Wettelijke Kaders Publieke Veiligheid 1 WKPV 1

Vergelijkbare documenten
Wettelijke Kaders Publieke Veiligheid WKPV I

WKPV I Lesboek 2018/2019

Particulier onderzoeker Wettelijke kaders

Persoonsbeveiliger Basis- en wetskennis

WvSr De kandidaat kan aan de hand van een gegeven situatie vaststellen of het om een wet in materiële of formele zin gaat.

Particulier onderzoeker Wettelijke kaders

Wettelijke Kaders Publieke Veiligheid 2 WKPV 2

Verkeersregelaar. ex:pla n. smart educational tools

Kwalificatiedossier: BOA OV Module 5 Samenwerking en assistentieverlening Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68%

Gemeentewet. Hoofdstuk IX. De bevoegdheid van de raad. Artikel 151b

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden

Handhaver toezicht en veiligheid (HTV)

Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) Hoofdstuk 3 pagina 2 t/m 19

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Openbare Ruimte Generiek 1 april 2018

Toetsmatrijs BOA OV Module 4 Rechtskennis 24 mei 2017

opleiding BOA Wetgeving adhv eindtermen

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Openbare Ruimte Generiek 1 februari 2020

Beveiliger Vragen- en opdrachtenboek

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Onderwijs Generiek 1 januari 2018

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire domeinen bijzondere opsporingsambtenaar

Toetsmatrijs BOA OV Module Openbaar Vervoer 1 januari 2017

Beveiliger Wettelijke kaders

WKPV II Lesboek 2018/2019

BOA. Basisbekwaamheid

Kwalificatiedossier: BOA OV Module 3 Orde, rust en veiligheid Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68%

Havenbeveiliger. ex:pla n. smart educational. educational tools

opleiding BOA Besluit BOA

Aanvraag-/Mutatieformulier Categoriale Beschikking Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA)

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, in overeenstemming met Onze Minister van Defensie;

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Milieu Specifiek

RAPPORT ONDERZOEK BEVOEGDHEID DRAGEN GEWELDSMIDDELEN DOOR DOUANE

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Examencommissie Milieu Status: Vastgesteld. Kennisonderdeel Toetsvorm Hulpmiddelen Duur Cesuur

Wijzigingen in versie 1.1 ten opzichte van versie 1.0 (d.d. 21 juni 2016) van de toetstermen voor Wettelijke Kaders Milieu Specifiek:

Misdrijven die tegen een BOA gepleegd kunnen worden. Pagina 176 tm 183

Titel VII. Misdrijven waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen wordt in gevaar gebracht

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Pers. nr AFSCHRIFT. Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

STRAFRECHTELIJKE OPSPORING of HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN

Toezichthouder. Handhaving, achtergronden bij taken

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Toetsmatrijs BOA Basisbekwaamheid rechtskennis 1 januari 2017

Winkelbeveiliging. ex:pla n. smart educational tools

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Burgemeestersbeleid verblijfsontzeggingen gemeente Zandvoort

Hoofdstuk 1 Bevoegdheid en rollen

HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN

Gezien het verzoek van Politie eenheid Den Haag Afd. coördinatietaken te DEN HAAG, d.d. 29 januari 2019;

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling:

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45

1. In artikel 126nba, eerste lid, onderdeel d, wordt het woord verwerkt telkens vervangen door : opgeslagen.

BELEIDSREGELS GEBIEDSONTZEGGINGEN GEMEENTE HARDINXVELD-GIESSENDAM

Aanwijzingsbesluit toezichthouders RUD Limburg-Noord

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie AFSCHRIFT

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Waalwijk. Gemeente. III III IIII II II III ll lll ll. Aanwijzing toezichthoudende ambtenaar. De burgemeester van Waalwijk.

Convenant Buitengewone opsporingsambtenaren. Gemeente Breda en Gemeente Zundert

Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland

opleiding BOA Wetboek van Strafvordering

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ANTWOORDEN KENNISQUIZ WETBOEK VAN STRAFVORDERING

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

De Minister van Justitie, Gelet op artikel 3a van de Wet wapens en munitie; Besluit:

Kwalificatiedossier: BOA OV Module 1 Handhaving en toezicht Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68%

BB.nr d.d

Instrumentenkoffer: bestuurlijke en strafrechtelijke instrumenten

Prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels Mr. A.G.A. Nijmeijer Mr. J.A.M. van der Velden. Het wetsvoorstel Wabo

Beleidsregel gebiedsverboden Heemskerk

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Dienst Justis Ministerie van Veiligheid enjustitie

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Beroepshouding. module 2. Sport, dienstverlening en veiligheid

Aan de Voorzitter van de Tweede der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Regeling toetsing geweldsbeheersing buitengewoon

Regeling toetsing geweldsbeheersing buitengewoon opsporingsambtenaar 2005

Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie

BB.nr d.d

Coördinator Wettelijke kaders

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justi tie;

Artikel 1 2. Artikel 2

TOEZICHT OPSPORING. Jan Willem van Veenendaal MEC.

Regeling toetsing geweldsbeheersing buitengewoon opsporingsambtenaar en ambtenaren van bijzondere opsporingsdiensten

Rapport. Datum: 20 januari 2005 Rapportnummer: 2005/015

BOA Basisbekwaamheid

Exameneisen Beveiliger (Crebonummer 25407)

College van Procureurs-Generaal

Aanwijzing deelgebied Stationskwartier en Molenbuurt inzake mogelijkheid opleggen gebiedsontzegging aan overlastgevende personen.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Besluit bewapening en uitrusting politie

Voorts klaagt verzoeker erover dat deze politieambtenaren hem ongepaste vragen hebben gesteld.

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BOA PV. + combibon juni 2013/4 e druk lesboek. proces-verbaal = een woordelijk verslag van de gang van zaken

Transcriptie:

Wettelijke Kaders Publieke Veiligheid 1 WKPV 1 ex:pla n smart educational tools

Mannelijk/vrouwelijk Er bestaat in Nederland een dilemma als het gaat over het gebruik van woorden die als mannelijk en vrouwelijk geïnterpreteerd kunnen worden. We zouden consequent kunnen werken met hij/zij en zijn/haar, maar dat geeft een gedwongenheid die wij stilistisch niet verantwoord vinden. Het werkt storend en afleidend op de leesbaarheid. Daarom is er voor de mannelijke variant gekozen. Copyright Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No parts of this book may be reproduced in any form by print, photo print, microfilm or any other means without written permission from the Publisher. Samenstellers en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een zo betrouwbaar mogelijke uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden op onjuistheden die eventueel in deze uitgave voorkomen. De uitgever meent alle rechten van afbeeldingen te bezitten of daar afspraken over te hebben gemaakt. Indien rechthebbenden toch een opmerking hebben, kunnen zij zich tot de uitgever wenden. Adresgegevens ex:plain Disketteweg 6 Postbus 1230 3800 BE Amersfoort www.explain.nl Mei 2017

Wettelijke Kaders Publieke Veiligheid 1 WKPV 1 WKPV 2 Geschreven door: Dirk van den Heuvel, Rob van der Lans, Menno Kriekaart

Inhoud Inleiding 7 Hoofdstuk 1 Bevoegdheden 9 WvSv 9 Formele legaliteitsbeginsel 9 Strafprocesrecht 10 Opsporingsambtenaren 11 Specifieke bevoegdheden 12 BOA-bevoegdheden WvSv 14 Staande houden 14 Aanhouden op heterdaad 16 In beslag nemen 19 Is het voorwerp vatbaar voor inbeslagname? 19 Wie is bevoegd tot inbeslagname? 20 Uitlevering bevelen van voorwerpen ter inbeslagneming 21 Het onderzoek aan/in kleding en/of lichaam ter inbeslagneming 23 Betreden en doorzoeken van plaatsen 24 Betreden van plaatsen ter aanhouding 24 Doorzoeken van plaatsen ter aanhouding 26 Betreden van plaatsen ter inbeslagneming 28 Haltmaatregel 29 Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) 31 Toezichthouder 31 Legitimatiebewijs toezichthouder 32 Bevoegdheden toezichthouder 33 Evenredigheidsbeginsel 33 Betreden plaatsen 33 Inlichtingen vorderen 34 Meedelen cautie 34 Inzage van een identiteitsbewijs vorderen 35 Inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden 35 Onderzoeken van zaken 36 Onderzoeken vervoermiddelen 36 Regeling stilhoudingsvordering toezichthouders 37 Hoofdstuk 2 Misdrijven 41 Strafbaar feit 41 Opbouw strafbaar feit 41 Misdrijven 42 Misdrijven tegen het openbaar gezag 42 Omkoping 42 Ambtsdwang 45 Wederspannigheid 47 Gekwalificeerde dwang en wederspannigheid 49 Ambtsdwang en wederspannigheid in vereniging 51 Niet voldoen aan bevel of vordering 51 4

Bemoeilijken ambtsverrichting 53 Valse aangifte of klacht 54 Valsheid in geschriften, gegevens en biometrische kenmerken 55 Valsheid in geschrifte 55 Valsheid in reisdocument of identiteitsbewijs 56 Misdrijven tegen de zeden 58 Schennis van de eerbaarheid 58 Belediging 59 Eenvoudige belediging 59 Belediging van een ambtenaar 61 Misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid 63 Bedreiging 63 Mishandeling 64 Eenvoudige mishandeling 64 Mishandeling onder verzwarende omstandigheden 66 Vernieling of beschadiging 66 Vernieling 66 Vernielen van een werk ter algemeen nut (opzet) 68 Vernielen van een werk ter algemeen nut (schuld) 69 Vernieling van gebouwen, (lucht)vaartuigen of installatie ter zee 69 Begunstiging 71 Opzetheling 71 Schuldheling 72 Inhoudsopgave Hoofdstuk 3 Overtredingen 75 Overtredingen betreffende de algemene veiligheid van personen en goederen 75 Straatschenderij 75 In staat van dronkenschap verkeren 76 Openbare dronkenschap 78 Onvoldoende veiligheidsvoorzieningen treffen 78 Brandstichting zonder verlof 80 Algemeen veiligheidsartikel 81 Overtredingen betreffende de openbare orde 84 Opgeven valse naam 84 Opkoopregister 85 Overtredingen betreffende het openbaar gezag 88 Overtreden noodverordening 88 Reisdocument of ID-bewijs niet inleveren 90 Niet voldoen aan identificatieplicht 91 Overtredingen betreffende de veldpolitie 95 Niet uitvliegend pluimgedierte laten lopen 95 Onbevoegd vee laten lopen 95 Onbevoegd aanwezig zijn op bezaaide, bepote of beplante grond 96 Onbevoegd aanwezig zijn op verboden grond 97 5

Nederlands Inleiding recht

Inleiding Inleiding In dit cursusboek worden de bevoegdheden en de strafbare feiten ten behoeve van het onderdeel Wettelijke Kaders Publieke Veiligheid 1 (WKPV 1) behandeld. Het onderdeel WKPV 1 kan gezien worden als een vervolg op de cursus Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA). Een aantal bevoegdheden en strafbare feiten dat daar is besproken, komt in het onderdeel WKPV 1 weer terug. Ondanks dat u misschien niet voor alle genoemde strafbare feiten opsporingsbevoegdheid heeft, dient u wel kennis te hebben van deze strafbare feiten. De bevoegdheden die worden behandeld komen uit het Wetboek van Strafvordering en de Algemene Wet Bestuursrecht. De strafbare feiten die worden behandeld zijn misdrijven en overtredingen uit het Wetboek van Strafrecht. De exameneisen van ExTH geven aan dat een kandidaat aan de hand van een voorbeeld kan vaststellen of er sprake is van een strafbaar feit en wanneer welke bevoegdheden mogen worden toegepast. Om dit te kunnen vaststellen dient de kandidaat de bestanddelen van het strafbare feit te herkennen en dient hij goed op de hoogte te zijn van zowel zijn strafvorderlijke als toezichthoudende bevoegdheden. 7

Nederlands Bevoegdheden recht

Hoofdstuk 1 Bevoegdheden Wetboek van Strafvordering (WvSv) In het WvSv is het strafprocesrecht geregeld, dat wil zeggen hierin staat de procedure beschreven vanaf het moment dat er een (strafrechtelijk) onderzoek wordt gestart tot en met de tenuitvoerlegging van de opgelegde straf of maatregel. Deze procedure dient zeer zorgvuldig te worden toegepast en daarom heeft de wetgever bepaald, dat een dergelijke procedure alleen in een wet mag worden geregeld. Dit is beschreven in artikel 107 van de Grondwet. Bevoegdheden Artikel 107 GW 1. De wet regelt het burgerlijk recht, het strafrecht en het burgerlijk en strafprocesrecht in algemene wetboeken, behoudens de bevoegdheid tot regeling van bepaalde onderwerpen in afzonderlijke wetten. Dit artikel is nader uitgewerkt in artikel 1 van het Wetboek van Strafvordering. Formele legaliteitsbeginsel Artikel 1 WvSv Strafvordering heeft alleen plaats bij de wet voorzien. Dit wil zeggen dat strafvordering (procedures) alleen in wetten mag worden vastgesteld en dus niet in Verordeningen of Algemene Maatregelen van Bestuur. Dit is zo bepaald om rechtsongelijkheid te voorkomen in Nederland. Immers een wet geldt voor het gehele land en bijvoorbeeld een verordening is vooral plaatselijk. Samenvatting Bevoegdheden of dwangmiddelen kunnen alleen bij wet worden vastgesteld. 9

Strafprocesrecht Het strafprocesrecht is onderverdeeld in drie fasen: - Eerste fase: het voorbereidend of opsporingsonderzoek, onder leiding van de officier van justitie; - Tweede fase: het onderzoek ter terechtzitting, onder leiding van de rechter(s); - Derde fase: de tenuitvoerlegging van de straf of maatregel onder verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie. De belangrijkste persoon in het strafprocesrecht is de verdachte. Geen verdachte? Geen strafprocesrecht. Artikel 27 WvSv 1. Als verdachte wordt vóórdat de vervolging is aangevangen, aangemerkt degene te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit voortvloeit. Om als verdachte te kunnen worden aangemerkt moet er dus sprake zijn van: - feiten of omstandigheden; - een redelijk vermoeden van schuld; - een strafbaar feit. Samenvatting Drie fasen van het strafprocesrecht 1 e fase: het voorbereidend (opsporingsonderzoek) onder leiding van OvJ; 2 e fase: het onderzoek ter terechtzitting onder leiding van de rechter(s); 3 e fase: de tenuitvoerlegging van de straf of maatregel onder verantwoordelijkheid van Openbaar Ministerie. Verdachte - feiten of omstandigheden; - een redelijk vermoeden van schuld; - een strafbaar feit. 10

Opsporingsambtenaren Andere personen die een belangrijke rol hebben in het strafprocesrecht zijn opsporingsambtenaren. Artikel 127 WvSv Wat onder een opsporingsambtenaar wordt verstaan, staat in artikel 127 van het Wetboek van Strafvordering. Onder opsporingsambtenaren worden verstaan alle personen met de opsporing van het strafbare feit belast. Bevoegdheden Wat aan deze definitie opvalt, is het woord personen. Er wordt niet gesproken over ambtenaren. Dit komt omdat een opsporingsambtenaar geen ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet hoeft te zijn. Er zijn buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst van bedrijven zoals de Nederlandse Spoorwegen en beveiligingsbedrijven. Wat tevens opvalt in de definitie is met de opsporing van het strafbare feit belast. Het woord het slaat op het strafbare feit dat door de opsporingsambtenaar mag worden opgespoord. We zullen dadelijk zien dat dit niet voor iedere opsporingsambtenaar hetzelfde is. Er zijn twee soorten opsporingsambtenaren: - de algemene opsporingsambtenaren (art. 141 WvSv); - de buitengewone opsporingsambtenaren (art. 142 WvSv). De algemene opsporingsambtenaren mogen in principe alle strafbare feiten opsporen. De buitengewone opsporingsambtenaren mogen alleen die strafbare feiten opsporen waarvoor zij zijn aangewezen. Enkele voorbeelden van algemeen opsporingsambtenaren zijn: - officier van justitie; - (vrijwillige) politieagent; - aangewezen militairen van de Koninklijke Marechaussee. Enkele voorbeelden van buitengewoon opsporingsambtenaren zijn: - parkeercontroleur; - jachtopzichter; - leerplichtambtenaar. Bovengenoemd overzicht is niet uitputtend. Met name de buitengewoon opsporingsambtenaren zijn er in vele verschijningsvormen. Dit heeft te maken met het feit dat de algemene opsporingsbevoegdheid is onderverdeeld in kleinere deeltjes, domeinen genoemd. Er zijn 6 domein te onderscheiden: Domein I Openbare ruimte De BOA openbare ruimte heeft een breed pakket aan bevoegdheden waardoor het lokale veiligheidsbeleid gericht op de aanpak van overlast en kleine ergernissen en andere feiten die de leefbaarheid aantasten binnen de openbare ruimte kan worden gehandhaafd. Domein II Milieu, welzijn en infrastructuur Dit is het domein voor de BOA's die zich bezighouden met natuur en milieu, arbeidsinspectie, voedsel & waren controles, dierenwelzijn, openbare gezondheid en fysieke leefomgeving en infrastructuur (waaronder deelaspecten bouwen, wonen, monumenten, ruimte). Domein III Onderwijs Onder het domein onderwijs vallen de leerplichtambtenaren. Zij zijn primair belast met het handhaven van de leerplichtwet en alle andere daaraan gerelateerde relevante wet- en regelgeving. Gelet op het specialistische karakter van deze functie en het feit dat er voor de uitoefening van deze functie door de werkgever veelal een hogere opleiding wordt verlangd, is dit ondergebracht in dit aparte domein. Domeinlijst IV. Openbaar vervoer De BOA openbaar vervoer is bevoegd om te handhaven op wet en regelgeving die te maken heeft met het openbaar vervoer zoals de Spoorwegwet en de Wet Personenvervoer. Domeinlijst V. Werk, Inkomen en Zorg De BOA werk, inkomen en zorg is bevoegd om te handhaven op strafbare feiten die te maken hebben met werk, inkomen en zorg zoals de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen. Domeinlijst VI. Generieke Opsporing Het domein generieke opsporing is de vreemde eend in de bijt. Dit is niet een domein ontstaan vanuit de inhoud, maar een soort van restcategorie bestaande uit BOA s die veelal algemene opsporingsbevoegdheid hadden. 11

Plaatsing in het domein generieke opsporing vindt alleen plaats indien de overige vijf domeinen qua bevoegdheid niet toereikend zijn voor een adequate taakuitoefening door de BOA. De Minister van Veiligheid en Justitie bepaalt door middel van beleidsregels welke BOA's onder dit domein worden gebracht. De BOA generieke opsporing is de BOA werkzaam bij of voor een landelijke overheidsinstantie en heeft als werkgever de korpschef van de nationale politie, de hoofdofficier van justitie van een parket, de commandant van de Koninklijke Marechaussee, de directeur van de rijksrecherche, de directeur van het CJIB of - indien deze niet onder een ander domein te plaatsen is - de directeur van een landelijke (inspectie)dienst. Zoals u ziet is het afhankelijk van het domein van de BOA of hij bevoegd is een strafbaar feit op te sporen. Samenvatting Opsporingsambtenaar Alle personen met de opsporing van het strafbare feit belast. Twee soorten opsporingsambtenaren: 1. algemene opsporingsambtenaar:bevoegd tot het opsporen van alle strafbare feiten; 2. buitengewone opsporingsambtenaar: bevoegd tot het opsporen van strafbare feiten waarvoor zij zijn aangewezen (akte van aanstelling). Specifieke bevoegdheden Naast de strafbare feiten bestaat er nog een ander verschil tussen de BOA en de algemeen opsporingsambtenaar. Het gaat hierbij om het gebruik van de zogenaamde politiebevoegdheden die de politieagenten, als algemeen opsporingsambtenaar, hebben. De BOA beschikt in principe niet over de zogenaamde politiebevoegdheden. Hierbij wordt gedoeld op: - het gebruik van geweld; - het gebruik van geweldsmiddelen; - het toepassen van de veiligheidsfouillering; - het toepassen van een identiteitsfouillering. De minister van Veiligheid en Justitie kan echter bepalen dat de BOA deze bevoegdheden toch heeft. In dat geval wordt er voor hen ook een ambtsinstructie vastgesteld. In de beleidsregels buitengewoon opsporingsambtenaar wordt voor ieder domein aangegeven welke bevoegdheden mogelijk zijn voor dat domein. Tevens wordt er in deze beleidsregels aangegeven of de buitengewoon opsporingsambtenaar over geweldsmiddelen zoals de wapenstok, pepperspray, surveillancehond of vuurwapen mag beschikken. Tevens wordt aangegeven of de buitengewoon opsporingsambtenaar over transportboeien (handboeien) mag beschikken. Het spreekt voor zich dat de BOA getraind moet zijn om al deze middelen te kunnen en mogen gebruiken. De basis voor de zogenaamde politiebevoegdheden is vastgelegd in artikel 7 Politiewet (PW), waar in lid 7 staat vermeld dat de minister van Veiligheid en Justitie ook aan BOA s deze politiebevoegdheden kan toekennen. 12

Artikel 7 PW 1. De ambtenaar van politie die is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, is bevoegd in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening geweld of vrijheidsbeperkende middelen te gebruiken, wanneer het daarmee beoogde doel dit, mede gelet op de aan het gebruik hiervan verbonden gevaren, rechtvaardigt en dat doel niet op een andere wijze kan worden bereikt. Aan het gebruik van geweld gaat zo mogelijk een waarschuwing vooraf. 2. De ambtenaar van politie, bedoeld in het eerste lid, heeft toegang tot elke plaats, voor zover dat voor het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven, redelijkerwijs nodig is. 3. De ambtenaar van politie, bedoeld in het eerste lid, is bevoegd tot het onderzoek aan de kleding van personen bij de uitoefening van een hem wettelijk toegekende bevoegdheid of bij een handeling ter uitvoering van de politietaak, indien uit feiten of omstandigheden blijkt dat een onmiddellijk gevaar dreigt voor hun leven of veiligheid of die van de ambtenaar zelf of van derden, en dit onderzoek noodzakelijk is ter afwending van dit gevaar. 5. De uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in het eerste tot en met het vierde lid, dient in verhouding tot het beoogde doel redelijk en gematigd te zijn. 7. Onze Minister kan bepalen dat de in artikel 142, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering bedoelde buitengewone opsporingsambtenaren, voor zover door hem hetzij in persoon, hetzij per categorie of eenheid aangewezen, de bevoegdheden omschreven in het eerste en het derde lid kunnen uitoefenen. Alsdan wordt met overeenkomstige toepassing van artikel 9 een ambtsinstructie voor hen vastgesteld. Bevoegdheden Als aan een BOA deze bevoegdheid is toegekend, dan is hij bevoegd om geweld of vrijheid beperkende middelen, zoals transportboeien, te gebruiken. Tevens is hij bevoegd om een zogenaamde veiligheidsfouillering toe te passen op personen waarvan uit feiten of omstandigheden blijkt dat zij een onmiddellijk gevaar zijn voor hun eigen leven of de veiligheid of die van de opsporingsambtenaar of zelfs andere personen. Bij de toepassing van deze bevoegdheden moet de BOA rekening houden met de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit. Dat wil zeggen: hij moet deze middelen redelijk en gematigd inzetten. Artikel 55b WvSv 1. De bij of krachtens artikel 141 aangewezen ambtenaren alsmede bepaalde door Onze Minister van Veiligheid en Justitie aangewezen categorieën van andere personen, belast met de opsporing van strafbare feiten, zijn bevoegd een staande gehouden of aangehouden verdachte aan zijn kleding te onderzoeken, alsmede voorwerpen die hij bij zich draagt of met zich mee voert te onderzoeken, een en ander voor zover zulks noodzakelijk is voor de vaststelling van zijn identiteit. Naast de bevoegdheid tot een veiligheidsfouillering is een BOA met politiebevoegdheden bevoegd om ter vaststelling van de identiteit van een aangehouden of staande gehouden verdachte een zogenaamde identiteitsfouillering toe te passen. Deze identiteitsfouillering heeft als doel het vaststellen van de identiteit van een verdachte. Samenvatting Specifieke bevoegdheden BOA De minister van Veiligheid en Justitie kan de BOA specifieke politiebevoegdheden toekennen. Het betreft de volgende bevoegdheden: - het gebruik van geweld; - het gebruik van geweldsmiddelen; - het toepassen van de veiligheidsfouillering; - het toepassen van een identiteitsfouillering. 13