Studiegids. Masteropleiding LERAAR ENGELS 2012-2013



Vergelijkbare documenten
Studiegids. Masteropleiding LERAAR DUITS

Studiegids. Masteropleiding LERAAR BIOLOGIE

Studiegids. Masteropleiding. Leraar wiskunde /89

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Studiegids. Masteropleiding. Leraar Aardrijkskunde

Neerlandistiek CROHO 60849

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Dit reglement is een extract uit de Onderwijs- en Examenregeling van NOVI Hogeschool.

Studiegids. Masteropleiding. Special Educational Needs: Communicatief Gehandicapten

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies.

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

MODEL REGELS EN RICHTLIJNEN EXAMENCOMMISSIE

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

OER Master facultair hoofdstuk 10 Maatschappij & Recht Vastgesteld d.d

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse taal en cultuur

Studiegids. Masteropleiding. Dovenstudies / Leraar Nederlandse Gebarentaal

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Studiegids. Masteropleiding LERAAR FRANS

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

Studiegids. Masteropleiding LERAAR NEDERLANDS

ASSESSMENTS VAN DE BACHELOR LGL en GPW

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) Masteropleiding Leraar Engels. Studiejaar

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

Onderwijs- en examenregeling

Protocol PDG en educatieve minor

Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs in de eerste graad Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en Examenregeling GMW. Bijlage 1a

Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR FRANS

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Studiegids. Masteropleiding. Special Educational Needs: Auditief gehandicapten

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Neerlandistiek (voorheen Nederlandse taal en cultuur)

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Vrijstellings- en assessmentregelingen m.b.t. elders. verworven competenties (EVC s) Lerarenopleiding Groningen

OER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van

Verkorte studiegids. Bacheloropleiding ACADEMISCHE LERARENOPLEIDING PRIMAIR ONDERWIJS (ALPO)

Studiegids. Masteropleiding LERAAR NATUURKUNDE

Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR NEDERLANDS

Errata Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2-jarige masterprogramma s Graduate School of Teaching

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

Vrijstellings- en assessmentregelingen. elders verworven competenties (EVC s)

Errata Studiegids. Bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs Voltijd

Inleiding 2. Het toelatingsexamen 3. NVO-examen 5. Het Pre-masterprogramma 6. Studeren in deeltijd 8

Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR BIOLOGIE

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC,

Studiegids Bacheloropleiding Journalistiek Studiegids. Bacheloropleiding. Journalistiek /114

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

6. Het eindniveau van de onderzoeksvaardigheden die via (1), (2) en (3) verworven zijn, komt tot uitdrukking in het bacheloreindwerkstuk.

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Ruimtelijke Ordening en Planologie Voltijd

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de onderzoeksmaster. Letterkunde en Literatuurwetenschap

Kopopleiding Leraar Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd

Kopopleiding Leraar Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd

Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR AARDRIJKSKUNDE

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

ONDERWIJS-EN EXAMENREGLEMENT Post HBO opleiding jenaplanonderwijs

Errata Studiegids. Bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs Deeltijd

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Onderwijs- en Examenregeling van de Masteropleidingen. Life Science & Technology. NanoScience

Management & Organisatie

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar Gezondheidszorg en Welzijn

MASTER PEDAGOGIEK MASTEROPLEIDING DEELTIJD

Pakket Versneld Studeren voor aanvang studie. Instituut Archimedes. Samenstelling René Karman Portefeuillehouder onderwijs Instituut Archimedes FE

Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR SPAANS

Praktijkopleider agrotechniek

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Journalistiek. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling

Studiegids. Masteropleiding. Leraar biologie Hogeschool Utrecht, juli /83

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

Vrijstellings- en assessmentregelingen. elders verworven competenties (EVC s)

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

Transcriptie:

Studiegids Masteropleiding LERAAR ENGELS 2012-2013 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, september 2012

Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel... 7 2.1.1 Beroep... 7 2.1.2 Uitwerking van beroepsprofiel... 7 2.1.3 Competenties beginnende beroepsbeoefenaar... 8 2.1.4 Vaardigheden afgestudeerde... 8 2.1.5 Werkveld en functies... 9 2.2 Opleidingsprofiel... 9 2.2.1 Algemeen... 9 2.2.2 Doelstelling opleiding... 10 2.2.3 Het master-niveau van de opleiding... 11 2.2.4 Didactische uitgangspunten... 11 2.3 Inrichting opleiding... 12 2.3.1 Opleidingsvarianten... 13 2.3.2 Verkorte en versnelde opleidingsroutes... 13 2.3.3 Getuigschriften... 13 2.3.4 Graden en titulatuur... 14 2.3.5 Opleidingsstructuur... 14 2.3.6 Programma s... 14 2.3.7 Stages en stagewaardigheid... 17 2.3.8 Afstuderen... 17 2.4 Examencommissie... 18 2.4.1 Instelling en benoeming... 18 2.4.2 Samenstelling... 18 2.4.3 Taken en bevoegdheden... 18 2.4.4 Verzoekschrift... 19 2.5 Voorzieningen... 20 2.5.1 Begeleiding... 20 2.5.2 ICT-faciliteiten... 20 2.5.2.1 Algemeen... 20 2.5.2.2 Studentenmail... 20 2.5.2.3 SharePoint... 21 2.5.2.4 OSIRIS Student... 21 2.5.2.5 Wachtwoord... 22 2.5.2.6 Informatiebeveiliging en privacy... 22 2.5.2.7 Registratie studievoortgang... 23 2.5.3 Studenten Informatie Punt (STIP FE)... 23 2.5.4 Studievereniging... 23 2.5.5 Opleidingscommissies... 23 2.6 Contactgegevens... 24 3 Cursussen 26 3.1 Cursusdeelname... 26 3.2 Inschrijving voor cursussen... 26 3.3 Aanwezigheidsplicht... 26 3.4 Beginvereisten... 26 3.5 Cursusbeschrijvingen... 27 4 Tentamens en examens 28 4.1 Introductie... 28 4.2 Vrijstellingen... 28 4.3 Organisatie tentamens... 29 4.3.1 Tentamenvorm en -duur... 29 4.3.2 Tentamenrooster... 29 4.3.3 Inschrijving en deelname (her)tentamens... 29 2/126

4.3.4 Voorzieningen in geval van een functiebeperking... 31 4.3.5 Legitimatieplicht bij schriftelijke tentamens... 32 4.3.6 Gang van zaken tijdens tentamens... 33 4.4 Beoordeling... 34 4.4.1 Toekennen resultaat en inzage... 34 4.4.2 Onregelmatigheden / fraude... 35 4.4.3 Bewaring en teruggave tentamen- en examenwerk... 36 4.4.4 Geldigheidsduur resultaten... 36 5 Diplomering 38 5.1 Procedure afgifte getuigschrift... 38 5.2 Aantekening cum laude of met genoegen... 38 6 Roosters 40 6.1 Jaarrooster... 40 6.2 Vakanties en vrije dagen... 40 6.3 Lesdagen en tijden... 40 6.4 Openingstijden gebouwen... 40 6.5 Roosterinformatie en -wijzigingen... 41 7 Klachten, bezwaar en beroep 44 7.1 Inleiding... 44 7.2 Bezwaar... 44 7.3 Beroep... 45 7.3.1 Beroep aantekenen... 45 7.3.2 Hoger beroep... 46 7.4 Klachten... 46 7.4.1 Klacht indienen... 46 7.4.2 Herzieningsverzoeken bij klachten... 46 7.5 Ongewenst gedrag... 47 7.6 Schema klachten, bezwaar en beroep... 47 8 Studentzaken 48 8.1 Studiebegeleiding... 48 8.2 Profileringsfonds... 48 8.3 Studentendecaan... 49 8.4 Vertrouwenspersoon... 49 8.5 Studentenarts... 50 8.6 Bureau Studentenpsychologen... 50 8.7 Mediation... 51 8.8 Studeren met een functiebeperking... 51 8.9 Verbetering taal- en schrijfvaardigheden... 52 8.10 Mediatheek... 52 8.11 Medezeggenschap... 52 8.11.1 Inspraakorganen... 52 8.11.2 Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten... 53 8.12 Studium Generale... 53 8.13 Studentenvereniging... 53 8.13.1 Algemeen... 53 8.13.2 Bestuursbeurs... 54 8.14 Topsport... 54 8.15 Trajectum... 54 8.16 Sport... 54 8.17 Veilig, gezond en milieuvriendelijk studeren... 54 8.18 Verzekeringen: Wettelijke aansprakelijkheid, ongevallen en reisverzekering... 56 9 Over de HU 58 9.1 Algemene informatie... 58 9.1.1 Onderwijsprofiel HU... 58 9.1.2 Bachelor- en Masterstelsel... 59 9.1.3 Hogeschool- en faculteitsregelingen... 59 9.1.4 Orderegels... 60 3/126

9.1.5 Kwaliteitszorg... 61 9.1.6 Organogram HU... 62 9.1.7 Locaties HU... 62 9.2 Algemene informatie faculteit Educatie... 62 9.2.1 Algemeen... 62 9.2.2 Organogram faculteit... 63 9.2.3 Contactgegevens... 63 9.2.4 Plattegrond... 64 9.2.5 Praktische voorschriften en aanwijzingen... 64 9.2.6 Faciliteiten... 65 9.2.7 In- en uitschrijven voor de opleiding... 67 9.2.8 Studiekosten, eigen bijdragen en tegemoetkoming... 67 9.2.8.1 Collegegeld... 67 9.2.8.2 Kosten voor boeken en leermiddelen... 69 9.2.8.3 Overige kosten... 69 9.2.8.4 Financiële tegemoetkoming... 69 10 Cursusbeschrijvingen 71 11 Bijlagen 126 11.1 Onderwijs- en examenregeling... 126 11.2 Overige regelingen... 126 Deze studiegids is op 15 mei 2012 vastgesteld door Instituutsdirectie na advies van de (G)OC en goedgekeurd door de faculteitsdirecteur op 22 juni 2012. NB. Waar in deze studiegids gesproken wordt over de opleiding wordt bedoeld de opleiding Master Leraar Engels geregistreerd in het crohoregister onder nummer 45262. 4/126

1 Voorwoord Beste student, Voor u ligt de studiegids 2012-2013 van de opleiding Engels. We hopen dat u bij onze opleiding een prettige en succesvolle studietijd hebt. In deze studiegids vindt u belangrijke spelregels en informatie die u daarbij kunnen helpen. Hogeschool Utrecht biedt vraaggestuurd en competentiegericht onderwijs aan. Competentiegericht: dat wil zeggen dat u goed voorbereid bent als u het beroepsleven begint (zie 2.1 1 ). Vraaggestuurd: we streven ernaar het onderwijs en ook de ondersteuning er omheen zo in te richten dat u zich in en tijdens uw studie kunt ontwikkelen op een manier die u belangrijk vindt en die bij u past. Hieronder vindt u informatie over de belangrijkste aspecten van uw studie en de keuzes die u kunt maken. Invloed van de student Veel van onze mogelijkheden zijn ontwikkeld of verbeterd op initiatief van uw medestudenten. De hogeschool beschouwt u als partner, u maakt deel uit van onze kennisgemeenschap. De HU hecht daarom veel waarde aan uw mening en ideeën. Dat begint al bij de evaluaties van alle cursussen, waar u als student uw oordeel en verbetertips kan geven. Ook organiseren we op opleidingen of faculteiten onderwijsdialogen, waarin we samen in gesprek gaan over uw opleiding en alles eromheen. De HU ondersteunt actief deelname van studenten in opleidingscommissies en medezeggenschapsorganen (8.11). We vragen u elk jaar de NSE (Nationale Studenten Enquête) in te vullen. En bent u bijzonder tevreden over het onderwijs van de ene docent (e); nomineer hem/haar als docent(e) van het jaar! Verbreden en verdiepen Veel opleidingen kennen specialisaties, waarin u zich kunt specialiseren op een onderdeel van uw vakgebied. Ook is er Studium Generale dat inspirerende programma s aanbiedt. Wat anders? U kunt de studietijd natuurlijk ook willen benutten om u zo breed mogelijk te ontwikkelen, en juist ervaring buiten uw reguliere studie op te doen. Dacht u erover bestuurlijk actief te worden in bijvoorbeeld uw studievereniging, uw gezelligheidsvereniging of uw studentensportclub? (zie par. 8.13, 8.16). Hiervoor noemden we al medezeggenschap en opleidingscommissies. Of combineert u topsport met een studie (8.14)? Er is van alles denkbaar dat door de HU actief ondersteund wordt. Studievertraging Het kan ook dat uw studie door allerlei oorzaken niet verloopt zoals u dat graag zou willen. Als dat komt door oorzaken waar u niets aan kunt doen, bijvoorbeeld ziekte of een functiestoornis, zijn er verschillende regelingen waarop u een beroep kunt doen. Als u door uw persoonlijke situatie tentamens mist, kan u om een extra herkansing vragen (4.3.3). En had u een studiebeurs, maar studeert u door deze omstandigheden zo lang dat u geen recht meer op hebt? Dan is er een mogelijkheid tot financiële ondersteuning (8.) In al deze gevallen geldt: meld het zo spoedig mogelijk aan uw studieloopbaanbegeleider (2.5.1) of uw studentendecaan (8.3)! Als u te lang over uw studie doet, kan u langstudeerder worden. Om dat te voorkomen bieden opleidingen soms extra inhaaltrajecten aan. Die worden via SharePoint bekend gemaakt. En heeft u een functiebeperking? Dan kan u mogelijk langer over uw studie doen, maar dat hoeft lang niet altijd. De hogeschool kent een breed scala aan voorzieningen die u in uw studie kunnen ondersteunen (8.8). Problemen en klachten Hebt u problemen die uw studie negatief beïnvloeden? Of vragen omdat u niet precies weet waar u terecht kunt? Bij uw studieloopbaanbegeleider (2.5.1) of een studentendecaan (8.3) bent u aan het juiste adres, zij kunnen u adviseren of doorverwijzen. Als u klachten hebt over de bejegening door studenten of medewerkers, kunt u ook een vertrouwenspersoon (8.4) inschakelen. Zijn er bijvoorbeeld samenwerkingsproblemen in uw projectgroep: als u ze op tijd inschakelt kunnen onze studentmediators vaak escalatie voorkomen en de samenwerking weer herstellen (8.7). En gaat er binnen de HU iets fout of bent u het niet eens met een besluit? Op elke faculteit of opleiding is een klachtenloket waar u terecht kunt met bezwaren en klachten (7.1). 1 De nummers verwijzen naar een paragraaf in de studiegids 5/126

Wat verwacht de HU van u? Wij streven ernaar u een opleiding en studieklimaat te bieden waarin u zich optimaal kunt ontplooien. We willen niet dat dit door andere studenten wordt verpest door ongewenst gedrag (bijvoorbeeld intimidatie, hatemails, verbaal of fysiek geweld), en verwachten dan ook dat u zich aan onze interne regels houdt (9.1.4) Als u een diploma haalt, moet u dat ook verdiend hebben. Fraude (4.4.2) wordt niet getolereerd. Zeker als het gevolgen heeft voor onschuldige medestudenten doordat tentamenresultaten ongeldig worden verklaard, zijn de straffen zwaar. Zowel ongewenst gedrag als fraude kunnen leiden tot verwijdering van de opleiding. U ziet, er zijn heel veel mogelijkheden bij de HU om een prettige studietijd te hebben. U vindt het merendeel terug in deze studiegids. Lees de gids goed door, voordat u aan uw studie begint. Via de inhoudsopgave kunt u altijd achterhalen waar u iets kunt vinden. Maar is het niet duidelijk of kunt u het niet vinden: kijk op SharePoint, of vraag het uw studieloopbaanbegeleider of bij STIP FE (2.5.3). We wensen u een prettige studietijd en veel succes in dit studiejaar, Mede namens alle collega s die aan uw opleiding bijdragen, Stef Heinsman Directeur Instituut Archimedes 6/126

2 Inrichting van de opleiding 2.1 Beroepsprofiel 2.1.1 Beroep De Masters of Education (of vakmasters) zijn beroepsopleidingen, gericht op het lesgeven in de bovenbouw van HAVO en VWO en het hbo. Het diploma geeft een bevoegdheid voor het gehele eerstegraads gebied. Toelaatbaar voor een vakmaster zijn zij die een bachelor of education (tweedegraads opleiding) in hetzelfde vak hebben afgerond. 2.1.2 Uitwerking van beroepsprofiel Het beroep van eerstegraads docent in een vak staat vanaf het begin centraal in de opleiding. Het programma van de Masters of Education rust op drie belangrijke pijlers: vakinhoudelijke verdieping en verbreding, beroepsvaardigheden en onderzoek. De opleiding is een vakmaster. We bieden de student een duidelijke vakinhoudelijke verdieping die hem/haar voldoende toerust om les te geven in het eerstegraads gebied. Daarnaast zijn onze opleidingen beroepsopleidingen. De beroepspraktijk en de professionele reflectie daarop vormen een belangrijke stroom binnen de opleiding, met portfolio en de schoolpraktijk (stage) als kernelementen. In de vakcomponent speelt het beroep en de vakdidactiek ook een belangrijke rol. De opleiding heeft ten slotte als doelstelling dat studenten kennis hebben van recente wetenschappelijke ontwikkelingen in hun vakgebied, dat ze uitkomsten van onderzoek kunnen implementeren in hun onderwijs en dat ze in staat zijn om zelf praktijkgericht onderzoek uit te voeren. Ons opleidingsmodel is ingedeeld in twee domeinen: beroep en vak. Binnen dit programma is er sprake van een verplicht basisprogramma met profilering en een beperkt keuzeprogramma. Opleidingsmodel Verplicht Keuze Domein Basis Profilering Beroep Werken aan Bekwaamheidseisen 1 Onderwijswetenschap en Praktijkonderzoek Werken aan Bekwaamheidseisen 2 + 3 Praktijkonderzoek Onderwerp themabijeenkomsten binnen de module Werken aan Bekwaamheidseisen Vak Vakmodules Modules op clusterniveau Binnen de basismodules Module(s) op vakniveau Modules op clusteren Archimedes niveau Beroep Het domein beroep omvat beroepskennis en vaardigheden en praktijkonderzoek. Beroepskennis en -vaardigheden Beroepskennis en -vaardigheden worden opgedaan in de studieonderdelen Werken aan bekwaamheidseisen in ieder jaar van de opleiding. Studenten bezinnen zich op de noodzakelijke competenties waarover een eerstegraads docent moet 7/126

beschikken en hoe die zich verhouden tot de competenties op bachelorniveau. Ze maken voor zichzelf een sterkte/zwakte-analyse op basis van die eerstegraads competenties. Naar aanleiding daarvan formuleren ze leervragen voor het werken in de schoolpraktijk. De antwoorden op die leervragen worden verwerkt in een portfolio. Binnen de bijeenkomsten van Werken aan bekwaamheidseisen zijn er plenaire bijeenkomsten, maar ook bijeenkomsten van zogenaamde leerteams. Binnen een leerteam werken studenten als critical friends samen om hun leervragen te beantwoorden en hun competenties te beschrijven. De begeleidende docent heeft een coachende en faciliterende rol bij dit proces. In veel gevallen functioneert hij tevens als studieloopbaanbegleider. Binnen de opleiding doet de student ervaring op in het lesgeven het eerstegraads gebied. De opleiding gaat er van uit dat dit gebeurt in de werksituatie van de student. Alle studenten geven minimaal 80 uur les in het eerstegraads gebied. Zie verder de cursusbeschrijvingen Werken aan bekwaamheidseisen. Praktijkonderzoek Het praktijkonderzoek is er op gericht dat een student een verbetering aanbrengt in zijn eigen onderwijs. Vanuit een verlegenheidssituatie verkent de student eerst de eigen praktijk en de literatuur. Op basis van zelf geformuleerde kansrijke interventies probeert hij gewenste effecten bij leerlingen te bereiken. Het mogelijke effect op leerlingen wordt zo goed mogelijk vastgesteld met onderzoeksinstrumenten. Binnen het praktijkonderzoek zijn kenmerkend voor een masterniveau: een onderzoekende houding, onderzoeksvaardigheden en zelfsturend vermogen. Studenten leren tijdens Werken aan bekwaamheidseisen en tijdens de cursus Onderwijswetenschap en praktijkonderzoek welke onderzoeksmethoden er zijn en hoe onderzoeksresultaten te implementeren in de onderwijspraktijk. Vak Het domein vak staat voor Vak en vakdidactiek Vak en vakdidactiek Het domein vak is er op gericht dat de student zijn vak beheerst op een vakinhoudelijk niveau dat nodig is voor het lesgeven in het eerstegraads gebied. Een groot deel van de vakinhouden is zo gekozen dat de student zich een plusniveau verwerft in alle domeinen van het examen havo en vwo. Uitgangspunt is de afstemming van de vakinhoud op de inhoud en de didactiek van het vak in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs. De vakinhouden zijn daarom mede gebaseerd op de exameneisen van HAVO/VWO. Momenteel beschikken we over een landelijk vastgestelde kennisbasis voor de master lerarenopleidingen (www.kennisbasis.nl). Deze kennisbasis dient als kader voor het domein vak. De opleidingsdidactiek is afgestemd op benaderingen en werkwijzen die geschikt zijn voor masterstudenten, maar is tevens vertaalbaar naar de bovenbouw havo en vwo. Veel cursussen geven via het dubbele bodem principe een doorkijk naar de vakdidactiek voor de bovenbouw havo en vwo. 2.1.3 Competenties beginnende beroepsbeoefenaar De masteropleidingen van Instituut Archimedes zijn gebaseerd op de startbekwaamheidseisen leraar voortgezet onderwijs en hoger onderwijs (eerstegraads) opgesteld door Stichting Beroepskwaliteit leraren en onderwijspersoneel (SBL) en vastgelegd in de Wet Beroepen in het Onderwijs (Wet BIO 2006). Zie www.lerarenweb.nl. Voor de vakmasters behoeft deze omschrijving enige aanvulling. We hebben in landelijk overleg in ieder van de zeven competenties enkele indicatoren op masterniveau toegevoegd. Verder is er een achtste competentie, onderzoekend handelen, die karakteristiek is voor de master toegevoegd. Bekwaamheidseisen voor het vak De, in 2011 gerealiseerde, kennisbasis (www.kennisbasis.nl) is het kader voor de vakinhoud en vakdidactiek van de opleidingen. 2.1.4 Vaardigheden afgestudeerde Het eindassessment is een integrale toetsing van de beroepsbekwaamheden van de student. De competenties zijn ingedeeld volgens de competenties van SBL (aangescherpt voor master-niveau), plus de toegevoegde achtste competentie. 8/126

1) Pedagogisch competent 2) Didactisch competent 3) Interpersoonlijk competent 4) Organisatorisch competent 5) Competent in het samenwerken met collega s 6) Competent in het samenwerken met de omgeving 7) Competent in reflectie en persoonlijke ontwikkeling 8) Competent in onderzoekend handelen. Zie voor uitgebreide beschrijving met indicatoren: www.lerarenweb.nl. Daarnaast worden zowel de cursussen uit beroep als uit vak apart getoetst met diverse toetsvormen. 2.1.5 Werkveld en functies Zie paragraaf 2.1.1. 2.2 Opleidingsprofiel 2.2.1 Algemeen De opleiding is competentiegericht. Dat betekent dat het beroep als leraar eerstegraad centraal staat in de opleiding. De kennis en vaardigheden die u zich eigen maakt in de opleiding staan in dienst van het beroep als leraar. De praktijk is daarom een belangrijk onderdeel van de opleiding vanaf het eerste jaar. Om de relatie met de schoolpraktijk vorm te kunnen geven verwachten we dat alle studenten werkzaam zijn in het voortgezet onderwijs (of hbo). Verder gaan we er van uit dat ze in de loop van de opleiding ook lesgeven in de bovenbouw. Onze masteropleidingen hebben de volgende kenmerken: Beroepspraktijk De eigen huidige of toekomstige beroepspraktijk van de student neemt een belangrijke plaats in bij de opleiding. Met en voor deze praktijk geven studenten hun opleiding (deels) gestalte. Praktijkkennis en theoretische kaders staan hierbij in wisselwerking. Competentiegericht De masteropleidingen van Instituut Archimedes zijn competentiegericht. In de opleiding staat de beroepspraktijk centraal. De student zorgt voor de verbinding van het geleerde met zijn eigen schoolpraktijk. Onderzoek Van studenten verwachten we dat zij een praktijkonderzoek kunnen uitvoeren. Hierbij leren studenten om een onderzoek uit te voeren naar problemen in hun eigen praktijksituatie. Dit houdt in dat ze die problemen kritisch leren analyseren en doorgronden en daarnaast interventies kunnen bedenken en onderzoeken die hun eigen onderwijspraktijk verbeteren. Bekwaamheidseisen Studenten werken gedurende de opleiding toe naar de bekwaamheidseisen die aan het beroep gesteld worden. In alle opleidingen werken we met een portfolio waarin de student het eigen leerproces inzichtelijk maakt en aantoont dat hij aan de bekwaamheidseisen voldoet. Kennisbasis Instituut Archimedes hecht waarde aan een in de beroepsgroep geaccepteerde kennisbasis en deze is geëxpliciteerd en doorgevoerd in de curricula. De opleidingen hebben een duidelijke rol gespeeld bij het opstellen van de landelijke kennisbasis. Met deze visie sluit Instituut Archimedes aan bij het beleid van de Hogeschool Utrecht 2 en de Faculteit Educatie. 2 Koers 2012, Beleidsplan 2007-2012, Hogeschool Utrecht (2007). 9/126

2.2.2 Doelstelling opleiding Met onze masteropleidingen bieden we docenten op scholen voor voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs een uitdagend loopbaanperspectief. Er is in het onderwijs een toenemende behoefte aan hoog opgeleide professionals. Kennis veroudert snel en de jeugd is bij uitstek een dynamische doelgroep. We zien het als onze maatschappelijke opdracht een bijdrage te leveren aan onderwijskundige verbeteringen en vernieuwingen door onze studenten zó op te leiden, dat zij hierbij een constructieve rol kunnen spelen in de school. We leiden onze studenten op tot bekwame eerstegraads docenten en vakexperts, die kunnen opereren als educatief onderzoeker en ontwikkelaar. Opleidingsspecifieke eindkwalificaties Duits, Engels, Frans en Spaans 1. Kennis en vaardigheden per vakgebied 1a Taalvaardigheid De afgestudeerde: is in staat een gesprek te voeren en te leiden waarbij zijn taalgebruik is aangepast aan de situatie en de gesprekspartner. De afgestudeerde beheerst niet alleen de omgangstaal maar kan ook over abstracte en wetenschappelijke onderwerpen op correcte wijze een mening formuleren (C2 niveau European LanguagePortfolio Guide for Teachers and Teacher Trainers.) is in staat om grammaticaal, syntactische en idiomatisch correcte teksten te produceren in de doeltaal. kan een Nederlandstalig artikel vertalen of herschrijven in de doeltaal. is in staat om publiekgericht te schrijven in de doeltaal en kan teksten met verschillende structuren, zoals journalistieke en essayistische produceren. kan een werkstuk van eigen hand vervaardigen in de doeltaal waarin wetenschappelijke artikelen worden verwerkt. is zich bewust van de noodzaak en kent de mogelijkheden tot het onderhouden van de gespreks- en schrijfvaardigheden. heeft voldoende didactische vaardigheid in het trainen van luister-, spreek-, lees-, argumentatie- en schrijfvaardigheid van de leerlingen, zodanig dat zij de doeltaal adequaat weten te gebruiken ten bate van sociale contacten, persoonlijke behoeften, studie en werk. kan de computer gebruiken bij het uitvoeren van de eigen taalvaardigheidstaken en weet hoe de computer bij het trainen van lees- en schrijfvaardigheid, argumentatieve vaardigheden en mondelinge taalvaardigheden bij leerlingen op zinvolle wijze kan worden benut. De afgestudeerde heeft inzicht in en kennis van hedendaagse theorieën over 2e/vreemde taalverwerving en eventuele gevolgen daarvan voor het didactisch handelen. 1b Cultuur en letterkunde De afgestudeerde: kent literaire werken, stromingen en genres uit de vroegere, latere en moderne letterkunde, met het accent op de letterkunde van de laatste 200 jaar. heeft inzicht in en kennis van hedendaagse stromingen en theorieën op het gebied van de literatuurwetenschap en tekstbenaderingswijzen en kan dit inzicht en deze kennis toepassen op literaire werken en bij het vormgeven van het onderwijs hierover in het eerstegraads gebied. heeft inzicht in het literair-historische en cultureel-historische (internationale) kader van de door hem gelezen literaire werken, en kan dit gebruiken bij de analyse van literaire werken. heeft inzicht in zijn eigen leesgedrag m.b.t. literaire teksten en is in staat het leesgedrag van leerlingen te analyseren en te ontwikkelen. heeft een overzicht van de West-Europese perioden en stromingen in de kunst van de Middeleeuwen tot heden en van de voornaamste benaderingswijzen van kunst. kan in samenwerking met collega s van andere vakken, zoals de moderne vreemde talen, (kunst)geschiedenis en creatieve vakken, het onderwijs in culturele en kunstzinnige vorming gestalte geven en daarbij gebruik maken van multimediatoepassingen. heeft kennis van en inzicht en vaardigheid in het motiverend aanbieden van kunstwerken en theater en is in staat leerlingen in aanraking te brengen met culturele uitingen via diverse invalshoeken, zoals de kunsthistorische, de kunsttheoretische, de persoonsgerichte en de op het ontwikkelen van persoonlijke smaak gerichte invalshoek. is in staat op te treden als kunstmentor / cultuureducator. 10/126

1c Taalkunde De afgestudeerde: heeft inzicht in en kennis van hedendaagse benaderingen binnen de algemene taalwetenschap en kan deze toepassen met betrekking tot het Nederlands en/of de doeltaal. heeft inzicht in en kennis van benaderingen in de toegepaste taalwetenschap en kan deze hanteren met betrekking tot de verwerving van de doeltaal en met betrekking tot de relatie Nederlands-doeltaal. heeft inzicht in en kennis van de belangrijkste historische ontwikkelingen van de doeltaal en kan deze relateren aan de hedendaagse theorieën over taalverandering. 1d Informatie en communicatietechnologie De afgestudeerde: Is op de hoogte van geautomatiseerde leerlingvolgsystemen en toetsregistratiesystemen. kan computerprogramma s, telecommunicatiemiddelen en elektronische informatiesystemen op zinvolle wijze benutten in het onderwijs van het vak in het eerstegraads gebied, dat wil zeggen: de afgestudeerde: heeft een overzicht van educatieve computerprogramma s en multimediale programma s die ten behoeve van het vak op de markt zijn en is in staat om dergelijke programma s op bruikbaarheid en merites te beoordelen. Startpunt De bekwaamheidseisen van de master moeten in samenhang gezien worden met de eindkwalificaties van de bachelor lerarenopleidingen: zij bouwen erop voort en geven een kwalitatieve, professionele en academische verdieping van het opleidingsdomein. Daarom worden de eindkwalificaties ten aanzien van de vakinhoud, pedagogiek, didactiek en het algemeen functioneren in de school, die al 2.2.3 Het master-niveau van de opleiding De HU heeft als taak om u als student op te leiden voor een functie op master-niveau. Daarom moet u als afgestudeerde voldoen aan de competenties (zie paragraaf 2.1.4), met indicatoren aangescherpt op masterniveau. Om het niveau van beroepsuitoefening te bepalen worden de volgende vijf samenhangende criteria (Dublin descriptoren) gehanteerd: kennis en inzicht toepassen kennis en inzicht oordeelvorming communicatie leervaardigheden masterniveau Heeft aantoonbare kennis en inzicht, gebaseerd op de kennis en het inzicht op het niveau van Bachelor en die deze overtreffen en/of verdiepen, alsmede een basis of een kans bieden om een originele bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, vaak in onderzoeksverband. Is in staat om kennis en inzicht en probleemoplossende vermogens toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere (of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied; is in staat om kennis te integreren en met complexe materie om te gaan. Is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige of beperkte informatie en daarbij rekening te houden met sociaalmaatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen. Is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of niet-specialisten. Bezit de leervaardigheden die hem of haar in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd of autonoom karakter. 2.2.4 Didactische uitgangspunten De opleiding heeft gekozen voor een competentiegericht onderwijsmodel. Een competente beroepsbeoefenaar kan in een situatie ontleend aan het beroep adequaat handelen met het gewenste effect. Hij kan dit handelen verantwoorden vanuit een in de beroepsgroep geaccepteerde kennisbasis. Bij competentiegericht opleiden 11/126

staan zelfverantwoordelijkheid, zelfsturing en ontwikkeling van het lerend vermogen van de student centraal. De keuze voor competentiegerichte opleidingen is de logische consequentie van het beroepsbeeld dat wij voor ogen hebben, van de startsituatie waarin onze instromende studenten verkeren en van onze visie op leren en opleiden. Voor ons onderwijs betekent dit het volgende: Het onderwijs richt zich op het verwerven van beroepscompetenties: het in samenhang verwerven van kennis, vaardigheden en houdingsaspecten waarmee beroepstaken worden uitgevoerd binnen of buiten Nederland, in een internationale context; Leren is een doelgerichte activiteit van u als student. Het onderwijs stimuleer daarom actief en zelfstandig leren; De docent ondersteunt en coacht uw leerproces en is inhoudelijk expert op een bepaald competentiegebied; Het leren vindt zoveel mogelijk plaats in realistische leeromgevingen, waarbij leertaken lijken op beroepstaken. Moderne media worden ingezet; Het onderwijs baseert zich op het concurrency-principe. Leermomenten op de opleiding en in de beroepspraktijk beïnvloeden elkaar positief; Leren is een sociaal en interactief proces en doet u nooit alleen. Daarom werkt u in uw opleiding veel samen: met andere studenten, met docenten en met professionals uit de praktijk. Om vast te stellen op welk niveau u de competenties beheerst, zijn er periodiek toetsen waaraan u deelneemt. De toetsen worden beoordeeld en geven u inzicht in de vorderingen van uw leerproces. De didactiek van de opleiding staat in het teken van competentiegericht onderwijs. Hierbij wordt gestreefd naar een optimale balans tussen praktijkopdrachten en verdiepende cursorische lesprogramma s en trainingen. De opleiding kent daarmee verschillende onderwijsvormen: Portfoliobegeleiding: ondersteuning en coaching van het binnen en buitenschoolse leren; Supervisie / intervisie: in kleine groepen met docent gericht op reflectie op eigen beroepsontwikkeling; Theorieonderwijs: hoorcolleges, responsie- en werkcolleges en zelfstudieopdrachten; Practicumonderwijs/werkgroep bijeenkomsten: trainingen in kleine groepen (max. 20 studenten) die erop gericht zijn dat de student zich methodische kennis eigen maakt en specifieke beroepsvaardigheden oefent; Beroepspraktijkvorming: werkervaring opdoen als docent in eerstegraadsgebied; Groepswerk: groepsgewijze realisatie van producten in afgebakende periode. 2.3 Inrichting opleiding Organisatorische informatie over de opleiding kunt u met name vinden op de SharePointsite van uw opleiding of van Instituut Archimedes. Via SharePoint wordt u op de hoogte gehouden van onder meer: jaar- en periode roosters; roosterwijzigingen; (her-)toetsrooster/presentaties; tentamenuitslagen; lokaalrooster; mededelingen over cursussen, bijvoorbeeld over aan te schaffen materiaal; groepsindeling voor vakoverstijgende modulen. Zie voor lessen en (her)toetsroosters ook: www.roosters.hu.nl. Het is dus van belang dat u regelmatig op SharePoint kijkt. In een beperkt aantal gevallen zal informatie per post worden verzonden. U wordt daarom dringend verzocht een adreswijziging niet alleen door te geven aan de studentenadministratie, maar ook aan uw opleidingscoördinator en portfoliobegeleider. Het adres http://www.studentmail.hu.nl geeft u toegang tot studentenmail van de HU. Via het genoemde adres kunt u ook software krijgen om het e-mailprogramma thuis te installeren. U bent als student verplicht uw studentmail te gebruiken. Via deze mailbox ontvangt u vanuit de opleiding voor u belangrijke en relevante informatie, zie ook par. 2.10.2. Bereikbaarheid docenten 12/126

Docenten hebben een vaste werkplek (7.013). Als u contact wilt hebben met een docent kunt u hem of haar het beste na de les aanspreken. Docenten zijn verder per e-mail en telefonisch te bereiken. Het e-mail adres is als volgt opgebouwd: Voornaam.voorvoegselachternaam@hu.nl (bijvoorbeeld: Jan.devries@hu.nl) Telefoonnummers van docenten kunt u vinden op de SharePoint- pagina van Instituut Archimedes, onder de link ZOEK PERSOON. Hier vindt u informatie over de bereikbaarheid van desbetreffende docent. De meeste docenten zijn mobiel bereikbaar. Het is aan te raden de voicemail in te spreken, als u de docent niet direct te spreken krijgt. U wordt dan teruggebeld. Voor inleveren van schriftelijk werk kunt u gebruik maken van e-mail of het werk afgeven bij het STIP (ruimte 1.031). U krijgt een bewijs van ontvangst. Zie voor openingstijden van het STIP par. 1.2.8. 2.3.1 Opleidingsvarianten U kunt uw opleiding volgen in deeltijd. Deeltijdopleiding Heeft u een baan en wilt u daarnaast studeren? Dan is er de mogelijkheid om te kiezen voor een deeltijdopleiding. Deeltijd wil zeggen dat u een beperkt aantal dagen per week en/of in de avonduren de opleiding volgt. In een deeltijdopleiding is veel aandacht voor hetgeen u parallel aan uw studie in de beroepspraktijk leert. Kenmerkend is dan ook dat het werk aansluit bij het onderwijs dat u volgt en dat het curriculum en het rooster daarop is aangepast. De student is werkzaam als docent in het voortgezet onderwijs of in het hbo. Daarnaast verdient het aanbeveling dat de student ten minste vanaf het tweede jaar enige uren onderbevoegd lesgeeft in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs of in het hbo. Indien dit beslist niet mogelijk is, doet de student vanaf het tweede jaar een stage met ten minste 80 uur onderbevoegd lesgeven in het eerstegraads gebied. 2.3.2 Verkorte en versnelde opleidingsroutes Deze masteropleiding heeft een nominale studieduur van twee jaar (90 EC). Daarnaast biedt de HU studenten de mogelijkheid de opleiding te volgen in een programma dat drie jaar beslaat. Ervaring leert namelijk dat studenten het programma graag spreiden over drie studiejaren. Binnen deze drie jaar moet u rekening houden met een studiebelasting van gemiddeld twintig uur per week. Na drie jaar inschrijving of in sommige gevallen eerder indien u reeds een studiehistorie heeft gaat het langstudeerderstarief in. Kijk op de pagina van Bureau Inschrijving voor meer informatie over de langstudeerdersmaatregel. Een verkorte route is o.a. mogelijk als u vrijstellingen voor delen van het curriculum kunt krijgen. Voor meer informatie over vrijstellingen: zie paragraaf 4.2. Versneld wil zeggen dat u in een aangepast hoger tempo het onderwijs volgt. 2.3.3 Getuigschriften Als bewijs dat u de masteropleiding hebt afgerond, wordt door de examencommissie een diploma uitgereikt. De wettelijke term hiervoor is getuigschrift, maar omdat wij in het gangbare taalgebruik binnen de HU over diploma s spreken, zullen we in deze studiegids de term diploma gebruiken. De voorzitter en een lid van uw examencommissie ondertekenen het diploma. Aan het masterdiploma wordt een Internationaal Diploma Supplement (IDS) volgens het Europese model toegevoegd. Hier zijn geen kosten aan verbonden. Het IDS geeft inzicht in de aard en de inhoud van de opleiding en de behaalde studieresultaten. Dit bevordert de internationale herkenbaarheid van de opleiding en het diploma. 13/126

U ontvangt per opleiding slechts één diploma. Zie par. 5.1. voor de procedure voor afgifte van het diploma. Het diploma wordt in beginsel in het Nederlands opgesteld. Op uw verzoek kan er ook een Engelstalig diploma worden verstrekt. Het Internationaal Diploma Supplement wordt altijd in het Engels opgesteld. Als u meer dan één tentamen met goed gevolg hebt afgelegd, maar u krijgt geen diploma, dan kunt u de examencommissie vragen een verklaring af te geven. Daarop worden de behaalde tentamens vermeld. De verklaring wordt net als het diploma ondertekend door de voorzitter en een lid van uw examencommissie. 2.3.4 Graden en titulatuur Als u een masteropleiding bij de HU afrondt, krijgt u een graad en mag u een titel voeren. De graad wordt namens het College van Bestuur verleend door de examencommissie. Een graad geeft het recht op het voeren van een titel. Bij een masteropleiding wordt de graad Master verleend, als u met goed gevolg het afsluitend examen hebt afgelegd. Aan de graad wordt een vermelding van het vakgebied of het beroepenveld waarop de graad betrekking heeft toegevoegd. Het verlenen van de graad Master geeft het recht om deze, afgekort tot M (met eventuele toevoeging) achter uw eigen naam te vermelden. In plaats daarvan (dus niet in combinatie) kan ook worden gebruikt: Master of Education (M(Ed) achter de naam). 2.3.5 Opleidingsstructuur Wettelijke studieduur, studielast en studiepunten De studielast van de opleiding en de bijhorende cursussen wordt uitgedrukt in hele studiepunten (EC) volgens het European Credit Transfer System (ECTS). Dit is een studiepuntensysteem om opleidingen internationaal vergelijkbaar te maken. De studielast van 1 EC komt overeen met 28 studie-(klok)uren (inclusief contacttijd). In deze paragraaf leest u meer over de nominale studieduur, afwijkende looptijden van deeltijdopleidingen en de extra voorzieningen die de Faculteit Educatie van de HU biedt om studievoortgang te bevorderen. Langstudeerdersboete Per 1 september 2011 geldt de langstudeerdersregeling voor alle studenten aan HBO en WO. Kortweg houdt de regeling in dat bachelor en masterstudenten maximaal één jaar studievertraging mogen oplopen. Wie langer dan één jaar extra over de studie doet, is de langstudeerdersboete verschuldigd. Vanaf collegejaar 2012 bedraagt deze 3063,-. De regeling geldt ook voor huidige bachelor- en masterstudenten die te lang over hun opleiding doen. Daarnaast krijgt de instelling te maken met een efficiencykorting. Nominale studieduur De nominale studieduur is door de overheid vastgesteld en is opgenomen in de Wet. Van belang in dit geheel is dat de nominale studieduur geldt voor alle voltijdse en deeltijdse master opleidingen. Bij een masteropleiding met een omvang van 60 EC, bedraagt de nominale studieduur één jaar. Is er sprake van een omvang van 90 EC dan is de vastgestelde nominale studieduur twee jaar. Deze masteropleiding heeft een nominale studieduur van twee jaar (90 EC). Daarnaast biedt de HU studenten de mogelijkheid de opleiding te volgen in een programma dat drie jaar beslaat. Ervaring leert namelijk dat studenten het programma graag spreiden over drie studiejaren. Binnen deze drie jaar moet u rekening houden met een studiebelasting van gemiddeld twintig uur per week. Na drie jaar inschrijving of in sommige gevallen eerder indien u reeds een studiehistorie heeft gaat het langstudeerderstarief in. Kijk op de pagina van Bureau Inschrijving voor meer informatie over de langstudeerdersmaatregel. 2.3.6 Programma s Per studiejaar stelt de opleiding het onderwijsprogramma (curriculum) van de studie vast. Dit studieprogramma geldt uitsluitend voor het studiejaar waarvoor het is vastgesteld. De cursussen zijn hieronder per opleidingsjaar aangegeven inclusief het aantal bijbehorende EC en de OSIRIScode. De volledige cursusbeschrijvingen zijn te vinden achterin deze studiegids en in OSIRIS. 14/126

Onderwijsaanbod Studiejaar 2012-2013 Master Engels Voor studenten van cohort 2012 geldt het volgende onderwijsaanbod. Jaar Periode A Periode B Periode C Periode D EC/jaar 1 VAK * Writing Skills OAEN-MWRITING-12 5 EC Linguistics 1 OAEN-MLINGU1-12 5 EC Vakdidactiek en Toetsing OAEN-MVAKDID-12 5 EC Highlights from English literature OAEN-MHIGHLIT-12 5 EC 45 New Voices OAEN-MNEWVOIC-12 Toolbox OAEN-MTOOLBOX-12 5 EC 5 EC CKV en Culturele Achtergronden OATA-MCKVCULT-12 5 EC BEROEP ** Werken aan Bekwaamheidseisen 1 (WAB 1) OAM-BEKWAAM1-10 5EC Onderwijswetenschap en Praktijkonderzoek OAR-MONDWETPR-12 5 EC In jaar 1 worden een aantal vakken gevolgd in de vorm van zelfstudie, in overleg met de opleidingscoördinator. Aan studenten in cohort 2012 bieden we, naast een programma van 45 EC per jaar, ook een programma met 30 EC per jaar aan. Hiermee komen we tegemoet aan de wens van studenten die de studie willen doen in combinatie met een (volledige) baan en privé. Jaar Periode A Periode B Periode C Periode D EC/jaar 1 VAK * Writing Skills OAEN-MWRITING-12 5 EC Linguistics 1 OAEN-MLINGU1-12 5 EC Vakdidactiek en Toetsing OAEN-MVAKDID-12 5 EC Highlights from English literature OAEN-MHIGHLIT-12 5 EC 30 Toolbox OAEN-MTOOLBOX-12 5 EC 15/126

BEROEP ** Werken aan Bekwaamheidseisen 1 (WAB 1) OAM-BEKWAAM1-11 5 EC Onderwijswetenschap en Praktijkonderzoek OAR-MONDWETPR-12 5 EC Voor studenten van cohort 2011 en voorgaande geldt onderstaand onderwijsaanbod. Jaar Periode A Periode B Periode C Periode D EC/jaar 2 VAK Drama in the Curriculum OAEN-MDRAMA-12 5 EC Teaching Literature OAEN-MTEACH-12 5 EC Linguistics 2 OAEN-MLINGU2-12 5 EC American Literature OAEN-MAMERICA-12 5 EC 30 BEROEP Werken aan Bekwaamheidseisen 2 (WAB 2) OAR-MWAB2-12 5 EC Onderwijswetenschap en Praktijkonderzoek OAR-MONDWETPR-12 5 EC Teaching Literature OAEN-MTEACH-12 5 EC 30 New Voices 3 VAK Modern Literature OAEN-MMODERN- 12 5 EC OAEN-MNEWVOIC- 12 BEROEP Werken aan Bekwaamheidseisen 3 (WAB 3) OAR-MWAB3-12 5 EC Praktijkonderzoek OAR-MPRAKOND-12 10 EC Het programma voor studenten van cohort 2012 ingedeeld in 2 domeinen, VAK en BEROEP. * VAK staat voor vak, vakdidactiek en vakverbreding ** BEROEP staat voor algemene beroepsvoorbereidende component Examenprogramma cohort-2012 Master Engels 16/126

EC per cursus EC VAK * Writing skills, OAEN-MWRITING-12 Linguistics 1: Linguistics in practice, OAEN-MLINGU1-12 Allen 5 EC 60 Vakdidactiek en Toetsing, OAEN-MVAKDID-12 Toolbox: Literary Analysis, OAEN-MTOOLBOX-12 Highlights from English literature, OAEN-MHIGHLIT-12 Teaching Literature, OAEN-MTEACH-12 New Voices, OAEN-MNEWVOIC-12 Linguistics 2: Historical and Sociological Variation in Language, OAEN-MLINGU2-12 American Literature, OAEN-MAMERICA-12 Modern Literature, OAEN-MMODERN-12 Drama in the Curriculum, OAEN-MDRAMA-12 CKV en culturele achtergronden, OATA-MCKVCULT-12 BEROEP ** Werken aan Bekwaamheidseisen 1 (WAB 1), OAM-BEKWAAM1-11 5 30 Werken aan Bekwaamheidseisen 2 (WAB 2), OAR-MWAB2-12 5 Onderwijswetenschap en Praktijkonderzoek, OAR-MONDWETPR-12 5 Werken aan Bekwaamheidseisen 3 (WAB 3), OAR-MWAB3-12 5 Praktijkonderzoek, OAR-MPRAKOND-12 10 Het programma voor het cohort 2012 is ingedeeld in 2 domeinen, VAK en BEROEP. * VAK staat voor vak, vakdidactiek en vakverbreding ** BEROEP staat voor algemene beroepsvoorbereidende component 2.3.7 Stages en stagewaardigheid De student is werkzaam als docent in het voortgezet onderwijs of in het hbo. Daarnaast verdient het aanbeveling dat de student ten minste vanaf het tweede jaar enige uren onderbevoegd lesgeeft in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs of in het hbo. Indien dit beslist niet mogelijk is, doet de student vanaf de start van het tweede jaar een stage van ten minste 80 uur onderbevoegd lesgeven in het eerstegraads gebied. De student heeft op school een begeleider of collega die hem bij zijn ontwikkeling kan ondersteunen, bijvoorbeeld door het geven van feedback en het observeren van lessen. Er wordt een studie- werk- en begeleidingsovereenkomst getekend tussen opleidingsschool en opleiding. 2.3.8 Afstuderen Aan het eind van de opleiding toont u tijdens een assessment aan dat u bekwaam bent als Master of Education. Dit doet u aan de hand van de SBL competenties (met indicatoren aangescherpt op het beheersingsniveau Masters), plus een speciaal voor de Masters gedefinieerde achtste competentie (nl. competent in onderzoekend 17/126

handelen). U bouwt daarbij voort op uw ervaringen als docent in de tweedegraad. In de afstudeerfase wordt zelfstandig een praktijkonderzoek uitgevoerd. Dit moet worden afgerond voordat het eindassessment gedaan kan worden. De afronding van het praktijkonderzoek bestaat uit het schrijven van een onderzoeksverslag en het presenteren van de resultaten aan medestudenten en andere geïnteresseerden. Als alle cursussen met goed gevolg zijn afgesloten en het competentieportfolio door de leerteambegeleider is beoordeeld op volledigheid wordt dit eindassessment aangevraagd. Bij het assessment zijn twee assessoren aanwezig. De asesssments vinden plaats in een aantal weken tijdens het studiejaar. Het overzicht van de assessmentweken kun je vinden op https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/fe/ia/feassessment/default.aspx. Digitaal aanleveren en publiceren van scripties en onderzoeksartikelen De HU is één van de hogescholen die actief deelneemt aan de HBO-Kennisbank. Hierop worden publicaties, zoals scripties en onderzoeksartikelen, die binnen hogescholen worden geproduceerd digitaal beschikbaar gesteld aan geïnteresseerden van over de hele wereld. En kunnen ze omgekeerd ook weer een rol spelen bij onderwijs en onderzoek. Studenten die hun praktijkonderzoek hebben afgerond met het cijfer 7 of hoger, mogen hun scriptie kosteloos digitaal laten publiceren op de HBO-Kennisbank. Belangrijke voorwaarde is wel dat de praktijkplaats hiermee akkoord gaat en dat er geen vertrouwelijke informatie in voor komt. Voor meer informatie: www.hbo-kennisbank.nl. Zie par. 5.1 voor meer informatie over het examen en het diploma en voor uitschrijving na afstuderen. 2.4 Examencommissie 2.4.1 Instelling en benoeming Binnen elke opleiding van de HU is een examencommissie actief. Een examencommissie ziet toe op de kwaliteit van toetsing en is de instantie die namens het College van Bestuur een diploma verstrekt. De examencommissie is onafhankelijk in haar oordeelsvorming ten opzichte van het management van een opleiding. Uw opleiding valt onder de examencommissie Faculteit Educatie, Instituut Archimedes. 2.4.2 Samenstelling Uw examencommissie bestaat uit 4 leden. Op 1 oktober 2012 benoemt de faculteitsdirectie nieuwe leden of herbenoemt zij (alle of sommige) huidige leden. Raadpleeg de website https://intranet.sharepoint.hu.nl/fe/info/examencommissie/pages/default.aspx voor de actuele samenstelling van de examencommissie. De examencommissie Instituut Archimedes is te bereiken via het ambtelijk secretariaat. E-mail: examencommissie.fe@hu.nl Adres: Padualaan 97, 3584 CH, Utrecht Correspondentieadres: Faculteit Educatie t.a.v. Examencommissie Instituut Archimedes Postbus 14007, 3508 SB Utrecht Verzoeken aan de examencommissie kunnen naar het ambtelijk secretariaat verzonden worden. De richtlijnen met betrekking tot het indienen van verzoeken vindt u op: https://intranet.sharepoint.hu.nl/fe/info/examencommissie/pages/default.aspx. 2.4.3 Taken en bevoegdheden De taken en bevoegdheden van de Examencommissie zijn vastgelegd in hoofdstuk 4 van de OER-HU masteropleidingen 2012-2013 en in het Reglement Examencommissie HU. Voor de Faculteit Educatie is voor 18/126

2012-2013 een facultair Reglement Examencommissie van kracht. De Examencommissie heeft op grond van artikel 7.12b lid 1 sub a WHW de taak de kwaliteit van examens en tentamens te borgen. Op grond van artikel 7.12b lid 1 sub d WHW kan de Examencommissie richtlijnen en aanwijzingen vaststellen ten aanzien van de uitslag van tentamens. Mochten er in dit kader onregelmatigheden worden geconstateerd (fraude), dan kan de Examencommissie tentamenresultaten ongeldig verklaren en maatregelen nemen. (OER-HU artikel 29). De Examencommissie ziet er op toe dat de regels met betrekking tot het onderwijs, tentamens en examens, zoals opgenomen in de OER-HU masteropleidingen 2012-2013 en studiegidsen op correcte wijze worden uitgevoerd. Tevens dient de Examencommissie de kwaliteit van tentamens en examens te borgen, adviseert bij het vaststellen van het toetsbeleid, wijst examinatoren aan, verleent vrijstellingen en reikt studieadviezen en getuigschriften uit. De Examencommissie kan nadere regels vaststellen ter uitvoering van haar taken en bevoegdheden, zoals: * de gang van zaken bij schriftelijke tentamens (tentamenreglement) * de surveillanten bij schriftelijke tentamens (surveillanteninstructie) * de gang van zaken bij mondelinge tentamens (tentamenprotocol) * het maken en beoordelen van tentamens (tentamenrichtlijnen) * het sanctioneren van onregelmatigheden (fraudeprotocol) Voor een volledig overzicht aangaande taken en verantwoordelijkheid van de Examencommissie kunt u de informatie vinden in de WHW editie 2012 en de OER-HU 2012-2013. De procedures voor het aanvragen van een extra herkansing en/of vervangende opdracht vindt u op https://intranet.sharepoint.hu.nl/fe/info/examencommissie/pages/default.aspx. 2.4.4 Verzoekschrift De docenten/examinatoren en de examencommissie voeren de regels van de OER-HU masteropleidingen en de studiegids uit. Als u vindt dat er voor u een afwijking van de regels moet gelden, bijvoorbeeld een extra tentamenkans of een afwijkend examenprogramma, dan kunt u een verzoekschrift indienen bij de examencommissie. Let er wel op dat u een verzoek tijdig indient. Als u bijvoorbeeld aan een komende tentamenronde deel wilt nemen, moet u rekening houden met een behandeltermijn van de examencommissie van 3 weken. Denk eraan, dat u bij een verzoekschrift ten minste de volgende zaken toevoegt: a. Naam, adresgegevens en studentnummer; b. Datum; c. Het verzoek en de redenen van het verzoek; d. De opleiding en variant (voltijd, deeltijd, duaal) waaraan u staat ingeschreven; e. Eventuele bewijsstukken. Vergeet niet uw verzoekschrift ook te ondertekenen. Let op! Voor een verzoek om vrijstellingen gelden aanvullende regels, zie paragraaf 4.2. Er is verschil tussen een verzoek en een bezwaar- of beroepschrift. Een verzoek dient u in als u een (bijzonder) besluit van de examencommissie wilt krijgen. Als u het niet eens bent met het besluit van de examencommissie, dan kan u bezwaar (en beroep) instellen. Dat werkt als volgt: U dient binnen twee weken (de bezwaartermijn) nadat u het besluit van de examencommissie hebt ontvangen, direct bij de examencommissie of via het facultair loket rechtsbescherming een bezwaarschrift in; Als hoofdregel geldt dat de examencommissie binnen twee weken na ontvangst van het bezwaar een besluit moet nemen; 19/126

Als u het niet eens bent met het besluit op bezwaar, bestaat er de mogelijkheid om daartegen in beroep te gaan. Dit doet u bij het HU Loket Rechtsbescherming Studenten. Een beroep wordt behandeld door het College van Beroep voor de Examens. De beroepstermijn bedraagt zes weken, nadat u het besluit op bezwaar van de examencommissie hebt ontvangen. Zie voor meer informatie over het indienen van een bezwaarschrift of een beroepschrift hoofdstuk 7 of kijk op www.klachtenwegwijzer.hu.nl. 2.5 Voorzieningen 2.5.1 Begeleiding De studieloopbaanbegeleiding van u als masterstudent wordt uitgevoerd door de portfoliobegleider en/of de opleidingscoördinator. U kunt bij hem of haar terecht met vragen en problemen over uw studie. Denk daarbij aan uw studievoortgang of keuzes die u kunt maken in het curriculum. Studieloopbaanbegeleiding is het proces waarin u uw eigen studie en loopbaan stuurt en leert sturen. Doel van studieloopbaanbegeleiding is dat u: Inzicht krijgt in het beroep en in de eisen die de beroepspraktijk stelt; Op basis daarvan kunt beoordelen of u uzelf in het beroep wil bekwamen en ontplooien; U daadwerkelijk ontwikkelt in de beroepsuitoefening, zodat u na afronding van de opleiding voldoet aan de gestelde eindtermen; Optimaal gebruik maakt van de beschikbare middelen en tijd om een maximaal studierendement te bereiken. De begeleiding vindt plaats door middel van individuele gesprekken, groepsbijeenkomsten en opdrachten in het kader van de cursus Werken aan bekwaamheidseisen. Naarmate de studie vordert, zal de intensiteit van de studieloopbaanbegeleiding geleidelijk afnemen. 2.5.2 ICT-faciliteiten 2.5.2.1 Algemeen De HU biedt u een aantal standaard ICT-faciliteiten aan. Met uw eigen HU-inlognaam en wachtwoord heeft u toegang tot deze faciliteiten. Uw inlognaam en wachtwoord ontvangt u kort voor aanvang van uw studie via e- mail. Na ontvangst kunt u inloggen op: Uw eigen mailadres (via www.webmail.hu.nl) ; De computers aanwezig op de HU. U kunt ook met uw eigen laptop binnen de gebouwen van de HU gebruikmaken van het draadloze netwerk (Eduroam, www.eduroam.nl) ; De online catalogus van de mediatheek (www.catalogus.hu.nl) ; Het intranet van de HU (www.sharepoint.hu.nl) ; uw eigen ruimte om bestanden op te slaan (SharePoint, My Site) ; het studievoortgangssysteem OSIRIS Student (www.osiris.hu.nl) ; Een aantal openbare sites, zoals Surfspot (www.surfspot.nl). Hier kunt u tegen gereduceerde prijs hard- en software kopen. Meer informatie over de ICT-faciliteiten en actuele ontwikkelingen vindt u op de site van ICT (www.ict.hu.nl). 2.5.2.2 Studentenmail Binnen de HU heeft u een eigen HU e-mailadres. Deze studentenmail is een belangrijk communicatiemiddel om u op de hoogte te houden van actuele informatie over uw opleiding. De opleiding communiceert alleen via uw HU-mailadres. De mailbox is toegankelijk via: webmail.hu.nl. U kunt inloggen met uw HU-inlognaam en wachtwoord. Van u wordt verwacht dat u uw HU-mailadres regelmatig bekijkt. 20/126