I. Doelstelling. Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Vergelijkbare documenten
Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Concept Verklaring inzake de beleggingsbeginselen Bedrijfspensioenfonds voor de Koopvaardij

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Beleggingsbeleid Het fonds maakt onderscheid tussen het strategisch beleggingsbeleid en het jaarlijkse beleggingsplan. Het bestuur stelt beide vast.

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Verklaring inzake beleggingsbeginselen 2015 Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen ABP

Verklaring inzake beleggingsbeginselen 2019

Bijlage C: Verklaring Beleggingsbeginselen

Verklaring beleggingsbeginselen

Verklaring beleggingsbeginselen

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

1. De fondsdoelstelling en de pensioenverplichtingen vormen bij het bepalen van het beleggingsbeleid het uitgangspunt voor Bpf Mitt

2. Spreiding verbetert effectief de verhouding tussen rendement en risico.

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Beleid Duurzaam Beleggen. Stichting Pensioenfonds Delta Lloyd

Verklaring beleggingsbeginselen

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen 2008

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG

Strategisch beleggingskader

Beleggingsovertuigingen. Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken

1. Organisatie BIJLAGE I: VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS ACHMEA. ABTN 2014 versie Stichting Pensioenfonds Achmea

2. Uitwerking Investment beliefs De investment beliefs zijn onderstaand als volgt uitgewerkt.

Investment beliefs Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK

Verantwoord beleggen beleid

Strategisch beleggingskader

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Verklaring Beleggingsbeginselen

In deze verklaring is rekening gehouden met de wet- en regelgeving.

Strategisch beleggingskader

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BELEGGINGSBEGINSELEN

Op verzoek van een belanghebbende bij het pensioenfonds wordt de Verklaring verstrekt.

Strategisch beleggingskader versie 1.1

Verklaring beleggingsbeginselen kring J

VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS AVEBE 19 APRIL 2011

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING CRH PENSIOENFONDS 18 JUNI 2012

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandelindustrie september 2015

Onderbouwing Prudent Person regel Bijlage O bij ABTN

Investment beliefs. Uitgangspunten vermogensbeheer. bpfhibin.nl. stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de handel in bouwmaterialen

Verklaring beleggingsbeginselen kring F

Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten

Verklaring beleggingsbeginselen

VERKLARING INZAKE DE BELEGGINGSBEGINSELEN

STRATEGISCH BELEGGINGSPLAN STICHTING PENSIOENFONDS ROCKWOOL

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zuivel en aanverwante industrie (BPZ) Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Verklaring beleggingsbeginselen collectiviteitkring E-DC

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland in liquidatie

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zuivel en aanverwante industrie (BPZ) Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Verklaring inzake beleggingsbeginselen Pensioenfonds Vervoer versie april Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Amsterdam, 9 oktober Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Consumentenbrief beleggingen van. Tielkemeijer & Partners Vermogensbeheer

Verklaring inzake de Beleggingsbeginselen PMA

Populair beleggingsplan

VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN

van Stichting Achmea Algemeen Pensioen Fonds

11. Bijlage 2: Beleidsdocument Verantwoord Beleggen

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Beleid voor verantwoord beleggen

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

Bijlage 1 - Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Verklaring inzake Beleggingsbeginselen

Verklaring inzake beleggingsbeginselen. Stichting Personeelspensioenfonds APG

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de handel in Bouwmaterialen (Bpf HiBiN) ESG Beleid

Verklaring van beleggingsbeginselen

Verklaring van beleggingsbeginselen

Verklaring inzake beleggingsbeginselen. 1 Introductie

Investment beliefs. Vastgesteld door het Bestuur op 14 juni Juni 2018 Investment beliefs MPF Pagina 1 van 11

Verklaring beleggingsbeginselen

Stichting Pensioenfonds DuPont Nederland. 1. Inleiding

Beleid voor Maatschappelijk Verantwoord Beleggen. Stichting Pensioenfonds voor de Architectenbureaus

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen 2017

FONDS SLUYTERMAN VAN LOO. Formulering van een verantwoord beleggingsbeleid

Verklaring inzake beleggingsbeginselen BPF VLEP

Stichting Personeelspensioenfonds Cordares. Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Op verzoek van een belanghebbende bij het pensioenfonds wordt de Verklaring verstrekt.

Beleggingsstatuut Stichting Sophia Kinderziekenhuis Fonds Vastgesteld 9 februari 2016

Beleggingsbeginselen

IIc. Verklaring inzake de beleggingsbeginselen. 1. Inleiding

De Verklaring wordt aan een deelnemer verstrekt als deze er om vraagt.

Een goede pensioenregeling tegen een aanvaardbare prijs. Dat is waar Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zorgverzekeraars (SBZ) voor staat.

Verklaring Beleggingsbeginselen

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Verklaring beleggingsbeginselen

Populair beleggingsplan

Beleggingsovertuigingen

Verklaring beleggingsbeginselen

Op verzoek van een belanghebbende bij het pensioenfonds wordt de Verklaring verstrekt.

Verklaring beleggingsbeginselen

Maatschappelijk Verantwoord Beleggingsbeleid

Beleid Verantwoord Beleggen

Beleggingsprincipes. Juli 2013

VERKLARING INZAKE DE BELEGGINGSBEGINSELEN. Pensioenfonds Medewerkers Apotheken

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Asset & Liability Management

Verklaring Beleggingsbeginselen. 1. Inleiding

Transcriptie:

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen Deze Verklaring inzake de beleggingsbeginselen ( Verklaring ) beschrijft op beknopte wijze de uitgangspunten van het beleggingsbeleid van het fonds. De beleggingsdoelstelling van het pensioenfonds is om, gegeven de samenstelling van de pensioenverplichtingen, binnen de met sociale partners overeengekomen risicohouding met zo groot mogelijke zekerheid en op duurzame wijze realiseren van de nominale pensioenverplichtingen en daarnaast binnen aanvaardbare risico s en kosten een optimaal rendement te behalen teneinde de pensioenen te kunnen indexeren. Het bestuur bepaalt welke risico s het pensioenfonds bereid is daarbij te nemen met inachtneming van de opbouw van het deelnemersbestand, de vereiste solvabiliteit en de wenselijkheid van stabiele premies. Het risicoprofiel van het pensioenfonds is afgestemd met de sociale partners en de pensioenraad en is in de visie van het bestuur in lijn met de verwachtingen van de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden omtrent het beheer van het pensioen door het pensioenfonds. I. Doelstelling Het Bpf Koopvaardij en zijn (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden Het Bedrijfspensioenfonds voor de Koopvaardij is het bedrijfspensioenfonds voor werkgevers en werknemers in de bedrijfstak Koopvaardij. Op basis van een middelloonregeling bouwen werknemers in de genoemde bedrijfstak bij het pensioenfonds een financiële aanspraak op ten behoeve van de financiële gevolgen van pensionering of overlijden. Ultimo Q3 2016 bestond het totale bestand van belanghebbenden van het pensioenfonds uit 5.464 actieve deelnemers, 17.549 gewezen deelnemers (slapers) en 31.254 pensioengerechtigden. Duurzaam pensioenstelsel De rechten en plichten van de bij het fonds aangesloten werkgevers en werknemers, zoals de te betalen premies en op te bouwen pensioenaanspraken, zijn omschreven in de pensioenreglementen en de actuariële en bedrijfstechnische nota. Betaalbaarheid in combinatie met de toeslagambitie vergt een voldoende hoog rendement op het belegde vermogen. Dit vereist het voeren van een consequent langetermijn beleid binnen het vastgestelde risicoprofiel van het fonds. Daarbij wordt ook rekening gehouden met het financiële toetsingskader dat meer aandacht vraagt voor kortetermijn fluctuaties in de financiële positie van het fonds. Een duurzaam pensioenstelsel vergt daarom een evenwichtige en door de tijd heen consistente financiële sturing.

II Organisatie Beleggingsproces Onder beleggingsproces wordt verstaan het geheel van regels dat ziet op de voorbereiding en de uitvoering van het beleggingsbeleid en het beheer van de beleggingen. Rol van het bestuur in het beleggingsproces Het bestuur is eindverantwoordelijk voor het gehele beleggingsproces, en neemt beslissingen van beleidsmatige en strategische aard. Deze beslissingen worden voorbereid door de portefeuillehouders, extern vermogensadviseur, de fiduciair beheerder en het bestuursbureau. Het daadwerkelijk beleggen van de beschikbare gelden heeft het bestuur opgedragen aan MN die belast is met de dagelijkse uitvoering van het beleid. Rapportage en verantwoording De fiduciair beheerder (MN) brengt iedere maand en kwartaal verslag uit aan het bestuur over de wijze waarop het beleggingsplan wordt uitgevoerd en van de behaalde beleggingsresultaten. Daarnaast levert MN maandelijks data & informatie aan die verwerkt worden door het bestuursbureau in het risicodashboard waar op verschillende aspecten (niet enkel beleggingen) gekeken wordt naar de risico s in de beleggingsportefeuille gebaseerd op het door het bestuur vastgestelde normenkader. Het bestuur legt ieder jaar in de jaarrekening en het jaarverslag verantwoording af over het door hem gevoerde beheer van het pensioenvermogen en geeft inzicht in de financiële toestand van het fonds. Integraal financieel- en risicobeleid Het fonds geeft op integrale wijze, met inachtneming van alle sturingsinstrumenten waarover het fonds beschikt, inhoud aan het financiële- en risicobeleid van het fonds. Hierbij bestaat een functioneel onderscheid tussen sturing (ex ante risicomanagement), risk control en (intern) toezicht. In het kader van de sturing wordt het beleggingsbeleid periodiek, met een jaarlijkse update, in samenhang met de overige financiële sturingsinstrumenten geanalyseerd tegen de achtergrond van verschillende economische scenario s. Belangrijk analyseinstrument hierbij is het Asset Liability Management (ALM), waarbij ontwikkelingen in de beleggingen en verplichtingen in hun onderlinge samenhang worden beschouwd. Beleggingsplannen Het fonds maakt onderscheid tussen het strategisch (meerjaren) beleggingsbeleid gebaseerd op de ALM-studie, beschreven in de ABTN en het jaarlijkse beleggingsplan. Het bestuur stelt het beleggingsplan vast.

Strategisch beleggingsplan Het strategisch beleggingsplan neemt als uitgangspunt de relatie tussen de bezittingen en de verplichtingen van het fonds. Het bevat de belangrijkste beleggingskeuzes die het fonds moet maken, te weten: a. de gewenste vermogenssamenstelling ( strategische allocatie ) naar beleggingscategorieën. Het risicoprofiel van deze vermogenssamenstelling wordt geanalyseerd in het licht van alle rechten én verplichtingen op fondsniveau, zowel op korte als op lange termijn; b. de rendementsdoelstelling per beleggingscategorie, tot uitdrukking gebracht in één of meer vergelijkingsmaatstaven ( benchmarks ); c. in hoeverre het fonds bereid is de feitelijke beleggingsportefeuille (tijdelijk) te laten afwijken van de strategisch gewenste portefeuille en het daarmee verbonden risicobudget; d. het valutabeleid. Jaarlijks beleggingsplan Het jaarlijks beleggingsplan zet uiteen op welke wijze het fonds in het desbetreffende jaar uitvoering zal geven aan het strategisch beleggingsplan. Deskundigheid Het pensioenfonds draagt er zorg voor dat het in alle fasen van het beleggingsproces beschikt over de deskundigheid die vereist is voor: - een optimaal beleggingsresultaat; - een professioneel beheer van de beleggingen; en - de beheersing van de aan beleggingen verbonden risico s. Scheiding van belangen Bij de uitvoering van het beleggingsplan wordt gewaakt voor belangenverstrengeling. Met het oog daarop is het bestuur gebonden aan de gedragscode van Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Koopvaardij. Markt-, krediet- en operationeel risico Voor de generieke sturing van het mismatchrisico zijn de exposures naar de strategische assets in de beleggingsportefeuille van groot belang. Specifieke sturing op marktrisico s vindt plaats met behulp van onder andere: - De standaarddeviatie van de beleggingen versus de verplichtingen: dit betreft een spreidingsmaatstaf, betreffende de gemiddelde afwijking van het gemiddelde; -De tracking error : dit betreft een spreidingsmaatstaf, betreffende de afwijking tussen de ontwikkeling van de respectievelijke rendementen van de beleggingsportefeuille en de benchmark; -Bandbreedtes voor verschillende beleggingscategorieën; -Voor kredietrisico s wordt gewerkt met exposure limieten en credit ratings. Voor de beheersing van operationele risico s is een aantal maatregelen geïmplementeerd waaronder bevoegdhedenregeling, uitwijkbeleid en incidenten management.

In het beleggingsplan 2017 is de volgende portefeuille samengesteld. % van het belegd vermogen Actuele portefeuille (11 nov 2016) Strategisc he norm Normportefe uille 2017 Matchingportefeuille 69,2% 70,0% 70,0% Euro Staatsobligaties 29,8% 30,0% 30,0% Non-euro Staatsobligaties 10,0% 10,5% 10.5% Euro IG Bedrijfsobligaties 12,3% 9,5% 9,5% USD IG Bedrijfsobligaties 6,8% 7,0% 7,0% Zakelijke Hypotheken 2,4% 2,0% 2,0% Particuliere Hypotheken 0,0% 0,0% 0,0% Liquide Middelen 5,8% Matching overlay 2,1% 11,0% 11,0% Returnportefeuille 30,8% 30,0% 30,0% Hoogrentende Waarden 8,3% 8,5% 8,5% Cluster Bank Loans 3,2% 2,0% 2,0% Europees High Yield 1,3% 1,0% 1,0% Verenigde Staten High Yield 1,3% 2,5% 2,5% Staatsobligaties Opkomende 3,0% 3,0% 2,5% Markten Aandelen Cluster 12,6% 11,5% 11,5% Noord Amerika 3,5% 4,5% 4,5% Europa 4,6% 3,5% 3,5% Verre Oosten 1,4% 0,9% 0,9% Opkomende Landen 3,0% 2,5% 2,5% Private Equity/Deelneming 0,1% 0,1% 0,1% MN Reële Cluster (Vastgoed/Infra) 7,2% 8,0% 8,0% Direct Nederlands Vastgoed 5,7% 6,0% 6,0% Europees Beursgenoteerd Vastgoed 0,8% 1,0% 1,0% Infrastructuur 0,7% 1,0% 1,0% Alternatieven 2,7% 2,0% 2,0% Hedge Funds 2,7% 2,0% 2,0% Totale Portefeuille 100% 100% 100%

III Beleggingsbeginselen Raamwerk beleggingsbeginselen Om de doelstelling te realiseren wordt de manier waarop het pensioenfonds belegt vervolgens gekaderd via drie types beginselen: Beleggingsbeginselen: in de beleggingsbeginselen (ook wel investment beliefs genoemd) wordt vastgelegd waar het pensioenfonds rendement wil en denkt te kunnen halen. Het zijn de overtuigingen die het pensioenfonds hanteert over de werking van de economie en financiële markten. Uitvoeringsbeginselen: de uitvoeringsbeginselen (ook wel policy beliefs genoemd) leggen de governance, organisatie en praktische uitvoering van het beleggingsproces vast. Risicomanagementbeginselen: in de risicomanagementbeginselen wordt de werkwijze rond het evalueren en bijsturen van de risico s vastgelegd. Beleggingsbeginselen Bij het realiseren van de doelstelling van het beleggingsbeleid hanteert het pensioenfonds een aantal beleggingsbeginselen (investment beliefs). Ze vormen de overtuigingen van het pensioenfonds over de werking van economie en financiële markten. 1. De drijfveer van structurele waardecreatie van een beleggingscategorie is achterliggende economische activiteit. [basis om primair beleggingscategorieën op te nemen met achterliggende economische activiteit] 2. Het aantal fundamentele rendements- en risicobronnen is beperkt; primair zijn dit kredietrisico en aandelenrisico. [basis voor het beleggen in vastrentende en zakelijke waarden] 3. In een normaal functionerende markteconomie wordt het aangaan van langdurige illiquide beleggingsposities gecompenseerd. [basis voor het beleggen in illiquide beleggingen] 4. In een normaal functionerende markteconomie wordt het nemen van renterisico op de lange termijn niet beloond. Op de lange termijn is de reële rente positief, als gevolg van een positieve lange termijn economische groei. [basis voor het afdekken van het renterisico] 5. In een normaal functionerende markteconomie wordt het nemen van valutarisico op de lange termijn niet beloond. [basis voor het afdekken van risico op ontwikkelde valuta s] 6. Financiële markten zijn gericht op het bereiken van een juiste waardering op de lange termijn. [basis voor het gebruik van lange termijn evenwicht in ALM analyse] 7. Trends en ontwikkelingen in de economische omgeving en bewegingen in financiële markten leiden tot veranderingen in risicopremies en de relatieve aantrekkelijkheid van beleggingskeuzes op verschillende niveaus. [basis voor dynamisch beleid]

8. Het consistent over langere periodes verslaan van liquide markten met veel marktpartijen is onwaarschijnlijk. [basis voor voorkeur voor passief beheer in liquide beleggingscategorieën] 9. Beleggingen kunnen alleen goed renderen als samenlevingen zich verantwoord kunnen ontwikkelen. [basis voor verantwoord beleggen] Uitvoeringsbeginselen Bij het realiseren van de doelstelling van het beleggingsbeleid baseert het pensioenfonds zich op een aantal uitvoeringsbeginselen. Deze leggen de governance, organisatie en praktische uitvoering van het beleggingsproces vast. De beginselen hebben betrekking op: Inrichting portefeuille Aansturing portefeuille Beleggingsproducten Verantwoord beleggen Samenwerking met MN Inrichting portefeuille 1. Balans staat centraal Bij de inrichting van de portefeuille staat de balans van het pensioenfonds centraal, ofwel een integrale afweging van de beleggingen in relatie tot de verplichtingen. 2. Indeling portefeuille Het pensioenfonds deelt de portefeuille conceptueel op in een matchingportefeuille en een returnportefeuille. Het doel van de matchingportefeuille is waardebehoud en afdekking van de (rentegevoeligheid van de) verplichtingen. Het doel van de returnportefeuille is het genereren van overrendement ten opzichte van de verplichtingen voor het behalen van de financiële ambitie. 3. Minimale omvang beleggingscategorieën Beleggingscategorieën hebben in beginsel een omvang van minimaal 1% van het totale vermogen. Kleinere allocaties zouden een onevenredig groot deel van het risicobudget vergen, terwijl ze weinig impact hebben. Afwijkingen op dit beginsel vergen een expliciete onderbouwing. 4. Kosten De kosten van vermogensbeheer dienen in relatie te staan tot de meerwaarde. Bij een voorgestelde aanpassing in het beleggingsbeleid worden de daarmee gemoeide kosten (zowel beheerskosten als transactiekosten) integraal meegenomen in de afweging. Aansturing portefeuille 1. Beleggingshorizon Het pensioenfonds ziet de lange termijn van de verplichtingen als leidend en hanteert daarom een langere termijn beleggingshorizon als basis. Op kortere termijn kunnen zich omstandigheden voordoen die de lange termijn ambitie onder druk zetten. Het pensioenfonds streeft er daarom naar om bewust en evenwichtig om te gaan met het spanningsveld binnen het beleggingsbeleid tussen mogelijke kortere termijn randvoorwaarden en de langere termijn doelstellingen.

2. ALM analyse Het pensioenfonds gebruikt ALM analyses in het bestuurlijke besluitvormingsproces. 3. Beleggingsplan Het beleggingsbeleid wordt vastgelegd in het beleggingsplan. Dit bestaat in ieder geval uit de strategische mix en renteafdekking en indien van toepassing een transitiepad. 4. Strategische mix De strategische mix wordt opgesteld op basis van assetclasses (beleggingscategorieën). Governance budget geeft aan hoeveel tijd een bestuur ter beschikking heeft om het pensioenfonds te besturen met de notie dat De Nederlandsche Bank steeds meer eisen stelt aan de kennis van bestuursleden. 5. Feitelijke beleggingsmix De feitelijke beleggingsmix kan binnen bandbreedten afwijken van de strategische mix. 6. Dynamisch beleid Het pensioenfonds voert een dynamisch beleid op drie niveaus: Op dit niveau kan worden gestuurd op: Niveau 1: strategisch De strategische verhouding tussen de matching- en returnportefeuille inclusief bandbreedtes; Het strategisch niveau van de rente- en valuta-afdekking inclusief bandbreedtes. Keuzes op dit niveau worden gedreven door de veranderingen in (de haalbaarheid van) de ambitie, het pensioencontract, demografie van de populatie, regelgeving, toezicht en soortgelijke factoren. Niveau 2: assetclasses De strategische mix in termen van verdeling over assetclasses inclusief bandbreedtes; De invulling van de assetclasses met beleggingsproducten die het beste passen bij de strategische kenmerken ervan. Keuzes op dit niveau worden gedreven door de veranderende verwachtingen ten aanzien van risicopremies en de visie op trends en ontwikkelingen in de economische omgeving en financiële markten in brede zin. Niveau 3: productmandaten De concrete vormgeving van beleggingsproducten binnen de assetclasses. Keuzes op dit niveau worden gedreven door de visie op trends en ontwikkelingen in de economische omgeving en financiële markten in brede zin, alsmede door andere omgevingsfactoren die invloed hebben op de optimale vormgeving van producten. 7. Beperkt tactisch beleid Omdat voorspelling van kortere termijn marktbewegingen geen geschikte basis vormt voor prudent beleggingsbeleid, heeft het pensioenfonds binnen gestelde bandbreedtes een beperkt tactisch beleid. 8. Ambitie als leidraad Het pensioenfonds gaat uit van zijn eigen ambitie. Het toetst zijn resultaten aan deze ambitie. Het laat zich in zijn beleid niet nadelig afleiden door peer group pressure, lijstjes in de media, etc..

Beleggingsproducten 1. Voorkeur voor weinig schakels en fysieke invulling Het pensioenfonds kiest voor zo min mogelijk schakels in de uitvoering van het vermogensbeheer. Het pensioenfonds heeft daarom een voorkeur voor transparante, fysieke beleggingsproducten boven synthetische constructies en producten met ingebouwde hefboomwerking of belastingoptimalisatie. 2. Gebruik derivaten Het pensioenfonds staat de inzet van derivaten (afgeleide beleggingsinstrumenten) toe voor zover deze bijdragen aan een vermindering van het risicoprofiel of een doeltreffend en doelmatig portefeuillebeheer vergemakkelijken. Denk hierbij bijv. aan het optimaliseren van de rente-afdekking of de valuta-afdekking. 3. Voorkeur voor efficiënte beta-implementatie Omwille van rendement en beheersbaarheid concentreert het pensioenfonds zich op productniveau op het zo efficiënt mogelijk behalen van de beoogde risicopremies binnen het relevante universum van een beleggingscategorie. Het nemen van bewuste en beheersbare risico s die voldoende gecompenseerd worden is hierbij leidend. 4. Uitvoering productniveau Het pensioenfonds vindt dat een optimale invulling aan de uitvoering op productniveau wordt gegeven door te sturen op efficiënt portefeuillebeheer, het reduceren van onnodige complexiteit, het streven naar een zo hoog mogelijke transparantie en uitlegbaarheid en door een kostenbewuste opstelling ten aanzien van de uitvoering van het product. 5. Strategiedocumenten Voor elk beleggingsproduct wordt door een strategiedocument vastgelegd hoe het pensioenfonds daar in wil beleggen. Hierin wordt onder andere vastgelegd met welk doel in dit product wordt belegd en welke strategie wordt gehanteerd om dit doel te realiseren. 6. Productmandaten Het pensioenfonds legt voor elk beleggingsproduct via een productmandaat de richtlijnen vast om de strategie uit het strategiedocument te implementeren. Deze komen samen in de productcatalogus. 7. Vermogensbeheerders binnen productmandaat Aan de productmandaten wordt concreet invulling gegeven door de selectie van een of meer vermogensbeheerders die passen binnen de randvoorwaarden van het productmandaat. Elke vermogensbeheerder wordt op zijn beurt gemandateerd op een wijze die past bij de richtlijnen gegeven in het productmandaat. 8. Rapportage & verantwoording MN brengt iedere maand en kwartaal verslag uit aan het bestuur over de wijze waarop het beleggingsplan wordt uitgevoerd en van de behaalde beleggingsresultaten. Daarnaast levert MN maandelijks data & informatie aan die verwerkt worden door het bestuursbureau in het risicodashboard waar op verschillende aspecten (niet enkel beleggingen) gekeken wordt naar de risico s in de portefeuille gebaseerd op het door het bestuur vastgestelde normenkader. Het bestuur legt ieder jaar in de jaarrekening en het jaarverslag verantwoording af over het door hem gevoerde beheer van het pensioenvermogen en geeft inzicht in de financiële toestand van het pensioenfonds.

Verantwoord beleggen 1. Ambities verantwoord beleggen Het pensioenfonds streeft ernaar om zo maximaal mogelijk verantwoord te beleggen binnen de mogelijkheden van de financiële ambitie. Het pensioenfonds streeft ernaar om een zo hoog mogelijk percentage van de portefeuille te laten voldoen aan de eisen van ESG-integratie (Environmental,Social, Governance). 2. Beleid verantwoord beleggen Om zijn ambities ten aanzien van verantwoord beleggen te realiseren heeft het pensioenfonds een beleid verantwoord beleggen. Hierbij heeft het pensioenfonds gekozen voor de dienstverlening van MN en daarmee voor een integrale benadering van goed ondernemingsbestuur, de uitvoering van stemrecht op aandelen en maatschappelijk verantwoord beleggen. Deze dienstverlening bestaat uit vier speerpunten: verantwoord beleggen Het rekening houden bij beleggingsbeslissingen met MVB criteria. Een voorbeeld is het Enhanced Analytics Initiative; Een internationaal samenwerkingsverband van institutionele beleggers gericht op het aanmoedigen van beleggingsonderzoek dat rekening houdt met de invloed van niet-financiële factoren op de lange termijn resultaten van bedrijven. MN committeert zich daarmee om ten minste 5% van haar aandelentransacties toe te kennen aan analisten die zich onderscheiden op het gebied van ESG onderzoek. thematisch beleggen Bij thematisch beleggen wordt gekeken naar investeringsmogelijkheden die zowel vanuit rendementsoogpunt als vanuit ESG oogpunt aantrekkelijk zijn. uitsluitingsbeleid Bedrijven die direct betrokken zijn bij de productie, distributie en/of onderhoud van antipersoonsmijnen en/of clustermunitie worden uitgesloten uit de portefeuilles. actief aandeelhouderschap Dit is een belangrijk instrument om invloed uit te oefenen op de bedrijfsvoering van ondernemingen, ten aanzien van goed ondernemingsbeleid, goed ondernemingsbestuur en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het is geen doel op zich, maar gericht op het creëren van waarde, in termen van rendement en risico van de portefeuille. Om actief aandeelhouderschap effectief te maken wordt wereldwijd samengewerkt met andere institutionele beleggers. 3. Integrale aanpak Het pensioenfonds benadert verantwoord beleggen als een integraal onderdeel van het beleggingsproces. Dat betekent dat verantwoord beleggen wordt meegewogen in elke investeringsbeslissing. In elk nieuw strategiedocument, productmandaat en investeringsvoorstel wordt verantwoord beleggen geadresseerd. Bij de selectie en monitoring van vermogensbeheerders wordt integratie van materiële ESG-risico s en kansen meegewogen.

4. Ondertekenaar PRI Het pensioenfonds is ondertekenaar van de Principles for Responsible Investment (PRI) van de Verenigde Naties. 5. Tien leidende beginselen In lijn met de PRI heeft het pensioenfonds tien leidende beginselen geformuleerd, die de leidraad vormen bij het verantwoord beleggen. Deze luiden als volgt: Het pensioenfonds streeft naar een goed en verantwoord rendement. Het belegt op basis van de zogenaamde ESG-criteria: Environment (milieu), Social (sociale omstandigheden) en Governance (goed ondernemingsbestuur). Het pensioenfonds houdt rekening met de maatschappelijke gevolgen van het beleggingsbeleid. Hierbij wil het voorkomen dat zijn beleggingen bijdragen aan het ontstaan of vergroten van maatschappelijke problemen. Het pensioenfonds wil graag bijdragen aan economische stabiliteit en duurzame economische groei. Het verwacht daarom van de ondernemingen en landen waarin het belegt dat zij zich inzetten voor de creatie van economische waarde op (middel)lange termijn. Het pensioenfonds gaat in gesprek met bedrijven die zich schuldig maken aan omkoping, corruptie, kartelvorming, afpersing en andere vormen van marktmisbruik op welke manier dan ook en stimuleert hen nadrukkelijk om hiermee te stoppen. Dit geldt ook voor bedrijven die normen op het gebied van milieu, arbeid of mensenrechten schenden. Het pensioenfonds belegt niet (direct of indirect) in ondernemingen die producten maken of handelen in producten of grondstoffen die in strijd zijn met door Nederland ondertekende internationale verdragen. Ook belegt het pensioenfonds niet in landen die in strijd handelen met de internationale verdragen of die op de sanctielijsten van de Verenigde Naties of de Europese Unie staan. Het pensioenfonds houdt met de beleggingen zoveel mogelijk rekening met ESG-risico s. Als een bedrijf zich echter niet aan de internationale verdragen houdt of aan de richtlijnen uit het beleid verantwoord beleggen, dan maakt het actief gebruik van zijn aandeelhoudersrechten om tot verbeteringen aan te zetten. Het pensioenfonds respecteert de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en aanverwante verdragen. Ook hanteert het de kernverdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie van de Verenigde Naties. Het pensioenfonds wil dat bedrijven zich houden aan de richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) voor Multinationale ondernemingen. Die regels geven aan wat er van bedrijven wordt verwacht bij het (internationaal) zakendoen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Bijvoorbeeld als het gaat om kwesties als mensenrechten, kinderarbeid en het nemen van verantwoordelijkheid in de hele keten. Het pensioenfonds wil graag dat de ondernemingen waarin wordt belegd hun corporate governance op een solide wijze vormgeven. Dat betekent dat bedrijven op een goede manier omgaan met aspecten als onafhankelijk toezicht op de onderneming, een gepast beloningsbeleid, het respecteren van nationale wet- en regelgeving en aandacht voor de rechten van (minderheids)aandeelhouders. Het pensioenfonds maakt bewuste keuzes. Bij twijfel en/of dilemma s maakt het een gewetensvolle, ethische keuze. Daarbij baseert het zich op het verantwoord beleggen beleid. 6. Uitvoering actief aandeelhouderschap Het pensioenfonds stelt zich op als een actieve aandeelhouder. Voor de implementatie van actief aandeelhouderschap sluit het aan bij standaarden en principes van verschillende organisaties, zoals het principe rondom actief aandeelhouderschap van de PRI van de

Verenigde Naties, de Eumedion Best Practices voor betrokken aandeelhouderschap, de uitgangspunten van de Global Compact van de Verenigde Naties en de Richtlijnen voor multinationale ondernemingen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). De invloed die het pensioenfonds beoogt uit te oefenen heeft betrekking op de ESG-criteria en wordt onder andere bereikt door het gebruikmaken van het stemrecht op aandelen, het aangaan van dialoog en waar nodig en haalbaar het aanspannen van juridische procedures om beleggingsverliezen terug te halen. 7. Verantwoorde beloningsstructuren Het pensioenfonds stimuleert verantwoorde beloningsstructuren bij marktpartijen waarmee het samenwerkt. Risicomanagementbeginselen In de risicomanagementbeginselen wordt de werkwijze rond het evalueren en bijsturen van de risico s vastgelegd. 1. Risicohouding De risicohouding van het pensioenfonds met betrekking tot vermogensbeheer kent twee aan elkaar verwante perspectieven: Het strategisch risicoprofiel van de beleggingen heeft een relatief laag doelniveau. Dit komt omdat het deelnemersbestand relatief verouderd is waardoor de nominale zekerheid een zwaarder gewicht kent in de financiële ambitie. Hierbij past een hoog gewenst niveau aan risicobeheersing. De manier waarop dit wordt vormgegeven is uitgewerkt in de risicomanagementbeginselen. Daarnaast is in de uitvoeringsbeginselen geborgd hoe strategische beleggingskeuzes consequent worden doorvertaald naar uitvoering en hoe hierop wordt bijgestuurd. 2. Doel risicomanagement Het risicomanagement van het pensioenfonds is gericht op het behalen van de financiële ambitie binnen de kaders van een hoog niveau van risicobeheersing, zoals volgt uit de risicohouding. 3. Rol verplichtingen Risico wordt waar relevant beoordeeld ten opzichte van de verplichtingen. Hierbij kunnen zowel de nominale als de reële verplichtingen de basis vormen, afhankelijk van de vraagstelling. 4. Niet meer risico dan nodig Het pensioenfonds neemt niet meer risico dan nodig is voor het realiseren van de financiële ambitie. 5. Risico moet worden beloond Het pensioenfonds neemt alleen risico als redelijkerwijs verwacht kan worden dat dit beloond wordt met een bijpassend rendement. 6. Spreiding Spreiding over beleggingen met verschillende laaggecorreleerde risicobronnen reduceert risico. 7. Sturen op risico

Bij elke gewenste risicohouding bestaat een portefeuillesamenstelling die het hoogste verwachte rendement oplevert. Dit is de basis voor het sturen op (balans)risico. 8. Bovengrens illiquide beleggingen Het kunnen profiteren van een illiquiditeitspremie is afhankelijk van de beleggingshorizon, het beleggingskader en de liquiditeitsbehoefte uit hoofde van korte termijn risico s. Op basis hiervan wordt een bovengrens gesteld aan de omvang van de illiquide beleggingen, namelijk 15% van het totale vermogen. 9. Risico-indicatoren Het pensioenfonds monitort o.a. de volgende risico-indicatoren: Balansrisico Vereist eigen vermogen Niveau renteafdekking (totaal en per looptijdbucket) Niveau valuta-afdekking (per valutapaar) Omvang liquiditeiten Bij overschrijding van een bandbreedte vindt analyse en besluitvorming plaats. De default actie daarbij is om de indicator terug te brengen naar het midden van de gestelde bandbreedte. 10. Definitie balansrisico Het pensioenfonds definieert het belansrisico als de standaarddeviatie van de beleggingen versus de verplichtingen: dit betreft een spreidingsmaatstaf, betreffende de gemiddelde afwijking van het gemiddelde. Hiervoor worden historische gegevens gebruikt. 11. Definitie renteafdekking en renterisico Het pensioenfonds definieert de hoogte van de renteafdekking op basis van marktrentes waarbij bij de actuele invulling rekening gehouden wordt met de wijze van de berekening van de verplichtingen door middel van de (voorgeschreven) UFR. IV Uitvoering Prudent person (beleggen als een goede huisvader betaamt) Bij de uitvoering van het beleggingsplan staat de prudent person -regel centraal. De prudent person -regel rust op de volgende pijlers: - deskundig fiduciair beheer; - de activa worden belegd in het belang van de (gewezen) deelnemers en gepensioneerden; - de activa worden zodanig belegd dat de veiligheid, de kwaliteit, de liquiditeit en het rendement van de portefeuille als geheel wordt gewaarborgd; dit betekent dat het risicoen rendementsprofiel van de totale portefeuille steeds afgestemd moet zijn op de verplichtingenstructuur van het fonds, en dat de beleggingen voldoende moeten zijn gespreid (diversificatie). Beleggingsvrijheid Het pensioenfonds beoordeelt elke belegging zuiver op grond van risico- en rendementsoverwegingen. Volgens de prudent person -regel is daarbij op voorhand geen enkele afzonderlijke beleggingscategorie, beleggingsinstrument of beleggingstechniek uit te sluiten, omdat steeds wordt gekeken naar het effect van de belegging op de totale portefeuille in relatie tot de verplichtingenstructuur.

Het pensioenfonds wil als belegger noch anderszins een zodanige verantwoordelijkheid aanvaarden voor een ondernemingsactiviteit dat daaruit een niet beoogde verplichting tot additionele vermogensverstrekking kan voortvloeien. In algemene zin zal het fonds zich verzetten tegen iedere vorm van beleggingsdwang en beleggingsrestricties; deze doen afbreuk aan een optimaal risico- en rendementsprofiel. Grenzen aan beleggingsvrijheid Het pensioenfonds werkt uiteraard niet mee aan een beleggingstransactie die bijvoorbeeld op grond van het internationale recht, verboden is. Voorts onthoudt het pensioenfonds zich van een belegging: - indien daardoor strafbare of moreel verwerpelijke gedragingen worden bevorderd; - indien de belegging - zo zij zou worden verricht - in onmiddellijk verband staat met een schending van mensenrechten of fundamentele vrijheden. Uitbesteding De beleggingen ter uitvoering van het beleggingsplan komen tot stand via uitbesteding aan derden die daartoe door het fonds zijn gecontracteerd. Op deze wijze wordt optimaal gebruik gemaakt van de beschikbare deskundigheid, schaalvoordelen en flexibiliteit. De selectie van vermogensbeheerders en de beoordeling van hun prestaties vinden plaats op basis van objectieve criteria en wordt uitgevoerd door MN. De gemaakte afwegingen en de daarbij gehanteerde argumenten blijken uit een systematisch opgebouwd selectie- en evaluatiedossier. Voorts beschikt het fonds over afdoende controlemechanismen om uitbestedingsrisico s te beheersen. Kosten Bij de uitvoering van het beleggingsplan maakt het fonds geen andere kosten dan die welke redelijk en proportioneel zijn in relatie tot de omvang en de samenstelling van het belegde vermogen en de doelstellingen van het pensioenfonds. Waardering De activa en passiva worden, voor zover niet anders vermeld, gewaardeerd tegen marktwaarde. Voor eventueel oninbare vorderingen vindt waardering plaats onder aftrek van een voorziening. Indien mogelijk wordt de beurswaarde als actuele waarde gehanteerd. Nevenactiviteiten Het pensioenfonds ontwikkelt activiteiten die het fonds in staat stellen om zijn maatschappelijke functie de verzorging van (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden voor de financiële gevolgen van overlijden of pensionering op basis van solidariteit en collectiviteit zo goed mogelijk uit te voeren. Voor zover die activiteiten niet behoren tot de kerntaken van een pensioenfonds, voert het pensioenfonds deze niet uit. Verantwoording Het pensioenfonds is zich bewust van de maatschappelijke rol die het als belegger vervult. Die rol dwingt het pensioenfonds tot grote zorgvuldigheid in zijn handelen. Het pensioenfonds is te allen tijde bereid verantwoording af te leggen over zijn beleggingsgedrag. Verklaring inzake de beleggingsbeginselen Het beleggingsbeleid van een pensioenfonds is voor zowel de veiligheid als de betaalbaarheid van het pensioen van cruciaal belang. Tegen die achtergrond heeft het pensioenfonds deze Verklaring inzake de beleggingsbeginselen ( Verklaring ) opgesteld. Zij beschrijft op

beknopte wijze de uitgangspunten van het beleggingsbeleid van het pensioenfonds ten behoeve van de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden in het pensioenfonds én ten opzichte van de samenleving waarin het pensioenfonds zich beweegt. Wijziging van deze Verklaring De in deze Verklaring behandelde onderwerpen zijn voortdurend onderwerp van discussie, binnen het pensioenfonds en daarbuiten. Het pensioenfonds zal deze Verklaring daarom periodiek herzien na iedere belangrijke wijziging van het beleggingsbeleid. Nieuwe inzichten zullen in deze Verklaring worden opgenomen. Actief en passief beheer Het fonds hanteert een filosofie passief, tenzij.. dit houdt in dat passieve beleggingen, mede vanwege de kostenvoordelen, de voorkeur hebben behalve in die beleggingscategorieen waar, om verschillende mogelijke redenen, actief beheer de voorkeur geniet. Zorgvuldig ondernemerschap Het fonds legt als langetermijn belegger de aandacht op de langetermijn doelstelling van de onderneming waarin het belegt in termen van duurzame economische groei. Het fonds betrekt informatie over duurzame economische groei vaak van niet-financiële aard bij zijn analyses van de kwaliteit van ondernemingen. Hierdoor worden kansen en risico s opgespoord die in het bijzonder relevant zijn voor een langetermijn belegger maar die onvoldoende waardering krijgen op de traditionele balans van een onderneming. Het fonds is van mening dat duurzaamheid en goed ondernemingsbestuur onlosmakelijk met zorgvuldig ondernemerschap verbonden zijn. De ondernemingsleiding moet in staat zijn hierover verantwoording af te leggen. Een dergelijke verantwoording is inherent aan goed ondernemingsbestuur en daarmee van belang om te voorkomen dat de onderneming zich gaat vervreemden van de samenleving waarvan zij deel uitmaakt. Nevenactiviteiten Het fonds ontwikkelt activiteiten die het in staat stellen zijn maatschappelijke functie de verzorging van (gewezen) deelnemers voor de financiële gevolgen van overlijden of pensionering op basis van solidariteit en collectiviteit zo goed mogelijk uit te voeren. Voor zover die activiteiten niet behoren tot de kerntaken van een pensioenfonds, voert het fonds deze niet uit. Verantwoording Het fonds is zich bewust van de maatschappelijke rol die het als belegger vervult. Die rol dwingt het fonds tot grote zorgvuldigheid in zijn handelen. Het fonds is te allen tijde bereid verantwoording af te leggen over zijn beleggingsgedrag. Het fonds voert een samenhangend premie-, beleggings- en toeslagenbeleid met een relatie tussen dekkingsgraad en mogelijke toeslagen. De toeslagen zijn hierbij voorwaardelijk. De uitgangspunten voor toeslagverlening zijn: - het fonds streeft naar volledige en bestendige toeslagverlening van pensioenaanspraken; - de premiestelling is niet gebaseerd op de opbouw van volledige toeslagverlening van pensioenaanspraken, de feitelijke toeslagverlening is afhankelijk van de financiële positie van het fonds; - inhaal van gemiste toeslagverlening is geen onderdeel van de toeslagverleningsambitie.

Dit is de tekst die het fonds in alle uitingen (brochures, brieven, etc.) gebruikt: Houdt uw pensioen zijn waarde? Het leven wordt elk jaar iets duurder. Bpf Koopvaardij streeft ernaar uw pensioen te laten meestijgen met de stijging van de prijzen. Het bestuur van Bpf Koopvaardij besluit jaarlijks of uw pensioen verhoogd kan worden. Voor de verhoging van uw pensioen betalen u en uw werkgever geen premie. Dit wordt betaald uit het beleggingsrendement. Een verhoging van uw pensioen kan alleen als Bpf Koopvaardij voldoende geld heeft. Vanaf 1 januari 2015 gelden er strengere overheidsregels. Een van de regels is dat verhogen van uw pensioen pas kan als onze beleidsdekkingsgraad (de gemiddelde dekkingsgraad over de afgelopen twaalf maanden) 110% is of meer. De dekkingsgraad geeft aan in hoeverre wij onze totale pensioenverplichtingen in de toekomst na kunnen komen. Wij verwachten dat de beleidsdekkingsgraad in de komende periode niet heel snel fors zal stijgen. Daarom moet u er rekening mee houden dat in de komende jaren geen verhoging van uw pensioen kan plaatsvinden of maar een kleine verhoging kan worden gegeven door Bpf Koopvaardij. Wij verwachten in de nabije toekomst geen verlaging van uw pensioen te hoeven doorvoeren. Het is niet uit te sluiten dat een verlaging in de verdere toekomst plaatsvindt. Uw opgebouwde pensioen is afgelopen jaar (over 2016) met 0% verhoogd. Bpf Koopvaardij heeft uw opgebouwde pensioen de afgelopen drie jaar als volgt verhoogd: - over het jaar 2015 met 0,17%. De prijzen gingen toen met 0,81% omhoog; - over het jaar 2014 met 0,49%. De prijzen gingen toen met 0,59% omhoog; - over het jaar 2013 met 0%. De prijzen gingen toen met 1,68% omhoog.