VRIND VLAAMSE REGIONALE INDICATOREN



Vergelijkbare documenten
4 oktober Studiedienst van de Vlaamse Regering

VLAAMSE REGIONALE INDICATOREN

OVERZICHTSTABEL GEREGISTREERDE AANVRAGEN OPENBAARHEID VAN BESTUUR

VRIND VLAAMSE REGIONALE INDICATOREN

vrind Vlaamse regionale indicatoren

OVERZICHTSTABEL GEREGISTREERDE AANVRAGEN OPENBAARHEID VAN BESTUUR

Vlaamse Regionale indicatoren VRind 2011

Waar staat Vlaanderen op de weg naar de doelstellingen voor 2020? Luk Bral. Studiedienst Vlaamse Regering

VR MED.0495/3

Algemene indicator domein overschrijdende kinderarmoede Nulmeting 2008 (cijfers 2006)

OVERZICHTSTABEL GEREGISTREERDE AANVRAGEN OPENBAARHEID VAN BESTUUR

VR MED.0495/2

Vlaamse overheid VRIND. Vlaamse Regionale Indicatoren STUDIEDIENST VLAAMSE REGERING

Verenigingen en vrijwilligerswerk: hardnekkige fenomenen

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Lancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017

Lijst van entiteiten en financiële systemen die in staat zijn e-facturen te ontvangen via het Mercuriusplatform

V l a a m s e R e g i o n a l e I n d i c a t o r e n

Bijlage 1 :Tabellen Armoedebarometers

Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering

VDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT MEI Kerncijfers werkloosheid. Evolutie Werkloosheid. NWWZ Vlaams Gewest - absolute aantallen

VRIND Vlaamse Regionale Indicatoren

In Het Algemeen Belang. Filip De Rynck

2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt

MOBILITEIT Wagenpark (bron: ADSEI) personenwagens andere Verkeersongevallen met gewonden MILIEU EN ENERGIE. Studiedienst van de Vlaamse Regering

Onderwijs en vorming leerlingen. Streekpact Cijferanalyse

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE

1. Welke doelgroepen waren afgelopen vijf jaren afnemers van de dienstencheques? Graag cijfers per doelgroep en jaar.

Figuur 1: logo Vrouwenraad ALLEENSTAANDE OUDERS PARTICIPATIE

VR DOC.0988/2

Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen

«WELZIJNSBAROMETER 2010» SAMENVATTING EN CONCLUSIES

5 ( ) Nr. 2 2 januari 2014 ( ) stuk ingediend op. Vlaamse Regering. Samenstelling. verzendcode: PAR

Tewerkstelling Werkzaamheidsgraad 9 Aandeel werkenden in de bevolking van 20 tot en met 64 jaar naar herkomstgroep in

verbeelding werkt Stadsmonitor 2014 Kerncijfers steden

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4

Kinderarmoede in het Brussels Gewest

VDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT JANUARI Kerncijfers werkloosheid. Evolutie Werkloosheid. NWWZ Vlaams Gewest - absolute aantallen

Tewerkstelling Werkzaamheidsgraad 9 Aandeel werkenden in de bevolking van 20 tot en met 64 jaar naar herkomstgroep in

5 ( ) Nr. 2 5 januari 2012 ( ) stuk ingediend op. Vlaamse Regering. Samenstelling. verzendcode: PAR

Tewerkstelling Werkzaamheidsgraad 9 Aandeel werkenden in de bevolking van 20 tot en met 64 jaar naar herkomstgroep in

Tewerkstelling Werkzaamheidsgraad 9 Aandeel werkenden in de bevolking van 20 tot en met 64 jaar naar herkomstgroep in

Sint-Lambrechts-Woluwe

Tewerkstelling Werkzaamheidsgraad 9 Aandeel werkenden in de bevolking van 20 tot en met 64 jaar naar herkomstgroep in

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

5 ( ) Nr. 1 1 oktober 2010 ( ) stuk ingediend op. Vlaamse Regering. Samenstelling. verzendcode: PAR

De Vlaamse arbeidsmarkt uit het dal? Luc Sels

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk?

Centrumsteden en vergrijzing vergeleken per provincie. Socio-demografisch profiel (SDP) Anne-Leen Erauw Belfius Research. 21 maart 2017 Berchem

Tewerkstelling Werkzaamheidsgraad 9 Aandeel werkenden in de bevolking van 20 tot en met 64 jaar naar herkomstgroep in

5 ( ) Nr. 3 1 april 2014 ( ) stuk ingediend op. Vlaamse Regering. Samenstelling. verzendcode: PAR

Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Deelname volwassenonderwijs 11 Aantal cursisten in het volwassenenonderwijs woonachtig in de gemeente, naar nationaliteitsgroep in

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers

5 (2009) Nr juli 2009 (2009) stuk ingediend op. Vlaamse Regering. Samenstelling. verzendcode: PAR

DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Kansengroepen op de arbeidsmarkt Faiza Djait

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

2012/9 D/2012/3241/382

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Tewerkstelling Werkzaamheidsgraad 12 Aandeel werkenden in de bevolking van 20 tot en met 64 jaar naar herkomstgroep in

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Sint-Lambrechts-Woluwe

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

NOVEMBER 2014 BAROMETER

De Vlaamse arbeidsmarkt Een terugblik

PERSBERICHT STADSMONITOR 2017 VERTROUWEN TERUGWINNEN GAAT LANGZAAM

Welzijnsbarometer 2015

Tewerkstelling Werkzaamheidsgraad 12 Aandeel werkenden in de bevolking van 20 tot en met 64 jaar naar herkomstgroep in

Tewerkstelling Werkzaamheidsgraad 12 Aandeel werkenden in de bevolking van 20 tot en met 64 jaar naar herkomstgroep in

Deelname volwassenonderwijs 11 Aantal cursisten in het volwassenenonderwijs woonachtig in de gemeente, naar nationaliteitsgroep in

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Deelname volwassenonderwijs 11 Aantal cursisten in het volwassenenonderwijs woonachtig in de gemeente, naar nationaliteitsgroep in

30 augustus blauw. Toelatingsexamen arts en tandarts. Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Regionale economische vooruitzichten

Armoedebarometer 2012

Arbeidsmarktbarometer 2012 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

Tewerkstelling Werkzaamheidsgraad 12 Aandeel werkenden in de bevolking van 20 tot en met 64 jaar naar herkomstgroep in

De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen

De bruisende stad. Beleidskader

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

Gemeente- en stadsmonitor in preview

HEROVER DE FORTENGORDEL ConceptVestingAntwerpen Ruimtelijk planologische ontwikkelingsmogelijkheden van de Brialmontforten rondantwerpen

Sint-Lambrechts-Woluwe

Regio Maasland SITUATIE IN LIMBURG

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere

Houthalen-Helchteren

Transcriptie:

VRIND 214 VLAAMSE REGIONALE INDICATOREN

VRIND IS EEN UITGAVE VAN DE STUDIEDIENST VAN DE VLAAMSE REGERING. De Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) is een agentschap binnen het domein Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid van de Vlaamse overheid. Hij verricht op wetenschappelijk onderbouwde en onafhankelijke wijze studies over demografische, sociaal-maatschappelijke en macro-economische thema s, vertrekkende vanuit een beleidsrelevante vraagstelling. De Studiedienst heeft tevens een coördinerende rol op het gebied van de monitoring van de algemene omgeving voor het Vlaamse beleid. Hij heeft een ondersteunende rol ten aanzien van andere beleidsdiensten die vragen hebben over statistiek, survey, monitoring, beleidsevaluatieonderzoek en toekomstverkenningen als techniek en bij praktische vraagstukken. De Studiedienst is tevens de draaischijf voor vraag en aanbod van openbare statistieken over Vlaanderen. VRIND is ook te raadplegen via de website (www.vlaanderen.be/svr). U kunt daar eveneens andere publicaties van de Studiedienst van de Vlaamse Regering downloaden. De reeksen uit deze publicatie en de metadata zijn daar terug te vinden via de rubriek Cijfers. STUDIEDIENST VAN DE VLAAMSE REGERING Boudewijnlaan 3 bus 23, 1 Brussel Tel. 2 553 52 7 Fax 2 553 58 8 E-mail svr@dar.vlaanderen.be Bestellingen http://publicaties.vlaanderen.be Telefonisch via gratis nummer 17 (elke werkdag van 9 tot 19 uur). Depotnummer: D/214/3241/257 ISBN-NUMMER : 9789433593 VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Josée Lemaître, administrateur-generaal GRAFISCHE VORMGEVING EN OPMAAK Prepress Drukkerij Bosmans, Lommel VISUALISATIE CLUSTERINLEIDINGEN Visual Harvesting / http://www.visualharvesting.com DRUK Drukkerij Hendrix, Peer Dit rapport is gedrukt op chloorvrij milieuvriendelijk papier. 2 VRIND 214

WOORD VOORAF Deze 22 ste editie van de Vlaamse Regionale Indicatoren (VRIND) sluit de legislatuur van de Vlaamse Regering 29-214 af. De voorbije 5 edities werd het indicatorenboek opgebouwd volgens de structuur van het Vlaamse regeerakkoord 29-214 en omvatte daardoor tevens de uitdagingen van Vlaanderen in Actie (ViA). VRIND beoogt 2 zaken: enerzijds het beschrijven van de ontwikkelingen in de samenleving die van belang zijn voor het overheidsbeleid en anderzijds nagaan of de effecten en veranderingen, die het beleid vooropstelt in beleidsnota s en beleidsplannen, dichterbij komen. Het in beeld brengen van de netto effecten van het Vlaamse overheidsoptreden is moeilijk. In een complexe en sterk veranderende samenleving zijn er vele spelers en actoren die daarbij een rol spelen en kunnen externe en internationale ontwikkelingen een zwaar impact hebben op de uitdagingen en de mogelijkheden van overheden om daarop in te spelen. De economische en financiële crisis van de voorbije jaren heeft dat duidelijk gemaakt. De Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) doet jaarlijks suggesties zowel naar de keuze als de invulling van de indicatoren op basis van nieuw beschikbare data alsook over de presentatie van de indicatoren. De indicatoren die in VRIND worden opgenomen, zijn finaal goedgekeurd door de beleidsraden waar de minister en zijn administratie samen zitten. De essentie van een monitor zoals VRIND, is het systematisch en periodiek opvolgen van veranderingen op basis van gevalideerde indicatoren. Het opbouwen van reeksen is daarbij belangrijk. Als het beleid duidelijke keuzes heeft gemaakt, kunnen we nagaan of de evolutie de voorbije periode in de juiste richting ging en de beoogde doelstelling al dan niet in zicht komt. Beschrijvingen op zich verklaren echter niet waarom ontwikkelingen zich voordoen. VRIND kan dus zeker niet opgevat worden als een evaluatie-instrument van het beleid van de Vlaamse overheid. De vastgestelde ontwikkelingen verklaren, veronderstelt een grondiger analyse waarbij rekening wordt gehouden met de vele spelers en actoren die deze ontwikkelingen mee beïnvloeden en sturen. De verschillende steunpunten beleidsgericht onderzoek maar ook SVR leveren hiertoe bijdragen. De resultaten daarvan zijn terug te vinden in studies en artikels die onder meer worden gepubliceerd op de website: www.vlaanderen.be/svr. Daar vindt u trouwens ook langere tijdreeksen en meer variabelen dan wat u in VRIND terug vindt in tabellen, grafieken of kaarten. WOORD VOORAF 3

Indicatoren - het woord zegt het zelf - geven een indicatie. Het is dikwijls een moeilijke vraag hoe we effecten op langere termijn het best kunnen opvolgen. In vele gevallen moeten we ons tevreden stellen met een indicator die een of ander aspect opvolgt en bij benadering iets zegt over de mogelijke impact hiervan op het geheel. Gebrekkige statistieken of ontbrekende meetinstrumenten belemmeren vaak een goede benadering. Belangrijk daarbij is dat de indicatoren gedragen worden door alle betrokken partners en de resultaten eenduidig kunnen worden geïnterpreteerd. VRIND ontstaat in coproductie. Naast medewerkers van de Studiedienst is een prominente rol toebedeeld aan de beleidscellen van de departementen en wordt daarnaast een beroep gedaan op circa 2 medewerkers uit de Vlaamse overheid, de wetenschappelijke steunpunten en andere instellingen. Hun medewerking is noodzakelijk om tot een kwaliteitsvol en onderbouwd product te komen. We willen hen hier uitdrukkelijk voor bedanken. Luk Bral VRIND-coördinator 4 VRIND 214

MEDEWERKERS MEDEWERKERS STUDIEDIENST VAN DE VLAAMSE REGERING PROJECTCOÖRDINATIE EINDREDACTIE DWARSDOORSNEDE ALGEMEEN REFERENTIEKADER Sociaal-culturele context Macro-economische context Demografische context TALENT, WERK, ONDERNEMEN EN INNOVATIE De lerende Vlaming Werk en sociale economie De open ondernemer Innovatiecentrum Vlaanderen INZETTEN OP EEN WARME SAMENLEVING Cultuur Sport Gezondheid Diversiteit, inburgering en integratie Inkomen, armoede en sociale uitsluiting Zorg Media Toerisme GROEN EN DYNAMISCH STEDENGEWEST Ruimtelijke ontwikkelingen Wonen Stad en platteland Milieu en natuur Landbouw Energie SLIMME DRAAISCHIJF VAN EUROPA SLAGKRACHTIGE OVERHEID Vlaamse overheid Lokale en provinciale besturen Internationaal Vlaanderen FOCUS GROENE ECONOMIE TECHNISCHE EN ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING CARTOGRAFIE Luk Bral Luk Bral, Myriam Vanweddingen, Karolien Weekers Veerle Beyst, Luk Bral, Jo Noppe, Dirk Smets, Karolien Weekers Luk Bral, Jo Noppe Kim Creminger, Thierry Vergeynst Edwin Pelfrene, Martine Corijn, Edith Lodewijckx, Ingrid Schockaert Naomi Wauterickx (O&V), Dirk Festraets Myriam Vanweddingen, Jo Noppe Thierry Vergeynst, Michaël Goethals Peter Viaene (EWI), Kim Creminger Guy Pauwels Guy Pauwels Dirk Smets Jo Noppe Jo Noppe Dirk Moons Luk Bral, Guy Pauwels, Myriam Vanweddingen Pieter De Maesschalck Greta Sienap Greta Sienap Hilde Schelfaut, Luk Bral, Annelies Jacques Veerle Beyst Dirk Smets Dirk Smets Veerle Beyst, Pieter De Maesschalck Dirk Festraets, Dirk Moons, Pieter De Maesschalck Dirk Festraets, Dirk Moons Myriam Vanweddingen Veerle Beyst, Kim Creminger Guy De Smet, Nancy Jadoul, Erik Roebben, Georneth Santos, Caroline Temmerman, Lieven Van der Elst, Karina Van De Velde, Tina Vander Molen Greta Sienap MEDEWERKERS 5

MEDEWERKERS UIT DE VLAAMSE OVERHEIDS- EN ANDERE INSTELLINGEN ALGEMEEN REFERENTIEKADER Demografische context ADS: Kim Derwae, Patrick Lusyne, Michel Willems TALENT, WERK, ONDERNEMEN EN INNOVATIE De lerende Vlaming DEPARTEMENTALE COÖRDINATOR: Naomi Wauterickx ADS: Essin Fehmieva, Anja Termote AgODI: Peter Bex, Goedele De Cock, Ann Lips, Joachim Valckiers, Marc Van de Meirssche, Lise Van Proeyen AHOVOS: Aron De Hondt, Caroline Domogala, Katelijne Janssens, Karin Van de Voorde AKOV: Emile Ponsaerts, Lieve Verbruggen Departement O&V: Anton Derks, Isabelle Erauw, Liës Feyen, Johan Geets, Hilde Goeman, Guy Stoffelen, Raymond Van de Sijpe, Ann Van Driessche, Johan Vermeiren, Geert Vermeulen, Karl Wauters EPOS vzw: Jan Ceulemans, Ronny Masset ETNIC: Violaine Defourny, Philippe Dieu, Catherine Lefèvre Syntra Vlaanderen: Gert Franssen, Raf Raymaekers, An Van de Ven WSE: Kim De Paepe, Anja Wagemans Werk en sociale economie DEPARTEMENTALE COÖRDINATOR: Faiza Djait WSE, afdeling Werkgelegenheidsbeleid: Lieselotte Bommerez, Raf Boey, Willem De Klerck, Lieve De Lathouwer, Faiza Djait, Ryfka Heyman, Marleen Jacobs, Erik Samoy, Patricia Vroman Steunpunt WSE: Stijn Braes, Wim Herremans, Boie Neefs, Luc Sels, Michelle Sourbron, Gert Theunissen, Wouter Vanderbiesen VDAB: Stefaan Gekiere, Paul Poels, Steven Schietecatte, Bert Serroyen, Bart Van Schel, Willem Vansina SERV-Stichting Innovatie & Arbeid: Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe De open ondernemer DEPARTEMENTALE COÖRDINATOREN: Pascale Dengis, Koen Jongbloet EWI: Peter Viaene, Pascale Dengis, Sophie Callewaert FIT: Christophe Verhaeghe Innovatiecentrum Vlaanderen DEPARTEMENTALE COÖRDINATOR: Pascale Dengis EWI: Peter Viaene INZETTEN OP EEN WARME SAMENLEVING Cultuur DEPARTEMENTALE COÖRDINATOR: Justine Sys ADS: Philippe Dewint, Vincent Coutton CJSM: Justine Sys, Wim Bogaert, Sofie Taghon, Andy Vandervoort, Maarten Vandekerckhove, Marina Laureys, Trees De Bruycker, Kristof Vanden Bulcke, Roel Devriendt Cultuurnet: Carlo Dieltjens, Charlotte Tournicourt VTi: Bart Magnus VGC: Thomas Derveaux, Jan Verbelen 6 VRIND 214

Sport DEPARTEMENTALE COÖRDINATOR: Justine Sys Bloso: Chris Massez CJSM: Nancy Barette, Astrid Vervaet KUL: Jeroen Scheerder VUB: Helena Wittock Gezondheid DEPARTEMENTALE COÖRDINATOR: Joost Bronselaer Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid: Heidi Cloots, Herwin De Kind, Hilde Smets Diversiteit, inburgering en integratie DEPARTEMENTALE COÖRDINATOR: Anne Delarue ABB: Gerlinde Doyen Inkomen, armoede en sociale uitsluiting ADS: Geneviève Geenens WVG, afdeling Welzijn en Samenleving: Frank Van den Branden Zorg DEPARTEMENTALE COÖRDINATOR: Joost Bronselaer WVG, Kenniscentrum: Joost Bronselaer, Koenraad Jacob en Thibault De Rudder WVG, Team Eerstelijn en Thuiszorg: Ilse Goossens Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid: Herwin De Kind Agentschap Jongerenwelzijn: Johan Peeters Kind en Gezin: Diederik Vancoppenolle VIPA: Christophe Cousaert Steunpunt Algemeen Welzijnswerk: Koen Mendonck Federatie Tele-Onthaaldiensten in Vlaanderen: Valerie Marichael Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap: Thomas Heynderickx, Liesbeth Raeymaekers Media DEPARTEMENTALE COÖRDINATOR: Justine Sys CJSM: Johan Bouciqué, Justine Sys Steunpunt Media: Julie De Smedt Vlaamse Regulator voor de Media: Dirk Peereman Medialaan: Anita Coremans VRT: Philippe Cieters Toerisme DEPARTEMENTALE COÖRDINATOR: Koen Jongbloet IV: Koen Jongbloet, Christel Leys Toerisme Vlaanderen: Vincent Nijs, Sofie Wauters, Gudrun Willems GROEN EN DYNAMISCH STEDENGEWEST Ruimtelijke ontwikkelingen COÖRDINATOREN: Stijn Vanacker (Ruimte), Els Hofkens (Onroerend Erfgoed) Agentschap Ondernemen: Idris Peiren Agentschap Onroerend Erfgoed, afdeling Erfgoedbeleid: Els Hofkens, Hans Mestdagh Departement Ruimte Vlaanderen, afdeling Onderzoek en Monitoring: Jean-Paul Beys, Isabelle Loris, Stijn Vanacker, Peter Willems MEDEWERKERS 7

Wonen COÖRDINATOR: Veerle Geurts Agentschap Wonen-Vlaanderen, afdeling Financiële Instrumenten: Stijn Schockaert Agentschap Wonen-Vlaanderen, afdeling Wonen: Gunther Gysemans Agentschap Wonen-Vlaanderen, afdeling Woonbeleid: Lize Haagdorens Agentschap Inspectie RWO, Wooninspectie: Tom Vandromme VEA: Katrien De Baets VMSW: Peter Van Den Bosch, Wendy De Pauw Stad en platteland COÖRDINATOR: Stefaan Tubex (ABB) Milieu en natuur DEPARTEMENTALE COÖRDINATOR: Ludo Vanongeval VMM, MIRA: Johan Brouwers OVAM: Evi Rossi, Els Gommeren, Maarten De Groof INBO: Heidi Demolder LNE, afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid: Kris Rongé, Ludo Vanongeval LNE, afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen: Katrien Oorts LNE, afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid: Els Martens, Kris Rongé, Ludo Vanongeval ANB: Els Martens, Gudrun Van Langenhove Landbouw DEPARTEMENTALE COÖRDINATOR: Jonathan Platteau LV, afdeling Monitoring en Studie: Els Demuynck, Jonathan Platteau, Tom Van Bogaert, Dirk Van Gijseghem LV, afdeling Landbouw- en Visserijbeleid: Eddy Tessens Energie DEPARTEMENTALE COÖRDINATOR: Ludo Vanongeval LNE, afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid: Kris Rongé, Ludo Vanongeval VITO: Kristien Aernouts, Kaat Jespers VMM, MIRA: Johan Brouwers VREG: Sarah Van Kerckhoven SLIMME DRAAISCHIJF VAN EUROPA DEPARTEMENTALE COÖRDINATOR: Bart Van Herbruggen ADS: Krist Omey FOD MV: Marc Kwanten LNE: Kris Rongé, Tania Van Mierlo, Philippe Van Haver, Sandra Geerts MOW, werkgroep Dataroom: Bart Van Herbruggen (Departement MOW), Thomas Arkens (Agentschap Wegen en Verkeer), Bernadette Naets (Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust), Marc Nuytemans (De Lijn), Guy Palmans (nv De Scheepvaart), Kevin De Coen (Waterwegen en Zeekanaal nv) MOW, afdeling Mobiliteit en Verkeersveiligheid: Jan Pelckmans MOW, Vlaams Verkeerscentrum: Stefaan Hoornaert SERV: Dirk Neyts INBO: Joris Everaert 8 VRIND 214

SLAGKRACHTIGE OVERHEID Vlaamse overheid DEPARTEMENTALE COÖRDINATOREN: Lucas Huybrechts, Anne Delarue, Ivo Van den Bossche BZ: Anne Delarue DAR, afdeling Communicatie: Marijke Vrijders, Brigitte Rombaut Dienst Wetsmatiging: Marijn Straetemans FB: Henk Goossens, Lucas Huybrechts Vlaamse Infolijn: Stefan Kerremans, Leonie Van Uffelen Vlaamse Ombudsdienst: Chris Nestor Lokale en provinciale besturen DEPARTEMENTALE COÖRDINATOR: Anne Delarue ABB: Petra Desmedt, Ann De Saedeleer, Bart Van Dooren, Hilde Vanmechelen Belfius: Anne-Leen Erauw Internationaal Vlaanderen DEPARTEMENTALE COÖRDINATOR: Koen Jongbloet IV: Simon Calcoen, Koen Jongbloet, Werner Mareels, Vicky Reynaert, Karoline Van den Brande FOCUS GROENE ECONOMIE LNE, afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid: Arne Daneels, Ludo Vanongeval, Els Van Hover, Kristof Rubens EWI: Jan Van Nispen, Pascale Dengis, Peter Viaene Agentschap Ondernemen: Koen Miseur ECOOM: Julie Callaert VMM-MIRA: Johan Brouwers OVAM: Kristien Huygh, Koen Smeets, Evi Rossi MEDEWERKERS 9

1 VRIND 214

INHOUDSOPGAVE DWARSDOORSNEDE VRIND 214 15 Duurzaamheid 16 Gelijke kansen 17 Vlaamse leefsituatie-index 21 Opvallende trends 28-214 24 ALGEMEEN REFERENTIEKADER 25 1.1 Sociaal-culturele context 25 Tevredenheid 25 Zorgen 27 Persoonlijke en maatschappelijke problemen 27 Toekomstverwachtingen 27 Sociale samenhang 28 Tolerantie 3 Burgers en overheid 32 1.2 Macro-economische context 39 Welvaart 39 Economische ontwikkelingen 4 Structuur van de Vlaamse economie 44 1.3 Demografische context 47 Stand van de bevolking 47 Loop van de bevolking 51 Huishoudens 55 CLUSTER TALENT, WERK, ONDERNEMEN EN INNOVATIE 57 2.1 De lerende Vlaming 59 Kerncijfers 6 Kansen geven aan talent 66 Naar een goede start op het werk 79 Internationalisering 81 Investeren in onderwijs 83 2.2 Werk en sociale economie 89 Situatie Vlaamse arbeidsmarkt 89 Activerend arbeidsmarktbeleid 11 2.3 De open ondernemer 112 Ondernemen 112 Internationaal ondernemen 119 2.4 Innovatiecentrum Vlaanderen 127 Input 128 Output 134 INHOUDSOPGAVE 11

CLUSTER INZETTEN OP EEN WARME SAMENLEVING 139 3.1 Cultuur 143 Globale participatie en aanbod 143 Sociaal-cultureel werk en lokaal cultuurbeleid 146 Kunsten en Erfgoed 157 Economische cijfers 168 3.2 Sport 172 Sportparticipatie 172 Kwaliteitsvol aanbod en begeleiding 176 Topsport 181 Gezond sporten 184 Economische aspecten 185 3.3 Gezondheid 188 Gezondheidsdoelstellingen 188 Mortaliteit en morbiditeit 197 Zwangerschap en geboorte 22 Gezondheidsvoorzieningen 23 3.4 Diversiteit, integratie en inburgering 26 Aanwezigheid en instroom 26 Samenleven in diversiteit 212 Inburgering als opstap naar integratie 217 Woonwagenbewoners 219 3.5 Inkomen, armoede en sociale uitsluiting 222 Welvaartsverdeling en armoede 222 Sociale uitsluiting 234 Armoede bij kinderen 237 3.6 Zorg 241 Algemeen welzijnswerk 241 Kinderen en gezinnen 243 Jeugdzorg 247 Personen met een handicap 248 Ouderen 251 Zorgverzekering 252 Investeringen 253 3.7 Media 255 Onafhankelijkheid, pluriformiteit en kwaliteit 255 Mediaparticipatie 262 3.8 Toerisme 27 Vlaanderen als bestemming 27 De Vlaming op vakantie 276 12 VRIND 214

CLUSTER GROEN EN DYNAMISCH STEDENGEWEST 281 4.1 Ruimtelijke ontwikkelingen 283 Ruimtegebruik 283 Ruimtelijke planning 285 Onroerend erfgoed 289 4.2 Wonen 294 Nieuwbouw en vastgoedmarkt 294 Huurmarkt 297 Betaalbaarheid van het wonen 298 Ondersteuning eigendomsverwerving 298 Ondersteuning huurmarkt 31 Woningkwaliteit 34 Lokaal woonbeleid 38 4.3 Stad en platteland 312 Demografische ontwikkelingen 313 Ruimtelijke ontwikkelingen 318 Wonen 32 Economie en tewerkstelling 325 Mobiliteit 327 Sociale en maatschappelijke aspecten 327 4.4 Milieu en natuur 336 Water 337 Bodem 338 Lucht 34 Klimaatverandering 341 Biodiversiteit 342 Afval- en materialenbeleid 345 Vermesting 347 Gezondheid 349 Houdingen en gedragingen met betrekking tot het milieu 35 4.5 Landbouw 354 Landbouwstructuur 354 Economische aspecten 356 Sociale aspecten van de landbouw 359 Landbouw en milieu 361 Landbouw- en plattelandsontwikkelingsbeleid 362 Visserij 366 4.6 Energie 37 Efficiënt energieverbruik 37 Energieopwekking 372 Energiearmoede 377 Elektriciteits- en aardgasmarkt 378 Elektriciteits- en aardgasnetwerk 379 INHOUDSOPGAVE 13

CLUSTER SLIMME DRAAISCHIJF VAN EUROPA 381 Personenvervoer 383 Logistiek 389 Vlot verkeer 395 Veilig verkeer 399 Milieuvriendelijke mobiliteit 41 CLUSTER EEN SLAGKRACHTIGE OVERHEID 49 6.1 Vlaamse overheid 411 Minder bestuurlijke drukte en vereenvoudiging 412 Meer doen met minder 413 Verbetering dienstverlening 423 Vertrouwen en tevredenheid 427 6.2 Lokale en provinciale besturen 431 Financiën 432 Personeel 444 6.3 Internationaal Vlaanderen 447 Buitenlands beleid 447 Internationale samenwerking 452 FOCUS GROENE ECONOMIE 457 Visie op een groene economie 457 Beleidskader voor een groene economie 458 Indicatorenset groene economie 459 Conclusies 466 AFKORTINGEN 469 14 VRIND 214

DWARSDOORSNEDE VRIND 214 Deze VRIND-editie kan aanzien worden als een afsluiter van de voorbije legislatuur van de Vlaamse Regering. De structuur is net zoals in de vorige edities grotendeels gebaseerd op de indeling van het Vlaamse regeerakkoord 29-214 en de doorbraken van Vlaanderen in Actie. De beleidsdomeinen zijn in 5 clusters gegroepeerd voorafgegaan door een inleidend hoofdstuk waarin globale sociaal-culturele, macro-economische en demografische ontwikkelingen geschetst worden. In de eerste cluster komen onderwijs, werk en sociale economie, ondernemen, wetenschap en innovatie aan bod met verwijzing naar de ViA-doorbraken De lerende Vlaming, De open ondernemer en Innovatiecentrum Vlaanderen. Een tweede cluster rond de doorbraak Inzetten op een warme samenleving beschrijft de ontwikkelingen op het vlak van cultuur en jeugd, sport, gezondheid, diversiteit, inburgering en integratie, inkomen, armoede en sociale uitsluiting, zorg, media en toerisme. De derde cluster Groen en dynamisch stedengewest spitst zich toe op de ruimtelijke en ecologische aspecten met hoofdstukken over ruimtelijke ontwikkelingen en erfgoed, wonen, milieu en natuur, landbouw en energie. In deze cluster is een hoofdstuk over stad en platteland toegevoegd dat ruimer is opgevat dan de ruimtelijke en fysieke aspecten. Mobiliteit en logistiek vormen een afzonderlijke cluster rond de ViA doorbraak Slimme draaischijf van Europa. Een laatste cluster belicht Een slagkrachtige overheid en dit zowel op Vlaams als lokaal niveau. In deze cluster is er ook aandacht voor internationale aspecten. De selectie van de indicatorenset gebeurde zoals voorheen in nauw overleg met de Vlaamse administratie en werd door de beleidsraden goedgekeurd. Het regeerakkoord, de beleidsnota s van de Vlaamse ministers en het Pact 22 vormden het referentiekader voor de selectie. Zoals de voorbije jaren worden circa 7 indicatoren gedocumenteerd en beschreven. Elk jaar wordt VRIND afgesloten met een focus waar een aanzet wordt gegeven voor een nieuwe indicatorenset rond een specifiek thema. Op vraag van het departement LNE en in overleg met EWI, ECOOM en het Agentschap Ondernemen is het voorbije jaar gewerkt aan een indicatorenset rond groene economie/eco-industrie op basis van een OESO-ontwerp. De eerste resultaten van deze oefening is als focus opgenomen. De voorlopige set bevat 47 indicatoren waarvan er 35 in deze editie zijn opgenomen. Vele van deze indicatoren staan ook verspreid over de hoofdstukken en zijn met een icoontje aangeduid. Transversale thema s zoals gelijke kansen en duurzaamheid worden doorheen de verschillende clusters behandeld en niet in een afzonderlijk hoofdstuk. Beide invalshoeken worden bij wijze van synthese hieronder in overzichtstabellen kort toegelicht met verwijzingen naar de diverse hoofdstukken. Naast deze transversale thema s wordt een aanzet gegeven om in één cijfer de leefsituatie van de Vlamingen in beeld te brengen. Het gaat om een index die de resultaten van een set van indicatoren over de verschillende aspecten van de leefsituatie op een geïntegreerde manier weergeeft. De Vlaamse overheid wenst een slagkrachtig, coherent en geïntegreerd Vlaams beleid voor Brussel te voeren. Vooral voor de gemeenschapsmateries zijn daarom ook cijfers over het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest opgenomen en worden deze vergeleken met het Vlaamse Gewest (zie hoofdstuk 2.1 De lerende Vlaming en cluster Inzetten op een warme samenleving ). Ook in hoofdstuk 4.3 Stad en platteland waar het effect van stedelijkheid aan bod komt, worden - waar mogelijk en zinvol - vergelijkende cijfers voor Brussel opgenomen en wordt ook de Vlaamse Rand rond Brussel (Vlaams strategisch gebied rond Brussel volgens RSV-afbakening) vergeleken met andere gebieden. Om de ontwikkelingen goed te kunnen interpreteren, helpt een zicht op enkele belangrijke gebeurtenissen uit de betrokken periode. Vandaar dat een aantal macro-economische data en een selectie van opmerkelijke gebeurtenissen op een tijdlijn 28 214 worden weergegeven. DWARSDOORSNEDE VRIND 214 15

Duurzaamheid Duurzaamheid is een centrale doelstelling van de Vlaamse overheid. In alle beleidsdomeinen zijn hiervoor hefbomen voorzien. De grote lijnen zijn uitgetekend in de Vlaamse Strategie Duurzame Ontwikkeling (VSDO) waarin vanuit 6 transities of grote maatschappelijke veranderingsprocessen wordt aangegeven hoe een duurzame samenleving op lange termijn vorm kan krijgen. Deze grote uitdagingen of transities voor de Vlaamse overheid zijn: energie, mobiliteit, wonen en bouwen, voedsel, materialen en gezondheidszorg. Ook de nieuwe Vlaamse Regering stelt in haar regeerakkoord 214-219 de kaart van de duurzaamheid te blijven trekken. Zoals in voorgaande edities, zijn ook in deze editie heel wat indicatoren terug te vinden, die kunnen gekoppeld worden aan de VSDO en vermelde transities. De inschatting van de resultaten geeft aan in welke richting de indicator evolueert en/of een vooropgestelde doelstelling al dan niet haalbaar is. De doelstelling kan betrekking hebben op de VSDO, het Pact 22 of voorkomen in domeinspecifieke planningsdocumenten. Een aantal duurzaamheidsindicatoren evolueren in de goede richting. Zo haalt Vlaanderen inzake beschikbaar inkomen de top 5 van de best presterende EU-landen (figuur 3.168), hetzelfde kan gezegd worden over de spreiding van het inkomen per inwoner (gini-coëfficiënt, figuur 3.181). Een positieve evolutie is er eveneens voor een aantal indicatoren rond energie (figuren 4.154 energieintensiteit, 4.12 broeikasgasemissies en 4.161 aandeel hernieuwbare energie), mobiliteit (figuur 5.35 aantal verkeersdoden), wonen en bouwen (figuur 4.33 energieprestatiepeil) en voedsel (figuren 4.145 druk door gewasbescherming en 4.15 areaal biologische landbouw). De doelstelling voor het aanbod huishoudelijk afval 215 uit het MINA-plan 4 is gehaald (figuur 4.111). Indicatoren duurzame ontwikkeling Hoofddimensie / Transitie Indicator Figuur Inschatting Sociaal Inkomensongelijkheid (gini-coëfficiënt) 3.181 Economisch Beschikbaar inkomen per inwoner 3.168, 3.169 Ecologisch Instandhouding soorten / habitats 4.13 Energietransitie Bruto binnenlands energieverbruik 4.154 Energie-intensiteit van de economie 4.154 Broeikasgasemissies 4.12 Aandeel hernieuwbare energie 4.161 Energiearmoede 4.163 Mobiliteitstransitie Broeikasgasemissie van personenvervoer over de weg 4.46 Broeikasgasemissie van goederenvervoer over de weg 5.47 Filezwaarte op het hoofdwegennet 5.3 Aantal verkeersdoden 5.35 Transitie wonen en bouwen Energieprestatiepeil 4.33 Problematische woonsituatie 3.191 Woonquote 4.24, 4.63 Voedseltransitie Energiegebruik in de landbouw 4.145, 4.156 Druk door gewasbescherming 4.145 Areaal biologische landbouw 4.15 Materialentransitie Aanbod huishoudelijk afval* 4.111 Transitie gezondheidszorg Verloren potentiële jaren* 3.132 Aanbod ziekenhuisbedden/artsen* 3.143-3.145 Fysieke activiteit 3.124 * Alternatieve indicator bij gebrek aan recente data. Bron: Bryninckx, H., M. Bussels & Bachus, K. (211). Omgevingsmonitor DO 211. Onderzoeksnota in het kader van een Kortetermijnopdracht van het Steunpunt Duurzame Ontwikkeling. Leuven: KU Leuven/HIVA; SVR Duurzaamheidsmonitor (http://www.vlaanderen.be/svr/monitoring/duurzaamheidsmonitor). Doelstelling haalbaar of gerealiseerd Goede richting of gunstige positie Weinig verandering of middenpositie Eerder in tegengestelde richting of doel moeilijk haalbaar 16 VRIND 214

Daarnaast duiden sommige indicatoren op een kritische situatie zoals deze voor de instandhouding van soorten en habitats (figuur 4.13) en filezwaarte op het hoofdwegennet (figuur 5.3). Ook het energieverbruik in de landbouw (figuren 4.145 en 4.156) neemt toe, voornamelijk door een sterke toename van het aantal warmtekrachtkoppelingen in de glastuinbouw. Sinds 21 is de landbouwsector een netto producent van elektriciteit. Dit levert een efficiëntiewinst op maar de energie die de WKK s verbruiken, komt op conto van de landbouwsector. Gelijke kansen Het Vlaamse gelijkekansenbeleid richt zich op het bestrijden van achterstellings- en uitsluitingsmechanismen die ervoor zorgen dat mensen of groepen van mensen nog steeds ongelijk behandeld worden en niet de kansen krijgen die nodig zijn om volwaardig te participeren aan het maatschappelijke leven. De bedoeling is om deze mechanismen zichtbaar en bespreekbaar te maken, ze te bestrijden en de totstandkoming ervan te voorkomen. In wat volgt wordt aangegeven op welke plaatsen in deze editie van VRIND de thema s gender en handicap aan bod komen. Wat betreft seksuele oriëntatie volgt de Studiedienst van de Vlaamse Regering via de SCV-survey periodiek de houding op van de Vlaamse bevolking tegenover holebi s en holebiseksualiteit. De meest recente resultaten hiervan worden besproken in hoofdstuk 1.1 Sociaal-culturele context. De Vlaamse overheid is uiteraard ook bekommerd om andere kansengroepen. Zo voert ze onder meer een inburgerings- en integratiebeleid voor personen met een migratieachtergrond en een specifiek beleid voor personen in armoede of sociale uitsluiting. Voor een bundeling van de gegevens over de evolutie van de vreemde bevolking en de maatschappelijke positie van vreemdelingen verwijzen we naar hoofdstuk 3.4. Hoofdstuk 3.5 beschrijft de belangrijkste gegevens over armoede en sociale uitsluiting in Vlaanderen. Genderverschillen Indicator Situatie Figuur Pagina Situatie meest positief voor Sociaal-culturele context Levenstevredenheid algemeen geen verschil; vrouwen iets minder tevreden over 25-26 = het inkomen en hun gezondheidstoestand Zorgen maken vrouwen maken zich meer zorgen, behalve over politiek 1.4 26 M Toekomstverwachting vrouwen iets pessimistischer dan mannen 27 M Vertrouwen in medemens weinig verschil 28 = Kwaliteit sociale contacten weinig verschil 29 = Vrijwilligerswerk ligt lager bij vrouwen dan bij mannen 29 M Buurtintegratie weinig verschil 3 = Houding tegenover vreemdelingen weinig verschil 31 = Houding tegenover holebiseksualiteit mannen negatiever dan vrouwen 32 V Klantvriendelijkheid overheid mannen iets positiever over klantvriendelijkheid dan vrouwen 35 M Tevredenheid infoverstrekking door overheid weinig verschil 35 = Tevredenheid over openbare voorzieningen weinig verschil 36 = Politieke interesse duidelijk hoger bij mannen 36 M Politieke machteloosheid iets hoger bij vrouwen 1.29 37 M Politieke participatie duidelijk hoger bij mannen 37 M Demografische context Leeftijdspiramide overwicht van vrouwen bij de oudere leeftijdsgroepen 1.47 5 V Levensverwachting ligt nog steeds duidelijk hoger bij vrouwen, al neemt het 1.58 54 V verschil af Instapleeftijd woonzorgcentrum ligt iets hoger bij vrouwen dan bij mannen 55 V De lerende Vlaming Deelname basis- en secundair onderwijs in het gewoon onderwijs weinig verschil, in het buitengewoon 2.1 64 V onderwijs jongens in de meerderheid Keuze onderwijsvorm secundair onderwijs meisjes in de meerderheid in ASO en KSO, jongens in de 2.2-2.5 64-65 meerderheid in TSO en BSO; verschillen in ASO en TSO nemen af, in BSO en KSO toe Onthaalklas voor minderjarige nieuwkomers meer jongens dan meisjes 66 Hoger beroepsonderwijs zeer grote meerderheid van studenten in HBO5 verpleegkunde 2.14 67 zijn vrouwen, ook iets meer vrouwen in hoger beroepsonderwijs van het volwassenenonderwijs Hoger onderwijs aan hogescholen en universiteiten meer vrouwen dan mannen, maar meer mannen in economische, technische en wetenschappelijke richtingen; vrouwen in de meerderheid in professioneel gerichte opleidingen, mannen in academisch gerichte opleidingen 2.15-2.17 68 V DWARSDOORSNEDE VRIND 214 17

Genderverschillen (vervolg) Onderwijspersoneel naarmate het opleidingsniveau stijgt, daalt het aandeel 7 M vrouwen, HBO5 verpleegkunde uitgezonderd Scholingsgraad meer hooggeschoolde vrouwen dan mannen, vrouwen 2.19 7 V hebben vaker een diploma niet-universitair hoger onderwijs en mannen vaker een universitair diploma Schoolse vertraging vooral in secundair onderwijs hebben meisjes minder vertraging 2.28-2.29 75 V Problematische afwezigheden in het voltijds onderwijs is er weinig verschil, in het deeltijds 2.3 75 M en buitengewoon onderwijs zijn meisjes vaker afwezig Vroegtijdige schoolverlaters ligt bij meisjes aanzienlijk lager 2.32 76 V Deelname hoger onderwijs naar opleidingsniveau moeder vrouwen nemen vaker deel maar verschil met mannen verkleint naarmate moeder hoger opgeleid is 2.35 78 V 2-34 Jarigen met diploma hoger onderwijs vrouwen scoren beduidend beter 2.36-2.37 78 V Participatie levenslang leren weinig verschil 2.38 79 = Participatie volwassenenonderwijs ligt veel hoger bij vrouwen, behalve bij het lineair hoger 2.39 79 V beroepsonderwijs van het volwassenenonderwijs Deeltijds onderwijs veel meer jongens dan meisjes 2.47 83 Ondernemersopleiding deelname ligt bij mannen iets hoger dan bij vrouwen 2.49 84 M Overgang naar arbeidsmarkt bij hoger opgeleide schoolverlaters zijn vrouwen in de 2.51, 2.54 84-85 V meerderheid; aandeel schoolverlaters dat na 1 jaar werkloos is hoger bij mannen dan bij vrouwen Werk en sociale economie Werkzaamheidsgraad ligt veel lager bij vrouwen, verschil neemt wel af 2.74-2.75 91 M Uittredeleeftijd vrouwen treden vroeger uit 2.78 93 M Deeltijdarbeid ligt veel hoger bij vrouwen 2.79 93 M Tijdelijke arbeid ligt hoger bij vrouwen, maar verschil verkleint 2.8 93 M Atypische arbeid vrouwen doen meer weekendwerk; mannen meer nacht-, 2.81 94 avond- en ploegenarbeid Werkbaarheidgraad ligt lager bij vrouwen 2.83 95 M ILO-werkloosheidsgraad geen verschil, hogere werkloosheidsgraad van vrouwen 2.85 96 = verdwenen VDAB-werkloosheidsgraad nog weinig verschil, hogere werkloosheidsgraad van vrouwen 2.89 98 = verdwenen; aandeel van mannen in totaal aantal nietwerkende werkzoekenden is wel nog hoger Niet-werkende werkzoekenden aandeel van mannen in totaal aantal niet-werkende 2.91 99 V werkzoekenden hoger dan aandeel vrouwen Werkzaamheidsgraad naar gezinssamenstelling hoe meer kinderen, hoe minder vaak vrouwen actief zijn op 2.94 1 M de arbeidsmarkt, bij mannen geen verschil naar aantal kinderen Deeltijdarbeid naar gezinssamenstelling hoe meer kinderen, hoe vaker vrouwen deeltijds werken, bij 2.95 11 M mannen geen verschil naar aantal kinderen Tewerkstellingspremie 5-plus veel minder vrouwen dan mannen 14 M Opleidingscheques worden meer aangevraagd door vrouwen 14 V Loopbaanonderbreking en tijdskrediet ligt veel hoger bij vrouwen, verschil neemt wel af 2.14-2.15 16 M Sociale economie groot overwicht van vrouwen in de invoegbedrijven (dienstencheques), 2.17 18 ondervertegenwoordiging in de andere werkvormen De open ondernemer Ondernemerschap ligt lager bij vrouwen 2.112 114 M Cultuur Cultuurparticipatie algemeen weinig verschil 144 = Deelname verenigingsleven mannen zijn vaker actief lid van verenigingen dan vrouwen 3.4, 3.6 145 M en nemen ook vaker deel aan activiteiten van verenigingen waar ze geen lid van zijn Deelname amateurkunsten geen verschil op vlak van lidmaatschap van een amateurkunstenvereniging, 147 V vrouwen iets vaker zelf creatief of kunstzinnig bezig Bibliotheekbezoek ligt iets hoger bij vrouwen, maar verschil is sterk afgenomen 148 V Participatie podiumkunsten mannen wonen wat vaker muziekconcerten of voorstellingen 157 = van cabaret of stand-up comedians bij, voor de rest zijn er weinig verschillen Bioscoopbezoek geen verschil 16 = Leesgedrag vrouwen lezen meer en vaker een boek 161 V Museumbezoek geen verschil 162 = Erfgoedactiviteiten weinig verschil bij deelname aan historische wandeling of bijwonen historische optocht, mannen bezoeken wel iets vaker bezienswaardig gebouw of monument 163 = 18 VRIND 214

Genderverschillen (vervolg) Sport Sportparticipatie ligt lager bij vrouwen; mannen en vrouwen die sporten doen 3.74 173, 176 M dat wel evenveel; ook bij 1-11-jarigen sporten jongens meer dan meisjes Lidmaatschap sportclub ligt lager bij vrouwen; bij vrijwilligers en bestuursfuncties is 3.79-3.82 174-175 M verschil nog groter Passief sporten vrouwen wonen minder vaak een sportwedstrijd bij 175 M Evolutie fysieke fitheid jongeren evolutie toont algemeen weinig verschil tussen jongens en 3.84 176 = meisjes Topsportscholen en topsportstatuten ligt veel lager bij vrouwen 3.98 181 M Gezondheid Alcoholgebruik overconsumptie minder vaak bij vrouwen, ook bij jongeren 3.114, 3.118 191-192 V Roken meer dagelijks rokende jongens dan meisjes, verschil neemt wel af 3.116 192 V Gebruik cannabis ligt lager bij vrouwen 3.12 193 V Ongevallensterfte ligt veel lager bij vrouwen 3.122 194 V Lichaamsbeweging aandeel met dagelijks minimaal 3 minuten lichaamsbeweging 194 M ligt veel lager bij vrouwen Gezonde voeding vrouwen eten vaker fruit, bij groenten geen verschil 195 V Overgewicht ligt veel lager bij vrouwen 3.125 195 V Zelfdoding ligt veel lager bij vrouwen 3.126 196 V Suïcidepogingen ligt hoger bij vrouwen 3.128 196 M Geestelijke gezondheidszorg meer vrouwen dan mannen als cliënt, behalve bij de jongeren 3.129 197 V Doodsoorzaken verschillen in voornaamste doodsoorzaken vooral in 3.13 198 leeftijdsgroep van 35 tot 74 jaar: bij vrouwen borstkanker, bij mannen zelfdoding en longkanker Vermijdbare sterfte ligt iets hoger bij vrouwen 3.131 198 M Verloren potentiële levensjaren ligt lager bij vrouwen 3.132 199 V Hiv bij personen met de Belgische nationaliteit ligt het aantal 2 V nieuwe gevallen veel lager bij vrouwen Diabetes ligt lager bij vrouwen in leeftijdsgroepen vanaf 45 jaar 3.138 21 V Diversiteit, inburgering en integratie Profiel vreemdelingen iets meer mannen dan vrouwen zowel bij totale vreemde 28, 211 bevolking als bij nieuwe inwijkelingen Houding tegenover vreemdelingen geen verschil 3.16 213 = Werkzaamheidsgraad vreemde herkomstgroepen ligt bij alle vreemde herkomstgroepen lager bij vrouwen dan bij mannen 214 M Profiel nieuwkomers meer mannen dan vrouwen 3.165 217 Inkomen, armoede en sociale uitsluiting Armoederisicopercentage weinig verschil, ook niet bij kinderen 3.172-3.173 225, 237 = Achterstallige betalingen weinig verschil 231 = Zorg Tele-onthaal meer vrouwen dan mannen nemen contact op 241 CAW cliënteel bestaat algemeen uit evenveel mannen als vrouwen; 3.22 242 bij ambulante hulp en bij slachtofferhulp meer vrouwen, bij andere hulpvormen meer mannen Bijzondere jeugdbijstand iets minder meisjes dan jongens 3.214 248 V Media Personeel VRT streefcijfer 4% vrouwen tegen eind 214 bijna bereikt 262 M Management VRT 25% vrouwen in management: streefcijfer van 33% nog niet 262 M bereikt Aanwezigheid in VRT-programma's streefcijfer van 33% bereikt 3.243 262 M Gebruik digitale media vrouwen gebruiken minder vaak een pc, het internet, een 264 M smartphone en een spelconsole Breedte internetgebruik vrouwen gebruiken minder onlinetoepassingen 3.248 264 M Opvolgen actualiteit meer mannen dan vrouwen volgen de actualiteit via het 265 M internet of de krant Landbouw Tewerkstelling veel meer mannen dan vrouwen 4.139 359 M Slagkrachtige overheid Vlaams overheidspersoneel meer vrouwen dan mannen 6.17 421 V Topfuncties Vlaamse overheid 21% vrouwen: streefcijfer van 33% 6.2 422 M Middenkader Vlaamse overheid 31% vrouwen: streefcijfer van 33% bijna gehaald 6.2 422 M DWARSDOORSNEDE VRIND 214 19

In het overzicht over wat er over gender in deze VRIND te vinden is, wordt telkens een korte beschrijving gegeven van de bestaande situatie aangevuld met een aanduiding of de situatie het meest positief is voor mannen of voor vrouwen. Dat kan uiteraard enkel bij die indicatoren waarvan duidelijk is dat ze op een positieve of negatieve manier bijdragen tot iemands leefsituatie. Ondanks een duidelijke vooruitgang van vrouwen op tal van domeinen in de voorbije decennia, blijft hun sociaaleconomische positie overwegend minder goed dan die van mannen. Dit ondanks het feit dat vrouwen inzake opleiding en vorming sinds enige tijd een voorsprong hebben opgebouwd tegenover mannen. Vrouwen zijn minder aan het werk, werken meer deeltijds en tijdelijk, in minder kwaliteitsvolle en minder leidinggevende jobs. Zij stappen veel meer dan mannen (tijdelijk) uit de arbeidsmarkt om zich met de zorg om de kinderen bezig te houden. Vrouwen maken zich ook meer zorgen en zien de toekomst minder positief tegemoet. Op het vlak van gezondheid scoren vrouwen dan weer beter. Hun levensstijl is op verschillende vlakken een pak Personen met een handicap Indicator Situatie Figuur Pagina De lerende Vlaming Buitengewoon onderwijs aantal leerlingen en aandeel per onderwijsniveau (kleuter, lager en 2.6 61 secundair onderwijs) neemt toe Geïntegreerd onderwijs (GON) aantal GON-leerlingen neemt jaarlijks toe 2.7 61 Werk en sociale economie Werkzaamheidsgraad ligt veel lager dan de algemene werkzaamheidsgraad 2.74-2.75 91 Werkbaarheidsgraad ligt veel lager dan de algemene werkbaarheidsgraad 2.83 95 Niet-werkende werkzoekenden 13% van het totaal aantal NWWZ heeft arbeidshandicap 2.91 99 VDAB-trajectwerking bij personen met een arbeidshandicap ligt de uitstroom naar werk lager 2.97 12 dan de algemene uitstroom IBO aandeel personen met een arbeidshandicap blijft stabiel rond 7% 2.99 13 Tewerkstellingspremie 5-plus aandeel personen met een arbeidshandicap in toegekende premies ligt 14 laag Sociale economie oververtegenwoordiging van personen met een arbeidshandicap in alle 2.17 18 werkvormen Sport Sportparticipatie ligt duidelijk lager bij personen met een functiebeperking 3.97 18 Inkomen, armoede en sociale uitsluiting Armoederisicopercentage bij personen met een functiebeperking dubbel zo hoog als bij personen 225 zonder functiebeperking Inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) laatste jaren opvallende toename 3.185 233 en integratietegemoetkoming (IT) Zorg Grootte van de doelgroep een kwart van de volwassen Vlamingen ondervindt hinder door ernstige 3.217 248 aandoening of ziekte Toegekende materiële hulpmiddelen al enkele jaren stabiel 3.219 249 Voorzieningen voor personen met handicap nemen toe 3.22 249 Actieve zorgvragen aantal stagneert na sterke toename jongste jaren 3.221 25 Persoonlijk assistentiebudget sterke toename van aantal gebruikers 3.222 25 Media Personeel VRT,9% personen met arbeidshandicap in VRT-personeel: streefcijfer van 262 1,5% tegen eind 214 Aanwezigheid in VRT-programma's 1% van aanwezigen is een persoon met een handicap 3.14 26 Ondertiteling programma's bij VRT streefcijfer van 95% van alle programma's bereikt, bij vtm 65% 3.253-267 ondertiteld, bij 2BE 86% en bij Vitaya 89% 3.254 Gesproken ondertiteling aangeboden door VRT, vtm en 2BE 267 Vlaamse gebarentaal VRT het Journaal van 19u en Karrewiet met gebarentaal aangeboden 267 Toegankelijkheid websites 13% van de Belgische websites haalt de drempelwaarde voor een behoorlijke 268 toegankelijkheid, 64% van de websites van de Vlaamse overheid Toerisme Vakantieparticipatie vakantie-armoede van zieken en invaliden ligt veel hoger dan algemene 3.273 277 vakantie-armoede Slimme draaischijf Verplaatsingsgedrag 23% van de niet-verplaatsers doet dat omwille van ziekte of handicap 5.13 388 Slagkrachtige overheid Vlaams overheidspersoneel 1,4% personen met arbeidshandicap: streefcijfer van 3% 6.2 422 2 VRIND 214