אוֹת [46] Gen. 39:9 wəen lō niet h ȧśaḵ hij hield voor zich mimmęnnī weg van mij məᵓūmǡ iets ᵓim behalve ᵓōtȧḵ OBJ. u en hij onthield mij niets behalve u B כּ י א ם als inleiding van een bijzin. Ook als zinsinleidend element heeft כּ י א ם adversatieve betekenis, vertaalbaar met 'behalve wanneer', 'maar'. In sommige gevallen kan men de eenvoudige nominale constructie na כּ י א ם beschouwen als een elliptische zin, maar kan zeker niet in alle gevallen. In het volgende voorbeeld is het zeer wel mogelijk. ל א י ע ק ב י א מ ר עוֹד שׁ מ כּ י א ם י שׂ ר א ל Gen. 32:29 [47] lō niet yaᶜăqoḇ Ja'aqov yeᵓȧmer hij wordt genoemd ᶜōd nog šimḵȧ jouw naam ᵓim maar Je zult niet langer Ja'aqov genoemd worden, maar Israel yiśrȧᵓel Israel Bijbels Hebreeuws, Syntaxis 7 22

[Dat het ook hier weer zo is het gebruik van de coniunctie niet verplicht is moge blijken uit het volgende voorbeeld.] ו ל א י קּ ר א ע וֹד א ת שׁ מ א ב ר ם ו ה י ה שׁ מ א ב ר ה ם Gen. 17:5 [48] lō niet yiqqȧrē zal genoemd worden ᶜōd nog ᵓęt OBJ. šimḵȧ jouw naam ᵓaḇrȧm Abram wəen wəen Je naam zal niet langer Abram luiden, maar je naam zal Abraham zijn hȧyǡ hij zal zijn šimḵȧ jouw naam ᵓaḇrȧhȧm Abraham :אם soms ook kan fungeren als een (versterkte?) variant van כּ י א ם Merk trouwens op כּ י א ם צ ע ק י צ ע ק א ל י שׁ מ ע א שׁ מ ע צ ע ק ת וֹ Ex. 22:22 [49] ᵓim indien ṣȧᶜōq roepen yiṣᶜaq hij roept ᵓelay naar mij šȧmoaᶜ luisteren ᵓęšmaᶜ ik zal luisteren als hij roept naar mij zal ik zeker luisteren naar zijn geroep ṣaᶜăqȧtō zijn geroep Verdere voorbeelden van כּ י א ם als zinsverbindend element. ו ל א י אכ ל מ ן ה קּ ד שׁ ים כּ י א ם ר ח ץ בּ שׂ ר וֹ בּ מּ י ם Lev. 22:6 [50] Bijbels Hebreeuws, Syntaxis 7 23

lō niet yōḵal hij zal eten min van qqǫ dȧšīm heilige zaken ᵓim behalve rȧh aṣ hij wast bəśȧrō zijn vlees hij zal van die heilige dingen niet eten, behalve wanneer hij zijn vlees met water wast mmȧyim water Het is interessant te zien hoe ook hier de vertaler keuzes moet maken. In het Nederlands is de betekenis van bovenstaande zin weer te geven als hier gedaan (vgl bij voorbeeld NBV:.. en mag niet van de heilige gaven eten voor hij zijn lichaam met water heeft gewassen), maar ook de vertaling met 'maar' is mogelijk (vgl. SV: hij zal van die heilige dingen niet eten, maar zal zijn vlees met water baden), waar dan echter een andere tegenstelling ontstaat. De vertaling met het adversatieve "maar" is soms noodzakelijk, zoals in het volgende voorbeeld. ל א י יר שׁ ז ה כּ י א ם א שׁ ר י צ א מ מּ ע י ה וּא י יר שׁ [51] Gen. 15:4 lō niet yīrȧšəḵȧ jouw erfgenaam zę deze ᵓim maar REL. yeṣē hij zal uitgaan wəen hade bamet miuit mmeᶜę ḵȧ jouw ingewand hū hij yīrȧšęḵȧ jouw erfgenaam deze zal jouw erfgenaam niet zijn, maar hij die uit jouw lichaam voortkomt zal je erfgenaam zijn C כּ י א ם als inleiding van een hoofdzin. Het voorgaande voorbeeld laat zien het niet mogelijk is onderscheid te maken tussen hoofd- en bijzinnen op een wijze die voor ons taalgevoel past. Daarom beperken we ons in dit gedeelte tot een enkel voorbeeld van een zin die op zichzelf staan en toch met כּ י א ם begint. Bijbels Hebreeuws, Syntaxis 7 24

כּ י א ם ז כ ר תּ נ י א תּ כּ א שׁ ר י יט ב ל [52] Gen. 40:14 ᵓim echter zəḵartanī jij denkt aan mij ᵓittəḵȧ bij je REL. yītạḇ het zal goed zijn lȧḵ voor jou maar denk bij jezelf nog eens aan mij, wanneer het jou weer goed gaat או 5 Twee zinnen, waarvan de inhoud van de ene zin die van de andere zin uitsluit, verbinden we in het Nederlands met "of," in het Hebreeuws.או Net als in het Nederlands kan או ook gebruikt worden om twee woorden met elkaar te verbinden. In het volgende voorbeeld zijn beide gebruiken te vinden. מ י שׂ ם פּ ה ל א ד ם א וֹ מ י י שׂ וּם א לּ ם א וֹ ח ר שׁ א וֹ פ קּ ח א וֹ ע וּ ר Ex. 4:11 [53] mī wie śȧm hij plaatste pę mond kaals lȧvoor de ᵓȧdȧm mens ᵓō of mī wie yȧśūm plaatst ᵓillem stom ᵓō of h ereš doof ᵓō of p iqqeah ziende Wie hee de mens een mond gegeven? Wie maakt iemand stom of doof, ziende of blind? ᵓō of ᶜiwwer blind Het voorbeeld maakt ook meteen duidelijk we hier weer een interpretatieprobleem hebben, want men kan natuurlijk vrij eenvoudig de hele rij met או verbonden elementen beschouwen als een serie elliptische zinnen. Het aantal door או verbonden Bijbels Hebreeuws, Syntaxis 7 25

elementen lijkt daarmede, gevoelsmatig, in tegenspraak. De betekenis van het woordje או levert verder geen echte problemen op. Bijbels Hebreeuws, Syntaxis 7 26