Tweede Kamer der Staten-Generaal



Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

het project "Informatie- en communicatietechnologie (ICT) in het onderwijs" in 2002

Ministerie van Algemene Zaken (III)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

vrom Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 11 april 2003

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gelet op artikel 10 van het Organisatie- en mandaatbesluit ministerie van Financiën;

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Reglement: Disclosurecommissie ASR Nederland N.V. Juni 2016

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 100

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Resultaten verantwoordingsonderzoek De Koning (I) Rapport bij het jaarverslag

Eerste Kamer der Staten-Generaal

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag S Reactie op verzoek 08-DEF-B-183

Ondergetekenden onder 1 en 2 hierna gezamenlijk aan te duiden als: Partijen.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Financiële verordening VRU

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Onderwijshuisvestingsbeleid gemeente Utrecht. Onderzoeksplan

Bestuursreglement. Woningstichting Heteren

Regiovisie Bergen-Gennep-Mook en Middelaar

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DIRECTIESTATUUT VAN WONINGSTICHTING BARNEVELD TE BARNEVELD

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

2015D08919 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs (IIB)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

REGLEMENT FINANCIEEL BELEID EN BEHEER

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Regeling Grote Projecten Provincie Limburg 2018

Gelet op artikel 11 van het Organisatie- en mandaatbesluit ministerie van Financiën,

2016D Lijst van vragen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 260 COMMUNICATIE OVER CONTROLE-AANGELEGENHEDEN MET HET TOEZICHTHOUDEND ORGAAN

Eerste Kamer der Staten-Generaal

De Defensieonderdeel Medezeggenschapscommissie DMO (hierna: de DMC)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal

Toelichting stappenplan Nederlandse Antillen, Sint Maarten en Nederland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Onderbesteding in de provincie Noord-Brabant; deelonderzoek bij de jaarstukken 2008

Tweede Kamer der Staten-Generaal

afdeling: iedere organisatorische eenheid binnen de omgevingsdienst met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid

CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid

BESTUURSCONVENANT PROVINCIE OVERIJSSEL GEMEENTE STEENWIJKERLAND TER UITVOERING VAN HET PROVINCIAAL MEERJARENPROGRAMMA LANDELIJK GEBIED OVERIJSSEL

Tweede Kamer der Staten-Generaal

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

Voorstel aan het AB. Van Dagelijks Bestuur Corsanr. pjmans/ Onderwerp Afsluiten kredieten + kredietvotering nieuwe projecten 2013

Convenant. Belastingdienst / SenterNovem DV 308 1Z*1ED

BESTUURSOPDRACHT MAJEURPROJECT VOORTGEZET ONDERWIJS Gemeenteraad

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

(MODEL)OVEREENKOMST VAN OPDRACHT

Tweede Kamer der Staten-Generaal

PLAN VAN AANPAK PROJECT VINKENSLAG, versie 4 september 2008

Raadsinformatieavond 19 april Gerard Bukkems lid Rekenkamer Utrecht

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17

Deze vragen werden ingezonden op 11 april 2018 met kenmerk 2018Z06698.

Het Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking West-Brabant;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van xxx, nr. xxx);

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAPPORT AD/2005/ Inzake de negende voortgangsrapportage Structuur Uitvoering Werk en Inkomen. Auditdienst

Bevoegdheden en verantwoordelijkheden Raad van Toezicht.

2. Agendapunt: Reactie op verzoek commissie over het rapport van de Commissie van Onderzoek van Defensie naar het mortierongeval in Mali

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verordening op de behandeling van klachten Baanbrekers

Tweede Kamer der Staten-Generaal

gezien het voorstel van de Tijdelijke Commissie ingesteld door de Drechtraad van 21 augustus 2006 en 13 november 2006; b e s l u i t :

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Gelezen het voorstel van het college van gedeputeerde staten van Flevoland MPV/ /A;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011

Raadsbijlage Voorstel inzake de sanering Stichting Peuterspeelzalen Eindhoven naar aanleiding van de Rapportage Ernst 5

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 23210 Juniverslag 1993 van de Algemene Rekenkamer Nr. 9 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 22 oktober 1993 De Commissie voor de rijksuitgaven 1 heeft een aantal vragen gesteld aan de minister en de staatssecretaris van Defensie over het Juniverslag 1993. De minister en de staatssecretaris hebben deze vragen beant woord bij brief van 22 oktober 1993. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt. De voorzitter van de Commissie, Vermeend De griffier van de Commissie, Hubert ' Samenstelling: leden:van Dis (SGP), Van Erp (VVD), De Korte (VVD), Tommel (D66), Van Rey (VVD), Vermeend (PvdA), voorzitter, Brouwer (GroenLinks), Melkert (PvdA), Smits (CDA), Reitsma (CDA), Boers-Wijnberg (CDA), ondervoorzitter, Vreugdenhil (CDA), Vriens Auerbach (CDA), Van Rijn-Vellekoop (PvdA), Van der Vaart (PvdA), G. de Jong (CDA), Schoots (PvdA), Ybema (D66), A. de Jong (PvdA), Kersten (PvdA), Leers (CDA), Van Heemst (PvdA), Van Dijk (CDA). Plv. leden: Schutte (GPV), Kamp (VVD), Blaauw (VVD), Ter Veer (D66), Linschoten (VVD), De Pree (PvdA), Rosenmöller (Groen Links), Stemerdink (PvdA), Koetje (CDA), Gerritse (CDA), Van de Camp (CDA), Tuin stra (CDA). G H. Terpstra (CDA), Van Traa (PvdA), Leerling (RPF), Paulis (CDA), Van Otterloo (PvdA), Scheltema-de Nie (D66), Vacature PvdA, Vliegenthart (PvdA), Van Houwelingen (CDA), R. van Middelkoop (PvdA), Lansink (CDA) 315126F ISSN0921 7371 Sdu Uitgeverij Plantijnstraat 's Gravenhage 1993

1 Kan in grote trekken worden aangegeven in hoeverre gegevens die niet aanwezig waren bij de LUMARA wel aanwezig waren bij de Directie Materieel en/of Directie Economisch Beheer van de Koninklijke Lucht macht öf dat deze gegevens niet verkregen konden worden van de Amerikaanse administratie? De voor het F-16 programma van belang zijnde informatie was aanwezig binnen de Directie Materieel (DMKLu) en de Directie Econo misch Beheer (DEBKLu). Tevens was relevante informatie aanwezig bij het F-16 System Program Office (F-16 SPO), waarover het aldaar werkzame Nederlandse KLu-personeel kon beschikken. De respectieve functionele directeuren brachten mondeling verslag uit binnen de Lucht machtraad (LUMARA) omtrent de voortgang van het project. 2 Waren belangrijke gegevens bekend bij de LUMARA die niet bekend waren bij DGE&F en/of bij bewindslieden? Neen. De DMKLu en DEBKLu hadden regelmatig overleg met de Directeur-Generaal Materieel (DGM) respectievelijk de Directeur-Generaal Economie en Financiën (DGEF) en de bewindslieden. Bij dit overleg vond informatie-uitwisseling doorgaans mondeling plaats. 3 Waarom is de Kamer pas in 1989 op de hoogte gesteld van een herziening in de lange-termijnvisie, als hier in 1985 al toe was besloten (pag. 46)? In november 1985 is door de Luchtmachtstaf een visie opgesteld inzake «KLu-Lange Termijn Planning v.w.b. jachtvliegtuigen». Hoofd aspecten zijn: aanpassing van de wapensystemen en het wapenpakket als gevolg van de ontwikkelingen in de dreiging en in de wapentechno logie en daarnaast grotere nadruk op het vermogen ook bij nacht en bij slecht weer met de F-16 te kunnen opereren. Deze hoofdaspecten zijn in september 1986 aan de Staten-Generaal bekendgesteld via de Memorie van Toelichting bij de Defensiebegroting 1987 (kamerstuk 19 700, hoofdstuk X, nr. 1, bladzijde 36 (operationele ontwikkelingen)). In de Memorie van Toelichting bij de Defensiebegroting 1989 (kamerstuk 20 800 X, nrs. 1-3, bladzijden 70-73) is vervolgens de «Lange Termijn Visie Jachtvliegtuigen» integraal weergegeven. 4 Welke garanties kunnen worden gegeven dat de Directie Economisch Beheer van de Koninklijke Luchtmacht, de Accountantsdienst (AD) van het Ministerie van Defensie en DGE&F voldoende controle zullen kunnen uitoefenen op de financiële aspecten van de «MidLife Update» (MLU) van de Nederlandse F 16's? Basis voor de beheersing van het MLU-project is een eenduidig projectmanagement en een adequate projectadministratie. Binnen de KLu wordt de algemene projectadministratie gevoerd door de betrokken projectmanager van de DMKLu. Hierbij vindt vastlegging plaats van de bestelde en geleverde goederen en diensten. Hiernaast zal door het opstellen van verificatieplannen doorlopend zicht worden gehouden op de relatie tussen het bestelde en het geleverde, alsmede de financiële afdoening hiervan. De financiële projectadministratie wordt gevoerd binnen de DEBKLu. De werkwijze is vastgelegd in een door de LUMARA goedgekeurde beleidsnota m.b.t. projectmanagement binnen de Klu. Op

basis van deze projectadministratie vindt informatievoorziening van DEBKLu aan de DGEF plaats. Bovendien worden verplichtingen en uitgaven gevolgd middels de maandstaatprocedure. De Defensie Accountantsdienst (DEFAC) ziet toe op een juiste uitvoering van de administratie. Hiernaast wordt beoogd de Nederlandse controle eveneens te richten op de volgende aspecten: a. Het achteraf mede beoordelen van de door de Amerikaanse overheid afgesloten contracten. Een belangrijke verbetering hierbij is het ter beschikking krijgen van relevante Price and Negotiation Memoranda. Dit is in lijn met de toezegging van de Amerikaanse overheid naar aanleiding van de aanbevelmgen van de werkgroep Foreign Military Sales/DGM. b. Het op basis van het inmiddels gewijzigde Technical Agreement 1 (TA-1), in Nederland zelfstandig uitvoeren van prijscontroles bij de Nederlandse industrie. Daarnaast het op verzoek bijwonen van controles in Amerika van Defence Contracting and Audit Agency (DCAA). c. Het op grond van recentelijk gedane toezeggingen via de Supreme Audit Institutions (SAI) - op grond van nadere afstemming met de Algemene Rekenkamer - invloed uitoefenen op de Amerikaanse controle planning. 5 Voldoet de MLU-projectadministratie inmiddels in alle opzichten aan de DGEF-aanwijzingen? Op basis van door DEFAC gehouden controles is vastgesteld dat de algemene projectadministratie voldoet aan de ter zake gestelde eisen. Naast de financiële aspecten worden alle aspecten (tijd, kwaliteit en produkt) van het materieelproject vastgelegd. De financiële projectadmi nistratie voldoet nog niet voor alle aspecten aan de DGEF-aanwijzingen. De in vraag 4 vermelde beleidsnotitie van de Klu houdt rekening met de door de AR en DEFAC gemaakte opmerkingen. Deze beleidsnotitie zal worden getoetst aan de nieuwe DGEF-aanwijzing over projectadmini stratie, welke op korte termijn van kracht zal worden verklaard. Hierbij zal worden bezien in hoeverre de projectadministratie naar aanleiding van de toets nog aanpassing behoeft. Zie verder ook het antwoord op vraag 4. 6 Kan een specificatie worden gegeven van de inmiddels gerealiseerde ontwikkelingskosten naar de niet onderscheiden produktgroepen uit de leveringsovereenkomst? In het contract van het ontwikkelingsprogramma van de MidLife Update F-16 (MLU), een zgn. Letter of Offer and Acceptance (LOA), is een onderverdeling gemaakt naar produktgroepen en diverse diensten met een initiële raming van de te verwachten kosten. Bij daadwerkelijke betaling aan de hoofdaannemer vindt doorbelasting plaats naar het Nederlandse contract. Dit is tot op heden nog niet gebeurd, waardoor doorbelasting naar de niet onderscheiden produktgroepen uit de leveringsovereenkomst niet heeft plaatsgevonden. Hierdoor kan thans geen uitspraak worden gedaan omtrent de gerealiseerde ontwikkelings kosten. 7 Onderschrijven de bewindslieden de conclusie van de ARK dat: a. aanzienlijke financiële verplichtingen zijn aangegaan zonder de staatssecretaris daarvan vooraf in kennis te stellen (pag. 46); b. de CAFEZ/DGEF-voorschriften bij de projectadministratie zijn genegeerd (pag. 47);

c. de kostenonderschrijding van 1 miljard gulden niet onmiddellijk ter kennis werd gebracht van de politieke leiding (pag. 49)? a. De conclusie is in principe juist voor zover het deelverplichtingen betreft die deel uitmaken van een - in eerdere besluitvorming - goedge keurd project. Deze handelwijze past binnen de regelgeving. Bij een project, waarbij een LOA met de Amerikaanse overheid de basis vormt, is dit de gebruikelijke procedure. Het contract met de Amerikaanse overheid (de LOA) wordt in het kader van de DMP-procedure, voorgelegd aan en besproken met de bewindslieden. Door middel van een situatie rapport wordt ook het parlement in de besluitvorming betrokken. Als het project is goedgekeurd en de LOA is ondertekend, gaat de Amerikaanse overheid over tot de feitelijke uitonderhandeling met de betrokken bedrijven ter invulling van de in de LOA omschreven behoeften. De individuele contracten en verplichtingen die daaruit resulteren worden vervolgens, voorzover ze overeenkomen met de goedgekeurde project inhoud en passen binnen het totaalbedrag van de LOA, niet meer afzon derlijk aan de bewindslieden voorgelegd. b. De Klu is wat betreft de projectadministratie tot 1987 teruggevallen op de informatie binnen het F-16 System Program Office (SPO). Zonder dat daarmee aan de gewenste projectadministratie werd voldaan, kon echter wel worden voldaan aan de rapportageverplichtingen. In 1986 is een DGEF-aanwijzing verschenen met betrekking tot het onderscheid in exploitatie en investeringen, richtlijnen zoals momenteel vastgelegd in de Regeling Departementale Begrotingsadministratie en het verder tot ontwikkeling brengen van o.a. het DMP. Bovendien worden thans uitgaven en verplichtingen gevolgd via de maandstaatprocedure. O.a. deze ontwikkelingen hebben binnen DGEF geleid tot een leerproces, leidend tot betere procesbeheersing. Daaromtrent heeft overleg plaats gevonden met de AR en de DEFAC. Dit leerproces heeft geleid tot aanmerkelijke verbeteringen in de projectbeheersing. Daarnaast verwijs ik tevens naar mijn antwoord op vraag 5. c. De conclusie dat de kostenonderschrijding van 1 miljard gulden niet onmiddellijk ter kennis werd gebracht van de politieke leiding wordt dezerzijds niet uit het rapport van de Algemene Rekenkamer (pag. 49) gelezen. Uit het antwoord op vraag 7.a. blijkt dat er geruime tijd kan liggen tussen de initiële raming, zoals opgenomen in de LOA en de feite lijke (definitieve) totale projectuitgaven die het gevolg zijn van de optelsom van alle uitonderhandelde deelcontracten. De onzekerheid die, met name bij de Amerikaanse overheid, bestaat ten aanzien van initiële raming in relatie tot feitelijke juridische verplichting jegens de betrokken fabrikanten, leidt er bovendien toe dat de LOA veelal - met name bij projecten die eenmalig en nieuw zijn - conservatief wordt geraamd. Daarmee wordt bereikt dat de Amerikaanse overheid - in het geval van een FMS-aanschaffing de contracterende partij - geen financiële risico's loopt. Zoals in a. en b. gesteld was de financiële projectbeheersing in die tijd gericht op het beheersen van de bovengrens van de LOA en vond formeel geen gestructureerde informatieverstrekking plaats op onder schrijdingen voortvloeiend uit deelverplichtingen. In het geval van de aanschaf F-16 waren er in 1985 indicaties dat de waarde van de afgesloten contracten significant beneden de initiële LOA-raming zou komen te liggen. Deze verschillen werden door de Amerikaanse overheid door middel van amendments (op de LOA) in 1986/87 bevestigd. Deze verlaging van de LOA-waarde werd in het begrotingsvoorbereidings proces 1987 (intern) en met de voortgangsrapportage over de omvang rijke materieelprojecten (kamerstuk 19 700 X nr. 14 d.d. 3 december 1986) en de notitie over de prijsontwikkeling F-16 (kamerstuk 19 700 X nr. 53) bekendgesteld. Het exacte tijdstip van de interne informatiever strekking is echter niet meer vast te stellen.

8 Indien een bevestigend antwoord wordt gegeven, heeft de minister (c.q. staatssecretaris) maatregelen in de personele sfeer getroffen tegen de verantwoordelijke Klu-functionarissen? Gelet op het bovenstaande bestond hiertoe geen aanleiding. 9 Was de staatssecretaris voor juni 1987 op de hoogte gesteld van de voorziene kostenonderschrijding van 1 miljard gulden (pag. 49)? Zie hiervoor het antwoord op vraag 7c. 9 Waarom werden modificaties ter vergroting van de operationele inzet baarheid «eerst niet en later wel tot het F 16 project gerekend» (pag 47)? Wat is de huidige stand van zaken hieromtrent? Welke modificaties betreft het hier? Modificaties ter vergroting van de operationele capaciteit en inzet baarheid worden door de Amerikanen aangemerkt als zgn. «Class V»-modificaties. Voor dergelijke modificaties zijn separate LOA's noodzakelijk, waardoor zij geen deel uitmaken van het oorspronkelijke project. Door wijziging van de regelgeving binnen het mulitnationale F-16-programma werd het mogelijk om ook «Class V»-modificaties te financieren uit de F-16 LOA. Hierdoor was het niet noodzakelijk om separate contracten af te sluiten, hetgeen ondermeer heeft geleid tot lagere administratiekosten. Teneinde het inzicht in de programmakosten zo duidelijk mogelijk te houden is besloten om alle modificaties die opgenomen zijn binnen de F-16 LOA ook daadwerkelijk tot de F-16-projectkosten te rekenen. De huidige stand van zaken met betrekking tot het MLU-programma is dat operationele verbeteringen met separate LOA's moeten worden aangevraagd. Dergelijke wijzigingen vallen niet binnen de thans opgestelde projectdefinitie van het MLU-programma. Mocht deze definitie wijzigen dan wordt de Kamer daarvan op de hoogte gesteld. Op welke wijze heeft de minister voldaan aan zijn toezeggingen gedaan in het M.O. d.d. 30 juni jl. m.b.t. het boven water krijgen van de Amerikaanse gegevens ten aanzien van de fmanciële administratie van de F 16-aanschaf? Wanneer krijgt de Kamer nader inzicht in deze gegevens? Hoewel uit het verslag van het mondeling overleg d.d. 30 juni 1993 (Tweede Kamer 1992-1993, 22 800 X. nr. 69) dezerzijds niet blijkt dat een toezegging is gedaan om Amerikaanse gegevens ten aanzien van de financiële administratie van de F-16-aanschaf boven water te krijgen, zal de Kamer binnen afzienbare tijd door middel van het evaluatierapport F-16 nader worden geïnformeerd. Achten de bewindslieden het gewenst het Technical Agreement 1 zodanig uit te breiden dat een adequate controle op de kostentoedeling tussen de deelnemende landen mogelijk wordt (pag. 51)? Neen. TA-1 regelt de prijscontrole bij de industrie. De verantwoorde lijkheid voor de controle op de toedeling van de kosten tussen de deelne

mende landen ligt bij de Amerikaanse controle-instanties. Het is derhalve niet wenselijk om dit aspect te regelen in TA-1. 12 Is de minister (c.q. staatssecretaris) bereid om het DMP-projectover zicht in het vervolg voor de behandeling van de Defensiebegroting aan de Kamer te zenden, conform de aanbeveling van de ARK (pag 49)? In de u op 5 februari 1993 aangeboden derde herziene versie van het Defensie Materieelkeuze Proces (DMP) is in artikel 6 vastgelegd dat het materieelprojecten-overzicht voor de aanvang van enig begrotingsjaar aan het Parlement zal worden aangeboden. In de praktijk betekent dit dat het Parlement voor de behandeling van de begroting van Defensie wordt geïnformeerd. 13 Geven de conclusies van de ARK met betrekking tot de verbeterings programma's F 16, projectbeheer en financiële informatievoorziening de bewindslieden aanleiding het ontwikkelde DMP-concept verder aan te passen opdat: - besluitvorming nationaal en internationaal op de hoogste niveaus plaatsvindt; - de benodigde informatie wordt vertrekt om de kostenontwikkeling van projecten te beheersen; - gegarandeerd kan worden dat bewindslieden door de ambtelijke staf vooraf worden geïnformeerd over aan te gane (financiële) verplichtingen; - de Staten-Generaal niet buitenspel komen te staan en vroegtijdig in het beluitvormingsproces worden betrokken? Ten aanzien van de benodigde informatie is een onderscheid aan te brengen naar voorbereiding enerzijds en uitvoering anderzijds. Het DMP is gericht op projectontwikkeling en is ontworpen voor het hoogste beslissingsniveau, terwijl voor uitvoering en beheersing van de project kosten het begrotingsproces het aangewezen instrumentarium is. De doelstelling van het DMP is, voor een goede beheersing van deze processen, de besluitvormingssystematiek zodanig in te richten dat op relatief snelle, tijdige en volledige wijze inzicht kan worden verkregen in achtergronden, tijdschema, prioriteiten en onderlinge samenhang van beslissingen, alsmede de consequenties daarvan. De vermelde aandachtspunten komen op dit moment reeds in de systematiek van het derde herziene DMP aan de orde. In het DMP wordt de politieke verant woordelijkheid van de bewindspersonen bij materieelvoorzieningspro cessen vorm en inhoud gegeven. Ook is de betrokkenheid van het Parlement zeker gesteld. De uitvoering en de beheersing van de kosten(ontwikkeling) van projecten worden afgedekt door het begro tingsproces waarover de Kamer jaarlijks wordt geïnformeerd. Daarnaast wordt de informatie afgedekt door de rapportage Grote Materieelpro jecten. Wijzigingen in het financiële niveau of behoefte die blijken uit deze rapportage kunnen aanleiding zijn om de bewindslieden en de Staten-Generaal te informeren. Ik ben dan ook van mening dat het begrotingsproces en de DMP-procedure goed werken. Afgezien van een herziene aanwijzing «uitvoering materieelprojecten» bestaat er mijner zijds geen reden tot verdere aanpassing aangezien tekortkomingen uit het verleden thans uitgesloten worden geacht. 14 Kan een nadere indicatie worden gegeven of en zo ja in welke omvang over het geheel van het tot nu toe gerealiseerde F 16-project sprake is van over of onderschrijding tot de aanvankelijke raming?

Een strikte vergelijking van raming en realisatie is moeilijk te maken. Belangrijke redenen hiervoor zijn: - het in de loop van de tijd verder ontwikkelen en strakker hanteren van de projectdefinitie. Gelet op de lange looptijd van het project is dit mijns inziens niet uitzonderlijk. - ramingen zijn opgemaakt in verschillende prijspeilen en realisatie geschiedt in verschillende valuta-eenheden, koersen en afdekking hiervan. Voor een meer uitgebreid inzicht in deze problematiek alsmede de ontwikkeling van de projectkosten F-16 verwijs ik gaarne naar mijn prijs notitie d.d. 12 november 1990 (kamerstuk 21 800 X, nr. 12) Wel kunnen een aantal indicaties worden gegeven: 1e De «kale» vliegtuigprijs. In het Memorandum of Understanding (MOU) is een «not-to-exceed price» van het vliegtuig vastgelegd. Op basis van pnjspeil 1975 mocht de vliegtuigprijs van de initiële aanschaf niet meer bedragen dan $ 6,1 miljoen per stuk. Tijdens de begin september 1993 gehouden verga dering van de SAI is van Amerikaanse zijde meegedeeld dat de actuele vliegtuigprijs op dit moment $ 5,8 miljoen (prijspeil 1975) per stuk bedraagt. 2e LOA's Gekeken kan worden naar de totale waarde van de LOA's van de initiële en de vervolgaanschaf. Ten opzichte van de oorspronkelijke waarde in lopende prijzen van totaal $ 3,1 miljard voor beide LOA's (totale kosten wapensystemen F-16 incl. ondersteunende apparatuur en reservedelen), wordt naar verwachting een bedrag van $ 93,9 miljoen niet gerealiseerd. Dit bedrag is dan ook niet meer in de Klu-begroting opgenomen. Gelet op het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de totale projectkosten binnen de oorspronkelijke raming zullen blijven. 15 Zal dit jaar het document DMP-projectenoverzichten wel voorafgaand aan de begrotingsbehandeling Defensie aan de Kamer worden aange boden? Zo neen, waarom niet? Zie hiervoor antwoord van vraag 12. 16 Is op grond van de periodieke voortgangsrapportages aan het Comité Plannen en de LUMARA vanaf 1990 ooit beleidsmatig ingegrepen in de kostenontwikkeling? Zo ja, kan dit worden geïllustreerd? Ja. Begin 1990 heeft een uitgebreide screening van de beide F-16 LOA's plaatsgevonden, waarbij een verlaging van de LOA van de vervolg aankoop mogelijk was. Dit voorstel is door de LUMARA geaccordeerd. 17 Welke controle-procedures zijn voorzien in het contract 1976? Zoals bij Amerikaanse overheidsaankopen (FMS) gebruikelijk is, vindt de controle plaats door de Amerikaanse controle-instanties. Hiernaast wordt op grond van het TA 1, dat voortvloeit uit het MOU F 16, de prijs controle op nationale subcontractors door de nationale controle-instanties, i.c. voor Nederland door DEFAC, uitgevoerd. De controle vindt plaats op verzoek van de Amerikaanse overheid.

18 Welke procedure is daarin overeengekomen indien twijfels of bezwaren rijzen met betrekking tot de naleving van het overeenge komene? Er is geen specifieke procedure vastgesteld. Zoals gebruikelijk bij FMS-aanschaffingen vindt beoordeling van het overeengekomene onder meer plaats door de Department of Defence Inspector General (DOD/IG) en door DCAA. Hiernaast hebben de Europese controle-instanties, belast met prijscontroles bij nationale industrieën, zich verenigd in de Audit Conference waarin de gemeenschappelijke controleproblemen worden geïnventariseerd en gecoördineerd. Bovendien is voor het F-16-project een Steering Committee opgericht evenals een SPO F-16. Met name het Steering Committee en de hieronder ressorterende Subcommittees zijn betrokken bij de naleving en sturing van het overeengekomene. Ook kunnen de betrokken rekenkamers, verenigd in de SAI, hierbij met medewerking van de Amerikaanse Rekenkamer (General Accounting Office/GAO) richting geven aan de controle. 19 Waarom wordt de afsluiting van de definitieve afrekening niet voorzien vóórapril 1997? Voor het oorspronkelijke programma en diverse vervolgaankopen, ook aan landen buiten het F-16-consortium, zijn meerdere contracten gebruikt. Zolang op verschillende contracten nog afleveringen plaats vinden kan niet tot definitieve afsluiting worden overgegaan. Inmiddels is het overgrote deel van de contracten niet meer actief en is gestart met het «reconciliation» proces. Door het F-16 SPO is enige jaren geleden een Case Closure Working Group opgericht, waarbinnen de voortgang van de definitieve afrekening wordt gecoördineerd. De Klu is hierin verte genwoordigd. Binnen dit forum zijn maatregelen getroffen om deze zaak te bespoedigen. Voorshands wordt ervan uitgegaan dat definitieve afsluiting wordt gerealiseerd in 1997. 20 Zijn tijdens de F-16 SAI-conferentie in juni '92 nadere conclusies getrokken omtrent de behoefte aan additionele (controle) informatie over de uitvoering van de overeenkomst 1976? Neen. Door de ervaringen met eerder door de SAI geïnitieerde onder zoeken werd besloten de controle-inspanning primair te richten op het nieuwe MidLife Update programma F-16 (MLU F-16). De SAI blijft op grond van eerdere afspraken periodiek geïnformeerd over de afwikkeling van het F-16-programma inclusief de stand van zaken m.b.t. de case closure. 21 Welke toezeggingen zijn van Amerikaanse zijde verkregen over grotere betrokkenheid van de AD bij de Amerikaanse administratie? Zie hiervoor antwoord tweede deel vraag 4. 22 Zijn nadere stappen voorzien om te kunnen komen tot een adequate controle op de kostentoedeling tussen de deelnemende landen? Zoja, welke? Zo neen, waarom niet? 8

De kostentoedeling tussen de deelnemende landen aan het MLU-programma wordt geregeld in TA-16 «Financial Procedures for F-16 Midüfe Update Program». Hierin is ondermeer het dagelijks toezicht geregeld op het verloop van het MLU-programma door Klu-medewerkers op het F-16 SPO. Voorts wordt verwezen naar het antwoord op vraag 4 m.b.t. de verbeterde projectadministratie. Op grond van gedane toezeggingen wordt beoogd via de SAI-conference aspecten met betrekking tot kostenverdeling tussen de deelnemende landen door DOD/IG te laten beoordelen.