Welkom in de Menorah Voorganger Ouderling v. dienst Lector Organist : ds. Jan N. Jurjens : mw. S. Faber : dhr. H. Meijer : dhr. P. de Jong Naam van de zondag : 3 e zondag van de zomer
Lied voor de dienst: ELB 242: 1, 2, 3 (Nieuw liedboek 221) Zo vriendelijk en veilig als het licht zoals een mantel om mij heen geslagen zo is mijn God, ik zoek zijn aangezicht ik roep zijn naam, bestorm Hem met mijn vragen, dat Hij mij maakt, dat Hij mijn wezen richt. Wil mij behoeden en op handen dragen.
Lied voor de dienst: ELB 242: 1, 2, 3 (Nieuw liedboek 221) Want waar ben ik, als Gij niet wijd en zijd waakt over mij en over al mijn gangen. Wie zou ik worden, waart Gij niet bereid om, als ik val, mij telkens op te vangen. Ik leef niet echt, als Gij niet met mij zijt. Ik moet in lief en leed naar U verlangen.
Lied voor de dienst: ELB 242: 1, 2, 3 (Nieuw liedboek 221) Spreek Gij het woord dat mij vertroosting geeft, dat mij bevrijdt en opneemt in uw vrede. Ontsteek die vreugde die geen einde heeft, wil alle liefde aan uw mens besteden. Wees Gij vandaag mijn brood, zowaar Gij leeft. Gij zijt toch zelf de ziel van mijn gebeden.
Welkom in de Menorah Voorganger Ouderling v. dienst Lector Organist : ds. Jan N. Jurjens : mw. S. Faber : dhr. H. Meijer : dhr. P. de Jong Naam van de zondag : 3 e zondag van de zomer
Intochtslied: Psalm 48: 1, 3 De HEER is groot, zijn lof weerklinkt waar op de berg de Godsstad blinkt. Hoe schoon is Sion, hoe verheven, een vreugd voor wie op aarde leven. Hier wordt paal en perk gesteld aan der wereld bruut geweld, want hier staat de hoge woning waar God zelf regeert als Koning. En Hij toont zich t'allen tijde de beschermer van wie lijden.
Intochtslied: Psalm 48: 1, 3 Wij loven, Heer, U in uw huis, ons hart is in uw liefde thuis. Gij die uw naam ons openbaarde, uw lof is tot het eind der aarde. Recht is in uw hand, o Heer, Sion jubelt U ter eer. Hoor hoe Juda's dochters zingen bij de grootse rechtsgedingen, waar Gij vonnis hebt gewezen. Ja, uw oordeel zij geprezen.
Bemoediging en groet V: Onze hulp is in de naam van de Heer, A: die hemel en aarde gemaakt heeft, V: die trouw houdt tot in eeuwigheid A: en niet laat varen het werk van zijn handen
Groet V: Genade, barmhartigheid en vrede zij u van God, de Vader, en van Christus Jezus onze Heer A.: Amen
Gezang 287: 1 (nieuwe liedboek) Rond het licht dat leven doet Groeten wij elkaar met vrede; wie in voor- of tegenspoed zegen zoekt, mag binnen treden, bij de Heer zijn wij hier thuis kind aan huis
Gebed om ontferming.
Gezang 431: 1, 2, 3 Lof zij de Heer, ons hoogste goed, oorsprong van al het goede, de God die louter wondren doet. Wij leven in zijn hoede, die onze vrede is, onze vreugd, in wie zich heel ons hart verheugt. Geeft onze God de ere!
Gezang 431: 1, 2, 3 De hemelmachten met ons mee willen U eer betonen. Al wat op aarde, in lucht of zee mag in uw schaduw wonen, het prijst U, die de Schepper zijt, die 't al zo schoon hebt toebereid. Geeft onze God de ere!
Gezang 431: 1, 2, 3 Wat onze God in de aanvang schiep, dat wil Hij ook bewaren; wat onze God tot aanzijn riep doet Hij zijn trouw ervaren. De Heer regeert, en het is goed waar Hij de mensen wonen doet. Geeft onze God de ere!
Rondom het Woord Deut. 30 : 9-14 Luc. 10 : 25-37
Gebed
Deut. 30 : 9-14 9 De HEER, uw God, zal u voorspoed geven in alles wat u onderneemt, u kinderrijk maken en uw vee en uw land vruchtbaar maken. Hij zal er weer vreugde in vinden om u te zegenen, zoals voorheen bij uw voorouders. 10 Want u toont de HEER, uw God, dan uw gehoorzaamheid door de geboden en bepalingen in dit wetboek in acht te nemen, en u wilt hem weer met hart en ziel toebehoren. 11 De geboden die ik u vandaag heb gegeven, zijn niet te zwaar voor u en liggen niet buiten uw bereik.
Deut. 30 : 9-14 12 Ze zijn niet in de hemel, dus u hoeft niet te zeggen: Wie stijgt voor ons op naar de hemel om ze daar te halen en ze ons bekend te maken, zodat wij ernaar kunnen handelen? 13 Ook zijn ze niet aan de overkant van de zee, dus u hoeft niet te zeggen: Wie steekt de zee voor ons over om ze daar te halen en ze ons bekend te maken, zodat wij ernaar kunnen handelen? 14 Nee, die geboden zijn heel dichtbij, u kunt ze in u opnemen en ze u eigen maken; u kunt ze volbrengen.
Gezang 7: 1, 4 Het woord dat u ten leven riep is niet te hoog, is niet te diep voor mensen die 't zo traag beamen. Het is een teken in uw hand, een licht dat in uw ogen brandt. Het roept u dag aan dag bij name.
Gezang 7: 1, 4 Het woord van liefde, vrede en recht is in uw eigen mond gelegd, is in uw eigen hart geschreven. Rondom u klinkt de stem van God: vrijspraak, vertroosting en gebod, vlak vóór u ligt de weg ten leven.
Lucas 10 : 25 37 25 Er kwam een wetgeleerde die hem op de proef wilde stellen. Hij vroeg: Meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven? 26 Jezus antwoordde: Wat staat er in de wet geschreven? Wat leest u daar? 27 De wetgeleerde antwoordde: Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf. 28 U hebt juist geantwoord, zei Jezus tegen hem. Doe dat en u zult leven. 29 Maar de wetgeleerde wilde zich rechtvaardigen en vroeg aan Jezus: Wie is mijn naaste?
Lucas 10 : 25 37 30 Toen vertelde Jezus hem het volgende: Er was eens iemand die van Jeruzalem naar Jericho reisde en onderweg werd overvallen door rovers, die hem zijn kleren uittrokken, hem mishandelden en hem daarna halfdood achterlieten. 31 Toevallig kwam er een priester langs, maar toen hij het slachtoffer zag liggen, liep hij met een boog om hem heen. 32 Er kwam ook een Leviet langs, maar bij het zien van het slachtoffer liep ook hij met een boog om hem heen. 33 Een Samaritaan echter, die op reis was, kreeg medelijden toen hij hem zag liggen.
Lucas 10 : 25 37 34 Hij ging naar de gewonde man toe, goot olie en wijn over zijn wonden en verbond ze. Hij zette hem op zijn eigen rijdier en bracht hem naar een logement, waar hij voor hem zorgde. 35 De volgende morgen gaf hij twee denarie aan de eigenaar en zei: Zorg voor hem, en als u meer kosten moet maken, zal ik u die op mijn terugreis vergoeden. 36 Wie van deze drie is volgens u de naaste geworden van het slachtoffer van de rovers? 37 De wetgeleerde zei: De man die medelijden met hem heeft getoond. Toen zei Jezus tegen hem: Doet u dan voortaan net zo.
Gezang 62: 1, 2, 3, 4 Wie oren om te horen heeft, hore naar de wet die God hem geeft: gij zult geen vreemde goden, maar Mij alleen belijden voortaan. Hoor, Israël, mijn geboden. Bemint uw Heer te allen tijd, dient Hem met alles wat gij zijt, aanbidt Hem in uw daden. Dit is het eerste en grote gebod, de wil van God, uw Vader.
Gezang 62: 1, 2, 3, 4 Biedt uw naaste de helpende hand, spijzigt de armen in uw land, een woning wilt hen geven. Het tweede gebod is het eerste gelijk; doet dit, en gij zult leven. De macht der liefde is zo groot, geen water blust haar vuren uit, wanneer zij is ontstoken. Nu wilt ontbranden aan liefdeswoord, God heeft het tot ons gesproken.
Overdenking
Psalm 146: 1, 4, 5 Zing, mijn ziel, voor God uw HERE, zing die u het leven geeft. Zing, mijn ziel, uw God ter ere, zing voor Hem zolang gij leeft. Ziel, gij zijt geboren tot zingen voor den HEER uw God.
Psalm 146: 1, 4, 5 Aan wie hongert geeft Hij spijze, aan verdrukten recht gericht. Wie geboeid zijn, Hij bevrijdt ze, blinden geeft Hij het gezicht. Hij geeft den gebukten moed en heeft lief wie zijn wil doet.
Psalm 146: 1, 4, 5 Wees en weduw en ontheemde doet Hij wonen op zijn erf. Hij behoedt de weg der vreemden, maar leidt bozen in 't verderf. Eeuwig Koning is de HEER! Sion, zing uw God ter eer!
GEBEDEN STIL GEBED ONZE VADER
Voor : fam. van der Heide Voor : mw. B. Kroes
1e rondgang: Kerk 2e rondgang : Pastoraat Deurcollecte : Jeugdwerk
Gezang 481: 1, 3, 4 O grote God die liefde zijt, o Vader van ons leven, vervul ons hart, dat wij altijd ons aan uw liefde geven. Laat ons het zout der aarde zijn, het licht der wereld, klaar en rein. Laat ons uw woord bewaren, uw waarheid openbaren.
Gezang 481: 1, 3, 4 Leer ons het goddelijk beleid der liefde te beamen, opdat wij niet door onze strijd uw goede trouw beschamen. Leg ons de woorden in de mond die weer herstellen uw verbond. Spreek zelf door onze daden van vrede en genade.
Gezang 481: 1, 3, 4 Wij danken U, o liefde groot, dat Christus is gekomen. Wij hebben in zijn stervensnood uw diepste woord vernomen. Nog klinkt dat woord; het spreekt met macht en het wordt overal volbracht waar liefde wordt gegeven, wij uit uw liefde leven.
Zending en Zegen
U bent van harte welkom in de foyer voor een kopje koffie of thee. Voor info zie MenorAgenda of www.pgdrachtenoost.nl