SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 399 van GÜLER TURAN datum: 27 februari 2015 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Vlaams Participatiefonds - Activiteiten Ingevolge de zesde staatshervorming werden de activiteiten van het Participatiefonds vanaf 1 juli 2014 overgedragen naar de gewesten. De kredietactiviteiten van het federale Participatiefonds worden voortgezet door Participatiefonds Vlaanderen, een filiaal van Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV). In de beleidsnota staat te lezen: We bouwen een sterk Vlaams Participatiefonds uit. De activiteiten van het Participatiefonds die als gevolg van de zesde staatshervorming worden overgeheveld, moeten maximaal binnen PMV worden ingebed. Naast een nader te bepalen beheersvergoeding voorzien we begin 2015 een kapitaalverhoging. We evalueren de kredietpolitiek en de kostenstructuur en op basis daarvan bekijken we of er nog bijkomend kapitaal nodig is. Trajectbegeleiding voor ondernemers breiden we uit. Naast de activiteiten van het PMV, zullen voortaan ook de activiteiten die vroeger door het Participatiefonds werden uitgeoefend, maar overgeheveld zijn naar het Vlaams Participatiefonds, door het Vlaams Parlement opgevolgd worden. De verspreiding van de kredietformules Starteo, Optimeo en BA+ gebeurt dan wel door banken, financiële instellingen en BAN s, het aandeel van het Participatiefonds in het verleende krediet is telkens minstens even groot als dat van de betrokken kredietinstelling. 1. Hoeveel bedraagt de totale beheersvergoeding die PMV ontvangt? Graag een overzicht per jaar voor de periode 2009-2014. 2. Hoeveel bedraagt de beheersvergoeding die PMV ontvangt voor het beheer van het Vlaams Participatiefonds? 3. Hoeveel bedraagt de kapitaalsverhoging die de minister wil toekennen aan PMV? 4. Is de evaluatie van de kredietpolitiek en de kostenstructuur al rond? Zo ja, wat zijn daar de resultaten van? Zo neen, wanneer verwacht de minister dat deze evaluatie klaar zal zijn? 5. Waarom worden de kredietformules Initio en Casheo uit het aanbod geschrapt? Zijn er nog kredietformules die geschrapt of aangepast zullen worden? Zo ja, welke zijn dat en welke aanpassingen is de minister van plan door te voeren?
6. Graag voor de kredietformules Startlening, Starteo, Optimeo, BA+, Initio en Casheo een overzicht per jaar voor de periode 2009-2014 met: a) het aantal aanvragen; b) het aantal toegekende leningen; c) de voornaamste redenen voor weigering; d) het totale kredietvolume; e) het gemiddelde kredietbedrag; f) het slaagpercentage (succesvol;na één, drie en vijf jaar) g) de 3 voornaamste sectoren waarin de begunstigden actief zijn (procentueel). 7. Hoeveel van de begunstigden van een Startlening combineerden dit met: a) het Plan Jonge Zelfstandigen; b) de startersbegeleiding (ondersteuning bij de voorbereiding en indiening van het dossier); c) een Impulskrediet START; d) een Starteo, Initio of BA+ lening? 8. Hoeveel onvrijwillige stopzettingen van projecten gefinancierd met een Startlening vonden er jaarlijks plaats en hoeveel bedroeg dan het door het Participatiefonds geleden financiële verlies als gevolg van het niet verder terugbetalen van de lening? 9. Is de Startlening ook toegankelijk voor ondernemers die failliet gingen en opnieuw een zaak willen opstarten?
PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT ANTWOORD op vraag nr. 399 van 27 februari 2015 van GÜLER TURAN 1. In de tabel vindt u een overzicht van de jaarlijkse beheersvergoedingen die PMV nv ontving in de periode 2009 2014 (bedragen zijn exclusief BTW): 2009 2010 2011 2012 2013 2014 1.413.168,61 1.803.872,59 1.620.593,44 1.772.147,76 1.766.976,28 1.437.618,40 2. PMV nv ontvangt rechtstreeks geen vergoeding voor het beheer van Participatiefonds Vlaanderen nv. Participatiefonds Vlaanderen nv, waarvan de aandelen op 1 juli 2014 ingebracht werden bij PMV, ontving daarentegen een beheersvergoeding van 1 mln. in 2014. Voor het jaar 2015 is voor Participatiefonds Vlaanderen nv een beheersvergoeding voorzien van 2 mln. 3. Voor het jaar 2015 is er door het Vlaamse gewest een bedrag voorzien van 10 miljoen voor een kapitaalsverhoging bij Participatiefonds Vlaanderen nv, via PMV nv. Ingeval een bijkomende kapitaalsbuffer noodzakelijk is, bovenop de jaarlijkse kapitaalvolstortingen vanuit het federale participatiefonds, kan eventueel in 2016 een bijkomende kapitaalsverhoging voorzien worden van 10 mln. 4. De Kredietpolitiek werd vastgelegd door de Raad van Bestuur in zijn zitting van 16.09.2014. Tevens werden aanpassingen doorgevoerd door de Raad van Bestuur in zijn zitting van 10.02.2015. Die Kredietpolitiek is de basis van de beslissingen in het kader van de leningsaanvragen die Participatiefonds Vlaanderen nv ontvangt. De kostenstructuur is vastgelegd in het business plan en het budget, dat eveneens door de Raad van Bestuur goedgekeurd werd in zijn zitting van 18.11.2015. Dit sluit uiteraard niet uit dat Participatiefonds Vlaanderen en PMV voortdurend verder blijven zoeken naar mogelijke verbeteringen van hun financieringsinstrumentarium, alsook naar efficiëntieverbeteringen in hun werking. 5 Casheo kende bij het federale Participatiefonds slechts een uiterst gering succes in Vlaanderen in de periode tot 30.06.2014, vandaar dat de raad van bestuur van Participatiefonds Vlaanderen beslist heeft deze formule niet aan te bieden vanuit het Participatiefonds Vlaanderen. Initio kende eveneens een zeer sterke terugval in 2013/2014, voornamelijk in Vlaanderen. Bovendien liet de kwaliteit van de ingediende aanvragen vaak sterk te wensen over, gelet op het feit dat de aanvragen niet vooraf door een kredietinstelling geëvalueerd / geanalyseerd waren. Gelet op die elementen werd dan besloten de rechtstreekse indiening - die een van de basisprincipes was van Initio - niet langer te handhaven. In het kader van een globale productevaluatie binnen PMV wordt nagegaan in hoeverre de bestaande producten behouden kunnen blijven of aangepast dienen te worden, enerzijds met het oog op het vereenvoudigen van het productaanbod, inclusief bij PMV nv, maar ook om, waar nodig, beter en efficiënter te kunnen inspelen op marktbehoeften. Zo kan hier onder meer verwezen worden naar het
onderzoeksrapport kmo-financiering 2014, opgesteld door de Universiteit Antwerpen / Antwerp Management School en Unizo, in samenwerking met de FOD economie dat op 27 januari gepresenteerd werd. Dit rapport wijst op de eerder terughoudende ingesteldheid van de bancaire sector, voornamelijk voor wat betreft financiering van starters en micro-ondernemingen. In de nabije toekomst zal PMV nv, samen met Participatiefonds Vlaanderen, voorstellen voor aanpassingen aan de bestaande producten aan de betrokken instanties voorleggen. 6. Participatiefonds Vlaanderen nv heeft geen toegang tot of beschikking over de gegevens voor de periode tot en met 30.06.2014, periode gedurende dewelke het (federale) Participatiefonds, thans in vereffening, als kredietverstrekker optrad voor projecten op het Belgisch grondgebied (dus niet beperkt tot het Vlaamse Gewest). Participatiefonds Vlaanderen nv kan enkel gegevens verstrekken betreffende de periode sinds 01.07.2014. Alle gegevens in dit item behelzen dan ook de periode van 01.07.2014 tot en met 28.02.2015 (8 maanden activiteit). a) Bij ontvangst van de aanvraag is niet steeds onmiddellijk duidelijk of het een aanvraag Starteo dan wel Optimeo betreft; het globaal aantal aanvragen ontvangen van kredietinstellingen werd derhalve niet opgesplitst. Startlening 96 Starteo/Optimeo 72 BA+ 8 Totaal 176 b) Het verschil tussen het aantal aanvragen en het aantal toegekende leningen omvat de onontvankelijke en geweigerde aanvragen, evenals de aanvragen die nog in behandeling zijn. Startlening 52 Starteo 34 Optimeo 17 BA+ 6 Totaal 109 c) De belangrijkste redenen voor een weigering zijn: - investeringsplan / business plan / financieel plan / prognose onvoldoende uitgewerkt of onderbouwd; - gebrek aan (relevante) ervaring en/of opleiding, waarbij er terdege rekening mee gehouden wordt, dat een schoolverlater vanzelfsprekend nog geen ruime ervaring kan voorleggen, maar wel over een passende opleiding kan beschikken met het oog op de voorgenomen zelfstandige activiteit; - reeds aanwezige concurrentie (waarbij een duidelijk onderscheidend karakter van het project niet altijd aanwezig is); - terugbetalingscapaciteit die niet aangetoond is. d) Vooreerst willen wij aangeven, dat in de formules Starteo, Optimeo en BA+ de tussenkomst van de financiële instelling of de business angels samen met de ondernemer nooit lager mag zijn dan de tussenkomst van Participatiefonds Vlaanderen nv. In de meeste dossiers is het aandeel van de co-financier evenwel hoger dan de tussenkomst van Participatiefonds Vlaanderen nv. Het totaal bedrag van de goedgekeurde leningen bedroeg 7.439.838 over de beschouwde periode.
e) Gemiddeld kredietbedrag ( ) Startlening 22.792 Starteo 78.034 Optimeo 167.735 BA+ 125.000 Totaal 68.255 f) Participatiefonds Vlaanderen nv beschikt nog niet over gegevens, die toelaten de succesratio na 1, 3 en 5 jaar te bepalen gelet op het feit dat de activiteiten van Participatiefonds Vlaanderen nv slechts per 01.07.2014 opgestart werden. g) in de tabel vindt u de drie voornaamste sectoren waarin de begunstigden actief zijn - procentueel Horeca 29,4 Kleinhandel 18,3 Bouwgerelateerd 17,4 Totaal 65,1 7. a) Van de 52 toegekende Startleningen werden er 9 toegekend na een succesvolle begeleiding in het kader van Plan Jonge Zelfstandigen. b) Van de 52 toegekende Startleningen gaan er 50 gepaard met een begeleiding post creatie. Alle aanvragen, behalve 1, werden ingediend door een erkend steunpunt, dus met hulp bij de opmaak en samenstelling van het aanvraagdossier. De begeleiding in het kader van het Plan Jonge Zelfstandigen is een begeleiding bij de voorbereiding van de opstart. c) De Startlening gecombineerd met Impulskrediet Start (Hefboom) wordt niet geregistreerd in de database en derhalve niet beschikbaar. d) Er werden geen toegekende Startleningen gecombineerd met Initio (formule wordt niet aangeboden), BA+ of Starteo. 8. De activiteiten werden pas opgestart per 01.07.2014. Tot nog toe diende geen enkel toegekend dossier in contentieux genomen te worden. Het aspect onvrijwillige stopzetting is bij Participatiefonds Vlaanderen nv dan ook nog niet aan de orde geweest. 9. De Startlening is - net als de overige leningtypes overigens - toegankelijk voor ondernemers die failliet gingen en een nieuwe activiteit willen opstarten. In principe moet het faillissement afgesloten zijn en indien het een natuurlijke persoon betreft, dient de verschoonbaarheid uitgesproken te zijn. Deze situaties worden geval per geval geëvalueerd.