Handleiding voor netwerkprinten



Vergelijkbare documenten
Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

PostScript 3 Supplement

In deze handleiding worden twee maateenheden gebruikt.

Windows 98 en Windows ME

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Gebruiksaanwijzing Softwarehandleiding

In deze handleiding worden twee maateenheden gebruikt.

Windows Custom PostScript- of PCL-printerstuurprogramma installeren

Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003

Gebruiksaanwijzing Softwarehandleiding

HANDLEIDING VOOR SNELLE NETWERKINSTALLATIE

Printersoftware. De printersoftware. De Epson-software bevat de software voor de printerdriver en EPSON Status Monitor 3.

In deze handleiding worden twee soorten maateenheden gehanteerd. Voor dit apparaat geldt de metrieke

Configuratiesoftware voor NetWare-netwerken

PostScript 3 Supplement

Eigen PostScript- of PCL-printerstuurprogramma voor Windows installeren

AR-NB2 NETWERK UITBREIDINGS KIT. SOFTWARE-INSTALLATIEGIDS (voor de netwerkprinter) MODEL

Installatiehandleiding MF-stuurprogramma

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

PostScript 3 Supplement

Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

PostScript 3 Supplement

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

Met het oog op een veilig en correct gebruik van dit apparaat dient u de Veiligheidsinformatie in deze gebruikshandleiding te lezen voordat u het

VOORDAT U DE SOFTWARE INSTALLEERT INSTALLATIE IN EEN WINDOWS-OMGEVING INSTALLATIE IN EEN MACINTOSH-OMGEVING PROBLEMEN OPLOSSEN

Handleiding voor aansluitingen

DIGITAAL KLEUREN MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM

Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

System Updates Gebruikersbijlage

Netwerkhandleiding. Windows-configuratie Gebruik van een afdrukserver Printer bewaken en configureren Aanhangsel

Versienotities voor de klant Fiery EXP4110, versie 1.1SP1 voor Xerox 4110

Digitale camera Softwarehandleiding

LASERPRINTER. Handleiding software-installatie VOORDAT U DE SOFTWARE INSTALLEERT INSTALLATIE IN EEN WINDOWS-OMGEVING

Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003

Software-installatiehandleiding

Beheerdershandleiding

Nokia C110/C111 draadloze LAN-kaart Installatiehandleiding

Xerox EX136 Print Server Powered by Fiery voor de Xerox D136 kopieermachine-printer. Afdrukken

In deze handleiding worden twee soorten maateenheden gehanteerd. Voor dit apparaat geldt de metrieke

Uw gebruiksaanwijzing. SHARP AL-1633/1644

Het lokale netwerk configureren

2500C. Professional Series Color Printer NETWERKGIDS

VOORDAT U DE SOFTWARE INSTALLEERT INSTALLATIE IN EEN WINDOWS-OMGEVING INSTALLATIE IN EEN MACINTOSH-OMGEVING PROBLEMEN OPLOSSEN

Handleiding PCL-stuurprogramma

Handleiding software-installatie

Voor gebruikers met netwerkverbindingen via Windows

Netwerkhandleiding voor de HL-2070N

Handleiding Wi-Fi Direct

QL-500 QL-560 QL-570 QL-650TD QL-1050

Handleiding software-installatie

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

Vigor V2.0. Voor een uitgebreidere handleiding kijk op e- mail:

Handleiding Wi-Fi Direct

P-touch Editor starten

Versienotities voor de klant Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox Color 800/1000 Press, versie 1.3

(2) Handleiding Computer Configuratie voor USB ADSL modem

Firmware Upgrade Utility

Fiery Driver Configurator

Macintosh. Vereisten. EtherTalk inschakelen en gebruiken. Mac OS 9.x. Phaser 8400-kleurenprinter

Windows Vista /Windows 7- installatiehandleiding

De Fiery-software installeren voor Windows en Macintosh

Componenten installeren en de netwerkinterface klaarmaken voor gebruik

Universele handleiding stuurprogramma s

Printen via het netwerk Zorg ervoor dat het werkt

TOUCH DISPLAY DOWNLOADER GEBRUIKSAANWIJZING

Installatiehandleiding. Aan de slag DeskTopBinder V2 Lite installeren Bijlage

mobile PhoneTools Gebruikershandleiding

QL-580N QL-1060N. Handleiding voor de installatie van de software. Nederlands LB A

AL-1633 AL-1644 DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM SOFTWARE INSTALLATIE HANDLEIDING

Installeer de C54PSERVU in Windows Vista

Gebruiksaanwijzing Website met toepassingen

Er worden in deze handleidingen twee manieren gebruikt om afmetingen aan te geven. Kijk voor dit apparaat naar de metrische versie.

Verkorte werkwijze eerste gebruik 1. Software installeren (3.1) 2. Aansluiten (3.2) 3. Controle na installatie (3.3)

Printopdrachten sturen vanaf een notebook op de campus en je pc thuis naar de printer/copiers voor studenten

Aansluitingengids. Windows-instructies voor een lokaal aangesloten printer. Voordat u de printersoftware installeert voor Windows

Fiery EXP8000 Color Server SERVER & CONTROLLER SOLUTIONS. Afdrukken uit Windows

Inleiding. De instructies zijn primair bedoeld voor:

LCD MONITOR SHARP INFORMATION DISPLAY GEBRUIKSAANWIJZING

Installatiehandleiding software

Fiery EXP4110 SERVER & CONTROLLER SOLUTIONS. Afdrukken uit Windows

Fiery Network Controller voor Xerox WorkCentre 7800 Series. Welkom

2 mei Remote Scan

Gebruiksaanwijzing Firmware-updatehandleiding

BIPAC 7402G g ADSL VPN Firewall Router. Snelle Start Gids

Fiery EX4112/4127. Afdrukken uit Windows

Netwerkhandleiding voor Windows bij hp deskjet 900c series-printer. Nederlands

Firmware Update Bijwerken

D4600 Duplex Photo Printer

Het installeren van de software.

Printer- / Scannerhandleiding

Fiery Network Controller voor DocuColor 250/240 SERVER & CONTROLLER SOLUTIONS. Welkom

DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN. Printerstuurprogramma installeren

Gebruikershandleiding

Hier beginnen. Inktcartridges uitlijnen zonder een computer

Korte installatiehandleiding voor de datakabel CA-42

Transcriptie:

Handleiding voor netwerkprinten 1 2 3 4 5 6 7 Configuratie van Windows 95/98/Me Configuratie van Windows 2000 Configuratie van Windows XP Configuratie van Windows NT 4.0 Configuratie van NetWare Configuratie van Macintosh Bijlage U kunt het apparaat alleen veilig en op de juiste manier gebruiken als u eerst de veiligheidsinformatie in de Gebruiksaanwijzing leest.

Inleiding Willen gebruikers maximaal profiteren van de diverse functies, dan moeten ze de instructies in deze handleiding zorgvuldig lezen en opvolgen. Bewaar de handleiding op een handige plaats bij het apparaat. Belangrijk De inhoud van deze handleiding kan zonder voorafgaande waarschuwing worden gewijzigd. Het bedrijf kan in geen enkel geval aansprakelijk worden gesteld voor directe, indirecte, speciale en incidentele schade of gevolgschade die is ontstaan door het werken met of het bedienen van het apparaat. Aanduidingen van softwareversies in deze handleiding NetWare 3.x betekent NetWare 3.12 en 3.2. NetWare 4.x betekent NetWare 4.1, 4.11 en IntranetWare. Handelsmerken Apple, AppleTalk, EtherTalk, LaserWriter, Macintosh en Mac zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. Ethernet is een gedeponeerd handelsmerk van Xerox Corporation. Microsoft, Windows en Windows NT zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Netscape en Netscape Navigator zijn gedeponeerde handelsmerken van Netscape Communications Corporation. Novell, Netware en NDS zijn gedeponeerde handelsmerken van Novell, Inc. PostScript is een gedeponeerd handelsmerk van Adobe Systems, Incorporated. Sun is een gedeponeerd handelsmerk van Sun Microsystems, Inc. SunOS is een gedeponeerd handelsmerk van Sun Microsystems, Inc. Andere productnamen die in deze documentatie worden gebruikt, dienen uitsluitend ter identificatie en zijn mogelijk handelsmerken van hun respectievelijke eigenaren. Wij maken geen aanspraak op enig recht op deze merken. De eigennamen van de Windows-besturingssystemen zijn: De productnaam van Windows 95 is Microsoft Windows 95. De productnaam van Windows 98 is Microsoft Windows 98. De productnaam van Windows Me is Microsoft Windows Millennium Edition (Windows Me). De productnamen van Windows XP zijn: Microsoft Windows XP Professional Microsoft Windows XP Home Edition De productnamen van Windows 2000 zijn: Microsoft Windows 2000 Advanced Server Microsoft Windows 2000 Server Microsoft Windows 2000 Professional De productnamen van Windows NT 4.0 zijn: Microsoft Windows NT Server 4.0 Microsoft Windows NT Workstation 4.0

Handleidingen voor dit apparaat In onderstaande handleidingen worden bediening en onderhoud van dit apparaat beschreven. Alle gebruikers moeten de instructies zorgvuldig lezen en opvolgen, willen ze dit apparaat veilig en efficiënt bedienen. Printerhandleiding 1 Hierin worden de systeeminstellingen, procedures en functies voor het gebruik van dit apparaat beschreven. Deze handleiding staat ook als PDF-bestand op de cd-rom Printer Drivers and Utilities. Printerhandleiding 2 Hierin worden de procedures en de informatie beschreven die betrekking hebben op het gebruik van dit apparaat. Deze handleiding staat als PDF-bestand op de cd-rom Printer Drivers and Utilities. Handleiding voor netwerkprinten (deze handleiding) Hierin vindt u de procedures en de noodzakelijke informatie voor de instelling en het gebruik van de printer in een netwerkomgeving. We raden u aan deze handleiding als eerste door te lezen. Deze staat als PDF-bestand op de cd-rom Printer Drivers and Utilities. i

Verklaring van symbolen in deze handleiding Symbolen In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt: R WAARSCHUWING: Dit symbool duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie die, indien de instructies niet worden opgevolgd, de dood of ernstig letsel tot gevolg kan hebben. R VOORZICHTIG: Dit symbool duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie die, indien de instructies niet worden opgevolgd, licht letsel of schade aan eigendommen tot gevolg kan hebben. * Bovenstaande opmerkingen zijn bedoeld voor uw veiligheid. Belangrijk Als u deze instructie niet volgt, kan dit leiden tot papierstoring, beschadiging van het origineel of verlies van gegevens. Lees deze instructie. Voorbereiding Dit symbool duidt op bepaalde feiten waarvan u kennis moet nemen of voorbereidingen die u moet treffen voordat u een bepaalde handeling kunt uitvoeren. Dit symbool duidt op bepaalde bedieningsvoorschriften of handelingen die u moet uitvoeren in geval van storing. Beperking Dit symbool duidt op numerieke beperkingen, functies die niet tegelijkertijd kunnen worden gebruikt of omstandigheden waarin een bepaalde functie niet kan worden gebruikt. Verwijzing Dit symbool verwijst naar een referentie. [ ] Toetsen die op het display van het apparaat verschijnen. Toetsen en knoppen die op het weergavevenster van de computer worden weergegeven. { } Toetsen op het bedieningspaneel van het apparaat. Toetsen op het toetsenbord van de computer. ii

Inleiding Deze handleiding bevat gedetailleerde instructies voor de configuratie van uw apparaat als netwerkprinter. Lees het gedeelte betreffende uw netwerkomgeving om uw apparaat juist te kunnen configureren. Windows 2000, Windows XP, Windows NT (Server) NetWare (Server) Windows 95/98/Me Windows 2000 Windows XP Windows NT NetWare (Client) Macintosh GSTN001 Belangrijk Bij de in deze handleiding beschreven procedures wordt ervan uitgegaan dat u een netwerkbeheerder bent. Als dit niet het geval is, dient u uw netwerkbeheerder te raadplegen voordat u aan de configuratie begint. Functies Ondersteuning voor 100BASE-TX en 10BASE-T De netwerkinterfacekaart kan worden gebruikt met protocollen van Windows 95/98/Me (TCP/IP, NetBEUI, IPP *1 ), Windows 2000 (TCP/IP, Net- BEUI, IPP *1 ), Windows XP (TCP/IP, IPP *1 ), Windows NT 4.0 (TCP/IP, NetBEUI, IPP *1 ), NetWare (IPX/SPX, TCP/IP) en Macintosh (AppleTalk) *2. Met deze kaart kunt u het apparaat gebruiken in een netwerk dat gebruik maakt van verschillende protocollen en besturingssystemen. Een computer die uitsluitend wordt gebruikt als afdrukserver is niet vereist omdat de netwerkinterfacekaart kan worden geconfigureerd als Net- Ware-afdrukserver. Het apparaat kan op het netwerk worden aangesloten via de netwerk-interfacekaart. Deze hoeft zijn eigen stroom niet te leveren omdat de netwerkinterfacekaart in het apparaat is geïnstalleerd. *1 IPP (Internet Printing Protocol) is een protocol voor afdrukken via het Internet. *2 Alleen Type80 RCP80 kan worden gebruikt op de Macintosh. iii

Het apparaat installeren in een netwerk Windows 95/98/Me Hoe u het apparaat installeert als netwerkprinter in een Windows 95/98/Meomgeving leest u op Pag.1 Configuratie van Windows 95/98/Me. Er zijn twee methoden om het apparaat als netwerkprinter te gebruiken. iv

Windows 2000 Hoe u het apparaat installeert als netwerkprinter in een Windows 2000-omgeving leest u op Pag.13 Configuratie van Windows 2000. Er zijn twee methoden om het apparaat als netwerkprinter te gebruiken. v

Windows XP Hoe u het apparaat installeert als netwerkprinter in een Windows XP-omgeving leest u op Pag.25 Configuratie van Windows XP. Er zijn twee methoden om het apparaat als netwerkprinter te gebruiken. vi

Windows NT 4.0 Hoe u het apparaat installeert als netwerkprinter in een Windows NT 4.0-omgeving leest u op Pag.37 Configuratie van Windows NT 4.0. Er zijn twee methoden om het apparaat als netwerkprinter te gebruiken. NetWare Hoe u het apparaat installeert als netwerkprinter in een NetWare-omgeving leest u op Pag.51 Configuratie van NetWare. Met de netwerkinterfacekaart kunt u het apparaat gebruiken als afdrukserver of als externe printer. Raadpleeg de volgende pagina's voor meer informatie over de installatie van clients. Zie Pag.70 Windows 95/98/Me als u werkt met Windows 95/98/Me. Zie Pag.71 Windows 2000/Windows XP als u werkt met Windows 2000 of XP. Zie Pag.72 Windows NT 4.0 als u werkt met Windows NT 4.0. vii

Het apparaat configureren als afdrukserver Een afzonderlijke NetWare-afdrukserver is niet vereist omdat het apparaat als een afdrukserver kan worden geconfigureerd. De configuratieprocedures voor het apparaat zijn afhankelijk van de NetWare-versie. Zie Pag.57 Installatie als afdrukserver als u NetWare 3.x gebruikt. Zie Pag.63 Installatie als afdrukserver als u NetWare 4.x, 5/5.1 gebruikt. Het apparaat configureren als printer op afstand Wanneer gebruik wordt gemaakt van een afzonderlijke NetWare-afdrukserver dan moet het apparaat worden geconfigureerd als printer op afstand. De configuratieprocedures voor het apparaat zijn afhankelijk van de NetWare-versie. Zie Pag.59 Installatie als printer op afstand als u NetWare 3.x gebruikt. Zie Pag.67 Installatie als printer op afstand als u NetWare 4.x, 5/5.1 gebruikt. viii

Macintosh Hoe u het apparaat installeert als netwerkprinter in een Macintosh-omgeving leest u op Pag.73 Configuratie van Macintosh. Alleen Type80 RCP80 kan worden gebruikt op de Macintosh. ix

INHOUDSOPGAVE Handleidingen voor dit apparaat...i Verklaring van symbolen in deze handleiding...ii Inleiding...iii Het apparaat installeren in een netwerk...iv Windows 95/98/Me... iv Windows 2000... v Windows XP... vi Windows NT 4.0... vii NetWare... vii Macintosh... ix 1. Configuratie van Windows 95/98/Me Windows 95/98/Me configureren...1 Afdrukken zonder afdrukserver...1 Afdrukken met een afdrukserver met Windows 2000/Windows XP of Windows NT..1 Protocollen configureren...2 TCP/IP en IPP configureren om af te drukken...2 NetBEUI configureren om af te drukken...3 Werken met SmartDeviceMonitor for Client...5 SmartDeviceMonitor for Client installeren...5 Het printerstuurprogramma installeren...7 De poortinstellingen wijzigen...9 Een client-computer installeren...10 2. Configuratie van Windows 2000 Configuratie van Windows 2000...13 Afdrukken zonder afdrukserver...13 Afdrukken met een standaard TCP/IP-poort...14 Afdrukken met een LPR-poort...14 Afdrukken via een afdrukserver met Windows 2000 of Windows NT...14 Protocollen configureren...15 TCP/IP en IPP configureren om af te drukken...15 NetBEUI configureren om af te drukken...16 Werken met SmartDeviceMonitor for Client...17 SmartDeviceMonitor for Client installeren...17 Het printerstuurprogramma installeren...19 De poortinstellingen wijzigen...21 De LPR-poort configureren om af te drukken...22 Een client-computer installeren...23 x

3. Configuratie van Windows XP Windows XP configureren...25 Afdrukken zonder afdrukserver...25 Afdrukken met een standaard TCP/IP-poort...26 Afdrukken met een LPR-poort...26 Afdrukken met een afdrukserver met Windows 2000/Windows XP of Windows NT.. 26 Protocollen configureren...27 TCP/IP en IPP configureren om af te drukken...27 Werken met SmartDeviceMonitor for Client...29 SmartDeviceMonitor for Client installeren...29 Het printerstuurprogramma installeren...32 De poortinstellingen wijzigen...33 De LPR-poort configureren om af te drukken...34 Een client-computer installeren...35 4. Configuratie van Windows NT 4.0 Configuratie van Windows NT 4.0...37 Afdrukken zonder afdrukserver...37 Afdrukken met een LPR-poort...38 Afdrukken met een afdrukserver met Windows 2000/Windows XP of Windows NT.. 38 Protocollen configureren...39 TCP/IP en IPP configureren om af te drukken...39 NetBEUI configureren om af te drukken...40 Werken met SmartDeviceMonitor for Client...42 SmartDeviceMonitor for Client installeren...42 Het printerstuurprogramma installeren...44 De poortinstellingen wijzigen...46 De LPR-poort configureren om af te drukken...47 Een client-computer installeren...48 5. Configuratie van NetWare NIB Setup Tool installeren...51 SmartDeviceMonitor for Admin installeren...51 NIB Setup Tool gebruiken...52 Snelle installatie met de wizard NIB Setup Tool...53 NetWare 3.x - Geavanceerde instellingen...56 Installatie als afdrukserver...57 Installatie als printer op afstand...59 NetWare 4.x, 5/5.1 - Geavanceerde instellingen...62 Installatie als afdrukserver...63 Installatie als printer op afstand...67 Een client-computer installeren...70 Windows 95/98/Me...70 Windows 2000/Windows XP...71 Windows NT 4.0...72 xi

6. Configuratie van Macintosh Configuratie van Macintosh...73 Overschakelen naar EtherTalk...74 De printer configureren...74 De printernaam wijzigen...75 De zone wijzigen...75 7. Bijlage SmartDeviceMonitor for Admin gebruiken...77 De configuratie van de netwerkinterfacekaart wijzigen...78 Het aantal afgedrukte pagina's beheren...79 De netwerkinterfacekaart configureren met een webbrowser...80 Naar de eerste pagina gaan...81 De instellingen van de netwerkinterfacekaart controleren...82 De instellingen van de netwerkinterfacekaart configureren...83 De printer controleren en configureren...85 Namen en opmerkingen wijzigen...85 De status van printers weergeven...88 Een IP-adres toewijzen met ARP+PING...90 Onderhoud op afstand via telnet (mshell)...91 Telnet gebruiken...91 Lijst met opdrachten...92 SNMP...102 De weergegeven informatie begrijpen...103 Statistische netwerkinformatie...103 De netwerkinterfacekaart configureren...104 Lijst met berichten...107 Informatie in het systeemlogboek...107 Voorzorgsmaatregelen...113 Een inbelrouter op het netwerk aansluiten...113 Afdrukken in PostScript onder Windows...114 Afdrukken met NetWare...114 Gebruik van DHCP...115 Een WINS-server configureren...116 Bij gebruik van NIB Setup Tool...118 Bij gebruik van IPP met SmartDeviceMonitor for Client...118 Configuratiepagina (Netwerkconfiguratie)...119 INDEX... 121 xii

1. Configuratie van Windows 95/98/Me Windows 95/98/Me configureren Afdrukken zonder afdrukserver Aan de hand van onderstaande procedures wordt beschreven hoe u Windows 95/98/Me kunt configureren zodat het apparaat in een netwerk kan worden gebruikt zonder een afdrukserver met Windows 2000 Server, Windows 2000 Professional, Windows XP, Windows NT Server, Windows NT Workstation of NetWare. Afdrukken met een afdrukserver met Windows 2000/Windows XP of Windows NT Hoe u Windows 95/98/Me configureert met een Windows 2000-/Windows XP- of Windows NT-afdrukserver leest u op Pag.10 Een client-computer installeren. 1

Configuratie van Windows 95/98/Me Protocollen configureren 1 TCP/IP en IPP configureren om af te drukken Aan de hand van deze aanwijzingen kunt u de netwerkinterfacekaart en Windows 95/98/Me configureren voor het gebruik van het TCP/IP-protocol en IPP. Het apparaat configureren Het apparaat configureren voor gebruik van het TCP/IP-protocol. Controleer of het TCP/IP-protocol is ingeschakeld. (De standaardinstelling is actief.) Ken een IP-adres toe en pas de andere instellingen aan voor gebruik van het TCP/IP-protocol. Verwijzing Raadpleeg Printerhandleiding 1 voor meer informatie over het aanpassen van bovenstaande instellingen. Zie Pag.115 Gebruik van DHCP wanneer DHCP wordt gebruikt voor het toewijzen van een IP-adres. Nadat u het IP-adres hebt ingesteld, controleert u met de opdracht ''ping' of deze instelling correct is uitgevoerd. A Schakel het gebruik van de opdrachtregel as volgt in: Onder Windows 95 of Windows 98 Klik op [Start], ga naar [Programma's] en klik vervolgens op [MS-DOSprompt]. Onder Windows Me Klik op [Start], ga naar [Programma's], ga naar [Accessoires] en klik vervolgens op [Opdrachtprompt]. B Typ het volgende: (192.168.15.16 is een voorbeeld van een IP-adres.) C:\> ping 192.168.15.16 Als het adres correct is geconfigureerd, verschijnt het volgende bericht. Antwoord van 192.168.15.16 : bytes=32 tijd<10ms TTL=32 Wanneer het adres niet correct is ingesteld, verschijnt het volgende bericht. Time-out bij opdracht. 2

Protocollen configureren Een computer met Windows 95/98/Me configureren Aan de hand van onderstaande stappen kunt u een computer met Windows 95/98/Me configureren voor gebruik van het TCP/IP-protocol. A Open het [Configuratiescherm] en dubbelklik op het pictogram [Netwerk]. Controleer of op het tabblad [Configuratie] TCP/IP voorkomt in het veld [De volgende netwerkonderdelen zijn geïnstalleerd:]. 1 Als het TCP/IP-protocol niet is geïnstalleerd, klik dan op [Toevoegen] op het tabblad [Configuratie] en installeer vervolgens het protocol. Verdere informatie over de installatie van het TCP/IP-protocol vindt u in de Help van Windows 95/98/Me. B Configureer het TCP/IP-protocol met het juiste IP-adres, subnet mask en andere instellingen. Vraag de netwerkbeheerder of de instellingen correct zijn. NetBEUI configureren om af te drukken Aan de hand van deze aanwijzingen kunt u de netwerkinterfacekaart en Windows 95/98/Me configureren voor het gebruik van het NetBEUI-protocol. Het apparaat configureren Het apparaat configureren voor gebruik van het NetBEUI-protocol. Controleer of het NetBEUI-protocol is ingeschakeld. (De standaardinstelling is actief.) De NetBEUI-instellingen worden uitgevoerd in de Web Status Monitor of in SmartDeviceMonitor for Admin. Raadpleeg de bijbehorende on line-help voor meer informatie. 3

Configuratie van Windows 95/98/Me Een computer met Windows 95/98/Me configureren 1 Installeer het NetBEUI-protocol op de computer met Windows 95/98/Me en stel het in als het standaardprotocol. A Open het [Configuratiescherm] en dubbelklik op het pictogram [Netwerk]. Controleer of op het tabblad [Configuratie] NetBEUI voorkomt in het veld [De volgende netwerkonderdelen zijn geïnstalleerd:]. Wanneer het NetBEUI-protocol niet geïnstalleerd, klikt u op [Toevoegen] in het tabblad [Configuratie] om het protocol te installeren. Verdere informatie over de installatie van het NetBEUI-protocol vindt u in de Help van Windows 95/98/Me. Als NetBEUI Inbeladapter wordt vermeld in het veld [De volgende netwerkonderdelen zijn geïnstalleerd:], selecteer deze optie dan en klik op [Verwijderen] om de verbinding te verwijderen. B Configureer het NetBEUI-protocol als het standaardprotocol. Klik op het tabblad [Configuratie], selecteer NetBEUI in het veld [De volgende netwerkonderdelen zijn geïnstalleerd:], en klik op de knop [Eigenschappen]. C Klik op het tabblad [Geavanceerd], selecteer [Dit protocol instellen als standaardprotocol] en klik op [OK]. D Klik op [OK] om het [Netwerk] dialoogvenster te sluiten. E Klik op [Ja] wanneer wordt gevraagd of u de computer opnieuw wilt opstarten. 4

Werken met SmartDeviceMonitor for Client Werken met SmartDeviceMonitor for Client SmartDeviceMonitor for Client is een hulpprogramma voor afdrukken met een netwerkprinter via TCP/IP-, NetBEUI- en IPP-protocollen. De volgende functies zijn beschikbaar wanneer u SmartDeviceMonitor for Client gebruikt. 1 SmartDeviceMonitor for Client-functies Een afdruktaak rechtstreeks naar de netwerkprinters zenden, zonder een afdrukserver te gebruiken. Waarschuwt de gebruiker bij afdrukfouten. Waarschuwt de gebruiker als het afdrukken (gegevenstransmissie) is voltooid. Sluit alle toepassingen af voordat u met de installatie begint. Als u SmartDevice- Monitor for Client installeert, moet u de computer wellicht opnieuw opstarten. SmartDeviceMonitor for Client installeren Volg de onderstaande procedure om SmartDeviceMonitor for Client te installeren. Wanneer een afdrukpoort wordt gebruikt door PortNavi, Multi Direct Print en Printing System95, dan neemt SmartDeviceMonitor for Client de poort over. Wanneer u SmartDeviceMonitor for Admin gebruikt, installeer SmartDeviceMonitor for Client dan nadat u SmartDeviceMonitor for Admin heeft afgesloten. Sluit alle toepassingen af voordat u met de installatie begint. Als u SmartDevice- Monitor for Client installeert, moet u de computer wellicht opnieuw opstarten. A Plaats de cd-rom Printer Drivers and Utilities in het cd-romstation. B Open het [Configuratiescherm] en dubbelklik op het pictogram [Programma's toevoegen/verwijderen]. C Op het tabblad [Installeren/De-installeren] klikt u op [Installeren]. D Klik op [Volgende >]. E Typ de naam van het cd-romstation in het veld [Opdrachtregel voor het installatieprogramma], gevolgd door :\ NETWORK \ NETMON \ CLIENT \ DISK1 \ SETUP.EXE (zonder de aanhalingstekens), en klik vervolgens op [Voltooien]. De opdrachtregel kan er zo uitzien D:\ NETWORK \ NETMON \ CLIENT \ DISK1 \ SETUP.EXE, wanneer het cd-romstation de aanduiding D heeft. 5

Configuratie van Windows 95/98/Me 1 F Selecteer uit de lijst [Setup-taal kiezen] de gewenste taal en klik vervolgens op [OK]. G Als het dialoogvenster [Welkom] verschijnt, klikt u op [Volgende >]. Volg de instructies op het scherm. Configureer de printerpoort met SmartDeviceMonitor for Client nadat de installatie is voltooid. Zie Pag.7 Het printerstuurprogramma installeren Wanneer het dialoogvenster verschijnt met de vraag of u de computer opnieuw wilt opstarten, kiest u [Ja, ik wil mijn computer nu opnieuw opstarten.]. De poort verwijderen Met de volgende procedure kunt u de printerpoort verwijderen. Wanneer u de poort wilt verwijderen die op dit moment in Windows wordt gebruikt, schakel de poort dan over naar een ander onderdeel zoals FILE en verwijder de poort vervolgens. Verwijzing In de Help van SmartDeviceMonitor for Client vindt u meer informatie over SmartDeviceMonitor for Client. A Klik in het venster [Printers] op het pictogram van de printer die SmartDeviceMonitor for Client gebruikt om af te drukken. In het menu [Bestand] klikt u op [Eigenschappen]. B Klik op het tabblad [Details] en controleer of de poort SmartDeviceMonitor for Client wordt weergegeven in het veld [Afdrukken naar de volgende poort]. Onthoud deze poortnaam omdat deze poort later moet worden verwijderd. C In het veld [Afdrukken naar de volgende poort] selecteert u [FILE]. D Klik op [OK]. E Klik op [Poort verwijderen]. F Klik op de SmartDeviceMonitor for Client-poortnaam zoals u in stap B, en klik vervolgens op [OK]. De poort wordt verwijderd. G Klik op [OK] om de printereigenschappen te sluiten. 6

Werken met SmartDeviceMonitor for Client SmartDeviceMonitor for Client verwijderen Voorbereiding Voordat u SmartDeviceMonitor for Client verwijdert, controleert u of: Het dialoogvenster Poortinstellingen is gesloten. Geen printer de SmartDeviceMonitor for Client-poort als printerpoort gebruikt. A Open het [Configuratiescherm] en dubbelklik op het pictogram [Programma's toevoegen/verwijderen]. B Op het tabblad [Installeren/verwijderen] klikt u op [SmartDeviceMonitor for Client] en vervolgens op [Toevoegen/Verwijderen]. C Wanneer het bevestigingsbericht verschijnt, klikt u op [Ja]. UninstallShield verwijdert vervolgens alle componenten van SmartDevice- Monitor for Client. D Wanneer het bevestigingsbericht verschijnt, klikt u op [Ja]. E Bevestig het dialoogvenster [Vraag]. F Klik op [OK] nadat de installatie is voltooid. 1 Het printerstuurprogramma installeren Met de volgende procedure kunt u de printerpoort configureren voor gebruik met SmartDeviceMonitor for Client. Voorbereiding Zet eerst de doelprinter aan voordat u met de installatie begint. A Installeer het printerstuurprogramma van de printer die u wilt gebruiken. B Klik in het venster [Printers] op het pictogram van de printer. In het menu [Bestand] klikt u op [Eigenschappen]. C Klik op het tabblad [Details] en klik vervolgens op [Poort toevoegen]. Het dialoogvenster [Poort toevoegen] verschijnt. D Klik op [Overige], klik op [SmartDeviceMonitor] uit de lijst en klik vervolgens op [OK]. Het dialoogvenster [Printer selecteren] verschijnt. De volgende informatie wordt weergegeven: Modelnaam: De modelnaam van de printer. Printernaam: De naam van de printer. Commentaar: Extra informatie over de printer. 7

Configuratie van Windows 95/98/Me Adres: Het IP-adres van de printer. E Selecteer de printer. 1 TCP/IP A Klik op [TCP/IP] en klik vervolgens op [Zoeken]. Er wordt een lijst weergegeven met printers waarop kan worden afgedrukt met behulp van het TCP/IP-protocol. B Klik op de printer die u wilt gebruiken en klik vervolgens op [OK]. Printers die op een IP-broadcast van de computer reageren, worden weergegeven. Drukt u af naar een printer die niet in de lijst staat, klik dan op [Adres opgeven] en typ vervolgens het IP-adres of de hostnaam. NetBEUI A Klik op [NetBEUI] en klik vervolgens op [Zoeken]. Er wordt een lijst weergegeven met printers waarop kan worden afgedrukt met behulp van het NetBEUI-protocol. B Klik op de printer die u wilt gebruiken en klik vervolgens op [OK]. Printers die op een broadcast van de computer reageren, worden weergegeven. Om af te drukken naar een printer die niet voorkomt in de lijst klikt u op [Adres opgeven]. Vervolgens voert u het NetBEUI-adres in. Controleer of het NetBEUI-adres voorkomt op de configuratiepagina. Zie Printerhandleiding 2 voor meer informatie over het afdrukken van de configuratiepagina. U kunt niet afdrukken naar printers die zich buiten de routers bevinden. IPP 8 A Klik op [IPP]. Het dialoogvenster met de IPP-instelling verschijnt. B Om het IP-adres van de printer op te geven, typt u http://ip-adres van de printer/printer of ipp://ip-adres van de printer/printer in het veld [Printer URL]. (192.168.15.16 is een voorbeeld van een IP-adres) http://192.168.15.16/printer ipp://192.168.15.16/printer C Voer bij [IPP-poortnaam] zonodig een naam in om de printers van elkaar te onderscheiden. Voer een naam in die verschilt van die van de bestaande poortnamen. Anders wordt het adres in [Printer URL] ingesteld als de IPP-poortnaam.

Werken met SmartDeviceMonitor for Client D Gebruikt u een proxyserver en IPP-gebruikersnaam, klik dan op [Gedetailleerde instellingen] en configureer vervolgens de nodige instellingen. Verwijzing In de Help van SmartDeviceMonitor for Client vindt u meer informatie over deze instellingen. F Klik op [OK]. G Controleer of de opgegeven printerpoort is weergegeven bij [Afdrukken naar de volgende poort] en klik op [OK]. U bent nu klaar met het invoeren van de instellingen. Selecteer de opgegeven printer, als u wilt afdrukken. SmartDeviceMonitor for Client zendt de afdrukgegevens nu automatisch naar de printer. 1 De poortinstellingen wijzigen Aan de hand van onderstaande stappen kunt u de SmartDeviceMonitor for Client-instellingen, zoals TCP/IP, de proxyserver en IPP URL aanpassen. Er zijn geen instellingen voor het NetBEUI-protocol. U kunt de time-outinstellingen voor het TCP/IP protocol configureren. A Vanuit het venster [Printers] klikt u op het pictogram van de printer die u wilt gebruiken. In het menu [Bestand] klikt u op [Eigenschappen]. B Klik op het tabblad [Details] en klik vervolgens op [Poortinstellingen]. Het dialoogvenster [Poortinstellingen] verschijnt. Voor het TCP/IP-protocol kunt u de time-out-instellingen aanpassen. Voor IPP kunt u de gebruikersinstellingen of de proxy-instellingen aanpassen. Verwijzing In de Help van SmartDeviceMonitor for Client vindt u meer informatie over deze instellingen. 9

Configuratie van Windows 95/98/Me Een client-computer installeren 1 In deze paragraaf worden de procedures beschreven voor de installatie van clients op een netwerk dat Windows 2000/Windows XP, Windows NT Server of Windows NT Workstation als afdrukserver gebruikt. Wanneer u een afdrukserver van Windows 2000/Windows XP of Windows NT gebruikt, selecteer dan een gedeelde printer in Windows 2000/Windows XP of Windows NT. In dit onderdeel wordt verondersteld dat de client al is geconfigureerd om te communiceren met een Windows 2000- of Windows NT-afdrukserver. Ga pas verder met de volgende procedure als de client is geïnstalleerd en op de juiste wijze is geconfigureerd. A Installeer het printerstuurprogramma als een lokale printer. Verwijzing Zie Printerhandleiding 1 voor meer informatie over de installatie van het printerstuurprogramma. Tijdens de installatie kan iedere poort geselecteerd worden. De selectie van de LPT1-poort wordt echter aangeraden. B Klik op [Start], selecteer [Instellingen] en klik op [Printers]. C Klik op het pictogram van de printer die u wilt gebruiken. In het menu [Bestand] klikt u op [Eigenschappen]. D Klik op het tabblad [Details] en klik vervolgens op [Poort toevoegen]. 10

Een client-computer installeren E Klik op [Netwerk] en klik vervolgens op [Bladeren]. F Dubbelklik in de netwerkstructuur op de naam van de computer die als afdrukserver wordt gebruikt. De printers die zijn aangesloten op het netwerk worden weergegeven. G Klik op de naam van de printer die u wilt gebruiken en klik op [OK]. H Klik op [OK]. I Controleer of de poortnaam wordt weergegeven bij [Afdrukken naar de volgende poort] en klik op [OK]. 1 11

Configuratie van Windows 95/98/Me 1 12

2. Configuratie van Windows 2000 Configuratie van Windows 2000 Afdrukken zonder afdrukserver Aan de hand van onderstaande procedures wordt beschreven hoe u Windows 2000 kunt configureren zodat het apparaat in een netwerk kan worden gebruikt zonder een afdrukserver met Windows 2000 Server, Windows 2000 Professional, Windows XP, Windows NT Server, Windows NT Workstation of NetWare. 13

Configuratie van Windows 2000 Afdrukken met een standaard TCP/IP-poort 2 De standaard TCP/IP-poort is een standaardpoort van Windows 2000 voor Peer-to-Peer afdrukken in een netwerkomgeving. Raadpleeg de Help van Windows 2000 voor meer informatie over standaard TCP/IP-poortinstellingen. Wanneer tijdens het toevoegen van een standaard TCP/IP-poort het dialoogvenster verschijnt voor de selectie van het model van het apparaat, kies dan RICOH Network Printer C Model. Afdrukken met een LPR-poort Op Pag.22 De LPR-poort configureren om af te drukken vindt u meer informatie over het configureren van een LPR-poort in Windows 2000. Afdrukken via een afdrukserver met Windows 2000 of Windows NT Op Pag.23 Een client-computer installeren leest u hoe u Windows 2000 configureert met een Windows 2000-/Windows XP- of Windows NT-afdrukserver. 14

Protocollen configureren Protocollen configureren TCP/IP en IPP configureren om af te drukken Aan de hand van deze aanwijzingen kunt u de netwerkinterfacekaart en Windows 2000 configureren voor het gebruik van het TCP/IP-protocol en IPP. Het apparaat configureren 2 Het apparaat configureren voor gebruik van het TCP/IP-protocol. Controleer of het TCP/IP-protocol is ingeschakeld. (De standaardinstelling is actief.) Ken een IP-adres toe en pas de andere instellingen aan voor gebruik van het TCP/IP-protocol. Verwijzing Raadpleeg Printerhandleiding 1 voor meer informatie over het aanpassen van bovenstaande instellingen. Zie Pag.115 Gebruik van DHCP wanneer DHCP wordt gebruikt voor het toewijzen van een IP-adres. Nadat u het IP-adres hebt ingesteld, controleert u met de opdracht ''ping' of deze instelling correct is uitgevoerd. A Klik op [Start], ga naar [Programma's], ga naar [Accessoires] en klik vervolgens op [Opdrachtprompt]. B Typ het volgende: (192.168.15.16 is een voorbeeld van een IP-adres.) C:\> ping 192.168.15.16 Als het adres correct is geconfigureerd, verschijnt het volgende bericht. Antwoord van 192.168.15.16 : bytes=32 tijd<10ms TTL=32 Wanneer het adres niet correct is ingesteld, verschijnt het volgende bericht. Time-out bij opdracht. Een Windows 2000-computer configureren Aan de hand van onderstaande stappen kunt u een computer met Windows 2000 configureren voor gebruik van het TCP/IP-protocol. A Klik op [Start] op de taakbalk, ga naar [Instellingen] en klik vervolgens op [Netwerk- en inbelverbindingen]. B Klik op [LAN-verbinding]. Klik in het tabblad [Algemeen] op [Eigenschappen]. 15