Trombose en erfelijkheid



Vergelijkbare documenten
longembolie patiënteninformatie

Nascholing Antistolling

Downsyndroom In dit informatieblad leest u meer over Downsyndroom. Pagina 1 van 3

Vaatrisicopoli. Vertrouwd en dichtbij. Als u een verhoogd risico loopt om een hart- of vaatziekte te krijgen. Wilhelmina Ziekenhuis Assen

Uw bezoek aan de vasculaire polikliniek.

Uw bezoek aan de vasculaire polikliniek

Hartfalen. Wat is het en hoe herken je het

Trombose en Longembolie

Verzekeringen & erfelijkheid


Familiaire hypercholesterolemie (FH)

Wil ik het wel weten?

Klinische Genetica. Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving

VAN EN VOOR MENSEN MET EEN HART- OF VAATZIEKTE Regio West-Brabant. Kwartslag. Ontmoetingsdag Amphia Breda. Spataderen. Trombose en longembolie

Hart- en vaatziekten: risicoprofiel en leefstijladviezen. Cardiologie Centrum Waterland

Vasculair Preventie Centrum

Patiënteninformatie locatie Blaricum. Diabetes mellitus bij kinderwens. Informatie over erfelijkheid en zwangerschap bij diabetes

Een longembolie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Familiaire Hypercholesterolemie (FH)

Een trombosebeen, trombose-arm of longembolie

Pre-diabetes. Vasculair Preventie Centrum

THROMBOgen Test. Trombose. Risico s in kaart. Diep-veneuze trombose

Longembolie. Albert Schweitzer ziekenhuis december 2014 pavo 1117

Een trombosebeen, trombose-arm of longembolie

Infoblad. Chromosoomafwijkingen. Chromosoomafwijkingen, wat zijn dat eigenlijk? En waardoor ontstaan ze? Hierover lees je in dit infoblad.

Hoe informeer ik mijn familie bij erfelijke of familiaire aanleg voor kanker?

Een te hoog cholesterol

Langdurige behandeling van diep veneuze trombose bij patiënten met kanker (Longheva) Academisch Medisch Centrum, Amsterdam (AMC)

Trombosedienst Leiden en omstreken

TIA: een voorbijgaande beroerte

Diep veneuze trombose

Etalagebenen. Chirurgie. Beter voor elkaar

TIA: een voorbijgaande beroerte

Longembolie. Longgeneeskunde

Tips om zelf uw klachten te verminderen en informatie over wat de fysiotherapeut voor u kan doen

Diep veneuze trombose

Klinische Genetica. Autosomaal dominante overerving

Aanleg borst- en eierstokkanker (BRCA) en verzekerbaarheid

Preventie vaatpoli (PVP) Algemene informatie. Boermarkeweg AA Emmen Postbus RA Emmen Tel

Hart- en vaatziekten: risicoprofiel en leefstijladviezen

Diep veneuze trombose

Hematologie. Hemofilie B Leyden

Preventie vaatpoli (PVP) Algemene informatie

Hartklachten en hoe nu verder Vasculaire preventie.

Patiënteninformatie. Longembolie

Trombosebeen (behandeling met een VKA)

Geneesmiddelen bij zwangerschap en borstvoeding

Problemen met de slagaders

Uw kans op een kind met cystic fibrosis (taaislijmziekte) of sikkelcelziekte en thalassemie (erfelijke bloedarmoede)

Georgie Dom. Hart & vaten gezond. Informatie en preventie

SPOEDEISENDE HULP / INTERNE GENEESKUNDE / DERMATOLOGIE. Trombosebeen

Trombose. Een klein bloedpropje met (soms) grote gevolgen

Behandeling voor trombose en anti-stolling

Trombose. Wat betekent dat? Onderzoek en behandeling 1

Kinderwens spreekuur Volendam

Met medicijnen alléén bent u er niet

Zwangerschapsdiabetes

Aneurysma van de buikaorta. Verwijding van de lichaamsslagader in de buik

Wat alle vrouwen moeten weten over foliumzuur. ZorgVoor. Foliumzuur bij kinderwens

Bypass-operatie Operatie bij vernauwing of afsluiting in een beenslagader.

DIABETOgen Test. Diabetes mellitus Typ II. Risico s in kaart. Diabetes Mellitus

Inleiding Wat zijn etalagebenen Klachten

Cardiologisch onderzoek

Diabetes mellitus. De behandeling van diabetes mellitus

Nazorg na een beroerte

Trombosedienst Apeldoorn-Zutphen

Diep Veneuze Trombose Informatie over de aandoening en de behandeling

Wat is een trombosebeen? Oorzaken Behandeling

Longembolie Onderzoek en behandeling.

Diabetes en zwanger worden

Informatiefolder. Zwangerschap en kinderwens

Er zijn verschillende neuralebuisdefecten. Open rug en open schedel komen het meest voor. Andere neuralebuisdefecten komen heel weinig voor.

Informatiefolder over trombose/longembolie en Eliquis

Chirurgie. Operatie wegens een afsluiting of vernauwing van liesof beenslagaderen

Diep veneuze trombose

Wat is looptraining?

Medischwetenschappelijk. onderzoek. Algemene informatie voor de proefpersoon

Jodiumhoudende contrastmiddelen in bloedvat

p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 2

TIA: een voorbijgaande beroerte

Klinische Genetica. Het lange QT syndroom (LQTS)

Patiënten informatie poli HVC

CHIRURGIE. Etalagebenen

Trombof iliescreening

Individueel zorgplan vitale vaten

Trombofilieonderzoek in 15 dia s Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen

X-gebonden Overerving

Trainingsprogramma hartfalen afdeling fysiotherapie

Bloed moet stromen. De cardiovasculaire risicodienst. Verwijzing door de huisarts

Liesdesobstructie. Operatie bij vernauwing in een beenslagader.

Individueel Zorgplan Cardiometabool

Diabetes type 2 en erfelijkheid

Thoracaal Aorta Aneurysma (met kans op) Dissectie (TAAD)

TRANSMURAAL PROTOCOL DIEPE VENEUZE TROMBOSE

Vasculaire Geneeskunde Centrum voor Vroege Hart en Vaatziekten (CVHV)

chapter 10 Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Diep veneuze trombose

De patiënt en cardiovasculair risicomanagement Koos van Staveren en Karin Idema.

Hart- en vaatziekten

Transcriptie:

Trombose en erfelijkheid

Inhoudsopgave Pagina Inleiding 3 Oorzaken van trombose 3 Erfelijke risicofactoren 4 Erfelijke oorzaken van trombose 5 Tekort aan antitrombine, proteïne C en proteïne S 5 Factor V Leiden-mutatie en Protrombinemutatie 5 Andere oorzaken voor trombose 6 Gevolgen van erfelijke risicofactoren voor een patiënt met trombose 7 Zwangerschap en trombose 8 Antistollingsbehandeling tijdens de zwangerschap 8 De anticonceptiepil en erfelijke aanleg 9 Onderzoek van familieleden 10 Meer informatie 11 De Hart&Vaatgroep 15

Inleiding Men heeft bij u een trombose in de aders ( diep veneuze trombose of kortweg trombose ) vastgesteld. Bij de meeste patiënten ontstaat de trombose in het been (trombosebeen). Een trombose in de arm is zeldzaam. Als een stolsel losschiet en in de longen terecht komt, spreken we van een longembolie. Deze brochure geeft informatie over erfelijke aanleg voor trombose. Meer informatie over trombose is te vinden in de brochures Trombose en longembolie en Trombose en de anticonceptiepil van de Nederlandse Hartstichting. Hoe u deze kunt aanvragen, leest u op pagina 11. Oorzaken van trombose Trombose ontstaat meestal door een samenspel van factoren. Een aantal factoren geeft een verhoogd risico op trombose, en zeker als er bij iemand meer van deze risicofactoren tegelijk aanwezig zijn. We kunnen de risicofactoren verdelen in erfelijke oorzaken en niet-erfelijke of verworven oorzaken. Verworven oorzaken zijn bijvoorbeeld een operatie, langdurig liggen of zitten (bijvoorbeeld na een operatie), het kraambed, het gebruik van de anticonceptiepil, zwangerschap en ernstige ziekte. De trombose kan echter ook spontaan zijn, dat wil zeggen dat er geen aanwijsbare verworven oorzaak is. Bij ongeveer de helft van de patiënten met een spontane trombose speelt een erfelijke risicofactor in het bloedstollingssysteem een rol. Met name als iemand vaker een trombose krijgt, of op jonge leeftijd al een trombose krijgt, maar ook als veel familieleden trombose krijgen, is de kans groot dat het om een erfelijke oorzaak gaat. Overigens gaat bij trombose in veel gevallen erfelijke en 3 Trombose en erfelijkheid

verworven oorzaken samen. In deze brochure bespreken we de erfelijke aspecten die een verhoogde kans op trombose geven. Erfelijke risicofactoren Bij een erfelijke afwijking gaat het om een verandering in het DNA, de erfelijke code van het lichaam. Zo n verandering heet een erfelijke mu - tatie. Het DNA ligt opgeslagen in de chromosomen die in de kern van onze lichaamscellen zitten. We hebben 46 chromosomen die twee aan twee vrijwel gelijk zijn, het zijn dus 23 paar verschillende. Van elk paar hebben we er één van onze vader en één van onze moeder gekregen. Een erfelijke mu tatie kan daarom op één chromosoom liggen (dat heet een heterozygote afwijking) of op beide chromosomen van het paar (een homozygote afwijking). Bij de bevruchting van de eicel door de zaadcel komt de helft van de chromosomen van de man samen met de helft van de chromosomen van de vrouw. Als één van de ouders heterozygoot is voor een erfelijke afwijking, is er een kans van één op twee (50%) dat het kind het afwijkende chromosoom krijgt. Als beide ouders heterozygoot zijn, is deze kans 75%. Als één ouder lichaamscellen lichaamscellen 1 2 3 4 moeder, gezond vader, ziek 1 2 3 4 geslachtscellen (eicellen) geslachtscellen (zaadcellen) 1 3 2 3 kind, gezond kind, gezond 1 4 2 4 kind, ziek kind, ziek lichaamscellen De overerving van een dominant gen: In de ene helft van de geslachtscellen van een ouder met de aandoening komt het dominante gen wel voor, in de andere helft van de geslachtscellen niet. De helft van de kinderen zal de aandoening heben, de helft niet. schema Dominante overerving 4 Nederlandse Hartstichting

homo zygoot is, zal het kind altijd minimaal één afwijkend chromosoom krijgen en dus ten minste heterozygoot zijn. Als beide ouders homo - zygoot zijn voor een erfelijke afwijking, is het kind dat ook. Erfelijke oorzaken van trombose Wie een erfelijke risicofactor heeft, krijgt daarom nog niet daadwerkelijk een trombose. Terwijl iemand die geen erfelijke risicofactor heeft, evengoed een trombose kan krijgen. Uw arts heeft met u besproken welke erfelijke risicofactor voor trombose bij u een rol speelt. Om welke risicofactoren gaat het? Tekort aan antitrombine, proteïne C en proteïne S Antitrombine, proteïne C en proteïne S zijn eiwitten die in de lever worden aangemaakt. Het zijn alledrie belangrijke remmers van de bloedstolling. Een tekort aan één van deze eiwitten verstoort het evenwicht tussen stolling en antistolling in het bloed. Hierdoor wordt het risico op trombose zo n acht tot tien keer groter. Zo n acht procent van de trombosepatiënten heeft een tekort aan één van deze drie stollingsremmers. Factor V Leiden-mutatie en Protrombinemutatie Bij de factor V Leiden-mutatie werkt het proteïne C-eiwit niet goed. Een mutatie in stollingsfactor V maakt dat proteïne C in zijn geactiveerde vorm (APC) minder makkelijk wordt afgebroken en langer dan normaal in actieve vorm aan de bloedstolling bijdraagt. We noemen dit APCresistentie. De factor V Leiden-mutatie komt voor bij ongeveer 20% van de trombosepatiënten. Een erfelijke mutatie voor bloedstollingsfactor II, de protrombinemutatie, is ook een risicofactor voor trombose. Hoe deze afwijking pre- 5 Trombose en erfelijkheid

cies werkt, weten we nog niet. De afwijking komt bij ongeveer 6% van de trombosepatiënten voor. Dragers van de factor V Leiden-mutatie of de protrombinemutatie hebben ongeveer vier keer zoveel kans op een trombose. Andere oorzaken voor trombose Een aantal andere risicofactoren hangen zeker met de familie samen ook al weten we niet precies hoe. Zo komt hyperhomocysteïnemie bij tien tot twintig procent van de trombosepatiënten voor; iemand met hyperhomocysteïnemie heeft twee tot drie keer meer risico op een trombose. Hyperhomocysteïnemie betekent een te hoog homocysteïnegehalte. Homocysteïne is een aminozuur; eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren. Het gehalte van homocysteïne is sterk afhankelijk van erfelijke aanleg en van de hoogte van bepaalde vitamines in het bloed (foliumzuur, vitamine B6 en vitamine B12). Een bij herhaling vastgestelde verhoogde waarde van bloedstollings - factor VIII komt voor bij ongeveer 25% van de trombosepatienten; wie deze verhoogde waarde heeft, heeft ongeveer vier keer zoveel risico op een trombose. Over bloedstollingsfactor VIII en het verband met tromboses is nog heel veel onbekend. 6 Nederlandse Hartstichting

PZ65 23-04-2010 08:56 Pagina 7 Gevolgen van erfelijke risicofactoren voor een patiënt met een trombose Als u een trombose hebt (gehad), heeft men bij u misschien een erfelijke risicofactor geconstateerd. Voor de behandeling van de trombose zelf maakt dit meestal niets uit. De kans dat u na het stoppen met de antistollingsmiddelen opnieuw een trombose krijgt, hangt namelijk vooral samen met de manier waarop de trombose ontstond en dus niet alleen van het feit of er sprake is van een erfelijke aanleg. Als de trombose spontaan ontstond, is de kans op een nieuwe trombose groter dan wanneer de trombose door een operatie, zwangerschap, de pil of bedlegerigheid is uitgelokt. Bij een spontaan ontstane trombose geeft men u in de regel langer (zes maanden) antistolling dan wanneer de trombose door een bepaalde situatie werd uitgelokt. In dat geval krijgt u drie maanden antistolling. Van de genoemde duur van antistolling kan, afhankelijk van de kans op een nieuwe trombose of bloedingen, worden afgeweken. In het zeldzame geval dat u verschillende erfelijke risicofactoren hebt, zal de behandeling met antistolling langer duren. Dit kan variëren van zes maanden tot voor onbepaalde tijd. Omdat de kans op herhaling dus niet wezenlijk groter is bij patiënten die een erfelijke factor dragen, heerst de vraag hoeveel zin het heeft om elke trombosepatiënt op erfelijke factoren te onderzoeken. Als u ná de antistollingsbehandeling in een risicosituatie terecht komt, kunt u uit voorzorg korte 7 Trombose en erfelijkheid

tijd antistolling gebruiken om een trombose te voorkomen. Risicosituaties zijn operaties, langdurig zitten of liggen (bijvoorbeeld na een operatie), het kraambed en bepaalde ziekten. Zwangerschap en trombose De samenhang tussen zwangerschap, erfelijke risicofactoren en anti stolling is voor iedere patiënt verschillend. Tijdens de zwangerschap en in het kraambed hebt u een iets groter risico op het krijgen van een veneuze trombose. Dit risico wordt weer hoger als u draagster bent van een erfelijke stollingsverandering, of als u al een trombose hebt gehad. Neem daarom bij een zwangerschapswens tijdig contact op met uw huisarts of specialist. Wat kunt u het beste doen om een trombose tijdens of na de zwangerschap te voorkomen? U kunt de situatie rustig afwachten, de kans is groot dat er helemaal niets gebeurt. Maar uw arts kan in overleg met u ook besluiten om voorzorgsmaatregelen te nemen en tijdelijk antistollingsmiddelen voorschrijven. Antistollingsbehandeling tijdens de zwangerschap Bepaalde antistollingsmiddelen - zoals acenocoumarol en fenprocoumon (Marcoumar) - zijn schadelijk voor het ongeboren kind. Heparine en laagmoleculaire gewichtsheparine (LMHW) hebben deze nadelen niet. Tijdens de zwangerschap wordt in de praktijk het meest gebruik gemaakt van LMWH-injecties in de huid. LMWH is zeker even effectief gebleken als 8 Nederlandse Hartstichting

heparine en gemakkelijker in het gebruik. Bij de meeste patiënten zal dan ook gekozen worden voor LMWH. Uw arts zal u het meest geschikte medicijn voorstellen. In de periode na de bevalling, de kraambedperiode, kan zowel gekozen worden voor LMWH-injecties als voor tabletten (acenocoumarol of fenprocoumon). Bij gebruik van deze middelen mag borstvoeding gegevenworden, omdat de medicijnen niet in de moedermelk terecht komen. De anticonceptiepil en erfelijke aanleg De pil verhoogt het risico op trombose. Een vrouw met de factor V Leiden-mutatie heeft viermaal meer risico op een trombose dan haar leeftijdgenoten. De kans op trombose bij een persoon zonder erfelijke risicofactor stijgt met de leeftijd van ongeveer 5 (onder de 20 jaar) tot 100 (40-49 jaar) op de 100.000 personen per jaar. Bij een vrouw met de factor V Leiden-mutatie loopt deze kans dus op van 20 (onder de 20 jaar) tot 400 (40-49 jaar) op de 100.000 per jaar. Als zij ook de pil gebruikt (de tweedegeneratiepil), is haar risico veel groter dan je zou verwachten: haar risico op een trombose is ongeveer 30 maal hoger dan bij een vrouw die géén mutatie heeft en géén pil gebruikt. Vrouwen tot 20 jaar lopen dan een risico van 150 (in plaats van 20) per 100.000, en vrouwen van 40-49 jaar tot 3.000 (in plaats van 400) per 100.000. Vrouwen die homozygoot zijn voor deze afwijking hebben nog een veel hoger risico. Als u dus een erfelijke risicofactor voor trombose hebt, kunt u het beste met uw arts overleggen wat in uw geval de beste 9 Trombose en erfelijkheid

vorm van anticonceptie is en of u de pil kunt gebruiken. Meer informatie vindt u in de brochure Trombose en de anticonceptie - pil van de Nederlandse Hartstichting. Hoe u deze brochure kunt aanvragen leest u op pagina 11. Onderzoek van familieleden Het lijkt een logische gedachte om alle familieleden te laten onderzoeken op erfelijke risicofactoren. Dat is echter niet altijd nodig. Ten eerste krijgt niet iedereen met een erfelijke risicofactor ook daadwerkelijk een trombose. Daarnaast krijgen veel mensen een trombose zonder dat ze een erfelijke risicofactor dragen. Daarbij maakt het voor de behandeling in veel gevallen niet uit. Als u weet dat u een erfelijke risicofactor draagt, heeft dit natuurlijk als mogelijk voordeel dat u in de beschreven risicosituaties uit voorzorg antistolling kunt nemen, of dat u als vrouw kunt overwegen om een niet-hormonale vorm van anticonceptie te gebruiken. Weten dat u een erfelijke risicofactor voor tromboses hebt, kan ook nadelige gevolgen hebben, bijvoorbeeld voor het afsluiten van een verzekering, zoals een ziektekostenverzekering, levensverzekering of arbeidsongeschiktheidsverzekering. Informeer hiernaar vóór u een erfelijkheidsonderzoek laat doen. Het kan van belang zijn om uw familieleden op de hoogte te brengen van het feit dat u een erfelijke risicofactor draagt, bijvoorbeeld door hen deze brochure te laten lezen. Op die manier kunnen zij alert zijn op verschijnselen van trombose. Informatie vindt u ook in de brochure Trombose en long embolie van de Nederlandse Hartstichting. Hoe u deze brochure kunt aanvragen leest u op pagina 11. 10 Nederlandse Hartstichting

Voor familieleden die zich niet hebben laten testen is het wel raadzaam bij behandelingen aan te geven dat er een erfelijke stollingsfactor in de familie voorkomt. Zo nodig kunt u behandeld worden als zijnde drager. Meer informatie Met vragen en onduidelijkheden kunt u altijd terecht bij uw specialist, uw huisarts of de trombosedienst. Als u meer wilt weten over de onderzoeken in het ziekenhuis, kunt u informatie vragen aan uw behandelend arts, verpleegkundige of degene die het onderzoek doet. Veel zieken - huizen hebben eigen informatiemateriaal over de onderzoeksmethoden. De Informatielijn van de Nederlandse Hartstichting kan u van dienst zijn als u vragen hebt over trombose of longembolie. Ook kunt u hier terecht voor informatie over een gezonde leefstijl. Het telefoonnummer is: 0900 3000 300 (van maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 13.00 uur, lokaal tarief). De Nederlandse Hartstichting geeft brochures uit over gezonde voeding, meer bewegen, roken, te hoog cholesterol, hoge bloeddruk, overgewicht, diabetes mellitus en over diverse hart- en vaatziekten en geneesmiddelen. Deze brochures kunt u bestellen of downloaden via de website: www.hartstichting.nl U kunt ze ook schriftelijk aanvragen: Nederlandse Hartstichting, Afdeling Bestellingen, Antwoordnummer 300, 2501 VB Den Haag. Een postzegel is niet nodig. 11 Trombose en erfelijkheid

Trombosedienst Een trombosedienst bij u in de buurt vindt u op de website van de Federatie van Nederlandse Trombosediensten (FNT). Op deze site kunt u antwoorden vinden op de meest gestelde vragen van patiënten die bij de trombosedienst onder behandeling zijn. Ook kunt u daar de brochure Informatie voor mensen met trombose bestellen. Meer informatie over trombose, medicijnen, en trombose en erfelijkheid vindt u op de website van de Trombosestichting. Federatie van Nederlandse Trombosediensten Telefoon: 071 561 77 76 E-mail: fnt@fnt.nl Website: www.fnt.nl Trombosestichting Nederland Telefoon: 071 561 77 17 E-mail: tsn@fnt.nl Website: www.trombosestichting.nl Werk en gezondheid Bij een gezondheidsprobleem of handicap kunt u voor informatie, advies en tips terecht bij Welder, een landelijk, onafhankelijk kenniscentrum dat zich bezighoudt met werk, uitkeringen en verzekeringen in relatie tot gezondheid en handicap. Welder (voorheen: Breed Platform Verzekerden & Werk) Telefoon: 020 4800 333 Website: www.weldergroep.nl VraagWelder (landelijk online informatie- en adviespunt) www.welderforum.nl 12 Nederlandse Hartstichting

Erfelijkheid Met vragen op het gebied van erfelijkheid kunt u terecht bij het Erfocentrum, het nationale kennis- en voorlichtingscentrum erfelijkheid. Erfocentrum Erfolijn: 0900 66 555 66 ( 0,25 per minuut) E-mail: erfolijn@erfocentrum.nl Website: www.erfelijkheid.nl Stoppen met roken Voor advies en hulp bij stoppen met roken, een steuntje in de rug of informatie over de groepstraining Pakje Kans, kunt u 7 dagen per week en 24 uur per dag terecht bij de informatielijn van STIVORO (het expertisecentrum voor tabakspreventie). Van maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur kunt u op dit nummer terecht voor een persoonlijk gesprek. STIVORO voor een rookvrije toekomst Informatielijn: 0900 9390 ( 0,10 per minuut) Website: www.stivoro.nl 13 Trombose en erfelijkheid

Gezonde voeding Het Voedingscentrum geeft brochures uit over gezonde voeding en diëten, waaronder de brochures: Dieet bij verhoogde bloeddruk en Dieet bij verhoogd cholesterolgehalte. Met alle vragen over voeding kunt u bellen met het Voedingscentrum. Op de website vindt u veel informatie. Voedingscentrum Telefoon: 070 306 88 88 (van maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur) Website: www.voedingscentrum.nl 14 Nederlandse Hartstichting

De Hart&Vaatgroep Van en voor mensen met een hart- of vaatziekte De Hart&Vaatgroep is de patiëntenorganisatie van en voor mensen met een hart- of vaatziekte. Zowel landelijk als regionaal richt De Hart&Vaatgroep zich op informatievoorziening, lotgenotencontact, leefstijlmanagement en collectieve belangenbehartiging. Ruim een miljoen mensen in Nederland heeft te maken met een aandoening aan hart of vaten. Sommige mensen hebben er tijdelijk last van en zijn na behandeling weer genezen. Anderen hebben door bijvoorbeeld een infarct in hart of hersenen behoorlijke schade opgelopen en moeten (de rest van hun leven) met de gevolgen daarvan leven. Hoe dan ook, de meeste mensen mogen ineens nog maar weinig en moeten aan de slag om te zorgen dat hun klachten niet optreden of verergeren. Voor hun behandeling en begeleiding kunnen ze een beroep doen op specialisten, verpleegkundigen en huisartsen. Ook familie en omgeving staan meestal wel klaar. Maar bijna iedereen heeft, in welke fase dan ook, wel eens behoefte aan wat extra informatie, een steuntje in de rug bij lastige beslissingen of wat extra hulp bij het aanpassen van de levensstijl. De Hart&Vaatgroep is opgezet voor en door mensen die zelf, of hun naasten, een hart- of vaatziekte hebben. Bijvoorbeeld een hartinfarct, een hersenbloeding, een aneurysma, spataders of een aangeboren hartafwijking. Ook mensen die (nog) niet ziek zijn en de risico s uit eigen familie kennen, bijvoorbeeld bij erfelijk hoog cholesterol, kunnen bij De Hart&Vaatgroep terecht. De mensen bij De Hart&Vaatgroep weten dus als geen ander wat er nodig kan zijn, in welke fase dan ook. 15 Trombose en erfelijkheid

De Hart&Vaatgroep is ontstaan uit een fusie van de Stichting Hart in Beweging, Stichting Bloedlink, Vereniging van Vaatpatiënten, Hartezorg, vereniging van hartpatiënten, en de Stichting Hoofd Hart en Vaten. Deze bundeling biedt meer mogelijkheden voor individuele ondersteuning, preventie en voorlichting. Ook leidt het tot een krachtiger stem in de zorg, politiek en maatschappij. De Hart&Vaatgroep is partner van de Nederlandse Hartstichting. Wat biedt De Hart&Vaatgroep? Gezond bewegen & sporten! Verantwoord bewegen bij meer dan 250 HIB-gecertificeerde beweegclubs in het land. Kijk voor een adres bij u in de buurt op www.beweegzoeker.nl. Vida Leefstijlmagazine, speciaal voor leden, met achtergronden, serieuze kwesties en een luchtige toon. Gezond en lekker eten! Kookworkshops, kookboekjes, recepten. Kijk op de website voor work - shops bij u in de buurt. Folders en brochures Gedetailleerde informatie over hart- en vaataandoeningen. Gratis te downloaden van de site of telefonisch aan te vragen. www.hartenvaatgroep.nl Een internetsite met medische informatie en allerhande tips voor het dagelijks leven. 16 Nederlandse Hartstichting

Kies het juiste ziekenhuis Het Vaatkeurmerk met bijbehorende website helpt u te beslissen over het juiste ziekenhuis voor uw vaataandoening. Contact met anderen Via het Hart&Vaatforum, via de telefoon of tijdens bijeenkomsten bij u in de regio. Over alles wat u aan het hart (en vaten) gaat kunt u delen met lotgenoten. Het Hart&Vaatpanel Waar u uw mening kunt geven over zaken die anders moeten in de zorg. Speciale looptraining Een instructieboekje of DVD en loopclubjes in het land voor mensen met etalagebenen. Themabijeenkomsten Informatiebijeenkomsten overal in het land. Met deskundige sprekers en de mogelijkheid voor eigen inbreng. Houd de agenda op de site in de gaten. Cursusaanbod Tijdens cursussen leert u meer over het leven met uw aandoening. Meer informatie? De Hart&Vaatgroep Postbus 133, 3769 ZJ Soesterberg Telefoon: 088 11 11 600 E-mail: info@hartenvaatgroep.nl Website: www.hartenvaatgroep.nl van en voor mensen met een hart- of vaatziekte 17 Trombose en erfelijkheid

Wij zijn benieuwd naar uw reactie! De Nederlandse Hartstichting vindt het belangrijk dat brochures duidelijke informatie geven en uitnodigen om te lezen. Daarom zijn wij benieuwd naar uw reactie op deze uitgave. Opmerkingen kunt u sturen naar: reactiesbrochures@hartstichting.nl 18 Nederlandse Hartstichting

De eerste uitgave van deze brochure is ontwikkeld door Project 2-gesprek (een samenwerkings - verband tussen het Academisch Ziekenhuis Utrecht en de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie), in samenwerking met de Vereniging van Vaatpatiënten, de Nederlandse Vereniging voor Trombose en Hemostase, de Nederlandse Vereniging voor Hematologie en de Federatie van Nederlandse Trombose diensten, in opdracht van de Nederlandse Hartstichting. Deze brochure is tot stand gekomen met medewerking van de afdeling Vasculaire Geneeskunde van het Academisch Medisch Centrum Universiteit van Amsterdam: prof. dr. H.R. Büller (internist), dr. V.E.A. Gerdes (internist), mw. dr. S. Middeldorp (internist) en mw. B. Rekké (research- verpleegkundige), De Hart&Vaatgroep: dhr. W. van Arkel, mw. K. Bos en mw. Y. van Oosterom. De Nederlandse Hartstichting heeft deze informatie met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samen gesteld, maar kan geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de juistheid, volledigheid en actualiteit ervan. Bovendien gaat het om algemene informatie, waar niet zonder meer medische conclusies voor een individueel geval aan kunnen worden verbonden. Voor een juiste beoordeling van uw eigen situatie, dient u dus altijd te overleggen met uw arts of andere professionele hulpverlener. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of opnbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Nederlandse Hartstichting. Colofon Tekstredactie: Vandelaar Tekstbewerking, Antwerpen Illustraties: Ben Verhagen / Comic House, Oosterbeek Opmaak en druk: Mouthaan Grafisch Bedrijf, Papendrecht Uitgave: april 2010 (versie 1.2) 19 Trombose en erfelijkheid

Informatielijn 0900 3000 300 (lokaal tarief) Postbus 300, 2501 CH Den Haag www.hartstichting.nl Giro 300 51004 PZ65 Deze brochure is vervaardigd uit chloor- en zuurvrij papier.