Overdenking zondag 29 januari 2017 kleur groen Ds. A.J. Wouda Psalm 37: 1-11 en Matteüs 5: 1-12 4 e zondag van Epifanie Gemeente van Christus, geliefde mensen van God, Gelukkig ben je Dat is de rode draad in deze viering en door deze verkondiging. Matteüs 5-7 heet: de Bergrede en de Bergrede begint met de zaligsprekingen, 9 keer, aan het begin van de zin: zalig, tegenwoordig zeggen we: gelukkig, ben je. Ik herinner me een uitleg van deze verzen als troost voor wie minder begaafd zijn, mensen die op school niet mee konden komen mensen met een verstandelijke beperking (geestelijk gehandicapt heetten ze vroeger) en voor mensen met psychische aandoeningen Als troost ook voor wie intens verdrietig zijn, de treurenden, mensen in rouw en de groepen die volgen in de zaligsprekingen: alles wat mensen hier en nu tekort komen of aan onrecht wordt aangedaan, dat zal rijkelijk gecompenseerd worden, later, in de hemel.
Eerlijk gezegd vond ik het een wat schrale troost. Al is het een heel Christelijke gedachte: wat mensen nu lijden en tekort komen zal na de dood, in de hemel, rijkelijk worden goedgemaakt. Toen ik mij de afgelopen week in deze tekst verdiepte kwam ik een heel andere uitleg tegen, een uitleg waarbij ik me helemaal kan voorstellen dat Jezus dít heeft bedoeld Tegelijk is het een heel moeilijke uitleg over wie het koninkrijk van de hemel binnen zullen gaan. Wie in het Rijk van God mogen / zullen wonen en dus ook wie het Rijk níet binnengaan wie buiten moeten blijven Wij denken bij het Rijk van God, het koninkrijk van de hemel, vaak aan het leven na de dood. En ach, omdat God liefde is kunnen we ons eigenlijk niet voorstellen dat mensen van goede wil hoe ze hun leven ook vorm hebben gegeven níet in de hemel zouden komen. Wij kunnen ons vandaag bijna niet voorstellen dat iemand na zijn sterven de hemel niet in mag. Maar tegelijk hopen we natuurlijk dat we degenen die ons hebben bezeerd, gekleineerd, verkracht
of vermoord, er niet tegen te komen. Ons probleem is, dat wij hemel en aarde scheiden als plaatsten die we ná elkaar bewonen: de aarde hoort bij ons aardse leven, bij het hier en nu en de hemel hoort bij het leven na onze dood, later. In de Bijbel is de hemel de verblijfplaats van God in Jezus is God naar de aarde gekomen waar Jezus is, daar is de hemel op aarde. Hier en nu. Tijd is niet de bepalende factor: aards leven nu en hemels leven na onze dood. Maar de manier van leven is de bepalende factor, onze levenshouding bepaalt of we hier en nu én na onze dood met en bij God leven in de hemel zijn. Jezus gaat de berg op als hij een menigte mensen toe ziet stromen. En dan, daar op die heilige berg, waar hemel en aarde elkaar raken, daar begint het Koninkrijk van de hemel, Jezus in het midden, op de top Als Koning als voorganger Alle volgelingen om hem heen Dan en daar houdt Jezus de Bergrede
Hij geeft regels, wegwijzers, hoe je gelukkig kunt worden; hoe je deelgenoot kunt worden van het rijk van God, hoe je het koninkrijk van de hemel binnen kunt gaan. Het zijn paradoxale regels. Ze staan haaks opzijn tegenovergesteld aanwat de mens van nature geneigd is om te doen. Gelukkig wie nederig van hart zijn, zegt Jezus. In onze tijd geloven veel mensen, dat je je eigen geluk af kunt dwingen Dat je zelf in hoge mate verantwoordelijk bent voor geluk dat je wel of niet ervaart Er is een markt voor Happinez Slaag je er niet in gelukkig te zijn, dan doe jij iets fout Eigen schuld. Met zo n levensinstelling is het geen wonder dat veel mensen ernstig aan zichzelf gaan twijfelen, een burn-out krijgen of het leven helemaal niet meer zien zitten. De meeste mensen hebben ook uren, dagen, maanden, jaren Dat ze helemaal niet gelukkig zijn Maar dat maakt je nog geen mislukt of slecht mens! Geluk laat zich niet afdwingen. Jezus zegt, dat je gelukkig bent als je je afhankelijk weet van God.
Letterlijk vertaald: als we bedelaar zijn om de Geest van God, in ons. Ons lichaam een tempel van en voor God. Niet ik als het middelpunt van mijn bestaan, maar God als mijn middelpunt God als het begin en einde, als doel en zin, de kracht in mij, die mijn bestaan vorm geeft. Samen zijn we sterk Als Jezus in mij leeft Jezus spreekt voor de samengestroomde menigte Israëlieten, hij spreekt tot het volk zo spreekt Jezus vandaag, in de eerste plaatst, tot zijn gemeente, tot ons gezamenlijk en pas in de 2 e plaatst tot ieder van ons persoonlijk. Deze gemeenschap, hier wil God wonen, onze Koning zijn ons hoofd of ons hart, hoe zullen we het zeggen? Vorige week vierden we het heilig Avondmaal en voelden we ons meer dan gewoon met onze Heer Jezus, de Levende, en met elkaar verbonden. Dat gevoel, dat weten, dat we één zijn in Christus, daar gaat het om. En van daaruit er zijn voor de mensen om ons heen, de mensen in het dorp. In de Geest van God en tot eer van God.
Gelukkig wie nederig van hart zijn vroeger lazen we: zalig de armen van geest. Gelukkig zijn de bedelaars om de Geest van God, Wie zich afhankelijk weten van de heilige Geest Voor wie Jezus koning is in Gods Rijk en zijn volgeling willen zijn voor hen is het koninkrijk van God. Als een gave, een cadeau, niet omdat het verdiend is. Door het geloof in de Levende Heer, die ons is voorgegaan. Uit genade, jazeker Als u mij er ooit van hebt verdacht Dat ik leerde dat we door goede werken in de hemel kunnen komen Dan is dat hierbij rechtgezet. In deze eerste zaligspreking horen we doorklinken, dat mensen die menen Jezus, of de Geest van God niet nodig te hebben, mensen die denken zichzelf te kunnen redden, worden buitengesloten. Dat voor hen het koninkrijk van de hemel niet toegankelijk is. Als je duidelijk maakt voor wie het koninkrijk is Dan vertel je daarmee ook voor wie het niet is. Dat vind ik een heel moeilijke boodschap, Gelukkig gaan wij daar niet over en zal God oordelen
U voelt al aankomen dat we niet alle 9 gelukkig ben je teksten kunnen bespreken vanmorgen. Globaal zegt elk van de spreuken: kom tot inzicht, treur om wat niet goed is, wat niet naar Gods wil is. Om het leed dat we elkaar aandoen, om wat anders zou moeten; Zie ook wat God voor ons is: zijn barmhartigheid, zijn zuiverheid, zijn vrede en laat ons dat tot voorbeeld zijn. Zo barmhartig God is voor alle mensen, zo barmhartig vraagt God ons te zijn voor onze medemensen Zo ruimhartig God ons al onze overtredingen vergeeft, zo vraagt God van ons hen te vergeven die ons de voet dwars hebben gezet. Nee, niet uit onze eigen kracht, Maar door de Geest van God die in ons leeft Zelfs als we worden vervolgd, vals worden beschuldigd of uitgejouwd om ons geloof. Gelukkig ben je,
als je leeft in verbondenheid met Jezus Christus door de heilige Geest. Amen