Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Rijksstraatweg 222 in Teuge

Vergelijkbare documenten
Omgevingsvergunning (activiteit milieu) Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Blikkenweg 9 in Twello

Omgevingsvergunning (activiteit Bouwen en RO (afwijken van de bestemming)) Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Ontwerpomgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo

Wateradvies voor ruimtelijke plannen met een klein waterbelang (korte procedure)

Ontwerpomgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Meermuidenseweg 7 in Twello.

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Voorsterklei (kad. Voorst L 30) in Voorst

Burgemeester en wethouders van Voorst maken het volgende bekend: Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Omgevingsvergunning Rijksstraatweg 222, Teuge Planfase vastgesteld

Ontwerpomgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Haanstraat 6 in Voorst

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Enkweg (kad. Voorst K 337) in Voorst

Ontwerpomgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Datum 2 november Bijlage. Inlichtingen Mevr. M. Hulzink (0571) Uw kenmerk. Onderwerp omgevingsvergunning

H. Schoneveld, Meermuidenseweg 7, 7391 TD Twello.

Ontwerpomgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wabo Rijksstraatweg 222 in Teuge

Afsprakennotitie voor ruimtelijke plannen met mogelijk een groot waterbelang (normale procedure)

Burgemeester en wethouders van Voorst maken het volgende bekend: Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Oude Broekstraat 12A in Klarenbeek

Burgemeester en wethouders van Voorst maken het volgende bekend:

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wabo

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello

Burgemeester en wethouders van Voorst maken het volgende bekend: Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Burgemeester en wethouders van Voorst maken het volgende bekend: Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo

Hertenkamp, Klarenbeek

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Molenweg in Klarenbeek

Burgemeester en wethouders van Voorst maken het volgende bekend: Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Haverkampsweg 6 in Terwolde

Kranenstraat 18, Wilp

1.2 Kennisgeving activiteit 1 Milieu

Burgemeester van der Feltzweg 88, T wello. Deze standaard is gebaseerd op de SVBP 2012 (18 april 2012)

"Omgevingsvergunning 2013, herbouw woning met bijgebouw Dorpstraat 3"

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

Wijzigingsplan Broekstraat 18, Klarenbeek

Leemsteeg 24, Wilp. Deze standaard is gebaseerd op de SVBP 2012 (18 april 2012)

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de hieronder genoemde stukken deel uitmaken van de vergunning:

Maatschap Gooiker W.G.J. en Balster B.F.M., Holtweg 4, 7384 AG Wilp.

Burgemeester en wethouders van Voorst maken het volgende bekend: BESCHIKKING MAATWERKVOORSCHRIFTEN ACTIVITEITENBESLUIT MILIEUBEHEER

Duinkampen 23 te Paterswolde

Omgevingsvergunning Oude Broekstraat 12a, Klarenbeek Planfase vastgesteld

Ontwerpomgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Zonnenbergstraat

In werking treden vergunning en onherroepelijkheid De vergunning treedt in werking een dag na afloop van de beroepstermijn. Deze vergunning ligt

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

Ontwerpomgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds mei 2013 Projectomgevingsvergunning

E.H. Roosnek, Broekstraat 16, 7382 AB Klarenbeek.

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure WBD

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014

OMGEVINGSVERGUNNING (Nummer: W12/003578

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Zonnenbergstraat 18B in Wilp

* *

Wijzigingsplan Zutphenseweg 41, Klarenbeek Planfase vastgesteld

Omgevingsvergunning. (uitgebreide procedure)

Omgevingsvergunning. De overwegingen om te komen tot dit besluit staan in de bijlage welke een onderdeel is van dit besluit.

Bouwkosten: vastgestelde bouwkosten (excl. BTW) : ,10

Korte Kruisweg 3, Nijbroek. Deze standaard is gebaseerd op de SVBP 2012 (18 april 2012)

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING met uitgebreide procedure

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

Omgevingsvergunning. De overwegingen om te komen tot dit besluit staan in de bijlage welke een onderdeel is van dit besluit.

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel

Berkelland. gemeente. OMGEVINGSVERGUNNING met uitgebreide procedure -6 JUNI 2019

Bemmel, 15 mei Burgemeester en wethouders van Lingewaard,

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Wijzigingsplan T welloseweg 4, T erwolde

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

* * * *

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling

beschikking omgevingsvergunning Registratienummer:

Uw kenmerk Uw brief van Ons kenmerk Datum V2014/ november 2015

* *

Wijzigingsplan Quabbenburgerweg 7, Terwolde Planfase vastgesteld

OMGEVINGSVERGUNNING (definitief besluit) Nummer: W12/003358

Ontwerp Omgevingsvergunning

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

Onderwerp Datum

omgevingsvergunning (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)

Hoevenallee 2, T erwolde. Deze standaard is gebaseerd op de SVBP 2012 (18 april 2012)

O Pagina 1 van 5

Omgevingsvergunning UV/

31 mei 2012 B. Bartelds (0595) juli 2011 Project-

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld

OMGEVINGSVERGUNNING Nummer: W14/008143

VOF Straatman-Klunder, Tienmorgen 3, 7384 DD Wilp.

Omgevingsvergunning UV/

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10

Burgemeester en wethouders van Voorst maken het volgende bekend:

het herinrichten van de tennisbaan op de locatie Schakerpad 8 in Twello. De aanvraag is bij ons geregistreerd onder nummer Z-HZ_WABO

Overige bijgevoegde documenten Onlosmakelijk onderdeel van deze vergunning zijn de bijgevoegde en als zodanig gewaarmerkte stukken.

Ruimtelijke Onderbouwing voor de herbouw van een schuur ten behoeve van bouwbedrijf Been, Kommisjewei 28 te Opeinde. Bestaande situatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Bandijk 20 t/m 20c, T erwolde. Deze standaard is gebaseerd op de SVBP 2012 (18 april 2012)

OMGEVINGSVERGUNNING (Nummer: W14/008605)

Transcriptie:

Kennisgeving Burgemeester en wethouders van Voorst maken het volgende bekend: Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Rijksstraatweg 222 in Teuge Met ingang van 17 augustus 2017 ligt met de bijbehorende stukken voor een periode van zes weken voor iedereen ter inzage de omgevingsvergunning voor Rijksstraatweg 222 in Teuge (SXO-2017-0294_ NL.IMRO.0285.20239-VS00). De omgevingsvergunning, het besluit en de bijbehorende stukken, waaronder de ruimtelijke onderbouwing, kunt u op werkdagen van 8.30 uur tot 12.15 uur inzien bij de balie VROM in het gemeentehuis van Voorst, H.W. Iordensweg 17 in Twello. Ook bestaat de mogelijkheid om op andere tijden de stukken in te zien. Hiervoor kunt u een afspraak maken met de behandelend ambtenaar, mevrouw M. Hulzink. Haar telefoonnummer is 0571-27 98 45. De omgevingsvergunning, het besluit en de bijbehorende stukken zijn ook digitaal beschikbaar gesteld. Op de website www.voorst.nl onder Wonen, Ruimtelijke Ontwikkeling, Bouwen en Wonen, Ruimtelijk plan raadplegen, Ruimtelijke plannen: ter inzage kunt u de stukken bekijken. Tevens kunnen de plannen op de website www.ruimtelijkeplannen.nl geraadpleegd worden. De omgevingsvergunning is aangevraagd voor het bouwen van een kapschuur aan de Rijksstraatweg 222 in Teuge. Burgemeester en wethouders verlenen op grond van artikel 2.1 en artikel 2.12 lid 1 onder a onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) de vergunning. Op grond van artikel 3:18, lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht delen wij u mee dat omtrent het ontwerpbesluit geen zienswijzen naar voren zijn gebracht. Beroep Belanghebbenden die een zienswijze naar voren hebben gebracht of belanghebbenden die aantonen dat zij redelijkerwijs niet in staat zijn geweest om naar aanleiding van het ontwerpbesluit tijdig een zienswijze naar voren te brengen, kunnen beroep instellen. Beroep kan worden ingesteld met ingang van de dag na de dag waarop de terinzagelegging is aangevangen, bij de Rechtbank Gelderland, afdeling Bestuursrecht, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem. Degene die beroep instelt kan, als onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist een verzoek om een voorlopige voorziening indienen bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland. Twello,16 augustus 2017 J.T.H.M. Penninx, burgemeester E.J.M. van Leeuwen, secretaris SXO-2017-0294 1 van 1

BESCHIKKING OMGEVINGSVERGUNNING VERLENEN Aanvrager: Betreft: het bouwen van een kapschuur op de locatie Rijksstraatweg 222 in Teuge. De aanvraag is bij ons geregistreerd onder nummer SXO-2017-0294. Indieningsdatum: 28 maart 2017. Kadastrale aanduiding: Gemeente Twello, sectie D, nummer 1194. Besluit Burgemeester en wethouders besluiten, gelet op artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de omgevingsvergunning te verlenen. Burgemeester en wethouders van de gemeente Voorst verlenen op 7 augustus 2017 de omgevingsvergunning onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken deel uitmaken van de vergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend voor de volgende activiteiten: 1. Het bouwen van een bouwwerk 2. Handelen in strijd met regels RO Procedure Wij hebben dit besluit voorbereid volgens de procedure van paragraaf 3.3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De aanvraag is door ons beoordeeld voor de activiteit bouwen aan artikel 2.10 en voor de activiteit handelen in strijd met regels RO aan artikel 2.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Daarnaast hebben we de aanvraag getoetst aan het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriële regeling omgevingsrecht. Bijgevoegde documenten De volgende documenten maken deel uit van de beschikking en zijn bijgevoegd: 20170807_BESLUIT aanvraagformulier.pdf 20170807_BESLUIT aanvulling bouwaanvraag blad 1 en 2.pdf 20170807_BESLUIT ontwerpboekje.pdf 20170807_BESLUIT ruimtelijke onderbouwing Rijksstraatweg 222, Teuge.pdf 20170807_BESLUIT statische berekening.pdf 20170807_BESLUIT tekening kap.pdf Beroep Artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht biedt belanghebbenden die een zienswijze naar voren hebben gebracht of belanghebbenden die aantonen dat zij redelijkerwijs niet in staat zijn geweest om naar aanleiding van het ontwerpbesluit tijdig een zienswijze naar voren te brengen, de mogelijkheid beroep tegen dit besluit in te stellen. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit ter inzage is gelegd. Het beroepschrift dient gericht te worden aan de Rechtbank Gelderland, Afdeling Bestuursrecht, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem. Het beroepschrift schorst niet de werking van het besluit waartegen het is gericht. Met het oog op schorsing kan de indiener van een beroepschrift de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland eveneens vragen een voorlopige voorziening te treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Deze mogelijkheid is opgenomen in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht. SXO-2017-0294 Pagina 3 van 8

Uitstel gebruikmaken van vergunning U kunt nog niet direct gebruik maken van de vergunning. Deze treedt pas in werking nadat de beroepstermijn, die zes weken duurt, verstreken is of wanneer de bestuursrechter beslist op een binnen de beroepstermijn ingediend verzoek om een voorlopige voorziening. Vóór die tijd kunt u dus nog geen gebruik maken van de vergunning. Twello, 7 augustus 2017 burgemeester en wethouders E.J.M. van Leeuwen secretaris drs. J.T.H.M. Penninx burgemeester SXO-2017-0294 Pagina 4 van 8

OVERWEGINGEN Overwegingen bouwen 1. Het bouwplan is niet in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan Buitengebied. Wij hebben besloten hieraan medewerking te verlenen met toepassing van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3 van de Wabo voor het realiseren van een kapschuur op de bestemming agrarisch. 2. Naar oordeel van ons college voldoet het bouwplan aan redelijke eisen van welstand. Dit wordt mede ondersteund door het advies van het Gelders Genootschap. 3. Het bouwplan voldoet aan de bepalingen in de Bouwverordening en het Bouwbesluit. 4. Op de aanvraag zijn geen reacties van belanghebbenden binnengekomen. Overwegingen afwijken bestemmingsplan 1. Het bouwplan is niet in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan Buitengebied. Wij hebben besloten hieraan medewerking te verlenen met toepassing van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3 van de Wabo voor het realiseren van een kapschuur op de agrarische bestemming. 2. Vanaf 15 juni 2017 heeft het besluit gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Iedereen had in deze periode de mogelijkheid om zienswijzen in te dienen. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt. 3. Op 25 april 2017 is het bouwplan stedenbouwkundig beoordeeld en positief bevonden. 4. Voor het bouwplan is een ruimtelijke onderbouwing geschreven waarin het plan stedenbouwkundigbeoordeeld en positief bevonden is. 5. Na belangenafweging is gebleken dat het belang van de aanvrager van doorslaggevende betekenis is, dit blijkt uit het volgende: de belangen van derden worden in redelijkheid niet onevenredig geschaad. de ontheffing heeft in redelijkheid geen nadelige invloed op het woongenot van derden. de ontheffing heeft in redelijkheid geen nadelige invloed op de verkeersveiligheid. de ontheffing dient het belang van de aanvrager om het woongenot te vergroten. SXO-2017-0294 Pagina 5 van 8

VOORSCHRIFTEN 1. De werkzaamheden uit te voeren volgens de bijgevoegde gewaarmerkte tekeningen en bijlagen. 2. Voorafgaand aan de volgende werkzaamheden contact opnemen met de vakgroep Vergunningen en Handhaving: bij aanvang van de bouw/verbouwing; twee dagen voor aanvang van het ontgraven; één dag voor het inbrengen van de funderingspalen/grondverbetering; één dag voor aanvang van het storten van beton (zie ook de bijlage met randvoorwaarden); bij voltooiing van de bouw/verbouwing. U kunt hiervoor telefonisch contact opnemen met de heer A.M. Pulles, 06 21 81 07 09 of een email sturen naar bouwtoezicht@voorst.nl. Vermeld u hierbij het registratienummer. 3. De detailberekeningen en tekeningen ten behoeve van de uitvoering uiterlijk drie weken voor aanvang van de betreffende werkzaamheden aanleveren. Deze tekening dienen voorzien te zijn van een goedkeuringsstempel van de hoofdconstructeur. Tot deze detailberekeningen en tekeningen worden onder meer gerekend: - wapeningsberekeningen en tekeningen van in het werk gestorte en geprefabriceerde betonconstructies; - detailberekeningen en tekeningen van niet tot de hoofdlijn van de constructie behorende delen van beton-, staal- en houtconstructies; - detailberekeningen en tekeningen van verbindingen en verankering van beton-, staal- en houtconstructies; - detailberekeningen en tekeningen van constructief metselwerk. U kunt hiervoor de gegevens mailen naar omgevingsvergunning@voorst.nl. Vermeldt u hierbij het registratienummer. 4. In geval van gewijzigd uitvoeren van de bouwconstructie, drie weken voor aanvang van de werkzaamheden alsnog de berekeningen en tekeningen indienen van de belastingen en belastingcombinaties en de uiterste grenstoestand van de bouwconstructie (in tweevoud). 5. Pas starten met de werkzaamheden nadat de bovenstaande gegevens door ons zijn goedgekeurd. 6. De bestaande kapschuur dient binnen 12 weken nadat de nieuwe schuur door ons gereed is gemeld, gesloopt en verwijderd te zijn. 7. Het uitzetten van de kapschuur laten uitvoeren door de gemeente. Hiervoor dient u contact op te nemen met de heer T. Romeijn van de vakgroep Vastgoedinformatie. Hij is telefonisch bereikbaar onder nummer (0571) 27 93 65. 8. Twee dagen voor het aansluiten van de riolering op het rioolstelsel contact opnemen met de heer P. van Dijk van de vakgroep Groen en Infrastructuur. Hij is bereikbaar onder telefoonnummer (0571) 27 98 42 of per email p.vandijk@voorst.nl. 9. De onderhoudssituatie van het openbaar terrein ter plaatse van de bouw voor aanvang van de werkzaamheden laten opnemen. Hiervoor tijdig contact opnemen met de heer R. van Lent van de vakgroep Buitendienst Openbaar grondgebied. Hij is telefonisch bereikbaar onder nummer (0571) 27 98 51. Bij oplevering van de bouw het openbaar terrein weer op laten nemen. Dan geconstateerde gebreken ten opzichte van de opname voor de bouw worden op kosten van de aanvrager verholpen. Gevaarlijke situaties tijdens de bouw moeten op aanzegging van de gemeente direct opgelost worden. Als de onderhoudssituatie voor de bouw niet wordt opgenomen gaan wij ervan uit dat deze optimaal was. 10. Bouwmaterialen en/of een bouwkeet op eigen terrein plaatsen. Is hier geen mogelijkheid voor en is gebruik van openbaar terrein noodzakelijk dan is hiervoor een vergunning vereist. Deze kunt u aanvragen bij afdeling Openbaar Grondgebied en Veiligheid. 11. De toegankelijkheid van het openbaar terrein tijdens de bouw waarborgen. 12. De sloopwerkzaamheden uitvoert volgens de bijgevoegde sloopvoorwaarden (bijvoegen! documentnaam: standaard sloopvoorwaarden). 13. Bronbemaling meldt bij de provincie Gelderland. U kunt hiervoor een formulier downloaden op www.gelderland.nl. Voor nadere informatie kunt u terecht op telefoonnummer (026) 359 88 25. 14. Een klic-melding wordt aangevraagd als u de grond mechanisch gaat roeren. Als u met een spade/schop de grond gaat roeren is dit niet mechanisch en hoeft u dus geen klic-melding aan te vragen. SXO-2017-0294 Pagina 6 van 8

15. Men dient bij bodemverstorende activiteiten alert te zijn op de aanwezigheid van archeologische waarden (vondstmateriaal en grondsporen). Bij het aantreffen van deze waarden moeten de werkzaamheden onmiddellijk worden gestaakt. De vondst moet direct worden gemeld aan de heer Van Oorschot of mevrouw Schneiders van de vakgroep Cultuurhistorie, Archeologie en Monumenten. SXO-2017-0294 Pagina 7 van 8

RANDVOORWAARDEN Fundatie U dient de fundatie op deugdelijke wijze uit te voeren. Dat houdt onder andere in dat er een bekisting gesteld wordt en de wapening op juiste wijze met afstandhouders aangebracht wordt. Een ondeugdelijke uitvoering kan niet worden geaccepteerd. Situatie en gebruik openbaar terrein: De onderhoudssituatie van het openbaar terrein ter plaatse van de bouw moet voor aanvang van de werkzaamheden opgenomen worden. Bij oplevering van de bouw moet het openbaar terrein weer opgenomen worden. De dan geconstateerde gebreken ten opzichte van de opname voor de bouw worden op kosten van de aanvrager van de bouw verholpen. Gevaarlijke situaties tijdens de bouw moeten op aanzegging van de gemeente direct opgelost worden. Als de onderhoudssituatie voor de bouw niet wordt opgenomen wordt er van uitgegaan dat deze optimaal was. Opslag van materiaal en/of materieel dient op eigen terrein te gebeuren. Is hier geen mogelijkheid voor en is gebruik van openbaar terrein noodzakelijk dan is hier vergunning voor nodig van de Gemeente Voorst. Dit geldt ook voor bouwkranen, keten, containers etc. die vanaf openbaar terrein werken. Voor deze vergunning worden kosten in rekening gebracht. De toegankelijkheid van het openbaar terrein moet tijdens de bouw gewaarborgd blijven. Voor de opname van de onderhoudssituatie van het openbaar terrein en toestemming voor gebruik van openbaar terrein ten behoeve van opslag van materiaal en/of materieel dient u voor aanvang van de bouw een afspraak te maken met de heer W. Koop, senior beheer, telefoon (0571) 27 98 52 of de heer J.W. Spijkerboer, telefoon (0571) 27 93 29. Waterwet Hoewel u een omgevingsvergunning hebt ontvangen voor uw werkzaamheden, kan het bepalend zijn om uw werkzaamheden uit te kunnen voeren, dat u in het bezit moet zijn van een watervergunning. Dit gaat dan met name om bouwlocaties bij waterkeringen en bij wateren. Een watervergunning wordt afgegeven door Waterschap Vallei en Veluwe. Voor nadere informatie over een watervergunning kunt u contact opnemen met Waterschap Vallei en Veluwe, tel. 055-527 2911, vraagt u dan naar een van de vergunningverleners. Ook kunt u nadere informatie krijgen op de website van het waterschap (www.vallei-veluwe.nl) of via het Omgevingsloket online (www.omgevingsloket.nl). Riolering: Hemelwater en riolering Voor nieuwbouw geldt een lozingsverbod van hemelwater op de druk- en vrijvervalriolering. Als uw perceel aangesloten is op de drukriolering van de Gemeente Voorst dan mag u op dit systeem geen hemelwater aansluiten. Het hemelwater dient op eigen terrein geïnfiltreerd te worden of op een sloot af te wateren. Bent u aangesloten op de gemengde vrijvervalriolering dan moet u bij nieuwbouw en grootschalige verbouw (aanbouw, dakvernieuwing e.d.) uw regenwater op eigen terrein laten infiltreren. U mag, achter een infiltratievoorziening, die minimaal 36 mm/m2 aangesloten verharding kan bergen, een overloop maken die u op de erfgrens koppelt op de riolering van de gemeente. Indien op gemeentegrond een gescheiden rioolsysteem aanwezig is dient u de overloop op het regenwaterriool aan te sluiten of bovengronds naar een greppel of wadi te leiden. Wij verzoeken u hierover contact op te nemen met de heer P. van Dijk (0571) 27 98 42 Voor informatie over verwerking van hemelwater kunt u de folder Hemelwater niet meer het riool in ophalen bij de balie van de vakgroepen V&H en G&I. U kunt de folder ook downloaden van de website www.voorst.nl. Vuilwater bestaande & nieuwe aansluiting Het vuilwater dient aangesloten te worden op de bestaande rioolaansluiting voor het vuilwater. Voor een woning waar een nieuwe aansluiting op de riolering gemaakt moet worden, dient u hiervoor tijdig een schriftelijke aanvraag in te dienen i.v.m. de planning bij de vakgroep G&I. Het aanvraagformulier rioolaansluiting / vuilwater kunt u downloaden van de gemeentesite www.voorst.nl via de link producten en diensten en overzicht of aanvragen bij onderstaand contactpersoon. Aan een rioolaansluiting kunnen kosten verbonden zijn. Voor verdere vragen en informatie over de riolering kunt u contact opnemen met de heer. P. van Dijk, medewerker beheer, telefoon (0571) 27 98 42. NB: Als de voorwaarden niet worden nageleefd worden eventueel daaruit voortvloeiende kosten bij de vergunninghouder in rekening gebracht. SXO-2017-0294 Pagina 8 van 8

Behoort bij besluit van Burgemeester en Wethouders van de gemeente VOORST d.d. 7 augustus 2017 Nr. SXO-2017-0294 Mij bekend, De Secretaris Omgevingsvergunning Rijksstraatweg 222, Teuge Planfase vastgesteld

Rijksstraatweg 222, T euge

Inhoudsopgave Ruimtelijke onderbouwing 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Het plangebied 3 1.3 Doel 4 Hoofdstuk 2 Planomschrijving 5 2.1 Bestaande situatie 5 2.2 Toekomstige situatie 5 2.3 Ruimtelijke afweging 7 Hoofdstuk 3 Beleidskader 8 3.1 Inleiding 8 3.2 Rijksbeleid 8 3.3 Provinciaal beleid 9 3.4 Regionaal beleid 10 3.5 Gemeentelijk beleid 10 Hoofdstuk 4 Randvoorwaarden en onderzoek 11 4.1 Inleiding 11 4.2 Milieu-aspecten 11 4.3 Ecologie 13 4.4 Archeologie 14 4.5 Waterparagraaf 14 4.6 Economische uitvoerbaarheid 15 Hoofdstuk 5 Maatschappelijke haalbaarheid 16 Bijlage 17 Bijlage 1 Watertoets 18 2

Ruimtelijke onderbouwing Behorende bij de omgevingsvergunning SXO-2017-0294. Hoofdstuk 1 Inleiding Aanleiding De eigenaar van het perceel Rijksstraatweg 222 in Teuge heeft bij de gemeente Voorst een verzoek ingediend om een schuur buiten het bouwvlak en de bestemming Wonen te realiseren. Het huidige bouwvlak is voornamelijk aan de voorzijde van de woning gesitueerd, op deze plek is nieuwe bebouwing onwenselijk. Het is de intentie om het verplaatsen van het bouwvlak richting de achterzijde van de woning planologisch mogelijk te maken in de tweede herziening van het bestemmingsplan Buitengebied. Om deze procedure niet af te wachten, kan vooruitlopend op het nieuwe bestemmingsplan, een aparte procedure worden doorlopen. Deze procedure, een zogenaamde grote buitenplanse afwijking van het bestemmingsplan, valt onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wabo, artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3. Het afwijken is slechts mogelijk als de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Het plangebied De situering van het plangebied is opgenomen in Afbeelding 1. Het perceel ligt in het buitengebied ten westen van de kern Teuge en ten oosten van Apeldoorn. Een luchtfoto van het perceel is weergegeven in Afbeelding 2. De gronden zijn kadastraal bekend als gemeente Voorst, sectie D, nummers 1191, 1192, 1193 en 1194. Afbeelding 1 - Ligging plangebied 3

Afbeelding 2 - Overzicht van de gronden Doel Het doel van deze ruimtelijke procedure is het planologisch mogelijk maken van een schuur buiten het bouwvlak op het perceel Rijksstraatweg 222 in Teuge. Het vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied laat dit niet toe. Om dit mogelijk te maken wordt toepassing gegeven aan een zogenaamde grote buitenplanse afwijking Wabo. Voorliggend stuk vormt de ruimtelijke onderbouwing voor de omgevingsvergunning. 4

Hoofdstuk 2 Planomschrijving In dit hoofdstuk wordt eerst de bestaande situatie beknopt weergegeven. Vervolgens zal de toekomstige situatie worden weergegeven. Ten slotte zal er een ruimtelijke afweging plaatsvinden. Bestaande situatie Op het perceel zijn, naast de woning, een tweetal bijgebouwen aanwezig. Aan de westzijde staat een schuur van ongeveer 40 m 2, aan de noordzijde een schuur van ongeveer 45 m 2. Het perceel aan de Rijksstraatweg 222 in Teuge is in het bestemmingsplan Buitengebied bestemd voor Wonen. Afbeelding 3 - Uitsnede bestemmingsplan Buitengebied Bij de bestemming Wonen geldt voor bijgebouwen een maximale goothoogte van 3 meter en een bouwhoogte bedraagt maximaal 6 meter. Daarnaast geldt voor bijgebouwen de maximale oppervlaktemaat van 100 m 2. Het bouwvlak voor wonen is georiënteerd op de voorzijde van de woning Op basis van het huidige bestemmingsplan valt de beoogde bouwlocatie van de schuur buiten het bouwvlak. Daarnaast is het perceel voor een groot deel bestemd voor Agrarisch met de dubbelbestemming Waarde - Landschap. Het woonerf bestaat uit een woonhuis, een schuur aan de noordzijde en een schuur met overkapping aan de westzijde. De toegangsrit van het erf bevindt zich aan de zuidzijde van het perceel aan de Rijksstraatweg. Aan deze provinciale weg N344 geldt bij de locatie een maximale snelheid van 50 km per uur. Bij dit gedeelte van de Rijksstraatweg komt veel lintbebouwing voor. De directe omgeving van het plangebied wordt voornamelijk gekenmerkt door percelen bestemd voor woondoeleinden. Daarnaast worden er in de omgeving bedrijfsactiviteiten ontplooid. Zoals autobedrijf Weijers B.V. aan de Teugseweg 8, Haverkamp Auto s met benzineservicestation zonder LPG aan de Woudweg 7, een bedrijfsbestemming met functieaanduiding autosloperij aan de Stationsweg 5 en aan de Rijksstraatweg 216 is Kwekerij Polman gevestigd. Ten noorden van het gebied is het natuurgebied Weteringse Broek gelegen. Toekomstige situatie De inrichting van het perceel blijft in de nieuwe situatie grotendeels hetzelfde. De bestaande schuur aan de noordzijde deze staat ook buiten het bouwvlak voldoet niet langer en wordt gesloopt. Voor de nieuwe locatie van de schuur zijn de uitgangspunten van een agrarisch erf aangehouden. Dat wil zeggen dat het erf een ensemble vormt van gebouwen en beplanting, de elementen van een erf gegroepeerd zijn in en aan een gemeenschappelijke ruimte, het erf één duidelijke hoofdentree heeft en het erf verknoopt is met het landschap. Voor de samenhang op het erf worden gebouwen volgens een bepaalde hiërarchie op het terrein gesitueerd. Er is sprake van één hoofdgebouw meestal de oude boerderij en bijgebouwen. De boerderij is meer gedetailleerd dan de andere gebouwen. De overige gebouwen zijn altijd gedekt van kleur en sober in materiaalgebruik en vorm. Het totaal aan gebouwen op het erf staat nooit ver uit elkaar of verspreid op het erf. Voor onderliggend plan wordt de nieuwe kapschuur ten noordoosten van de woning herontwikkeld. Deze locatie valt buiten het bouwvlak, maar is stedenbouwkundig gezien de beste optie. Daarnaast wordt de 5

omzoming van het perceel hersteld. Dat wil zeggen dat er schietwilgen en zwarte elzen worden aangeplant. Verder worden exoten zoals de laurierkers verwijderd. Dit sluit aan op de gebiedskenmerken van de kampenontginningen. Afbeelding 4 - Inrichting van het perceel (bron: Architectenbureau Van Erken Calandt BNA Er is gekozen voor een karakteristieke veld- of kapschuur. Hierbij is de verhouding tussen de twee dakdelen kloppend, evenals de dakknik en het verschil in goothoogte. De schuur wordt 13,8 meter breed, en 7,45 meter diep. Dit geeft een oppervlakte van 102 m 2. De schuur heeft een bouwhoogte van 5,77 meter. Daarnaast kent de kapschuur twee verschillende goothoogten: 2,99 meter aan de voorzijde, 2,27 meter aan de achterzijde. Qua materiaalgebruik wordt de kapschuur sober uitgevoerd. Als dakbedekking is gekozen voor grijs gesmoorde holle pannen. De wanden van de schuur worden uitgevoerd in zwart potdekselwerk. Afbeelding 5 - Perspectief achtererf (bron: Architectenbureau Van Erken Calandt BNA 6

Ruimtelijke afweging In het bestemmingsplan Buitengebied is het perceel aan de Rijksstraatweg 222 in Teuge bestemd voor Wonen. Het bijbehorende bouwvlak is hierbij gesitueerd aan de voorzijde van de woning. Op deze locatie is de nieuwbouw van bijgebouwen niet wenselijk. Stedenbouwkundig en cultuurhistorisch horen de bijgebouwen bij een voormalig agrarisch erf aan de achterzijde van het hoofdgebouw. Ruimtelijk gezien zijn er dan ook geen belemmeringen om medewerking te verlenen aan het realiseren van de kapschuur buiten het bouwvlak aan de achterzijde van de woning. Het verschuiven van bouwvlak voor wonen richting de achterzijde wordt meegenomen in de tweede herziening van het bestemmingsplan Buitengebied. Vooruitlopend op dit bestemmingsplan, is het niet bezwaarlijk om met een aparte procedure zogenaamde grote buitenplanse afwijking medewerking te verlenen. Hierbij geldt als voorwaarde dat wordt voldaan aan een goede ruimtelijke ordening. Ruimtelijk is beoordeeld dat het plan voldoet. De locatie van de nieuwe kapschuur is vanuit stedenbouwkundig perspectief de beste situering. Met de locatie van de nieuwe schuur blijft de erfopzet compact. Daarnaast zijn ook het sobere materiaalgebruik en opzet van de kapschuur passend in het buitengebied van de gemeente Voorst. Met de sloop van het bestaande bijgebouw aan de noordzijde van de woning, blijft er 60 m 2 aan oppervlakte voor bijgebouwen over. De kapschuur kent een oppervlakte van 102 m 2. Dit past niet binnen het bestemmingsplan Buitengebied. Vanwege de combinatie van enerzijds compenserende landschappelijke maatregelen en anderzijds de perceel oppervlakte circa 9.000 m 2 is een overschrijding verdedigbaar. Dit heeft gevolgen voor het vergunningsvrij bouwen. Wanneer het bouwvlak wordt verplaatst heeft dit positieve gevolgen voor het achtererfgebied. Door deze medewerking blijft hierin geen ruimte over. Gelet op het bovenstaande bestaan er tegen het realiseren van de kapschuur buiten het bouwvlak op voorhand geen ruimtelijke bezwaren. 7

Hoofdstuk 3 Beleidskader Inleiding In dit hoofdstuk wordt beknopt het belangrijkste ruimtelijke beleidskader beschreven op de verschillende overheidsniveaus rijk, provincie, regionaal en gemeente. Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte SVIR vastgesteld. Deze visie geeft een totaalbeeld van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau. In de SVIR is de visie van de rijksoverheid op de nieuwe ruimtelijke en mobiliteitsopgaven voor Nederland richting 2040 aangegeven. Hierin heeft zij gekozen voor thema s zoals concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. De rijksoverheid richt zich op nationale belangen, zoals een goed vestigingsklimaat, een degelijk wegennet en waterveiligheid. Tot 2028 heeft het kabinet in de SVIR drie Rijksdoelen opgesteld: concurrentiekracht vergroten door de ruimtelijk-economische structuur van Nederland te versterken; de bereikbaarheid verbeteren; zorgen voor een leefbare en veilige omgeving met unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden. Eén van de kernmiddelen die wordt ingezet om goed op deze ontwikkelingen en uitdagingen in te spelen is decentralisatie. Voor de ruimtelijke ordening heeft dit geleid tot minder nationale belangen van 39 naar 13 en eenvoudigere regelgeving. Hiermee is duidelijk het roer omgegooid, meer ruimte voor provincies en gemeenten om in te spelen op de eigen situatie. Dit komt voort vanuit de gedachte dat provincies en gemeenten beter weten wat er lokaal speelt en daardoor beter kunnen afwegen wat er in een gebied moet gebeuren. Dit biedt ook meer mogelijkheden voor burgers en bedrijven voor eigen initiatief en ontwikkeling. Beslissingen over ruimtelijke ontwikkelingen wil het kabinet dichter bij burgers en bedrijven brengen en provincies en gemeenten krijgen de ruimte om maatwerk te leveren voor regionale opgaven. Het Rijk richt zich op het versterken van de internationale positie van Nederland en het behartigen van belangen als geheel. Hoofdnetwerken voor personen- en goederenvervoer, energie en natuur, ondergrond en ruimte voor militaire activiteiten, waterveiligheid en milieukwaliteit en de bescherming van ons werelderfgoed zijn daarbij onderwerpen. Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Voor die belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaat boeken. Ladder duurzame verstedelijking In de SVIR wordt de ladder voor duurzame verstedelijking geïntroduceerd. Deze ladder is per 1 oktober 2012 als motiveringseis in het Besluit ruimtelijke ordening artikel 3.1.6, lid 2 opgenomen. Doel van de ladder voor duurzame verstedelijking is een goede ruimtelijke ordening door een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden. Hierbij dient de behoefte aan een stedelijke ontwikkeling te worden aangetoond. De ladder kent drie treden die achter elkaar worden doorlopen. 8

Afbeelding 6 - Schema ladder voor duurzame verstedelijking Gezien de aard en omvang van de ontwikkeling, zijn de SVIR en de ladder voor duurzame verstedelijking op onderliggend plan niet van toepassing. Het Rijk heeft dan ook geen verdere bemoeienis met de planvorming. Nadere toetsing aan de ladder is om deze reden dan ook niet noodzakelijk. Provinciaal beleid Omgevingsvisie en Omgevingsverordening Gelderland De omgevingsvisie Gelderland is een integrale visie, niet alleen op het gebied van de ruimtelijke ordening, maar ook voor waterkwaliteit en veiligheid, bereikbaarheid, economische ontwikkeling, natuur en milieu, inclusief de sociale gevolgen daarvan. De omgevingsvisie is de vervanger van het streekplan en enkele andere structuurvisies. De provincie kiest ervoor om vanuit twee hoofddoelen bij te dragen aan maatschappelijke opgaven: een duurzame economische structuur en het borgen van de kwaliteit en veiligheid van de leefomgeving. De uitwerking van de omgevingsvisie is hierbij opgehangen aan de termen dynamisch, mooi en divers. Gelderland is een dynamische provincie in een prachtige setting, met een grote diversiteit. Dynamisch duidt op economische ontwikkelingsaspecten als innovatie, duurzaamheid en bereikbaarheid. Mooi staat voor onze natuurdoelen en de kwaliteiten die we willen borgen en verder ontwikkelen. Divers gaat over het herkennen van de regionale verschillen in maatschappelijke vraagstukken en het koesteren van de regionale identiteit. De omgevingsverordening Gelderland dient als een juridisch instrument om de doorwerking van het provinciaal beleid af te dwingen en beperkt zich tot die onderdelen van het beleid waarvoor de inzet van algemene regels noodzakelijk is om provinciale belangen veilig te stellen of om uitvoering te geven aan wettelijke verplichtingen. 9

Afbeelding 7 - Uitsnede omgevingsverordening Gelderland Onderliggend plan voorziet in het realiseren van een kapschuur buiten het bouwvlak. Dit gebeurt in de nabijheid van de Groene Ontwikkelingszone GO. De kapschuur ligt buiten de GO, in het Nationaal landschap buiten GNN, GO en NHW. Dit betreft het Nationaal landschap De Veluwe, deelgebied Twello. Plannen voor gronden binnen een nationaal landschap moeten de kernkwaliteiten van dat landschap versterken of in ieder geval niet aantasten. De kernkwaliteiten van het Nationaal landschap De Veluwe, deelgebied Twello zijn: Grofmaziger dan de Oost-Veluwse gradiënt; Amorfe structuur met elementen van rivierenlandschap, dekzandruggen, ruilverkaveling en landgoederen; Waardevolle open essen; Vrij uitzicht vanaf de dijk over het binnendijkse landschap en over de rivier met uiterwaarden. Met onderliggend plan wordt de omzoming van het perceel versterkt. Deze versterking van de randen van het perceel benadrukken de kleinschaligheid die kenmerkend is voor de kampenontginningen. De uitvoering en de instandhouding verplichting van 25 jaar van de landschappelijke verbetering maakt onderdeel uit van een overeenkomst. Het plan heeft hiermee verder geen raakvlakken met de provinciale omgevingsvisie en -verordening. Regionaal beleid Regionale Structuurvisie Stedendriehoek 2030 De gemeenten in de regio Stedendriehoek, met daarin de steden Apeldoorn, Deventer en Zutphen, hebben gezamenlijk een regionale structuurvisie opgesteld. Deze visie vormt de integrale afstemming tussen de ruimtelijke opgaven binnen de regio en is beleidsmatig tevens vertaald in de omgevingsvisie Gelderland. In de Regionale Structuurvisie heeft de regio Stedendriehoek ruimtelijk beleid ontwikkeld voor de lange termijn 2030. De doelstelling luidt hierbij: het behoud en versterking van de samenhang en variatie in woon-, werk- en recreatiegebieden, met het gelijktijdig ontwikkelen van nieuwe kwaliteiten in water, natuur, landschap en landbouw. De regionale structuurvisie is richtinggevend voor de ruimtelijke ontwikkeling Intergemeentelijk Structuurplan. De locatie ligt aan de rand van het natuurgebied de Weteringse Broek. Gezien aard en omvang van het plan biedt de structuurvisie geen beleid dat hierop specifiek van toepassing is. Gemeentelijk beleid Ruimtelijke Toekomstvisie Voorst In de Ruimtelijke Toekomstvisie Voorst is de toekomstvisie geformuleerd voor toekomstig gemeentelijk ruimtelijk beleid. Dit kader geeft de ambities weer ten aanzien van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling en is daarmee een handvat voor onder meer nieuwe bestemmingsplannen. Voor de grotere kernen in de gemeente Voorst zijn afzonderlijke dorpsvisies opgesteld. Het plangebied ligt in het Groene Carré, in dit centraal gelegen deel is de ruimtelijke druk het grootst. In het Groene Carré staat het versterken van de waarde van het landschap centraal. De afwisseling tussen besloten, half-besloten en open ruimten is karakteristiek en biedt ruimte voor een divers scala aan functies, mits passend in het landschap. Binnen het gebied komen dan ook verschillende functies voor, zoals recreatie, wonen en werken. Daarnaast ziet het GLTO mogelijkheden voor de grondgebonden landbouw, met name voor ontwikkeling in de verbrede landbouw. Het plan voldoet aan de uitgangspunten. 10

Hoofdstuk 4 Randvoorwaarden en onderzoek Inleiding Bij ruimtelijke ingrepen dient onderbouwd te worden of het voornemen redelijkerwijs uitvoerbaar is. In dit hoofdstuk wordt per aspect milieu, flora en fauna, archeologie, watertoets en economie aangegeven in hoeverre het plan uitvoerbaar is. Milieu-aspecten 4.2.1 Bodem Als gevolg van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan onderzoek te worden verricht naar de geschiktheid van de gronden voor het beoogde doel. In het geval van een verontreiniging moet de mate van de omvang ervan worden vastgesteld, zodat beoordeeld kan worden of -en zo ja welke- kosten gemoeid zijn met het verwijderen of verminderen van die verontreiniging, zodat voldaan wordt aan de eisen van de milieuwetgeving. De kapschuur wordt gebruikt als opslag en is daarmee geen gevoelige bestemming. Om die reden is een verkennend bodemonderzoek dan ook achterwege gelaten. 4.2.2 Milieuzonering Zowel de ruimtelijke ordening als het milieubeleid stelt zich ten doel een goede kwaliteit van het leefmilieu te handhaven en bevorderen. Dit gebeurt onder andere door milieuzonering. Hieronder wordt verstaan het aanbrengen van voldoende ruimte tussen milieubelastende bedrijven of inrichtingen enerzijds en milieugevoelige functies zoals wonen en recreëren anderzijds. De ruimtelijke scheiding bestaat doorgaans uit het aanhouden van een bepaalde afstand tussen de milieubelastende en milieugevoelige functies. Deze afstand moet groter zijn naarmate de milieubelastende functie het milieu sterker belast. De milieuzonering heeft twee doelen: het voorkomen of zoveel mogelijk beperken van hinder en gevaar bij woningen en andere gevoelige functies; het bieden van voldoende zekerheid aan bedrijven dat zij hun activiteiten duurzaam onder aanvaardbare voorwaarden kunnen uitoefenen. Voor het bepalen van de aan te houden afstanden wordt de VNG-uitgave Bedrijven en Milieuzonering uit 2009 gehanteerd. Deze uitgave bevat richtafstanden voor de ruimtelijk relevante milieuaspecten als geur, stof, geluid en gevaar. Hoe gevoelig een gebied is voor milieubelastende activiteiten is mede afhankelijk van het omgevingstype. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen het type rustige woonwijk en gemengd gebied. Voor onderliggend plan gelden geen milieurichtafstanden. Wel dient te worden beoordeeld of bedrijven in de omgeving van het plangebied eventueel in hun bedrijfsvoering worden belemmerd. Voor de autobedrijven aan de Teugseweg 8 en de Woudweg 7 geldt een grootste milieurichtafstand van 30 meter in verband met geluid voor de Woudweg 7 eveneens voor het geuraspect. Beide bedrijven zijn op een grotere afstand van het plangebied gelegen, namelijk op respectievelijk 205 en 195 meter. Voor de autosloperij aan de Stationsweg 5 geldt een grootste richtafstand van 100 meter in verband met het geluidsaspect. Ten opzichte van de planlocatie bedraagt de afstand 126 meter. Verder is aan de Rijksstraatweg 216 het bedrijf Kwekerij Polman gevestigd. Voor dit type bedrijvigheid geldt een grootste richtafstand van 30 meter in verband met het geluidsaspect. De afstand tot deze locatie bedraagt 128 meter. Geconcludeerd wordt dat het plan voldoet aan de milieuzonering. 11

4.2.3 Geluid Op basis van de Wet geluidhinder Wgh zijn er drie geluidsbronnen waarmee bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening gehouden moet worden: wegverkeers-, railverkeers- en industrielawaai. Artikel 76 Wgh verplicht ertoe om bij de vaststelling van een bestemmingsplan dat betrekking heeft op gronden binnen een geluidzone ter zake van de geluidsbelasting van de gevel van geprojecteerde geluidsgevoelige bestemmingen zoals woningen de grenswaarden uit de Wgh in acht te nemen. Bij het voorbereiden van de vaststelling van zo n bestemmingsplan moet akoestisch onderzoek worden gedaan naar die geluidsbelasting. Met onderliggend plan wordt geen extra geluidgevoelig object in de vorm van een woning toegevoegd. Het betreft enkel het realiseren van een kapschuur buiten het bouwvlak voor wonen. Om deze reden zijn geen extra eisen gesteld aan de geluidwering van de gevels. Bezien vanuit de Wet geluidhinder gelden in dat geval dezelfde waarden en is nadere toetsing aan de wet voor vaststelling van het plan niet nodig. 4.2.4 Luchtkwaliteit De eisen voor de kwaliteit van de buitenlucht zijn sinds november 2007 vastgelegd in de Wet milieubeheer, in titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen ook wel bekend als de Wet luchtkwaliteit. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat de Wet luchtkwaliteit bestaat uit in Europees verband vastgestelde normen voor maximumconcentraties voor een aantal luchtvervuilende stoffen. In Nederland kunnen met name fijnstof PM 10 en stikstofoxiden NO 2 problemen opleveren met betrekking tot overschrijding van de grenswaarden. Fijnstof wordt grotendeels veroorzaakt door grote industriële bronnen en het wegverkeer, NO 2 wordt voornamelijk veroorzaakt door wegverkeer. Indien het uitoefenen van bevoegdheden zoals het vaststellen van bestemmingsplannen of het afwijken van het bestemmingsplan op grond van artikel 2.12 lid 1 sub a onder 1 van de Wabo gevolgen kan hebben voor de luchtkwaliteit, kunnen bestuursorganen die bevoegdheden uitoefenen wanneer aannemelijk is gemaakt dat: het bestemmingsplan c.q. de afwijking niet leidt tot het overschrijden van de in de wet genoemde grenswaarden; de luchtkwaliteit als gevolg van het bestemmingsplan c.q. de afwijking per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft; het bestemmingsplan c.q. de afwijking niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie van een stof waarvoor in de wet grenswaarden zijn opgenomen. Sinds 1 augustus 2009 is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit NSL van kracht. Volgens het NSL draagt een project niet in betekenende mate Nibm bij zo lang de concentratie fijnstof of stikstofdioxide niet meer dan 3% bedraagt. Volgens de regeling Nibm wordt die grens pas overschreden bij bijvoorbeeld woningbouwprojecten van meer dan 1500 woningen of kantoorlocaties met meer dan 100.000 m 2 bruto vloeroppervlak. Voor ontwikkelingen die niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging hoeft niet te worden getoetst aan de grenswaarden. De ontwikkeling kan worden aangemerkt als een ontwikkeling die niet in betekende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit. De locatie ligt dan ook niet binnen een gebied waarin de normen van luchtkwaliteit worden overschreden. Geconcludeerd wordt dat de Wet luchtkwaliteit en het Besluit Nibm geen belemmering vormen voor deze ontwikkeling. 4.2.5 Externe veiligheid Het aspect externe veiligheid betreft het risico op een ongeval waarbij een gevaarlijke stof aanwezig is. Deze gevaarlijke stoffen kennen twee verschillende bronnen. Dit zijn de stationaire chemische fabriek, lpg-tankstation en de mobiele vervoer gevaarlijke stoffen bronnen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen groepsrisico GR en plaatsgebonden risico PR. Het groepsrisico legt een relatie tussen de kans op een ramp en het aantal mogelijke slachtoffers. Het plaatsgebonden risico biedt burgers in hun woonomgeving een minimum beschermingsniveau tegen gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico heeft een oriënterende waarde en voor het plaatsgebonden risico geldt een grenswaarde voor kwetsbare objecten. Van belang is het uitvoeringsprogramma externe veiligheid van de provincie Gelderland. Een belangrijk 12

product dat hieruit voortvloeit is de zogeheten Gelderse risicokaart. Afbeelding 8 - Uitsnede risicokaart Gelderland Uit de risicokaart blijkt dat er voor het perceel aan de Rijksstraatweg 222 in Teuge geen noemenswaardige kans risico s voordoen. De rode kleur in afbeelding 8 duidt op een bescherming bij een kleine kans op een overstromingen. Een kleine kans gaat om een gebeurtenis waarvan het zeer onwaarschijnlijk is dat ze optreden tijdens een mensenleven. Het aspect externe veiligheid levert dan ook geen belemmeringen op. Ecologie Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient natuurwetgeving beschouwd te worden.ruimtelijke projecten kunnen niet zonder meer worden gerealiseerd in of nabij beschermde natuurgebieden. Projecten die in of in de nabijheid van beschermde natuurgebieden worden geprojecteerd, dienen te worden getoetst op de mogelijke negatieve effecten die zij op deze gebieden kunnen hebben en of zij verstoring zullen veroorzaken externe werking. Vanaf 1 januari 2017 vervangt de Wet natuurbescherming een drietal wetten: de Natuurbeschermingswet 1998, de Boswet en de Flora- en faunawet. Het doel van deze wet is de bescherming van de biodiversiteit in Nederland, decentralisatie van verantwoordelijkheden en een vereenvoudiging van regels. De wet gaat in op gebiedsbescherming Natura 2000-gebieden of Nationaal Natuurnetwerk en op soortbescherming. De Wet natuurbescherming heeft de verbodsbepaling uit de Flora- en faunawet overgenomen dat activiteiten die schadelijk zijn voor beschermde dier- en plantsoorten, verboden zijn. De verboden activiteiten zijn het op enige wijze verwijderen van beschermde inheemse planten van hun groeiplaats, een beschermde inheemse diersoort opzettelijk te verontrusten en/of nesten, holen of andere vaste rusten verblijfplaatsen van deze dieren te verstoren. De locatie ligt niet in een beschermd natuurgebied. Daarbij is binnen de planlocatie de aanwezigheid van bijzondere soorten niet bekend. Gezien de aard en omvang van onderliggend plan, is nader ecologisch onderzoek achterwege gebleven. Te allen tijde dient de algemene zorgplicht in acht te worden genomen voor alle soorten planten en dieren die tijdens werkzaamheden onverwacht worden aangetroffen, ongeacht of deze soorten beschermd zijn. 13

Archeologie De bescherming van de aanwezige en de te verwachten archeologische waarden door bodemverstorende activiteiten was in de Monumentenwet 1988 geregeld. Echter is deze wet per 1 juli 2016 vervallen. Het deel dat betrekking heeft op de besluitvorming in de fysieke leefomgeving gaat over naar de omgevingswet en deze treedt in 2019 in werking. Wel blijft hetgeen dat in de Monumentenwet 1988 is geregeld, zoals hieronder vermeld, van toepassing. Hierbij wordt uitgegaan van het zo vroeg mogelijk betrekken van de archeologische waarden in het ruimtelijke ordeningsproces. Specifiek voor het bestemmingsplan is hierop artikel 38a van de Monumentenwet van toepassing: De gemeenteraad houdt bij de vaststelling van een bestemmingsplan of een beheersverordening als bedoeld in artikel 3.1, onderscheidenlijk artikel 3.38, van de Wet ruimtelijke ordening en bij de bestemming van de in het plan begrepen grond, rekening met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten. De gemeente Voorst heeft in 2009 een archeologische beleidskaart vastgesteld. Daarmee zijn de te verwachten archeologische waarden gedetailleerd in beeld gebracht. De beleidskaart is doorvertaald in dubbelbestemmingen voor de bescherming van archeologische waarden in het bestemmingsplan Buitengebied. De locatie ligt in een gebied met een lage of onbekende archeologische verwachtingswaarde 6. Voor deze zone geldt een onderzoeksverplichting als de oppervlakte van de ingreep groter is dan 2.500 m 2 én de ingreep dieper reikt dan 30 cm onder maaiveld. De ingreep die op het perceel gaat plaatsvinden bouw van de kapschuur valt buiten de normen waarvoor de onderzoeksverplichting geldt. Voor onderliggend plan is het dan ook niet noodzakelijk om archeologisch onderzoek te laten plaatsvinden. Waterparagraaf Sinds 1 november 2003 is voor alle ruimtelijke plannen de watertoets verplicht. Het doel van de watertoets is waterbelangen evenwichtig mee te nemen in het planvormingsproces van Rijk, Provincies en gemeenten. Hiermee wordt een veilig, gezond en duurzaam watersysteem nagestreefd. De toets omvat het gehele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van de in ruimtelijke plannen voorkomende waterhuishoudkundige aspecten. Via de digitale watertoets www.dewatertoets.nl kan beoordeeld worden welke waterthema s in het plan relevant zijn. De toets is op 23 mei 2017 uitgevoerd zie Bijlage 1. In het plangebied liggen geen belangrijke oppervlaktewateren zogenaamde primaire of A-watergangen, waterkeringen of gebieden die zijn aangewezen voor regionale waterberging. Dit betekent dat het plan geen essentiële waterbelangen raakt. Op basis daarvan wordt door het waterschap een positief wateradvies gegeven. Wel geeft het waterschap aan dat bij het uitwerken en concretiseren van de beoogde ontwikkeling rekening moet worden gehouden met een aantal algemene en gebiedsspecifieke aandachtspunten voor water. Het gaat om de volgende aandachtspunten: Vasthouden - bergen - afvoeren Een belangrijk principe is dat een deel van het hemelwater binnen het plangebied wordt vastgehouden en/of geborgen en dus niet direct afgevoerd wordt naar de riolering of het oppervlaktewater. Hiermee wordt bereikt dat de waterzuiveringsinstallatie beter functioneert, verdroging wordt tegengegaan en piekafvoeren in het oppervlaktewater met eventueel wateroverlast in benedenstrooms gelegen gebieden wordt voorkomen. Bij lozing op oppervlaktewater zal hiervan een melding gedaan moeten worden bij het waterschap. Grondwaterneutraal bouwen Om grondwateroverlast te voorkomen adviseert het waterschap om boven de gemiddelde hoogste grondwaterstand GHG te ontwerpen. Dit betekent dat aspecten zoals ontwateringsdiepte en infiltratie van hemelwater, beschouwd worden ten opzichte van de GHG. Het structureel onttrekken / draineren van grondwater is geen duurzame oplossing en moet worden voorkomen. Het waterschap adviseert de initiatiefnemer dan ook om een goed beeld te krijgen van de heersende grondwaterstanden en GHG. Eventuele grondwateroverlast is in eerste instantie een zaak voor de betreffende perceeleigenaar. Schoon houden - scheiden - schoon maken 14

Om verontreiniging van bodem, grond- en/of oppervlaktewater te voorkomen is het van belang dat het afstromende hemelwater niet verontreinigd raakt. Dit kan door nadere eisen of randvoorwaarden te stellen aan bijvoorbeeld de toegepaste bouw materialen. Het waterschap vraagt de initiatiefnemer de beslisboom voor het afkoppelen van verhard oppervlak van het waterschap toe te passen, zoals die te vinden is op de website van het waterschap. Economische uitvoerbaarheid Artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening stelt dat de gemeenteraad een exploitatieplan vaststelt voor gronden waarop een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen. In dit geval is van een dergelijk plan geen sprake. Kosten voor uitvoering van de bouwplannen en eventuele planschade zijn voor rekening van initiatiefnemer. 15

Hoofdstuk 5 M aatschappelijke haalbaarheid Het ontwerp heeft met ingang van 15 juni 2017 gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegen. Tijdens de inzagetermijn zijn belanghebbenden in de gelegenheid gesteld een zienswijze over het plan naar voren te brengen. Hiervan is geen gebruik gemaakt. 16

Bijlage 17

Bijlage 1 Watertoets 18

datum 23-5-2017 dossiercode 20170523-10-15326 Wateradvies voor ruimtelijke plannen met een klein waterbelang (korte procedure) Algemeen Sinds 1 november 2003 is voor alle ruimtelijke plannen de watertoets verplicht. Het doel van de watertoets is waterbelangen evenwichtig mee te nemen in het planvormingsproces van Rijk, Provincies en gemeenten. Hiermee wordt een veilig, gezond en duurzaam watersysteem nagestreefd. De toets omvat het gehele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van de in ruimtelijke plannen voorkomende waterhuishoudkundige aspecten. Via de digitale watertoets is beoordeeld of en welke waterbelangen voor het plan relevant zijn. Beoordeling In het plangebied liggen geen belangrijke oppervlaktewateren (zogenaamde primaire of A- watergangen), waterkeringen of gebieden die zijn aangewezen voor regionale waterberging. Dit betekent dat dit plan geen essentiële waterbelangen raakt. Op basis daarvan wordt door het waterschap voor het onderhavige plan een positief wateradvies gegeven. Aandachtspunten Voor de verdere uitwerking en concretisering van de beoogde ontwikkeling, geeft het waterschap aan dat rekening gehouden

moet worden met een aantal algemene en gebiedsspecifieke aandachtspunten voor water. Algemene aandachtspunten Vasthouden - bergen - afvoeren Een belangrijk principe is dat een deel van het hemelwater binnen het plangebied wordt vastgehouden en/of geborgen en dus niet direct afgevoerd wordt naar de riolering of het oppervlaktewater. Hiermee wordt bereikt dat de waterzuiveringsinstallatie beter functioneert, verdroging wordt tegen gegaan en piekafvoeren in het oppervlaktewater (met eventueel wateroverlast in benedenstrooms gelegen gebieden) wordt voorkomen. Bij lozing op oppervlaktewater zal hiervan een melding gedaan moeten worden bij het waterschap. Grondwaterneutraal bouwen Om grondwateroverlast te voorkomen adviseert het waterschap om boven de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) te ontwerpen. Dit betekent dat aspecten zoals ontwateringsdiepte en infiltratie van hemelwater, beschouwd worden ten opzichte van de GHG. Het structureel onttrekken / draineren van grondwater is geen duurzame oplossing en moet worden voorkomen. Het waterschap adviseert de initiatiefnemer dan ook om voorafgaand aan de ontwikkeling een goed beeld te krijgen van de heersende grondwaterstanden en GHG. Eventuele grondwateroverlast is in eerste instantie een zaak voor de betreffende perceeleigenaar. Schoon houden - scheiden - schoon maken Om verontreiniging van bodem, grond- en/of oppervlaktewater te voorkomen is het van belang dat het afstromende hemelwater niet verontreinigd raakt. Dit kan door nadere eisen of randvoorwaarden te stellen aan bijvoorbeeld de toegepaste (bouw)materialen. Wij vragen de initiatiefnemer de beslisboom voor het afkoppelen van verhard oppervlak van ons waterschap toe te passen. Deze beslisboom is te vinden op onze website, -link-. Tot slot Eventueel benodigde vergunningen worden niet binnen de watertoets procedure of met deze Digitale Watertoets geregeld en zullen via daarvoor bedoelde procedures verkregen moeten worden. Een watervergunning van het waterschap is bijvoorbeeld nodig voor het dempen en/of vergraven van watergangen, het lozen van water op oppervlaktewater en het onttrekken van grondwater. Informatie over een watervergunning kunt u vinden op de website van het waterschap (www.vallei-veluwe.nl/loket). Op www.omgevingsloket.nl kunt u een watervergunning aanvragen. Daarnaast kunt u telefonisch contact opnemen met het waterschap onder telefoonnummer 055-52 72 911. Wij wensen u succes met de verdere ruimtelijke planvorming en verzoeken u het voorontwerp bestemmingsplan naar ons te mailen [watertoets@vallei-veluwe.nl]. Heeft u vragen of opmerkingen over deze watertoetsapplicatie? Laat het ons per mail weten [watertoets@vallei-veluwe.nl]. Voor dringende watertoetszaken kunt u ons telefonisch bereiken op 055-52 72 911. Team Watertoets, Waterschap Vallei en Vallei Disclaimer Waterschap Vallei en Veluwe streeft ernaar om correcte en actuele informatie in deze watertoetsapplicatie aan te bieden. Aan het beschikbaar gestelde kaartinformatie kunnen geen rechten worden ontleend. Waterschap Vallei en Veluwe aanvaard geen aansprakelijkheid voor enige vorm van schade naar aanleiding van het gebruik of de informatie die via deze applicatie beschikbaar wordt gesteld. De WaterToets 2014