Handhavingskader na Wmo-toezicht

Vergelijkbare documenten
Regionaal kader handhaving op kwaliteit bij professionele Wmo-dienstverlening voor transparante en eenduidige handhaving. Definitief

Regionaal kader handhaving op kwaliteit bij professionele Wmo-dienstverlening voor transparante en eenduidige handhaving

GEMEENTEBLAD. Nr

Regionaal basiskader handhaving op kwaliteit bij professionele Wmo-dienstverlening Aan: BO Wmo 21 februari 2018 Van: Nynke Koenen, gemeente Amersfoort

Bijlage: Toelichting Toezicht in de Wmo We voeren toezicht op basis van samenwerking en vertrouwen, met elkaar leren en verbeteren.

Handhavingsbeleid Wet lokaal spoor. 1. Inleiding

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang; Het Toezicht - en handhavingsbeleid kinderopvang vast te stellen.

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

BOETEBELEIDSREGELS WET KINDEROPVANG EN KWALITEITSEISEN PEUTERSPEELZALEN GEMEENTE WESTVOORNE

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Bijlage 6 - Beleidslijn Dwangsom en invordering

PREVENTIEVE DWANGSOM BIJ OVERLASTGEVEND GEDRAG

Bijlage 2 Toelichting op het afwegingsmodel handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen

Toelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014

Toelichting bij de Sanctiematrix Drank- en Horecawet en verwante artikelen uit de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leidschendam-Voorburg

Toelichting. Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Handhaving pensioenrecht

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen

Protocol Calamiteiten en geweld

mr. P.C. Cup mr.ing. C.R. van den Berg Kamer D0353 Directoraat-Generaal Milieu Interne postcode 880 Directie Strategie en Bestuur

De WMO 2015: gemeentelijke duizendpoot?

Beleidsregel handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Venlo

Protocol Wmo Meldingen Calamiteiten/geweld bij de verstrekking van een voorziening Wmo 2015 Gelderland-Zuid en Mook en Middelaar.

Hoogte van dwangsommen lengte van b egunstigingstermijn opgenomen in tabellen

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Midden-Groningen

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Enschede. Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang;

LEIDRAAD BIJ DE LANDELIJKE HANDHAVINGSSTRATEGIE

Datum: Besproken: Inleiding

Wmo-toezicht Gelderland-Zuid

LEIDRAAD VASTSTELLEN HOOGTE BESTUURLIJKE BOETE Vastgesteld op 20 juli 2010

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan:

Protocol calamiteitentoezicht. Wet maatschappelijke ondersteuning

Protocol calamiteitentoezicht Wet maatschappelijke ondersteuning. Toezichthouderschap GGD regio Utrecht

Bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van het juiste sanctiemiddel wordt rekening gehouden met:

Beleid dwangsomhoogte Wabo

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

Aanwijzing toezichthouders Wmo 2015

Een last onder dwangsom wordt opgelegd met als doel herstel van de overtreding en/of voorkoming van herhaling van de overtreding.

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet

Algemeen bestuur. Vergadering 15 december 2016 Agendapunt 7 Onderwerp Evaluatie en doorontwikkeling Wmo-toezicht. Korte samenvatting onderwerp:

PUBLICATIEBLAD IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen,

Toezichthouderschap GGD regio Utrecht

Protocol calamiteitentoezicht Wet maatschappelijke ondersteuning. Toezichthouderschap GGD regio Utrecht

CVDR. Nr. CVDR412641_1. Beleid bijtincidenten honden H1. Juridisch kader. 31 juli Officiële uitgave van Deurne.

Werkplan Toezicht Wmo 8KTD

Preventie en handhavingsplan alcohol De Friese Waddeneilanden

Gemeenteblad nr. 299, 28 april 2016 BIJTINCIDENTEN HONDEN

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ november 2016

De loop van de procedure Op 1 juni 2007 hebben IGZ en CBP een bezoek gebracht aan het OZG Lucas in het kader van het hiervoor genoemde onderzoek.

Protocol meldingen calamiteiten / geweld Wmo

Toezicht en handhaving

Wmo-toezicht Gelderland-Zuid

2016 BIJTINCIDENTEN HONDEN

3.3 Openbaarmaking Het ontsluiten van informatie op zodanige wijze dat een ieder de betreffende informatie kan inzien.

Protocol Wmo Meldingen Calamiteiten/geweld bij de verstrekking van een voorziening Wmo 2015 Gelderland-Zuid en Mook en Middelaar

Procedure Calamiteitentoezicht

NOTITIE MOGELIJKHEDEN VOOR EEN FRIESE GEMEENTELIJKE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN WMO TOEZICHT. Werkgroep Provinciaal Toezicht

Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland november 2014

Sanctiestrategie Drank en Horecawet Almere 2014

KWALITEITS TOEZICHT Wmo Noordoost-Oost Brabant

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Bunnik Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang;

Bijlage 3. Toelichting en procedures sanctiemiddelen

Integraal toezicht op het notariaat

BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN VOORWAARDEN EN REIKWIJDTE (INSTRUCTIES) OPMERKING

Protocol meldingen calamiteiten / geweld Jeugdhulp

Toezichthoudend ambtenaar Wmo 2015

Besluit tot openbaarmaking

Nalevingsstrategie kwaliteit kinderopvang gemeente Rotterdam 2018

Zó handhaven we in Laarbeek Regels, overtredingen en de gevolgen

Algemeen. Besluiten inzake bestuursrechtelijke procedures. Kan worden doorgemandateerd aan het Afdelingshoofd Tijdelijke RUD van de provincie Zeeland

Per koerier / per aangetekende post / per mail De heer en mevrouw s Gravenweg SC ROTTERDAM

Samenvatting Beslispunten Besluit Burgemeester en Wethouders d.d. 16 februari 2016: Conform.

HANDHAVING- EN SANCTIEBELEID KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN 2012

Handhavingsbeleid kinderopvang Gouda

Preventie en handhavingsplan alcohol De Friese Waddeneilanden

BELEIDSREGEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN HELMOND 2013

: LANDSVERORDENING van 28 maart 2013 houdende vaststelling van nieuwe regels inzake de handhaving van de arbeidswetgeving

HANDHAVINGSBELEID BESTUURLIJKE BOETE KINDEROPVANG

Wmo toezicht- werkplan 2016 voor de regio van de GGD RR

Wanneer is eigenlijk sprake van feitelijk leidinggeven of opdracht geven?

Preventie en handhavingsplan alcohol De Friese Waddeneilanden

RUD UTRECHT. MANDAATLIJST Gemeente Nieuwegein RUIM MANDAAT Bijlage bij mandaatbesluit RUD Utrecht gemeente Nieuwegein

INTERVENTIEBELEID ALCOHOL, DRANK- EN HORECAWET

Handhavingsinstrumenten

Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland 2015

Masterclass Toezicht op en in de financiële sector

Protocol meldingen calamiteiten / geweld Jeugdhulp Gelderland-Zuid en Mook en Middelaar

Handhavingsbeleid Kansspelautoriteit. Oktober 2016

DCMR milieudienst Rijnmond

Handhavingsbeleid KINDEROPVANG

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Beslisdocument college van Peel en Maas

Handhaven voor inspecteurs

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet

Beleidsregel inhoudende de vaststelling van het Handhavingsbeleid horeca en andere alcoholverstrekkers 2013.

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Olst-Wijhe

Transcriptie:

Handhavingskader na Wmo-toezicht richtlijn voor transparante en eenduidige handhaving Inleiding Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het toezicht op en de naleving van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Hiertoe dient de gemeente een toezichthouder aan te wijzen. De Wmo-toezichthouder kan als daar aanleiding toe is verbetermaatregelen aan een aanbieder opleggen. Indien de aanbieder hieraan niet binnen de gestelde termijn voldoet, zal het Wmo-toezicht opschalen naar het handhavingsniveau. Het handhavingsbeleid en -instrumentarium vallen onder de verantwoordelijkheid van de colleges van B&W van de gemeenten. Wanneer het Wmo-toezicht adviseert tot handhaving, is het noodzakelijk dat alle gemeenten die met de betreffende aanbieder een overeenkomst hebben, tot een eenduidig handhavingsbesluit komen. Met deze notitie beogen we een handhavingskader vast te stellen, zodat de gemeenten binnen regio Rivierenland die eenzelfde raamovereenkomst hebben met dezelfde Wmo-aanbieder, dezelfde afweging maken wanneer vanuit Wmo-toezicht wordt opgeschaald naar het handhavingsniveau. Voor de goede orde: dit handhavingskader betreft de handhaving welke volgt op het kwaliteitstoezicht en niet de handhaving in het kader van fraudebestrijding. Nalevingstoezicht Wmo 2015 De Wmo 2015 stelt in artikel 3.1 lid 1: de aanbieder draagt er zorg voor dat de voorziening van goede kwaliteit is. Het nalevingstoezicht heeft in de praktijk vooral betrekking op de kwaliteitseisen die bij of krachtens de wet zijn gesteld aan de voorzieningen, waaronder de deskundigheid van beroepskrachten. Je zou hier dus ook kunnen spreken van kwaliteitstoezicht. GGD-GZ aangesteld als toezichthouder Wmo De directeur publieke gezondheid (DPG) van de GGD Gelderland-Zuid is door de 16 gemeenten in Gelderland-Zuid en Mook en Middelaar aangesteld als toezichthoudende ambtenaar in het kader van de Wmo 2015. Het is de directeur toegestaan personen werkzaam onder haar verantwoordelijkheid aan te wijzen als uitvoerend toezichthouder. Met de aanwijzing is deze persoon toezichthouder in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Het Wmo-toezicht ziet toe op de kwaliteit van de geboden ondersteuning en de uitvoering ervan door gecontracteerde aanbieders. Daarbij legt het Wmo-toezicht de nadruk op het verbeteren van de kwaliteit van maatschappelijke ondersteuning. In 2015 is de ontwikkeling van het kwaliteitstoezicht op maatwerkvoorzieningen (niet-vrij toegankelijke ondersteuning afgestemd op de individuele situatie) uitgewerkt. In 2016 wordt waar nodig het kwaliteitstoezicht op algemene voorzieningen (vrij toegankelijke ondersteuning) ontwikkeld. Gekozen voor signaalgestuurd en beperkt risicogestuurd toezicht In Gelderland Zuid hebben de gemeenten gekozen het Wmo-toezicht signaalgestuurd vorm te geven, aangevuld met een beperkt risicogestuurd toezicht. Signaalgestuurd toezicht houdt in dat er toezicht wordt gehouden op basis van ontvangen signalen. Dit zijn enerzijds meldingen van calamiteiten en geweldsincidenten. Anderzijds zijn dit signalen: - van burgers en/of cliënten over de kwaliteit van maatschappelijke voorzieningen; - uit toetsingsinstrumenten die gemeenten hanteren: o Contractmanagement; o Klantervaringsonderzoek; o Signalen vanuit het klachtpunt. 1

- vanuit de gemeentelijke afdeling Wmo-beleid; - vanuit de sociale wijkteams / gebiedsteams (de voordeur); - van het Landelijk Meldpunt Zorg; - van andere (landelijke en regionale) toezichthouders. Het signaalgestuurde toezicht beperkt zich tot toezicht achteraf. Aanvullend wordt beperkt risicogestuurd toezicht vooraf toegepast. Dat houdt in dat er twee categorieën aanbieders op voorhand worden aangemerkt als risicovolle aanbieders. Dit betreft: nieuwe aanbieders en aanbieders die al eens onder (verscherpt) toezicht stonden. Handhaving is verantwoordelijkheid van de gemeente Het Wmo-toezicht heeft als taak om de rapportages van toezichtbezoeken waar nodig te voorzien van verbetermaatregelen in de vorm van corrigerende maatregelen, advies- of stimuleringsmaatregelen. De corrigerende maatregel is: een interventie die tot doel heeft een geconstateerde tekortkoming door de Wmo-zorgaanbieder zelf ongedaan te laten maken. Een of advies- of stimuleringsmaatregel is: een informele niet wettelijk voorgeschreven interventie die tot doel heeft de instelling bewust te maken van de risico s in haar bedrijfsvoering. Deze verbetermaatregelen worden vervolgens door het Wmotoezicht eigenstandig gecontroleerd binnen de daarvoor gestelde termijn, zoals vermeld in het toezichtrapport. Indien aanbieders niet binnen de gestelde termijn voldoen aan de overeengekomen verbetermaatregelen zal het Wmo-toezicht opschalen naar het handhavingsniveau. Bij zeer ernstige tekortkomingen waarbij herstel op korte termijn niet verwacht wordt, kan het Wmo-toezicht besluiten om niet eerst een verbetertermijn te geven, maar direct op te schalen naar de gemeente. Het handhavingsbeleid en -instrumentarium na kwaliteitstoezicht vallen onder de verantwoordelijkheid van de colleges van B&W en worden uitgevoerd door de gemeenten. 2

Doel van de handhaving Doel van de handhaving is: het bevorderen van nalevingsgedrag van aanbieders om risico s te verminderen en kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning te verbeteren. Om dit doel te bereiken staat de gemeente verschillende instrumenten ter beschikking. We onderscheiden daarbij bestuursrechtelijke en civielrechtelijke maatregelen. Bestuursrechtelijke maatregelen Indien de kwaliteitseisen volgen uit de Wmo 2015 of zijn opgenomen in de verordening, kan de gemeente bij niet-naleving van de kwaliteitseisen voor een bestuursrechtelijke benadering kiezen en besluiten tot het toepassen van een bestuursrechtelijke maatregel: last onder dwangsom 1 of bestuursdwang 2. Hierop zijn de algemene beginselen van behoorlijk bestuur van toepassing, zoals het zorgvuldigheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel. Tegen een dergelijk besluit van de gemeente kan bezwaar worden gemaakt en kan, voor zover nodig, in beroep gegaan worden bij de bestuursrechter. De invordering van verbeurde dwangsommen betreft een aparte beschikking: de invorderingsbeschikking. Na het constateren van een overtreding en het verbeuren van een dwangsom, verstuurt de gemeente een verbeuringsbrief. Bij het verbeuren van een dwangsom ontstaat een betalingsverplichting. De lengte van de betalingstermijn bedraagt conform de Awb 6 weken. Wanneer de verbeurde dwangsom niet binnen de gestelde termijn van 6 weken wordt betaald, zal het bestuursorgaan eerst een invorderingsbeschikking moeten geven, alvorens een aanmaning te kunnen versturen en eventueel een dwangbevel te kunnen uitvaardigen. Tegen deze invorderingsbeschikking staat bezwaar en beroep open. De rechter kan dan oordelen over het bestaan en de omvang van de geldschuld. In de afweging tussen het toepassen van of een dwangsom of bestuursdwang neemt de gemeente in ieder geval het volgende in overweging: - een last onder dwangsom is relatief eenvoudig op te leggen en brengt geen directe financiële risico's voor de gemeente mee. Bestuursdwang brengt wel financiële risico's mee; de gemeente moet de kosten eerst zelf betalen en daarna verhalen op de overtreder; - het uitoefenen van bestuursdwang heeft in principe de voorkeur bij spoedeisende overtredingen, om deze waar mogelijk zo snel mogelijk te beëindigen. Voorafgaand aan de handhaving kan de gemeente besluiten tot een (informele) waarschuwing 3. Civielrechtelijke maatregelen Gemeenten hebben als inkoper contractuele afspraken gemaakt met Wmo-zorgaanbieders. Hierdoor is sprake van een civielrechtelijke verhouding. Als de aanbieder niet voldoet aan de overeengekomen kwaliteitseisen en er dus sprake is van een wanprestatie, kan de gemeente de aanbieder in gebreke stellen. Zo nodig kan de gemeente uiteindelijk overgaan tot ontbinding dan wel beëindiging van de overeenkomst. De beginselen van redelijkheid en billijkheid zijn hierop van toepassing. De Wmoaanbieder kan op haar beurt het handelen van de gemeente als contractpartij laten toetsen door de civiel rechter. 1 Met een last onder dwangsom probeert de gemeente de aanbieder door een financiële prikkel tot bepaald gedrag te dwingen 2 Met het uitoefenen van bestuursdwang beëindigt de gemeente zelf de overtreding op kosten van de aanbieder, als de aanbieder dat niet doet 3 Een waarschuwing is een informele maatregel, het is geen besluit in de zin van de Awb 3

Bestuurlijke boete niet mogelijk Het opleggen van een bestuurlijke boete aan een aanbieder voor het niet nakomen van de kwaliteitseisen is niet mogelijk. Artikel 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht stelt dat daar de wet zelf - de Wmo 2015 dus - een grondslag voor moet geven en die is er niet. Uitzondering hierop zijn gedragingen van Veilig Thuis. De Wmo 2015 regelt de bevoegdheid van de minister van VWS en V&J om in bepaalde gevallen een boete op te leggen aan Veilig Thuis. De toezicht op Veilig Thuis ligt echter bij de landelijke inspectie en niet bij de toezichthoudend ambtenaar Wmo. Ordening van interventies Zoals hierboven beschreven kan het Wmo-toezicht advies, stimulering en correctie toepassen en de gemeente kan dwang toepassen om het nalevingsgedrag van aanbieders te bevorderen, om risico s te verminderen en kwaliteit van de zorg te verbeteren. Bij het inzetten van interventies hanteren het Wmo-toezicht en de gemeenten de volgende piramide naar zwaarte van de maatregel: De onderste lichtere interventies van advies, stimulering en correctie, kunnen worden ingezet door het Wmo-toezicht. Als deze interventies niet leiden tot naleving, schaalt het Wmo-toezicht op naar het handhavingsniveau. De bovenste twee maatregelen, zijnde handhaving, worden ingezet door de gemeente. Voorafgaande aan de handhaving kan de gemeente - afhankelijk van de situatie - overwegen een waarschuwing af te geven. Een waarschuwing is geen besluit in de zin van de Awb. Per geval wordt bezien welke interventie op korte en langere termijn het meest effectief is. De interventies hoeven niet perse na elkaar te worden ingezet. In een enkel geval kan het effectief zijn verschillende interventies gelijktijdig toe te passen, denk daarbij aan een samenloop van verscherpt toezicht met een civielrechtelijke maatregel. 4

Uitgangspunten bij handhaving De gemeente hanteert de volgende uitgangspunten bij handhaving: 1. De gemeente handhaaft op basis van risico s, doelgericht en proportioneel; 2. De gemeente treedt slagvaardig op en hanteert korte behandelingstermijnen in de handhaving; 3. De gemeente kiest voor het type maatregel dat in de gegeven situatie het meest doelgericht is: een lichte maatregel waar het kan een zwaardere waar dat nodig is; 4. Handhaving is maatwerk en zal in elke situatie apart afgewogen worden. Er is geen vaste volgorde van maatregelen. Een lichte maatregel gaat niet vanzelfsprekend vooraf aan een zware maatregel. Zo kan een gemeente ook bij een eerste overtreding, direct de zwaarste maatregel inzetten als de ernst van de situatie hierom vraagt. Afwegingskader Om de juiste maatregel te bepalen hanteert de gemeente de volgende wegingsfactoren: 1. Ernst van de situatie (groot, gemiddeld, klein) o Ernst van het risico c.q. type schade (zeer ernstig, ernstig en niet zo ernstig) o De omvang van de groep mensen waarop het risico van toepassing is of kan zijn (groot, gemiddeld, klein); 2. Kans op herhaling van de gebeurtenis of niet verbeteren van de situatie (groot, gemiddeld, klein) o De structuur/organisatie van de hulpverlening gericht op kwaliteit en veiligheid (slecht, matig, goed); o De houding van de zorgaanbieder (niet-weten, niet-kunnen, niet-willen); o Of sprake is van recidive. Bij de afweging welk type maatregel wordt ingezet, hanteert de gemeente als richtlijn onderstaande matrix. Daarbij zijn de maatregelen onderscheiden naar drie categorieën (van zwaar naar licht): Categorie 1: ontbinding van de overeenkomst Categorie 2: last onder dwangsom of bestuursdwang Categorie 3 : schriftelijke waarschuwing, overleg en overreding kans op herhaling of voortduring groot gemiddeld klein ernst van de situatie groot Categorie 1 Categorie 1 Categorie 2 gemiddeld Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3 klein Categorie 2 Categorie 3 Categorie 3 Handhaving is maatwerk. Dit matrix geeft een indicatie voor het type maatregel, afwijkingen zijn beargumenteerd mogelijk. Hoogte van de dwangsom Bij het bepalen van de hoogte van dwangsommen heeft de gemeente een ruime mate van beleidsvrijheid. De hoogte van een dwangsom wordt door de rechter terughoudend getoetst. De dwangsom moet op de ernst van de overtreding zijn afgestemd (evenredigheid) en tot doel hebben de overtreding tegen te gaan (effectiviteit). 5

De dwangsom kan worden vastgesteld in de vorm van een bedrag ineens, een bedrag per tijdseenheid waarin de last niet is uitgevoerd of een bedrag per overtreding van de last. In het kader van het bevorderen van de naleving door Wmo-zorgaanbieders kiezen we in beginsel voor een dwangsom in de vorm van een bedrag ineens ofwel een eenmalige dwangsom. Ervaring op andere gebieden leert dat de hoogte van een eenmalige dwangsom reden is voor het eerder beëindigen van de overtreding. Een eenmalige dwangsom geeft dus de beste kans op een spoedig herstel van voldoende kwaliteit van de hulp aan onze inwoners. Daarnaast geeft een dwangsom ineens de minste administratieve lasten voor de gemeente. In beginsel stellen we de hoogte van de dwangsom als volgt vast, afhankelijk van de ernst van de situatie: Ernst van de situatie is groot: 7.500,- Ernst van de situatie is gemiddeld: 5.000,- Ernst van de situatie is klein: 2.500,- Indien na het opleggen van een dwangsom sprake is van herhaalde of voortdurende overtreding zal in beginsel voor situaties waarin de ernst van de situatie groot of gemiddeld is het type maatregel worden opgeschaald naar een categorie 1 maatregel, zijnde ontbinding van de overeenkomst na ingebrekestelling. Bij herhaalde of voortdurende overtreding in een situatie waarbij de ernst van de situatie klein is, kan de gemeente besluiten opnieuw een dwangsom op te leggen. De hoogte van de dwangsom wordt voor de tweede en volgende dwangsom verdubbeld zolang sprake is van dezelfde overtreding. Handhavingskader is richtinggevend Handhaving is maatwerk. Dit handhavingskader is richtinggevend, het college kan in voorkomende gevallen besluiten hiervan beargumenteerd af te wijken. Vastgesteld door het college op 11 oktober 2016. 6