BEDRIJFSBEHEER BEDRIJFSBEHEER THEORIE + OEFENINGEN WWW.BEDRIJFSBEHEERDIPLOMA.BE
12. BETAALMOGELIJKHEDEN We beschikken over verschillende mogelijke betaalvormen zijnde: > > Rechtstreekse betaling > > Onrechtstreekse betaling 12.1 Rechtstreekse betaling is een betaling die meteen gebeurt (cash) Dit is een betaling met chartaal geld. Dat wil zeggen dat de betaling met papiergeld of muntstukken gebeurt (cash). Bij cash betaling raden we u aan om deze te controleren op hun echtheid. Dit ziet u aan het watermerk of het hologram op de biljetten. Onder een UV-licht lichten de vezels van het biljet rood, blauw en groen op. Bij een rechtstreekse betaling zijn er 3 bewijzen van betaling: > > Een kwijting > > De kwitantie of het kwijtschrift > > Het ontvangstbewijs 12.1.1 Kwijting Een kwijting is een schriftelijke verklaring van de schuldeiser op het betaalbewijs. Er zijn 3 elementen die verplicht zijn te vermelden: > De vermelding voldaan. > De datum. > De handtekening van de schuldeiser. 6
12.1.2 De kwitantie of het kwijtschrift De kwitantie is een apart document waarop geschreven staat dat de schuld is vereffend. 12.1.3 Het ontvangstbewijs Ook het ontvangstbewijs is een apart document en een vorm van bewijs van betaling. 7
12.2 Onrechtstreekse betaling Dit is een betaling met giraal geld. Giraal geld wil zeggen dat de betaling via een financiële instelling (bank) gebeurt. Deze betaling kan bewezen worden door bankafschriften. Voorbeeld bankafschrift zichtrekening: Er zijn 4 opties die we kunnen kiezen om via de bank te betalen: > > Storten of overschrijven > > Permanente of een doorlopende opdracht > > Domiciliëren > > Bankcheque 8
12.2.1 Storten of overschrijven Deze gebruiken we als we een éénmalige betaling moeten doen. Dit kan zowel elektronisch als schriftelijk. Deze betaling gebeurt via een overschrijvingsformulier. 12.2.2 Permanente of doorlopende opdracht Een permanente opdracht betekent dat er op regelmatige basis een betaling gebeurt naar hetzelfde rekeningnummer. We spreken pas van een permanente opdracht als het steeds over hetzelfde bedrag gaat. (bijvoorbeeld het betalen van de huur, afbetaling van een wagen,enz...). 12.2.3 Domiciliëren Een domiciliëring is hetzelfde als een doorlopende opdracht, maar dan telkens een ander bedrag. Voorbeelden hiervan zijn telefoonkosten, tank via tankkaart. 9
12.2.4 De bankcheque De bankcheque is een document opgesteld door de bank ter betaling van een bepaald bedrag. Men heeft 2 opties bij het innen van een bankcheque: Kruisen of barreren: In dit geval worden twee lijnen getrokken op de cheque en kan men het geld enkel gaan innen in de bank waar deze persoon klant is of men kan tussen de twee lijnen de naam van de bank schrijven waar deze cheque geïnd moet worden. Rugtekenen of endosseren: In dit geval kan de bankcheque worden doorgegeven als betaalmiddel. Geëndosseerde cheque wil zeggen dat de Cheque kan doorgegeven worden als betaalmiddel aan een andere begunstigde, een bankcheque waarop geen begunstigde wordt vermeld noemen we een cheque aan toonder. 10
12.2.5 Betaalkaarten Bij onrechtstreekse betaalmogelijkheiden horen natuurlijk ook de betaalkaarten. Onder de betaalkaarten hebben we ook 2 mogelijkheden: > > Debetkaarten (Bancontact, Maestro, Cirrus) > > Kredietkaarten (Visa, American Express, MasterCard) 12.2.5.1 Debetkaarten Debetkaarten zijn betaalkaarten waar het geld meteen van uw rekening gaat, staat er geen geld op de rekening dan kan de betaling ook niet doorgaan. 12.2.5.2 Kredietkaarten Kredietkaarten zijn betaalkaarten waar het geld pas op het einde van de maand van uw rekening wordt getrokken. Het nadeel bij kredietkaarten voor consumenten is dat deze een vrij dure manier is van betalen wat interesten betreft. Ook al staat het te betalen bedrag niet op uw rekening, toch kan u de producten betalen die u wenst te kopen. Het voordeel voor de handelaars is dat het een snelle overdracht is qua betaling + ze zijn zeker dat ze het geld op hun rekening zullen krijgen. 11