nr. 587 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 15 juni 2016 aan PHILIPPE MUYTERS Participatiefonds Vlaanderen - Kmo-cofinanciering

Transcriptie

1 SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 587 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 15 juni 2016 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Participatiefonds Vlaanderen - Kmo-cofinanciering Het Participatiefonds Vlaanderen is een dochter van PMV nv (Participatiemaatschappij Vlaanderen) en heeft als voornaamste opdracht het bijdragen aan de verhoging van de slaagkansen van ondernemingen door het verschaffen van achtergestelde leningen, al dan niet in cofinanciering met andere partners. Zij biedt twee producten aan: - kmo-cofinanciering; - startlening+. Inzake de kmo-cofinanciering: dit is een lening van maximaal euro. Cofinanciering, aangezien de eigenlijke lening gecombineerd wordt met een andere financiering (bank, investeringsfonds, business angels, ). 1. Hoeveel aanvragen werden ingediend in 2014 (vanaf 1 juli 2014) en in 2015? Graag het totale aantal per jaar en opdeling naar: a) maand; b) provincie; c) soort onderneming. 2. hoeveel bedroeg het gevraagde bedrag in 2014 (vanaf 1 juli 2014) en in 2015? Graag het totale bedrag per jaar en opdeling naar: a) maand; b) provincie; c) soort onderneming; d) gevraagd bedrag. 3. hoeveel van de ingediende aanvragen werden geweigerd in 2014 (vanaf 1 juli 2014) en in 2015? Graag het totale aantal per jaar en opdeling naar: a) maand; b) provincie; c) soort onderneming; d) gevraagd bedrag; e) reden van weigering. 4. hoeveel van de ingediende aanvragen werden ingewilligd in 2014 (vanaf 1 juli 2014) en in 2015? Graag het totale aantal per jaar en opdeling naar: a) maand;

2 b) provincie; c) soort onderneming; d) gevraagd bedrag; e) ingewilligd bedrag. 5. op basis van welke criteria keurt men dossiers goed/weigert men dossiers? 6. Welke controlemechanismen zijn ingebouwd en wat zijn de evaluatiecriteria? 7. Hoeveel nieuwe ondernemingen zijn op deze manier opgericht in 2014 (vanaf 1 juli 2014) en in 2015? Graag het totale aantal per jaar en opdeling naar: a) Provincie; b) soort onderneming; c) aantal werknemers. 8. hoeveel van de opgerichte ondernemingen zijn nu, anno 2016, nog steeds actief? Graag het totale aantal per jaar en opdeling naar: a) provincie; b) soort onderneming; c) aantal werknemers. 9. indien niet meer actief, wat zijn de voornaamste redenen van stopzetting? 10. Hoeveel ondernemingen hebben moeilijkheden om deze financiering terug te betalen? Graag het totale bedrag en ondernemingen per jaar en opdeling naar: a) Provincie; b) soort onderneming; c) aantal werknemers; d) nog te goed bedrag aan lening. 11. Hoeveel samengestelde leningen (kmo-cofinanciering en andere) zijn er qua ingewilligde dossiers in 2014 (vanaf 1 juli 2014) en in 2015? Graag het totale aantal per jaar en opdeling naar: a) Provincie; b) soort onderneming; c) gevraagd bedrag kmo-cofinanciering; d) ingewilligd bedrag kmo-cofinanciering; e) gecombineerde lening met (business angels, bank, ) en hoeveel werd nog bijgepast? 12. welke mogelijkheden heeft men om ondernemingen die moeilijkheden hebben om tot terugbetaling over te gaan te sanctioneren? 13. Hoe evalueert de minister bovenstaande cijfers inzake de startlening+? Op welke punten zal hij bijsturen?

3 PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT ANTWOORD op vraag nr. 587 van 15 juni 2016 van ROBRECHT BOTHUYNE Voore erst brengen wij een aantal elementen onder de aandacht: - "Soort onderneming" wordt in onderstaand antwoord als volgt geïnterpreteerd: opsplitsing naar eenmanszaak dan wel uitoefening van de activiteiten via een vennootschap. - De gegevens betreffende het jaar 2014 werden reeds meegedeeld in de antwoorden op de vragen 241 en 244 van 15 januari 2015 van Robrecht Bothuyne. - de KMO-cofinanciering is als product pas in voege getreden vanaf juni 2015; de vroegere leningtypes Starteo - Optimeo en BA+ zijn hier in opgegaan, terwijl ook de productmodaliteiten ingrijpend aangepast werden met het oog op het verhogen van de productie. Er diende immers vastgesteld te worden, dat de instroom van aanvragen voor Starteo en Optimeo, die voorheen enkel via de kredietinstellingen waarmee Participatiefonds Vlaanderen N.V. een samenwerkingsovereenkomst heeft afgesloten, kon gebeuren, zeer zwak was en overigens nog steeds is. Er werd voor geopteerd om voortaan ook rechtstreekse indiening mogelijk te maken, terwijl inzake de financiële montage de maximale tussenkomst van Participatiefonds Vlaanderen N.V. bepaald werd op 50% van de toegelaten investeringen en van de co-financier een tussenkomst van minimaal 20% van de toegelaten investeringen gevraagd wordt. Teneinde het beeld van de activiteiten van Participatiefonds Vlaanderen N.V. in 2015 niet te vertekenen, werden de gegevens in verband met Starteo - Optimeo - BA+ en KMO-cofinanciering voor 2015 samengebundeld in onderhavig antwoord. De KMO-cofinanciering is bestemd zowel voor starters (natuurlijke personen actief in hoofdberoep sedert ten hoogste 4 jaar, dan wel rechtspersonen, opgericht sedert ten hoogste 4 jaar) en reeds 4 jaar of langer bestaande ondernemingen. Voor de provincies worden volgende afkortingen gebruikt: Antwerpen = ANTW Oost-Vlaanderen = OVL West-Vlaanderen = WVL Limburg = LIM Vlaams-Brabant = VLBR De gegevens in onderstaande tabellen slaan op de periode van tot en met , maar houden ook rekening met het statuut van het dossier op datum van a) Aantal aanvragen voor Starteo/Optimeo/BA+ en KMO-cofinanciering per maand ANTW LIM OVL VLBR WVL Totaal Jan Feb Maa Apr Mei Jun

4 Jul Aug Sep Okt Nov Dec Totaal b) Zie antwoord vraag 1a). c) Zie antwoord vraag 1a). d) Soort onderneming: eenmanszaak / vennootschap. Eenmanszaak Vennootschap Totaal a) Aanvragen: bedragen KMO-cofinanciering ANTW OVL WVL LIM VLBR TOTAAL Aangevraagd bedrag Aangevraagd bedrag Aangevraagd bedrag Aangevraagd bedrag Aangevraagd bedrag Januari In eigen naam Via vennootschap Februari In eigen naam Via vennootschap Maart In eigen naam Via vennootschap April In eigen naam Via vennootschap Mei In eigen naam Via vennootschap Juni In eigen naam - Via vennootschap Juli In eigen naam - Via vennootschap Augustus In eigen naam Via vennootschap September In eigen naam Via vennootschap Oktober In eigen naam Via vennootschap November In eigen naam - Via vennootschap December In eigen naam Via vennootschap Totaal In de praktijk wordt bij goedkeuring hetzelfde bedrag gehandhaafd als het gevraagde bedrag. b) Zie antwoord vraag 2a). c) Zie antwoord vraag 2a). d) Zie antwoord vraag 2a).

5 3. a) Geweigerde dossiers ANTW OVL WVL LIM VLBR TOTAAL Aangevraagd bedrag Aangevraagd bedrag Aangevraagd bedrag Aangevraagd bedrag Aangevraagd bedrag Januari In eigen naam Via vennootschap Februari In eigen naam - Via vennootschap Maart In eigen naam - Via vennootschap April In eigen naam Via vennootschap - Mei In eigen naam - Via vennootschap Juni In eigen naam - Via vennootschap Juli In eigen naam - Via vennootschap Augustus In eigen naam - Via vennootschap September In eigen naam - Via vennootschap Oktober In eigen naam - Via vennootschap November In eigen naam - Via vennootschap December In eigen naam - Via vennootschap Totaal Aantal geweigerd inclusief niet on b) zie antwoord vraag 3a). c) zie antwoord vraag 3a). d) zie antwoord vraag 3a). e) Meest voorkomende redenen van weigering: - Prognose onvoldoende of niet onderbouwd - Investeringsplan/financieel plan/business plan onvoldoende uitgewerkt - Gebrek aan (relevante) ervaring en/of opleiding - Concurrentie - Terugbetalingscapaciteit niet aangetoond - Onduidelijke juridische situatie - Problemen met de organisatie - Privé-schuldenlast 4. a) Goedgekeurde dossiers per maand goedgekeurde dossiers Aantal Bedrag Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December

6 Bovenstaande betreft ook goedkeuringen van dossiers die in 2014 werden aangevraagd. b) Goedgekeurde dossiers - per provincie - globaal 2015 ANTW LIM OVL VLBR WVL Totaal Aantal Gevraagd bedrag Toelichting: - het verschil tussen het totaal ontvangen aantal aanvragen en de som van het aantal geweigerde en het aantal goedgekeurde dossiers betreft dossiers die geannuleerd werden vooraleer zij ter beslissing voorgelegd konden worden (b.v. omdat de ondernemer het project niet verderzet of omdat een bank de totaliteit van de financiering op zich neemt), of aanvragen die nog in behandeling zijn of binnengekomen zijn in een voorgaande periode. - (4e.) Het aangevraagde bedrag is in principe steeds ook het ingewilligde bedrag. - Bovenstaande aantallen en bedragen betreffen alleen goedkeuringen van dossiers die in 2015 werden aangevraagd. c) Goedgekeurde dossiers - soort onderneming (eenmanszaak, via vennootschap) Goedgekeurd ANTW OVL WVL LIM VLBR TOTAAL In eigen naam - aantal In eigen naam - bedrag Rechtspersoon - aantal Rechtspersoon- bedrag Aantal Bedrag Bovenstaande aantallen en bedragen betreffen alleen goedkeuringen van dossiers die in 2015 werden aangevraagd. d) Zie antwoord vraag 4b). e) Zie antwoord vraag 4b). 5. Criteria op basis waarvan dossiers goedgekeurd worden/controlemechanismen De evaluatie van een dossier slaat op: - het profiel van de ondernemer (opleiding, ervaring, affiniteit met de voorgenomen activiteit); - organisatie, locatie, doelpubliek, concurrentie, onderscheidende elementen t.o.v. concurrenten, prognose uitbatingsgegevens en rendabiliteit, bij overname handelsfonds ook toetsing van de prognose aan de uitbatingsgegevens van de overlater, bij overname van aandelen financiële gegevens van de over te nemen onderneming (zowel historisch als prognose naar de toekomst toe); - aanwezigheid van de terugbetalingscapaciteit op basis van de prognose en rekening houdend met de persoonlijke financiële situatie van de aanvrager; - beoordeling op basis van een correct en volledig ingevuld aanvraagformulier (door de aanvrager) en/of synthesefiche (in te vullen door een aanbrenger van het dossier).

7 De Kredietpolitiek van Participatiefonds Vlaanderen houdt o.m. rekening met de bepalingen van het KB van betreffende de werking van het Participatiefonds en omvat voornamelijk volgende elementen: a) absolute neutraliteit van PFV ten opzichte van de aanvragers; b) rechtstreekse financiering van de economische begunstigde; c) beroepsbekwaamheid / erkenning dient aangetoond te zijn in hoofde van de aanvrager (beheersbekwaamheid mag door een 3e aangebracht worden); d) de aanvrager dient zich te vestigen als zelfstandige in hoofdberoep; e) indien de activiteit via een vennootschap uitgeoefend wordt, dient de aanvrager meerderheidsaandeelhouder en zaakvoerder te zijn; f) tussenkomst enkel voor beroepsmatige investeringen; g) de tussenkomsten van PFV zijn onderworpen aan de de-minimisbepalingen (beperking tussenkomst voor landbouw, transport, export); h) investering in onroerende goederen enkel voor zover het onroerende goederen voor eigen beroepsmatig gebruik betreft; i) geen tussenkomst voor aanvragers in schuldbemiddeling of ondernemingen in moeilijkheden; j) in principe geen tussenkomst voor investeringen in O&O (uitzonderingen zijn mogelijk); k) geen herfinanciering van bestaande schulden (d.w.z. schulden ouder dan 3 maanden op het moment van de aanvraag); l) terugbetalingscapaciteit dient aangetoond te zijn op basis van de financiële vooruitzichten. Participatiefonds Vlaanderen nv deelt de elementen van weigering mee aan de aanvrager via de aanbrenger of aan de aanvrager zelf in geval van rechtstreekse indiening. De aanvrager kan op basis van aanvullende info de elementen weerleggen of het project nader toelichten, waarna het dossier een 2e maal ter beslissing kan voorgelegd worden. PFV kan dan de aanvankelijke beslissing herzien en de aanvraag toch goedkeuren, dan wel de weigering bevestigen. Indien bij het begin van de analyse vastgesteld wordt, dat een van de elementen onder c) tot en met l) hierboven niet gerespecteerd is, wordt de aanvraag niet ontvankelijk verklaard. De meest voorkomende weigeringselementen zijn: - niet aangetoonde terugbetalingscapaciteit; - gebrek aan relevante ervaring; - financieel plan onvoldoende onderbouwd; - sterkte van de concurrentie. De Raad van Bestuur van Participatiefonds Vlaanderen nv oefent toezicht uit op de beslissingen van het Kredietcomité. 6. Zie antwoord vraag Goedgekeurde dossiers - tewerkstelling in nieuw opgerichte/op te richten ondernemingen Vooraf: de hier opgegeven aantallen qua tewerkstelling betreft enkel de ondernemers/dragers van het project. Dit cijfer houdt geen rekening met geplande aanwervingen van personeel. Voor overname van de aandelen van een onderneming wordt evenmin rekening gehouden met het aantal werknemers in de over te nemen onderneming, aangezien dit immers niet de aanvrager is ANTW LIM OVL VLBR WVL Totaal Start - aantal Start - tewerkstelling 16,0 8,5 17,0 29,5 22,0 93,0 Overname - aantal

8 Overname - tewerkstelling 11,0 2,0 12,0 5,0 10,0 40,0 Totaal aantal Totaal tewerkstelling 27,0 10,5 29,0 34,5 32,0 133,0 8. Alle ondernemingen waarvoor op basis van een aanvraag van 2014/2015 een lening van het type Starteo/Optimeo/BA+ of KMO-cofinanciering toegekend werd, zijn nog actief, op 3 na. De 3 opgezegde dossiers komen alle in de provincie Oost-Vlaanderen en betroffen in totaal 5 medewerkers: o In 2 gevallen betreft het een faillissement; in het derde geval werden de verbintenissen niet nageleefd. o De meest voorkomende reden van opzegging van een leningen is een faillissement. Daarnaast is er ook: overlijden van de debiteur, of overschakeling naar bijberoep (waarbij men wellicht wel nog gedeeltelijk actief blijft). 9. Zie antwoord vraag Eén onderneming heeft problemen met de terugbetaling van de verbintenissen; het betreft een onderneming uit de provincie Antwerpen, lening toegekend voor uitbouw van een bestaand bedrijf, 3 personen tewerkgesteld; bedrag van de vordering is Samenstelling van ingewilligde dossiers kmo-cofinanciering: 2015 ANTW LIM OVL VLBR WVL Totaal Aangevraagd Eigen inbreng Bank Overige Totaal Toelichting: - de rij "aangevraagd" betreft het door de (kandidaat-)ondernemer gevraagde bedrag; in de praktijk wordt bij goedkeuring ditzelfde bedrag gehandhaafd. - de rij "eigen inbreng" betreft de door de ondernemer ingebrachte vrij beschikbare gelden zoals vermeld en ingebracht door de ondernemer. - de rij "Bank" betreft het bedrag van de tussenkomst van de bank in die dossiers waar een bank optreedt als co-financier. - de rij "Overige" betreft het bedrag van de tussenkomst van de overige cofinanciers (business angels, investeringsfondsen) of andere tussenkomende partijen (zoals bv. brouwerij voor de inrichting van een horeca-zaak). 12. Mogelijkheden tot sanctioneren van ondernemingen die moeilijkheden hebben om tot terugbetaling over te gaan zijn beperkt tot opzeg van de lening. Participatiefonds Vlaanderen tracht - mede in het belang van de onderneming - waar mogelijk wel een aangepast terugbetalingsschema te onderhandelen. 13. Met de doorgevoerde wijzigingen aan het instrumentarium, in het kader van de stroomlijning van het aanbod van de PMV-groep, is de aantrekkingskracht ervan voor ondernemers enorm toegenomen. Getuige hiervan is vooral de sterke stijging van het aantal aanvragen en bijgevolg ook van de toegekende leningen, zowel in aantal als in bedrag. De Vlaamse regering heeft daarom ook eind 2015 op mijn voorstel besloten tot een kapitaalverhoging van 10 miljoen euro bij Participatiefonds Vlaanderen, via PMV, teneinde aan de groeiende vraag te kunnen blijven voldoen en zodoende een steeds sterkere rol te spelen in de financiering van ondernemers, complementair aan de private markt. Ik denk dat de vereenvoudiging die ik binnen

9 PMV algemeen en ook binnen PFV heb gebracht gezien de evolutie in de aanvragen dus duidelijk zijn vruchten afwerkt. In die zin zijn er net ingrijpende bijsturingen gebeurt en lijken nieuwe mij dus niet aan de orde.