Memo. Aanleiding De Cie. m.e.r. heeft kritiek op de Passende Beoordeling voor de Structuurvisie Veere. Het gaat om het aspect stikstofdepositie.

Vergelijkbare documenten
Programma publieke avond 26 januari 2012

Programmatische Aanpak Stikstof TERSCHELLING

Berekening Situatie 1 Kenmerken Emissie Depositie natuurgebieden Depositie habitattypen

Projectnummer: B Opgesteld door: Beno Koolstra. Ons kenmerk: :C. Kopieën aan: ARCADIS Dolf Logemann

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

Aanvulling op de Passende Passende Beoordeling. Bedrijvenpark Laarakker Zuid

Kennemerland-Zuid. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 88. PAS-bureau

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura gebieden

Stikstofdepositieonderzoek bestemmingsplan Duingeest te Monster

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

Duinen Terschelling. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 4

Zwin & Kievittepolder

De berekening op basis van stikstofemissies gaat uit van de componenten ammoniak (NH3) en/of stikstofoxide (NOx).

Natura 2000 gebied 100 Voornes Duin

Programmatische Aanpak Stikstof: PAS

Duinen en Lage Land Texel

Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 19km, eerste lid, van de Nb-wet 1998.

Programma informatieavond Programma Aanpak Stikstof (PAS)

Bestemmingsplannen en PAS

Duinen Ameland. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 5

Memo. nummer datum 27 januari 2014 G-J. van de Geijn L.Dolmans. Defensie Gemeente Breda M.Beljaars D. Bouman

Natura 2000 gebied 116 Kop van Schouwen

Natura 2000 gebied 88 Kennemerland-Zuid

PlanMER Bestemmingsplan Landelijk Gebied Gemeente Schagen Passende beoordeling in het kader van de natuurbeschermingswet 1998, artikel 19j

Verplaatsing Manege Hillegom

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1

Manteling van Walcheren

Notitie. Voortoets Spoorallee Zevenaar

Westvoorne. Langeweg 7 Rockanje. bestemmingsplan. identificatiecode: datum: status: nvt 11 november 2010 definitief. projectnummer:

Bijlage 4 bij de Passende Beoordeling Terminal Europoort West & Insteekhaven en Afmeergelegenheden

Bijlage 4 bij de Passende Beoordeling Terminal Europoort West & Insteekhaven en Afmeergelegenheden

memo Voortoets vermesting en verzuring uitbreiding manege Rijksweg Noord 123, Elst

Programma. Beheerplan Elperstroomgebied

Voortoets Bestemmingsplan bedrijventerrein Delfweg Natuurbeschermingswet datum vrijgave beschrijving revisie 00 goedkeuring vrijgave

Noordwijk. Hotels van Oranje. Voortoets in het kader van de Natuurbeschermingswet definitief. ir. G.J.G.

memonummer: betreft: Uitgangspunten en resultaten stikstofdepositieberekeningen

Hoofdzaken. Beheerplan Natura 2000 Schiermonnikoog. Informatiebijeenkomst juni (handout)

Restlocaties Wateringse Veld Den Haag. Toets in het kader van de Natuurbeschermingswet

Bijlagen bij de toelichting. bestemmingsplan Lagewaard 42, Koudekerk aan den Rijn - NL.IMRO.0484.B141KKlagewaard42-ON01 ontwerp

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

: Gemeente Den Haag, DSO, Mevr. M. Hanekamp : Pieter Leenman : Alex Bouthoorn, Sander Teeuwisse

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

Restlocaties Wateringse Veld

Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 2.7 eerste lid, van het Besluit natuurbescherming.

Accumulatie van C en N gedurende successie in kalkrijke en kalkarme duinen

Hartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Holtingerveld

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Natura 2000 & PAS. Natura 2000 implementatie in Nederland

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Natura 2000 gebied 87 Noordhollands Duinreservaat

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis

PAS en vergunningverlening onder Natuurbeschermingswet Wim Hage Provincie Zeeland

A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Provincie Noord-Holland

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

Bijlage X. Passende Beoordeling

Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 2.7 eerste lid, van het Besluit natuurbescherming.

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Gedeeltelijke herinrichting Singelgebied Domburg. Toets Wet natuurbescherming

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Voortoets Natura Melkveebedrijf De Bieshorst Dwarsdijk 2 te Halle

Gebiedswijzer De Bruuk

Traverse Dieren Aanvulling Passende beoordeling

Ontwikkeling van een intergetijdengebied in Hedwige- en Prosperpolder: nota impact stikstofdepositie werkverkeer op Natura gebieden

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Bestemmingsplan buitengebied Wageningen

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1

Natura 2000 gebied 85 Zwanenwater & Pettemerduinen

2 Gevolgen stikstofdepositie

Maatregelen voor bosherstel

Motivaties in het beheer van de duinen

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Aanvulling op het MER Vestiging Intensieve Veehouderij Beemte- Vaassen

Natura 2000 gebied 5 Duinen Ameland

Stikstofdepositie van de warmtekrachtcentrale Ypenburg

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

NOTITIE. Aanleiding. Natuurbeschermingswet 1998

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

Programmatische Aanpak Stikstof. Rottige Meenthe en Brandemeer

ONTWERPBESLUIT MANTELING VAN WALCHEREN

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Datum: 1 juli 2013 Van: Eric van der Aa en Evert Stellingwerf (Rho Adviseurs voor leefruimte)

omgevingsdienst HAAGLANDEN

EVALUATIE EFFECTBEOORDELING STIKSTOFDEPOSITIE MER E.ON ENERGY FROM WASTE

Berekening Situatie 1 Kenmerken Emissie Depositie natuurgebieden Depositie habitattypen

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikelen 19d en 19e

Hartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Fochteloërveen

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

Onderzoek ammoniakdepositie melkveehouderijbedrijf P. van der Valk voor aanmelding Natuurbeschermingswet

Toets effecten additionele stikstofdepositie bestemmingsplan Kickersbloem 3 (Hellevoetsluis)

AANVRAAG NB-WETVERGUNNING PARKEERGARAGE KATWIJK

087 Noordhollands Duinreservaat PAS-gebiedsanalyse

Transcriptie:

Memo datum 15 mei 2012 aan Tim Artz Oranjewoud van Christel Schellingen Oranjewoud kopie project Passende beoordeling Structuurvisie Veere projectnummer 247734 betreft Resultaten berekeningen stikstofdepositie Aanleiding De Cie. m.e.r. heeft kritiek op de Passende Beoordeling voor de Structuurvisie Veere. Het gaat om het aspect stikstofdepositie. - Er is twijfel/discussie of de juiste achtergrondconcentratie is gebruikt. In de PB is deze in ieder geval niet duidelijk inzichtelijk gemaakt. - Er wordt getwijfeld aan de juistheid van de berekeningen, gezien de hoge depositiebijdragen - De conclusies zijn mogelijk onjuist. Achtergrondwaardes In de PB is gesteld dat de achtergrondwaardes in het plan/invloedsgebied dermate laag zijn dat er ruimte is tussen de Kritische Depositiewaarde (KDW) en de achtergrondwaarde zodat de planbijdrage niet zal leiden tot een overschrijding van de KDW. KDW is de grens waarboven het risico niet kan worden uitgesloten dat de kwaliteit van het habitattype significant wordt aangetast als gevolg van de verzurende en/of vermestende invloed van de atmosferische depositie (Dobben, 2008). De KDW is dus een indicatieve maat voor de gevoeligheid voor stikstofdepositie van habitattypen. Wanneer de atmosferische depositie hoger is dan het kritische niveau van het habitattype (drempelwaarde) bestaat er een duidelijk risico op een significant negatief effect, namelijk dat het instandhoudingsdoel in termen van biodiversiteit niet duurzaam kan worden gerealiseerd. In figuur 1 is de achtergronddepositie van het jaar 2010 weergegeven. Figuur 2 en 3 geven de situering van de gevoelige habitattypen van de Manteling van Walcheren en de Voordelta weer. Uit deze figuren blijkt dat de achtergronddepositie rond de kritische depositiewaarde zit (met uitzondering voor het habitattype duindoorstruweel). Het betreft met name het Natura 2000-gebied Manteling van Walcheren met een groot aantal stikstofgevoelige habitats (en een gevoelige habitatsoort, maar deze is niet in het invloedsgebied waargenomen). Het gevoelige habitattype in het N2000-gebied Voordelta komt voor in een gebied met een veel lagere achtergrondwaarde. blad 1 van 6

Tabel 1: Kritische depositiewaarden van de aangewezen habitattypen van de Natura 2000-gebieden Manteling van Walcheren en de Voordelta. Natura 2000-gebied Habitattypen KDW ( mol N/ha/jaar) Achtergrondwaarde Manteling van Walcheren H2130A H2130B Grijze duinen kalkrijk Grijze duinen kalkrijk 1240 zeer gevoelig 940 zeer gevoelig 774-1870, alle habitattypen, H2150 Duinheiden met struikhei 1100 zeer gevoelig m.u.v. het H2160 Duindoornstruweel 2020 gevoelig duindoornstruweel liggen gedeeltelijk of H2180A H2180C H2190A H2190B Duinbossen (droog) Duinbossen (binnenduinrand) Vochtige duinvalleien (open water) Vochtige duinvalleien (kalkrijk) 1300 zeer gevoelig 1790 gevoelig 1000 zeer gevoelig 1390 gevoelig nagenoeg volledig in een overspannen situatie (zie figuur 1 en figuur 2) Voordelta H1110 Permanent overstroomde zandbanken > 2400 minder/niet gevoelig nvt H1140 Slik- en zandplaten > 2400 minder/niet gevoelig nvt H1310 Zilte pionierbegroeiingen 2500 minder/niet gevoelig nvt H1320 Slijkgrasvelden 2500 minder/niet gevoelig nvt H1330 Schorren en zilte graslanden 2500 minder/niet gevoelig nvt H2110 Embryonale duinen 1400 gevoelig 744-747 (niet overspannen, zie figuur 1 en figuur 3) blad 2 van 6

Figuur 1: de achtergronddepositie van het jaar 2010. Figuur 2: de habitattypen in het N2000-gebied Manteling van Walcheren blad 3 van 6

Figuur 3: Liggen van het gevoelige habittattype H2110 in de Voordelta (bron: Beheerplan Voordelta 2008). Analyse De Passende beoordeling bij de structuurvisie heeft de vorm van een risicogestuurde toetsing. Bij dergelijke (hoge) achtergrondwaardes is er een risico dat de planbijdrage (zie de berekeningen in de PB) leidt tot een overschrijding van de KDW (op plekken waar de achtergrondconcentratie nu nog lager is) of tot een verslechtering van de reeds overspannen situatie. In de PB is de huidige bijdrage van de huidige agrarische bedrijven berekend. In de huidige situatie is er maximaal sprake van 136,9 mol/ha/jaar. Deze situatie vindt voornamelijk plaats in de zones met een hoge achtergrondwaarde (1400 tot 1870 mol/ha/jaar). Daaruit blijkt dat de agrarische sector een klein deel van de totale achtergrondwaarde bepaald. Of dit risico optreedt, is afhankelijk van de locatie van het bedrijf (ver of dichtbij het N2000-gebied), de aard van de uitbreiding (met een groter effect op het N2000-gebied of kleiner), het tijdstip van uitbreiding (met name ten opzichte van de daling van achtergrondwaardes) en vraagt maatwerk bij de verdere toetsing (in het kader van het bestemmingsplan en bij de voorbereiding van de daadwerkelijke uitbreiding). De ecologische relevantie van de depositietoename van stikstof in het N2000-gebied Manteling van Walheren kan deels worden genuanceerd vanuit de behoudsdoelstelling (en geen verbeterdoelstelling) voor de meeste habitattype en de daling van de achtergronddepositie komende jaren doordat generieke maatregelen worden genomen. Er geldt conform het concept Aanwijzingsbesluit Manteling van Walcheren (8 januari 2007) een behouddoelstelling voor de meeste habitattypen: blad 4 van 6

- Met betrekking tot de vochtige heide (H2190) is er de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in herstel van de het habitattype vochtige duinvalleien, waarbij positieve ontwikkelingen zijn opgetreden ten aanzien van de soortensamenstelling (kwaliteit). - Duinheiden met struikhei (H2150) betreft een zeldzaam habitattype dat echter niet in een ongunstige staat van instandhouding verkeert. Elders in de duinen zijn betere voorbeelden van het habitattype aanwezig in grotere oppervlaktes. - De eikenbossen van het subtype duinbossen, droog (subtype A) verkeren landelijk in een gunstige staat van instandhouding. Door onder meer de aanwezigheid van een natuurlijke bosgrens levert het gebied een zeer - grote bijdrage aan het landelijke doel voor dit subtype. De stinzenbossen van het subtype duinbossen, binnenduinrand (subtype C) zijn in dit gebied relatief goed ontwikkeld. Met andere woorden, de huidige staat van instandhouding van deze habitattypes bij een achtergronddepositie van stikstof die soms (beduidend) hoger is dan de KDW, is niet dusdanig slecht dat een verbeterdoelstelling voor het type is geformuleerd. Ook hebben de hogere depositiewaarden van afgelopen jaren blijkbaar niet geleid tot een slechte kwaliteit of een belemmering van de herstelmaatregelen van deze habitattypes. Voor het habitattype Vastgelegde kustduinen met kruidvegetatie ( grijze duinen ) (H2130) is een uitbreidingsdoelstelling vastgesteld en dit habitattype komt over grote oppervlaktes in een overspannen situatie voor. In het conceptaanwijzingsbesluit is aangegeven dat uitbreiding het beste kan gebeuren vanuit gedegradeerd duingrasland of ten koste van struweel. In het profieldocument van dit habitattype is aangegeven dat voor het behoud c.q. uitbreiding (oppervlakte en kwaliteit) de volgende elementen belangrijk zijn: - begroeiing moet kort en open zijn. Zonder afvoer van biomassa en (zo nu en dan) enige overstuiving groeien grassoorten hoog uit ( vergrassing ), ten koste van de kruiden en van andere soorten die afhankelijk zijn van een open structuur. Bovendien vindt opslag van struiken en/of bomen plaats ( verstruweling ). Afvoer van biomassa kan plaatsvinden door konijnenbegrazing, eventueel aangevuld met begrazing met koeien, paarden, schapen of geiten, maaien, branden). - Verwijdering van bos en struweel in de directe omgeving kan helpen om vestiging uit zaad van bomen en struiken tegen te gaan en om de dynamiek te verhogen. - Een lichte vorm van bodemverstoring en aanrijking met voedingsstoffen is voor een deel van de soorten van subtype B gunstig. In het verleden bestonden de verstorende invloeden in het zeedorpenlandschap uit het (over)beweiden, het kappen van struiken, boeten van netten en kleinschalige landbouw, tegenwoordig moet eerder gedacht worden aan spelende kinderen, uitlaten van honden en de (neven)effecten van begrazing met grote grazers. Bovendien geeft de Knelpunten- en kansenanalyse (KIWA, november 2007) aan dat de sleutelfactoren voor het realiseren van de instandhoudingsdoelen van de habitattypen niet gerelateerd zijn aan de stikstofdepositie. Deze analyse meldt de volgende knelpunten die door uitvoeren van maatregelen 1 opgelost dienen te worden: Knelpunten t.a.v. natuurlijke dynamiek waterregime - Verlaging grondwaterstand door lage polderpeilen. - Verlaging grondwaterstand door aanplant (naald)bos. - Verlaging grondwaterstand door drainage voor bebouwing (landgoederen, recreatie). - Verlaging grondwaterstand door aanwezigheid oude infiltratiegeulen in Oranjezon. Knelpunten t.a.v. het behoud van geschikte basenrijkdom - Verzuring als gevolg van vermindere toestroming basenrijk grondwater door drainage bebouwing (landgoederen, recreatie). - Verzuring als gevolg van verminderde toestroming basenrijk grondwater door aanwezigheid oude infiltratiegeulen in Oranjezon. Knelpunt t.a.v. behoud natuurlijke trofiegraad - Interne eutrofiëring door (vroegere) verdroging. 1 Het terugdringen van de achtergrondwaardes is niet genoemd als maatregel om de gebiedsdoelen van de habitattypen te realiseren. blad 5 van 6

Conclusie Op grond van bovenstaande overwegingen kan worden geconcludeerd dat in de PB niet zondermeer geconcludeerd had kunnen worden dat de alternatieven m.b.t. de agrarische bedrijven geen risico's vormen ten aanzien van natuurwetgeving (Natuurbeschermingswet). Er zijn echter elementen aanwezig om de ecologische relevante van een stikstofdepositie nader te onderzoeken en te nuanceren. Er kan niet zonder meer gesteld worden dat uitbreiding van agrarische bedrijven altijd zal leiden tot een significant negatief effect. Het risico is echter groot zodat er een onderzoeksopgave ligt voor het vervolgtraject in de planvorming. blad 6 van 6