Welkom in de Menorah. : dhr. F. Wijngaarden

Transcriptie

1 Welkom in de Menorah Voorganger Ouderling v. dienst Lector Organist : ds. A.H. Boschma : dhr. A. Koster : dhr. F. Wijngaarden : dhr. P. de Jong

2 Lied voor de dienst 533: 1 a, 2, 3, 4, 5, 6

3 Lied voor de dienst 533: 1 b, 2, 3, 4, 5, 6

4 Lied voor de dienst 533 : 1, 2 a, 3, 4, 5, 6

5 Lied voor de dienst 533: 1, 2 b, 3, 4, 5, 6

6 Lied voor de dienst 533: 1, 2, 3 a, 4, 5, 6

7 Lied voor de dienst 533: 1, 2, 3 b, 4, 5, 6

8 Lied voor de dienst 533: 1, 2, 3, 4 a, 5, 6

9 Lied voor de dienst 533: 1, 2, 3, 4 b, 5, 6

10 Lied voor de dienst 533: 1, 2, 3, 4, 5 a, 6

11 Lied voor de dienst 533: 1, 2, 3, 4, 5 b, 6

12 Lied voor de dienst 533: 1, 2, 3, 4, 5, 6a

13 Lied voor de dienst 533: 1, 2, 3, 4, 5, 6b

14 Welkom in de Menorah Voorganger Ouderling v. dienst Lector Organist : ds. A.H. Boschma : dhr. A. Koster : dhr. F. Wijngaarden : dhr. P. de Jong

15 Welkom

16 Lied 85: 3 a, 4

17 Lied 85: 3 b, 4

18 Lied 85: 3, 4

19 Stil gebed, bemoediging en groet

20 Gebed om ontferming

21 Gebed om ontferming Tijdens het gebed zingen wij Lied 301K (I door voorganger, II allen).

22 Lied dat inspireert: Lied 150: 1 en 3 (JdH). 1. Welk een vriend is onze Jezus, die in onze plaats wil staan! Welk een voorrecht, dat ik door Hem, altijd vrij tot God mag gaan. Dikwijls derven wij veel vrede, dikwijls drukt ons zonde neer, juist omdat wij t al niet brengen, in t gebed tot onze Heer.

23 Lied dat inspireert: Lied 150: 1 en 3 (JdH). 3. Zijn wij zwak, belast, beladen en ter neer gedrukt door zorg, dierb re Heiland. Onze Toevlucht! Gij zijt onze Hulp en Borg, als soms vrienden ons verlaten, gaan wij biddend tot de Heer, in zijn armen zijn wij veilig, Hij verlaat ons nimmermeer.

24 Rondom het Woord Mattheus 5: 1-12

25 Gebed bij de opening van het woord

26 De kinderen gaan naar de nevendienst Thema: Je mag er zijn

27

28

29

30

31 Schriftlezing: Matteüs 5: Toen hij de mensenmassa zag, ging hij de berg op. Daar ging hij zitten met zijn leerlingen om zich heen. 2 Hij nam het woord en onderrichtte hen: 3 Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel. 4 Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden. 5 Gelukkig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten. 6 Gelukkig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden.

32 Schriftlezing: Matteüs 5: Gelukkig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden. 8 Gelukkig wie zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien. 9 Gelukkig de vredestichters, want zij zullen kinderen van God genoemd worden. 10 Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden, want voor hen is het koninkrijk van de hemel. 11 Gelukkig zijn jullie wanneer ze je omwille van mij uitschelden, vervolgen en van allerlei kwaad betichten.

33 Schriftlezing: Matteüs 5: Verheug je en juich, want je zult rijkelijk worden beloond in de hemel; zo immers vervolgden ze vóór jullie de profeten.

34 Lied 838: 2 a, 3

35 Lied 838: 2 b, 3

36 Lied 838: 2, 3a

37 Lied 838: 2, 3b

38 Overdenking Tekst: Mattheus 5: 6: Gelukkig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden.

39 Wij zingen, voor zover mogelijk, staande de Apostolische geloofsbelijdenis: Lied 340b: 1 a

40 Lied 340b: 1b

41 Lied 340b: 1c

42 Lied 340b: 1d

43 Lied 340b: 1e

44 Lied 340b: 1f

45 DIENST VAN GEBEDEN EN GAVEN

46 Dankgebed, Voorbeden en Stil gebed.

47 De bloemen gaan als groet van de gemeente naar: Familie K. Dijkstra, Ureterp De heer D. Pot

48 1e rondgang : Diaconie 2e rondgang : Pastoraat Deurcollecte : Eigen jeugdwerk (De kinderen komen terug uit de kindernevendienst).

49

50

51

52

53 VIERING VAN DE MAALTIJD VAN DE HERE.

54 Lied 386: 1 a, 2, 3

55 Lied 386: 1 b, 2, 3

56 Lied 386: 1, 2 a, 3

57 Lied 386: 1, 2 a, 3

58 Lied 386: 1, 2, 3a

59 Lied 386: 1, 2, 3b

60 Nodiging Als teken van zijn liefde voor allen die Hem zoeken, nodigt de Heer ons aan zijn maaltijd. Want Hij heeft gezegd: Ik ben het levende brood, dat uit de hemel is neergedaald. Indien iemand van dit brood eet, hij zal in eeuwigheid leven. Grote lofprijzing. V: De Heer zij met u. G: DE HEER ZAL U BEWAREN. V: Verheft uw harten tot God en laat ons de Here onze God dankzeggen, want Hij verdient onze dank. G: HET PAST ONS DE HEER TE DANKEN.

61 Nodiging Ja waarlijk, het past ons, o Heer, goed is het en heilzaam, dat wij U dankzeggen, overal en altijd. Heilige Vader, eeuwige God, door Christus onze Heer, die ons mensen gelijk geworden en zich vernederd heeft tot de dood, ja tot de dood aan het kruis. Daarom hebt Gij Hem uitermate verhoogd en Hem een naam gegeven boven alle naam, opdat in zijn naam zich zou buigen alle knie van hen die in de hemel en op aarde zijn, tot eer van God de Vader. En daarom met engelen en machten en krachten, met allen die staan voor uw troon verheffen ook wij onze stem en zingen vol vreugde U toe:

62 Lied 405: 1

63 Inzettingswoorden en gedachtenis. Wij zegenen U omwille van Jezus, uw Zoon, uw onvolprezen gave, die is overgeleverd om onze overtredingen en om onze rechtvaardiging is opgewekt en zo alles heeft volbracht. Die zich met hart en ziel aan deze wereld heeft gegeven. Want in de nacht, waarin Hij werd overgeleverd, nam Hij een brood, sprak de dankzegging uit, brak het en zei: Dit is mijn lichaam voor u, doet dit tot mijn gedachtenis. Evenzo ook de beker, nadat de maaltijd afgelopen was en Hij zei: Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, doet dit zo dikwijls gij die drinkt tot mijn gedachtenis.

64 Inzettingswoorden en gedachtenis. Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt. Zo gedenken wij het verlossend lijden van de Messias, onze Heer, die verrezen is en leeft. En wij verkondigen zijn dood totdat Hij komt Gemeente: MARANATA. Gebed, gevolgd door het Onze Vader

65 Vrede groet (Allen gaan staan. En na de groet geven wij de mensen om ons heen een hand en mogen wij tegen elkaar zeggen: De vrede van Christus. V: De vrede van de Heer zij met u allen G: Zijn vrede zij ook met u V: Wens elkaar de vrede van Christus. (wij geven elkaar de vredegroet)

66 Lied 270

67 Lied 270

68 Lied 270

69 De gemeenschap van brood en wijn. Brood en beker.

70 Lied 381: 6

71 Dankgebed. V: Heer, wij danken U, dat Gij ons wilt verkwikken met uw gaven. Geef ons een vast vertrouwen in U, een gedurige verwachting van de komst van uw Koninkrijk, en een duurzame liefde en lankmoedigheid onder elkaar. G: DOOR JEZUS CHRISTUS, ONZE HEER. V: die met U en de Heilige Geest, één enig God, leeft en regeert in eeuwigheid. G: AMEN.

72 Slotlied 413: 1 a, 3

73 Slotlied 413: 1 b, 3

74 Slotlied 413: 1, 3a

75 Slotlied 413: 1, 3b

76 Zegen

77 U bent van harte welkom in de foyer voor een kopje koffie of thee. Voor info zie MenorAgenda of