kunnen bijhouden. De Wilde reed toen als training gemiddeld 9 à 10 toeren langs de Zomerstraat Apostelhuizen Schriekstraat Dendermondsesteenweg en na vier toeren had De Wannemaeker moeten lossen. Maurice De Wannemaeker reed zijn eerste koers op 1 mei 1938 bij de beginnelingen (in Destelbergen volgens Floris D Hooge). Hij bleek echter geen sprinter te zijn. Dat zou zo zijn ganse carrière blijven: hij eindigde steevast als laatste in een ontsnapte groep. Bij de beginnelingen won hij eens een koers van zestig kilometer door direct van bij de start te demareren. De anderen zagen hem pas na de aankomst terug. Maurice startte in mei 1938 als beginneling en reed dat jaar 33 wedstrijden bij de nieuwelingen tijdens de periode van 1 mei tot 3 september. Hij won daarbij vijf wedstrijden (Merelbeke, Kalken-Eesvelde, Kalken-Koffiestraat, Overmere en Zele). Enkele maanden later, op 1 september 1938 kreeg hij een licentie om bij de hogere categorie van de juniores te rijden. Op 5 september 1938 reed hij zijn eerste wedstrijd bij de juniores te Melsele. Tijdens de acht betwiste junioreswedstrijden tot 6 oktober 1938 eindigde hij vier keer bij de eerste tien. Tijdens een van die wedstrijden te Kalken-Eesvelde droeg hij het rugnummer 1 als plaatselijke renner. Ze ontsnapten met zes en hij werd de zesde. Een beroepsrenner-toeschouwer vroeg aan een bewoner van Eesvelde wie die nummer 1 was. Hij had de aandacht getrokken door zijn onverschrokkenheid bij de talrijke aanvallen. Tijdens het jaar 1939 betwistte hij twee wedstrijden bij de beginnelingen (op 26 februari te Laarne en op 5 maart te Kalken). Vanaf 12 maart trad hij opnieuw bij de juniores aan. In die categorie betwistte hij toen 52 wedstrijden, waarvan hij er twee met voorsprong won. Geen enkele van die junioreswedstrijden reed hij in zijn geboortedorp. Illustratie 39. Maurice De Wannemaeker na zijn overwinning met voorsprong te Vrasene op 8 juli 1939. De wedstrijd was 100 km lang en er waren 31 deelnemers. Uittreksel uit Zondagsvriend, 13 juli 1939, p. 903. Vruchten van het platteland 16 47
Illustratie 40. Selectie van juniores voor de ploeg van Oost-Vlaanderen in de wedstrijd Trofee der Juniors, een merkwaardige interprovinciale kamp, september 1939. De vierde renner van rechts is Maurice De Wannemaeker. Uittreksel uit Zondagsvriend, 28 september 1939, p. 1231. Illustratie 41. Albert Engels (achteraan) op detail van een krantenfoto tijdens een sprint te Deinze. Achiel Buysse (vooraan) won die wedstrijd. Verzameling Felis Vandekerckhove. 10. Albert Engels (1916-2003). Albert Engels woonde met zijn ouders op de Provinciebaan. Hij begon te koersen zonder dat zijn ouders ervan wisten. Zijn broers, die de deelname aan wielerwedstrijden verzwegen, gooiden telkens de kledij en de benodigdheden over de haag in de hof van de familie Clerick. Zijn buren, de familie Clerick, zorgden voor een fiets. Maurice Clerick zou zijn benen inwrijven met gepast vet. Hij was eens gevallen in een wedstrijd in Wichelen en gekwetst aan het gezicht. Zo kwam zijn moeder het te weten. Albert ging in het geniep eieren zuipen om voldoende kracht te hebben. Vruchten van het platteland 16 48
Albert was een tijdgenoot van Achiel Buysse uit Wetteren, maar koerste wellicht niet meer dan één seizoen. Een erge val op de wijk De Kruisen ter hoogte van garage Crabeel betekende waarschijnlijk het einde van zijn carrière. 11. Supporters Maurice Clerick ( 1915), Gustaaf Verschraegen (1914-2003) en Gustaaf De Wilde ( 1922). Maurice Clerick getuigde dat t wel elke zondag ergens koers was, soms moesten ze 30 km rijden naar de wedstrijd. Niet alleen de coureurs deden dat, maar soms volgden hun supporters met een bende van 25 tot 30 man, zelfs tot in Brussel toe. Volgens Gustaaf Verschraegen waren er tijdens het interbellum genoeg plaatselijke renners om een koers in te richten. Op Sint-Pietersdag en Molekenskermis legden alle cafébazen van de wijk een beetje uit om de kosten te dekken en er was velokoers en veel volk. Hij herinnerde zich dat tijdens een wedstrijd op de wijk De Kruisen ex-renner Remi Crabeel met de auto de renners voorreed om een doorgang tussen de toeschouwers te forceren. De opmaak van de uitslag gaf zodanig veel moeilijkheden dat er een vechtpartij van kwam. De gendarmerie uit Overmere moest ter plaatse komen om de gemoederen te bedaren. De aankomst was tijdens de periode 1926-1930 ter hoogte van herberg De Flandria. Gustaaf De Wilde kreeg pas een fiets toen hij ging werken. Vóór die periode maakte hij de verplaatsing naar dichtbij zijnde wielerwedstrijden meestal te voet. In zijn geboortestraat, de Bontinkstraat, werden jaarlijks ter gelegenheid van de wijkkermis wielerwedstrijden ingericht. Tijdens de periode 1934-1935 was het parcours beperkt tot de straat zelf. Aan het einde van het relatief goed bereidbare deel van de straat, ter hoogte van het Kerrebroek, dienden de deelnemers een of meerdere tonnen in het midden van de straat te ronden. Gustaaf heeft als wielerliefhebber en supporter van Gerard Lauwaet gans Oost-Vlaanderen doorkruist. G. Personen achter de schermen. Misschien de belangrijkste vaststelling voor deze tijdsperiode is de groeiende belangstelling van de politiek geëngageerden voor de wielersport, onder andere ingegeven door de invoering van het algemeen stemrecht voor mannen (1919). Die algemene tendens kon echter voor ons studiegebied niet aangetoond worden bij gebrek aan officiële aankondigingen van de georganiseerde wedstrijden. Renner Albert Van Laere Gerard Lauwaet Edward Vervaet Maurice De Wannemaker Fietsenmaker Albert De Kegel (aanvankelijk) Gaston Troch; wijk De Kruisen Frans Feys, wijk Kalkenvaart Edward Hoogewijs, Zomerstraat Albert De Kegel, wijk Eesvelde Tabel 4. Een aantal renners en hun fietsenmakers, periode eind jaren 1930. Voor de tweede helft van de jaren 1930 vonden we gegevens die wijzen naar de uitbouw van supportersclubs voor de twee succesvolste renners van dat ogenblijk. De supportersclub en het supporterslokaal van Maurice De Wannemaeker was gevestigd in de herberg van ex-renner Albert De Kegel op de wijk Eesvelde. Die herberg ligt relatief ver verwijderd van de woonplaats van Maurice op de wijk De Kruisen. Er zijn aanwijzingen dat ook Vruchten van het platteland 16 49
op die caférijke wijk bij de start van zijn carrière een supportersclub werd opgericht en wel in herberg Den Insprong. Als bestuursleden werden aangewezen onder andere Cyriel Van Hoorde ( 1913), Achiel De Wannemaeker (1906-1979), Cyriel Van De Weghe en Floris Dhooghe ( 1919). Renner Maurice De Wannemaeker Gerard Lauwaet Supporterslokaal Albert De Kegel, wijk Eesvelde Maurice Rogiers, Kleine Zauwerstraat Tabel 5. Een aantal renners en de situering van hun supporterslokalen tijdens het interbellum. Renner Albert Engels Albert Van Laere Gerard Lauwaet Michel Van Laere Leon Van Laere Maurice De Wannemaeker Albert De Kegel Verzorger/masseur Maurice Clerick Emiel Arents René Couché Tabel 6. Een aantal renners en hun verzorgers. Gegevens over begeleiding van de plaatselijke renners gaan niet verder terug dan tot de periode 1930-1940, voornamelijk met de figuur van, die zijn stiel geleerd heeft op de Gentse piste. Maurice Clerick vertelde dat hij driemaal daags Albert Engels masseerde met kampfer of musclefort. Renner en velomaker Albert De Kegel zette zich in voor jong wielertalent. Zo zorgde hij voor zijn poulain Maurice De Wannemaeker. Een andere jongere die hij enkele ronden zeer sterk zag meerijden als volger van een wielerwedstrijd, namelijk Kalkenaar Roger De Broe, spoorde hij ook aan om het als renner te proberen. Roger ging op dat voorstel niet in. We merkten een groeiende belangstelling voor de rondepremies en de vermelding ervan in de koersverslagen. Zo won een van de gebroeders Van Laere tijdens een wedstrijd te Kalken op 30 september 1925 vier premies, Albert Billiet één. Een anekdote rond Albert Van Laere is de volgende. Vóór de start van een wedstrijd in de Koffiestraat had hij de premie voor de eerste doortocht aan een herberg even verder in de straat, een rozijnenbrood, al voor de helft opgegeten. Hij was dus wel verplicht om die premiespurt te winnen. Van velomakers Gaston Troch (op De Kruisen) en Ward Hoogewijs (in de Zomerstraat) is achterhaald dat ze plaatselijke renners steunden met fietsmateriaal en kledij met reclame voor hun zaak. Er is een foto bekend van Gerard Lauwaet met trui met reclamevermelding voor fietsenmaker Gaston Troch. Ward Hoogewijs zag het blijkbaar iets groter. Op onderstaande foto zijn niet minder dan zes renners te zien met een trui met als opschrift Cycles Hoogewijs. De meeste van die renners behoorden tot landbouwersfamilies die bij velomaker Ward relatief gemakkelijk aan een koersvelo geraakten. Vruchten van het platteland 16 50
Illustratie 42. Maurice De Wannemaeker als jonge renner tussen François De Kegel (1881-1969, links) en Albert De Kegel (rechts). Verzameling Maurice Lauwaert. Illustratie 43. Beginnelingen en supporters aan de start van een wedstrijd te Kalken in 1933, meer dan waarschijnlijk op de wijk Eesvelde. Vier Eesveldenaren werden herkend, namelijk Albert De Kegel (persoon met klak naast renner met witte trui middenlinks), René Blancquaert (1915-1999, gans achteraan ongeveer midden de foto, enkel deel gezicht zichtbaar), Maurice Buyle (1910-1988, vijfde persoon vooraan van links, met klak, vastgehouden door een renner) en Achille Verhoeven (1905-1949, derde persoon van rechts met zwarte jas en zwarte hoed). Uittreksel uit De Stad Antwerpen, 17 maart 1933. Het onderschrift bij deze foto luidde: Zondag werd te Calcken n openingskoers voor Nieuwelingen gereden. Even poseren aan het vertrek voor den fotograaf van De Stad. Vruchten van het platteland 16 51
Illustratie 44. Velomaker Ward Hoogewijs uit de Zomerstraat met een groep van zes renners die een trui met vermelding Cycles Hoogewijs droegen. Van links naar rechts: Ward Hoogewijs, Karel De Backer (uit Destelbergern), Edward Vervaet, Frans Blancquaert, Roger Fiers, mogelijk Albert Van Laere en een niet herkende renner. Verzameling Maurice Lauwaert. Illustratie 45. Kamiel De Graeve (1904-1992) uit Beervelde spoorde zijn schoonbroer, Kalkenaar Michel Van De Velde aan tot de wielersport. Kamiel was een zeer degelijk renner en was actief als beroepsrenner van 1929 tot 1937. Vruchten van het platteland 16 52