Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 november 2016, uur.

!1! Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 19 december 2017 Onderwerp Brief ter aanbieding van het onderzoek naar de beschikbaarheid van het tapsysteem van politie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 17 november 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Beveiligingsteam Oranjes bende

Datum 29 november 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat oud-minister Opstelten het minder Marokkanen-proces zou hebben beïnvloed

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Datum 19 februari 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de noodkreet van verontruste rechters

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 23 mei 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat de Haagse politie een rapport over discriminatie zou hebben gemanipuleerd

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid

Deze vragen werden ingezonden op 17 augustus 2018 met kenmerk 2018Z14697.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Turfmarkt DP Den Haag Postbus 20301

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Algemeen Dagblad T.a.v. Postbus TC ROTTERDAM

Datum 23 november 2012 Onderwerp Nadere informatie n.a.v. de berichtgeving over de secretaris-generaal van mijn ministerie

> Retouradres Postbus EH Den Haag. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 13 september 2017 Onderwerp Uw Wob-verzoek inzake correspondentie over adoptie uit Sri Lanka en de (voormalige) adoptievergunninghouder FLASH

Ministerie van Binnenlandse Zaken Aanbieding rapport "Klagen bij de politie"

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Datum 27 februari 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over de miljoenen van Bruinsma op een Zwitserse bankrekening

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Ministerie van Justitie en Veiligheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Datum 21 april 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de kwaliteit van dienstverlening door rechtsbijstandsverzekeraars

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijlage 1.

Datum 4 maart 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de signalen dat DNA-onderzoeken door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) zijn vertraagd

Datum 27 maart 2013 Onderwerp Beantwoording Kamervragen Arib (PvdA) over het vaak niet melden van de dood van een minderjarige

Datum 10 februari 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen van de leden Marcouch en Fokke en het lid Kuzu

Datum 8 november 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat de politie foto s neemt van personen en hun identiteitsbewijzen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 3 december 2013

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 9 mei 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de knelpunten bij het afpakken van crimineel vermogen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 12 februari 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het politiebezoek om twitter-kritiek op AZC

Datum 2 juni 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de sterke afname van contacten bij het Juridisch Loket

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 8 juni 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over nader onderzoek naar het verband tussen het gebruik van bepaalde medicijnen en agressie

Aan de Voorzitten van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Datum 27 oktober 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat de politie de nekklem mag blijven gebruiken van de rechter

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Maatschappelijk Domein De gemeenteraad van Purmerend

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 14 september 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over een bericht over geluidsopnamen contact tussen reddingsschip en mensensmokkelaars

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Reglement behandeling bezwaarschriften politie 2015

Datum 7 november 2013 Onderwerp Beantwoording kamervragen over het artikel Onderzoek naar oudambtenaar

Ministerie van Justitie en Veiligheid

Datum 31 juli 2015 Onderwerp Eerste deelbesluit wob-verzoek ICT-incidenten. Geachte

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Datum 26 oktober 2015 Onderwerp Beantwoording VKC verzoeken van 11 juni 2015 en 1 oktober 2015 over wijziging Circulaire wapens en munitie

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Financiën ;

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De met u gemaakte afspraken, bedoeld in de vorige alinea, houden het volgende in:

Misstandenregeling (Klokkenluiders- en Incidentenregeling)

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Onderwerp en positionering van de beleidsdoorlichtingen In de beleidsdoorlichtingen van de ADR staan de volgende beleidsdoelstellingen centraal:

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 24 april 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over de rol van advocaten en accountants bij fraudeonderzoeken

Datum 10 januari 2014 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het rapport van Amnesty International over etnisch profileren

Regeling vergoedingen commissies politie 2017

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

SELECTIE- EN AANWIJZINGSPROCEDURE KWARTIERMAKERS NATIONALE POLITIE

2. GEVRAAGDE BESLISSING:

Klokkenluidersregeling. Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand binnen het Regius College Schagen

Datum 5 september 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over incassobureaus en de dubieuze handel in schulden

In deze brief licht ik het voornemen tot oprichting van deze rechtspersoon nader toe.

Besluit van houdende regels ter uitvoering van artikel 36 van de Politiewet 2012 (Besluit verdeling sterkte en middelen politie)

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

KLOKKENLUIDERSREGELING. Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand binnen het St. Michaël College

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Datum 4 juni 2013 Onderwerp Beantwoording kamervragen over Gemeente Venray in gesprek met Marokkaanse overheid over criminele jongeren

Tweede Kamer der Staten-Generaal

> Retouradres Postbus EH Den Haag. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Datum 26 februari 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'Zorg over groei geweld door verwarde mensen in Rotterdam'

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Beoordeling. Bevindingen. h2>klacht

Transcriptie:

1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie Wetgeving en Juridische Zaken Sector Juridische Zaken en Wetgevingsbeleid Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj Datum 12 september 2017 Onderwerp Rapport van de Commissie COR politie 1. Inleiding Bij besluit van 23 december 2016 heeft de voormalige minister van Veiligheid en Justitie de Commissie COR politie (hierna: de Commissie) ingesteld met als taak onderzoek te verrichten naar, een feitelijke reconstructie te geven ten aanzien van en antwoord te geven op de volgende vragen: a. wat is de betrokkenheid van de korpschef (waaronder tevens wordt verstaan de kwartiermaker nationale politie in de periode tot 1 januari 2013) in de periode van mei 2011 tot en met juni 2016 bij beslissingen ten aanzien van en het houden van toezicht op de financiën van de centrale ondernemingsraad; b. heeft de handelwijze van de korpschef inzake de financiën dan wel anderszins in zijn relatie tot de (voorzitter van de) centrale ondernemingsraad invloed gehad op de besluitvorming c.q. advisering door de centrale ondernemingsraad en zo ja, welke; c. welke kennis en rol hadden de (voormalige) Minister van Veiligheid en Justitie en/of zijn departement ten aanzien van het onder a en b genoemde en over welke kennis behoorde de (voormalige) Minister van Veiligheid en Justitie vanuit zijn verantwoordelijkheid te beschikken. 1 De aanbieding van het rapport van de Commissie was oorspronkelijk gepland op 27 juni jl. Enkele dagen daarvoor werd de heer Bouman getroffen door een hartstilstand. Dat was aanleiding voor de Commissie om de aanbieding van dit rapport uit te stellen tot een passender moment. Op 31 juli jl. werd het droevige bericht van het overlijden van de heer Bouman bekend. De loopbaan van de heer Bouman heeft altijd in het teken gestaan van veiligheid en rechtvaardigheid. In 1 Zie het Instellingsbesluit Commissie COR politie (Stcrt. 2017, 3855, zoals aangeboden aan de Kamer middels een brief van 23 december 2016, Kamerstukken II 2016/17, 28 844, nr. 113). Voor de aanleiding voor het instellen van deze commissie verwijs ik naar Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 3221, Kamerstukken II 2016/17, 28 844, nr. 106, Besluitenlijst Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie van 2 november 2016, onder punt 26, Kamerstukken II 2016/17, 28 844, nr. 107, Kamerstukken II 2016/17, 28 844, nr. 108 en Kamerstukken II 2016/17, 28 844, nr. 110. 1

zijn functies bij de politie, het openbaar ministerie en bij de AIVD zette hij zich volop in voor de publieke zaak. Ook als hij in de persoonlijke sfeer moeilijke tijden doormaakte, bleef hij op zijn post. Daarvoor verdient hij groot respect. Vandaag heb ik uit handen van de heer Ruys, de voorzitter van de Commissie, het rapport ontvangen dat de Commissie heeft uitgebracht. Ik ben de Commissie erkentelijk voor het vele werk dat zij heeft verricht en voor het rapport dat daarvan het resultaat is. Ik hecht er in dit verband op te wijzen dat binnen de politie en mijn ministerie oproepen zijn gedaan aan de medewerkers om zich te melden bij de Commissie, indien zij over informatie beschikken die relevant is voor het onderzoek. De Commissie heeft verder inzage gekregen in alle relevante gegevens. Het rapport is een bevestiging van de conclusies die de korpschef heeft getrokken naar aanleiding van het oriënterend onderzoek, waarover uw Kamer bij brief van 1 november 2016 is geïnformeerd. Het rapport van de Commissie constateert dat een cyclus van begroting en verantwoording van de COR ontbrak, de financiële controle en toezicht op uitgaven van de COR gebrekkig was en dat onvoldoende krachtig is opgetreden tegen niet-naleving van begrotingsdiscipline door de COR. De Commissie heeft geen bewijs gevonden dat het feitelijk verloop van de belangrijkste adviestrajecten van de COR (i.o.) is beïnvloed door de handelwijze van de korpschef ten aanzien van de COR-uitgaven of door de ruimhartige verstrekking van faciliteiten aan de COR. Evenmin heeft de Commissie geoordeeld dat er aanwijzingen zijn dat de opeenvolgende ministers van Veiligheid en Justitie voor april 2016 op de hoogte waren van de specifieke situatie rondom de financiën van de COR. In onderstaande reactie ga ik in op de belangrijkste thema s uit de conclusies van de Commissie: financiële controle en toezicht op de COR, de beïnvloeding van de advisering en de besluitvorming van de COR en e rol van het ministerie. Ik realiseer me dat deze thema s op aspecten de specifieke onderzoeksopdracht van de Commissie overstijgen, maar ik zal mij in deze beleidsreactie zoveel mogelijk beperken tot het geven van een reactie op het onderzoeksrapport van de Commissie. 2. Financiële controle en toezicht op de COR Op 1 januari 2013 ging de nationale politie van start. Zoals in het bij het rapport van de Commissie gevoegde onderzoek van de Auditdienst Rijk (ADR) staat vermeld was op dat moment nog geen landelijke (financiële) administratie ingericht. De bemensing op de financiële functies was bij de start van de nationale politie nog niet adequaat. Naarmate de organisatie vorm kreeg, ontstond nieuwe kaderstelling die geïmplementeerd moest worden. De ADR constateert dat deze situatie in ieder geval tot en met 2016 relevant was. Tegen deze achtergrond constateert de Commissie in de periode 2013-2016 het ontbreken van een goed functionerende cyclus van begroting en verantwoording ten aanzien van de COR, waarbij budgetten jaar na jaar werden overschreden. De begroting van 2014 werd nooit formeel vastgesteld en in 2015 werd door de COR zelfs geen begroting ingediend, terwijl door het korps wel gelden werden toegekend. Begrotingen werden herhaaldelijk te laat ingediend en kenden niet altijd een voldoende onderbouwing. Verantwoordingen werden door de COR (regelmatig) niet van een toereikende toelichting voorzien. De COR werd gemaand tot soberheid, maar aan Pagina 2 van 5

het niet-naleven van gemaakte afspraken (waaronder ook kostenoverschrijdingen) werden geen nadere consequenties verbonden. De Commissie plaatst de eigen bevindingen tegen de achtergrond van de vorming van de nationale politie. Reeds eerder is geconstateerd dat het tempo en de ambities bij het ontwerp en de vorming van de nationale politie te hoog lagen. 2 De politie moest teveel tegelijkertijd doen. Niet alleen moest de voormalige korpschef één van de grootste veranderingen in de publieke sector doorvoeren, tevens moesten diverse noodzakelijke verbeteringen die uit het oude bestel, alsook noodzakelijke verbeteringen die uit nieuwe wensen voortkwamen gerealiseerd worden. Ook moesten 27 voormalige bedrijfsvoeringen worden samengebracht tot één Politiedienstencentrum (het PDC) waaronder het samenvoegen van 27 (financiële) administraties en (financiële) systemen. De korpschef heeft inmiddels maatregelen genomen naar aanleiding van de bevindingen uit het oriënterend onderzoek zodat een situatie zoals beschreven in het rapport thans niet meer kan voorkomen. In de eerste plaats zijn interne onderzoeken naar plichtsverzuim opgestart. 3 In één geval is dat onderzoek afgerond. In de andere twee gevallen heeft de korpschef voorgenomen besluiten genomen die thans voor een zienswijze bij betrokkenen liggen. In één van deze onderzoeken leverde de vaststelling van het feitencomplex een vermoeden op van het plegen van strafbare feiten. Als gevolg hiervan heeft de korpschef aangifte gedaan. Dit onderzoek loopt nog. Zoals gebruikelijk doe ik geen nadere mededelingen over een lopend strafrechtelijk onderzoek in een individueel geval. In de tweede plaats heeft de korpschef een interne audit gedaan naar de totstandkoming van de afspraken over faciliteiten voor de COR. Deze audit levert een aantal belangrijke inzichten op voor de verbetering van de beheerorganisatie en verduidelijking van de afspraken. In de derde plaats heeft de korpschef de procedures, taken en rollen rondom het proces van begroten, besteden en verantwoorden van de COR grondig tegen het licht laten houden en op belangrijke punten aangepast en aangescherpt. De financiële huishouding is inmiddels dusdanig op orde dat het begroten, besteden en verantwoorden van het COR-budget adequaat kan geschieden. In de vierde plaats verdient vermelding dat in opdracht van de korpschef een vergelijkend onderzoek is gedaan naar de faciliteiten van de medezeggenschap in andere organisaties. De uitkomsten tonen aan dat de voorzieningen relatief ruimhartig zijn en worden betrokken bij de evaluatie van de ondernemingsovereenkomst. In de vijfde plaats heeft de korpschef een lid van de korpsleiding gevraagd om in samenspraak met de medezeggenschap en de politievakorganisaties een heroriëntatie op de medezeggenschap te starten met het oog op de toekomst. 2 Kamerstukken II 2014/15, 29 628, nr. 554 en Kamerstukken II 2015/16, 29 628, nr. 643 (bijlage met de aanbiedingsbrief van de korpschef van 20 juni 2016). 3 Zie Kamerstukken II 2016/17, 28 844, nrs. 107 en 108. Pagina 3 van 5

3. Geen beïnvloeding advisering of besluitvorming COR De Commissie heeft geen bewijs gevonden dat het feitelijk verloop van de belangrijkste adviestrajecten van de COR (i.o.) oneigenlijk is beïnvloed door de handelwijze van de voormalige korpschef ten aanzien van de COR-uitgaven of door de ruimhartige verstrekking van faciliteiten aan de COR en zijn voorzitter. Ook maakt het rapport inzichtelijk dat de voormalige korpschef pas achteraf kennis heeft kunnen nemen van bepaalde disproportionele uitgaven en hierover geen voorafgaande communicatie met de voormalige korpschef heeft plaatsgevonden. De Commissie oordeelt dat met betrekking tot twee feiten (het verstrekken van een lening aan en de bevordering van de voormalig voorzitter van de COR) de voormalig korpschef niet heeft voldaan aan de normen die daaraan vanuit professioneel oogpunt gesteld zou mogen worden. Ze zouden het beeld oproepen van willekeur en persoonlijke begunstiging. Zoals te doen gebruikelijk in het contact tussen bewindspersonen en uw Kamer acht ik het ook nu niet gepast nader in te gaan op het functioneren van individuele ambtenaren. 4. Rol van het ministerie Uit het rapport van de Commissie blijkt dat er geen aanwijzingen zijn dat de opeenvolgende ministers van Veiligheid en Justitie voor april 2016 op de hoogte waren van de specifieke situatie rondom de financiën van de COR. Vanaf april 2016 ontving het ministerie signalen van de politievakorganisaties, van de huidige directeur Korpsstaf en van de huidige korpschef over de bestedingen van de COR. Op dat moment constateerde het ministerie dat de kwestie werd opgepakt door middel van het instellen van onderzoek op last van de huidige korpschef. Op een ander vlak stelt de Commissie dat het ministerie wel eerder maatregelen had kunnen en moeten treffen inzake de rolverdeling tussen de COR en de politievakorganisaties. In dit verband beschrijft het rapport dat het ministerie een meer heldere afbakening had moeten creëren tussen enerzijds de COR en anderzijds de politievakorganisaties. Mijn ministerie is zich van begin af aan bewust geweest dat de verhouding tussen de politievakorganisaties en de COR als nieuwe institutionele actor aandacht behoefde. Met de komst van de nationale politie en de intrede van één korpschef en een COR moest immers worden gekomen tot een (her)definiëring van de verhoudingen. Het ministerie heeft verschillende initiatieven genomen om de verhouding tussen de COR en de politievakorganisaties te verduidelijken. Zo vond reeds op 3 oktober 2012 een gesprek plaats tussen de voormalig voorzitter van de COR (i.o.) en mijn directoraat-generaal Politie. Twee weken na de start van de nationale politie werden twee externe begeleiders aangesteld om in april en juni 2013 met de vier partijen (ministerie, politie, COR en politievakorganisaties) bijeen te komen. Ook daarna kwamen deze vier partijen met regelmaat bijeen. In februari 2014 startte het zogeheten Vierpartijenoverleg om de hoofdlijnen van de personele reorganisatie, verder uit te werken. En in april 2014 werd gestart met het agenda-overleg CGOP 4 /COR waarin meer duidelijkheid had moeten ontstaan over de taakverdeling tussen de COR en de politievakorganisaties. Daarnaast heeft de heer Borstlap, zoals ook vermeld staat in het rapport van de Commissie, eind 2016 advies gegeven wat leidde tot de instelling van een nieuw regulier 4 Georganiseerd Overleg tussen Korps en Bonden Pagina 4 van 5

overleg tussen de korpschef en de vakorganisaties over de uitvoering van afspraken die in het CGOP gemaakt zijn, te weten het Gemeenschappelijk overleg tussen korpschef en bonden, met de COR als toehoorder. Dit overleg is in april 2017 van start gegaan. 5. Afsluiting Ten slotte heeft mijn ambtsvoorganger bij brief van 8 november 2016 de Kamer gemeld dat het op dat moment niet mogelijk was het oriënterend onderzoek dat aanleiding was voor het instellen van de Commissie COR Politie (vertrouwelijk) met uw Kamer te delen aangezien het strafrechtelijke onderzoek nog lopende was. Deze situatie is op dit moment onveranderd, maar ik hecht er aan te benadrukken dat de Commissie alle relevante onderliggende stukken, waaronder ook dit oriënterend onderzoek, heeft kunnen betrekken bij haar onderzoek. De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok Pagina 5 van 5