n weg naar erkenning, genoegdoening en compensatie

Vergelijkbare documenten
Seksueel misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk Nederland

Compensatieregeling R.-K. Kerk Nederland

[naam], geboren op [datum], wonende te [plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. S.S. van Gijn, advocaat te Amsterdam,

28 maart 2013, tot uur

[Naam], geboren op [Datum], wonende te [Plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. C. de Jongh, advocaat te Leiden,

Aanvraagformulier voor compensatie na seksueel misbruik van minderjarigen in de R.-K. Kerk Nederland

COMPENSATIECOMMISSIE

Compensatieregeling R.-K. Kerk Nederland

De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven

Graag danken wij u voor en reageren wij op uw brief van 6 maart jl. (kenmerk ).

Zembla heeft aartsbisschop Eik uitgenodigd voor een interview op camera. Daarop kwam het volgende antwoord van de persvoorlichter van het bisdom.

Perscommuniqué Nederlandse Bisschoppenconferentie

embargo tot 20 juni uur

Compensatieregeling R.-K. Kerk Nederland

1 KLACHTENADVIESCOMMISSIE

1. [naam] geboren op [datum], overleden op [datum], de persoon over wie geklaagd wordt, hierna ook te noemen: aangeklaagde sub 1,

COMPENSATIECOMMISSIE

Klachtenregeling ongewenst gedrag voor de decentrale overheid 2011

Aanvraagformulier voor compensatie na seksueel misbruik van minderjarigen in de R.-K. Kerk Nederland

Rapport. Datum: 1 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/298

KLACHTENREGLEMENT AUTISME KENNIS CENTRUM

[naam], geboren op [datum], wonende te [plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. M.J. de Witte, advocaat te Amersfoort,

Klachtenregelement Pagina 1 van 6. Klachtenreglement

Klachtenregeling Kelderwerk

zaaknummer 2011-T376 (3) 28 november 2012

COMPENSATIECOMMISSIE

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

COMPENSATIECOMMISSIE

Interne Klachtenregeling Verus. Preambule

Adviescommissie voor de bezwaarschriften Ctgb JAARVERSLAG 2017

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING UITSPRAAK

zaaknummer 2012 T 735 (2) Beslissing 24 januari 2013

PROCEDURE KLACHTENCOMMISSIE SEKSUEEL MISBRUIK IN DE R.-K. KERK

zaaknummer 2012 T878-1 Datum beslissing 8 januari 2013

Uitspraak Commissie AedesCode d.d. 22 juli 2013

COMPENSATIECOMMISSIE

[naam], geboren op [datum], wonende te [plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. R. de Bont, advocaat te Waalre,

LEI Plagiaat ongegrond

Het bevoegd gezag van Vivente, stichting voor christelijke primair onderwijs, gevestigd te Zwolle,

Klachtenregeling VeWeVe

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING UITSPRAAK

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136

Beoordeling. h2>klacht

Jaarverslag Klachtencommissie POA

a. Opvolging van de aanbevelingen uit het rapport over seksueel misbruik van en geweld tegen meisjes (motie Van der Steur c.s. nr. 96).

Klachtenregeling personeel Hogeschool Viaa

COMPENSATIECOMMISSIE

Klachtenregeling. Deel. Van Beleid Klachten bij Scholengroep LeerTij

Klachtenregeling ongewenst gedrag voor de decentrale overheid 2011

REGELING KLACHTENCOMMISSIE ONGEWENST GEDRAG OMGEVINGSDIENST GRONINGEN

Reglement Klachtbehandeling externe klachtencommissie van het Da Vinci College

Klachtenregeling. Het Expertisecentrum Conflictmanagement heeft een klachtenregeling opgesteld. Hieronder volgt de tekst van onze klachtenregeling.

Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11

Klachtenregeling. Voor klachten van algemene aard ROC Nijmegen

Rubriek Onderwerp Nummer Datum document KWALITEIT - PROTOCOL Intern klachtenreglement

DEEL 1 AFHANDELEN VAN KLACHTEN DOOR REGIECENTRALE EN/OF BEHEERBUREAU

Klachtencommissie NBA. Informatie voor de indiener van een klacht

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Jaarverslag klachtenbehandeling

Rapport. Rapport over een klacht betreffende het CAK. Datum: 25 maart Rapportnummer: 2014/024

Volgschema klachtenprocedure Gemeente Peel en Maas

zaaknummer 2010 T 035 Beslissing 2 november 2012

Een onderzoek naar de verwerking van een adreswijziging van een burger.

Uitspraak Commissie AedesCode d.d. 22 juli 2014

Klachtenprotocol Kinderopvang De 5

Klachtenregeling Vereniging Spierziekten Nederland (VSN)

Klachtencommissie NBA. Informatie voor de indiener van een klacht

REGELING BEHANDELING KLACHTEN naar aanleiding van de gedraging van de METC van het VU medisch centrum (VUmc)

gelezen het advies van de ondernemingsraad d.d.; 15 juni 2016, vast te stellen de navolgende Interne Klachtenregeling 2015;

Reglement bezwaarprocedure SVWN

Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie van de CVOM stelselmatig niet op zijn correspondentie reageert.

Jaarverslag 2017 Klachtencommissie Rijnmond

Rapport. Datum: 27 december 2005 Rapportnummer: 2005/401

Beoordeling Bevindingen

REGLEMENT BEROEPSCOMMISSIE KWALITEITSREGISTER VERLOSKUNDIGEN

Klachtenregeling Stichting Schoolleidersregister PO I. ALGEMENE BEPALINGEN

1.2 De klacht: Een gemotiveerde uiting van ontevredenheid over een concrete gedraging van personen werkzaam bij de zorgaanbieder en haar partners.

Datum 9 oktober 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat de naam van de kerk boven het welzijn van de mens komt

UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht

KLACHTENREGELING. Klachtenregeling Sint-Christoffel Versie 19 november 2013 Pagina 1

Uitspraak Commissie AedesCode d.d. 15 mei 2015

[naam], geboren op [datum], wonende te [plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. J.P.A. Thijssen, te Rotterdam,

Rapport. Datum: 29 maart Rapportnummer: 2011/102

Klachtenreglement Halt

Klachtenreglement cliënten

REGLEMENT LANDELIJK ORGAAN WETENSCHAPPELIJKE INTEGRITEIT 2018

Klachtencommissie NBA. Informatie voor de accountant

Het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit

[Naam]., geboren op [Datum], wonende te [Plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. S.S. van Gijn,

KLACHTENREGELING ONS MIDDELBAAR ONDERWIJS

zaaknummer 2011 T oktober 2012

Klacht over informatieverstrekking gescheiden ouder zonder ouderlijk gezag, en over weigering rechtstreeks met hem te communiceren.

PROTOCOL KLACHTBEHANDELING

Reglement Klachtencommissie Huidpatiënten Nederland

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf. Klachten- en geschillenprocedure

a. bestuur: de directie van P-Centrum Nederland B.V. b. betrokkene: degene op wiens handelen of nalaten de klacht betrekking heeft.

Adviescommissie voor de bezwaarschriften Ctgb. JAARVERSLAG 2015 en 2016

Klachtenregeling Ongewenst Gedrag TEMPO ATLETIEK VERENIGING

Klachtencommissie NBA. Informatie voor de accountant

REGLEMENT KLACHTENREGELING VERSIE D.D. 8 NOVEMBER 2018 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG

Transcriptie:

n weg naar erkenning, genoegdoening en compensatie Onderzoek naar de afhandeling van de klachten na seksueel misbruik in de RKK zoals die zijn gepubliceerd op de webpagina www.meldpuntmisbruikrkk.nl van 01-01-1995 tot 01-07-2014. 2014, Drs. Th.A. Kroon, Leiderdorp, Nederland Inhoud 2-3 1

1. Samenvatting 4 2. Inleiding 4 3. Methode 5 3.1. Betreffend het onderzoek 5 3.2. Betreffend de beoordelingscommissies 6 3.3. Betreffend de Compensatiecommissie 7 4. Resultaten 9 4.1. Hoeveel dossiers zijn er? 9 4.2 Wie dienden een klacht in 9 Tabel1: Indieners van meerdere klachten 10 4.3. Hoe oud waren de slachtoffers ten tijde van het misbruik 10 Afbeelding 1: Leeftijden ten tijde van het misbruik 10 4.4 Wie beoordeelden de klacht? 11 4.5. Wat waren de adviezen die de Beoordelingscommissies aan de kerkelijk vertegenwoordigers uitbrachten? 11 4.6. Welke relevante verschillen waren er in de adviezen van de verschillende Beoordelingscommissies 11 Afbeelding 2: verschillen in beoordeling door de TAC/BAC en de KC 12 Afbeelding 3: man-vrouw verschillen in de adviezen van de verschillende Commissies 13 Afbeelding 4: Geslacht verzoeker naar jaren 13 Afbeelding 5: Adviezen naar jaren 14 4.7. Het wel of niet in leven zijn van de dader 14 4.8. Hoeveel tijd kostte het de Beoordelingscommissies om van een klacht tot een advies te komen 14 4.9. Heeft de verlenging van de tijd, die de aangeklaagden of kerkelijk vertegenwoordigers krijgen voor het schrijven van een verweer, ertoe geleidt dat die tijd minder wordt overschreden 15 4.10. Hoeveel tijd hadden de Herzieningscommissie en Beoordelingscommissie nodig voor hun beoordeling 16 4.11. Wie oordeelden over de vraag voor compensatie 17 4.12. Hoeveel tijd kostte het om een aanvraag voor compensatie te beoordelen 17 4.13. Hoe lang duurde het van klacht tot compensatie 17 4.14. Welke compensatie werd toegekend 18 Afbeelding 6: Gemiddelde compensatie naar categorie van misbruik 2

voor mannen en vrouwen 18 Afbeelding 7: Indeling naar categorie van misbruik voor mannen en vrouwen 19 Afbeelding 8: Indeling naar categorie van misbruik naar gelang de compensatie wel of niet uit coulancefonds komt 20 4.15. Wat was het misbruik 20 4.16. Zijn er verschillen gevonden in beoordelingen van mannen en vrouwen 20 4.15. Zijn er verschillen tussen de gevonden cijfers en die van het Meldpunt 21 5. Discussie: 21 5.1. Met betrekking tot de slachtoffers 21 5.2. Met betrekking tot de beoordelingscommissies 22 5.3. Met betrekking tot de compensatiecommissie 22 5.4. Met betrekking tot het geheel 23 6. Conclusies 23 7. Aanbevelingen 24 8. Woord van dank 24 Bijlagen: pagina: 1. Slachtoffers 25 2. Beoordelingscommissie 26 3. Advies beoordelingscommissies 27 4. Het al dan niet in leven zijn van de aangeklaagde 28 5. Overschrijding termijn door kerkelijke verantwoordelijken 29-30 6. Doorlooptijd van de klachtencommissie 31 7. Doorlooptijd herzieningscommissie 32 8. Doorloop bezwaarcommissie 33 9. Doorlooptijd compensatiecommissie 34 10. Doorlooptijd van de klachtencommissie en de compensatiecommissie 35 11. Compensatie 36 3

12. Categorie 5 37 13. Uitzonderlijk misbruik 38 14. Compensatie per kerkelijke verantwoordelijke 39-42 15. Overeenstemming en verschil in beoordeling 43 16. Aanranding nader beschouwd 44 17. Vergelijking met de cijfers van het Meldpunt Misbruik RK Kerk 45-46 Bronvermelding 47 4

1. Samenvatting Dit onderzoek startte met de vraag wat komt zoal kijken om van een klacht bij compensatie te komen? Gaandeweg is een verdere nuancering op die vraag gekomen. Voor dit onderzoek werd 1027 dossiers van de Klachtencommissie en 414 dossiers van de Compensatiecommissie gelezen, zoals deze waren gepubliceerd op de webpage van het Meldpunt Seksueel Misbruik RKK te Utrecht. De dossiers bevatten klachten van seksueel misbruik door ambtsdragers in de RK-kerk en waren afkomstig van 786 personen, 603 mannen en 183 vrouwen. Van hun klachten werden 706 (69%) gegrond verklaard. 240 (23%) waren ongegrond waarvan 183 vanwege onvoldoende steunbewijs, 66 (6%) werden niet ontvankelijk verklaard, 8 dossiers (1%) werd aangehouden en van 7 dossiers (1%) was het advies niet bekend. De tijd, die nodig is van het moment van indienen van een klacht tot het verkrijgen van een compensatie blijkt gemiddeld 1 jaar en 9 maanden te zijn. Het bleek dat de doorlooptijd van de Klachtencommissie bijna gelijk was met die van de Beoordeling en Adviescommissie en dat terwijl de Commissie Deetman erop had gewezen dat daar onnodig lange tussenposen in zaten Van de 414 door de Compensatiecommissie afgehandelde klachten werden 14 in categorie 1 geplaatst. Zij kregen gemiddeld 2.142,86 als compensatie. In categorie 2 werden 71 zaken geplaatst die een gemiddelde compensatie van 7.384,76 kregen. De in categorie 3 geplaatste zaken, die gemiddeld 16.410,76 ter compensatie kregen, dat waren 144 zaken. Het aantal zaken in categorie 4 was 39 zaken en zij kregen gemiddeld 23.470,51 en bij 128 zaken oordeelde de Compensatiecommissie die in categorie 5 met een gemiddelde compensatie van 65.649,86. De compensatie van 100.000,- werd 22 maal aan mannen toegekend en 11 maal aan vrouwen. Hoewel in het aantal bij mannen hoger lag blijkt dat aan vrouwen relatief vaker een bedrag van 100.000,- wordt toegekend. Dat kan worden verklaard omdat meer vrouwen op jongere leeftijd werden misbruikt. In het verlengde van wat gezegd werd bij de doorloop tijd rijst twijfel of alle kerkelijk verantwoordelijken het even nauw nemen met erkenning, genoegdoening en compensatie. Sommigen blijken de voortgang in het proces fors te frustreren door later met hun reactie te komen dan is toegestaan. In 22% van de gevallen loopt het oordeel van de Compensatiecommissie en de beoordelaar van dit onderzoek uiteen als er sprake is van aanranding. 2. Inleiding Het oorspronkelijke idee van dit onderzoek was: er is een klacht, wat vraagt het om van deze klacht tot erkenning, genoegdoening en compensatie te komen. Om dit te monitoren kwam in 2013 het rapport afhandeling klachten seksueel misbruik in de Rooms Katholieke Kerk 1 uit. Dat rapport behandeld de afhandeling van de klachten in de periode 2010 tot juli 2013. De eerste aanzet van dit onderzoek was een aanvulling op dat rapport te schrijven en wel tot juli 2014. Echter het Meldpunt Seksueel Misbruik RKK heeft ook de dossiers van voor 2010 vrijgegeven. Met deze toegevoegde informatie werd het tijdpad aanzienlijk groter en is besloten tot het maken van een nieuw rapport die alle informatie samenvat. Gaandeweg is de onderzoeksvraag verder uitgesplitst in deelvragen en zijn de volgende deelvragen ontstaan: - Kenmerken van de slachtoffers (aantal/geslacht/op welke leeftijd misbruikt/hoe vaak misbruikt) 1 Th.A. Kroon, afhandeling klachten seksueel misbruik in de Rooms Katholieke Kerk, 11-10-2013 5

- Kenmerken van de Beoordelingscommissies (hoeveel/opbouw/wanneer actief/wat waren hun adviezen/zijn er verschillen in de adviezen/hoeveel tijd nodig om tot een advies te komen) - Kenmerken van de Compensatiecommissie (opbouw/hoeveel tijd nodig voor besluit/het besluit/het misbruik) - Algemeen (man-vrouw verschillen, verschillen met de cijfers van het Meldpunt) De antwoorden op deze vragen zijn bij de resultaten weergegeven. 3. Methode 3.1. Betreffend het onderzoek Dit onderzoek is gebaseerd op alle openbaar gemaakte zittingsverslagen, uitspraken en beschikkingen gebruikt zoals gepubliceerd op www.meldpuntmisbruikrkk.nl en is daarmee ook de zwakke schakel van dit onderzoek. Naast het feit dat het Meldpunt Seksueel Misbruik RKK (verder het Meldpunt genoemd) steeds nieuwe dossiers publiceert is gebleken dat het Meldpunt ook dossiers van de website afhaalt hetgeen de reproduceerbaarheid niet ten goede komt. Verder is gebleken dat het Meldpunt niet alle dossiers publiceert. De niet gepubliceerde dossiers van de Klachtencommissie zijn soms te achterhalen doordat de Compensatiecommissie verwijst naar een nummer van de Klachtencommissie waarvan het dossier bij de adviezen van de Klachtencommissie niet is te vinden. Een ander gevonden probleem bij dit onderzoek was daar waar het gaat om meerdere daders bij een slachtoffers. Diverse malen worden deze daders in één dossier genoemd maar het kwam ook voor dat de dossiers uit elkaar worden gehaald en werden voorzien van een subnummer. In dit onderzoek werd, daar waar sprake was van meerdere daders, alle dossiers uit elkaar gehaald en voorzien van een subnummer. Ook kan het omgekeerde gebeuren: een dader maakte meerdere slachtoffers. Een nader onderzoek daarna bleek niet mogelijk omdat het Meldpunt uitsluitend informatie geeft over de kerkelijk verantwoordelijken. Een ander dilemma in het onderzoek was dat de Klachtencommissie het heeft over klachten terwijl de Compensatiecommissie het over personen heeft. Zoals hierboven al werd aangegeven: één persoon kan meerdere klachten indienen en heeft zo een aantal dossiers bij de Klachtencommissie; soms fysiek een dossier met meerdere klachten, soms opgesplitst naar klachten toch steeds een aantal klachten met een aantal adviezen. Bij de Compensatiecommissie heeft iedere persoon één dossier omdat de Compensatiecommissie uitsluitend een compensatie aan personen verstrekt en niet de zaken per misbruik beoordeelt. Door de strenge scheiding aan te houden: een slachtoffer heeft een Klachtencommissie dossiernummer en als er meerdere daders in het spel waren, kreeg dat dossiernummer een subnummer, kon het aantal slachtoffers worden bepaald en kon ook een koppeling met de dossiers van de Compensatiecommissie worden gemaakt. Hierbij moest ook worden gelet op wat staat aangegeven als vervuiling. Sommige dossiers werden aangehouden en kwamen later nog eens terug bij de Klachtencommissie en kregen zo een subnummer. Andere dossiers kwamen via de Herzieningscommissie weer terug bij de Klachtencommissie. Soms staat de beoordeling van de Herzieningscommissie apart andermaal staan ze opnieuw met een subnummer tussen de adviezen van de Klachtencommissie. Ook deze dossiers werden voorzien van een apart subnummer zodat ze voor de telling van het aantal personen apart konden worden genomen. 6

Het geslacht van het slachtoffer stond vermeld in de dossiers van de Klachtencommissie en kon via een koppeling met de dossiers van de Compensatiecommissie worden verbonden. Daarvoor was nodig dat de Compensatiecommissie het nummer van de Klachtencommissie vermeldde. Ook voor het bepalen van de gemiddelde leeftijd werd gebruik gemaakt van de subnummers. Zo konden de dossiers tot personen worden teruggeleid. Nu kwam het voor dat slachtoffers, die meerdere klachten hadden ingediend, verschillende leeftijden hadden ten tijde van het misbruik. Bij die mensen werd gebruik gemaakt van de gemiddelde leeftijd van de verschillende misbruiken. 3.2. Betreffend de beoordelingscommissies Voor de grote stroom aan klachten over seksueel misbruik in 2010 los kwam was onder Hulp en Recht al een commissie bezig met de behandeling van klachten over seksueel misbruik in de RK kerk. Dat waren achtereenvolgend de Toetsing en Adviescommissie en de Beoordeling en Adviescommissie. Hulp en recht werden op 4 april 1995 door de Bisschoppenconferentie opgericht en de Toetsing en Adviescommissie en de Beoordeling en Adviescommissie oordeelden naar Canoniek Recht. Verder werd in de begroting rekening gehouden met een gering aantal klachten per jaar. Voor 2007 was het onmogelijk een klachtenprocedure te beginnen tegen overleden daders en kon niet worden geklaagd over actieve vrijwilligers. De Commissie Deetman stelt vast op blz 455 dat de oude procedure vaak lang nodeloos duurde door de lange, ongelimiteerde tussenpozen 2. Met het aantreden van de Klachtencommissie zijn de zware canoniek-rechtelijke vereisten losgelaten en werd de aannemelijkheidvereiste ingevoerd 3. Er is enig verschil in de werkwijzen van de verschillende commissies te bespeuren. In de Toetsing en Adviescommissie ging een gedelegeerde in gesprek met het slachtoffer en de aangeklaagde. Van deze gesprekken werd een verslag opgesteld dat samen met het oordeel van de gedelegeerde ter beoordeling aan de commissie werd voorgelegd. De Beoordeling en Adviescommissie kende een voorzitter, twee leden en een griffie maar de werkwijze was conform de Toetsing en Adviescommissie. Later heeft de Beoordeling en Adviescommissie haar werkwijze aangepast en is zij gaan werken op de manier van de Klachtencommissie. Deze werkwijze houdt in: er is een klacht waarop de aangeklaagde of kerkelijk vertegenwoordiger een verweer op schrijft. Daarop volgt een zitting van de commissie. Soms met klager een aangeklaagde in een ruimte, soms na elkaar. Op basis van de zo verkregen informatie komt de commissie tot een advies. Ook de Klachtencommissie bestaat uit een voorzitter, twee leden en een griffie. Hoewel de beoordelingscommissie beduidend anders werkten zou het weglaten van deze dossiers geeft problemen bij de beoordeling van de gevonden bevindingen bij de Compensatiecommissie. Diegenen, wiens klacht gegrond was geadviseerd door de Toetsing en Advies commissie of de Beoordeling en Adviescommissie, konden na het aantreden van de Klachtencommissie ook een beroep kunnen doen op compensatie. Verder zijn de adviezen van de Toetsing en Adviescommissie en de Beoordeling en Adviescommissie meegenomen in dit onderzoek in verband met de vraagstelling: er is een klacht, wat vraagt het om van deze klacht tot erkenning, genoegdoening en compensatie te komen. Ook voor de grote stroom aan klachten waren er klachten over seksueel misbruik in de R.K. Kerk. Dus hoe werden, die 2 Wim Deetman e.a.; Seksueel misbruik van minderjarigen in de Rooms Katholieke Kerk; 2011; Balans, Amsterdam. 3 Wim Deetman e.a.; Seksueel misbruik van minderjarigen in de Rooms Katholieke Kerk; 2011; Balans, Amsterdam. 7

afgehandeld. Een andere reden om deze adviezen in het onderzoek op te nemen is om te toetsen of er relevante verschillen zijn te vinden in de beoordeling en van de verschillende commissies. Omdat er een grote tijdsspanne zit tussen de vroegste adviezen van de Toetsing en Adviescommissie en de laatste adviezen van de Klachtencommissie en vanwege het grote verschil in aantallen door de jaren heen zullen de adviezen over de verschillende jaren worden uitgesplitst. Er is steeds sprake van adviezen. De verschillende beoordelingscommissie stellen een advies op over de aannemelijkheid van het seksueel misbruik. Zij brengen dat advies uit aan de kerkelijk vertegenwoordiger. Deze kunnen het advies overnemen of niet. Met het overnemen van het advies bekrachtigd de kerkelijk vertegenwoordiger het uitgebrachte advies en komt het als bindend vast te staan. Een advies kan ongegrond worden geadviseerd omdat er onvoldoende steunbewijs werd aangeleverd. Mocht later nieuw steunbewijs worden gevonden dan kan het slachtoffer het Meldpunt vragen om nog eens naar de zaak te kijken en deze opnieuw te beoordelen met het nieuw gevonden steunbewijs. Dat verzoek wordt dan in behandeling genomen door de Herzieningscommissie. Beide partijen, dat wil zeggen zowel de slachtoffers als de kerkelijk vertegenwoordigers, staat het vrij om in beroep te gaan indien zij het niet eens zijn met het uitgebrachte advies van de Klachtencommissie. Beide commissies, dat wil zeggen de Herzieningscommissie en de Bezwaarcommissie, hadden vergelijkbaar met de Klachtencommissie een voorzitter, twee leden en een griffie. Deze mensen waren dezelfde, die ook deel uit konden maken van de Klachtencommissie. In zaken, waar om een tweede behandeling werd gevraagd, werden andere mensen gekozen dan zij, die is de eerste zitting hadden gefungeerd. De klachtbehandeling kan in twee fasen worden onderscheiden. Het eerste deel is de tijd die de aangeklaagde of kerkelijk verantwoordelijke nodig heeft voor het schrijven van een verweer en het tweede deel is de tijd die de Klachtencommissie nodig heeft om tot een beoordeling te komen. De eerste is aan een maximum gebonden vanuit het Reglement van de Klachtencommissie 4 5. Deze tijd was in het eerste reglement gesteld op 42 dagen en werd verruimd naar 56 dagen door het latere reglement. Beide reglementen kennen de mogelijkheid voor de kerkelijk verantwoordelijken om bij de Klachtencommissie een gemotiveerd verzoek voor een verlenging van deze periode te doen. Deze verlening is in beide reglementen gelimiteerd voor een zelfde duur als de tot dan gereguleerde tijd. Zodat deze reactietijd voor 5-10-2011 is gelimiteerd op 84 dagen en daarna op 112 dagen. 3.3. Betreffende de Compensatiecommissie Ook bij de Compensatiecommissie zijn drie losstaande elementen te onderscheiden, die te samen de doorlooptijd van die commissie bepalen. De Klachtencommissie heeft een advies uitgebracht aan de kerkelijk vertegenwoordigers. Om het advies bekrachtigd te krijgen dient de kerkelijk vertegenwoordiger het advies over te nemen. Deze tijd hiervoor is vastgelegd in het reglement van de Klachtencommissie 6 en bedraagt 30 dagen. Deze tijd kent geen verlenging. Een tweede element is de tijd, die de verzoeker neemt 4 Reglement Klachtencommissie 2007. 5 Procedure Klachtencommissie seksueel misbruik in de RK-Kerk, 5 oktober 2011. 6 Procedure Klachtencommissie seksueel misbruik in de RK-Kerk, 5 oktober 2011. 8

om tot een aanvraag te komen en het derde element is de tijd die de Compensatiecommissie nodig heeft voor de beoordeling. De compensatie, die wordt toegekend is bepaald door de voorstellen van de commissie Lindenbergh. Deze zegt: Er bestaan vijf categorieën van financiële compensatie: 1. in geval van seksueel getinte handelingen of uitlatingen waardoor de lichamelijke of geestelijke integriteit werd geschonden, anders dan handelingen bedoeld in de hierna volgende categorieën: compensatie tot 5.000; 2. in geval van betasting van intieme delen: compensatie van 7.500; 3. in geval van een langere periode van betasting van intieme delen, afhankelijk van frequentie, zwaarte en bijkomende omstandigheden: compensatie tussen 10.000 en 20.000; 4. in geval van eenmalig tot enkele verkrachting: compensatie van 25.000; 5. in uitzonderlijke gevallen van seksueel misbruik of in gevallen bedoeld in categorieën 3 en 4 waarin de vermogensschade van de aanvrager door het seksueel misbruik substantieel is en het causaal verband tussen het seksueel misbruik en die schade niet aan gerede twijfel onderhevig is: compensatie tot een maximum van 100.000,- 7 8 Categorie 3 introduceert een verschil enkel- en meervoudig misbruik. De regeling spreekt in categorie 5 over uitzonderlijk seksueel misbruik. De Compensatiecommissie heeft hier een verdere concrete invulling aangegeven en spreek van uitzonderlijk seksueel misbruik in zaken waar: De leeftijd, waarop het misbruik aanving. De duur van het misbruik. De regelmaat waarmee het misbruik heeft plaats gevonden. De plaats waar het misbruik plaats vond, het wel of niet in het eigen huis De gevolgen van het misbruik. Er mogelijk sprake was van een incestueuze situatie. aan de orde zijn. Voor erkenning en genoegdoening is het uiteraard van de belang dat een klacht gegrond wordt geadviseerd maar een tweede belangrijke is hoe het misbruik werd beoordeeld. Op basis van het reglement van de Compensatiecommissie is de categorie indeling te vertalen in misbruik intimidatie, betasting en verkrachting. Hier zitten twee adders in het gras: hoe wordt tongzoenen beoordeeld en aanranding is wel een heel ver gaande vorm van betasting. Tongzoenen kan worden gezien als een schending van de lichamelijke integriteit en zou daarmee vallen onder verkrachting. De wetgever heeft echter bepaald bij arrest van de Hoge Raad d.d. 26-11-2013 dat tongzoenen van verkrachting is gescheiden en heeft dat geplaatst in de groep aanrandingen. 7 Rapport commissie Lindenbergh, 20 juni 2011. 8 Compensatieregeling R.K.-Kerk Nederland, 1-12-2011 en gewijzigd per 1-7 2014. 9

Aanranding is een strafrechtelijke zaak waar een celstraf tot een maximum van acht jaar kan worden geëist. 9 Onder aanranding wordt verstaan: het onder dwang ondergaan van alle handelingen die gericht zijn op seksueel genot. Dit maakt de scheiding met betasting arbitrair. De wetgever laat hierover het oordeel aan de rechter. Om het misbruik beter inzichtelijk te krijgen beoordeelde een rustend bedrijfsarts, met ruim 20 jaar praktijk ervaring, het misbruik zoals dat werd beschreven in de dossiers van de Klachtencommissie. Dit oordeel door één persoon is discutabel maar voor dit onderzoek waren niet meer personen met voldoende kwalificatie beschikbaar. Het oordeel werd gedaan in termen die de Compensatiecommissie ook hanteert dus enkel- of meervoudig en intimidatie, betasting, verkrachting verder werd en hier aanranding aan de beoordelingen toegevoegd. De beoordelingen van deze arts werden vergeleken met die van de Compensatiecommissie. Om het verschil tussen betasting en aanranding duidelijk te krijgen werd gebruik gemaakt van twee definities. De ene: het letterlijk betasten van intieme delen en de ander: alle handelingen, die erop gericht zijn een seksuele bevrediging te bewerkstelligen. Ook hiermee is de scheiding niet perfect maar het maakt wel onderscheid is zaken zoals in de dossiers voorkomen: in een klas bij iemand een hand in de broek steken of het slachtoffer dwingen de dader te masturberen. Indien een kerkelijk vertegenwoordiger niet in staat is of bereid is het toegekende compensatiebedrag uit te keren dan krijgen de slachtoffers de compensatie uit het coulancefonds. 4. Resultaten 4.1. Hoeveel dossiers zijn er? Van de Klachtencommissie zijn in het totaal 1027 dossiers gevonden. Bij de Herzieningscommissie zijn 38 dossiers gevonden en bij de Bezwaarcommissie waren 51 dossiers. Bij de Compensatiecommissie werden 414 dossiers gevonden. Niet alle dossiers waren voor onderzoek toegankelijk. Van de Klachtencommissie werden 19 dossiers gevonden bij de Compensatiecommissie, die niet waren gepubliceerd door de Klachtencommissie. Voor zover mogelijk werd de benodigde informatie, die anders door de Klachtencommissie werd verstrekt, nu gehaald uit het protocol van de Compensatiecommissie. Bij de Compensatiecommissie bleken 13 dossiers niet voor onderzoek toegankelijk omdat de link bij het Meldpunt niet werkte. 2 Dossiers waren niet aan een nummer van de Klachtencommissie te koppelen. Eén persoon kwam bij de Compensatiecommissie na mediation en één persoon is naar de Compensatiecommissie gegaan met een proces-verbaal in een strafzaak. Dus waar met het geslacht, kerkelijke instantie, misbruik of advies wordt gewerkt is er sprake van 399 dossiers. 4.2. Wie dienden een klacht in? Van de 1027 onderzochte dossiers bleken 816 dossiers klachten van mannen (79%) te bevatten en 204 dossiers klachten, die van vrouwen (20%) afkomstig waren. Bij 7 dossiers (1%) was niet opgegeven of het een klacht van een man of een vrouw betrof. In dit onderzoek bleek in het totaal 789 personen slachtoffer waren geworden van seksueel misbruik door ambtsdragers in de RK Kerk waarover zij een klacht indienden bij het meldpunt, 605 mannen (77%) en 184 vrouwen (23 %). Door mannen werd 80 maal twee daders genoemd, 22 maal drie 9 Wetboek van strafrecht art. 246. 10

daders, 11 maal vier daders, een maal vijf daders, drie maal zes daders, een maal zeven daders en een maal tien daders. Totaal 119 dossiers. Bij de vrouwen werd acht maal twee daders genoemd, drie maal drie daders en twee maal vier daders. Dit wordt weergegeven in tabel 1. Tabel 1. Indieners van meerdere klachten. vrou daders man w 1 475 170 2 80 8 3 22 3 4 11 2 5 1 6 6 7 1 10 1 4.3. Hoe oud waren de slachtoffers ten tijde van het misbruik? In 209 dossiers van de mannen was de leeftijd niet opgegeven en bij de vrouwen was dat bij 81 dossiers het geval. In vijf dossiers was zowel het geslacht als de leeftijd onbekend en in twee dossiers het geslacht niet. Bij 473 mannen kon de leeftijd wel worden achterhaald en voor hen (eigenlijk nog jongens) was de gemiddelde leeftijd ten tijde van het misbruik 11.25 jaar (SD = 2.75).De minimum leeftijd van de jongens was 2 jaar en de oudste was 25 jaar. Vier mannen waren ouder dan 18 jaar 2 mannen waren 22 jaar, een man 24 jaar en een man 25 jaar ten tijde van het misbruik. Bij de vrouwen kon van 109 de leeftijd worden achterhaald en bij hen (eigenlijk nog meisjes) was de gemiddelde leeftijd ten van het misbruik 11.07 jaar (SD = 6.45). Ook bij de meisjes was de minimumleeftijd ten tijde van het misbruik 2 jaar, maar de maximum leeftijd was 48 jaar. De lijst van vrouwen boven 18 jaar is langer. Negen vrouwen waren ouder dan 18 jaar ten tijde van het misbruik. Twee vrouwen waren 20 jaar, een was 22 jaar en ook een was 33 jaar. Twee vrouwen waren 39 jaar, een vrouw 46 jaar, een vrouw 47 jaar en een vrouw was 48 jaar. De leeftijden tot 19 jaar ten tijde van het misbruik zijn weergegeven in afbeelding 1 en de gegevens in bijlage 1. Afb 1: leeftijd ten tijde van het misbruik. Wat hier sterk opvalt is dat de vrouwen of op zeer jonge leeftijd of op oudere leeftijd werden misbruikt dan de mannen en de leeftijdsverdeling van de mannen en vrouwen is significant verschillend, 2 = 38.25, p. <.0001. 4.4. Wie beoordeelden de klacht? Het eerste advies van de Toetsing en Adviescommissie was gedateerd op 8-1-1996 en het laatste advies bracht de Toetsing en Advies commissie op 15-1-2002 uit. De Toetsing en Adviescommissie heeft 11

over 41 dossiers een advies uitgebracht en hier valt op dat, ondanks de periode dat zij in functie was, het aantal klachten aanzienlijk lager is dat bij de andere commissies. Op 18-4-2002 bracht de Beoordeling en Adviescommissie haar eerste advies uit en het laatste advies is op 29-10-2012 gedateerd. De Beoordeling en Adviescommissie heeft op 127 dossiers een advies uitgebracht. De Klachtencommissie bracht haar eerste advies op 27-9-2011 uit. Dit betekent dat de Beoordeling en Adviescommissie en de Klachtencommissie ruim een jaar naast elkaar heeft bestaan. Verbazingwekkend is dit niet omdat de personele bezetting van de Beoordeling en Adviescommissie en de Klachtencommissie dezelfde was. De Klachtencommissie brengt nog steeds adviezen uit maar het laatste advies van de Klachtencommissie in dit onderzoek is gedateerd op 27-6-2014. De Klachtencommissie heeft tot die datum over 859 dossiers een advies uitgebracht. Deze gegevens zijn weergegeven in bijlage 2. Van zowel de Beoordeling en Adviescommissie als van de Klachtencommissie was de personele bezetting te achterhalen. Er waren 14 verschillende voorzitters, 25 verschillende leden en 16 te onderscheiden griffies. Hier was een groot aantal combinaties van te maken met één voorzitter, twee leden en één griffie. Totaal werden 439 verschillende kamers gevonden. Dat maakt het aantal adviezen per kamer zo klein dat een geen beoordeling van een verschil in de adviezen van de verschillende kamers mogelijk is. 4.5. Wat waren de adviezen die de Beoordelingscommissies aan de kerkelijk vertegenwoordigers uitbrachten? In het totaal werden 1027 adviezen uitgebracht. Bij 7 dossiers was zowel het advies als het geslacht niet te achterhalen en bij nog eens 3 dossiers was het geslacht wel bekend maar het advies niet. Op de totaal 1020 onderzochte adviezen bleek bij 706 dossiers het advies gegrond te zijn gegeven (69%). Op 240 dossiers werd het advies ongegrond afgegeven (23%). 66 dossiers werden niet ontvankelijk verklaard (6%) en 8 dossiers werden aangehouden (1%). 4.6. Welke relevante verschillen waren er in de adviezen van de verschillende Beoordelingscommissies Door het vrijkomen van de protocollen van voor 2010 en omdat hun werkwijze verschilde werd er een vergelijking worden gemaakt van de beoordelingen door de Toetsing en Adviescommissie en de Beoordeling en Adviescommissie met de beoordelingen door de Klachtencommissie. Deze verschillen zijn weergegeven in afbeelding 2. 12

Afb 2: verschillen in beoordeling door de TAC/BAC en de KC Wat opvalt is dat bij de Klachtencommissie veel meer klachten aannemelijk werden gemaakt en op minder klachten het advies ongegrond en niet ontvankelijk werd afgegeven. Verder werd getoetst of binnen de verschillende commissies er significante verschillen waren in de beoordelingen. Het bleek dat die er niet zijn bij de Toetsing en Adviescommissie en bij de Beoordeling en Adviescommissie. Maar wel bij de Klachtencommissie, daar wordt significant vaker gegrond geadviseerd. 2 = 33,30, p. <.0001. Daar de Toetsing en Adviescommissie en bij de Beoordeling en Adviescommissie veel strengere criteria aanlegden voor het wel of niet gegrond adviseren van een klacht werd getoetst of hier een verschil te vinden zou zijn met de Klachtencommissie. Ook hier blijkt een significant verschil te zijn, bij de Klachtencommissie worden meer klachten gegrond geadviseerd dan bij haar voorgangers. 2 = 14,52, p. <.0002. Een ander opmerkelijk verschil is dat de Toetsing en Adviescommissie en bij de Beoordeling en Adviescommissie veel meer klachten niet ontvankelijk verklaarden dan de Klachtencommissie. Kijkend naar de man-vrouw verschillen dan valt op dat bij vrouwen iets minder dossiers ongegrond worden verklaard maar daarvoor in de plaats iets meer dossiers het advies niet ontvankelijk werd afgegeven. Echter wordt getoetst of er een verschil is bij mannen en vrouwen in het aannemelijk maken van hun klacht, dan blijkt dat daarin geen verschil bestaan. 2 = 0,03, p. =.96. Ook werd getoetst of er man-vrouw verschillen in de verschillende commissie te vinden waren, maar die werden niet gevonden. Dit is weergegeven in afbeelding 3 en de cijfers in bijlage 3. 13

Afb 3: man-vrouw verschillen in de adviezen van de verschillende commissies Worden de adviezen nader uitgesplitst naar het geslacht en het jaar waarin het advies werd uitgebracht dan valt op dat in de eerste jaren meer vrouwen een klacht indienden en met de grote toestroom van klachten in 2010 steeg ook het aantal mannen. Dit zien we terug in afbeelding 4. Afb 4: geslacht verzoeker naar jaren Van 1996 tot 2011 zijn de aantallen klein. Na 2010 nemen de aantallen toe. Vooral door het groot aantal klachten van mannen. Vier vijfde deel van de klachten afkomstig zijn van mannen en een vijfde deel van de klachten door vrouwen werd ingediend. In afbeelding 5 wordt de adviezen door de jaren heen weergegeven. Als nader wordt onderzocht welke adviezen de verschillende commissies gaven, dan blijkt dat met het vorderen van de jaren de adviezen verschuiven van ongegrond/niet ontvankelijk/ aangehouden naar gegrond. Hierbij dient rekening te worden gehouden dat het bij de Toetsing en Adviescommissie om kleine aantallen handelt. Afb 5: adviezen naar jaren 4.7. Het wel of niet in leven zijn van de dader Verder werd onderzocht of het in leven zijn van de aangeklaagde invloed had op het uiteindelijk uitgebracht advies. Indien de aangeklaagde leeft werd op 61% van de dossiers het advies gegrond gegeven. Bij een overleden aangeklaagde bleek dat 72% te zijn. Op de dossiers tegen een levende aangeklaagde volgde 30% het advies ongegrond en 10% van de dossiers werden niet ontvankelijk verklaard. Een ongegrond advies werd op 22% van de dossiers tegen overleden aangeklaagden gegeven en hier werd 5% het advies niet ontvankelijk gegeven. Indien uitsluitend wordt gekeken naar het wel of niet in leven zijn van de dader en het gegrond/ongegrond verklaren van de klacht dan blijkt dat hier sprake is van een significant verschil en dat een klacht eerder ongegrond wordt verklaard indien de dader nog leeft. 2 = 7.55, p <.01. Dit voert tot de conclusie: de Klachtencommissie adviseert vaker ongegrond op een klacht tegen een dader, die leeft. Deze cijfers zijn weergegeven in bijlage 4. Op 240 dossiers werd het advies ongegrond uitgebracht. Bij 183 dossiers was dat vanwege het ontbreken van steunbewijs. Bij 27 dossiers was daarvoor een andere reden zoals onvoldoende bewijs maar ook gewelddadigheden vielen hieronder. Bij 17 dossiers was niet te achterhalen wat tot het advies ongegrond had geleid. 4.8. Hoeveel tijd kostte het de Beoordelingscommissies om van een klacht tot een advies te komen? Gemiddeld kwamen de Beoordelingscommissies na 240.18 dagen (SD = 211.31) tot haar advies. De kortste tijd, die de Beoordelingscommissies nodig hadden om tot een advies te komen was 13 dagen en maximaal deden de Beoordelingscommissies 5615 dagen er over. Dit is bleek bij een klacht te zijn van 1997, 14

die in 1998 gegrond werd geadviseerd. In maart 1998 wordt tegen dat advies beroep aangetekend en het verweer staat daar opgetekend op december 2012. De Toetsing en Adviescommissie had gemiddeld 349.21 dagen (SD = 209.82) nodig voor haar advies, de Beoordeling en Adviescommissie gemiddeld 232.89 dagen (SD =120.86) en de Klachtencommissie gemiddeld 235.97 dagen (SD = 218.95). Bij mannen was dat 231.32 dagen (SD = 113.80) met een minimum van 34 dagen en een maximum van 1156 dagen. Voor vrouwen hadden de Beoordelingscommissies gemiddeld iets meer tijd nodig. De gemiddelde tijd om van een klacht tot een advies te komen was hier 275.95 dagen (SD = 414.62) met een minimum van 13 dagen en een maximum van 5615 dagen. Wordt dit verder uitgesplitst naar de verschillende commissies, dan blijkt dat de Toetsing en Adviescommissie het langste erover deed om tot een advies te komen, gemiddeld 349.21 dagen (SD = 209.82). De Beoordeling en Adviescommissie had gemiddeld 232.89 dagen (SD= 120.86) nodig voor haar advies en het advies vroeg de Klachtencommissie gemiddeld 235.97 dagen (SD =218.95). Voor een klacht, waar het advies: gegrond op werd uitgebracht, hadden de Beoordelingscommissies 229.47 dagen (SD = 121.99) nodig. De minimum duur hiervoor was 34 dagen en maximaal duurde het 1156 dagen. Adviseerden de Beoordelingscommissies een klacht als ongegrond dan kostte dat 264.37 dagen (SD = 371.17). Minimaal duurde dat hier 47 dagen en maximaal 5615 dagen. Voor het advies niet ontvankelijk hadden de Beoordelingscommissies 251.68 dagen (SD = 102.58) nodig. Nu was het minimum 13 dagen en het maximum 672 dagen. En als de dossiers werden aangehouden dan hadden de Beoordelingscommissies hiervoor gemiddeld 243.75 dagen (SD = 91.38) nodig met een minimum van 91 dagen en een maximum van 376 dagen. Gemiddeld vroeg de reactie van de aangeklaagde of kerkelijk verantwoordelijke 73.50 dagen (SD = 187.51). Bij mannen was dat 67.10 dagen (SD = 50.20). Bij vrouwen was dit 104.51 dagen (SD = 439.80). Een verklaring voor zowel het langere gemiddelde als de grotere spreiding is dat er bij vrouwen een dossier is waar deze reactietijd bijna 15 jaar heeft gevraagd. Wordt de reactietijd van de aangeklaagde of kerkelijk vertegenwoordiger onderzocht aan de hand van de later uitgebrachte adviezen dan was deze reactietijd bij de dossiers waar later het advies gerond op werd uitgebracht: 66.35 dagen (SD = 51.52). De reactietijd op de dossiers waar later het advies ongegrond op werd uitgebracht was de reactietijd 93.42 dagen (SD = 375.17). Werd een klacht later niet ontvankelijk geadviseerd dan bleek de aangeklaagde of kerkelijk verantwoordelijke gemiddeld 74.61 dagen (SD = 46.44) nodig te hebben voor en verweer. En voor dossiers die werden aangehouden had men 89.83 dagen (SD = 52.54) nodig om tot een verweerschrift te schrijven. Als dit bij de verschillende commissies wordt onderzocht dan zien we dat het ten tijde van de Toetsing en Adviescommissie de aangeklaagden of de kerkelijk vertegenwoordigers gemiddeld 164.00 dagen (SD =14.14) kostte om tot een verweer te komen. Ten tijde van de Beoordeling en Adviescommissie had men gemiddeld 87.71 dagen (SD = 81.26) en nu bij de Klachtencommissie hebben de aangeklaagden of de kerkelijk vertegenwoordigers gemiddeld 72.01 dagen (SD = 194.25) nodig voor een verweerschrift. 4.9. Heeft de verlenging van de tijd, die de aangeklaagden of kerkelijk vertegenwoordigers krijgen voor het schrijven van een verweer, ertoe geleidt dat die tijd minder wordt overschreden? De kerkelijk verantwoordelijken overschreden de reactietijd van 42 en 56 dagen totaal 473 maal (46%). 106 Maal (10%) door de bisdommen en 362 maal (35%) door de ordes. 5 maal (0.5%) door een 15

onbekende kerkelijk verantwoordelijke. Werd deze overschrijding uitgesplitst naar voor en na 5-10-2011 dan overschrijden bisdommen voor 5-10-2011 deze grens 14 maal (9%) en daarna 92 maal (11%). De ordes deden dat voor 5-10-2011 42 maal (26%) en daarna 320 maal (37%). Bij de onbekend kerkelijk verantwoordelijken was dit 2 maal (0.4%) voor 5-10-2011 en 3 maal (0.4%) daarna. De gestelde tijdslimieten van maximaal 84 een 112 dagen werden door de aangeklaagd of kerkelijk vertegenwoordigers 108 maal (13%) overschreden. Twee maal daar waar een kerkelijk verantwoordelijke niet bekend was. Voor 5-10-2011 30 maal (28%) en na 5-10-2011 78 maal (72%). Deze overschrijders hadden voor 5-10-2011 een gemiddelde reactietijd van 139.10 dagen (SD = 40.28) en daarna 232.68 dagen (SD = 602.22). Bij de bisdommen kwam dit voor 5-10-2011 5 maal voor op 17 dossiers (29%). Toen was de gemiddeld reactietijd 129.80 dagen (SD = 36.07) voor en na 5-10-2011 17 maal op 168 dossiers (10%) met gemiddeld 450.26 dagen (SD = 1205.17). De ordes overschreden de reactietijd voor 5-10-2011 24 maal op 60 dossiers (40%) met gemiddeld 141.04 (SD = 44.55) en na 5-11-2011 60 maal op 615 dossiers (10%) met gemiddeld 156.68 dagen (SD= 66.82). Deze cijfers weergegeven in bijlage 5. Het blijkt dat de verlenging van de reactietijd op een klacht ertoe heeft geleid dat de aangeklaagden of kerkelijk vertegenwoordigers de gestelde termijnen minder overschreden. Dat is bij de bisdommen 2 = 5,48, p. <.05 maar geldt zeker bij de ordes 2 = 45,89, p. <.001 Terugkerend naar de vorige vraag wordt gekeken naar de tijd, die de Klachtencommissie nodig had voor de beoordeling van een klacht. Deze bedroeg gemiddeld 163.26 dagen (SD = 95.15). Bij mannen en vrouwen verschillen deze gemiddelde beoordelingstijd licht, mannen: 163,02 dagen (SD = 90,99) en bij vrouwen: 164,41 dagen (SD = 116,30). De gemiddelde beoordelingstijd neemt geleidelijk toe kijkend van gegrond geadviseerde en naar aangehouden dossiers. Indien deze doorlooptijden werden naar de jaren opgesplitst en dan blijkt dat de Toetsing en Adviescommissie de meeste tijd nodig had om tot een advies te komen. Ten tijde van de Beoordeling en Adviescommissie loopt de doorlooptijd terug naar ruim drie maanden. De Klachtencommissie laat een redelijk stabiele doorlooptijd zien van ruim 8 maanden. Alle doorlooptijden zijn weergegeven in bijlage 6. 4.10. Hoeveel tijd hadden de Herzieningscommissie en Beoordelingscommissie nodig voor hun beoordeling? Men deed 38 maal een beroep op herziening. Hiervan werd : 24 maal (63%) hun verzoek gegrond verklaard, 13 maal (34 %) was dat ongegrond en één maal werd het verzoek niet ontvankelijk verklaard. De gemiddelde doorlooptijd bij de Herzieningscommissie was 79,95 dagen (SD = 46.94). Uiteindelijk kwamen 15 dossiers bij de Compensatiecommissie. Deze cijfers zijn weergegeven in bijlage 7. Men ging 51 maal in beroep. 31 Klaagschriften kwamen van de slachtoffers en 20 keer werd een beroep ingesteld door de kerkelijk verantwoordelijken. 13 Bezwaren (25%) werden gegrond verklaard. Negen bezwaren (18%) van de slachtoffers en vier bezwaren (8%) van de kerkelijk verantwoordelijken. 35 bezwaren (69%) waren, naar het oordeel van de Bezwaarcommissie, ongegrond. 20 bezwaren (30%) van de 16

slachtoffers en 15 bezwaren (29%) van de kerkelijk verantwoordelijken. Drie bezwaren (6%) waren niet ontvankelijk; twee bezwaren (4%) van de slachtoffers en een bezwaar (2%) van de kerkelijk verantwoordelijken. De gemiddelde doorlooptijd van de Bezwaarcommissie was 90.71 dagen (SD = 27.27). Het blijkt dat deze doorlooptijd door de jaren afneemt van gemiddeld 97.85 dagen (SD = 29.97) in 2012 naar 74.06 dagen (SD = 18.74) in 2014. Dus niet alleen wordt de doorlooptijd korter het verschil in doorlooptijd wordt ook kleiner. Dit wordt weergegeven in bijlage 8. Een opmerkelijk dossiers werd gevonden van een man, die alle commissies in totaal ruim 16,5 jaar heeft doorlopen. Hij diende zijn klacht in bij de Toetsing en Adviescommissie waar de klacht ongegrond werd geadviseerd vanwege onvoldoende steunbewijs. Die heeft hij kennelijk later wel gevonden en diende een verzoek voor herziening in. Die werd gegrond verklaard maar daartegen tekende het bisdom Utrecht als kerkelijk verantwoordelijke bezwaar tegen aan vanwege vermeende procedure fouten. Dat bezwaar werd afgewezen. Op basis van het advies van de Herzieningscommissie diende hij een aanvraag voor compensatie bij de Compensatiecommissie in niet wetend dat de kerkelijk verantwoordelijke drie dagen later bezwaar zou aantekenen. De Compensatiecommissie handelde zijn zaak zeer snel af in 69 dagen waarbij hij in categorie 2 werd geplaatst. Een ander opmerkelijk dossiers werd gevonden bij de Beoordeling en Adviescommissie. De gedelegeerde van de Beoordeling en Adviescommissie kon de aangeklaagde niet horen omdat deze was aangehouden vanwege seksueel misbruik. Naast het toezenden van het advies aan de kerkelijk verantwoordelijke heeft de Beoordeling en Adviescommissie gemeend het advies in afschrift ook aan kardinaal Simonis te doen laten toekomen. 4.11. Wie oordeelden over de vraag voor compensatie? De Compensatiecommissie bestaat uit 4 leden: een vaste voorzitter en een vaste griffie. De andere twee leden komen uit een poule van 5 mensen. Zo zijn er tien te onderscheiden commissies geweest. 4.12. Hoeveel tijd kostte het om een aanvraag voor compensatie te beoordelen? De gemiddelde doorlooptijd van de Compensatiecommissie zelf, dus de tijd tussen de aanvraag en de compensatie bedroeg gemiddeld 235,63 dagen (SD = 125,63). Bij mannen was dit 232,15 dagen (SD = 127,15) en bij vrouwen 249,74 dagen (SD = 118,96). Wordt gekeken vanaf de tijd dat een van de beoordelingscommissies haar advies heeft uitgebracht en dus de elementen van overname en aanvraag een rol gaan spelen, dan is de gemiddelde doorlooptijd 428,72 dagen (SD = 670,17). Voor mannen was dit 391,77 dagen (SD = 575,98) en voor vrouwen 575,98 dagen (SD = 977,04). Voor de spreiding werd naar een verklaring gezocht. De grootste verschillen worden gevonden in de tijd tussen het advies van de Klachtencommissie en de overname door de kerkelijk vertegenwoordiger en tussen deze overname en de aanvraag van het slachtoffer bij de Compensatiecommissie. Een verklaring voor die laatste is dat voor 2012 er geen Compensatiecommissie bestond. Een verklaring voor het man-vrouw verschil werd niet gevonden. De tijd, die de kerkelijk verantwoordelijke nemen voor de overname van het advies van de Klachtencommissie, blijkt gemiddeld 69,08 dagen (SD = 413,39) te zijn. Deze tijd is aan een maximum van 17

30 dagen gebonden en rechtvaardigt de conclusie dat sommige kerkelijk vertegenwoordigers traag zijn met het overnemen van de adviezen van de beoordelingscommissies. Totaal werden 18 kerkelijk vertegenwoordigers gevonden, die alle termijn limieten overschreden. De bisdommen overschreden 22 maal (9%) de tijdslimiet van de Klachtencommissie en 39 maal (43%) de tijdslimiet van de Compensatiecommissie. De ordes overschreden 84 maal (15%) de tijdslimiet van de Klachtencommissie en 59 maal (27%) de tijdslimiet van de Compensatiecommissie. Deze cijfers zijn deze cijfers weergegeven in bijlage 9. Het tweede deel, dus de tijd tussen de overname van het advies en de aanvraag voor compensatie door het slachtoffer, was gemiddeld 125,80 dagen (SD = 535,42). Er werd een minimum van -293 dagen gevonden. Het bleek een zaak te zijn waarin de kerkelijk verantwoordelijk al op het klaagschrift een te verwachten gegrond advies accepteerde. De overige 12 zaken waar deze tijd negatief was werd veroorzaakt voordat de verzoeker al een aanvraag indiende op grond van het advies van de Klachtencommissie nog voor de kerkelijk verantwoordelijke dat advies had overgenomen. Bij de maximum tijden werden twee zaken gevonden waar het advies afkomstig was van de Toetsing en Adviescommissie en vervolgens bijna 15 jaar werd gewacht voor het indienen van een verzoek voor compensatie. Ten tijde van het advies bestond nog geen compensatieregeling en toen die wel is gekomen, heeft men een aanvraag ingediend. Het derde deel, en dus de tijd die de Compensatiecommissie neemt voor de behandeling, bedraagt zoals boven aangegeven gemiddeld 235,63 dagen (SD = 125,63). Opmerkelijk is dat hier in het eerste jaar deze doorlooptijd het kortste was. Met het toenemen van de categorie-indeling neemt deze doorlooptijd toe. Deze cijfers worden weergegeven in bijlage 9. 4.13. Hoe lang duurde het van klacht tot compensatie? De totale doorlooptijd, dus de tijd die een slachtoffer nodig heeft van een klacht tot de compensatie te komen, blijkt 640.54 dagen (SD = 675.71) te zijn; 1.75 jaar. De grote spreiding komt vooral door de tussenliggende tijd tussen de beoordelingscommissies en de Compensatiecommissie zoals hierboven werd beschreven. De cijfers zijn weergegeven in bijlage 10. 4.14. Welke compensatie werd toegekend? De gemiddeld toegekende compensatie was 30.898,99 (SD = 28194.23). Hier valt op dat het eerste jaar van haar bestaan de Compensatiecommissie een lagere compensatie toekende gemiddeld 23.325,47 (SD = 24731.27). Bij de mannen was de gemiddelde compensatie 30.153,61 (SD = 27413.09) en bij vrouwen 34.680,56 (SD = 32066.54). Vanwege de grote spreiding is hieraan geen conclusie te verbinden. Wordt een en ander in een grafiek gezet dan ziet men dat de verschillen tussen man en vrouw minimaal zijn. Dit wordt weergegeven in afbeelding 6 en de cijfers in bijlage 11. Afb 6: gemiddelde compensatie naar categorie van misbruik voor mannen en vrouwen Verder werd het verschil in categorie indeling naar geslacht onderzocht. Ook hier blijkt het verschil minimaal te zijn. Dit wordt weergegeven in afbeelding 7. Afb 7 indeling naar categorie van misbruik voor mannen en vrouwen 18

Wordt nader gekeken naar de compensatie toegekend aan mannen en vrouwen in categorie 5 dan blijkt dat aan vrouwen iets vaker een compensatie van 100.000,- wordt toegekend dan aan mannen. Aan de vrouwen, die in categorie 5 werden geplaatst, werd aan 11 van de 27 (41%) vrouwen een bedrag van 100.000,- toegekend. Bij mannen was dit aan 22 van de 100 mannen (22%). Wordt nu gekeken naar wie van deze mensen jonger van 9 jaar was dan is dat in beide groepen 5, dus wordt dat voor vrouwen 45% en voor mannen 23%. Er werd getoetst of hier significante verschillen waren en dan blijkt dat er geen significant verschil is in de indeling in de categorieën, 2 = 1.22 p. =.87, maar er is een sterk significant verschil in de toegekende compensatie, 2 = 275.15 p. <.0001. Dit wordt weergegeven in bijlage 12. In het totaal kwam de Compensatiecommissie 47 maal tot de conclusie dat er sprake was van uitzonderlijk seksueel misbruik. 35 Maal (75%) bij de mannen en 11 maal (23%) bij de vrouwen. Van één dossier (2%) was niet te achterhalen of het een man of vrouw betrof. Het uitzonderlijk seksueel misbruik deed zich 15 maal (32%) voor bij de bisdommen en 29 maal (62%) bij de ordes. Bij 3 zaken (6%) was de kerkelijk verantwoordelijke niet te achterhalen. Dit met de gemiddeld toegekende compensatie is weergegeven in bijlage 13. In bijlage 14 wordt de compensatie ten laste van de kerkelijk verantwoordelijke weergegeven. Waar geen kerkelijk verantwoordelijke bekend is, werd samen 437.500,- betaald. Hierbij kan, uitgaand van de gemiddeld toegekende compensatie en de zaken, die nog in de procedure zijn, nog 39.375,- bij kan komen. De bisdommen betaalden tezamen een bedrag van 3.373.480,- waar nog eens een bedrag van 2.039.956,76 bij kan komen omdat hier nog 63 zaken behandeld moeten worden. Ten laste van de ordes kwam 12.196.000,-. Hier zijn 247 zaken in procedure zodat de ordes er rekening mee dienen te dat hier een bedrag van 8.976.770,91 bij kan komen. Dit voert naar een totaal uitgekeerde compensatie van 16.006.968,- en nog een te verwachten compensatie van 13.135.434,43. Dat houdt in dat de totaal toegekende compensatie op een bedrag van 29.142.402,43 kan uitkomen. Van het coulance fonds werd vooral gebruik gemaakt door slachtoffers, die waren misbruikt door leden van de ordensgemeinschaft der Armen Brüder des heiligen Franziskus; de groep, die in de cijfers genoemd wordt als Franciscanen Bleij. Het is een orde, waar op een na de meeste zaken zich hebben voorgedaan. Het is een niet Nederlandse orde, die zich heeft onttrokken aan de procedures van de beoordelingscommissies en Compensatiecommissie. Onderzocht werd of er verschillen valt te constateren in de compensatie aan deze mensen en de mensen, die werden gecompenseerd door de kerkelijk verantwoordelijken. Er werd geen verschil aangetroffen. De bevindingen worden weergegeven in afbeelding 8. Afb 8: indeling naar categorie van misbruik naar gelang de compensatie wel of niet uit het coulancefonds komt 4.15. Wat was het misbruik? 19

Kijkend naar de frequentie was er in 56 zaken (14%) onvoldoende informatie om tot een beoordeling te komen. In 311 zaken (78%) was er een overeenstemming tussen de Compensatiecommissie en de arts over de frequentie en bij 32 zaken (8%) werd er een verschil gezien. De meeste van deze frequentieverschillen tussen de arts(meervoudig) en de Compensatiecommissie (enkelvoudig) was te verklaren door de interpretatie van twee, drie of vier maal seksueel misbruik. Wordt gekeken naar de inhoud van het misbruik dan was er in 57 zaken (14%) onvoldoende informatie voor een beoordeling. Overeenkomst werd in 221 zaken (55%) gevonden. Er bestond in 121 zaken (30%) een verschil in de beoordeling van het seksueel misbruik. Het grootste verschil werd gevonden bij de beoordeling aanranding. Dit werd 86 maal gevonden en is verantwoordelijk voor 22% van het verschil. Dit wordt weergegeven in bijlage 15. Wordt aanranding nader uitgesplitst naar de categorie waarin deze zaken door de Compensatiecommissie worden geplaatst dan ontstaat een verwarrend beeld. Dit wordt weergegeven in bijlage 16. 4.16. Zijn er verschillen gevonden in beoordelingen van mannen en vrouwen? Gaandeweg in dit verslag werd al een aantal man-vrouw verschillen benoemd. Er zijn een paar gevonden. Het misbruik van vrouwen gebeurt of op jongere of op oudere leeftijd dan het misbruik van mannen. Juist op de jongere leeftijd maakt het waarschijnlijk dat dat misbruik in de thuissituatie plaats vond. Dat wordt door Compensatiecommissie de dader zwaar aangerekend hetgeen het verschil in de toekenning van 100.000,- verklaard. 4.17. Zijn er verschillen tussen de gevonden cijfers en die van het Meldpunt? Op 30 juni 2014 heeft het Meldpunt Seksueel Misbruik RKK de cijfers gepubliceerd van de stand van zaken tot op dat moment. De gevonden cijfers, gemeten tot 1 juli 2014 zijn hier mee te vergeleken en dan blijkt dat een grote mate van overeenstemming wordt gevonden. Bij de Klachtencommissie blijkt een verschil van 13 dossiers en bij de Compensatiecommissie werden 34 dossiers niet gevonden. Met name deze laatste verklaart het verschil in de gevonden bedragen van de compensatie. Deze cijfers zijn terug te vinden in bijlage 17. 5. Discussie 5.1. Met betrekking tot de slachtoffers De gevonden 786 personen staat in schril contrast met het vermoeden van de commissie Deetman 10 die op blz 78 schrijven zij met de grootst mogelijke voorzichtigheid kan het aantal seksueel misbruikte minderjarigen in de periode tussen 1945 en 1981 worden geschat op tussen de 10.000 en 20.000 personen. Voor een verklaring van dit grote verschil kan men de slachtoffers in vijf groepen verdeeld. 10 Wim Deetman, seksueel misbruik van minderjarigen in de Rooms-Katholieke Kerk, 2011, Balans, Amsterdam 20