Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Inhoudelijke Ondersteuning

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

29200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Overzicht en stemmingsuitslagen bij moties Novelle op Herzieningswet

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

tot wijziging van het Besluit beheer sociale-huursector (verplichte verhuiskostenvergoeding bij renovatie en enkele kleine wijzigingen)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Op 19 mei 2014 stelde u ons college schriftelijke vragen over de verkoop van huurwoningen door Vestia.

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 800 XI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 2005 Nr. 74 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 3 december 2004 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer 1 heeft op 27 oktober 2004 overleg gevoerd met minister Dekker van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over: de brief van de minister van VROM, d.d. 18 oktober, Globale inhoud BBSH, zienswijzen Aedes en het CFV daarop en tijdpad (29 800 XI, nr. 5). Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie 1 Samenstelling: Leden: Duivesteijn (PvdA), Hofstra (VVD), Buijs (CDA), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), Van Gent (GroenLinks), Geluk (VVD), Veenendaal (VVD), Dijsselbloem (PvdA), ondervoorzitter, Snijder-Hazelhoff (VVD), Depla (PvdA), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van As (LPF), Van den Brink (LPF), Van Bochove (CDA), De Ruiter (SP), Duyvendak (GroenLinks), Huizinga- Heringa (ChristenUnie), Koopmans (CDA), Spies (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Timmer (PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Kruijsen (PvdA), Samsom (PvdA). Plv. leden: Crone (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), Mastwijk (CDA), Ormel (CDA), Halsema (GroenLinks), Luchtenveld (VVD), Oplaat (VVD), Boelhouwer (PvdA), Örgü (VVD), Dubbelboer (PvdA), Hessels (CDA), Kraneveldt (LPF), Varela (LPF), Ten Hoopen (CDA), Vergeer (SP), Vos (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Vietsch (CDA), Sterk (CDA), Haverkamp (CDA), Koser-Kaya (D66), Gerkens (SP), Verbeet (PvdA), Balemans (VVD), Waalkens (PvdA), Van Heteren (PvdA), Wolfsen (PvdA). Mevrouw Van Gent (GroenLinks) vraagt wat, nu er geen Woonwet komt, geregeld wordt in het BBSH en wat in het Burgerlijk Wetboek. Zaken als de maatschappelijke opdracht, sociaal ondernemerschap, de revolving fund-gedachte, geld met een boodschap, risico s met maatschappelijk vermogen en de vraagsturing moeten aan de orde komen. De vraagsturing houdt in dat de positie van bewoners, huurders en eigenaren, versterkt moet worden. Ook potentiële huurders moeten inspraak en zeggenschap hebben. Zij hecht ook veel belang aan het initiatiefrecht voor bewoners, waarvoor zij al in 2001, bij de wijziging van Burgerlijk Wetboek, titel 7.4, een amendement heeft gepresenteerd. Naar haar idee kan dit niet in het BBSH geregeld worden, dus het zou in het Burgerlijk Wetboek moeten komen. De Wet op het overleg tussen huurders en verhuurder wordt in 2007 geëvalueerd. Misschien moet die evaluatie nu eerder plaatsvinden. In de brief ontbreekt een passage over de openbaarmaking van de beloningen van corporatiedirecteuren. Mevrouw Van Gent prijst Aedes voor het onderzoek dat op 4 augustus is gepubliceerd. 82% van de corporaties is voor openbaarmaking. Zij vraagt hoe dit zal worden geregeld. Mevrouw Van Gent verkeerde enige tijd geleden in feeststemming omdat er een verhuiskostenvergoeding bij gedwongen verhuizing zou komen. Zij betreurt het dat de datum 1 januari 2005 daarvoor niet wordt gehaald. Zij vindt het ook vervelend dat het mogelijk zal worden de vergoeding in natura uit te keren. Haars inziens moeten de betrokkenen gewoon de 5000 krijgen en zelf beslissen wat zij daarmee doen. Zij beklemtoont dat 5000 een minimum is. Voor de vergoeding aan mensen die onzelfstandig wonen denkt zij aan minstens 2500, maar misschien moeten de KST82177 0405tkkst29800XI-74 ISSN 0921-7371 Sdu Uitgevers s-gravenhage 2004 Tweede Kamer, vergaderjaar 2004 2005, 29 800 XI, nr. 74 1

verhuiskosten van deze mensen eens worden onderzocht. Ook voor particuliere huurders wenst zij een regeling, in het Burgerlijk Wetboek. Mevrouw Van Gent vindt het van belang dat de transparantie van de corporaties wat gebeurt er met het geld; welke prestaties worden geleverd? zo snel mogelijk in het BBSH wordt geregeld. De heer Depla (PvdA) releveert dat de Kamer een onderzoek gaat doen naar de vraag welke activiteiten tot de kernactiviteiten van de corporaties behoren en welke activiteiten marktactiviteiten zijn. De minister heeft ook aangekondigd dat zij een commissie in het leven zal roepen. Hij vindt het niet verstandig om op een achternamiddag de corporaties terug te dringen tot het verhuren van woningen. Hij vindt de aanpassingen die nu voorliggen ongewenst. Hij ziet het bevorderen van het eigenwoningbezit en van de keuzevrijheid tussen huur en koop als de kern van de toekomstige moderne corporatie. Door de voorstellen die de minister doet wordt het veel moeilijker om een sociale koopsector voor mensen met een lager of middeninkomen van de grond te krijgen. De corporaties mogen nog verhuren, maar verkoop van woningen moet plaatsvinden door een BV. Onduidelijk is of de fiscus het als een commerciële activiteit zal accepteren als bijvoorbeeld een woning te goedkoop aan een bewoner wordt verkocht. Zijn fractie vindt het erg belangrijk dat tegen een zware korting, maar wel met bijvoorbeeld de vorm van maatschappelijk gebonden eigendom, een woning kan worden doorverkocht. Er dreigen allerlei ingewikkelde constructies, waarbij bijvoorbeeld huurwoningen in een BV terechtkomen, waardoor de huurinkomsten in een keer belastingplichtig worden en niet meer in andere delen van de corporatiesector kunnen worden gebruikt. Het werk van de vereniging van eigenaren wordt min of meer tot een marktactiviteit gemaakt. Een goede vereniging van eigenaren is heel belangrijk voor de leefbaarheid van buurten. Het is bij uitstek een kerntaak voor een moderne corporatie om zo n vereniging op poten te zetten en mede diensten aan bewoners te leveren. De heer Depla verwacht dat de corporaties veel tijd en geld voor bestuurlijke activiteiten in de operatie moeten steken. Dat kunnen zij beter gebruiken voor de bouw van woningen en het aanpakken van de herstructurering. De corporatie Vestia meent dat zij zeven ton en vier fte s per jaar daaraan kwijt zal zijn. Het terugdringen van de administratieve lasten was juist een credo van het kabinet. De Neprom zou de corporaties echter nog wel meer beperkingen willen opleggen. De Neprom vindt het eigenlijk een schande dat corporaties meteen kunnen gaan bouwen, terwijl een ontwikkelaar pas gaat bouwen als 70% van de woningen verkocht is. Het lijkt alsof marktwerking, belastbaarheid in Europees perspectief en eerlijke concurrentie belangrijker gevonden worden dan alle belangen van mensen die op zoek zijn naar een woning. De minister maakt zijns inziens een verkeerde afweging. In het gros van de projecten worden zowel koop- als huurwoningen gebouwd. De koopwoningen moeten in de BV, de huurwoningen in de corporatie. Als zij alle in de BV komen, is het de vraag of de fiscus het goed vindt als zij onder de kostprijs worden doorverkocht aan de corporatie. Moet al voor de bouw een verdeling in koop- en huurwoningen worden gemaakt, dan wordt het project inflexibel. De heer Depla vindt de grens voor de stichtingskosten van twee ton veel te laag, zeker als men grotere woningen van een behoorlijke kwaliteit, die dus lang kunnen meegaan, wenst te bouwen. Ook voor woonzorgcomplexen is het een onhandige grens. Invoering van de aanpassing van het BBSH na 1 januari werd een probleem geacht, omdat de corporaties anders te veel administratieve problemen zouden krijgen. Kennelijk is dat niet meer het geval. De heer Depla is benieuwd of na de affaire van het toezicht in de woonzorgsector de conclusies die toen door de Kamer zijn getrokken in het Tweede Kamer, vergaderjaar 2004 2005, 29 800 XI, nr. 74 2

model dat de minister nu voorstaat worden gerespecteerd. Hij acht het verstandiger de onderhavige aanpassing van het BBSH uit te stellen tot de fundamentele herziening van het BBSH. Hij begrijpt dat er dan een probleem van 25 mln euro ontstaat, maar dat probleem lijkt hem met enige creativiteit wel op te lossen. De minister moet dan wat strenger worden tegen minister Zalm dan zij in de afgelopen zomer was bij de meevaller bij de huursubsidies, die feitelijk een resultaat van bewust beleid was. De heer Depla sluit zich aan bij de opmerkingen van mevrouw Van Gent over de verhuiskostenvergoeding. Mevrouw Veenendaal (VVD) vraagt waarom er beperkende voorwaarden aan de verhuiskostenvergoedingsregeling zijn toegevoegd. Zij ziet de noodzaak van een modernisering van de corporaties heel goed. Zij moeten concurreren met de rest van de markt. Zij kunnen gebruikmaken van sociale voorzieningen en van een grote spaarpot. Zij vindt dat corporaties die nu nog geen BV s hebben wel een heel zware organisatie moeten opzetten. Zij moeten zich gaan verdiepen in de belastingtechnische structuur. Mag er bijvoorbeeld ook een VOF of een ander vorm worden gekozen? Kan de corporatie zelf als zij dat wenst vennootschapsbelastingplichtig worden? Is daarbij niet een bepaalde voorziening voor de sector sociale woningbouw mogelijk? Corporaties die zowel koop- als huurwoningen realiseren zouden de winst die zij op koopwoningen boeken kunnen aanwenden voor de huurwoningen. De vennootschapsbelasting zou ook moeten worden geheven op de wat duurdere huurwoningen, want die zouden ook in de BV moeten worden ondergebracht. Mevrouw Veenendaal vraagt waarom dit element is ingebracht. De fractie van de VVD hoort graag een bevestiging van haar veronderstelling dat door de wijziging het stimuleren van het eigen woningbezit niet zal wegvallen. Zij vermoedt dat zich grote problemen zullen voordoen als een woning eerst wordt verkocht, dan wordt teruggekocht door de corporatie en vervolgens verhuurd. De gedachte aan deze figuur leeft bij verschillende corporaties. Mevrouw Veenendaal vraagt hoe de controle door het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) zal worden geregeld. Het CFV verwacht dat het wordt geconfronteerd met omvangrijke werkzaamheden. Sommige corporaties verwachten problemen met projecten die in de pijplijn zitten. Het proces van wijziging van het BBSH heeft al vertraging opgelopen. Misschien is het handig de invoering, met uitzondering van de verhuiskostenregeling, een half jaar uit te stellen. De heer Van Bochove (CDA) zou het motto «beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald» willen voeren. Hij heeft op basis van informatie uit het veld de indruk dat er veel meer aan de hand is dan in de door de minister aangegeven hoofdlijnen staat. Een element in de algemene maatregel van bestuur zal zijn de uitvoering van besluiten die eerder door de Kamer zijn genomen, bijvoorbeeld de uitvoering van de Wet op de vennootschapsbelasting. De AMvB is kennelijk niet toegesneden op de eisen die op dit moment aan de corporaties worden gesteld. De vorige sprekers hebben al een scala van voorbeelden gegeven. De bevordering van het eigenwoningbezit moet adequaat en efficiënt worden geregeld. Als er een level playingfield moet komen, moet dat over de volle breedte gebeuren. De corporaties moeten geen trajecten opgelegd krijgen waaraan particulieren die willen investeren niet behoeven te voldoen. Op basis van brieven van corporaties en koepels moet hij concluderen, dat dit nog niet goed geregeld is in de voornemens inzake de nieuwe AMvB. Allerlei tussenvormen van koop worden kennelijk door de maatregelen die de minister gaat nemen geblokkeerd. Alles moet gericht zijn op bevordering van de sociale koop en de sociale huur. Tweede Kamer, vergaderjaar 2004 2005, 29 800 XI, nr. 74 3

Hoewel de Kamer deze week nog een brief ontving over de vereenvoudiging van regelgeving, ziet het ernaar uit dat de corporaties een pakket met ingewikkelde regelgeving opgelegd krijgen. Naar het oordeel van de heer Van Bochove moet juist worden gestreefd naar vermindering van regelgeving. Daarom zou niet moeten worden uitgegaan van de maatregelen die de minister voorstaat, maar van de maatregelen die zijn voorgesteld in de motie-koopmans/hofstra en de conclusies van de Kamer na het onderzoek naar het BBSH. Daarbij moet worden gekeken hoe de doelstellingen van het volkshuisvestingsbeleid in brede zin kunnen worden bereikt met zo min mogelijk regelgeving. Er was al eens een discussie waarbij het hele veld beschikte over de nota Ruimte, behalve de Kamer. In dit geval is de Kamer zo dom geweest om geen goede voorhangprocedure voor de nieuwe AMvB te regelen. De commissie wil er toch in een vroegtijdig stadium over praten. Zij is breed geïnformeerd door het veld, maar door de minister slechts in hoofdlijnen. Voor de heer Van Bochove is er al voldoende aanleiding om de minister op te roepen de nu voorgenomen AMvB niet te publiceren. Wel pleit hij voor een AMvB voor 15 januari waarin de verhuiskostenvergoeding wordt geregeld zoals de Kamer dat bedoelde. Dan moet er niet worden gemarchandeerd, bijvoorbeeld door toe te staan dat de vergoeding in natura wordt gegeven. Het antwoord van de minister De minister roept in herinnering dat bij de MDW-operatie (marktwerking, deregulering en wetgeving) voor corporaties in 2000 is gekozen voor een gelijk speelveld voor bepaalde activiteiten. Het amendement-giskes op het belastingplan 2004 is daarbij een uitgangspunt. Het noopt ertoe dat een knip wordt gemaakt in de activiteiten van corporaties en dochters, via het BBSH. De vennootschapsbelastingvrijstelling voor woningcorporaties wordt beperkt tot toegelaten werkzaamheden volgens het BBSH. Zij houdt daaraan vast, omdat het leidt tot een transparante structuur en past in de EU-regelgeving. Ook volgens Aedes is dat de goede weg. Moet worden gewacht op de herijking, dan blijft het ongelijke speelveld bestaan. Zij wijst erop dat ongeveer 30% van de corporaties nu al een BV heeft. Zij zal de commissie de resultaten overbrengen van de inventarisatie van de consequenties van de MDW-operatie. Zij erkent dat de nieuwe regelgeving voor de corporaties een aantal problemen en nieuwe taken met zich zal brengen. De inzet is natuurlijk niet om de productie en de activiteiten van de corporaties te frustreren. Zij weet niet precies hoeveel fte s corporaties nu al in dienst hebben voor de verplichtingen uit hoofde van het BBSH. Er wordt nu natuurlijk ook al tijd toegerekend aan projecten. Zij is niet zo onder de indruk van nieuwe administratieve lasten die voor de corporaties zouden ontstaan. Naar de mening van de minister stelt dat de corporaties een geconsolideerde jaarrekening voor het CFV moeten gaan opstellen, waarin alle informatie wordt ingebed. De corporaties zullen aangesproken worden voor de activiteiten die bij dochters zijn ondergebracht. Iedereen zal erop uit zijn om de sociale woningsector een goed rendement en goede kwaliteit te laten leveren. Zij is bereid om gedurende de periode die de Raad van State nog nodig heeft om zijn (spoed)advies uit te brengen goed na te gaan of alle elementen goed zijn verwerkt, om te zien of het level playingfield beter en overtuigender kan worden gecreëerd. Zij vindt het principe van de transparante structuur daarin een wezenlijk element. Zij wil de soms bijzonder creatieve vormen van eigenwoningbezit die zijn bedacht bevorderen. Daardoor kan meer doorstroming worden bereikt, hetgeen ook andere doelstellingen helpt verwezenlijken. Zij verwacht dat het nog een maand of drie duurt voor het advies van de Raad van State er is. In de tussentijd zal zij de signalen uit de Kamer en uit de sector overwegen. Op de meer fundamentele wijziging van het BBSH wil de minister later Tweede Kamer, vergaderjaar 2004 2005, 29 800 XI, nr. 74 4

nog op een andere wijze terugkomen. De Kamer houdt een onderzoek. De minister stelt een commissie in om de relatie tussen rijksoverheid en BBSH te bekijken. Zij laat het principe van de transparantie zeker niet los, maar wil goed nagaan of dat geen remmende werking heeft op het level playingfield en op de toepassing van verschillende vormen van koop en huur. Op grond van het BBSH zullen de taken van de BV s of NV s tot de doelstellingen van de corporaties behoren. Nu de Woonwet er niet komt, zal de positie van de huurders, bijvoorbeeld het initiatiefrecht, ergens anders geregeld moeten worden. Het zal goed moeten worden omschreven, zodat geen onrealistische verwachtingen worden gewekt. Ook de positie van huurders in projecten moet worden erkend. Zij wil met de organisaties van huurders en verhuurders het onderwerp bewonersparticipatie uitwerken. Zij hoopt in de loop van 2005 met resultaten te kunnen komen. De beloningsverhoudingen binnen corporaties zijn terug te vinden in het jaarverslag. In de eigen code van de corporaties is de openbaarmaking van de jaarsalarissen van de besturen opgenomen. De praktijk van de non-profitorganisaties wordt gevolgd. Inmiddels is er de rapportage- Dijkstal. Er komt aparte wetgeving op dit terrein. Een verhuiskostenvergoeding in natura zal vooral aan de orde zijn voor herstructureringswijken. Als de huurder geen vergoeding in natura wenst, houdt het gewoon op en wordt er 5000 uitbetaald. Zij heeft de mogelijkheid vermeld omdat die in de praktijk voorkomt. Aan het minimum van 5000 wordt vastgehouden. De minister wil geen bedrag noemen voor de verhuiskostenvergoeding voor onzelfstandige huurders. Nadere gedachtewisseling De heer Depla stelt voor de vermelding dat de verhuiskostenvergoeding ook in natura kan worden uitgekeerd te schrappen, want hij ziet de meerwaarde ervan niet. Hij zou het een blamage vinden als de Raad van State dezelfde praktische problemen in het advies zou noemen als de Kamer. Het ministerie moet het beleid maken. Hij verwacht dat de onderzoeksresultaten die hem zijn toegezegd er binnen twee weken liggen. Het lijkt hem dat de wijziging van de AMvB het best kan plaatsvinden door middel van één fundamentele herziening. Hij waarschuwt tegen het maken van overbodige regels bij het scheppen van transparantie. De heer Depla vreest dat bij invoering van de vennootschapsbelastingplicht heel veel geld uit de sector naar de schatkist gaat, zonder dat er een fatsoenlijke afspraak wordt gemaakt over ISV, huursubsidie enz. Invoering van de verplichting op korte termijn lijkt hem zeer onverstandig. Mevrouw Van Gent is het met de minister eens dat het principe van de transparante structuur wezenlijk is en geen belemmeringen voor de activiteiten van de corporaties mag opleveren. Zij is blij dat de Kamer in de loop van 2005, en wellicht nog iets eerder, wordt geïnformeerd over de mogelijkheden om het initiatiefrecht van huurders en eigenaren te regelen. In 2001 heeft zij al gezegd dat indien 70% van de leden van een vereniging van eigenaren veranderingen in een complex wenst, die veranderingen ook moeten plaatsvinden. Dat zou ook kunnen voor complexen van huurwoningen. De vermelding dat een verhuiskostenvergoeding ook in natura kan worden gegeven kan wat mevrouw Van Gent betreft achterwege worden gelaten. De betrokkene moet zelf kunnen kiezen. De mogelijkheid dat hij in een vervelende onderhandelingspositie komt moet worden uitgesloten. Tweede Kamer, vergaderjaar 2004 2005, 29 800 XI, nr. 74 5

Mevrouw Veenendaal concludeert dat 70% van de corporaties nog geen eigen BV of NV heeft. Vermoedelijk nemen zij nu al een fiscalist in de arm, hetgeen veel kost. Zij vindt dat de regelgeving niet gecompliceerder moet worden gemaakt. De heer Van Bochove beaamt dat in een samenhangend, nieuw BBSH een transparante structuur voor de corporaties geregeld moet worden. Sinds de Kamer besluiten over het BBSH heeft genomen en opdrachten heeft meegegeven zijn de panelen verschoven. Kennelijk ervaren niet alle partijen dat er overleg over de consequenties is geweest. Hij is benieuwd naar de gegevens daarover die de minister heeft toegezegd. Voor zover hij kan overzien is er in het veld nog lang geen overeenstemming. Hij suggereert om in het nieuwe BBSH in één keer te regelen dat allerlei nieuwe vormen van woningbezit kunnen blijven bestaan. De heer Van Bochove komt tot de conclusie dat het verstandig is, medio volgend jaar met een nieuw BBSH te komen, waarin inhoud wordt gegeven aan de opdrachten van de Kamer in eerste en tweede instantie. De maatregelen die de minister nu voorstelt kunnen in het nieuwe BBSH worden geïntegreerd. De heer Van Bochove wenst een eenduidige formulering over de verhuiskostenvergoeding, om lastige discussies in de praktijk te voorkomen. De minister herhaalt dat zij de periode waarin de AMvB om advies bij de Raad van State ligt de tijd neemt om te onderzoeken wat in haar plannen strijdig kan zijn en of het level playingfield goed kan worden georganiseerd. Bij dit onderzoek zal zij ook de vraag betrekken of de corporaties zelf de juridische status van hun organisatie van de realisering van sociale koopwoningen kunnen kiezen. Aan de hand van de resultaten en van het advies van de Raad van State zal zij beoordelen of het verstandig is de plannen door te zetten. Zij stelt de Kamer zo snel mogelijk op de hoogte, zodat de Kamer dan haar visie kan geven. Zij zal de Kamer ook de uitkomst van gesprekken met Financiën en Economische Zaken toezenden. Het initiatiefrecht moet uiterst zorgvuldig worden bezien. Stel dat huurders investeringen eerder willen doen dan in het uitvoeringsplan van een corporatie is voorzien, dan dient dat met goede waarborgen omgeven te worden, want niet de huurders maar de verhuurders dragen het risico. De vermelding over het uitkeren van de verhuiskostenvergoeding in natura leidt kennelijk tot vele misverstanden. De minister laat die vermelding vervallen. Zij gaat ervan uit dat de corporaties de vergoeding zonder meer toekennen. De nieuwe regeling komt begin 2005. Zij zal de corporaties per brief oproepen de regeling zo snel mogelijk te gaan uitvoeren. Zij is ervan overtuigd dat de koepelorganisatie deze oproep zal ondersteunen. De minister streeft naar zo min mogelijk administratieve lasten. In een transparante structuur met verschillende juridische entiteiten is een goede inrichting van de administratie noodzakelijk, want de corporaties zijn ondernemers met een maatschappelijk gebonden vermogen. De redenen waarom de corporaties deels vennootschapsbelastingplichtig worden zijn niet eenvoudig aan te geven. De minister zal dit schriftelijk doen. De voorzitter vat de toezeggingen van de minister samen: Nieuwe gegevens en argumenten die voortkomen uit de discussie met het veld worden meegewogen ten behoeve van de wijziging van het BBSH. Na het advies van de Raad van State zal de minister een afweging maken, waarna zij aan de Kamer kenbaar maakt of de wijziging van de BBSH wordt meegenomen in de integrale herziening van het BBSH. Tweede Kamer, vergaderjaar 2004 2005, 29 800 XI, nr. 74 6

De Kamer wordt schriftelijk geïnformeerd over de argumenten waarom corporaties niet integraal onder de Vennootschapsbelasting zijn gebracht, en waarom is gekozen voor een verplichting voor de dochterondernemingen om een BV of NV te zijn. De mogelijkheid om verhuiskosten in natura te vergoeden wordt geschrapt. In de loop van 2005 wordt de Kamer geïnformeerd over het initiatiefrecht voor huurders en over bewonersparticipatie. De Kamer wordt op de hoogte gesteld van het onderzoek naar de consequenties in de praktijk van het maken van onderscheid in de activiteiten van de corporaties. De minister zal een brief zenden aan de corporaties om deze op te roepen de verhuiskostenvergoeding reeds te verstrekken conform de voorgenomen regeling. De voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Buijs De griffier van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Van der Leeden Tweede Kamer, vergaderjaar 2004 2005, 29 800 XI, nr. 74 7