Leerlingenprognose. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Vergelijkbare documenten
[Geef tekst op] Leerlingenprognose SBO en SO. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Leerlingenprognose speciaal onderwijs

Leerlingenprognose SO

Onderzoek, Informatie en Statistiek. Leerlingenprognose SBO en SO. /' Onderzoek, Informatie en Statistiek

Leerlingenprognose VO

[Geef tekst op] Leerlingenprognose VO. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Leerlingenprognose VO

Leerlingenprognose speciaal onderwijs 2017

Leerlingenprognose voortgezet onderwijs 2015

Leerlingenprognose basisonderwijs

Leerlingenprognose voortgezet onderwijs 2018

Leerlingenprognose en ruimtebehoefte voortgezet onderwijs 2017

Leerlingenprognose VO

Leerlingenprognose voortgezet onderwijs 2017

Leerlingenprognose en ruimtebehoefte speciaal basisonderwijs 2016

Leerlingenprognose en ruimtebehoefte speciaal onderwijs 2014

Leerlingenprognose en ruimtebehoefte speciaal onderwijs 2017

Leerlingenprognose en ruimtebehoefte basisonderwijs 2018

Leerlingenprognose speciaal basisonderwijs 2015

Actualisatie leerlingenprognose basisonderwijs

Leerlingenprognose basisonderwijs 2013

Leerlingenprognose basisonderwijs 2016

PROGNOSE VOORTGEZET ONDERWIJS MAASTRICHT

Leerlingenprognose VO

Voorwoord. Inleiding. Systematiek leerlingenprognoses. Complexiteit leerlingenprognoses

Leerlingenprognose VO CONCEPT /'

Leerlingenprognose basisonderwijs, speciaal en voortgezet onderwijs

Leerlingenprognose basisonderwijs, speciaal en voortgezet onderwijs Versie voor de schoolbesturen

Leerlingenprognose en ruimtebehoefte voortgezet onderwijs 2013

Leerlingenprognose voortgezet onderwijs 2014

Leerlingenprognose basisonderwijs, speciaal en voortgezet onderwijs

Studenten aan lerarenopleidingen

Leerlingenprognose PO

Voorwoord. Inleiding. Systematiek leerlingenprognoses. Complexiteit leerlingenprognoses

[Geef tekst op] Leerlingenprognose BO. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Leerlingenprognose speciaal en voortgezet speciaal onderwijs. Gemeente Utrecht ~8] .,, 0 Il l'l 13 IL\ \'5 '["/ 18 ' ' '

Leerlingenprognose en ruimtebehoefte basisonderwijs 2019

Leerlingenprognose OPB Basissch Akkerwinde Ulrum. De Orpheus prognose is (net als de Primos prognose) een product van ABF Research

Leerlingenprognose basisonderwijs 2015

Leerlingenprognose PO

Leerlingenprognose basisonderwijs 2011

PROGNOSE VOORTGEZET ONDERWIJS ZOETERMEER

PROGNOSE VOORTGEZET ONDERWIJS ZOETERMEER

Leerlingenprognose basisonderwijs 2013

RAPPORT VAN EEN SPECIFIEK ONDERZOEK

PROGNOSE VOORTGEZET ONDERWIJS ZOETERMEER

Leerlingenprognoses in vogelvlucht. Analist Planning & Prognose

Trends in passend onderwijs

Leerlingenprognose voortgezet onderwijs 2015

Leerlingenprognose BO

memo Aan: Raadsleden Onderwerp: Toezending gegevens leerlingenaantal conform toezegging CIE BV-IW. Zaaknummer (indien van toepassing): CONCEPT

Toekomstige demografische veranderingen gemeente Groningen in een notendop

Leerlingaantal VO Amsterdam

Prognose Het Revius te Doorn school voor Voortgezet Onderwijs

Leerlingenprognose

Vragenformulier. Vraag: technisch Hoe zijn de in- en uitstroomcijfers van de afgelopen 3 jaar verwerkt in de scenarioanalyse?

Leerlingenprognose Voortgezet Onderwijs gemeente Tilburg Gemeente Tilburg Informatie- & Kenniscentrum Maart 2015

Bevolkingsprognose Nieuwegein 2011

Stapelaars in het voortgezet onderwijs

Woon-werkstromen van Amsterdams onderwijspersoneel po, so en vo

Leerlingenprognose

Monitor Samenwerkingsverband PO 2707 Amsterdam Diemen augustus 2015 augustus Vergelijking van de regio s

Drentse Onderwijs monitor

Leerlingenprognose basisonderwijs, speciaal en voortgezet onderwijs Onderzoek en Statistiek

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijsmonitor

VERORDENING VOORZIENINGEN HUISVESTING ONDERWIJS GEMEENTE KAMPEN BIJLAGE II

Drentse Onderwijs monitor

Meerjarenbegroting Samenwerkingsverband PO. Bijeenkomst bedrijfsvoering PO-Raad 11 maart 2015 Bé Keizer

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijs monitor

Leerlingenprognose basisonderwijs, speciaal en voortgezet onderwijs Onderzoek en Statistiek

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor

Gebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek

GESCAND. Aan het College van Burgemeester en Wethouder van de gemeente Dordrecht Postbus AA Dordrecht. Rotterdam, 21 januari 2003

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijsmonitor

PROGNOSE BASISONDERWIJS ZOETERMEER

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor

Startende leraren in Amsterdam

Scenariomodel Primair onderwijs. Technische toelichting. september PO. Van en voor werkgevers en werknemers

Drentse Onderwijsmonitor

Rapport prognoses basisscholen Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor

Transcriptie:

Leerlingenprognose SBO en SO /

Leerlingenprognose SBO en SO /' In opdracht van: OJZ Projectnummer: Manilde van der Oord Esther Jakobs Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal Postbus, AR Amsterdam m.van.der.oord@amsterdam.nl Telefoon www.ois.amsterdam.nl Amsterdam, april Foto voorzijde: fotograaf Edwin van Eis ()

Leerlingenprognose SBO en SO /'

Leerlingenprognose SBO en SO /' Inhoud Inleiding Leerlingenprognose SBO en SO /. Leerlingenprognose /. Basisgeneratie Werkwijze /

Leerlingenprognose SBO en SO /' Inleiding Sinds schooljaar / maakt (OIS) in opdracht van Onderwijs, Jeugd en Zorg (OJZ) Amsterdamse leerlingenprognoses voor het basisonderwijs (BO), voorgezet onderwijs (VO) en speciaal onderwijs (SBO en SO). De leerlingenprognose geeft inzicht in hoeveel leerlingen basisscholen in de komende jaren mogen verwachten op basis van de gesignaleerde demografische ontwikkelingen. De prognoses worden onder meer gebruikt voor de planning van huisvesting van scholen. OIS gebruikt, net zoals OJZ in de jaren hiervoor deed, het programma Gpro van het bedrijf Pronexus om de leerlingenprognose te maken. Gegevens die dit programma gebruikt voor de prognoses zijn de bevolkingsprognose over de omvang van de bevolking naar leeftijd en buurtcombinatie (OIS), de integrale oktobertelling van de aantallen leerlingen per school per leeftijd en het woonstadsdeel van de leerlingen (DUO/ERISA). In opdracht van OJZ heeft OIS voor schooljaar / voor de derde keer een leerlingenprognose gemaakt, die in deze rapportage wordt gepresenteerd. In het eerste hoofdstuk wordt de nieuwe leerlingenprognose gepresenteerd. Bij het maken van de langetermijnleerlingenprognose voor de speciaal basisonderwijs scholen (SBO), speciaal onderwijs scholen (SO) en voortgezet speciaal onderwijs scholen (VSO), zijn er verschillende veronderstellingen en aanpassingen gedaan die hier beschreven worden. Het tweede hoofdstuk geeft een overzicht van de verschillende uitgangspunten, aanpassingen vooraf en de aannames van het Gpro programma voor de lange termijn voor de leerlingenprognose.

Leerlingenprognose SBO en SO /' Leerlingenprognose SBO en SO / In dit hoofdstuk presenteren we de leerlingenprognose SBO en SO /. In de eerste paragraaf vergelijken we het totaal aantal geprognotiseerde leerlingen met de leerlingenprognose van vorig jaar. In de tweede paragraaf wordt de jongste bevolkingsprognose van de SO, SBO en VSO basisgeneraties () besproken en vergeleken met de prognose van. Als bijlage bij dit rapport hoort een Exceltabel met daarin de leerlingenprognose SBO en SO / per school.. Leerlingenprognose / De jongste leerlingenprognose SBO en SO laat zien dat het leerlingenaantal tot en met / stabiel zal blijven en daarna heel licht zal groeien met ongeveer leerlingen in / : van. in schooljaar / tot. in / (+%). Dit leidt in vergelijking met de vorige prognose tot ongeveer leerlingen minder in schooljaar / (figuur.). Bij een vergelijking tussen de vorige leerlingenprognose / en de voorlopige oktober leerlingentelling (DUO) zien we dat er ongeveer leerlingen minder in Amsterdam naar een SBO en SO school zijn gegaan dan vorig jaar geprognotiseerd. Dit verschil in startsituatie zorgt er mede voor dat de jongste leerlingenprognose lager uitkomt dan vorig jaar geprognosticeerd. Figuur. Leerlingenprognose SBO en SO / in vergelijking met eerdere prognoses (aantallen) 5500 5000 4500 4000 3500 feitelijk totaal prognose so 2013/'14 prognose so 2014/'15 prognose so 2015/'16 prognose so 2016/'17 bron: OIS

Leerlingenprognose SBO en SO /' Vooral bij voortgezet speciaal onderwijs (VSO) is het aantal feitelijke leerlingen van schooljaar / lager (ongeveer leerlingen) dan eerder geprognotiseerd. Als gevolg daarvan en van de daling van de VO basisgeneratie na, komt de jongste leerlingenprognose voor het VSO uit op leerlingen minder in / (figuur.). Bij het SO en SBO is het feitelijk aantal leerlingen / ook iets lager dan geprognotiseerd, maar komt de jongste leerlingenprognose voor beide SO soorten vooral lager uit door de afname de komende jaren van de PO basisgeneratie. Figuur 1.2 Leerlingenprognose SO / in vergelijking met leerlingenprognose / per SO soort 2000 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 feitelijk SBO feitelijk SO feitelijk VSO SBO 2015/'16 SO 2015/'16 VSO 2015/'16 SBO 2016/'17 SO 2016/'17 VSO 2016/'17 bron: OIS. Basisgeneratie De kern van de leerlingenprognose is de basisgeneratie. Voor het speciaal onderwijs zijn er twee basisgeneraties. Een voor de SO en SBO scholen (de PO basisgeneratie: alle t/m jarigen plus % van de jarigen) en een voor de voortgezet speciaal onderwijs scholen (de VO basisgeneratie: % van de jarigen en alle t/m jarigen). De prognose van de basisgeneratie vloeit voort uit de demografische ontwikkelingen die zich in het verleden voordeden en de aannames over de trends hierin. Meer over de methodiek en de aannames van de bevolkingsprognose is te lezen in de rapportage Bevolkingsprognose 1. PO basisgeneratie De belangrijkste demografische ontwikkeling voor de SO en SBO scholen is dat de leeftijdsgroep van tot en met jaar de komende jaren zal afnemen. In behoren. kinderen tot de basisgeneratie, volgens de prognose van zouden dat er. meer zijn:.. De 1 www.ois.amsterdam.nl/nieuws/bevolkingsprognose meer groei door woningbouw

Leerlingenprognose SBO en SO /' verschillen tussen de nieuwe prognose van de PO basisgeneratie en die van de prognose uit komen vooral voort uit twee ontwikkelingen:. Het verder toegenomen vertrek van gezinnen met jonge kinderen in en. Een hogere woningbouwprogrammering tot Figuur. Basisgeneratie PO, aantallen (feitelijk t/m, prognose daarna) 76000 74000 72000 70000 68000 66000 64000 62000 60000 2008 2010 2012 2014 2016 2018 2020 2022 2024 2026 2028 2030 2032 bron: OIS Vertrek gezinnen met jonge kinderen De afname van het aantal tot en met jarigen die we in de huidige prognose terugzien is het gevolg van het toenemend vertrek van vooral jonge gezinnen uit de stad. In de periode vertrokken jaarlijks nog zo n. Amsterdammers naar een woonplaats elders in Nederland. In, toen de woningmarkt weer aantrok, waren dat er in één jaar. meer: ruim.. In waren dat er. en in komt een voorlopige raming uit op bijna. vertrekkende Amsterdammers. In de nieuwe prognose wordt ervan uitgegaan dat deze ontwikkeling in zal doorzetten en daarna licht afneemt. Meer nieuwe woningen In de jongste prognose is rekening gehouden met de bouw van meer nieuwe woningen dan in de prognose van. Volgens de prognose van zouden er in de periode. extra woningen bijkomen; volgens de huidige prognose zijn dat er. (. meer). De hogere woningambitie in met name de periode leidt echter niet direct tot een hogere basisgeneratie in. Op de langere termijn zal de extra woningbouw weliswaar leiden tot extra geboorten, maar vanaf het opleveren van nieuwe woningen tot het groeien van de basisgeneratie zit een periode van zo n tot jaar. Daarnaast heeft het toenemend vertrek uit de stad en de doorrekening daarvan in de nieuwe prognose ertoe geleid dat de basisgeneratie ook op lange termijn kleiner blijft dan in de vorige prognose verwacht werd. Dus ondanks de toename van woningbouw zal de basisgeneratie PO tot / kleiner zijn dan vorig jaar geprognotiseerd. VO basisgeneratie feitelijk prognose 2015/2016 prognose 2016/2017

Leerlingenprognose SBO en SO /' Voor het voorgezet speciaal onderwijs is de belangrijkste demografische ontwikkeling de groei van de leeftijdsgroep van tot en met jaar, deze groep zal de komende jaren blijven groeien en vanaf afnemen. De verschillen tussen de jongste bevolkingsprognose van de VO basisgeneratie en de prognose uit worden voornamelijk veroorzaakt door het verder toegenomen vertrek uit de stad van gezinnen met jonge kinderen in en. Als gevolg hiervan komt de VO basisgeneratie lager uit vanaf het jaar. Een ander verschil is dat er in de jongste prognose meer nieuwe woningen worden verwacht. Op de ontwikkeling van de VO basisgeneratie heeft de verdere groei van de woningvoorraad echter nauwelijks effect. De extra woningen zouden vanaf zo n jaar na oplevering tot een groei van de VO basisgeneratie kunnen leiden, maar dit effect wordt geremd door het huidige vertrek van jonge gezinnen uit de stad. Figuur. laat de verwachte ontwikkeling van de VO basisgeneratie zien. In de figuur is de afname vanaf goed te zien. Daarnaast valt op dat de huidige prognose in de periode hoger uitkomt dan de vorige prognose. Dit is met name het gevolg van een andere inschatting van het aantal jarigen veelal studenten in de stad. De prognose is in december opgesteld, toen nog niet bekend was hoe groot het aantal jarigen in zou zijn. Uit de feitelijke cijfers van januari blijkt de instroom van het aantal jarigen achter te blijven bij de trend van de laatste jaren. Het werkelijke aantal jarigen is kleiner dan in de prognose verwacht werd. Figuur. Basisgeneratie VO, feitelijk (t/m ) en volgens prognose (aantallen) 56000 54000 52000 50000 48000 46000 44000 42000 2008 2010 2012 2014 2016 2018 2020 2022 2024 2026 2028 2030 2032 feitelijk prognose 2016 prognose 2015 bron: OIS

Leerlingenprognose SBO en SO /' Werkwijze / Bij het maken van de leerlingenprognose zijn er verschillende veronderstellingen en aanpassingen gedaan. In dit hoofdstuk beschrijven we deze: als eerste de algemene uitgangspunten, daarna de aanpassingen die we vooraf hebben toegepast en als laatste de aannames van het Gpro programma voor de lange termijnprognose. Algemene uitgangspunten De aannames en prognose voor het speciaal onderwijs (SO, VSO en SBO) worden gemaakt op stadsdeelniveau. Speciaal onderwijs scholen hebben namelijk, net zoals scholen voor voortgezet onderwijs, een groter voedingsgebied dan een (basis)school met regulier onderwijs. Voor het (voortgezet) speciaal onderwijs geldt een andere plaatsingsprocedure dan voor het reguliere onderwijs. Het is de verantwoordelijkheid van de school waar een leerling zich aanmeldt om een passende plek te vinden. Bij een aanmelding voor het speciaal onderwijs moet de school onderzoeken of het kind de ondersteuning die de school biedt echt nodig heeft. Hiervoor kan de school informatie vragen over de beperking van het kind en de begeleiding die het nodig heeft. Voordat de school het kind toelaat, moet de school bij het aangesloten samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen. Deskundigen adviseren het samenwerkingsverband of het kind (voortgezet) speciaal onderwijs nodig heeft. Is het kind niet aangewezen op speciaal onderwijs? Dan zoekt de school naar een andere (reguliere) school die de juiste begeleiding kan bieden. Bij kinderen die blind of slechtziend (cluster ) of doof, slechthorend of met ernstige spraak taalmoeilijkheden (cluster ) zijn, onderzoekt de Commissie voor Onderzoek of het voldoet aan de toelatingseisen die voor speciaal onderwijs gelden. Deze aparte aanmeldingsprocedure zorgen voor beleidsafhankelijke belangstellingspercentages. SBO scholen zijn onderdeel van samenwerkingsverbanden van een aantal basisscholen. De voedingsgebieden van een bepaalde SBO school zijn de instellingen die tot het samenwerkingsverband behoren waar ook de SBO school deel vanuit maakt. De herkomst van de SBO leerlingen verschilt daardoor met die van andere onderwijssoorten omdat er geen voedingsgebieden maar voedingsscholen en samenwerkingsverbanden zijn. Het is mogelijk om een aparte prognose voor het SBO te maken via een prognosemethodiek die op het SBO is toegesneden. Om een aparte SBO prognose te maken moeten er gegevens over het aantal leerlingen van welke basisschool naar de SBOschool zijn doorverwezen en prognosedata van de verwijzende BO instellingen beschikbaar zijn. Deze gegevens zijn niet standaard bij OIS of OJZ aanwezig.

Leerlingenprognose SBO en SO /' Daarom is er in overleg met OJZ voor gekozen om de prognose voor het speciaal basisonderwijs net als voorgaande jaren volgens dezelfde methode te maken als de andere speciaal onderwijs scholen. Dit jaar gebruiken we als input voor de leerlingenprognose voor de leerlingen die niet in Amsterdam wonen maar in omringende gemeentes, de bevolkingsprognose van Pronexus. Aanpassingen vooraf Als basis voor de woonplek van de leerling zijn gegevens van Erisa genomen en teldata van DUO voor de totalen per school (voorlopige tellingen voor oktober ; definitieve tellingen voor oktober en ). Omdat de schooltotalen uit Erisa kunnen verschillen met de DUO teldata, worden de Erisa gegevens gewogen zodat ze overeen komen met de DUO gegevens. Voor enkele scholen die van BRIN nummer zijn veranderd, is de historie en aangepast (dus het oude BRIN nummer omgezet naar het nieuwe) : WG SO Kentalis Signis was WD GW SO Kentalis Signis was QY GW VSO Kentalis Signis was WD WR SO Prof. H. Burger was WO WR VSO Orion College A.G. Bell was WQ In overleg en in samenwerking met OJZ hebben we in het geval van fusies of andere samenwerkingsvormen de historie van enkele scholen/brin nummers samengevoegd. De Tyltylschool SO (WVSO) en de Mytylschool SO (WU) zijn in samengegaan in Drostenburg (WVSO). In schooljaar / heeft het Orion College Zuidoost het Brin nummer WU overgenomen. De Dr Coronel SO (WX) en de Noteboomschool (WW) zijn gefuseerd tot school: de Coronel Noteboom school (WW). In schooljaar / zijn deze samengegaan in Drostenburg (WVSO) en heeft het Orion College West het Brinnummer WW overgenomen. Twee scholen zijn per augustus gezamenlijk gehuisvest: Altra College West (Louis Couperusstraat) en Altra College Zuidoost (Kortvoort). De leerlingen van Altra College West zijn per augustus verhuisd naar Kortvoort. In de prognose zijn daarom de leerlingen van Altra College West (IQ) toegevoegd aan Altra College Zuidoost (IQ). Per januari is de Altra College afdeling Amsterbake (IQ) naar een locatie buiten Amsterdam verhuisd. De leerlingen op deze locatie zijn mee verhuisd. Vanaf is het totale VierTaal College Amsterdam gevestigd op één locatie op de Zekeringsstraat in Westpoort. Om de juiste basisgeneratie door Gpro te kunnen laten toekennen is een splitsing nodig van de gemengde SO en VSO scholen. Op basis van de indicaties is elke school gesplitst in twee afzonderlijke scholen; een voor de indicaties SO en een voor de indicaties VSO met de bijbehorende DUO telling. Zowel voor de DUO telling als voor de bijbehorende Erisa

Leerlingenprognose SBO en SO /' gegevens (voor de woonlocatie van de leerlingen), zijn de scholen gesplitst op basis van de primair onderwijssoort dan wel de leeftijd van de leerling; SO alle leerlingen in onderwijssoort SO of als niet beschikbaar jonger dan jaar, VSO alle leerlingen in onderwijssoort VSO of als niet beschikbaar ouder dan of gelijk aan jaar. Het gaat om de volgende scholen: QB O.G. Heldringschool: in de okt DUO telling al voorzien van een nieuw BRIN nummer voor SO QB. UA Alphons Laudyschool : in de okt DUO telling al voorzien van een nieuw BRIN nummer voor VSO UA. GW Kentalis Signis (voorheen Joh C Ammanschool genoemd): gesplitst in een SO (GWSO) en een VSO (GWVSO) deel. WV Tyltylschool (sinds okt een SO/VSO school) gesplitst in WVSO en WVVSO. HD KIOSB school: werd in het verleden gesplitst in een HDSO en HDVSO. In het schooljaar is het so echter tijdelijk ondergebracht in de school in Huizen en is daarom niet meer opgenomen in de oktober DUO telling. Het totaal aantal leerlingen van en zijn vanwege de KIOSB SO afdeling, gecorrigeerd. Aannames in softwarepakket Gpro voor de lange termijn prognose De eerste stap in Gpro is het bepalen van de basisgeneratie uit de bevolkingsprognose van OIS. Voor het speciaal onderwijs zijn er twee basisgeneraties. Een voor de SO en SBO scholen (alle t/m jarigen plus % van de jarigen) en een voor de voortgezet speciaal onderwijs scholen (% van de jarigen en alle t/m jarigen). Vervolgens wordt informatie van Erisa over het woonstadsdeel van de leerling gecorrigeerd met de telgegevens van oktober (uit DUO). Belangstellingspercentage voor de scholen per voedingsgebied (stadsdeel) worden vervolgens op basis van de voedingsgebieden van de scholen bepaald. Op basis van de belangstellingspercentages en de basisgeneratie wordt vervolgens de langetermijnprognose per school berekend. Voor het speciaal (voortgezet) onderwijs en ook voor het speciaal basisonderwijs is het belangstellingpercentage zeer beleidsafhankelijk. In de Speciaal Onderwijs leerlingenprognose van / zijn we uit gegaan van de belangstelling van het laatste jaar. Vorig jaar en dit jaar zijn we vanwege de dalende trend, vooral binnen het speciaal basisonderwijs, uitgegaan van een afvlakkende driejarige trend. Een afvlakkende driejarige trend betekent dat het verschil tussen het laatst waargenomen belangstellingspercentage wordt vergeleken met het belangstellingspercentage van twee jaar eerder. Dit verschil wordt gedeeld door tot de macht () en wordt opgeteld bij het laatst waargenomen belangstellingspercentage, dit geeft de belangstelling van het eerste prognosejaar. Het tweede prognosejaar is het eerste prognosejaar plus het verschil tussen het eerste prognosejaar en twee jaar eerder gedeeld door tot de macht. Het derde prognosejaar is het tweede prognosejaar plus het verschil van twee jaar eerder gedeeld door tot de macht. Uitgewerkt voor bijvoorbeeld de Tobiasschool SBO, waar de belangstelling uit stadsdeel West de laatste drie jaar iets is afgenomen:

Leerlingenprognose SBO en SO /' Tabel Belangstellingspercentage Tobiasschool SBO uit de West 2014/ 15 2015/ 16 2016/ 17 2017/ 18 2018/ 19 2019/ 20 West 0,084 0,052 0,105 0,111 0,119 0,120 bron: OJZ, DUO en OIS Het verschil in belangstelling tussen / en / in de Weteringschansbuurt is (,,) =,. Een kwart hier van wordt opgeteld bij het belangstellingspercentage van / (, / ^ +,) geeft,%, de belangstelling in het eerste prognose jaar / uit de West voor de Tobiasschool. In / is het uitgangspunt, wat wordt vergeleken met /. Dit verschil wordt gedeeld door tot de macht en opgeteld bij het percentage van /, dit is het belangstellingspercentage voor /.