Aan de leden van de adviescommissie Sociaal Bestuurlijk Publiekszaken Raadhuislaan 2, Oss Telefoon 14 0412 Fax [0412] 64 26 05 E-mail gemeente@oss.nl www.oss.nl Postbus 5 5340 BA Oss Wilt u bij uw reactie de datum van deze brief en ons kenmerk vermelden? Datum Behandeld door Doorkiesnummer 11 september 2015 Ester Biezen 685837 Onderwerp Inzet en resultaten re-integratie instrumenten 2015 Geachte leden, In deze brief informeren wij u over de inzet en resultaten van re-integratie instrumenten in het 1 e half jaar van 2015. Het eerste deel van deze nota geeft inzicht in de kosten en resultaten. Deel 2 gaat in op de instrumenten werkervaringsplaats en proefplaatsingen. In het derde deel melden we de resultaten. Het re-integratiebeleid kent als uitgangspunt dat iedereen naar vermogen mee doet. Omdat de re-integratiebudgetten teruglopen, is het niet mogelijk om alle bijstandsgerechtigden een voorziening aan te bieden op het gebied van re-integratie of participatie. Het maken van keuzes is noodzakelijk. De re-integratiemiddelen worden in eerste instantie besteed aan de doelgroep waarvan wij verwachten dat zij binnen 12 maanden (part)time betaald kunnen werken. Wij houden de re-integratie zo veel mogelijk in eigen hand. Uitbesteden aan commerciële re-integratiebureaus gebeurt incidenteel, als er sprake is van specialistische problematiek. Deze brief gaat in op alle instrumenten die de gemeente Oss vanuit het re-integratiebudget financiert. We hebben ook voorzieningen die vanuit andere middelen worden gefinancierd. Zo is er voor alle burgers van Oss het leerwerkloket. De financiering hiervoor komt uit budget dat het UWV hiervoor van het Rijk ontvangt. Ook voor de bestrijding van jeugdwerkloosheid is er sprake van aanvullende financiering. Zo worden de startersbeurzen gefinancierd vanuit
2 middelen die het Europees Sociaal Fonds (ESF) ter beschikking stelt. Leerwerktrajecten voor jongeren worden deels gefinancierd uit provinciale middelen die centrumgemeente Den Bosch voor de arbeidsmarktregio heeft ontvangen en deels vanuit de extra middelen voor de integrale jongerenaanpak. Vanaf 28-10-2014 doen wij opnieuw een beroep op ESF-middelen. Regionaal is er een ESFproject vormgegeven, de kosten van caseloadbeheer worden voor 2 jaar voor 50% gesubsidieerd vanuit ESF. Er is wel sprake van voorfinanciering. Dit betekent dat de uiteindelijke subsidie pas in 2019 wordt verstrekt. Wij kiezen er vooralsnog voor deze middelen ook pas in te zetten als zij ontvangen worden. De pilot Participatiewet IBN blijft in deze nota buiten beschouwing. De begeleiding binnen de pilot wordt gefinancierd vanuit de dividendreserve (AGR) van IBN. U wordt separaat over de resultaten van de pilot geïnformeerd. I INZET RE-INTEGRATIEINSTRUMENTEN Overzicht 1 e half jaar 2015 2015 Begroot Beschikbaar budget rijksoverheid 2.079.059 Meeneemregeling re-integratiebudget 2014 105.479 Extra budget integrale jongerenaanpak 100.000 Overheveling uitvoeringskosten 80.000 Overheveling budget inburgering/educatie 165.721 Totaal 2.530.259 Het beschikbare budget rijksoverheid bedroeg over 2014 2.133.314. Er heeft in 2015 dus een verlaging plaatsgevonden van afgerond 54.000. Deze verlaging was niet ingecalculeerd. Wij hadden op een verhoging gerekend, gezien de overkomst van Geffen. De overheveling van de uitvoeringskosten betreft de extra bijdrage aan uitvoeringskosten die we vanaf 2015 ontvangen wegens extra uitvoeringstaken die de Participatiewet met zich meebrengt. Aangezien we deze kosten volledig voor jobcoaching aanwenden, hebben we besloten deze post aan het re-integratiebudget toe te voegen.
3 Uitgaven re-integratie tot en met 30 juni 2015 In onderstaand overzicht zijn de belangrijkste re-integratie instrumenten opgenomen. Activiteit Uitgaven 2015 1 Rotonde 1 434.103 2 Focus 2 300.000 3 Kosten jobcoaching 37.051 4 Personele kosten werkzoekendenkant 186.422 5 Personele kosten werkgeverskant 100.365 6 Verzuimcontrole, medische en psychodiagnostische adviezen 30.064 7 Kinderopvang 33.108 8 Indienstnemingssubsidie 48.929 9 Bemiddelingsfee uitzendbureaus 15.127 10 Trajecten integrale jongerenaanpak 51.149 11 Educatietrajecten 67.654 12 Overige trajecten 55.444 Totaal 1.359.416 Voor de volledigheid merk ik hierbij op dat het nieuwe instrument loonkostensubsidie wordt gefinancierd uit het BUIG-budget. 1. Arbeids- en trainingscentrum De Rotonde De Rotonde fungeert als diagnose-, arbeidstrainings- en arbeidstoeleidingscentrum voor alle deelnemers. Daarnaast stoomt De Rotonde deelnemers, waarvan de verwachting is dat zij niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen, klaar voor de pilot Participatiewet IBN. 1 Door vooruitbetaling in juni zijn hier de kosten t/m het 3 e kwartaal opgenomen. 2 Door vooruitbetaling in juni zijn hier de kosten t/m het 4 e kwartaal opgenomen.
4 De resultaten 1e kwart 2e kwart totaal % Totaal aantal trajecten 68 108 176 Uitval naar aanleiding van diagnose 1 13 14 Uitval tijdens traject (medisch/psychisch) 2 8 10 Afgeronde voortrajecten tbv pilot IBN 9 10 19 Totaal uitval en voortrajecten 12 31 43 24% Afgeronde trajecten exclusief uitval en voortrajecten IBN 56 77 133 100% Uitstroomredenen Uitstroom werk 24 31 55 41% Uitstroom rechtmatig 10 10 20 15% parttime werk/tijdelijk werk 4 5 9 7% subtotaal resultaat werk/rechtmatig 38 46 84 63% proefplaatsing 0 3 3 2% werkervaringsplaats 4 4 8 6% specialistisch traject 6 11 17 13% sollicitatietraining via Focus 5 6 11 8% einde traject wegens te grote afstand arbeidsmarkt 3 7 10 8% subtotaal overig 18 31 49 37% Totaal 56 77 133 100% Een korte samenvatting van de resultaten: In 2015 hebben 176 mensen deelgenomen aan het traject; 24 mensen zijn uitgevallen, 19 mensen zijn doorgeleid naar de pilot IBN; Van de 133 afgeronde trajecten, hebben 64 mensen werk gevonden (48%); Er zijn 20 mensen door overige redenen uitgestroomd (15%); Totale (gedeeltelijke) uitstroom uit de uitkering vanuit de Rotonde: 63%. 2. FOCUS FOCUS is er voor de doelgroep die, door multi problematiek, een gebrek aan motivatie vertoont om te gaan werken. Door een intensief gedragsveranderend programma bereiken we dat deelnemers de regie over hun eigen leven kunnen nemen. Zij raken intrinsiek gemotiveerd om weer te gaan werken. Het traject FOCUS is er om de problematiek hanteerbaar te maken en verzorgt uiteindelijk de arbeidsmarkttoeleiding van de deelnemers.
5 De resultaten 1e kwart 2e kwart totaal % Aantal afgeronde trajecten 10 21 31 Uitstroomredenen Uitstroom werk 3 7 10 32% Uitstroom rechtmatig 3 5 8 26% parttime werk/tijdelijk werk 3 3 6 19% subtotaal resultaat werk/rechtmatig 9 15 24 77% dagbesteding 1 0 1 3% doorleiding naar project logistiek 0 1 1 3% werkervaringsplaats 0 2 2 6% einde traject wegens te grote afstand arbeidsmarkt 0 3 3 10% subtotaal overig 1 6 7 23% Totaal 10 21 31 100% Een korte samenvatting van de resultaten: In 2015 hebben 31 mensen het traject afgerond; Van de 31 afgeronde trajecten, hebben 16 mensen werk gevonden (52%); Er zijn 8 mensen door overige redenen uitgestroomd (25%); Totale (gedeeltelijke) uitstroom uit de uitkering vanuit FOCUS: 77%. 3. Kosten jobcoaching Jobcoaching wordt ingezet om ervoor te zorgen dat de plaatsing van de werkzoekende succesvol is. De nieuwe werknemer krijgt op de werkvloer extra begeleiding bij het uitvoeren van zijn taken, het omgaan met collega s etc. Uitgangspunt is dat jobcoaching zo veel mogelijk door collega s binnen het bedrijf uitgevoerd wordt. De werkgever ontvangt dan een begeleidingsvergoeding om dit te compenseren. Indien de werkgever de jobcoaching extern uitgevoerd wil hebben, wordt dit ingekocht bij IBN. Er hebben 22 klanten jobcoaching. Personele kosten werkzoekendenkant 4. Personele kosten werkgeverskant De consulenten aan de werkzoekendenkant zijn verantwoordelijk voor: Het geven van workshops op werkgebied en de training Werken aan Werk.
6 De regievoering over trajecten, zowel bij Rotonde als externe partijen. De diagnose van de arbeidsmogelijkheden en de coaching van deelnemers in hun zoektocht naar werk. De matching en arbeidsbemiddeling van kandidaten in het bijstandsbestand. De nazorg tijdens proefplaatsingen, werkervaringsplaatsen en 1e periode van het dienstverband. De consulenten aan de werkgeverskant zijn verantwoordelijk voor: Het opbouwen en onderhouden van werkgeversrelaties. Het acquireren van geschikte vacatures voor het bijstandsbestand. Het geven van workshops op werkgebied en de training Werken aan Werk. Het voorselecteren voor werkgevers van kandidaten op vacatures. Het tot stand brengen van plaatsingen die leiden tot dienstverbanden. 5. Verzuimcontrole, medische en psychodiagnostische adviezen De diagnosestelling vindt plaats door de eigen consulent. Vanaf 01-03-2015 gebruiken we hier standaard de methodiek Matchcare voor. Dit betreft dan de inschatting van de afstand tot de arbeidsmarkt, de potentiële loonwaarde en het plan van aanpak om weer tot de arbeidsmarkt toe te kunnen treden. In een aantal zaken is het niet mogelijk dit zelf te doen, omdat hier specialistische kennis voor nodig is. Dit betreft kennis op medisch en psychisch gebied. De arbeidsmogelijkheden worden dan door een arts of psycholoog in kaart gebracht. Sinds 2014 hebben we, anticiperend op de Participatiewet, zelf 2 arbeidsdeskundigen in dienst. De arbeidsdeskundigen beoordelen welke arbeidsmogelijkheden mensen met beperkingen nog wel hebben en wat voor soort werkomstandigheden/werkplekaanpassingen hiervoor gerealiseerd moeten worden. Deze onderzoeken zijn ondersteunend aan het reintegratieproces. Er worden met deze onderzoeken dus geen op zichzelf staande resultaten met betrekking tot uitstroom/schadelastbeperking geboekt. Daarnaast voeren de arbeidsdeskundigen de loonwaardemetingen uit bij werkgevers, indien een werknemer niet in staat is zelfstandig het minimumloon te verdienen. 6. Kinderopvang Kinderopvang wordt ingezet, zodat mensen in staat zijn een traject te volgen naar werk. Het is dus ondersteunend aan het re-integratieproces. Als de cliënt niet in staat is de opvang van zijn/haar kinderen in eigen kring te organiseren, besteden wij dit uit aan Cokon. Cokon regelt de benodigde opvang en de bijdrage die via de
7 fiscus kan worden aangevraagd. De fiscus vergoedt een groot deel van de kosten, wij betalen het restant (ongeveer 10% van de totale kosten). Hierdoor maken cliënten dus geen kosten voor kinderopvang tijdens de periode dat zij een beroep doen op een bijstandsuitkering. 7. Indienstnemingssubsidie Dit betreft een stimuleringsregeling voor werkgevers om mensen met een bijstandsuitkering in dienst te nemen. Wanneer zij een arbeidscontract van minimaal 12 maanden aanbieden en de intentie hebben dit na die periode te verlengen, kunnen zij gedurende de eerste 6 maanden van het dienstverband een loonkostensubsidie aanvragen van 30% van het minimumloon, inclusief vakantietoeslag en werkgeverslasten. Deze regeling passen wij toe om werkgevers te verleiden iemand in dienst te nemen die geen recente werkervaring heeft, maar wel in staat is als volwaardig werknemer te functioneren. Door de werkgever een financiële prikkel te geven, geeft deze regeling bijstandsgerechtigden een voorsprong ten opzichte van hun concurrenten op de arbeidsmarkt: mensen met een baan en mensen met een WWuitkering. De indienstnemingssubsidie wordt in de 7 e maand van het dienstverband betaald. De kosten die in 2015 zijn geboekt, betreft de financiële afrekening van de bonusbanen 2014. De kosten van de indienstnemingssubsidie worden pas na 01-07-2015 gemaakt. Er zijn tot en met 30-06-2015 20 indienstnemingssubsidies aan werkgevers toegekend. 8. Bemiddelingsfee uitzendbureaus Om de uitstroom naar werk en schadelastbeperking te bevorderen is in 2014 een financiële prikkel voor uitzendbureaus ingevoerd. Dit is te vergelijken met de indienstnemingssubsidie voor reguliere werkgevers. Voor elke maand dat een bijstandsgerechtigde geen aanspraak maakt op een uitkering doordat het uitzendbureau werk heeft geboden, ontvangt het uitzendbureau een vergoeding. Dit om te stimuleren dat uitzendbureaus bijstandsgerechtigden werk bieden en dit werk structureel proberen te maken. De regeling geldt gedurende maximaal 12 maanden per werknemer. 9. Trajecten kwetsbare jongeren De gemeenteraad heeft voor 2015 eenmalig 100.000 aan extra middelen ter beschikking gesteld voor de aanpak van werkloosheid onder jongeren van 18 tot en met 26 jaar. Deze middelen worden besteed aan leerwerktrajecten en intensieve arbeidstoeleidingstrajecten. In de programmabegroting 2016-2019 wordt aan de raad voorgesteld om voor 3 jaar 200.000 beschikbaar te stellen.
8 10. Educatietrajecten Educatietrajecten worden ingezet om mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt meer vaardigheden op te laten doen op het gebied van taal, rekenen, omgaan met geld en de computer. Door meer vaardigheden te hebben, komt de stap naar re-integratie een stapje dichterbij. 11. Overige trajecten Kostenposten die onder overige trajecten staan zijn bijvoorbeeld kosten van individueel ingekochte (leerwerk)trajecten voor mensen vanaf 27 jaar, reiskosten, cursussen zoals een heftruckopleiding en verstrekking van werkkleding. Samenwerkingspartners In deze nota vermelden wij de inzet en resultaten met betrekking tot re-integratie. Deze resultaten realiseren wij als afdeling Werk en Inkomen. Dit doen wij echter niet alleen. Samenwerking met andere partijen is voor ons een vanzelfsprekendheid. Voor jongeren gebeurt dit hoofdzakelijk met partijen in het onderwijsveld en het regionaal bureau leerplicht en voortijdig schoolverlaten (RBL BNO). Voor de overige uitkeringsgerechtigden investeren wij veel in ons netwerk met werkgevers, IBN en het UWV, houden we contact met diverse ondernemersverenigingen en leggen we verbindingen richting economische zaken, ondernemerszaken, het kernteam economie, Agrifood Capital en Noordoost-Brabant Werkt! II WERKERVARINGSPLAATS EN PROEFPLAATSING Naast bovengenoemde instrumenten maken wij ook gebruik van de instrumenten werkervaringsplaats en proefplaatsing. Dit betekent dat een bijstandsgerechtigde met behoud van uitkering bij een werkgever aan de slag gaat. Hier zijn vanuit het re-integratiebudget (naast de begeleidingskosten door eigen personeel) geen kosten aan verbonden. Werkervaringsplaats Een werkervaringsplaats zetten we in als een soort van stage. Het doel hiervan is het opdoen van werkervaring. Een werkervaringsplaats kan bij 1 werkgever maximaal 6 maanden duren. In de 1 e helft van 2015 zijn 27 mensen gestart op een werkervaringsplaats. Dit waren er in 2014 in totaal 31. Er wordt naar aanleiding van opmerkingen door uw commissie inzake de evaluatie van De Rotonde extra ingezet op werkervaringsplaatsen bij reguliere werkgevers.
9 Bij een werkervaringsplaats is er geen directe relatie met het vooruitzicht op een baan. De werkervaringsplaats is wel een middel om de arbeidsmogelijkheden van een kandidaat in beeld te brengen, te werken aan werknemersvaardigheden en werkervaring op te doen in een specifieke functie. Van de 27 mensen die met een werkervaringsplaats zijn gestart: doen er 6 mensen geen beroep meer op een uitkering; zijn er 3 mensen die nu een proefplaatsing hebben met kans op een baan; heeft 1 persoon parttime werk gevonden; heeft 1 persoon een 2 e werkervaringsplaats gekregen; zijn 3 personen gestart met een vervolgtraject; zijn 2 trajecten gestaakt wegens onvoldoende arbeidsmogelijkheden; lopen er nog 11 werkervaringsplaatsen. Proefplaatsing Een proefplaatsing betekent dat iemand op proef bij een werkgever gaat werken. De werkgever moet daarbij de intentie hebben om aan het einde van de proefplaatsing een baan te bieden voor minimaal 6 maanden. De duur van de proefplaatsing bedraagt maximaal 3 maanden. In de 1 e helft van 2015 zijn 63 mensen gestart met een proefplaatsing. Hiervan lopen er nog 15, er zijn er derhalve 48 afgerond. Van de 48 mensen die een proefplaatsing zijn gestart, doen er 31 geen beroep meer op een uitkering. Dit is 65%. Voor de overige mensen is een vervolgtraject ingezet. Denk daarbij aan FOCUS, De Rotonde, een leerwerktraject, etc. III RESULTATEN Tot en met 30-06-2015 hebben we 323 personen laten uitstromen uit de uitkering nl. 151 naar werk (was in 1 e half jaar van 2014, 132) en 172 (was in 1 e half jaar van 2014, 176) om overige redenen zoals verhuizing, samenwoning, etc. Daarnaast zijn er 45 mensen naar parttime werk bemiddeld. Op het gebied van uitstroom naar werk zijn de volgende resultaten bereikt:
10 Resultaat Aantal Uitstroom regulier 113 Uitstroom met loonkostensubsidie 38 Totaal 151 De uitstroom met loonkostensubsidie betreft mensen die niet in staat zijn zelfstandig het minimumloon te verdienen. Hun werkgevers ontvangen op basis van de loonwaarde van de werknemer een structurele loonkostensubsidie. Daarnaast is er schadelastbeperking gerealiseerd doordat 45 mensen parttime zijn gaan werken, waarvan 5 met een structurele loonkostensubsidie. Deze mensen stromen niet uit, maar ontvangen een uitkering als aanvulling op het eigen inkomen. Resultaat Aantal nieuwe parttime plaatsingen in 2015 45 Gemiddeld aantal parttime werkenden met aanvullende uitkering 203 Gemiddelde inkomstenkorting per parttimer 503 Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, dhr. C.P.W. van Geffen, Wethouder Werk & Inkomen en Onderwijs