B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Vergelijkbare documenten
B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE RESEARCH MASTER FILOSOFIE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN VAN DE MASTEROPLEIDING GESCHIEDENIS

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN VAN DE MASTEROPLEIDING MEDIA STUDIES

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC,

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN MASTEROPLEIDING MEDIASTUDIES

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE MASTEROPLEIDING KUNST- EN CULTUURWETENSCHAPPEN: DRAMATURGIE

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN VAN DE MASTEROPLEIDING LINGUISTICS

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING MEDIA EN CULTUUR

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN BACHELOROPLEIDING MEDIA EN CULTUUR

B. OPLEIDINGSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE MASTEROPLEIDING FILOSOFIE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN BACHELOROPLEIDING GRIEKSE EN LATIJNSE TAAL EN CULTUUR

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ITALIAANSE TAAL EN CULTUUR

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN BACHELOROPLEIDING DUITSE TAAL EN CULTUUR

Neerlandistiek CROHO 60849

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN BACHELOROPLEIDING SPAANSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING NIEUWGRIEKSE TAAL EN CULTUUR

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen,

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN BACHELOROPLEIDING LATIJNSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN BACHELOROPLEIDING ARCHEOLOGIE EN PREHISTORIE

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING SPAANSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN BACHELOROPLEIDING GESCHIEDENIS

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ARABISCHE TAAL EN CULTUUR

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN BACHELOROPLEIDING MEDIA AND INFORMATION

4. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Liberal Arts & Sciences van de

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse Literatuur en Cultuur (voorheen Nederlandse letterkunde)

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN BACHELOROPLEIDING TAALWETENSCHAP

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN BACHELOROPLEIDING FRANSE TAAL EN CULTUUR

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur,

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur,

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Journalistiek. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING GESCHIEDENIS

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING DUITSE TAAL EN CULTUUR

Deel B: Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur voor het studiejaar Inhoud:

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

MODEL ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN BACHELOROPLEIDING ITALIAANSE TAAL EN CULTUUR

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Deel B: Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur voor het studiejaar Inhoud:

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN BACHELOROPLEIDING SCANDINAVISCHE TALEN EN CULTUREN

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding American Studies. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN BACHELOROPLEIDING ENGELSE TAAL EN CULTUUR

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

Onderwijs- en examenregeling 2010/2011 Master Gezondheidszorgpsychologie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Medische Psychologie. Faculteit Sociale Wetenschappen. Universiteit van Tilburg

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling BACHELORopleidingen Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica.

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOR ENGELSE TAAL EN CULTUUR FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Deel B: Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur voor het studiejaar Inhoud:

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ARCHEOLOGIE EN PREHISTORIE

- MastertracksKlassieke en Mediterrane Archeologie - Archeologie van Noordwest Europa

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Cultureel Erfgoed. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling

B. Model opleidingsspecifiek deel

Onderwijs- en examenregeling

Transcriptie:

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE MASTEROPLEIDING MEDIASTUDIES: JOURNALISTIEK EN MEDIA FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017

Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2 Gegevens opleiding Artikel 1.3 Instroommoment 2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding. Artikel 2.1 Doelstelling opleiding Artikel 2.2 Eindtermen 3. Nadere toelatingseisen Artikel 3.1 Toelatingseisen Artikel 3.2 Beperkte opleidingscapaciteit Artikel 3.3 Taaleisen Nederlands Artikel 3.4 Vrij programma 4. Opbouw van het curriculum Artikel 4.1 Samenstelling opleiding Artikel 4.2 Verplichte onderwijseenheden Artikel 4.3 Keuzeruimte 5. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 5.1 Wijziging en periodieke beoordeling Artikel 5.2 Overgangsbepalingen Artikel 5.3 Bekendmaking Artikel 5.4 Inwerkingtreding Bijlage 1: overzicht verplichte onderwijseenheden Pagina 2

1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen 1. studiehandleiding: de handleiding met alle informatie die relevant is voor het onderwijs en toetsing van het vak. De studiehandleiding is uiterlijk 2 weken voor aanvang van het vak beschikbaar; 2. feedback: terugkoppeling door de docent op een studieprestatie die de student inzicht verschaft in de mate waarin hij zich de juiste kennis en vaardigheden heeft eigen gemaakt; 3. voertaal: de taal die wordt gebruikt in het onderwijs en bij de toetsing van een vak. De voertaal van de opleiding wordt vermeld in Artikel 1.2; 4. Regels en richtlijnen van de Examencommissie: het reglement van de Examencommissie dat jaarlijks door de Examencommissie wordt vastgesteld en gepubliceerd en dat een aanvulling vormt op de onderwijs- en examenregeling.; 5. semester: een aaneensluitend gedeelte van het studiejaar dat, na aftrek van eventuele vakantieperioden in dat gedeelte van het jaar, twintig weken omvat; 6. student: degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de examens van de opleiding. Artikel 1.2 Gegevens opleiding 1. De duale masteropleiding Mediastudies: Journalistiek en media, CROHO nummer 60831 wordt in voltijds duale vorm verzorgd, en in het Nederlands uitgevoerd. 2. De opleiding heeft een omvang van 90 EC. Artikel 1.3 Instroommoment De opleiding wordt alleen aangeboden met ingang van het eerste semester van het studiejaar. Voor dit instroommoment geldt dat er sprake is van een studeerbaar onderwijsprogramma dat in de nominale duur volledig afgerond kan worden. 2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding. Artikel 2.1 Doelstelling opleiding Met de master wordt beoogd de student zodanige kennis en vaardigheden en een zodanig inzicht bij te brengen op het gebied van de opleiding dat de afgestudeerde in staat is op zelfstandige en professionele wijze een functie uit te oefenen op gevorderd academisch niveau. Daarnaast beschikt de afgestudeerde over de kennis en competenties die een voorwaarde zijn om te worden toegelaten tot een promotietraject, en die hem of haar in staat stellen tot het verrichten van wetenschappelijk onderzoek en het verzorgen van publicaties daarover. Artikel 2.2 Eindtermen a. academisch denk- en werkniveau De student die de masteropleiding heeft afgerond: 1. is in staat geesteswetenschappelijk onderzoek te verrichten en daarvan verslag te doen; 2. is in staat verschillende theoretische visies over een onderwerp waarin hij of zij gespecialiseerd is uiteen te zetten en daarover een eigen standpunt te bepalen; 3. is in staat om zelfstandig te werken, alsmede volwaardig te functioneren in teamverband; Pagina 3

4. is in staat om de belangrijke thema s in hedendaagse debatten op het terrein van de eigen specialisatie(s) uiteen te zetten en daarover een eigen standpunt te bepalen. b. vakspecifieke eindtermen De student die de masteropleiding heeft afgerond: 1. heeft een gedegen overzicht van de opleiding en van de geschiedenis van het vakgebied; 2. heeft een grondige kennis van een specialisme binnen de opleiding, dan wel een gedegen kennis op het snijvlak van de opleiding en een ander vakgebied; 3. heeft de vaardigheid om zelfstandig problemen op het terrein van het vakgebied te signaleren, formuleren, analyseren en oplossingen aan te dragen. De student is tevens in staat gerichte onderzoeksvragen te formuleren en deze te presenteren in een onderzoeksplan. 4. heeft de vaardigheid de relevante vakliteratuur rond een onderwerp te vinden, te verwerken en kritisch te beoordelen; 5. heeft de vaardigheid om onderzoek op het vakgebied uit te voeren en daarover te rapporteren op een wijze die voldoet aan de gebruikelijke disciplinaire normen; 6. heeft ervaring opgedaan met de praktische toepassing van het vakgebied in een (of meer) relevante instelling(en) buiten de Universiteit van Amsterdam; 7. is in staat binnen een complexe organisatie te functioneren. c. Programmaspecifieke eindtermen De student die het programma van de specialisatie Journalistiek heeft afgesloten dient: 1. kennis te bezitten van het medialandschap, de journalistieke professionele cultuur en het maatschappelijk krachtenveld waarin de journalistiek functioneert (met name de relatie tussen media en politiek) en de theorievorming daarover; 2. kennis te bezitten van de (Nederlandse) samenleving en de belangrijkste maatschappelijke en politieke instituties; 3. in staat te zijn op het (maatschappelijk) functioneren van de journalistiek te reflecteren, ook vanuit professioneel juridisch-ethisch perspectief; 4. in staat te zijn om zelfstandig vanuit een journalistieke attitude publiceerbare journalistieke producties in verschillende genres (nieuwsbericht, interview, reportage, column, nieuwsanalyse en achtergrondverhaal) te vervaardigen; 5. de journalistieke vaardigheden te beheersen die nodig zijn om een journalistiek verhaal te produceren (research, schrijven, compositie, eindredactie); 6. kennis te hebben van de verschillende soorten bronnen (zowel primaire als secundaire) en de technieken te beheersen om deze bronnen te vinden, te valideren en te gebruiken voor de journalistieke productie; 7. in staat zijn om aansluitend bij de dagelijks nieuwsstromen actuele onderwerpen en originele invalshoeken te bedenken voor journalistieke producten; 8. in staat zijn om gebruikmakend van verschillende onderzoekstechnieken (zowel off- als on line) zelfstandig onderzoek te doen ten behoeve van een journalistiek (achtergrond-) verhaal; 9. in staat te zijn de verworven journalistieke vaardigheden toe te passen in een multimediale context; 10. in staat zijn om zelfstandig te functioneren in redactieverband en in een multimediale context samen te werken met beroepsbeoefenaren uit andere disciplines; 11. de vaardigheid te bezitten onderzoek te doen en te reflecteren op het beroep en de beroepspraktijk, en daarover te rapporteren op een wijze die overeenkomt met de geldende wetenschappelijke standaarden; 12. in staat zijn om journalistiek te bedrijven volgens de in diverse codes vastgelegde professionele standaarden en te reflecteren op de eigen activiteiten. De student die het programma van de specialisatie Research en redactie heeft afgesloten dient: Pagina 4

1. kennis te bezitten van het medialandschap, de journalistieke professionele cultuur en het maatschappelijk krachtenveld waarin de journalistiek functioneert (met name de relatie tussen media en politiek) en de theorievorming daarover; 2. kennis te bezitten van de (Nederlandse) samenleving en de belangrijkste maatschappelijke en politieke instituties; 3. in staat te zijn op het (maatschappelijk) functioneren van de journalistiek te reflecteren, ook vanuit professioneel juridisch-ethisch perspectief; 4. de vaardigheden te beheersen die nodig zijn om audiovisuele researchjournalistiek te bedrijven; 5. in staat te zijn om zelfstandig vanuit een journalistieke attitude research te verrichten voor journalistieke producties in verschillende genres; 6. kennis te hebben van de verschillende soorten bronnen (zowel primaire als secundaire) en de technieken te beheersen om deze bronnen te vinden, te valideren en te gebruiken voor de journalistieke productie; 7. in staat zijn om aansluitend bij de dagelijks nieuwsstromen actuele onderwerpen en originele invalshoeken te bedenken voor journalistieke producties; 8. in staat zijn om gebruikmakend van verschillende onderzoekstechnieken (zowel off- als on line) zelfstandig onderzoek te doen ten behoeve van een journalistieke productie; 9. in staat te zijn de verworven journalistieke vaardigheden toe te passen in een multimediale context; 10. in staat zijn om zelfstandig te functioneren in redactieverband en in een multimediale context samen te werken met beroepsbeoefenaren uit andere disciplines; 11. de vaardigheid te bezitten onderzoek te doen en te reflecteren op het beroep en de beroepspraktijk, en daarover te rapporteren op een wijze die overeenkomt met de geldende wetenschappelijke standaarden; 12. in staat zijn om journalistiek te bedrijven volgens de in diverse codes vastgelegde professionele standaarden en in te reflecteren op de eigen activiteiten. 3. Nadere toelatingseisen Artikel 3.1 Toelatingseisen 1. Toelaatbaar tot de masteropleiding is degene die aantoont te beschikken over toereikende kennis van en inzicht in het vakgebied van de opleiding en over academische vaardigheden op bachelorniveau. Degene die beschikt over een bachelorgraad in een van de volgende opleidingen, van de Universiteit van Amsterdam of een andere Nederlandse universiteit, voldoet aan deze toelatingseisen: alle universitaire bacheloropleidingen, of vergelijkbaar niveau 2. Namens de Examencommissie onderzoekt de toelatingscommissie of een belangstellende voldoet aan de toelatingseisen. 3. Indien de bedoelde masteropleiding verschillende programma s kent, kan voor toelating tot elk van de programma s een met succes afgeronde afstudeerrichting of minor in de bacheloropleiding worden aangewezen. 4. Bij aanvang van de opleiding dient gegadigde het bachelorprogramma dan wel het schakelprogramma dat toegang geeft tot de opleiding volledig te hebben afgerond. Artikel 3.2 Beperkte opleidingscapaciteit 1. De decaan maakt, indien noodzakelijk, voor 1 mei, voorafgaande aan het begin van het studiejaar de maximale opleidingscapaciteit van de opleiding bekend. Dit is niet van toepassing op eenjarige masters. 2. In verband met het beperkte aantal leerwerkplaatsen vindt er een selectie plaats, gebaseerd op een sollicitatieprocedure. Kandidaten melden zich aan door middel van een sollicitatiebrief, die vergezeld gaat van: Pagina 5

een overzicht van studieresultaten; relevante activiteiten en prestaties op het terrein van de opleiding; alsmede representatieve selectie van eigen journalistiek werk. Artikel 3.3 Taaleisen De student die zijn/haar vooropleiding niet in een Nederlandstalig land heeft genoten, toont aan dat hij/zij het Nederlands voldoende beheerst om het wetenschappelijk onderwijs met succes te kunnen volgen. Aan de eis kan worden voldaan door het met goed gevolg afleggen van één van de volgende examens: - het staatsexamen Nederlands Tweede Taal, examen II (NT2 II); - CNaVT (Certificaat Nederlands als Vreemde Taal) examens PAT and PTHO; - door de UvA aangewezen buitenlandse examens, waarvan Nederlands deel uitmaakte. Artikel 3.4 Vrij programma 1. De student heeft de mogelijkheid om, onder bepaalde voorwaarden, een eigen onderwijsprogramma samen te stellen dat afwijkt van de door de opleiding voorgeschreven onderwijsprogramma s. 2. De samenstelling van een dergelijk programma behoeft de voorafgaande goedkeuring van de examencommissie. 3. Het vrije programma wordt door de student samengesteld uit de onderwijseenheden uit de masteropleidingen die door de Universiteit van Amsterdam worden verzorgd. 4. Opbouw van het curriculum Artikel 4.1 Samenstelling opleiding De opleiding omvat de volgende onderdelen: 42 ECTS core courses; 30 ECTS leerwerkplaats; 18 ECTS scriptie. Artikel 4.2 Verplichte onderwijseenheden De verplichte onderwijseenheden staan vermeld in Bijlage 1 bij dit Deel B van de OER. Artikel 4.3 Keuzeruimte De student kan keuzevakken kiezen uit de lijst die is opgenomen in de studiegids. De student die een ander vak of een stage wil volgen, dient vooraf schriftelijk toestemming van de examencommissie verkregen te hebben. Dit artikel geldt niet voor deze opleiding. 5. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 5.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel B 1. Een wijziging van deel B van de onderwijs- en examenregeling wordt door de decaan vastgesteld na advies van de desbetreffende opleidingscommissie. Het advies wordt in afschrift verzonden aan het bevoegde medezeggenschapsorgaan. 2. Een wijziging van deel B van de onderwijs- en examenregeling behoeft de instemming van de facultaire medezeggenschap op de onderdelen die niet de onderwerpen van artikel 7.13, tweede lid onder a t/m g, alsmede het vierde lid WHW betreffen. Onderdelen die onderwerpen van artikel 7.13, tweede lid, onder v bevatten dienen ter advisering voorgelegd te worden aan de facultaire medezeggenschap. 3. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling kan slechts betrekking hebben op een lopend studiejaar, indien de belangen van de studenten daardoor aantoonbaar niet worden geschaad. Pagina 6

Artikel 5.2 Overgangsbepalingen 1. Voor de student die op de datum van de inwerkingtreding van deze regeling een of meer examenonderdelen volgens de oude regeling met goed gevolg heeft afgelegd, maar het examen nog niet geheel met goed gevolg heeft afgelegd en die in zijn belangen geschaad wordt door bepalingen in deze regeling die afwijken van bepalingen in oudere regelingen, wordt door de examencommissie een overgangsregeling vastgesteld, met inachtneming van hetgeen aangaande examens en examenonderdelen in de wet bepaald is. 2. Indien van toepassing is een overgangsregeling met betrekking tot wijzigingen in het curriculum opgenomen in Bijlage 2. Artikel 5.3 Bekendmaking 1. De decaan draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, alsmede van elke wijziging daarvan. 2. De onderwijs- en examenregeling wordt geplaatst op de website van de faculteit en wordt geacht te zijn opgenomen in de studiegids. Artikel 5.4 Inwerkingtreding Deel B van deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2016. Aldus vastgesteld door de decaan op 27 september 2016. Advies opleidingscommissie d.d. 2 maart 2016. Advies bevoegd medezeggenschapsorgaan, d.d. 9 augustus 2016. Pagina 7

Bijlage 1 - Verplichte onderwijseenheden Naam onderwijseenheid Opleiding Mediastudies: Journalistiek en media (specialisatie Journalistiek + specialisatie Research en redactie) Aantal studiepunten Studiejaar Periode Niveau Inleiding Journalistiek en media 18 1e jaar Semester 1, blok 1-2-3 Duale master Journalism and Production Studies 12 1e jaar Semester 1, blok 1-2 Duale master Verdieping Journalistiek en media: praktijk 1 12 1e jaar Semester 2, blok 1-2 Duale master Onderzoek: Strategieën en methoden 1 + Stage Journalistiek en media 18 1e jaar Semester 2, blok 1-2-3 Duale master Verdieping Journalistiek en media: praktijk 2 12 2e jaar Semester 1, blok 1-2 Duale master Onderzoek: Strategieën en methoden 2 + Scriptie Journalistiek en media 18 2e jaar Semester 1, blok 1-2-3 Duale master