Greppel plas dras op Texel Resultaten van een driejarig experiment ANLV De Lieuw Texel Siebold van Breukelen September 2015
ANLV De Lieuw Texel - Ottersaat 5-1792 CC Oudeschild - tel 0222 314072 -E mail info@delieuw.nl - www.de lieuw.nl 2
Inleiding Eén van de factoren die de aantrekkelijkheid van percelen voor weidevogels bepalen is de waterhuishouding. In het voorjaar zijn natte percelen erg aantrekkelijk voor weidevogels om in te broeden en hun jongen groot te brengen. Op verschillende plaatsen in Nederland wordt geëxperimenteerd met het vernatten van percelen ten behoeve van weidevogels en dit heeft vaak geleid tot een toename van weidevogels op deze percelen en de percelen die daar aan grenzen. Er zijn verschillende manieren om deze vernatting voor elkaar te krijgen zoals het plaatsen van stuwen om het waterpeil in sloten op te zetten, het dichtzetten van greppels of het oppompen van slootwater in greppels of een combinatie hiervan. ANLV De Lieuw Texel wil graag verkennen wat de mogelijkheden hiervoor zijn. Probleem op Texel is echter de aanvoer van water. Op Texel is de aanvoer van water afhankelijk van neerslag. Tegelijk is er op Texel juist in het voorjaar vaak een periode met droogte. Proefopzet en ligging In 2013 is een 3 jarige proef gestart met een greppel plas dras op een perceel van Novalishoeve aan de Watermolenweg in de polder Buitendijk nabij Den Hoorn. Om de greppel plas dras te realiseren is het nodig om oppervlaktewater op te pompen naar de greppels. Voor het oppompen van water voor een greppel plas dras is op Texel een vergunning nodig van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Het hoogheemraadschap heeft deze vergunning verleend voor een periode van 3 jaar. Bij de vergunning is benadrukt dat deze eenmalig wordt gegeven ten behoeve van de proef met greppel plas dras. Voorwaarde was dat voorafgaand aan volpompen van greppels met het hoogheemraadschap contact opgenomen moest worden om te bepalen of er voldoende water in de hoofdwatergang beschikbaar was om op te pompen. De intentie was om iedere week op een vast moment water op te pompen. In de praktijk zijn er maar enkele weken geweest waarin er geen toestemming was om water op te pompen in verband met watertekorten. Voor het extra werk en kosten voor het oppompen van water is een vergoeding aan de agrariër gegeven van 350,-- per ha. In 2013 is hiervoor een subsidie ontvangen van Landschap Noord-Holland volgens de subsidieregeling overeenkomst greppel plas dras. In 2014 en 2015 is een vergelijkbare subsidie aan de agrariër verleend door ANLV De Lieuw Texel. Het betreffende perceel heeft een oppervlak van ongeveer 2 ha. Op het perceel zijn 8 oude greppels aanwezig die niet of nauwelijks meer afwateren. In de proef worden 4 van de greppels die het dichtst bij de hoofdwatergang liggen wekelijks in de periode half maart tot half mei volgepompt met water. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een motorpomp en een slangensysteem waarbij de 4 greppels tegelijk volgepompt worden (figuur 1 en 2). Grofweg kan er een schatting gemaakt worden van hoeveel water nodig is om een greppel vol te pompen. Afmeting greppel: 0,2m breed en 0,2 m diep lengte 170 m. Per greppel is 0,2*0,2*170m=6,8 m 3 water nodig. Bij het volpompen van 4 greppels is 4*6.8= 27,2 m 3 water nodig. Figuur 1 Installeren van de pomp in maart 3
Figuur 2 Het slangensysteem Beoogd doel van de proef is om de weidevogelstand te stimuleren. Het betreffende perceel maakt onderdeel uit van gruttokern de Grie met een oppervlak van 85 ha. Op het perceel is een beheerpakket voor weidevogelbeheer met een rustperiode van 1 april t/m 22 juni (A01.01.01d) van toepassing. Op het perceel wordt in het voorjaar ruige mest uitgereden (figuur 3). In de periode 2013 t/m 2015 is dit weidevogelbeheer niet gewijzigd. Naast het perceel met greppel plas dras liggen 2 percelen met een rustperiode 1 april - 15 juni (A01.01.01c). Voor 2013 waren deze 2 percelen van Novalishoeve in gebruik als bouwland. In de nabijheid liggen percelen met botanisch beheer (A02.01.01), extensieve beweiding (A01.01.06), rustperiode 1 april - 1 juli (A01.01.01e), kruidenrijk grasland (A01.01.05a), legselbeheer grasland (A01.01.04a2) en legselbeheer bouwland (A01.01.04b) Figuur 3. Overzicht van beheerpakketten voor weidevogelbeheer in het gebied van de proef met greppel plas dras (zie tekst). Op het blauwomlijnde perceel ligt de greppel plas dras. Oppervlak van de gruttokern de Grie is 85 ha. In de gruttokern vinden sinds 2009 jaarlijks alarmtellingen plaats gericht op de grutto om te bepalen hoeveel broedparen er zijn en hoeveel broedparen een of meerdere jongen grootbrengen. Hierbij wordt eind april en/of begin mei een telling uitgevoerd om het aantal broedparen te bepalen en eind mei - begin juni wordt een telling gedaan om het aantal alarmerende paren met jongen te bepalen. 4
Resultaten Neerslag Te verwachten is dat het effect van greppel plas dras op weidevogels afhangt van de hoeveelheid neerslag die er in het voor jaar valt. In een jaar met veel neerslag in het voorjaar zal de toegevoegde waarde van greppel plas dras waarschijnlijk minder zijn dan in een droog voorjaar. In figuur 4 zijn de neerslag statistieken in het voorjaar vanaf 2009 weergegeven. In 2013, het jaar waarin de proef startte, was er een heel droog voorjaar. In 2014 was het voorjaar vrij nat. 2015 zat hier precies tussen in. 80 70 60 50 40 30 20 10 jan feb mrt apr mei jun 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Figuur 4. Neerslagstatistiek gemeten op vliegveld Texel. Effect op grasgroei Greppel plas dras veroorzaakt een groeivertraging van gras direct naast de greppels (figuur 5). Dit is echter maar een heel gering oppervlak. Op de rest van het perceel is er nauwelijks of geen sprake van groeivertraging. Mogelijk verbeteren de stroken met vertraagde groei de verplaatsingsmogelijkheden voor jonge pullen door het perceel. Figuur 5. Beeld van het greppel plas dras perceel in juni 5
Aantal broedparen Aantal grutto broedparen In figuur 6 is te zien dat het aantal broedparen op het perceel met greppel plas dras min of meer constant is. Hierbij moet opgemerkt worden dat het vrij lastig is om de exacte locatie van het broedpaar te bepalen, vooral omdat de percelen maar ongeveer 2 ha groot zijn. Beter is om ook de direct omliggende percelen van Novalishoeve hierbij te betrekken. Te zien is dat op de percelen van Novalishoeve het aantal broedparen is toegenomen van rond de 10 naar meer dan 20 op ongeveer 10 ha grasland. Dat is een bijzonder hoge dichtheid aan broedparen. Opvallend is dat deze toename pas in 2014 plaatsvindt en niet bij de aanvang van het experiment in 2013. Wel is er in 2013 al een stijging van het aantal broedparen in de hele gruttokern de Grie. Deze stijging in 2013 vindt dus plaats niet direct op of nabij de greppel plas dras maar op iets verder gelegen percelen. Waarschijnlijk is de oorzaak hiervan dat een aantal percelen van Novalishoeve direct naast de greppel plas dras vlak voor 2013 met gras waren ingezaaid en dus nog geen aantrekkelijke vegetatie hadden voor grutto s. In bijlage 1 zijn verspreidingskaarten van de broedparen grutto weergegeven. 160 140 120 100 80 60 gpd nvh grie tx 40 20 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Figuur 6 Het aantal broedparen grutto op het perceel (2 ha) met greppel plas dras (gpd) op de percelen van Novalishoeve (nvh) direct grenzend aan de greppel plas dras (10 ha), in de hele gruttokern de Grie (grie)(85 ha) en in alle agrarische gebieden op Texel waar alarmtellingen zijn gedaan (tx). In de gehele gruttokern de Grie is de gruttostand gestegen van 20-30 voor aanvang van de proef naar rond de 40 vanaf 2013, het startjaar van de proef. Over alle op Texel getelde agrarische gebieden is de gruttostand juist gedaald van bijna 134 naar 111 broedparen. De ervaring in het veld is dat de grutto zich steeds meer terugtrekt in een aantal geschikte broedgebieden zoals gruttokern de Grie. Juist in deze laatste bolwerken is het van groot belang om zo gunstig mogelijke omstandigheden te creëren voor de grutto zodat de dalende tendens gestopt kan worden. Aantal alarmerende gruttoparen Het aantal alarmerende gruttoparen in juni geeft een minder duidelijk beeld over het effect van greppel plas dras (figuur 7). Dit komt vooral omdat ouders met jongen mobiel zijn en niet op één perceel blijven. In de gruttokern is een ruime hoeveelheid geschikt kuikenland aanwezig op verschillende percelen. De beschikbaarheid aan geschikt kuikenland ligt ruim boven de norm van 1,4 ha per gruttopaar met jongen. Bovendien is de periode waarin water wordt opgepompt afgelopen tijdens de alarmtelling. Het lijkt er zelfs op dat er minder alarmerende paren op het perceel met greppel plas dras aanwezig zijn. Als de direct grenzende percelen van Novalishoeve hierbij betrokken worden is er sinds 2013 wel duidelijk sprake van een toename maar ook sterk schommelende aantallen. In 2014 was er sprake van veel migratie van gruttoparen zelfs tot buiten de gruttokern. Opvallend is dat in 2015 het aantal alarmerende paren bij de percelen van Novalishoeve vrij hoog is terwijl over de gehele gruttokern de Grie gezien er zeer weinig alarmerende paren zijn. Dit wordt 6
Bruto territoriaal succes (%) Aantal alarmerende broedparen veroorzaakt doordat bijna alle in het oostelijk deel van de gruttokern broedende grutto s tijdens de alarmtelling niet meer aanwezig waren. De oorzaak hiervan is niet bekend maar waarschijnlijk speelt predatie hier een rol. 35 30 25 20 15 10 gpd nvh grie 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Figuur 7. Aantal alarmerende paren grutto tijdens telling begin jun op het perceel met greppel plas dras (gpd) op de percelen van Novalishoeve (nvh) direct grenzend aan de greppel plas dras, in de hele gruttokern de Grie (grie). Bruto territoriaal succes Het bruto territoriaal succes (BTS) is de verhouding tussen het aantal alarmerende gruttoparen begin juni en het aantal broedparen uitgedrukt als percentage. Het geeft een maat voor het broedsucces van grutto. In figuur 8 is te zien dat het BTS over het algemeen hoog is. In 2010 zijn er waarschijnlijk grutto s van buiten de gruttokern naar het gebied getrokken omdat er meer alarmerende paren dan broedparen zijn geteld. In 2015 is het BTS laag doordat alle in het oostelijk deel van de gruttokern broedende paren begin juni niet meer aanwezig waren. In de andere jaren is het BTS 70-80%. Dat is ruim voldoende om de populatie in stand te houden. Er zijn geen aantoonbare verschillen die aan de greppelplas dras gerelateerd zouden kunnen worden. 140 120 100 80 60 40 20 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Figuur 8. Bruto territoriaal succes in gruttokern de Grie berekend als het aantal alarmerende gruttoparen begin juni uitgedrukt als percentage van het aantal broedparen 7
Conclusie een aanbevelingen Het lijkt er op dat de greppel plas dras een positief effect heeft op het aantal broedparen grutto in het perceel met greppel dras en in de naastgelegen percelen. Ouderparen worden aangetrokken door de greppel plas dras en zoeken als broedpaar een territorium in het perceel met greppel plas dras of in de nabije omgeving hiervan. Hierdoor is er een bijzonder hoge dichtheid aan grutto broedparen op een klein oppervlak. Het gericht inzetten van deze maatregel op percelen waar de overige omstandigheden voor grutto zoals een laat maaibeheer gunstig zijn kan helpen om de gruttostand te verbeteren en een hoge concentratie aan gruttoparen te krijgen. Een hoge concentratie aan gruttoparen is van groot belang omdat dan gezamenlijk predatoren verjaagd kunnen worden en er een beter broedsucces tot stand komt. De hoeveelheid neerslag in het voorjaar lijkt niet erg van invloed te zijn op de aantrekkingskracht van een greppel plas dras perceel. In het droge voorjaar van 2013 werden zelfs minder gruttoparen aangetrokken door het greppel plas dras perceel dan in de nattere voorjaren van 2014 en 2015. Waarschijnlijke spelen hierbij andere oorzaken mee zoals een minder gunstige grasvegetatie in enkele percelen naast de greppel plas dras in 2013. Dit onderzoek heeft zicht vooral gericht op de grutto en sloot aan bij een bestaand monitoringsprogramma voor de grutto. Er zijn aanwijzingen dat ook andere soorten en met name tureluur en kievit profiteren van greppel plas dras. In een volgend onderzoek zouden deze soorten bij de monitoring meegenomen moeten worden. Het onderzoek laat zien hoe belangrijk de waterhuishouding is voor weidevogels en dat op een heel eenvoudige manier met een greppel plas dras gunstige omstandigheden voor weidevogels kunnen worden gerealiseerd. Op verschillende manieren is ANLV de Lieuw Texel al bezig met het waterhuishouding zoals bij de aanleg van natuurvriendelijke oevers en het opzetten van waterpeilen. In de toekomst zouden we graag de greppel plas dras verder willen toepassen in enkele speciaal hiervoor geselecteerde gebieden die belangrijk zijn voor de grutto. 8
Bijlage 1 Verspreidingskaarten gruttobroedparen Figuur 1 Gruttobroedparen in 2010 Figuur 2. Gruttobroedparen in 2011 9
Figuur 3 Gruttobroedparen in 2012 Figuur 4. Gruttobroedparen in 2013 10
Figuur 5 Gruttobroedparen in 2014 Figuur 6 Gruttobroedparen in 2015 11