Met de deur in huis vallen

Vergelijkbare documenten
Zoals het klokje thuis tikt

Onderzoek naar eerste hulp bij thuisgeweld tegen vrouwen De nulmeting

FACT-SHEET 3 e kwartaal 2014 Feiten en cijfers (huiselijk) geweld in afhankelijkheidsrelaties in de provincie Groningen

FACT-SHEET Veilig Thuis Groningen jaar 2015

Werkgelegenheidsonderzoek 2011

Gebruik jeugdhulp in Groningen: 2016 vergeleken met 2015

Werkgelegenheidsonderzoek 2010

Werkloosheid onder beroepsbevolking blijft stijgen, maar minder sterk dan voorgaande jaren

Ontwikkeling bijstandsuitkeringen in Groningen

De huishoudens in Groningen worden steeds kleiner

Vlugschrift verkiezingen Provinciale Staten 20 maart 2019

Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen

Krimp en de gevolgen voor het basisonderwijs in de provincie Groningen (update)

Toekomstbestendige! ouderenzorg!in!groningen! Van!een!gezamenlijke!opgave!!!!!!!! naar!een!gezamenlijke!aanpak

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

MODERN BURGERSCHAP BIJLAGE. Onderzoeksbureau CMO Groningen - Sociaal Rapport provincie Groningen 2006

Voortgezet onderwijs in de provincie Groningen

Rol mantelzorger en eigen bijdrage aandachtspunten bij uitvoering Wmo

HUISELIJK GEWELD: DE VOORDEUR OP EEN KIER

Samenvatting. Aard en omvang van geweld

Overzicht: geldt in jouw gemeente ook een stookverbod?

Veiligheidshuis Groningen

Regionale Maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Groningen

Bevolking: gemeentelijke indeling in regio s. Regio s

Nieuwe dadergroep vraagt aandacht

Bijna kinderen in de provincie Groningen groeien op in armoede

Bevolking: gemeentelijke indeling in regio's

Migratiestromen en inkomensontwikkelingen in de provincie Groningen

Werkgelegenheidsonderzoek provincie Groningen 2004

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING PUBLIEKE GEZONDHEID & ZORG GRONINGEN ALGEMEEN BESTUUR 7 april 2017

Grotere afdelingen zijn slecht voor het ledental

Huiselijk Geweld in Nederland

Pakketvergelijking Grenzeloos Gunnen en Noord-Nederland

Fase I Voorvallen in de huiselijke kring Huiselijk geweld

MELDCODE HUISELIJK GEWELD

Risicogebied Groningen. 3 e kwartaal 2016

*<BARCODE>* B&W advies gemeente Westerwolde 1. Gegevens. Voorgesteld besluit. Datum: 13 februari 2018 Nummer: A2

Hulp bij huiselijk geweld

BINNEN ZONDER KLOPPEN

Centrum Seksueel Geweld Amsterdam-Amstelland. Jaarcijfers 2017

Monitor 2009 Huiselijk geweld Twente

Actualisatie van de berekening van de gemeentelijke budgetten Jeugdhulp 2015 versie augustus 2015

Statistisch Jaarboek diversen

Jeugdige recidiverende woninginbrekers

BINNEN ZONDER KLOPPEN

openbare orde en veiligheid

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid

Cijfers & Feiten. Drs Fransje Grisnich, Sociaal Planbureau Groningen. Armoede in Groningen. over

Gemeente Marum. Beeld

VERMAAT- SCHAPPELIJKING VAN DE ZORG

Handelingsprotocollen veiligheid Mill-Hillcollege

Hoe ver is toeristischrecreatief

Aanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort

Gemeenschappelijke Regeling Veiligheids- en Gezondheidsregio Groningen

Factsheet meldingen Vertrouwensinspecteurs Inspectie van het Onderwijs over het schooljaar

Misdrijven en opsporing

Rotterdamse Meldcode. huiselijk geweld en kindermishandeling

Gemeente Delft. In de bijlage is een overzicht opgenomen van definities.

Informatie van het college van burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad

Aan de leden van Provinciale Staten

Notitie financiële positie gemeente Pekela

openbare orde en veiligheid

Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Groningen

Regionale Bijeenkomsten Zorgkantoorregio s

B A S I S V O O R B E L E I D

Sociale omgeving. 1. Kindermishandeling

Huiselijk geweld in Tilburg. Inventarisatie registratiegegevens politie

openbare orde en veiligheid

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING Stichting O.V.O. Tiel (RSG Lingecollege)

Analyse cijfers prioriteiten Veiligheid 2012 t/m 2016

openbare orde en veiligheid

Stichting Iepenwacht Groningen

Aanvraagformulier subsidie Regionale Cultuurplannen

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ?

provincie groningen J a a r v e r s l a g

Gemeenschappelijke Regeling Hulpverlening & Openbare Gezondheidszorg Groningen. Actualisering Beleidsbegroting 2011 H&OG

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Groningen, september 2017

Evaluatie Wet Huisverbod, de hulpverlening Gemeente Eemsmond augustus 2010

Gezondheid en leefstijl jongeren verbeterd

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Criminaliteit en slachtofferschap

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 2017

Huiselijk geweld en herkomstland

Secundaire analyses slachtofferdata

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019

Monitor. alcohol en middelen

Directe Hulp bij Huiselijk. U staat er niet alleen voor!

PERSONEELSBIJEENKOMSTEN RUD GRONINGEN. Dick Bresser, projectleider RUD 26 januari, 1 en 6 februari 2012

Centrumregeling beschermd wonen, opvang en inloopvoorziening GGz Groningen 2017

Protocol Huiselijk geweld en Kindermishandeling

RECTIFICATIE KENNISGEVING VAN VERANDERINGEN OF AANVULLENDE INFORMATIE

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling HZ. Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;

Monitor 2008 Huiselijk geweld Twente

Les 3. Misbruik L O V E D

Inhoud sector Horeca. Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven 2005 WODC 30 december

B A S I S V O O R B E L E I D

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018

Analyse van het effect van mogelijke sluiting van de spoedeisende hulpen in Oost-Groningen op de bereikbaarheid

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar

Transcriptie:

Met de deur in huis vallen Aard en kenmerken van huiselijk geweld in de provincie Groningen in 2005 in opdracht van de provincie Groningen afdeling Welzijn Groningen, 31 oktober 2006 Drs. R.A. Jaarsma Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling Groningen, /beleidsanalyse

2 CMO Groningen

Inhoudsopgave 1 Inleiding...6 1.1 Verschil met voorgaande metingen... 6 1.2 Interpretatie van de cijfers... 7 1.3 Methode en werkwijze... 8 1.4 Opzet van het rapport... 8 2 Aard en achtergronden van huiselijk geweld...10 2.1 Omvang van het geweld... 10 2.1.1 Huiselijk geweld in kaart...10 2.2 Soorten geweld... 12 2.3 Slachtoffers... 13 2.3.1 Soort relatie tussen dader en slachtoffer...15 2.3.2 Kinderen en huiselijk geweld...17 2.3.3 Ouderen en huiselijk geweld...18 2.4 Samenvatting... 19 3 Aangifte, verdachten en recidive...22 3.1 Inleiding... 22 3.2 Aangifte... 22 3.2.1 Aangiftebereidheid per soort geweld en relatie...22 3.2.2 Leeftijd en geslacht van de aangevers...24 3.3 Verdachten en recidive... 24 3.3.1 Verdachten...24 3.3.2 Geslacht en leeftijd van de verdachten...25 3.3.3 Recidive...25 3.4 Samenvatting... 26 Bijlage 1: Inwoneraantallen en bevolkingsdichtheid...30 Bijlage 2: De omvang van huiselijk geweld in 2005...35 Bijlage 3: Soorten huiselijk geweld...37 Bijlage 4: Soorten huiselijk geweld naar regio en gemeenten...39 Bijlage 5a: Berekening van het aantal slachtoffers...40 Bijlage 5b: Slachtoffers naar geslacht...42 Bijlage 5c: Slachtoffers naar leeftijd...43 Bijlage 6: Soort relatie tussen daders en slachtoffers...44 Bijlage 7: Aangiftebereidheid naar regio...45 Bijlage 8: Verdachten...46 Literatuurlijst...48 Begrippenlijst...50 CMO Groningen 3

4 CMO Groningen

1 Inleiding Voor u ligt het rapport Met de deur in huis vallen, opgesteld door het onderzoeksbureau van het CMO Groningen in opdracht van de afdeling welzijn van de provincie Groningen,. Deze rapportage is een vervolg op het rapport Huiselijk geweld in beeld dat de periode 2001 tot en met 2003 betrof (CMO, 2004). De huidige rapportage beslaat het jaar 2005 1. In 2008 zal een volgende rapportage verschijnen, waarin een overzicht wordt gegeven van alle gegevens van 2001 tot en met 2007. Mede op basis van het vorige rapport Huiselijk geweld in beeld: de eindmeting, is nieuw beleid op het gebied van huiselijk geweld vorm gegeven. Net als in de vorige beleidsperiode is ook in de periode 2005-2008 het voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld als provinciebreed speerpunt opgenomen. Binnen dit kader is het van belang om het voorgaande onderzoek te continueren in de nieuwe beleidsperiode. Huiselijk geweld wordt als volgt gedefinieerd: Geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer gepleegd is. Hierbij wordt onder geweld de aantasting verstaan van de persoonlijke integriteit, waarbij geestelijk en lichamelijk geweld (waaronder seksueel geweld) onderscheiden wordt. Onder de huiselijk kring wordt verstaan de (ex)partners, gezinsleden, familieleden en huisvrienden van het slachtoffer. Onder huisvrienden wordt tot slot verstaan die personen die een vriendschappelijke band onderhouden met het slachtoffer of met iemand uit de onmiddellijke omgeving van het slachtoffer en die het slachtoffer in de huiselijke sfeer ontmoeten. 1.1 Verschil met voorgaande metingen Hoewel er gesproken wordt over een vervolgmeting, zijn er drie aanzienlijke verschillen met de voorgaande metingen. In de eerste plaats werden gevallen van huiselijk geweld bij de vorige metingen door de onderzoekers vastgesteld, door het lezen van alle incidenten in het bedrijfsprocessensysteem (BPS) van de politie binnen een ruim aantal (31) incidentcodes. In het kader van het speerpunt Huiselijk geweld heeft de politie echter landelijk besloten haar registratie op dit punt te wijzigen. Dit heeft geresulteerd in een landelijk invoering van de projectcode huiselijk geweld. Dit heeft als voordeel dat het mogelijk is vergelijkingen te maken met de landelijke situatie. In dit kader werd in dit onderzoek gebruik gemaakt van de landelijke cijfers omtrent huiselijk geweld die Advies- en Onderzoeksgroep Beke in haar rapport Binnen zonder kloppen (2006) heeft gepresenteerd. Er kleven echter ook nadelen aan deze methode: uit een door 1 De oorspronkelijke bedoeling van dit rapport was om de nieuwe cijfers omtrent huiselijk geweld te laten aansluiten op de voorgaande metingen (oktober 2000 tot oktober 2001, oktober 2001 tot oktober 2002 en oktober 2002 tot oktober 2003). Deze rapportage zou dan de periode oktober 2003 tot oktober 2005 beslaan. Echter, de politie in Groningen is pas vanaf begin 2005 echt begonnen met het toekennen van de projectcode huiselijk geweld aan incidenten. Om deze reden is ervoor gekozen in de onderliggende rapportage 2005 in zijn geheel weer te geven. De volgende meting zal dan uitgaan van de jaren 2006 en 2007. CMO Groningen 5

Advies- en Onderzoeksgroep Beke gehouden kwaliteitsonderzoek blijkt dat de technische implementatie van de projectmodule huiselijk geweld nog niet voor de volle 100% gerealiseerd is in alle politieregio s. In een groot aantal regio s is er niet in alle gevallen sprake van een terechte koppeling van een incident aan de projectcode huiselijk geweld. Een knelpunt dat hierbij genoemd werd is dat verbalisanten niet altijd genegen zijn (vanwege het extra werk) om een incident weg te schrijven onder de projectcode waardoor het incident niet als huiselijk geweld in beeld komt. Handmatige gegevenscontrole is noodzakelijk, maar zeer arbeidsintensief waardoor het niet altijd plaatsvindt (Ferwerda, 2006). Dit leidt tot een onderrapportage van het aantal gevallen van huiselijk geweld dat geregistreerd staat in de politieregistratie. Een tweede verschil met de voorgaande metingen betreft het onderzoeksgebied. Eerder werd er alleen onderzoek naar huiselijk geweld gedaan in drie pilotgebieden, namelijk Noord (centrum Noord van de stad Groningen), Hoogezand (de gemeenten Hoogezand-Sappemeer en Slochteren) en Uithuizen (de gemeenten Eemsmond, Loppersum, Ten Boer en Bedum). Deze gebieden beslaan samen ruim een kwart van de provincie Groningen. Vanuit deze gebieden werd er een schatting gemaakt van de omvang van huiselijk geweld in de provincie Groningen in zijn geheel. In de huidige rapportage zijn de cijfers van de gehele provincie beschikbaar. Een derde verschil betreft de indeling in soorten geweld. In de vorige metingen werd een onderscheid gemaakt naar drie soorten geweld: fysiek, seksueel en geestelijk. In navolging van de landelijke tendens wordt in de huidige rapportage een onderscheid gemaakt naar vijf soorten geweld: fysiek, seksueel, geestelijk, belaging en bedreiging (zie verder paragraaf 2.2). 1.2 Interpretatie van de cijfers Net als in de voorgaande metingen maken wij in deze rapportage gebruik van de cijfers die afkomstig zijn uit het BPS van de politie om een beeld te schetsen van de omvang, aard en de kenmerken van huiselijk geweld. Uit reacties op voorgaande metingen is duidelijk geworden dat men veel waarde hecht aan de omvang van huiselijk geweld. Echter, de gepresenteerde gegevens over de omvang moeten met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. Hiervoor zijn drie redenenen. In de eerste plaats is het bekend dat het dark number bij huiselijk geweld erg groot is. Slechts een klein gedeelte van de plegers van huiselijk geweld wordt daadwerkelijk door de politie aangehouden en geregistreerd (Van Dijk, 1996). In de tweede plaats blijkt uit het onderzoek van het ministerie van justitie (Van Dijk, 1997) dat slechts één op de acht gevallen (12%) van huiselijk geweld bij de politie gemeld wordt. Ten slotte werd al eerder genoemd dat er bij het toekennen van de projectcode huiselijk geweld door verbalisanten sprake is van onderrapportage. Dit alles wijst erop dat de omvang van huiselijk geweld, zoals dat berekend kan worden uit het BPS, slechts het spreekwoordelijke topje van de ijsberg is. De politiecijfers zijn derhalve minder geschikt om inzicht te geven in de totale omvang van huiselijk geweld. Wel zijn ze zeer goed bruikbaar om inzicht te verschaffen in de aard en de kenmerken van huiselijk geweld. Dit laatste is dan ook waar in deze rapportage de nadruk op wordt gelegd. Die gevallen van huiselijk geweld die wel in het BPS geregistreerd worden kunnen worden gezien als een steekproef van alle incidenten huiselijk geweld. Op deze wijze kan er een representatief beeld worden gegeven van de aard en kenmerken van huiselijk geweld. Ook kunnen er uitspraken worden gedaan over kenmerken van daders en slachtoffers (Ferwerda, 2006). Het ligt overigens in de lijn der verwachting dat verbalisanten steeds beter zullen registreren 6 CMO Groningen

op huiselijk geweld, wat het in de toekomst mogelijk maakt preciezere uitspraken te doen over de omvang van huiselijk geweld. In de voorliggende rapportage betreffen de gegevens meestal de gehele provincie Groningen. Soms worden er ook percentages op gemeentelijk niveau vermeld. Bij dit laatste dient bij de interpretatie weer de nodige voorzichtigheid in acht genomen te worden, aangezien het vaak gaat om relatief kleine absolute aantallen. 1.3 Methode en werkwijze Zoals al eerder genoemd zijn de cijfers zoals ze in dit rapport worden gepresenteerd afkomstig van het BPS van de regiopolitie Groningen. De politie heeft een uitdraai gemaakt van alle incidenten waarbinnen gevallen van huiselijk geweld zijn geregistreerd. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in een overzicht van alle gevallen van huiselijk geweld binnen 53 incidentcodes. Deze gegevens vormden de basis van de uitgevoerde berekeningen. Om de recidive onder plegers van huiselijk geweld te berekenen is er een aselecte steekproef van 50 verdachten uit het bestand getrokken. Van deze 50 verdachten konden we tot 1999 terugkijken of ze vaker in het systeem als verdachte stonden geregistreerd voor een geval van huiselijk geweld (zie verder paragraaf 3.3). 1.4 Opzet van het rapport In de huidige rapportage wordt een overzicht gegeven van de omvang, aard en achtergronden van huiselijk geweld in 2005 in de provincie Groningen. Waar mogelijk worden in deze rapportage vergelijkingen getrokken met landelijke cijfers. Deze landelijke cijfers zijn afkomstig uit het rapport Binnen zonder kloppen van Adviesen Onderzoeksgroep Beke (2006). Om de genoemde aantallen en percentages die in dit rapport in de tabellen en figuren worden genoemd op waarde te kunnen schatten is het van belang deze te (kunnen) vergelijken met het totale aantal inwoners in een gemeente of regio. In bijlage 1 wordt daarom informatie gegeven over aantallen inwoners in de verschillende gemeenten (tabel 5) en in de regio s (tabel 6), de leeftijdsverdeling in de gemeenten (tabel 7) en regio s (tabel 8). Figuur 12 (in bijlage 1) geeft de bevolkingsdichtheid in de gemeenten en regio s weer. In het tweede hoofdstuk worden de omvang en de verschillende soorten van huiselijk geweld beschreven. Daarna zullen kenmerken van slachtoffers van huiselijk geweld besproken worden. Ook de soort relatie tussen dader en slachtoffer zal aan de orde komen. Vervolgens wordt nader ingegaan op kinderen en ouderen en huiselijk geweld. In het derde hoofdstuk passeren aangifte, verdachten en recidive de revue. Allereerst wordt ingegaan op het totaal aantal aangiften en de aangiftebereidheid per soort geweld en relatie. Daarna zullen enkele kenmerken van de aangevers besproken worden. In de volgende paragraaf wordt er ingegaan op de verdachten en de recidive. Van de verdachten zal het aantal verdachten per soort geweld en geslacht en leeftijd van de verdachten beschreven worden. Daarna zal de recidive worden belicht. In 2008 zal de volgende meting worden gepresenteerd. Daarin worden aard en omvang van huiselijk geweld in de jaren 2006 en 2007 beschreven. In deze rapportage wordt tevens een overzicht gegeven van alle gegevens van 2000 tot en met 2007. Er CMO Groningen 7

zullen vergelijkingen worden getrokken en er zal, waar mogelijk, gekeken worden of er sprake is van trends en ontwikkelingen op het gebied van huiselijk geweld. 8 CMO Groningen

2 Aard en achtergronden van huiselijk geweld In dit hoofdstuk worden de omvang, de aard en achtergronden van huiselijk geweld beschreven. Paragraaf 2.1 betreft een schatting van de omvang. In paragraaf 2.2 wordt ingegaan op de verschillende soorten huiselijk geweld: fysiek, seksueel, geestelijk, belaging en bedreiging. Deze onderverdeling zal nader worden toegelicht. In paragraaf 2.3 worden kenmerken van slachtoffers besproken zoals leeftijd, geslacht en soort geweld dat men heeft ondergaan. Ook wordt ingegaan op de soorten relaties die er kunnen bestaan tussen daders en slachtoffers. In de laatste paragraaf (2.4) wordt een samenvatting van het hele hoofdstuk gegeven. 2.1 Omvang van het geweld Zoals in hoofdstuk 1 werd vermeld is het met ingang van 1 januari 2005 mogelijk om te tellen hoe vaak er een incident met betrekking tot huiselijk geweld in de provincie Groningen is geregistreerd. Hierbij gaat het dus om meldingen, aangiften en zaken die de politie zelf signaleert en muteert in haar bedrijfsprocessensysteem (BPS). In 2005 komt het aantal door de politie geregistreerde huiselijk-geweldincidenten op 3242. Dit is 28% van het totaal aantal meldingen van geweld. Wat zegt nu dit aantal incidenten? Zoals in hoofdstuk 1 werd aangegeven moeten gegevens rond omvang met de nodige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. In de eerste plaats vanwege het feit dat er bij de politie sprake is van een nieuwe manier van registreren (groeimodel) en in de tweede plaats omdat er sprake is van een groot dark number ; veel incidenten blijven bij de politie onbekend. Geschat wordt dat slechts één op de acht gevallen van huiselijk geweld bij de politie terecht komt (Van Dijk, 1997). Indien het huidige aantal hiermee wordt gecorrigeerd, zouden er in 2005 in de provincie Groningen ruwweg 26.000 huiselijk-geweldincidenten moeten hebben plaatsgehad. Bijlage 2 omvat een tabel met alle incidentcodes (53 in totaal) waarbinnen huiselijk geweld in het BPS geregistreerd is. 2.1.1 Huiselijk geweld in kaart In de volgende tabel staat de omvang van huiselijk-geweldincidenten per gemeente weergegeven. De eerste kolom geeft het totaal aantal geweldincidenten weer en in de tweede het aantal huiselijk-geweldincidenten. De derde kolom laat zien welk percentage geweldsincidenten bestaat uit huiselijk geweld. Te zien is dat met name in de gemeenten Stadskanaal, Ten Boer, Loppersum en Eemsmond relatief veel van het geweld uit huiselijk geweld bestaat. CMO Groningen 9

Tabel 1: Meldingen van geweld per gemeente gemeente Totaal geweld Huiselijk geweld % huis. geweld Appingedam 197 51 26% Bedum 109 31 28% Bellingwedde 94 18 19% De Marne 129 29 22% Delfzijl 512 152 30% Eemsmond 273 96 35% Groningen 4770 1461 31% Grootegast 112 37 33% Haren 161 43 27% Hoogezand-Sappemeer 884 272 31% Leek 255 60 24% Loppersum 127 48 38% Marum 116 20 17% Menterwolde 232 40 17% Pekela 344 63 18% Reiderland 115 21 18% Scheemda 132 32 24% Slochteren 184 51 27% Stadskanaal 722 251 35% Ten Boer 55 23 42% Veendam 636 108 17% Vlagtwedde 315 32 10% Winschoten 567 192 34% Winsum 114 21 18% Zuidhorn 194 50 26% In de onderstaande figuur wordt het aantal meldingen van huiselijk geweld gerelateerd aan het aantal inwoners. Weergegeven wordt hoeveel meldingen van huiselijk geweld er in 2005 bij de politie zijn binnengekomen per 1000 inwoners. Hoe donkerder blauw de gemeenten zijn gekleurd, hoe meer meldingen er per 1000 inwoners zijn binnengekomen. Het blijkt dat er met name in de grotere gemeenten, die ook dichter bevolkt zijn, relatief meer meldingen per 1000 inwoners bij de politie binnenkomen. Het gaat hier om de gemeenten Groningen, Hoogezand-Sappemeer, Winschoten en Stadskanaal. In de lichtblauw gekleurde gemeenten worden er relatief weinig meldingen van huiselijk geweld gedaan. Het gaat hier om de gemeenten: Winsum, Marum, Haren, Scheemda, Bellingwedde en Vlagtwedde. 10 CMO Groningen

Eemsmond Delfzijl De Marne Loppersum Winsum Appingedam Bedum Zuidhorn Ten Boer Grootegast Slochteren Scheemda Groningen Reiderland Leek Menterwolde Haren Marum Hoogezand-S. Winschoten Veendam Bellingwedde Pekela Huiselijk geweld per 1000 inwoners 7,4 tot 10,4 4,1 tot 7,4 3,1 tot 4,1 2,6 tot 3,1 1,5 tot 2,6 Stadskanaal Vlagtwedde Figuur 1: Huiselijk geweld per 1000 inwoners in 2005 2.2 Soorten geweld Zoals al in de inleiding werd genoemd, zijn de politiecijfers omtrent huiselijk geweld bij uitstek geschikt om inzicht te geven in de aard en de kenmerken van huiselijk geweld. Hieronder wordt er ingegaan op de soorten huiselijk geweld die onderscheiden kunnen worden. In de vorige metingen werd een onderscheid aangebracht naar drie soorten huiselijk geweld: fysiek, seksueel en geestelijk. Fysiek geweld kan omschreven worden als geweld waarbij iemand lichamelijk pijn wordt gedaan of waarbij deze dreiging bestaat. Bij seksueel geweld gaat het om het gedwongen ondergaan van seksuele handelingen of de dreiging daarvan. Geestelijk geweld tot slot bestaat uit bespotting, dreigen de relatie te verbreken en het verbieden van bepaalde zaken zoals bellen of het op bezoek gaan bij vrienden. Zoals ook al in het eerste hoofdstuk werd aangestipt worden er in dit onderzoek, in navolging van de landelijke trend, nog twee soorten huiselijk geweld onderscheiden: bedreiging en belaging. Bedreiging spreekt voor zich en met belaging wordt het vroegere stalking bedoeld. In bijlage 3 staat weergegeven binnen welke incidentcodes de soorten geweld vallen. In de onderstaande figuur wordt de relatieve omvang van de soorten huiselijk geweld getoond 2. 2 Incidenten die niet in deze vijf soorten konden worden ingedeeld (categorie overig geweld ) zijn buiten beschouwing gelaten. CMO Groningen 11

Soorten huiselijk geweld 16,7% 6,9% 37,7% 30,6% 8,1% fysiek seksueel geestelijk belaging bedreiging Figuur 2 Bijna 38% van het huiselijk geweld valt in de categorie fysiek geweld. Ook relatief veel geweld is geestelijk van aard (30,6%). Bijna 17% van het geweld bestaat uit bedreiging. Ruim 8% bestaat uit seksueel geweld en bijna 7% uit belaging. Vergeleken met de landelijke situatie (Ferwerda, 2006) blijkt dat de Groninger situatie niet veel afwijkt. In bijlage 4 staat de indeling in de soorten geweld per regio en gemeente weergegeven. Op regionaal niveau blijkt dat het Westerkwartier een iets afwijkend beeld laat zien: hier bestaat relatief meer huiselijk geweld uit fysiek en seksueel geweld en relatief wat minder uit geestelijk geweld. 2.3 Slachtoffers Hieronder worden enkele kenmerken van de groep slachtoffers belicht 3. In de eerste plaats blijkt dat 80% vrouw is en 20% man. Landelijk is 76% van de slachtoffers vrouw. In bijlage 5b staat weergegeven hoe deze verdeling in de regio s en gemeenten is. Het blijkt dat het percentage vrouwelijke slachtoffers schommelt tussen de 74% in Stadskanaal/ Vlagtwedde en 82% in de regio Noord. Figuur 3 laat zien hoe de verhouding tussen vrouwelijke en mannelijke slachtoffers is binnen de verschillende soorten huiselijk geweld. De percentages vrouwelijke slachtoffers zijn het hoogst bij seksueel geweld en belaging en iets minder hoog bij bedreiging. 3 In bijlage 5a wordt weergegeven hoe deze groep uit het BPS van de politie is gedestilleerd. 12 CMO Groningen

Slachtoffers naar geslacht per soort geweld in percentages 100% 90% 80% 70% 60% 50% 81,4 86 81,3 84,5 75,2 72,1 40% 30% 20% 10% 0% 24,8 27,9 18,6 14 18,8 15,5 fysiek seksueel geestelijk belaging bedreiging overig man vrouw Figuur 3 In de volgende figuur is de leeftijdsverdeling van de slachtoffers van huiselijk geweld weergegeven. Leeftijdsverdeling slachtoffers huiselijk geweld in percentages 60 50 40 30 53,4 20 10 0 1,5 4,8 0 tot 12 jaar 12 tot 18 jaar 20,7 18 tot 25 jaar 25 tot 45 jaar 14 45 tot 55 jaar 2,9 2,8 55 tot 65 jaar 65 jaar en ouder Figuur 4 Het blijkt dat de meeste slachtoffers tussen de 25 en 45 jaar oud zijn. Dit komt overeen met het landelijke beeld. Het percentage slachtoffers wordt kleiner richting de jongste en oudste slachtoffers. Vergeleken met de landelijke cijfers is het percentage jonge slachtoffers wat lager (6,3% in Groningen tegenover 11,5% landelijk). Voor de 65- CMO Groningen 13

plussers geldt echter het omgekeerde effect (2,8% in Groningen tegenover 1,7% landelijk). In bijlage 5c staat de leeftijdsverdeling per gemeente en per regio weergegeven. Opvallend is dat er in de regio s Centraal en Stadskanaal/ Vlagtwedde geen slachtoffers tussen de 0 en 12 jaar oud zijn, terwijl dit aandeel in het Westerkwartier juist wat aan de hoge kant is. In de regio Veendam/ Menterwolde/ Pekela is opvallend dat slachtoffers in de leeftijdscategorie 12 tot 18 jaar een stuk hoger ligt dan het provinciale percentage. In deze regio is ook het percentage slachtoffers onder de 65- plussers een stuk hoger dan provinciaal. In de hieronder getoonde figuur wordt ingegaan op de slachtoffers naar leeftijd en soort huiselijk geweld. Slachtoffers naar leeftijd en soort huiselijk geweld in percentages 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% > 65 jr 55-65 jr 45-55 jr 25-45 jr 18-25 jr 12-18 jr 0-12 jr 10% 0% fysiek seksueel geestelijk belaging bedreiging overig Figuur 5 Vergeleken met de andere soorten huiselijk geweld is de groep 0-12 jarigen het grootst bij de categorie seksueel geweld. Ook de categorie 12 tot 18 jarigen is bij deze categorie relatief fors. 2.3.1 Soort relatie tussen dader en slachtoffer In het toekennen van de projectcode huiselijk geweld in het BPS maakt de politie een onderscheid in het soort relatie die er is tussen dader en slachtoffer. Er worden zes typen relaties onderscheiden: 1. Huiselijk geweld dat gericht is op ouderen 2. Huiselijk geweld dat gericht is op huisvrienden 3. Huiselijk geweld dat gericht is op ouders 4. Huiselijk geweld dat gericht is kinderen 5. Huiselijk geweld dat gericht is op de (ex)partner 6. Huiselijk geweld dat gericht is op overigen 14 CMO Groningen

In Figuur 6 is goed te zien dat veruit de meeste huiselijk geweldsincidenten zich afspelen binnen de (ex) relatie: ruim 70%. Ook blijkt een aanzienlijk percentage van de huiselijk geweldsincidenten gericht te zijn op kinderen (ruim 9%). Relatie tussen dader en slachtoffer in percentages Gericht op ouderen 0,7 Gericht op huisvrienden 2,6 Gericht op ouders 8,2 Gericht op overigen 8,6 Gericht op kinderen 9,3 Gericht op (ex)relatie 70,7 0 10 20 30 40 50 60 70 80 Figuur 6 In bijlage 6 staat de relatie tussen dader en slachtoffer op regionaal en gemeentelijk niveau weergegeven. Op regionaal niveau zijn er geen grote verschillen ten opzichte van het provinciale niveau te bespeuren. Op gemeentelijk niveau zijn wel verschillen zichtbaar. Hierbij dient opgemerkt te worden dat het vaak om kleine aantallen gaat, wat grote verschuivingen in percentages teweeg kan brengen. Anders gezegd, de percentages kunnen een vertekend beeld opleveren. Omdat het meeste huiselijk geweld zich afspeelt binnen de (ex) relatie, is het interessant om te bekijken hoe deze categorie is opgebouwd. Er kan een onderscheid gemaakt worden naar 5 soorten gerichtheid van het huiselijk geweld: 1. Huiselijk geweld gericht op de mannelijke partner 2. Huiselijk geweld gericht op de vrouwelijke partner 3. Huiselijk geweld gericht op de mannelijke ex-partner 4. Huiselijk geweld gericht op de vrouwelijke ex-partner 5. Huiselijk geweld gericht op de relatie (hierbij kon geen nader onderscheid worden aangebracht) CMO Groningen 15

Huiselijk geweld binnen (ex)relatie in percentages Ger. op ml. partner 4,2 Ger. op ml. expartner 7,2 Ger. op relatie 10,9 Ger. op vrl. partner 26,6 Ger. op vrl. expartner 51,1 0 10 20 30 40 50 60 Figuur 7 Te zien is dat van het huiselijk geweld dat zich afspeelt binnen de (ex) relatie, veruit het grootste gedeelte gericht is op de vrouwelijke ex-partner. Op de tweede plaats staat het huiselijk geweld dat gericht is op de vrouwelijke partner. Dit komt overeen met het beeld dat geschetst werd in de voorgaande metingen. 2.3.2 Kinderen en huiselijk geweld In dit hoofdstuk zijn kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 tot 18 jaar op de volgende manieren aan de orde gekomen: Het blijkt dat van alle slachtoffers van huiselijk geweld 6,3% jonger is dan 18 jaar: 1,5% van alle slachtoffers is tussen de 0 en 12 jaar oud (20 kinderen) en 4,8% is tussen de 12 en de 18 jaar oud (63 kinderen). Hoewel deze percentages lager liggen dan de landelijke cijfers (4,2% voor de 0-12 jarigen en 7,3% voor de 12-18 jarigen) betekent dit toch dat er in 2005 83 kinderen bij de politie bekend zijn als slachtoffer van huiselijk geweld. En aangezien dit nog maar het topje van de ijsberg is. Verder blijkt hierboven dat kinderen met name slachtoffer zijn geworden van seksueel geweld (zie figuur 6). Wanneer binnen de groep slachtoffers van 0-18 jaar wordt gekeken (zie onderstaande figuur) naar het soort geweld waar men slachtoffer van wordt, blijkt dat ze zeer vaak slachtoffer worden van fysiek geweld (48%) en van seksueel geweld (34%). 16 CMO Groningen

Soort huiselijk geweld tegen slachtoffers van 0-18 jaar in percentages 2,4% 3,6% 10,8% 1,2% 48,2% 33,7% fysiek seksueel geestelijk belaging bedreiging overig Figuur 8 2.3.3 Ouderen en huiselijk geweld In navolging van de landelijke cijfers wordt uitgegaan van mensen van 55 jaar en ouder. Al eerder is gebleken dat 5,7% van alle slachtoffers van huiselijk geweld ouder is dan 55 jaar. In totaal gaat het hierbij om 76 ouderen. Dit slachtofferpercentage van 5,7% ligt wat lager dan het landelijke percentage van 7,2% (Ferwerda, 2006). Als we binnen de groep ouderen kijken van welke soorten geweld ze slachtoffer worden (zie figuur 10), dan blijkt dat ze voornamelijk slachtoffer worden van fysiek geweld (46%) en bedreiging (34%). CMO Groningen 17

Soort huiselijk geweld tegen slachtoffers van 55 jaar en ouder in percentages 9,2% 46,1% 34,2% 5,3% 3,9% 1,3% fysiek seksueel geestelijk belaging bedreiging overig Figuur 9 2.4 Samenvatting Om deze vervolgmeting naar de omvang, aard en kenmerken van huiselijk geweld in de provincie Groningen uit te kunnen voeren hebben wij ons gebaseerd op de gegevens van 2005 van de regiopolitie Groningen die afkomstig zijn uit het BPS. Sinds 1 januari 2005 voegt de politie de projectcode huiselijk geweld toe aan die incidenten waarvan de betrokken verbalisanten vermoeden dat er sprake is van huiselijk geweld. In het begin van dit hoofdstuk werd benadrukt dat weergegeven cijfers rond de omvang van huiselijk geweld met enige voorzichtigheid moeten worden geïnterpreteerd. In de eerste plaats vanwege het feit dat er bij de politie sprake is van een nieuwe manier van registreren (groeimodel) en in de tweede plaats omdat er sprake is van een groot dark number ; veel incidenten blijven bij de politie onbekend. In totaal zijn er in 2005 3242 meldingen van huiselijk geweld bij de politie binnen gekomen. Geschat wordt dat slechts één op de acht gevallen van huiselijk geweld bij de politie terecht komt (Van Dijk, 1997). Indien het huidige aantal hiermee wordt gecorrigeerd, zouden er in 2005 in de provincie Groningen ruwweg 26.000 huiselijkgeweldincidenten moeten hebben plaatsgehad. Absoluut gezien komen de meeste meldingen uit de gemeente Groningen, wat niet verwonderlijk is aangezien dit de grootste gemeente is. Ook relatief gezien echter komen uit de gemeente Groningen de meeste meldingen. Ook uit Hoogezand- Sappemeer, Winschoten en Stadskanaal komen relatief veel meldingen. In navolging van de landelijke cijfers wordt een onderscheid gemaakt in vijf soorten geweld: fysiek, seksueel, geestelijk, bedreiging en belaging. Het blijkt dat het meeste huiselijk geweld uit fysiek geweld bestaat (38%). Ook relatief veel geweld is geestelijk van aard (31%). Bijna 17% van het geweld bestaat uit bedreiging, ruim 8% bestaat uit seksueel geweld en 7% bestaat tot slot uit belaging. Bij de 3242 meldingen van huiselijk geweld die bij de politie zijn geregistreerd, konden 1326 personen worden vastgesteld die mogelijk slachtoffer zijn geweest van huiselijk 18 CMO Groningen

geweld. Van deze slachtoffers is 80% vrouw en 20% man. Dit komt redelijk overeen met het landelijke beeld. Met name bij seksueel geweld en bij belaging is er een grote oververtegenwoordiging van vrouwelijke slachtoffers. Veruit de meeste slachtoffers zijn tussen de 25 en 45 jaar oud. Vergeleken met de landelijke cijfers ligt het percentage jonge slachtoffers wat lager (6,3% in Groningen tegenover 11,5% landelijk). Voor de 65-plussers geldt het omgekeerde effect; hier liggen de landelijke cijfers juist wat lager. Bij de categorie seksueel geweld komen, vergeleken met de andere soorten geweld, relatief de meeste jonge (0-18 jaar) slachtoffers voor. Veruit het meeste huiselijk geweld speelt zich af binnen de huidige of ex-relatie (ruim 70%). Het meeste geweld hierbinnen is gericht op de vrouwelijke ex-partner. De groep die op de tweede plek komt zijn de vrouwelijke partners. Ook blijkt een aanzienlijk percentage van het huiselijk geweld gericht te zijn op kinderen (bijna 10%). Het blijkt dat er in 2005 83 kinderen tussen de 0-18 jaar slachtoffer zijn geweest van huiselijk geweld. En hierbij gaat het alleen om die gevallen die gemeld zijn bij de politie. Van deze groep jonge slachtoffers zijn de meeste slachtoffer geworden van fysiek en seksueel geweld. Daarnaast blijkt dat er in 2005 76 personen van 55 jaar en ouder als slachtoffer bij de politie staan geregistreerd. Het blijkt dat de verhouding man/ vrouw binnen deze groep wat afwijkt van de totale groep slachtoffers. Binnen de oudere groep bestaat 37% uit mannen tegenover 20% in de gehele groep slachtoffers. Tot slot blijkt dat deze groep ouderen voornamelijk slachtoffer zijn geworden van fysiek geweld en bedreiging. CMO Groningen 19

20 CMO Groningen

3 Aangifte, verdachten en recidive 3.1 Inleiding In het voorgaande hoofdstuk werd ingegaan op de meldingen die bij de politie binnenkwamen, in dit hoofdstuk gaat het over daadwerkelijk aangiften, waarbij een proces-verbaal werd opgemaakt. Gekeken is naar de aangiftebereidheid bij huiselijk geweld. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt naar de verschillende soorten geweld en soort relatie die de dader en slachtoffer met elkaar onderhouden. Daarnaast wordt er gekeken naar het geslacht en de leeftijd van de personen die aangifte doen 4. Na de aangiftebereidheid wordt ingegaan op kenmerken van de verdachten. Het hoofdstuk wordt afgesloten met de recidive bij huiselijk geweld. Hoeveel plegers van delicten in de sfeer van huiselijk geweld hebben vaker dergelijke delicten gepleegd? 3.2 Aangifte 3.2.1 Aangiftebereidheid per soort geweld en relatie blijkt dat er in 2005 bij 1162 gevallen van huiselijk geweld één of meer keer aangifte is gedaan. Dit is 35,8% van het totale aantal geregistreerde meldingen van huiselijk geweld. Landelijk is het percentage aangiften 39,9% (Ferwerda, 2005). In bijlage 7 wordt de aangiftebereidheid per regio weergegeven. In het Oldambt is de aangiftebereidheid relatief hoog (46%) terwijl deze in de regio Zuid-Oost relatief laag is (31%). De gemiddelde aangiftebereidheid blijkt per soort huiselijk geweld behoorlijk te verschillen (zie volgende figuur). 4 Er dient nog een opmerking te worden geplaatst bij de aangiften die worden gedaan indien het gaat om gevallen van seksueel geweld. Zaken van seksueel geweld die bij de politie worden gemeld, worden in bepaalde gevallen verder afgehandeld via het zedenprotocol. Onduidelijk is daarmee of de aangiften die in het BPS zijn geregistreerd daarmee de werkelijke stand van zaken weergeven. Helaas kan hierover in dit onderzoek geen uitsluitsel worden gegeven. CMO Groningen 21

Aangifte per soort geweld in percentages overig 14,4 bedreiging 67,5 belaging 50 geestelijk 9,1 seksueel 35,5 fysiek 64,6 0 10 20 30 40 50 60 70 80 Figuur 10 Bij geestelijk (en ook overig) huiselijk geweld ligt het aangiftepercentage aanmerkelijk lager dan bij gevallen van bedreiging (67,5%) en fysiek huiselijk geweld (64,6%). De aangiftebereidheid verschilt ook als gekeken wordt naar het soort relatie waarbinnen het geweld plaatsvindt (zie onderstaande figuur). Aangifte per soort relatie in percentages Gericht op ouderen 42,9 Gericht op huisvrienden 49,4 Gericht op ouders 30,4 Gericht op overigen 41 Gericht op kinderen 26,1 Gericht op (ex)relatie 36,7 0 10 20 30 40 50 60 Figuur 11 De aangiftebereidheid is het hoogst bij huiselijk geweld op huisvrienden. In bijna de helft van de gevallen wordt er aangifte gedaan. Ook wordt er relatief vaak aangifte gedaan bij geweld gericht op ouderen (43%). Er wordt veel minder aangifte gedaan 22 CMO Groningen

van geweld gericht op ouders en kinderen. De jonge leeftijd speelt hierbij een grote rol. 3.2.2 Leeftijd en geslacht van de aangevers In totaal zijn er in 2005 1146 personen als aangever 5 in het BPS geregistreerd. Van deze aangevers is 21,5% man en 78,5% vrouw. De gemiddelde leeftijd is 33 jaar (voor vrouwen 32 jaar en voor mannen 34 jaar). 3.3 Verdachten en recidive 3.3.1 Verdachten Van alle 3242 geregistreerde incidenten huiselijk geweld in 2005 werd in 1351 gevallen minimaal één verdachte 6 geregistreerd. Dit komt neer op 42%. Dit is een zeer hoog percentage in vergelijking met het landelijke cijfer van 24%. Ook is dit percentage zeer hoog vergeleken met onze eigen voorgaande metingen. Het is onduidelijk hoe dit grote verschil verklaard kan worden. In totaal werden er 1459 verdachten geregistreerd. In bijlage 6 wordt een overzicht gegeven van het aantal gevallen van huiselijk geweld waarbij één of meer verdachten zijn geregistreerd, naar regio en naar gemeente. Op regionaal niveau blijkt dat er in Veendam/ Menterwolde/ Pekela relatief veel verdachten worden vastgelegd (47%). Op gemeentelijk niveau blijken er behoorlijke verschillen: relatief weinig verdachten worden vastgelegd in Bedum en Stadskanaal, relatief veel in Vlagtwedde, Winsum en De Marne. In de onderstaande tabel wordt weergegeven hoe vaak er minimaal één verdachte wordt geregistreerd bij de vijf verschillende soorten geweld. Het blijkt dat de minste verdachten worden vastgelegd bij geestelijk geweld (12%) en bij overig geweld (17%). Relatief de meeste verdachten worden vastgelegd bij fysiek geweld (78%). Als verder wordt ingezoemd op de verschillende soorten incidenten dan blijkt dat met name bij bedreiging en man/vrouwmishandeling relatief vaak verdachten worden vastgelegd. 5 In paragraaf 2.3 wordt genoemd dat de politie sommige personen in het BPS registreert als aangever of aangever/ benadeelde. De aangevers zijn de personen die aangifte doen van het feit dat ze kennis dragen van een strafbaar feit. Als ze op deze wijze in het systeem van de politie staan geregistreerd, wil dit nog niet zeggen dat ze ook daadwerkelijk aangifte hebben gedaan. Zij kunnen ook slechts de melder zijn van een incident. Indien zij als aangever in het bestand van de politie staat geregistreerd in combinatie met een echte aangifte, worden ze gezien als echte aangevers. 6 De politie registreert sommige betrokkenen als formele verdachte in het systeem. Net zoals niet van elk incident aangifte wordt gedaan, wordt er ook niet bij alle incidenten een formele verdachte benoemd. Op het moment dat een verdachte in het BPS wordt vastgelegd, moeten er een aantal formele activiteiten richting Openbaar Ministerie en de persoon in kwestie worden afgehandeld. Er worden aanvullende gegevens vastgelegd. Deze worden in deze paragraaf besproken. CMO Groningen 23

Tabel 2: Verdachten naar soort geweld Soort geweld Huiselijk geweld Verdachten Percentage Fysiek 864 677 78% Seksueel 186 100 54% Geestelijk 702 84 12% Belaging 160 89 56% Bedreiging 381 236 62% Overig geweld 949 165 17% Totaal 3242 1351 42% 3.3.2 Geslacht en leeftijd van de verdachten Het blijkt dat van de verdachten 7 90% man is (1071) en 10% vrouw (121). De gemiddelde leeftijd van de mannen bedraagt 35 jaar en die van de vrouwen 36 jaar. 3.3.3 Recidive Bij recidive gaat het erom vast te stellen of plegers van huiselijk geweld na verloop van tijd weer een delict in de sfeer van huiselijk geweld plegen. In deze vervolgmeting is ervoor gekozen om de recidive vast te stellen door te kijken of verdachten in het BPS van de politie in 2005 vaker voorkomen. Er staan in 2005 262 verdachten geregistreerd die binnen dat jaar vaker bij de politie als verdachte zijn geregistreerd met als incidentcode huiselijk geweld. Dit komt neer op 18% (zie tabel 3). Hierbij dient opgemerkt te worden dat dit slechts een zeer beperkt beeld van de werkelijke recidive is, aangezien we niet van de verdachten hebben kunnen controleren of ze vóór 2005 ook al in aanraking met de politie zijn geweest voor een huiselijk geweldsincident. De uiteindelijke recidive zal veel groter zijn. In de rapportage die in 2008 zal verschijnen zal de recidive over een langere tijdsperiode bekeken kunnen worden (2005 tot en met 2007). 7 Wanneer er gekeken wordt naar de verdachten als groep kan er nog een onderverdeling worden gemaakt naar twee variabelen, namelijk leeftijd en geslacht. Er wordt hier gekeken naar het totaal aantal verdachten in alle huiselijk geweldszaken in 2005. Het totaal aantal genoemde verdachten in zaken huiselijk geweld was 1459. Een gedeelte hiervan is echter recidivist, waarover later meer, en aangezien we verdachten niet dubbel willen laten meetellen in de kenmerken kijken we alleen naar het aantal individuen dat minimaal eenmaal als verdachte is genoemd. Dit zijn er in totaal 1197. 24 CMO Groningen

Tabel 3: Recidive onder de verdachten in 2005 Soort pleger Aantal Perc. Eenmalige plegers 1197 82% Recidivisten (2 t/m 3 maal) 238 16% Veelplegers (meer dan 3 maal) 24 2% Net als in de voorgaande metingen hebben we, om een breder beeld van de recidive te krijgen dan hierboven beschreven is, een willekeurige steekproef van 50 verdachten getrokken.van deze 50 verdachten hebben we ook in de periode voorafgaand aan 2005 bekeken of ze vaker als verdachte in het bestand van de politie voorkwamen in het kader van huiselijk geweld. In het BPS kon worden teruggezocht tot ongeveer 1999. Deze gegevens worden weergegeven in de onderstaande tabel. Tabel 4: Recidive onder de verdachten (50) nader bekeken Soort pleger Aantal Perc. Eenmalige plegers 15 30% Recidivisten (2 t/m 3 maal) 18 36% Veelplegers (meer dan 3 maal) 17 34% Uit de bovenstaande tabel blijkt dat 70% van de verdachten in de sfeer van huiselijk geweld recidiveert. Dit is veel, zeker als in ogenschouw wordt genomen dat op de korte termijn 18% van de verdachten recidiveert (zie paragraaf 3.3.3). Van de recidive is er een tweedeling gemaakt in recidivisten (deze komen 2 tot en met 3 maal in het BPS voor) en de zogenaamde veelplegers (deze komen meer dan 3 maal in het BPS voor). Uit de bovenstaande tabel blijkt dat circa de helft van de recidive veroorzaakt wordt door zogenaamde veelplegers. 3.4 Samenvatting Van alle geregistreerde meldingen van huiselijk geweld wordt in 35,8% aangifte gedaan. Landelijk bedraagt dit percentage 39,9%. De aangiftebereidheid verschilt enorm per soort geweld. Bij geestelijk geweld (9,1%) ligt het aangiftepercentage aanzienlijk lager dan bij bedreiging (67,5%) en fysiek geweld (64,6%). Ook maakt het voor het aangiftepercentage veel uit binnen welke relatie het huiselijk geweld zich afspeelt. Indien het huiselijk geweld zich richt op huisvrienden wordt er relatief veel aangifte gedaan (49,4%), terwijl als het geweld zich richt op kinderen dit percentage veel lager is (26,1%). Van de personen die aangifte doen, de zogenaamde aangevers, is 21,5% man en 78,5% vrouw. De gemiddelde leeftijd van de aangevers bedraagt 33,2 jaar. In gevallen waarbij er met enige zekerheid van een formele dader van huiselijk geweld kan worden gesproken, wordt deze persoon als verdachte in het BPS geregistreerd. In 2005 wordt er in 41,7% van alle gevallen van huiselijk geweld een verdachte geregistreerd. Dit is in vergelijking met de voorgaande metingen en met de landelijke cijfers een zeer hoog percentage. Bij sommige soorten incidenten worden relatief veel verdachten geregistreerd: bedreiging en man/vrouw mishandeling. Bij de indeling naar soort huiselijk geweld blijkt dat er relatief veel verdachten worden CMO Groningen 25

geregistreerd bij fysiek huiselijk geweld en relatief weinig bij geestelijk huiselijk geweld. Van de verdachten is bijna 90% mannelijk en bijna 10% vrouwelijk. De gemiddelde leeftijd van de mannen bedraagt 34,7 jaar en de gemiddelde leeftijd van de vrouwen bedraagt 35,5 jaar. De recidive die alleen in het onderzoeksjaar kan worden vastgesteld bedraagt 18% (16% recidiveert 2 t/m 3 maal en 2% is veelpleger). Dit is slechts een zeer beperkt beeld van de recidive, aangezien we van de verdachten niet konden controleren of ze ook al voor 2005 omtrent huiselijk geweld in aanraking zijn geweest. Dus de uiteindelijke recidive zal veel hoger uitpakken. Om toch een iets completer beeld van de recidive te krijgen is er, net als in de voorgaande metingen, een selectie van 50 willekeurige verdachten gemaakt. Van deze 50 verdachten is er gekeken of ze in de periode voorafgaand aan de onderzoeksperiode (tot het jaar 1999) ook al als verdachten van een delict in de sfeer van huiselijk geweld in het BPS voorkwamen. Hieruit blijkt dat 70% van deze 50 verdachten recidiveert: 36% is recidivist en komt 2 t/m 3 maal in het systeem voor en 34% is veelpleger en komt dus meer dan 3 maal in het BPS voor. Uit deze cijfers blijkt dat de recidive-cijfers heel hoog liggen. 26 CMO Groningen

CMO Groningen 27

28 CMO Groningen

Bijlage 1: Inwoneraantallen en bevolkingsdichtheid In de onderstaande tabel wordt weergegeven hoeveel inwoners er in 2005 in de 25 gemeenten wonen en hoeveel mannen en vrouwen dit zijn. Tabel 5: Aantal inwoners in de verschillende gemeenten (2005) Gemeente Aantal Man Vrouw Appingedam 12437 6052 6385 Bedum 10733 5389 5344 Bellingwedde 9694 4862 4832 De Marne 11294 5766 5528 Delfzijl 28446 14272 14174 Eemsmond 16745 8524 8221 Groningen 180604 89304 91300 Grootegast 12048 6157 5891 Haren 19134 9010 10124 Hoogezand-Sappemeer 34363 16899 17464 Leek 19510 9771 9739 Loppersum 11032 5557 5475 Marum 10086 5156 4930 Menterwolde 12589 6369 6220 Pekela 13449 6750 6699 Reiderland 6970 3479 3491 Scheemda 14173 7095 7078 Slochteren 14921 7615 7306 Stadskanaal 33804 16658 17146 Ten Boer 7199 3623 3576 Veendam 28250 13947 14303 Vlagtwedde 16525 8202 8323 Winschoten 18458 8863 9595 Winsum 14321 7130 7191 Zuidhorn 18287 9094 9193 Totaal 575072 285544 289528 Bron: ABF, 2006 De grootste gemeenten zijn Groningen, Hoogezand-Sappemeer, Stadskanaal, Delfzijl en Veendam. De verdeling man/ vrouw is in alle gemeenten nagenoeg 50%/50%. CMO Groningen 29

Tabel 6 geeft dezelfde cijfers weer, maar dan op regionaal niveau. Tabel 6: Aantal inwoners in de verschillende regio s (2005) Regio Aantal Man Vrouw Centraal 68418 33524 34894 Groningen-stad 180604 89304 91300 Noord 112207 56313 55894 Oldambt 49295 24299 24996 Stadsk./Vlagtw. 50329 24860 25469 Veend./Ment./Pek. 54288 27066 27222 Westerkwartier 59931 30178 29753 Totaal 575072 285544 289528 Bron: ABF, 2006 De grootste regio s zijn Groningen-stad en Noord. Het blijkt dat ook hier de verdeling man/ vrouw in alle regio s nagenoeg half om half is. 30 CMO Groningen

Tabel 7 beschrijft de leeftijdsverdeling binnen de verschillende gemeenten in percentages. Tabel 7: Leeftijdsverdeling in de verschillende gemeenten in percentages (2005) Gemeente <15jr 15-25jr 25-35jr 35-45jr 45-55jr 55-65jr 65+ Appingedam 17 11 12 15 15 13 19 Bedum 21 12 10 16 16 13 13 Bellingwedde 16 10 9 15 16 16 18 De Marne 18 11 11 14 16 14 15 Delfzijl 17 11 11 15 14 14 17 Eemsmond 19 11 11 15 15 13 15 Groningen 13 21 19 14 12 9 12 Grootegast 22 12 12 17 13 11 13 Haren 19 9 8 14 15 15 22 Hoogezand-Sapp. 18 11 13 15 14 13 16 Leek 20 12 11 16 15 13 14 Loppersum 19 12 11 16 16 13 14 Marum 21 11 12 17 15 12 13 Menterwolde 19 10 12 17 17 14 12 Pekela 18 11 12 15 14 14 15 Reiderland 15 9 11 16 16 15 17 Scheemda 18 10 11 17 17 13 15 Slochteren 20 10 10 18 15 13 14 Stadskanaal 17 11 12 15 14 13 18 Ten Boer 22 11 11 17 15 12 12 Veendam 17 11 12 15 15 13 16 Vlagtwedde 17 9 11 15 15 14 19 Winschoten 15 11 12 14 14 14 20 Winsum 21 12 11 16 15 13 13 Zuidhorn 22 11 11 16 14 13 12 Totaal 17 14 14 15 14 12 15 Bron: ABF, 2006 Het blijkt dat de verdeling van de verschillende leeftijdscategorieën in de gemeenten een grote variatie laat zien. Het meest opvallende verschil is de grote groep 15-25 jarigen in de gemeente Groningen. Dit komt omdat er zoveel studenten zijn die in de binnenstad van Groningen een kamer huren. Ook de groep 25-35 jarigen is in de gemeente Groningen oververtegenwoordigd. CMO Groningen 31

Verder valt op dat in de gemeenten Grootegast, Ten Boer en Zuidhorn relatief veel kinderen wonen die jonger zijn dan 15 jaar. Tot slot valt op dat in de gemeenten Haren en Winschoten relatief veel 65-plussers gehuisvest zijn. Tabel 8 beschrijft de leeftijdsverdeling op regionaal niveau. Tabel 8:Leeftijdsverdeling in de verschillende regio s (2005) Regio <15jr 15-25jr 25-35jr 35-45jr 45-55jr 55-65jr 65+ Centraal 18 10 11 15 15 14 17 Groningen-stad 13 21 19 14 12 9 12 Noord 19 11 11 15 15 13 15 Oldambt 16 10 11 16 15 14 18 Stadsk./Vlagtw. 17 10 11 15 14 14 18 Veend./Ment./Pek. 18 11 12 16 15 14 15 Westerkwartier 21 11 11 16 14 12 13 Totaal 17 14 14 15 14 12 15 Bron: ABF, 2006 De leeftijdsverdeling in de regio s laat dezelfde variatie zien als op gemeentelijk niveau; in de regio Groningen-stad wonen veel meer jongeren. 32 CMO Groningen

De bevolkingsdichtheid van alle gemeenten wordt weergegeven in de onderstaande figuur. Eemsmond De Marne Delfzijl Loppersum Winsum Appingedam Bedum Zuidhorn Ten Boer Grootegast Groningen Slochteren Scheemda Reiderland Leek Menterwolde Haren Marum Hoogezand-S. Winschoten Veendam Pekela Bellingwedde Bevolkingsdichtheid per km2 2.260 tot 2.270 500 tot 2.260 210 tot 500 120 tot 210 60 tot 120 Figuur 12: Bevolkingsdichtheid in 2005 Stadskanaal Vlagtwedde De gemeente Groningen is veruit het dichtst bevolkt met 2269 mensen per km². Ook Hoogezand-Sappemeer, Winschoten en Appingedam zijn vrij dicht bevolkt. Zeer dun bevolkt echter is met name de gemeente De Marne met 67 inwoners per km². CMO Groningen 33

Bijlage 2: De omvang van huiselijk geweld in 2005 Als eerste wordt het totaal aan meldingen van geweldsincidenten binnen de betreffende incidentcode beschreven, als tweede het aantal meldingen van huiselijk geweld en als derde het percentage huiselijk geweld ten opzichte van het totaal aan geweld. Te zien is dat ruim 28% van de meldingen van geweld in bovenstaande incidentcodes uit huiselijk geweld bestaat. Tabel 9: Omvang huiselijk geweld in de provincie Groningen in 2005 code Omschrijving geweld Totaal Huis. geweld % huis. geweld 021 Verdachte situatie 34 34 100% 029 Aandachtsvestiging 155 155 100% 031 Valse melding 2 2 100% 224 Diefstal a/u schuur/box 1 1 100% 242 Beroving/ tasjesroof 1 1 100% 261 Vernieling auto 17 17 100% 263 Vernieling openbare gebouwen 1 1 100% 264 Vandalisme/ baldadigheid 1 1 100% 269 Ov. Vernielingen/ beschadigingen 124 124 100% 283 Verduistering 1 1 100% 301 Geweld zonder letsel zonder wapen 975 166 17% 302 Geweld zonder letsel met wapen 130 19 15% 303 Geweld zonder letsel met vuurwapen 18 0 0% 311 Geweld met letsel zonder wapen 1007 150 15% 312 Geweld met letsel met wapen 253 28 11% 313 Geweld met letsel met vuurwapen 4 0 0% 321 Geweld dodelijk zonder wapen 1 0 0% 322 Geweld dodelijk met wapen 4 3 75% 323 Geweld dodelijk met vuurwapen 1 0 0% 325 Openl. Geweld pers. 2 2 100% 331 Openbare schennis 137 0 0% 332 Aanranding 128 11 9% 333 Verkrachting 128 56 44% 334 Incest 26 22 85% 336 Ontucht minderjarige 78 37 47% 337 Kinderpornografie 32 2 6% 34 CMO Groningen

339 Overige zedenzaken 307 58 19% 341 Vrijheidsbeneming 50 15 30% 342 Bedreiging 1906 381 20% 343 Man/vrouwmishandeling 808 442 55% 344 Mensenhandel 27 2 7% 346 Kindermishandeling 94 39 42% 347 Stalking 402 160 40% 352 Brand/ ontploffing met letsel 1 1 100% 371 Ziekte/ onwel 1 1 100% 372 Ongeval (geen verkeer) 1 1 100% 377 Verm/aantr meerjarigen 18+ 1 1 100% 378 Verm/aantr jeugd < 18 2 2 100% 382 Persoon in gevaar 4 1 25% 393 Huisvredebreuk 15 15 100% 552 Overlast v/d dronkenschap 3 3 100% 553 Overlast v/d drugs/ medicijnen 2 2 100% 556 Overlast v/d verm gest 31 31 100% 569 Overige overlast 3 3 100% 711 Hulpverlening burger 255 255 100% 751 Buren/relatieproblemen 23 11 46% 752 Belediging 414 1 0% 753 Discriminatie 27 1 4% 754 Burenruzie 1 0 0% 755 Relatieproblemen 611 611 100% 759 Overige conflicten 2473 284 12% 799 Overige hulpverlening 25 25 100% 923 Jeugdzorg 741 63 9% Totaal 11489 3242 28,2% CMO Groningen 35

Bijlage 3: Soorten huiselijk geweld Tabel 10: Indeling naar soorten geweld code Omschrijving geweld Frequentie Lichamelijk geweld 301 geweld zonder letsel zonder wapen 166 302 geweld zonder letsel met wapen 19 311 geweld met letsel zonder wapen 150 312 geweld met letsel met wapen 28 322 geweld dodelijk met wapen 3 325 Openl. Geweld pers. 2 341 vrijheidsbeneming 15 343 man/vrouwmishandeling 442 346 kindermishandeling 39 Totaal 864 (27%) Percentage zonder overig geweld 38% Seksueel geweld 332 aanranding 11 333 verkrachting 56 334 incest 22 336 ontucht minderjarige 37 337 kinderpornografie 2 339 overige zedenzaken 58 Totaal 186 (6%) Percentage zonder overig geweld 8% Psychisch geweld 393 Huisvredebreuk 15 751 buren/relatieproblemen 11 752 Belediging 1 753 Discriminatie - 754 Burenruzie 1 755 Relatieproblemen 611 923 Jeugdzorg 63 Totaal 702 (22%) Percentage zonder overig geweld 31% Belaging 347 Stalking 160 (5%) Percentage zonder overig geweld 7% Bedreiging 342 Bedreiging 381 (12%) Percentage zonder overig geweld 17% 36 CMO Groningen

Overig geweld 021 verdachte situatie 34 029 Aandachtsvestiging 155 031 Valse melding 2 224 Diefstal a/u schuur/box 1 242 Beroving/ tasjesroof 1 261 Vernieling auto 17 263 Vernieling openbare gebouwen 1 264 Vandalisme/ baldadigheid 1 269 Ov. Vernielingen/ beschadigingen 124 283 verduistering 1 344 mensenhandel 2 352 Brand/ ontploffing met letsel 1 371 Ziekte/ onwel 1 372 Ongeval (geen verkeer) 1 377 Verm/aantr meerjarigen 18+ 1 378 Verm/aantr jeugd < 18 2 382 persoon in gevaar 1 552 Overlast v/d dronkenschap 3 553 Overlast v/d drugs/ medicijnen 2 556 Overlast v/d verm gest 31 569 Overige overlast 3 711 Hulpverlening burger 255 759 overige conflicten 284 799 Overige hulpverlening 25 Totaal 949 (29%) CMO Groningen 37