B. OPLEIDINGSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Transcriptie

1 B. OPLEIDINGSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE MASTEROPLEIDING HERITAGE STUDIES (ERFGOEDSTUDIES) FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

2 Deel B: Opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2 Gegevens opleiding Artikel 1.3 Instroommoment 2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding Artikel 2.1 Doelstelling opleiding Artikel 2.2 Eindtermen 3. Overige toelatingseisen Artikel 3.1 Toelatingseisen Artikel 3.2 Beperkte opleidingscapaciteit Artikel 3.3 Taaleisen Nederlands of Engels Artikel 3.4 Vrij programma 4. Opbouw van het curriculum Artikel 4.1 Samenstelling opleiding Artikel 4.2 Verplichte onderwijseenheden Artikel 4.3 Keuzeruimte 5. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 5.1 Wijzigingen en periodieke beoordeling Artikel 5.2 Overgangsbepalingen Artikel 5.3 Bekendmaking Artikel 5.4 Inwerkingtreding Bijlage 1. Lijst keuzevakken 2. Overgangsbepalingen met betrekking tot wijzigingen in het curriculum Page 2

3 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen 1. studiehandleiding: de handleiding met alle informatie die relevant is voor het onderwijs en toetsing van het vak. De studiehandleiding is uiterlijk 2 weken voor aanvang van het vak beschikbaar; 2. feedback: terugkoppeling door de docent op een studieprestatie die de student inzicht verschaft in de mate waarin hij zich de juiste kennis en vaardigheden heeft eigen gemaakt; 3. voertaal: de taal die wordt gebruikt in het onderwijs en bij de toetsing van een vak. De voertaal van de opleiding wordt vermeld in Artikel 1.2; 4. Regels en richtlijnen van de examencommissie: het reglement van de examencommissie dat jaarlijks door de examencommissie wordt vastgesteld en gepubliceerd en dat een aanvulling vormt op de onderwijs- en examenregeling.; 5. semester: een aaneensluitend gedeelte van het studiejaar dat, na aftrek van eventuele vakantieperioden in dat gedeelte van het jaar, twintig weken omvat; 6. student: degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de examens van de opleiding. Artikel 1.2 Gegevens opleiding 1. De opleiding Erfgoedstudies, programma s Heritage and Memory Studies, Museum Studies, Preservation and Presentation of the Moving Image, CROHO-nummer 60835, wordt in voltijds duale vorm verzorgd. De voertaal is Engels. 1a. De opleiding Erfgoedstudies, programma Archiefwetenschap, CROHO-nummer 60835, wordt in voltijds duale vorm verzorgd en kan ook in deeltijd worden gevolgd. De voertaal is Nederlands. De deeltijdse vorm heeft een nominale studieduur van tweeënhalf jaar. 2. De opleiding heeft een omvang van 90 ECTS. Artikel 1.3 Instroommoment De opleiding wordt alleen aangeboden met ingang van het eerste semester van het studiejaar (31 augustus). Het instroommoment waarborgt dat de opleiding binnen de nominale studieduur kan worden voltooid. 2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding Artikel 2.1 Doelstelling van de opleiding Met de opleiding wordt beoogd de student zodanige kennis en vaardigheden en een zodanig inzicht bij te brengen op het desbetreffende vakgebied dat de afgestudeerde kan worden toegelaten tot een promotietraject en in staat is tot het verrichten van wetenschappelijk onderzoek waarvan de resultaten in vakbladen worden gepubliceerd. Afgestudeerden zijn bovendien in staat om op zelfstandige en vakkundige wijze een functie uit te oefenen op een hoog academisch niveau. Artikel 2.2 Eindtermen a. Academisch denk- en werkniveau De student die de masteropleiding heeft voltooid: 1. is in staat onderzoek te verrichten in de geesteswetenschappen en over dat onderzoek te rapporteren; 2. is in staat verschillende theoretische standpunten ten aanzien van een onderwerp waarin hij of zij is gespecialiseerd, uiteen te zetten en daarover zijn of haar eigen standpunt in te nemen; Page 3

4 3. is in staat in zelfstandig te werken, alsmede volwaardig te functioneren in teamverband; 4. is in staat belangrijke thema's in hedendaagse debatten op het terrein van de eigen specialisatie(s) uiteen te zetten en daarover een eigen standpunt te bepalen. b. Vakspecifieke eindtermen De student die de masteropleiding heeft voltooid: 1. heeft een gedegen overzicht van de opleiding en van de geschiedenis van het vakgebied; 2. heeft een grondige kennis van een specialisatie binnen de opleiding of een grondige kennis op het snijvlak van de opleiding en een ander vakgebied; 3. heeft de vaardigheid zelfstandig problemen op het desbetreffende vakgebied te signaleren, te formuleren, te analyseren en daar oplossingen voor aan te dragen. De student is tevens in staat gerichte onderzoeksvragen te formuleren en deze in een onderzoeksplan te presenteren; 4. heeft de vaardigheid de relevante vakliteratuur over specifieke onderwerpen te vinden, te combineren en kritisch te beoordelen; 5. heeft de vaardigheid onderzoek op het vakgebied te verrichten en daarover te rapporteren op een wijze die voldoet aan de algemeen binnen het vakgebied geldende rapportage-eisen; 6. heeft ervaring opgedaan in de praktische toepassing van het vakgebied aan een relevante instelling of meerdere relevante instellingen buiten de Universiteit van Amsterdam; 7. is in staat binnen een complexe organisatie te werken. c. Porgrammaspecifieke eindtermen Voor het programma Archiefwetenschap: Het afsluitend examen van de masteropleiding Archiefwetenschap geldt tevens als diploma Archiefwetenschap A zoals genoemd in en ingevolge de Archiefwet 1995, mits de examencommissie heeft vastgesteld dat de student vakken heeft op het terrein van geschiedenis, constitutioneel recht of organisatiekunde (met een totale omvang van 30 ECTS) heeft afgerond. 3. Overige toelatingseisen Artikel 3.1 Toelatingseisen 1. De masteropleiding staat open voor iedereen die beschikt over voldoende kennis van en inzicht in het vakgebied van de opleiding en die beschikt over academische vaardigheden op bachelorniveau. Iedereen die beschikt over een bachelorgraad in het wetenschappelijk onderwijs in een van de volgende opleidingen, van de UvA of een andere universiteit in Nederland, voldoet aan deze eisen: zie lid Namens de examencommissie onderzoekt de toelatingscommissie of een belangstellende voldoet aan de toelatingseisen. 3. Indien de bedoelde masteropleiding verschillende programma's kent, kan voor toelating tot elk van de programma's een met succes afgeronde afstudeerrichting of minor in de bacheloropleiding worden aangewezen. Archiefwetenschap: bachelorgraad in Culturele Informatiewetenschap of Media en informatie; schakelprogramma of vervolgopleiding in Archiefwetenschap; bachelordiploma's behaald aan een andere Nederlandse universiteit met betrekking tot een groot aantal vakken (met een omvang van 60 ECTS of meer) die direct of indirect verband houden met Culturele Informatiewetenschap of Media en Informatie, een en ander ter beoordeling van de examencommissie; Nederlands bachelordiploma met nadruk op praktijkkennis op het terrein van IDM of IDM/BDI, aangevuld met een schakelprogramma in Archiefwetenschap, een en ander ter beoordeling van de examencommissie. Page 4

5 Heritage and Memory Studies: Culturele Informatiewetenschap of Media en Informatie; Kunst- en architectuurgeschiedenis; Archeologie en Prehistorie; Geschiedenis; Sociale geografie en Planologie; andere relevante universitaire bachelorgraden, ter beoordeling van de examencommissie. Museum Studies: bachelorgraad in de geesteswetenschappen, archeologie of antropologie, met een afgeronde minor van 30 ECTS in Museum Studies of bewezen vergelijkbare competenties; andere relevante universitaire bachelorgraden, ter beoordeling van de examencommissie. Preservation and Presentation of the Moving Image: bachelorgraad in Media en Cultuur; andere universitaire bachelorgraad waarvan een groot deel ten minste 60 ECTS bestaat uit vakken op het terrein van kunst, cultuur en/of media, een en ander ter beoordeling van de examencommissie; universitair diploma gelijkwaardig aan een bachelordiploma in Media en Cultuur, mits gecombineerd met relevante werkervaring, ter beoordeling van de examencommissie. 4. Bij aanvang van de opleiding dient de gegadigde het bachelorprogramma dan wel het schakelprogramma dat toegang geeft tot de opleiding volledig te hebben afgerond. Artikel 3.2 Beperkte opleidingscapaciteit 1. De decaan maakt, indien noodzakelijk, voor 1 mei, voorafgaand aan het begin van het studiejaar, de maximale opleidingscapaciteit van de opleiding bekent. Dit is niet van toepassing op eenjarige masters. 2. Studenten worden op basis van de volgende toelatingscriteria geselecteerd: Archiefwetenschap: een overzicht van studieresultaten; motivering; relevante binnen het vakgebied van de opleiding uitgevoerde activiteiten en behaalde resultaten. Tijdens de selectieprocedure houdt de commissie de inhoud van de bacheloropleiding van de student en zijn of haar studieresultaten en motivering tegen het licht. Heritage and Memory Studies: a. de aanmeldingsbrief plus bijlagen, waarin de gegadigde uiteenzet waarom hij of zij tot het programma toegelaten zou moeten worden. Dit zou tot uiting moeten komen in: de formele toelatingseisen; de motivering van de student; eventuele reeds aanwezige ervaring (scholing of werkervaring) op het terrein van cultureel erfgoed of het behoud van historische gebouwen; b. een scriptie en/of aanvullende relevante werkstukken die in het kader van een eerdere opleiding zijn geproduceerd. Deze documenten zouden moeten aantonen dat de gegadigde in staat is: een onderzoeksproject op te zetten en uit te voeren; zich een mening te vormen over een actueel onderwerp betreffende erfgoed; zichzelf doeltreffend schriftelijk uit te drukken; c. een gesprek met vertegenwoordigers van de deelnemende studierichtingen (Geesteswetenschappen en Ruimtelijke Wetenschappen) en vertegenwoordigers van verschillende erfgoedinstellingen die als aanbieders van stageplekken bij de opleiding betrokken zijn. Uit het gesprek moet blijken in hoeverre de gegadigde: Page 5

6 beschikt over voldoende algemene kennis (parate kennis, woordenschat); op de hoogte is van actuele culturele en maatschappelijke ontwikkelingen; inzicht heeft in het soort werk dat in de erfgoedsector wordt verricht en zich een mening heeft gevormd over erfgoedzaken en culturele planning, behoud van monumenten, natuurschoon, werelderfgoed, cultureel toerisme, enz.; in staat is te formuleren welke bijdrage hij of zij zou willen leveren aan het onderzoek naar en het behoud en beheer of de presentatie van voorwerpen en locaties; in staat is zijn of haar motivatie voor deelname aan de opleiding uiteen te zetten in relatie tot deze drie punten. Museum Studies: a. de aanmeldingsbrief plus bijlagen, waarin de gegadigde uiteenzet waarom hij of zij tot het programma toegelaten zou moeten worden. Dit zou tot uiting moeten komen in: de formele toelatingseisen; de motivering van de student; eventuele reeds aanwezige ervaring (scholing of werkervaring) op het terrein van cultureel erfgoed of het behoud van historische gebouwen; b. een scriptie of werkstuk gemaakt voor een eerdere opleiding en een opiniestuk (600 woorden) over een door de gegadigde gekozen museum of tentoonstelling. Deze documenten zouden moeten aantonen dat de gegadigde in staat is: op academische wijze te werken; zich een mening te vormen over een actueel onderwerp met betrekking tot musea; zichzelf doeltreffend schriftelijk uit te drukken; c. een gesprek met de selectiecommissie van de masteropleiding Museum Studies, waarin onder meer vertegenwoordigd zijn de coördinator van de masteropleiding, een tweedejaarsstudent en een van de volgende personen: Paul Spies, directeur van het Amsterdam Museum; Hetty Berg, hoofd Tentoonstellingen en Collecties, JHM; Pim Westerkamp, hoofd afdeling Zuidoost-Azië, Tropenmuseum; Pieter ter Keurs, hoofd afdeling Collecties & Onderzoek, Rijksmuseum van Oudheden Leiden; Marlies Kleiterp, hoofd Tentoonstellingen, Nieuwe Kerk en Hermitage; d. Het gesprek moet aantonen in hoeverre de gegadigde: beschikt over voldoende algemene kennis (parate kennis, woordenschat); op de hoogte is van actuele culturele en maatschappelijke ontwikkelingen; regelmatig musea en tentoonstellingen bezoekt in Nederland en daarbuiten, en zich een mening over die musea en tentoonstellingen heeft gevormd; inzicht heeft in het type onderzoek dat in musea wordt verricht; in staat is zijn of haar motivatie voor deelname aan de opleiding uiteen te zetten in relatie tot deze drie punten. Preservation and Presentation of the Moving Image: In verband met het beperkte aantal stageplaatsen vindt voor dit programma een selectieprocedure plaats. De toelatingscommissie selecteert studenten op basis van hun vooropleiding en studieresultaten, communicatieve vaardigheden en motivatie voor deelname aan de opleiding; kandidaten dienen zich vóór 1 april aan te melden en hun aanmelding vergezeld te laten gaan van een motivatiebrief, een overzicht van hun studieresultaten, informatie over relevante activiteiten en prestaties op het vakgebied, een selectie van schriftelijk werk (essays en/of academische teksten) en, tenzij ze voldoen aan de in artikel vermelde eisen, bewijs dat ze de Engelse taal beheersen (score op een taaltest Engels); internationale gegadigden dienen te beschikken over een bachelorgraad in Media en Cultuur of een soortgelijke graad, zoals bepaald in artikel De toelatingscommissie bepaalt of een gegadigde aan deze eisen voldoet. Artikel 3.3 Taaleis Nederlands of Engels Programma Archiefwetenschap (Nederlandstalig): Page 6

7 De student die zijn of haar vooropleiding niet in een Nederlandstalig land heeft genoten, toont aan dat hij/zij de Nederlandse taal voldoende beheerst om het wetenschappelijk onderwijs met succes te kunnen volgen. Aan deze eis kan worden voldaan door het met goed gevolg afleggen van een van de onderstaande examens: - het staatsexamen Nederlands als tweede taal, examen II (NT2 II); - CNaVT (Certificaat Nederlands als Vreemde Taal)-examens van PAT en PTHO; - door de UvA aangewezen buitenlandse examens waarvan de Nederlandse taal deel uitmaakte. Andere programma s (Engelstalig): 1. Aan de eis inzake beheersing van de Engelse taal als voertaal kan worden voldaan door het met goed gevolg afleggen van een van de volgende examens of een vergelijkbaar examen: - IELTS: 7, met een minimumscore van 7,0 voor de afzonderlijke examenonderdelen; - TOEFL internet based test: 100, met een minimumscore van 22 voor de afzonderlijke examenonderdelen; - Cambridge Advanced English: 'A' voor het Certificate in Advanced English of 'B' voor het Certificate of Proficiency in English. 2. Vrijstelling van de in het eerste lid vermelde examens voor de Engelse taal wordt verleend aan studenten die: - een vooropleiding in secundair of tertiair onderwijs hebben genoten in een Engelstalig land dat als zodanig staat vermeld opwww.gsh.uva.nl, of; - beschikken over een Engelstalig Internationaal Baccalaureaat, of; - aan de UvA hun bachelortitel hebben behaald en de module Academic English hebben voltooid met een score van 7,0 of hoger, of; - aan een Nederlandse universiteit een bachelorgraad in Engelse taal en cultuur hebben behaald. Artikel 3.4 Vrij programma 1. De student heeft de mogelijkheid om, onder bepaalde voorwaarden, een eigen onderwijsprogramma samen te stellen dat afwijkt van de door de opleiding voorgeschreven onderwijsprogramma s. 2. De samenstelling van een dergelijk onderwijsprogramma behoeft de voorafgaande toestemming van de examencommissie. 3. Het vrije programma wordt door de student samengesteld uit de onderwijseenheden van de masteropleidingen die door de Universiteit van Amsterdam worden verzorgd. 4. Opbouw van het curriculum Artikel 4.1 Samenstelling van de opleiding De opleiding omvat de volgende onderdelen: 18 ECTS voor core courses; 24 ECTS voor keuzevakken; 30 ECTS voor een leerwerkplaats/praktijkstage; 18 ECTS voor de scriptie. Artikel 4.2 Verplichte onderwijseenheden Archiefwetenschap: Studenten moeten de onderstaande vakken volgen. Jaar 1 Naam Code Aantal Periode of semester Niveau onderwijseenheid Archieven en de Y 6 semester 1, blok 1 6 samenleving Archiveringsystemen Y 12 semester 1, blok 2 en 6 Page 7

8 3 Information Retrieval* Y 12 semester 1, blok 1 en 4 2 Duale periode Y 30 semester 2 6 Archiefwetenschap * Dit vak mag in overleg met de coördinator van de masteropleiding en onder de voorwaarde van goedkeuring van de examencommissie worden vervangen door een ander (keuze)vak. Archiefwetenschap: Studenten moeten de onderstaande vakken volgen. Jaar 2 Vergelijkende Y 12 semester 1, blok 1 en 2 6 Archiefwetenschap Masterscriptie Archiefwetenschap Y 18 semester 1 6 Heritage and Memory Studies: Studenten moeten de onderstaande vakken volgen. Jaar 1 Heritage and Memory Y 6 semester 1, blok 1 6 Theory Who owns the past Y 12 semester 1, blok 2 en 3 6 Keuzevak - 12 semester 1, blok 1 en 2 4 of 6 Stage Heritage and Memory Studies Y 30 semester 2 6 Heritage and Memory Studies: Studenten moeten de onderstaande vakken volgen. Jaar 2 Current Issues: Excursion Y 12 semester 1, blok 1 en 2 6 Abroad Masterscriptie Heritage en Memory Studies Y 18 semester 1 6 Museum Studies: Studenten moeten de onderstaande vakken volgen. Jaar 1 Museum Studies: History, Y 6 semester 1, blok 1 6 Theory & Sources Museum Concepts & Y 6 semester 1, blok 2 6 Narratives Museums & the Mobility Y 6 semester 1, blok 3 6 of Artefacts Keuzevak - 12 semester 1, blok 1 en 2 4 of 6 Stage Museum Studies Y 30 semester 2 6 Museum Studies: Studenten moeten de onderstaande vakken volgen. Jaar 2 Page 8

9 Current Issues: Excursion Abroad Masterscriptie Museum Studies Y 12 semester 1, blok 1 en Y 18 semester 1 6 Preservation and Presentation of the Moving Image: Studenten moeten de onderstaande vakken volgen. Jaar 1 Collection and Collection Y 6 semester 1, blok 1 6 Management Access and Reuse Y 12 semester 1, blok 2 en 3 6 Preservation and Y 6 semester 1, blok 1 6 Restoration Media Archaeology Y 6 semester 1, blok 2 6 Research Workshop + scriptie Preservation and Presentation of the Moving Image Y 18 semester 2 6 Preservation and Presentation of the Moving Image: Studenten moeten de onderstaande vakken volgen. Jaar 2 Preservation and Y 24 semester 1 6 Presentation of the Moving Image Projectvoorstel Y 6 semester 1, blok 1 6 Artikel 4.3 Keuzeruimte De student kan keuzevakken kiezen uit de lijst die is opgenomen in Bijlage 1. De student die een ander vak of een andere stage wil volgen, dient vooraf schriftelijk toestemming van de examencommissie verkregen te hebben. 5. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 5.1 Wijzigingen en periodieke beoordeling (deel B) 1. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling wordt door de decaan vastgesteld na advies van de desbetreffende opleidingscommissie. Het advies wordt in afschrift verzonden aan het bevoegde medezeggenschapsorgaan. 2. Een wijziging van deel B van de onderwijs- en examenregeling behoeft de instemming van de facultaire medezeggenschap op de onderdelen die niet de onderwerpen van artikel 7.13, tweede lid onder a t/m g, alsmede het vierde lid WHW betreffen. Onderdelen die onderwerpen van artikel 7.13, tweede lid, onder v betreffen, dienen ter advisering voorgelegd te worden aan de facultaire medezeggenschap. 3. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling kan slechts betrekking hebben op een lopend studiejaar, indien de belangen van de studenten daardoor aantoonbaar niet worden geschaad. Artikel 5.2 Overgangsbepalingen 1. Voor de student die op de datum van inwerkingtreding van deze regeling een of meer examenonderdelen volgens de oude regeling met goed gevolg heeft afgesloten, maar Page 9

10 nog niet aan alle examenvereisten heeft voldaan en die in zijn belangen geschaad wordt door bepalingen in deze regeling die afwijken van bepalingen in oudere regelingen, wordt door de examencommissie een overgangsregeling vastgesteld, met inachtneming van hetgeen aangaande examens en examenonderdelen in de wet is bepaald. 2. Indien van toepassing is een overgangsregeling met betrekking tot wijzigingen in het curriculum opgenomen in Bijlage 2. Artikel 5.3 Bekendmaking 1. De decaan draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, alsmede van elke wijziging daarvan. 2. De onderwijs- en examenregeling wordt geplaatst op de website van de faculteit en wordt geacht te zijn opgenomen in de studiegids. Artikel 5.4 Inwerkingtreding Deel B van deze regeling treedt in werking op 1 september Aldus vastgesteld door de decaan op 20 oktober Advies opleidingscommissie d.d. 11 mei Advies bevoegd medezeggenschapsorgaan d.d. 11 augustus Page 10

11 Bijlage: Lijst keuzevakken Keuzevakken voor de opleiding Archiefwetenschap Aantal Naam onderwijseenheid Code studiep Periode of semester Niveau unten Information Retrieval Y 12 semester 1, blok 1 en 2 4 Keuzevakken voor de opleiding Heritage and Memory Studies Naam onderwijseenheid Code Aantal Niveau Periode of semester Autonomie en Engagement: van Romantiek tot Avantgarde Y 12 semester 1, blok 1 en 2 4 Biography of Landscape Y 6 semester 1, blok 2 4 Canoniseringsprocessen en cultureel erfgoed Y 6 semester 1, blok 1 4 Comparative and Y 12 semester 1, blok 1 en 2 4 Cultural Analysis Digital Heritage Y 12 semester 2, blok 1 en 2 4 History, Cultural Memory and Trauma Y 12 semester 1, blok 1 en 2 4 Kernthema s van de cultuurwetenschappen: Y 6 semester 1, blok 1 4 capita selecta Kunst, cultuur en het publieke domein Y 12 semester 1, blok 1 en 2 4 Museum Studies: Y 6 semester 1, blok 1 6 History, Theory & Sources Museum Concepts & Y 6 semester 1, blok 2 6 Narratives Museums & the Mobility Y 6 semester 1, blok 3 6 of Artefacts Painting (and) the City: Y 6 semester 1, blok 2 4 de kunstenaar en de stad in de 17 de -eeuwse Republiek Publieksonderzoek in Y 12 semester 1, blok 2 en 3 4 kunst en cultuur The Eye and the Object Y 6 semester 1, blok 2 6 Keuzenvakken voor de opleiding Museum Studies Aantal Naam onderwijseenheid Code studiep Periode of semester Niveau unten Archaeology, Museums and the Public nnb 6 semester 1, blok 1 4 Biography of Landscape Y 6 semester 1, blok 2 4 Curating the Moving Image Y 6 semester 2, blok 2 4 Page 11

12 Digital Heritage Y 12 semester 2, blok 1 en 2 4 Heritage and Memory Theory Y 6 semester 1, blok 1 6 The Eye and the Object Y 6 semester 1, blok Y Verzamelen en en Presenteren I en II Y 12 semester 1, blok 1 en 2 6 Who owns the past Y 12 semester 1, blok 2 en 3 6 Keuzevakken voor de opleiding Preservation and Presentation of the Moving Image Naam onderwijseenheid Code Aantal Niveau Periode of semester Curating the Moving Image Y 6 semester 2, blok 2 4 This is Film! Film Heritage in Practice Y 6 semester 2, blok 1 4 Amsterdam and Creative Urbanism Y 12 semester 2, blok 1 en 2 4 Digital Heritage Y 12 semester 2, blok 1 en 2 4 History, Identity, Agency Y 12 semester 2, blok 1 en 2 4 Innovatie van de publieke informatievoorzieningen Y 12 semester 2, blok 1 en 2 4 Narrative and Globalization Y 12 semester 2, blok 1 en 2 4 New Media Literary Forms Y 12 semester 2, blok 1 en 2 4 Curating the Moving Image Y 12 semester 2, blok 1 en 2 4 Page 12

13 Bijlage: Overgangsbepalingen met betrekking tot wijzigingen in het curriculum Archiefwetenschap Vak Vervangend vak Archiveringsystemen (18 EC) Archieven en de samenleving (6 EC) EN Archiveringsystemen (12 EC) Heritage and Memory Studies Vak Vervangend vak Erfgoedtheorie (6 EC) Heritage and Memory Theory (6 EC) Wie bezit het verleden? Theoretische Who owns the past (12 EC) perspectieven & site-analyse (12 EC) Stage (30 EC) Internship Heritage and Memory Studies (30 EC) Buitenlandexcursie Erfgoedstudies (12 EC) Current Issues: Excursion Abroad (12 EC) - in aangeboden in het Nederlands MA-scriptie Erfgoedstudies (18 EC) zal voor het laatst in het Nederlands worden aangeboden in Museum Studies Vak Vervangend vak Grondleggers van de museologie (6 EC) Museum Studies: History, Theory & Sources (6 EC) Signalementen (12 EC) Museums Concepts & Narratives (6 EC) EN Museums & the Mobility of Artefacts (6 EC) Stage Museum Studies (30 EC) Stage Museum Studies (30 EC) Buitenlandexcursie Museum Studies (12 EC) Current Issues: Excursion Abroad (12 EC) - in aangeboden in het Nederlands MA-scriptie Museum Studies (18 EC) zal voor het laatst in het Nederlands worden aangeboden in Page 13