Ministerie van Economische Zaken > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Directoraat-generaal Natuur Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594AC Den Haag Postadres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Factuuradres Postbus 16180 2500 BD Den Haag Datum 2 7 MAART 2014 Betreft Vergunning Nb-wet 1998; MHC Slaak 3 en 8 Oosterschelde Overheidsidentificatienr 00000001003214369000 T 070 379 8911 (algemeen) www.rijksoverheid.nl/ez Geachte Bij brief van 27 september 2013 verzoekt u mij om aan Slaak B.V. een vergunning te verlenen op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nb-wet 1998) voor het kweken van consumptiemosselen in hangcultuur in het Natura 2000-gebied Oosterschelde. Ons kenmerk Bijlage(n) 1 Op de percelen Slaak 3 en 8 wil Slaak B.V. de proef met het opkweken van mosselzaad tot consumptiemossel in mosselhangcultures (hierna: MHC) voortzetten. Procedureel Op 1 oktober 2013 ontving ik uw aanvraag. Bij brief van 18 oktober 2013, kenmerk DGNR-RRE / 13173195 heb ik u verzocht de aanvraag aan te vullen. De gevraagde aanvulling heb ik van u op 20 november 2013 ontvangen. Bij brief van 13 december 2013, kenmerk DGNR-RRE / 13205591 heb ik besloten de besluitvormingstermijn voor uw aanvraag te verlengen met dertien weken. Bij uw aanvraag hebt u geen passende beoordeling gevoegd, omdat op grond van artikel 19 f, lid 3 de verplichting tot het maken hiervan niet geldt als het een voortzetting of herhaling is van een project, waarvoor eerder een passende beoordeling is gemaakt en de passende beoordeling redelijkerwijs geen nieuwe gegevens en inzichten kan opleveren omtrent de significante gevolgen van het project. Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd. Pagina 1 van 6
Bevoeadh eid tot vergunn ingverlen ina De voorgenomen activiteit valt onder artikel 2, sub 'I', van het Besluit vergunningen Nb-wet 1998 (hierna: het Besluit) (Staatsblad 2005, nr. 594; het laatst gewijzigd per 7 oktober 2012, Stb. 2012, nr. 612), luidend: "uitoefening van niet- handmatige schaal- en schelpdiervisserij, het invangen van mosselzaad, schelpdiercultures en het uitzetten van mosselen daaronder begrepen". Op deze basis, in samenhang met artikel 16, lid 6, en artikel 19d, lid 5, van de Nb-wet 1998 ben ikl in dit geval bevoegd tot vergunningverlening op basis van artikel 16 en artikel 19d jo. artikel 19ia van de Nb-wet 1998. Besluit Ik verleen u de gevraagde vergunning, omdat ik van mening ben dat de betreffende activiteit, gelet op de relevante instandhoudingsdoelstellingen de natuurlijke kenmerken van het betrokken Natura 2000-gebied Oosterschelde niet zal aantasten. Evenmin zal de aangevraagde activiteit de wezenlijke kenmerken van het voormalig beschermd natuurmonument Oosterschelde-buitendijks aantasten. Deze conclusie geldt nadrukkelijk met inachtneming van de door mij specifiek hiertoe geformuleerde vergunningvoorschriften en beperkingen. Voor een weergave van de inhoud van de aanvraag, de relevante wet- en regelgeving aismede het van toepassing zijnde beleid verwijs ik naar bijlage 1 van dit besluit. In dezelfde bijlage treft u voorts mijn inhoudelijke overwegingen aan, waaronder een weergave van de ontvangen zienswijzen en mijn reactie hierop. Deze bijlage maakt integraal onderdeel van onderhavig besluit uit. De aanvraag en de door u aangeleverde passende beoordeling maken integraal onderdeel uit van onderhavig besluit. Deze documenten zijn door u opgesteld en aan ons verstuurd. Ik voeg deze dan ook niet bij dit besluit. Bij strijdigheid van de inhoud van deze documenten met de onderstaande voorschriften en beperkingen, prevaleren deze laatste. Voorschriften en beperkingen Ter bescherming van de in het Natura 2000-gebied Oosterschelde en het voormalige beschermde natuurmonument Oosterschelde-buitendijks aanwezige beschermde natuurwaarden, verbind ik aan deze vergunning de volgende voorschriften en beperkingen. Krachtens de wettekst is de minister van Economische Zaken (hierna: EZ) in deze bevoegd, maar op basis van de portefeuilleverdeling tussen de minister van EZ en de staatssecretaris van EZ is deze bevoegdheid belegd bij de staatssecretaris. Pagina 2 van 6
A lgem een 1. Deze vergunning staat op naam van Slaak B.V. te Yerseke. 2. Deze vergunning wordt uitsluitend gebruikt door (medewerkers van) de vergunninghouder of in opdracht van de vergunninghouder handelende (rechts)personen. De vergunninghouder blijft daarbij verantwoordelijk voor de juiste naleving van deze vergunning. 3. De in het vorig voorschrift genoemde personen dragen bij werkzaamheden een kopie van de beschikking bij zich en tonen op eerste verzoek deze aan de daartoe bevoegde toezichthouders en opsporingsambtenaren. 4. De MHC's bevinden zich op de percelen Sleek 3 en Slaak 8 en moeten zich respectievelijk bevinden binnen de volgende co6rdinaten: Sleek 3: NB OL 51.39.316 004.08.425 51.39.290 004.08.413 51.39.189 004.09.034 51.39.152 004.09.019 51.39.107 004.09.313 51.39.152 004.09.332 51.39.191 004.09.199 Slaak 8: NB OL 51.28.770 004.10.280 51.38.670 004.10.208 51.38.638 004.10.357 51.38.720 004.10.450 5. De vergunde activiteiten worden overeenkomstig de ingediende aanvraag en bijbehorende passende beoordeling - voor zover niet strijdig met onderhavige vergunning - uitgevoerd. 6. Het voornemen tot het uitvoeren van een activiteit in afwijking van de aanvraag wordt schriftelijk, binnen een week gemeld aan de staatssecretaris van Economische Zaken of diens rechtsopvolger (hierna: het bevoegd gezag), ter attentie van het Nb-wetteam. Uitvoering ervan kan uitsluitend plaatsvinden na verkregen schriftelijke instemming van het bevoegd gezag. 7. Van opgetreden incidenten dient onverwijld melding gedaan aan het bevoegd gezag, ter attentie van het Nb-wetteam, onder overlegging van alle relevante gegevens. Onder incidenten wordt in dit verband verstaan 'een onvoorziene gebeurtenis, waarbij onbedoeld schadelijke stollen in het milieu vrijkomen, dan wel waardoor anderszins schade aan de natuurlijke kenmerken in het betrokken beschermde gebied kan worden toegebracht'. 8. Vergunninghouder is verplicht de eventuele verontreiniging direct te (laten) verwijderen en de eventueel opgetreden schade voor zover mogelijk te herstellen. 9. Al le door of namens het bevoegd gezag te geven aanwijzingen worden binnen de in de aanwijzing bepaalde termijn opgevolgd. Pagina 3 van 6
Nadere inho ude lijke vo orschriften 10. De MHC's dienen deugdelijk van constructie te zijn: zij mogen niet los kunnen slaan van de bodem. Ook het invangmateriaal dient zo goed mogelijk bevestigd te worden. 11. Controle-, oogst- en onderhoudswerkzaamheden vallen binnen de werking van onderhavige vergunning. 12. Het moment van verwijdering van de MHC dient minimaal een werkdag van tevoren schriftelijk gemeld te worden aan het bevoegd gezag (ter attentie van het Nb-wetteam). 13. Verstoring van de in het gebied aanwezige fauna dient tot een minimum te worden beperkt: groepen vogels mogen niet dichter dan tot een afstand van 500 meter benaderd worden en zeehonden mogen niet dichter dan tot een afstand van 1500 meter benaderd worden. 14. De delen van de MHC die geheel of gedeeltelijk boven water staan en welke niet op basis van de Wet beheer rijkswaterstaatwerken of de Waterwet vanuit de met beide wetten gemoeide belangen in een specifieke kleurstelling uitgevoerd dienen te worden, dienen in een grijze kleurstelling uitgevoerd te worden (kleurcode Navy Grey; RAL 7035 of RAL 7045). 15. Geluidsapparatuur anders dan ten behoeve van communicatiedoeleinden is niet toegestaan. 16. Het is niet toegestaan afval of onderzoeksmaterialen in het gebied achter te laten. Restafval (bijv. losgesneden touw) dient te worden opgevangen en niet in het water terecht te komen. 17. Tijdens elk controlebezoek door of vanwege de vergunninghouder, dienen de MHC's te worden gecontroleerd op vogelslachtoffers. Ingeval van aantreffen van slachtoffers door of vanwege de vergunninghouder dient de vergunninghouder hiervan onverwijld melding te doen aan het bevoegd gezag, ter attentie van het Nb-wetteam. 18. Al le aan de MHC gerelateerde werkzaamheden dienen bij daglicht plaats te vinden. 19. Na afloop van de vergunde periode, doch uiterlijk 1 maart 2017 dient de vergunninghouder opgave te doen van het rendement van de MHC in relatie tot de MZI, die voorheen op de percelen gelegen was, en de bodemmosselen. 20. Aan het geheel of gedeeltelijk slagen van deze activiteit kunnen geen rechten voor de toekomst worden ontleend met betrekking tot het op deze specifieke wijze in of nabij het Natura 2000-gebied Oosterschelde kweken van mosselen. Een eventueel vervolg van deze proef zal zelfstandig dienen te worden beoordeeld op grond van de Nb-wet 1998. He t wijzigen of in trekken van de vergunning 21. De voorschriften en beperkingen waaronder dit besluit is verleend, kunnen worden gewijzigd of aangevuld indien naar het oordeel van het bevoegd gezag de vergunde activiteiten andere of nadeliger gevolgen hebben voor de relevante beschermde waarden dan die welke op het moment van vergunningverlening zijn gehanteerd. Pagina 4 van 6
22. Indien op enig moment mocht blijken dat de vergunde activiteiten zodanige schade aan de relevante beschermde waarden dreigen toe te brengen en het geven van aanwijzingen, het wijzigen of aanvullen van de voorschriften of beperkingen deze schade niet kan voorkomen, dan kan deze vergunning worden ingetrokken. 23. Voordat tot wijziging van vergunningvoorschriften of (gedeeltelijke) intrekking van de vergunning wordt overgegaan, wordt de vergunninghouder in de gelegenheid gesteld haar zienswijze naar voren te brengen (tenzij spoedeisendheid onmiddellijke intrekking c.q. wijziging noodzaakt). To ezich t 24. De vergunninghouder geeft, overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht, alle medewerking aan aangewezen toezichthouder(s). Loop tijd/ge ldigh e id 25. De vergunning is geldig tot en met 31 december 2016. 26. Het niet naleven van de voorschriften van deze vergunning kan, naast eventuele strafvervolging, intrekking van de vergunning tot gevolg hebben. Kennisgeving Conform artikel 42, lid 3, van de Nb-wet 1998, zijn afschriften van deze vergunning verzonden aan: Natuurmonumenten Zuid-Holland en Zeeland, Productschap Vis, Faunabescherming, Vogelbescherming Nederland, Nationaal Park Oosterschelde, de Zeeuwse Milieufederatie, de gemeente Tholen, de provincie Zeeland en Rijkswaterstaat Zeeland. Sharon A.M. Dijksma Staatssecretaris van Economische Zaken Bijlage: Inhoudelijke overwegingen Pagina 5 van 6
Bezwaar Tegen dit besluit staat op grond van de Algemene wet bestuursrecht voor een belanghebbende de mogelijkheid open een bezwaarschrift in te dienen. Een bezwaarschrift moet binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit worden ingediend bij: De staatssecretaris van Economische Zaken Rijksdienst voor Ondernemend Nederland afdeling Juridische Zaken Postbus 10073 8000 GB ZWOLLE Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste de volgende elementen bevatten: a) de naam en het adres van de indiener; b) de dagtekening; c) een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is, en d) de gronden van bezwaar. Het is raadzaam een kopie van dit besluit bij het bezwaarschrift te voegen. Publicatie besluit Op grond van artikel 42, lid 3, van de Nb-wet 1998 en artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur zal het ministerie van EZ onderhavig besluit openbaar maken. De besluiten op grond van de Nb-wet 1998, waaronder onderhavige, zullen, onder anonimisering van de persoonsgegevens, geplaatst worden op: www.overheid.n1 Pagina 6 van 6